RAPPORT No. 70 VAN BET lABORATORIUM VOOR SCHJP8BOUWKUNDE TECHNISCHE HOGESCROOL - DELPT
door
G. VAN LEEIJWEN
UEIJ1EIDMETINGFJN LAN DE CAVITATIETUNNEL.
Doel van de yroer:
Blj het onderzoek eau een bewegend profiel bleek het zeer gewenet de
wateraneiheid in bet
meetatuk nauwkeuriger te weten dan tot nog toe het geval geweest was. In verband hiermee werd een aantal proeven uitgevoerd met bet doel ser-dere anelheidsmetingen te controleren en na te gasn op weike wijze nauwkeuriger inetingen verkregen konden worden.Voorheen was de gáng van zaken ale voigt:
In 't hart van de meetsectie (I) werd de pitotbuis geplaatet waarop
sen
drukverschil getjkt werd., dat ont8taat door de contractie. (Statische druk in doorsnede III verminderd met die in dooranede II). Werd nu in demeet-8eCtie
een te onderzoeken profiel geplaatst, waarbtj de pitot buis dus verwljderd was, dan werd aangenomen, dat met behuip van deze ljking de sneiheid ter plaatse van het profiel be-rekend kon worden.Bij de nieuwe opetelling werd het meetpunt II vervangen door bet punt I en wel zo, dat hier steeds sen gemiddelde statische druk gemeten werd door niet meer in 't hart van de meetsectie te meten, doch door aan de onder- en boyen-r4jde een rneetpunt te maken, deze ineetpunten te verbinden en op eeu bepaalde plaats in't aldus verkregen ciroult e! te takken naar één been van een manometer, in 't vervoig San-geduid met "contractiemanometer". In de takken AC en BC kon verder nog eeu capillair geplaatat worden, orn te be-reiken, dat de drukval over de tak AC gelijk was aan die over tek BC en aldus sen gemiddelde druk gemeten werd.
De eerst optred.ende moei]ijkheid was, dat het basis-instru-.
ment, de
pitotbuis, bij grete sneiheden (en due ook buklei-nere aneTheden
met onderdruk) bleek tecaviteren eu
dus zeerwaarschijnlijk bij deze toestanden
niet
bruIkbaar was alsuit-gangapunt;
(aangezien cok het bovenste meetpunt van de con-tractiernanometer bU genoemdetoestanden caviteert, kannen
we geen
extrapolatie in dit gavaitoepassen).
0m. hieraezi tegemoet te komen, werd in list rechter
verticale
been van de tunnel, wr bU
niaxiniale sneiheid in het meetstukde sneiheid ca. I rn/sec. bedraagt, een molentje geplaatat
(doorsnede IV). De volgende metingen werden er op
gebaseerd,
dat dit molentje nageijkt
te zijn op de pitotbuis, in een ge-bled waar doze laatete bruikbaar was, ala basis kon dienenbij toestanden waar de pitotbuis
caviteert.-
Aliereerat werd grafisch be:paald,
over wolke tijd hot
toerental van hot molentje gemiddeld moest worden orneen bruikbare
waarde te krijgen.Vervolgens werd
hotsneiheidaprofiel in
dooranede IV langede as vari
hot moientje bepaald.en
met behuip hiervaneon
plaats voor
het molentje gevonden, waar de gunstigsteresul-taten
verwaclit konden worden.Ultvoering der ;roeven:
Fig. 1: Bepaling verband h0 (contractie) en }i (pitotbuis)
Er blijkt een drukverachul te bestaan tussen onder- en
boyen-kant van hot meetatuk: Cebruiken we alleen de boventak(resp. ond4rtak) dan
vinden weh
0,964 ki
resp. h0
-1,014 lip, hetgeen
betekent,dat
de sneiheidaan de onderzljde
van hat meetetuk groter la dan aan de bovenzijde. Blj gebru.ik
van beide takkenwerd gevonden: h0
0,982 lip.
Pig. 2,
3 en 4 DezelÎde proeven waarbtj achtereenvolgens
in de onderate tak twee capillairen, in beide takken één en tenalotte inda onderBte tak twee capillairen geplaatst
werden. Gevonden werd voor resp. 0,982,0,989 en 1,007.
Fig.
:0m de inv]oed van cavitatie op de pitotbuis te
de-monßtreren, werd bij onderdruk
gemeten waarbij in deboyen-ate tak van de
contractiemanometertwee
weeratanden geplaatet werden. Genoemde invloed is onmiskenbaar.Fig. 6: Bepaling waarnemingstjd toerental inolentje.
Uit doze proof blijkt,
dat bljt>, 200 sec.
redelijkbetrouw-bare uitkoinaten
teverwachten ztjn.
Fig.
7:
herbu werd 't molentje op elf versohillendepunten
op eon rechte ]ijn in de dooranede IV geplaatat.Voor elk
van doze plaataen werd 't verband bepaald tusson desnelheid
ter plaatsevan
hotmolentje, zoala
die berekendwerd met
behuip van deijktormule V100 .
+ 0,05 m/sed en de anelheid in hat meetatuk V Voor elk van doze puntenP.'..v.
blijkt dit een lineair verband te zijn. M.a.w. er is eon
be-trekking V,
en c,
ev..IOC p..i
Fig. 8: geeít de waarde van 0100
ala functie van de plaats in de beachouwde doorenede. ("zonder lange pitotbuisl"). Uit deze £iguur blijkt, dat ¿C de kleinste waarde heefttussen de meetplaatsen 1+ en
3k.
