HYDRODXI'4AMISCHE THEORIE VAN DE SCSBEWEGING IN GOLVEN.
M.D. HASKIND (Moskwa) Prikiadnaja Matematika I Mechanika - 1946.
In de problemen van de zeewaardigheid van een schip wordt een belangrijke
plaats iñgenomen door het onderzoek riaar de beweging van een echip, 'hetgeen on-misbaar is orn bet verschijnsel van de scheepsbeweging in het algenieen te
ver-klaren, evenal.s het ontwerp van ean soup te beinvloeden. '
.
Het Oplo8Sen van de belangrijke opgave van de scheepebeweging Is nauw verwant met het belangrijke probleem van de zeewaard.igheid; te weten: bet overnemen van water en de weeretandetoename op een golvend. vloeistofóppervlak.
De ge8ohiedeni8 van de ontwikkeling van de theorie van de 8oheepsbewe-ging begint reeds lang geleden. De eerste schrede op dit gebied werd gezet door W. Fraude, die een theorie ontwikkelde voor het alingeren- van schepen . in golven
Ci].
. In de theorie van Froude werd uitgegaan van de veronderstellizig, dat
de afmetingen van het achip klein zijn iii vergelijking met de golfiengte, zodat het gewichtszwaartepunt van het echip een zelfde cirkel beschrijft .. als een vloei8tofdeeltje, dat zieh daar zou bevinden. Een dergelijk
onder-zoek naar de rolbewegingen van schepen kan oak tegenwoordig nog met sucoes aangewend worden, aangezien de dwarsafmetingen s-an het schip aanzienlijk kleiner zijn dan de gebniikelijke lengte afmetingen van zeegolven.
Ongeveex 35 jaar later, in 1896, ontwikkelde AH. Krilov een theorie voor de stamp- en dompbeweging van een schip in golven (2). De noodzaak van een afzonderlijk onderzoek naar de langsscheepse beweging van een schip in golven werd veroorzaakt door het feit, dat de fundamentele aanname van Froude, dat de afmetingen van het schip klein zijn in vergelijking met de lengte afmetingen van de golven, duidelijk onjuiet is. Gewoonlijk zijn de lengte afmetingen van de golven van dezelfde grootte orde als de
scheeps-lengte.
In verband met het ond.erzoek van de langsscheepse beweging van het schip in golven, wordt In de hypothese van Krilov een ruimere verond.er-stelling gamaakt dan in de theorie van Froude,. en wel dat elk punt van het
ond.ergedompelde soheepslioha.am een druk ondervindt, die gelijk is aan de
druk in een overeenkomatig punt van de golvende vloeistof bij afwezigheid
van het sohip.
Deze hypothese, die zich fundamenteel onderscheidt van de
veronder-at'ellingen van Frou.de, geeft de mogelijkheid de krachten te bepalen, die
door de vloeistof op de soheepawand worden uitgeoef end, waarbij in bena-dering dé eindige lineaire afuietingen van het schip en de invloed van de
scheepavorm in rekening gebracht worden.
Iiettemin blijven de drukvariaties in het veld., die veroorzaakt
worden door het stathpen en de ].ineaire bewegingen van het schip, buiten besohouwing.
De verdere ontwikkeling van de theorie van langsscheepse beweging van het 8chip gaat van dezelfde veronderstellingen als Krilov uit, in een aantal gevallen in meer details tredend, zij het ook met terk Intuitieve
redeneringen.
In de onderhavige theoretische studie echter, wordt.in zeer &lge-mene zin een theorie afgeleid voor de beweging van een achip in golven,
order aanname van harmonische bewegingen mét 6 graden van vrijheid. In het resultaat treden een aantal krachten op, die werken op het bewegend liohaam, te weten: traagheidskrachten, dempingakrachten, her-.
stellende krachten en opwekkende krachten. De tr.agheidakrachten zijn
De ooefficienten in de veranellingsterm van de bewegingsvergelijking
van het soup spelen de rol van toegevoegde masa. (eventueel
traagheids-moment). Men kan deze coefficienten daarom opvatten als toegevoegd.e massa,
daarmee een begrip generaliserend uit de besohouwingen over de beweging
van een .lichaam in een oneindig medium.
De symmetrie eigensohappen van de toegevoegde massa, die gelden in
een oneindig medium, blijven alleen bewaard, indien de sxielheid van
scheepslichaam gelijk aan nul is..
In een numerieke u.itwerking hangt de toegevoegde massa hoofdzakelijk
af van de lengte en de rióh.ting van de aankomende golven, en de sneiheid
van het acheepalichaam.
De dempende krachten, veroorzaakt door hat voortdurend uitzenden
van energie in de vorm van golven, hangen lineair van de sneiheid van het
lichaam af. Vóor deze coefficienten gelden dezelfde symmetriebeachouwingeñ
als voor de. toegevoede massa.
Met de verkregenfcruuiles wordt de derapingacoefficierit van een
langeecheepabewegend achip bepaald als fu.notie van de langte en de hoek.
van de aankomende golveri, en de snelheid van het scheepslichaam, voor
verschillende waarden van de verticale
vheid,waterlijn coefficient
en prieniatisähe coefficient.
Bij vergelijking van de gegeven berekening kan men vaetstellen,
dat de dampIng door visceuze oorzaak, die men gewoonlijk bij theoretische
berekening van de langascheepse beweging in rekejdng brengt, klein is in
vergelijking met de demping, die veroorzaakt wordt door het uitstraien
van golfenergie.
I. Algeméne theorie van de beweging van het schip.
1. Fu.ndanientele vergelijkingen.
Besehouw het probleem van de gedwongen
beweging van een in eengolfveld drijvend lichaam, in de veronderstelling
dat de scheepssnelheid
eliik is a-an nu. We veronderstellen, dat het
liohaam wordt getroffen door voortschrijdende golven met een kleine
amplitude.
7e riemen a-an, dat de daardoor veroorzaakte beweging van het
êchip klein is, evenals de golfhoogte van de op het vrije oppervlak van
de zware v]oeistof aan alle zijden van het lichaam opgewekte golven.
Natuurlijk blijft eveneens de siielheid van de vloeistof in het beschoùwde
gebied begrened.
Ret probleem van het bepalen van de opgewekte vloeistofbeweging
kan opgelost worden door gebruik te ma-ken van de volgende benaderingen:
De randvoorwaarde op het opervlak van het lichaam wordt voldaan in de
punten van een oppervlak S, dat wegens de aangenomen kleine beweging
onbewegelijk wordt gedacht; de randvoorwaarde op het vrije
vloeistof-opperviak wordt verticaal verachoven na-ar een horizontaal via-k, dat
eamenvalt met het ongestoorde vloeistofoppervlak; a-an deze
randvoorwaar-den wordt sleohts tot in de aerate orde vòldaan.
Stel o:xyz een vast coordinaten syetaem. Ret viakOxy is
horizon-taal en valt samen met hat ongestoorde vloeistofoppervlak, waarbij Z
-na-ar boyen wijst.
Ivy
f
f
-
2-FI
.1.
We moeten een snelheidspotentiaal '°(xyz) bepalen voor de
vloei-stofbeweging, die voldoet a-an de genoemde ranLvoorwaarden.
Op het opperviak S geldt de snelheidsvoorwaarde
£
(x,y,,
ich
4(xyzt) de storingspotentiaal van de vloeistofbeweging, die veroorzaakt
worden door de bewegingen van het lichaam en de refleotie van de
aan-komende golven, en
«(xyzt) de snelheidspotentiaal van de aankornende
golven zeif:
(1,5), waarüi.
waarin k,de bewegingafrequentie van de vloeistofdeeltjes, c =
g,4c =
.voortplantingsanelheid van de aankomende golven,
V==
golffre-.quentie,
=?\ golfiengte, h = hi + ih2 complexe amplitude (i = V)
en f de hoek tuasen de bewegingsrichting van de golven en de
negatieve
x-richting. In hot vervoig letten we in de complexe uitdrukking,:.de
samengestelde factor
alleen op bet reeele gedeelte.
De functiea(xyzt) en
*(xyzt).voldoen afzonderlijk a.an de
voor-waal'de (1,4) en op bet opperviak S geldt de voorwaard.e
(M,)
=(1,6),
=
Y.Vt
0,bl.-Q
i.c,è
'V2 +
¿ v(xcQE
.(1,7)
waarin M een variabel pint van bet opperviak S en
Vde normaalsnelheid
in hot betrokken punt. De normaal op hot opperviak moet gerekend worden
in de richting van de vloeistof. De functie
Vbangt af van de
instroininge-eneiheid, van de hoekaneiheid en van de sneiheid van de lichaamedeformaties.
In het volgende beperkeri we one tot hat geval van bewegingen van
starre liáhamen:
-.Vj-r0n.-Il
192)
waarin
V
UL1.Uj#Uk
)-fl-= u- Uj3#
UbIKde sneiheidavector van de oorsprong van het coordinatenaysteein, en de
vector tengev-olge van de momentane hoekeneiheid, i,j,k en n de
eenheicls-vectoren langa de coordinaataesen en de normaal op hat opperviak S en
r0 = 0M de vectorradiu8 van hot punt M.
7'egens de tweede saniengestelde randvoorwaardernaken we gebriik
van de Lagrange integraal voor de inwendige d.ruk in de vloeistof:
ïoZ.
p-,,e
-f' --: - r
-.j°
(1,3)
waarin
p0= atmospherische druk, Q. =
dichtheid. van de vloeistof en
g = versnelling zwaartekracht.
Op hot vrije vloeistofoppervlak is de drLzk gelijk aan de
atmos-pherisohe druk. Daarom maken we later gebruik van, de gelineariseerde
randvoorwaarde
____
O
voor
De snelheidspotentiaal van de vloeiatofbeweging kan voorgesteld worden
door:
Bij beschouwing van de gedwongen beweging ván het drijvend lichaam, nemen we een bepaalde ongedempte trilling aan:
Vve
VP,ii
UP, ¿IIC&v.. ,2...6)
Bij berekening
van
de veroorzaakte vloeistofbeweglng stellen we:(xyz)Lyz)e.
Bij deze aanname van de harmonische functie p(cyz) worden wegens (1,4) eri (1,7) de randvoorwaarden:
Yz-,-L?c
'4Pt-
ydsç)
_v=a
zq(.vzr)
+4
waarin(y...i,)t. (*3)
ops
(i,io)
op z = 0 (1,11)en de voorwaarde in oneindig: de afgeleide van de functie p(xyz) is begrensd
en
gaat
naar nul voor z - -00.Men moet enige beperking
aan
de functie (xyz) stellen, orn eenbe-paalde oplossing te verkrijgen, aangezlen men een willekeurig
aneiheids-potentiaal
van
een systeemvan
voortlopende golven op de oplossingkan
superponeren. Echter, indien dit nodig 18, bepaalt de eis, dat de golven álzijdig door het lichaam gereflecteerd moeten worden, volledig defunc-tie p(xyz)..
Mathematisch wordt deze voorwaarde a13 limietuitdrukking gef
orma-leerd met
[4J
zv(-+tve'o
;
1.v';çzi.yz
1,12)Een snelheidspotentiaal
Ç&cya
i3 ) , die overeenkoint met devloeistofbeweglng, Indien in een punt (',3Jvan de onder haifruimte een pulserende bron ter sterkte eikt wordt geplaatet, en die voldoet aan de voorwaarden (1,11), (1,12) en in oneindig, wordt gegeven door de
uttthuk-king: (i),E)
en een harmonische funotie in de onder halfrajrnte
voorstelt, gegeven door:
7o(e)
co)
Hierin Is
'/0ÜLRc)een
Besselfunctie, R0 = , en meet geintegreerd. wordenlanes
de weg L, die de punten u = o enii
O verbindt,waarbij het singuliers
pant
u V aan. de bovenzijde gepasseerd moet worden.(1,14)
R
-5-Een asymptotisôhe vooretelling voor de Í"unctie G kan zonder moeite
afgeleid worden uit de formules (1,13) en (1,15), voor de oirkel met straal
R:waarin R
\jx2
..i.y2, en 1)= bgtg
(poolcoordinaten), en O()de notatie
voor
de ternien die van kleiner orde zijn.
Ret bepalen van de pulserende bronnen op het opperviak S, en het probleem
van de bepaling van de sterkte van de bronnen, kan men herleiden tot een
Fredhoimse integralvergelijk1ng van de 2e soort.
Voor voldoende kleine en grote waarden van de parameter V
,bestaat er
een oplossing van het probleem en men kan die door een reeks voorstellen.