Nu kan due de pitotbula ala uitgangapunt vervangen
worden
door hot mo].entje en de invloed van cavitatia op de metingen met de contractiemanometer nagegaan worden.Fig.9: Meting bj
onderdruk
en in onderete tak contractie-manometer tweewerstanden.
(capillaix'en). Voor V),1O rn/eecafwjking van lineair verband
Pig. 10: Ze].fde proef doch bu atmoeferiache druk. Lineair
verband in 't gehels sneiheidebereik.
l'ig. 11 en liS:
Zelfde als bij fig. 9 doch hiei'btj is in beidetakken van de
contractieivanometer eon weerstand.
geplaatet. De invloed van beide takken doet ziehhierdoor gelden,
wattot uiting komt in eon nauwe]ijka waarneembare afwjking
van het lineairverband bij V
.10 rn/eec. In verband hiermee
is niet nog
eens de proof gedaan,waarbij in
debovenste tak
twee weerstandenopgenomen ztjn.
Fiç. 12: Zelfde proef doch bj atmoBferisobe druk. Lineair verband in gehele sneiheidebereik.
Vex'volgens werden overeenkomende proeven gedaan met dat verachul, dat zich in de nieetsectie eon experimenteel model van een bolvorxnige 5-gaten-pitotbuis beyond. Tevens was hot bovenste meetpunt van de contractiemanometer beter a.fge-w.rkt, waardoor ook bij grote eneihoden en lage dru.k geen
cavitatie meer optrad.
De verwachting was d&t zeker tengevolge van dit laatste hot oerder gevonden verband h0 : veranderd zou ziin.
Pig. 13: (}evonden werd ) I (vgl. tig.12: Ç I)
Vorder bleek dat ook de conatantej voor dit geval veranderd was en wel
in
de zeiftìe zin als zo volgen uit de verandering van de waarde : beide wezen op eon toename van ho.Pig. ILI.* (Vgl.Zig. 7 en 8) Snelheidsprofiel langa as mojen-. tje.
Doze proof gaf stork afwijkende resultaten vsn de eerder ge-vonden wearden en de vraag rjat of dit aan de lange pitot.. buis te danken is
7ig.
15: (Vgl.fig.1) Voor de vorhouding vinden we nuin d.ezslfde volgorde: 1,07, 1,02 en 1,05, hetgeen In
over-eensteinming is met fig. 13.
Tenalotte werd
de lange pitotbuiB weer verwjdeH, waarna nog
gecontroleerd werd of het anelheidsprofiel (zio fig.14, 7 en8) wear de oorspronkeli.jke vorm aannam. Dit bleek evenwel
niet 't geval.
Pig. 16:
1,05 hetgeen dus onafhankelljk b]4jkt van de
lange pitotbuis.
Pis. 17: Hierin le weer uitgezet Vioc -
waarbi.jbleak, dat
niet dezelfde was ale btj eerdere metingen
(zio fig. 8).
Cono lusie:
b]ijkt eon rede]Jjk lineair verband te
beataan tuBsen been hp, zodat met behuip van de contractieznanoineter de
snel-heid in de meetsectie berekend kan worden.
BJ eon nauwkeuriger afwerking van de betreffende meetopenin-gen zal hier zeker geen eavitatie optreden, zodat
00k
bulage druk eon good resultaat verkregen wordt.
De sne].heidsnieting met hot hier gebruikte molentje laat
flog
wel het oem en ander te wensen over wat zijn oorzaak kanvin-den in
ket molentje,
dat voor dit doel misachien minder ge-schikt is, maar00k
in een inatabiel snelbeidaprofiel te plaatse v-av. hot inolentje. Dit laatate kan met een meer voor d.it doel geschikt molentje econtroleerd worden.Vorder hebbexi doze proeven duidelijk aangetoond, dat de prQ-bleinen, verboMen aan een
exacte aneTheidabepaling,
voor-zover dit begrip tot nu toe gedefinieerd is, vele zijn.Eon steeds terugkerend. probleem vormen de zich in de leidin-gen vormende luchtbellen. Bu eon volgende opatelling dient
er op gelet te worden, dat kleine, zieh van de vloeietof afacheidende luchtbellen geen gelegertheid krtjgen zieh tot eon grotere bel te verenigen en wolke aldus de
biding
blokkeert, ofwel geleidelijk opstujgt en zodoende de meting beinvloedt. Vorder dient het begrip"enelheid-in-de-rneet-aectie" beter gedefinieerd te worden, daar de sneiheid opzeker tijdatip ten eerate
niet gemeten kan worden en tentweed.e ook geen ruikbare grootheid. is bu de proeven, weLke
doorgaanø genomen worden. Het zou zeker dienstig zljn eeno ander zelfregistrerend. inatrument te gebruiken, zodat hot
snelbeidsverboop gedurende
eon uit te voeren proef
bekend word.t. Men kan dan een gemiddelde bepalen over de duur van de proef.Van ebementair belang is tevens de noodzakelijkheid eon
serious getjkte pitotbuis te kunnen gebi'u.iken om daar andere
snelheid.emeetinstrumentefl op te kunxìen tjken
(coritractie-manometer e.d.)
(Bovenomachreven proeven zum alle gebaseerd op oem uiterst
t
300
200 100 100 300 hover, open : bf07 h
h«id« open : h i,oi Ii
onder open: b