De harmonische funotiè p(xyz), in de volgende beschouwing, is begrensd buiten
het opperviak S, en in de ander haifruimte, en gaat naar nul
voor z
--Deze methode voor de oplossing van het probleem is volkomen analoog
met de methode van het bepalen van de verstoring van een ander het
vloeistof-opperviak bewegend .lichaam [4).
e kunrien de aigernene f ormule opstellen, waardoor de harmor.ische
functie p(xyz) wordt voorgesteid,, indien op het opperviak S zijn
gegeven de
afgeleide en de funátie zeit
Wé beschou.wen daartoe het gebied D, dat ugt tussen het 'opperviak S + E en de
bol
0' met een oneind1g kleine strasi
E ,met middelpunt in het. punt P(xyz),
waarbij het opperviak £ bestaat uit het verticale cylinderoppervlak met
hoogte h0, straal R rond de as z, en verder het opperviak van de cirkel
met
straal R rend de as z, die ugt ter diepte h0, en tenslotte het gedeelte
van het vrije vloeistofoppervlak, dat omvat word.t doàr de cirkel R en de
construotie waterlijn van het lichaam.
i
¿R' °
Bij toepassing van de formule van Green voor de in het gebied D
harmonische fuzictie G en p, verkrijgen we:
£
-
)as
4 -e
)ts
Aangezien de furictie O wegens de term 1/r verechilt van een in het
:onderhalfruim harmonische functie, verkrijgen we voo
de tweede integraal,
omdat we een bol
rond het punt P(xyz) hebben getrokken, de waarde
4 Wp(xyz). Verder maken we gebruik van het feit, dat de functie
p en G
moeten voldoen aan de voorwaarde (1,11), de voorwaarde in oneindig,
en de
geteÏde asymptotisohe formules (1,12) en (1,16), zodat we vinden:
In dit geval vezkrijgen we een algemene voorstelling voor de functie
(i, 17)
(1, 18)
1,16)
+
*rr
ea-
'
(
(
Ve
Sul)
j-i.'- . (L)
welke op de straal R geefts
in de vorm van een formale van Green voor een oneindige vloeistof:
-
.1
H
(1,19)
s
De verkregen vorm van.het algemerie resultaat wordt in het volgende gewijzigd.
We maken d.aárbij gebruik van de uitdrukking:
i-IT _)).J1ii2)J (1,20) ( .-&4L[
%LcR-!-
e
2FF-Ir
r i
Çt3 _Lx-%)
_d
(z
<o)
(1,21)
-rr'
en de door E.E. Kochin gebrixikte functie:
k
[Ç
e
-11;:: W)(k,y)
oIS
(1,22)Substitutie van de fu.nctie G in de uitdrukking (1,19) en verwiseeling van
de integratlevolgorde, geeft:
z_L
&
p
We bepalen het8ymptotische karakter van de verstoorde vloeistofbeweging. Gebruikmakend van de formules (1,16) en (1,19) vinden we voor de functie p met een asymptotiache ontwikkeling op de straal R:
-vz-
¿(vR+ff)
cv,y,z).---
.-4(iì,ZffR
waarin men duidelijk ziet, dat voldaañ wordt aan de voorwaarde (1,12). Na bepaling van de functïe H(V,l) ), kan men de vorm van het vrije vloeistofoppervlak vinden, uitgaande van de formale:
1
¿
(x,yo) e
b& 2O
(1,25)(1,25)
waarin:
3e
LÇk-.i'v(»t*y.it)
o
waarin de streep boyen de letter de normale notatie voor de overgang op de geconugeerde complexe waarda voorstelt.
Daarvan gebruikmakend, vinden we na uitvoering van de berekening:
Ri-B-i-C-t-D
waarin:-t'i
R
f
lk'M
-if
=Vx_' 6?
2rr-7--e.
Op deze gereflecteerde golven kan men de voortlopende golven superponeren. Op de 8traal R zijnde golven dus bepaáld, zowel de lengte van de voortlo-pende golven, als ook van aan alle zijden van hat lichaam teruggekaatete golven. We zullen de gemiddelde energie berekenen, die door de golven per tijdseenheid weggevoerd wordt. Men kan de energie berekanen, door de arbeid te beachouwen die door de zwaartekracht op een verticale cirkel cylinder wo'dt uitgeoefend, die zichvan hat vrije opperviak uitstrekt naar on-eindig in de z-richting en met grote straal R.
Dan is:
H7 o
t.1-.--f
L(Ptc)
ca
Re
ftp
(yz)
¿cé
e
v
-
H()
k-R-)
2rr1
We berekenen de gemiddelde hoeveelheid energie, die door de golven wordt weg-gevoerd over een bewegingeperiode
2n/k.
We merken daarbij op, dat indien twee grootheden geven zijn, die periodiek veranderen volgens de harmonische wet u
u'e1',
y = vtelkt, het gemiddelde voorgesteId wordt door het reeele gedeelte van hat product van dewaarden over de periode 2it/ks
(Lv)
fctvé
«c_
í/ç
ç'y1
-t'r
-IivRCt/-fl
-+-)4'
(vi)e
-V
t,r
(1,26) (1,27) (1,28) 1,30) (1,32)(1,33)
0(4)
(1,29)-8-AR
L°(')
-
e!j(w(vMro)
P.-
Qrr¿YRc45:(2))
-IT
De functie H( Y
17) hangt lineair
af van de aangenomen complexe amplitude, en
van de hoekeneiheden en van de amplitude van de aankomende golven. Zodoend.e
wordt de energie, die per tijdseenheid uitgestraald wordt door de golven,
bepaald door een kwadratische vorm, die van de amplitude afhangt.
2. Overzicht krachten.
In hat voorgaande werd het probleem van het bepalen
van de veroorzaakte vloeistofbeweging herleid tot het bepalen van een
har-nionische funotie p(xyz), die moest voldoen aan de voorwaarden (1,10), (1,11),
(1,12), de liniietvoorwaarde voor de afgeleide van de Í\inctie p(xyz), en die
naar nul moest gaan voor z
Gezien de ingevoerde linearisatie, kan men stellen:
T
(:
.V+I
.L)
(2,1)
waarin
en
2 de vectoriele voorstelling van de projecties op de
desbe-treffende coordinaten q,p2,p
en P4'P5'P6 Op het opperviak van hat
lichaam geldt de randvoorwaardez
(1,37)
-,
-
_.=p,
a -&x
eVII
-z»,
Op het vrije opperviak voor z = O:
u/e.,10
(»I:O).,
,)
Uit bovenstaande analyse volgt, dat voor de cirkel R de functie pm(xyz)
asymptotisch voorgesteld kan worden door de forim.üe:
-
J
V
(R)
.o(i\
(2,4)
2I7I
's)
(2,2)
(2,3)
c(R)]
(1,34)
Eenvoudig ziet men dat B
O(1,55)
Toepassing van de methode vari de stationnaire phase, geef t voor de cirkel R:
cc
oi)
(1,56)
zodoende, overgaande op de limiet voor R -9
, krijgen we:
svr
waarin:
).ffe
{
-
¿ (wiy)s
(2,5)
De functies (xyz)eilCt (m = 1, 2, . . ., 6) bepalen de snelheidspótentiaal
van de vloeistofbeweging, die door het bewegend lichaain vèroorzaakt wordt, waarin de sneiheidsoomponenten dezelfde amplitude hebben; de functie
ichp0xyz)eikt is de snelheidapotentiaal van de opgewekte vloeistofbeweging, voor hat geva]. dat het drijvend lichaam verhinderd wordt golven uit te.
stralen.
De functies 9m(xyz) hangen af van de vorm van het opperviak S en
van de parameter Y. Sen symmetrisch opperviak S bepaalt een..óvereenstèrnniende
symmetrie in de etructuur van de Í'unoties p(xyz), afgezien van de afhanke-lijkheid van de parameter Y
In dit geval stellen we hat opperviak S symmetrisch ten opzichte van
het vlak.xz, waardoor de randvoorwaarde (2,2) geef t:
(\ Jcf\
;
__
--(SJ3,
b ki
'..
/'1'
'
h7,1 -
(
-i;--
4'., 6waarin M en M' ten opziohte van het viak xz symmetrisch gelegen punten van het opperviak S zijn. Uit daze relatie voigt, dat voor de punten van het viak xz, die binnen de vloeistof liggen, de vergelijking geldts
- o (
!,3,)
(x,o,)o
?.,4'., o) (2,7)In de punten die symmetrisch ten opzichte van het v].ak xz zijn gelegen, geldt: y,z)..
(x,y,a)
-., (x,yz)
(, (2,8)Is bovend.ien hat opperviak S symmetrisch ten opzichte van het 'u-lak yz, dan geldt:
(
J(e
v)
(Y)
(sz
(2,9)
L&,
't
X,Y?2)-JV))
(!)5J)
(2,10)waarin Q ön Q' ten opzichte van hot vlak yz symmetrisch gelegen punten van het opperviak S zijn.
waarin
(2,14)
(v.W)+p(o
)-rr
(2,15)
&e
¿x,y3z)
-(2,16)
Beechouwen we de voigende complexe coefficienteni
T
-
?
f
fi
s
(2,11)Ret is duidelijk,.dat deze ooeff'ioienten
afhangen
van de geometrische eigenechap-penvan
het opperviak S en van de in de functie voorkomende parameterY .
De matrix van de 6e orde, die uit deze.coefficienten gevormd kan worden, is symmetrisch, te
weten
Gjm= Gmj.
Daarom vinden wij bij toepassing van def orinu.le
van Green op het gebied dat ugt binnen de opperviakken S + Z (flg.2), de uitdrikking:s+z
Wegens de voorwaarde (2,3) en de asymptotische f orile (2,4) voigt, dat
fl(d
enr
dientengevoige, na overgang op de limiet, geldt:
f$('ed
/c(5o
(2,12)
s
en dit bewijst de symmetrie van de coefficienten matrix Cj.
Indien het viak xy een symmetrieviak
van
het oppervlak S voorste].t, versohillen. van de 21 constanten, die de coefuicienten matrix Cjm bepalen, siechte 12 coeïficientenvan
mU, d.wz. voor j = 1,3,5 en m 2,4,6 Cj O..Indien, bovendien het opperviak yz een symmetrieviak
van
het opperviakvoorsteit, erschiien behaive de diagonaal coeí'ficienten ook nog de coef fi-cienten C15 en C24
van
nul.Voeren we
thans
de analyse uitvan
de hyd.rodynamisohe krachten, dieop het bewegend lichaam werken.
Geven we met F de vector aaxi van de hydrodynamische krachten, die op het opperviak S werken, en met M hot moment van de krachten ten opzichte van de ooreprong
van
het coordinatensysteem, dan geldt de formale:ÇJ(Po)6
t1
-
ff(-fro)
4ui
cS
(213)
5
5
Berekenen we doze krachtén onder de
aariname
van grootheden van de eerate orde,Substitutie
van
(2,15) in (2,13) geeft:(2,17)
Hierin stellen de letters Fd en Md de
hyd.rod.ynamische
kracht en moment voor, die de bewegingen van het lichaam vèroorzaken.N0
ikJJ(v*
4)4
oL (2,18)s
de letters Fg en Mg de kracht en moment, van de trillingsopwekkende kracht.
en tenslotte geven de letters F5 en M de hydrostatische kracht en moment aan,
die de zogenaamde hersteilende krachten vormeri:
.
Ç-f
z,xn)oLS
(2,20)Gebriikmakend van de notatie (2,11), vinden we voor de hydrodynamische krachten
en momenten: 5
(t
en dempende krachten: :(Ç)
-(AbM-;- ¿
r
&M
T
, (41 11M
swaarin
Fdl, Fd2, Fd3 en Md4,Md,
Md6 de projeoties van de vector van de hydrodynamische krachten en momenten van die kraohten voorstellen, en U =uet.
Op deze wijze
kan
men de hydrodynamische krachten scheiden in traag-heidskrachten.Uil
vj
WI.41-)
M Uilié
(2,21) 2,22) (2,23) 2,24)U)
Iiq.: /J?,3
Voor de projecties van de
opwekkende kraht en moment voeren we de
notatie in:
F»
£
(2,25)
waarin S0 het oppervlak van de waterlijn, D = deplacement,
= complexe
coefficient, die afhangt van de geometrische eigenschappen van het drijvende lichaam en van de parameter Y
Berekenen we eerst de hydrostatische kracht en het moment van deze
kracht. Du.iden we met de verticale verplaatsing van het pant O aan, en met ) en '
de hoekverdraaiing van het liohaam rond de assen z en y, zodat
ak
(43
i
a
¿1
(2,26)In de gemaakte veronderste].ling
werken de hydrostatische krachten in verticale richting naar boyen, als ondersteunende krachten, aangrijpend in het drukkings-. pznt bet lichaam en de uitwendige
krachten tegenwerkend. Voor een lichaarn dat beweegt met 6 graden van vrijheid bepalen siechte d.rie
vrijheidsgraden
3 ,
en 'P de waarde van deondersteunende krachten en momenten. Houden we hier rekening mee, dan verkrijgt men voor de projecties van de hydrostatische krachten en
momenten:
F:
2z0
(2,27)Nsq
Yc-5D. 1Çy,cS
$0M,5
50 (2,28)waarin xo,Yc,Zc de coordinaten van bet dru.kkingepu.nt in de
betrokken toestand,
en
i.)y-/
de totale verticale verplaatajng van een element
van
bet wateriijnopperv1a,Berekening van de
integralen
it (2,27) en (2,28) geeft:
2,29)
ri4
D-p
(2,30)D¼
t.j-P 'M'
-
(ç:
"Iyc:
1'
Hierin zijn x0 en y0 de coordinaten van bet
zwaartepunt van het
water].ijn-oppervlak, en J,J1 en I de traagheidsmomenten van dit opperviak.
0m de beweg?.ngsvergelijkjngen
van
het bewegende echip op te stellen, moeten de coefficienten /(J.,
voor de veranellingakrachten, die op het lichaam Werken, en die de rol van toegevoegde massa en traagheidamoment spelen,
bepaald worden, en z, evenale de constanten die de dempingscoeffjcjen_. én voorstellen. Men kan daarom de coefficjenten /11,,toegevoegde massa
:0
voov_ =4-
13
-noemen, gebaraliserend een b6grip uit beachoawingen voor een oneindige
vloeistof.
Zoals-in hetvoorgaande reeds is gezegd, hangen de coefficienten
en
af van de geometrische eigenschappen van het lichaam en de
waarde van
.In bet limiet geval V =
,d.w.z. een hoogfrequent trillend
drijvend lichaam, geeft de randvoorwaarde (2,3) voor de funçtie p
voov_
z:o
(2,32)
De rand.voorwaard.e (2,23) is de gebriikelijke randvoorwaarde voor de
sneiheids-poteritiaal van de vloeistofbeweging in de theorie van een lichaam, dat op bet
watoroppervlak alaat
C71 .Deze voorwaarde drtikt de elgenachap uit van de
gewichtsloosheid. van de vloeistof, d.w.z. in dat geva]. is in verhonding tot
de traagheidskrachten van een vloeistofdee].tje het vloeistofgewicht te
ver-waarlozen.
Op grond van de randvoorwaarde (2,32) kan men de functie q
voort-zetten in de boyen haifruimte, waardoor mende harmonische functie p
kan
bepalen voor de gehele ruimte buiten het opperviak S + S, waarin het
opper-viak S bet spiegelbeeld van het opperopper-viak S voorstelt in de bovenhaifruimte.
Uit.de voorwaarden (2,2) en (2,32) voigt, dat de toegevoegde massa,
betrokken op de verticale bewegingarichting van het lichaam, gelijk is aan
de helft van de toegevoegd.e massa's_van het dubbele lichaani, dat
voorge-steld wordt door het opperviak S + S en bewegend in oneindige vloeistof, en
de toegevoegde messa, betrokken op de horizontale bewegingsrichting van het
lichaam is gelijk aari de helft van de toegevoegde massa, afgeleid voor een
lichaam, dat in oneindige vloeistof beweegt.
In het andere limietgeva]. .
V
= o, d.w.z. laagfrequente trilhingen
van het drijvend lichasm, krijgt de voorwaarde (2,3) voor de functie
Pm(xyz) een enlgszins ander aspect, en wordt
Voorwaarde (2,35) drukt uit bet geval van een extreem zware vioeistof. In
dit geval is de vloeistof ultrazwaar. Het vrije opperviak wordt voorgesteld.
door een onbeweeglijk starre pleat.
Indien op grond van de voorwaarde (2,34) de functie pm(xyz)
voort-gezet word.t in het bovenhaifruim, verkrijgen we, evenals het voorgaande
geval, de stroming in een oneind.ige vloeistof rond een dubbel hichaain,
bepaald door het opperviak S + S. Voor dé toegevoegde massa,
corresponde-rende met een horizontale beweging van hichaam, krijgen we de halve waarde
vari de correspond.erende toegevoegde massa van het dubbel lichaam, en de
toegevoegde messa, oorresponderend.e met een verticale beweging van bet
lichaam, is gehijk aen de halve waarde van de overeenkom.stige toegevoegde
massa yoòr een dubbel opgebaawd liohaam, dat een tegengesteld teken voor de
verticale. resulterend.e sneiheid bezit.
(2, 54)
en dan bedraagt de waarde van de coefficient Cjm:
-P
L.,De dempingadbeffcienten zijn voor V
o enV
gelijk a nul.Dit betekent, dat in die gevallen de hydrodynamische krachten, die 'aoor
de
beweging optreden, zich uitsluitend beperken tot traagheidskrachten. ToorV i(
O en '' i( is het voortdurend verbruik van energie doorhetbe-wegend liohaain in de vorm van uitstralend.e golven, afhankelijk van de vloeistofweerstand., die werkt op bet liohaam.
Uitgaande van energiebesohouwingen, drukken we.de dempingecoefficient uit in de energie, die door de golven uitgestraald wordt per tijdseenheid,
Stel E- de mechanische energie, d.w.z. de kinetisohe en potentiele energie van eenvloeistofdeeltje, beperkt tot bet oppervlak S + E (fig. 2). Dan erergiebeschouwingen toepassend op een vloeistofelementje, krijgen we:
--r-
P.V -r'i.-fl -(.1
(2,35)
waarin i- de energie, die door de golven weggevoerd wordt door het opperviak E per tijdseenheid.
De totale energie E van een vloeiatofdeeltJe voor sen aligerende be-weging, is sen periodieke funotie van de tijd, zodat de gemiddelde waarde van
dE 2i . .
over eau trillingeperiode j- gelijk aan nu]. is. Hiervan gebruikmakend en
d.aarna in de liiniet overgaand voor R en
h0-°
(fig.2), verkrijgen we:(F.Vr't.fL)
cP
waarin de gedefinieerde formule (1,37).
Men ziet eenvoudig, dat de arbeid van de traagheidskrachten over een trillingsperiode gelijk aan nul is. Op gelijke wijze kan men dit voor de formules (2,26) en (2,29) - (2,31) verkrijgen, zodat de arbeid van de
hydrostátische krachten over een trillingaperiode eveneens gelijk aan nul is. Dus men krijgt:
Aandacht schenkend aan (1,30) en de uitdrukking voor de dempende en de opwekkende krachten verkrijgen we:
À\qezA
'I
_!?o
.e112 2
Stellen we
(L
de phaseverachuiving tussen de opwekkende krachten en de corresponderende snelheden, dan kan de voorgaandè ver.gelijking gesohreven worden alaN904
2A(L4t-
"LP&i.)
-.3
t?
S,Z\\1c (45)
-
\i,Uu,,I
5)h
(2,36) (2,37) (2,38) (2,39)Hieruit vinden we onxniddellijk eon formule
voor
rim voor iedere n en in:
15
-i -ind-ien n
in2 indien n =
inDe functie H( V,l):), die de opgewekte vloeìatofbeweging bepaalt, wordt
lineajr uitgedrukt in de functies H,
V,1) ):
6
J
U
(2,40)
(2,41)
(2,42)
2,43)
Si
Uit dynamische evenwicht voor de trilling Voigt, dat
de sneiheid U
evenredig is niet de amplitude li. Gebniikmakencl van doze betrekking, tesamen
met de energievergeiijkjng (2,39), kan men in een bepaald geval een schatting
maken over de grootte van de opwekkende kraoht.
3. Langeecheepse beweingen Van het schip.
Stellen we oria een sohip voor, 4at nitaluitend verticale
bewegingen
uitvoert op de golven. Ter vereenvoud.iging nomon we aan, dat het schip
syminetr5,soh is ten opzichte van het grootapant
en veronderstellen dat het
gewichtezwaartepiint zich bevindt in dit symmetrievlak, zod.at in
evenwichte-toestand geen alegZij optreedt.
\Terder kiezen we een coordinaten systeem
als voigt: Laat het viak Oxz
sarnenvallen met het diametraal viak, en het viak Oyz valt samen met het
grootspant. In dat geval versohillen
van de complexe coefficienten
1\
(voor n ( in) alleen C15
en 024 van rzui
Stel
de onbekende verticale uitw'ijking van het gewichtszwaarte_
punt van het lichaam, en Y de hoekverdraaiing
van hot bewegend lichaaxn rond
het gewichtazwaartepu.nt, Voor de domp en stampbeweging van bet schip
geldt dan:
U: U(j
¿4=o
(3,1)
waarin a
de afstand tuasen het zwaartepunt
en de ooraprong van het
coordina-tensysteem; in dit geval ugt het punt O recht boyen
hot zwaartepunt,
De formule voor de hydrodynamische krachten
geef t de volgendo
verge-li jkingen:
F
/\ */tté\ '#\a
't
"
d&J
'Sdk
s.(3,2)
Daarom voigt nit aubotitutie in (1,37):
t IT
=
q(r
1n het bijzondervoor n
in geldt:
-A c
-(393)
3,4)
(3,5)
Het moment van de hydrodynamische krachten rond een as door het gewichte-zwaartepunt wordt gegeven door de formule:
i'i;
.::..Iv1cty*a:vf_
waarin1y
L(5.t
f-a1L4,,)
dJ
(3,6)
-'l5S
2aA,
+ctr',)
Voor de hydrostatische krachten verkrijgt men met behuip van de formules
(2,29) - (2,31):
'9;
i(3,7)
waarin I* is het moment van de hydrostatische kracht rond een as door het gewichtswaartepunt, en h - de langemetacenterhoogte
1l-(3,8)
en a- de afetanci tussen het gewichtszwaartepunt en het drukkingspunt. De differentiaalvergelijking voor de langeecheepse scheepebeweging
wordt dus:
peck
(3,9)4
(4
* 2&/\ , --c\
)
(3,10)
17
-w-aarin I het traagheidsmoment van hot schip voorsteit, en f en F de complexe
coefficienten van de opwekkende krachten.
Uit de vergelijkingen (3,9)
en (3,10)
kunnen we de stamp endompbewe-gingen afleid.en: waarin
çkv
4crtLvLi Fe'
(4/455- 21U,*
'\
We merken verder op, dat een berekening van de resonantie, door de bepaling van de maximale amplitudo van de bewegingen en en de frequentie,
waarbij resonantié optreedt, eon ingewikkeld onderzoek vormt, zodat we voor de resonantie berekening een eenvoudig harmonisch geval nemen met 44n graad
vari vrîjheid.
Thans interesseren we ono echter alleen voor de bepaling van de dem-pingscoefficient voor verticale bewegirig. Bij toepassing van de forniles (2,42) en (2,43) verkrijgen we
-s-FT
H5(v,)).i-a H1(v,)c
i\en A,1.,
Hierait voigt dat voor het bepalen van de coefficienten moeten maken van de functies:
-.5
waarin Pm moet voldoen aan de volgende randvoorwaarden: op bet oppervlak van het schip geldt de raridvoorwaarde
- - - ) (4)
Z'1
we gebruik
en op het vrije v]oeistof geldt de voorwaard.e voor constante druk:
(3,16)
Voor kleine
Y
kan xnezì op het vrije opperviak deze voorwaarde veranderen inde voorwaarde
a)-Hierop gebaseerd kan men voor de functies H(v)12)benaderde vergelijkingen geven, die nauwkeurig zijn tot en met de orde V.
(3,11)
(3,12)
(3,13)
3,14)
,2
J.pkY)0
-.- (
(3,17)oh')
(3,18)L -P
tQ(v
(3,19)
e ewaarin
b degrootte van
de indornpelingvan
hetdrukkingspu.nt,
en-/J,, , /4' ende toegevoegde
massa van
hetschip
voor kleine waardevan
de parameter Y v.Gebruikmakendvanformuie (3,13) vinden
we een benaderde itdrukking voor de dempingacoefficient:!?k[t2T(77)]
+Ak[i
:'°I
+o(
pLy
PJ.y
J waarin - verticale voiheiclacoefficient,zodat D =
pT%
, waarin T de d.iepgang.*
a =
-
a afstand tussen zwa.artepunt. an dru.kkingspunt, en voorgesteld wordt door de relatie O
--De toegevoegde massa's ,U,,en
/1,
zijn bijzönder klein, in verband met de geringe breedtevan
het achip ten opzicevan
de lengte. Rekerìing houdendmet het feit, datde grootheid
vI.
in.practische g vallen klein is, kan de formule voorde
denipingscoèfficienten en geschreven worden:z
T2/
ob
..Ly
I
Hierin betekerit de golvende lijn boyen de letter, dat de formulé geldt voor
grote
langte !an de golven, die het soup treffen (kleine trìllingsfrequentje).Op deze wize
kan
men voor een schip met constantelengte
en breedtevoor verachillende voiheden en traagheidamonenten
van
de lastlijn de dempings-coefficienten berekenen voor de verticale bewegingvan
het.schip.
Ne rekenen de dernpingscoefuicienten uit voor een Michell-schip. Stel = f(x2) - .het oppervlk
van
het schip. Voor een Michell schip is de breedte klein tenopzichte van
de lengte en dediepgang
en maakt de raaklinin
elk punt van
het o1pervlak een kleine hoek met het xz-vlak, d.w.z. de afgeleiden en zijn klein, zodat de randvoorwaarde (3,15)wordtc
-(3,20)
(3,21)
(3,22)a-
___,'--
-
(323)
Z:»
Deze.voorwaarde geldt vervolgens voor
y
= O op het diametraalvlak,waarvan de normaal samenvalt met de positieve en negatieve y-as. Uit de voorwaarde (3,23) voigt, dat de afgeleide (m = 1,3,5) ononderbroken doorgaat door hei-19-diarnetraalvlak, en, dientengevolge, is de functie pm(xyz) juist continue op deze overgang. Hiermede rekening houdend, en met de opperviakte integraal
in f orunile (3,14) over het dianietraal. viak, wordt
SII
Y(-fL)(L))
L41
c,.S
s,
waarin S'- diametraal. viak vari het schip.
Voor eeri verdere berekening van defuncties
'Mstenen
we het diametraalvlak reclithoekig van vorm, en geven we het scheepsopperviak in de vorm y.:-waarin B - de breed de waterlijn voor, Berekenen we vervol formule (3,24): -BL.
waar.in
L-aL
is de scheepsiengte.en 0<.. = waterlijn coefficient.
Voor de dempingscoeffioient ge].dt dus de volgende formule waarin
te van het schip.
In
deze formule stelt yl(x) = BX(x)en y2(z) = jBZ(z) het grootspant.
gens de functie b1(v,t)). Substitueren we (3,25) in
K?(I") P(3.)
Ç)(&')
(4,)XatX
waarin
\-de
dempingacoefficienten en
A
-
coefficienten voor korte golven, metIP2()o)
voor lange golven, die op het lichaam werken,
o
De grootheid
I2-»(--T
stelt voor de welbekende correctie coefficient in de theorie vari de scheeps-.
-Voor een numerieke berekening etellen we het grootepant voor door een funotie (vgl. fig.
3)
t-X-
(3,32)
Substitueer (3,32) in (3,27), en dit geeft:
'e
-Tz
Na integratie vinden we de recurrente relatie
-,-tT
't'-vT
-Voor 1 , d.w.z. voor , krijgt raeì:
()(337)
L
z) 21
2waarin (u) - de fout integraal (Irampa functie)
I
-e
2 Ç
(?)
(3,38)
o
Voor n =. i, d.w.z. voor , geeft het resultaat
(3,39)
Met behuip van de recurrente betrekking (3,36), kan en
de
waarde van:;.de functie berekerien voor positieve hele getallen n, en voor breuken, die vaiS n de waarde 1/2 verschilleri.
Voor kleine waarden van , kan sien de uitdnikking
benaderen door de relatie
-TT( J_T
Iii fig. 3 is de uitdru.kking <z - weergegeven .voor verachillende
waarden van de verticale
volheid.scoeTicient.
(3,40)
(3,33),
waarin(3, 34)
(3,35)
Ji(3,36)
AangezienÇ2ccz-
Y
-m
Men ziet hieruit, dat blj vermindering van de verticale voiheidacoefficient de waarde van K toeneemt. Dit betek-ent, dat bij verscherpen van de spant-vorm een versterkt dempen van de verticale béweging ontwikkeld wordt.
Voor een berekening van de coefficient K; , die afhangt vari de verhouding L/è en vari de waterlijn coefficient, stelt men de waterlijn voor door de vorm
voor 1/2 <'< 2/3
voor 2/3 <p' < 1: .- -(ir,
W)- C) M
-
'1 GØ) 1- (.47)141-
21 -Si. r 0,64FIC
In fig. 4 zijn de waterlijnkrornmen weergegeven voor verschillande
voiheden , daarin de overgang tot uitdrukking brengend vari de sinusoidale
waterlijnen op parabolische,
- Voor het .geval er een cylindrisch
middengedeelte van het schip is,
kan de waterlinweergegeven worden door
{.- n
(om Tr)(34.1)
)
voor
O(x<Ç
Voor(3,43)
0.5 2.
6
zod.at we krijgen:
v,i7)=
2LÇz)l(Yxcd1)
- - - -
pavabo1SChC vorm
-j--.
re
Ln9e vorm
Bij eeli analyse van de berekening kan men
vaststellen dat voor ß = Ode
coefficient K3 langzaam toeneenit, indien
groter wordt. Beginnende met een
waarde voor het cylindrisch gedeelte van
0,4, wordt de irivoed van de
vorm van het voor en achterschip op de coefficient
Kgeringer.
We gaan nu over tot sen berekening van de dempir1gscoefficient.
We voeren de notatiein:
4(-v,i))
t
? -11(v)O)
-i t(o(-,_
(3,45)
(3, 4)
De volheidscoefficieflt Q( wordt gegeven
door:
w
(3,44)
l+b'
Gebraikmakend van het analytisch karakter van bovengaande waterlijn
formule, ktuinen we gemakkelijk functie p(g.) berekenen, waarna de numerieke
waarde van de coefficient
t(.bepaald kan worden, en zodoende de fìuictie
voor versehilleride waarden van
de voiheidecoefficient
en lengte van
het cyliridrische ged.eelte (p), voorgesteld in fig0
5en fig.
6.
23
-Gebruikmakend van de vooratelling (3,25), krijgen weg
[i
()
R
(()Z ÇX&)ix
¶(
(3
Çxxx
(v
waarin
de grootheid ' wordt voorgesteld door een zekere functievan devolheidscoefficient oc
(3,49)
en de grootheid t) is een lineaire functie van K2(
I)
die afhangt van derelatieve plaate van ìet zwaartepunt van het schip:
1---6'vTt
TSVT__I)
(3,50)
i'a toepassing van vergeli3king (3,47) en forx1e (3,13) verkrijgen we:
1
o#=
(3,51)waarin
de weerstandecoefficient voorstelt, gedeuinieerd voor lange golvenvoor het geval het zwaartepunt samenvalt met het dii.ikkingspunt (a
= o),
enwordt voorgesteld door de for1e
ir12
fR)2oL7
V:
.T1Zç,
+K2I')KJ
(3,52)
De functies eri icinnen voor de waterlijnen, die door (3,41), (3,42) en
(,.43) gegeven zijn, op elementaire wijze berekend worden.
Voor de berekening van de grootheid
L(,
stellen we deze in de. gedaarte (3,47)(3,48)
waarin K en K%L vooreste1d door functies, die van de lengte L/
eri de waterlijncoeffioient o( afhangen:
.
2è2
f
R(
In practiach voorkomende gevallen, is de grootheid TA klein en ugt in de
buurt vari 0,04 - 0,1, zodat men voor bij benadering de formule kan gebruiken:
-z&(2-(vT)2
(3, ) ( çz'I,
()
Indien we bij de schatting van de coefficienten en meest voorkoinénde
waarden van L4en c
namen, door
L/,\ = i enoÇ = 0,8,
dan = 0,0290,K,#= 0, 1900.
-Gebruiken we deze waarden,
dan
kunnen we in formule(3,53)
wegens dekleine-grootheden , en I de tweede en derde component
verwaarlozen. In dat
gavai wordt de dempingecoefficient ) bepaald door de formule
In fig. 7 en 8 zijn de grootheden K. uitgezet voor
verschil].ende.
waarden vail de coefficient . , en een cylindrisch middenschip ter grootte 3.ij toenanie van
de lengteparameter L/\ neemt de coefficient kt betrekkelijk enel af meer dan de coefficient7O
-
_L(P
z-
25-IL Beweging van een varend schi? in golven.
4 Grond.vergelijkingen.
In hot voorgaande hebben we de therie van de langsecheepse beweging van een schip in golven afgeleid zonder de sneiheid van het schip in
aanmer-king te nernen.
Voor een bewegend. schip in golven, is de horizontale sneiheid van het scheepszwaartepunt niet constant, en de trilling vmndt plaats rond een zekere gemiddelde (A. dat we de scheepssnelheid noenaen.
Voor de bestud.ering van dé bewegingen van hot bewegend lichaam in golven gebruiken we een bewegend coordinaten systeem Oxyz, dat we laten bewegen met de geimiddlde horizontale snelheid u.. We nemen het viak Oxy
horizontaal, en laten het eamenvallen met het oorspronkelijkongestoorde vloeistofoppervlak, waarbij x in de richting van de sneiheid , en de
as ! verticaal naar boyen.
Voor de bepaling van de vloeistofbeweging, maken we, evenals in het voorgaande, gébruik van de lineaire theorie van de go1ven
-Voor de snelheidspotentiaal '°(xyzt) voôr de absolute beweging van de als zwaar verondersteide vloeistof gelden de volgende voorwaarden.
Op bet .oppervlak van het bewegend lichaam geldt;
v1, w. c.&vvc) op
S
:(41)
waarin. + normaal component van de sneiheid van'
een willekeurig punt'axi het opperviak S, en
V, (M,t)
de normaalcompo-nent iran de add.itionele sneiheid, die veroorzaakt wordt door de tril1inger
van het lichaam.
Voor een beweging met 6 graden van vrijheid geldt:
vLM,)
V.h#flx
o-(k0).-
(4,2)
waarin V = de snelheidsvector van het zwaartepunt
van het
bewegendschip,
r3 radiusvector van het punt
N
, en r0 = OC = de vectoriele afstand van bet zwaartepunt ten opzichte van de oorsprong van het coordinaten systeem en-ft = ho&sneiheidsvector.Op bet vrije vloeistofoppervlak z = O geldt de gelineariseerde voor-waa±de voor constante druk
--:
' (4,3)Eierth etelt de afgeleide naar de tijd voor het onbeweeglijke
'coordinaten systeem voor.
Indien betekent de afgeleide naar de tijd, in de veronderstelling dat de functie een functie is van de' tijd en de coordinaten van de punten van het bewegend coordinaten systeem, verkrijgen we
(4,4)
Daarom wordt (4,4) voor een bewegend 000rdinateñ systeem
en aangezien . = constant:
2Lc.
jj°2
¿
°=o
yoor
o¿»Z
7
2De 3nelheidspotentiaal °(.xyzt) kan voorgesteld. worder in de vorm:
4°&yze)r
ç4waarin 4'0(xyz) de snelheidspotentiaal, die overeenkomt met de eenparige vloei3tofbeweging onder de invloed van een met de constante sneiheid
bewegend gefixeerd opperviak van het schip, d.e fu.nctie xyzt) 8telt de snelheid.spotentiaal voor van de ophet achip stotende golven, terwiji de
functie (xyzt) de snelheidspotentiaal is van de door de golven verstoorde
vloeistofbeweging.
In dit onderzoek beperken we ons echter tot het bepalen van de snelheidspotentiaal (xyzt), die moet voldoen aan de randvoorwaarden
vO'i,&)
0105
.fr7
2 ¿..
.-
q
._r
O¿»
De snelheidspotentiaal 7(xyzt) ten opzichte van een vast coordinaten
systeern, wordt gegeven in for.ruule (1,6):
c1Lch
k*vtí
waarin X,:Xf'(.. - abscj
van
het onbeweeglijk coordinaten systeern.Daarom word.t de sr.elheidspotentlaa]. '(xyzt) ten opzichte
van
het bewegendcoordinaten systeern
¿- 1(i¿.1
vCx
'çi y.,
e .
(.4,10)
waarin
k,
= de schijnbare frequentie van de beweging van de vloeistofdeeltjes, weergegeven door de f ornle¡Ç: k
vt.Y?f:
k1iZ0)
;z
'Vij bekijken het geval dat het lichaam een gedwongen beweging uitvoert, waarbij de vrije trillingen gedempt zijn:
v&'1) e
Daarom stellen we de veroorzaakte vloeistofbeweglng voor door:
z'yth)=
'z)e
(4,13)
en (4,9) schrijven we de randvoorwaardens
Voor het bepalen van de. harmonische í\inctie q(xyz) met behuip van (4,8)
-(4,14)ck
Ç
?-21T
'tei-L
ro
Oz
ax
V00fr -i £ ...)(4,12)
(4,11)
(4,15)(4,6)
(4,7)
(4,8)
(4,9)
wearin
Z::
(.Lk
- r,(I1L r0
C4Z)E)z
.:
/ t i,
(45?')
2
bovendien moetaan de limietvoorwaarde voor de afgeleide van Í'urictie ç voldaan
worden in het beschouwde vloeistofgebied, en moet deze naar nul gaan voor
Ter eliminatie van de oxthepaaldheid in de opiossing van het probleeni,
voeren we fictieve dissipatieve kracht in - /.h'V0, evenredig met sneiheid
van een deeltje, waarin
/4.'
een positieve coefficient voorstelt, die in het
eindresultaat nul wordt.
-Plierrnee rekening houdend. wordt de randvoorwaarde (1.,6) thans:
ç
vOor
o
en de voorwaarde (4,15) voor de functie p krijgt nu de gedaante
-
7_'(_
!_
voor
o
If
(4 18)
/ -Iwaarin
z4
Aan de voorwaarde (4,18) kan niet voldaan worden door een harmonische
functie, die beperkt is tot de onderhalfruiinte, d.w.z. deaanwezigheid van de
dissipatieve kracht .zondert de mogelijkheid uit vari het optreden van een vrij
gaifsysteern.
5. Algemene formules.
We beschouwen eerst een eenvoudigér probleem. En wel, geplaatst in een
punt
Û1 (t,i7,V,
van de onderhaifruirute bevindt zich een pulserende hron-raet
bronsterkte
'¿c
, die zich beweeg met een constante sneiheid
u.
Desnelheidspotentiaal
ÇL'y
i,)e'«'
,die overeenkomt met de veroorzaakte
vloeistofbeweging, kan geschreven worden in de vorm
Ç.:
;._ ;'
.1p- Ç,1Xy?)
waarin r en r' overeenkômen met (1,14) en
4
een in de onderhaifruimte
harmonische functie.
Aangeziexi
¿)
,
2) t .z)"
I
-
r- -
- - . -
voov
Z 't
'
¿ix"
4
»c"'
(5,2)
wordt de voorwaarde z = O, voor de bepaling van de harmonische functie
i'
2r'.(,_ij3) £i' '2(i_2/J3)Ç,
c)x?
2V,
-,Maar aangezien voor beide boyen opgesohreven gedeeltes de ?iinoties, die
har-monisch zijn voor iedere onderhaifruimte, aan elkaar gelijk zijn, zijn de
-
27
-(4,17)
fukcties voor beide onderhalí'ruirntên geldig.
0m aan vergelijking (5,3) te voldoen, maken we gebruik van de voorstelling ! *(?(-%
c,'Ot--a
a die geldig is devoor . Het is duidelijk, dat de functie
A
_)y)c,-)
,ìí
(
/\
_)
-'7 ()
sen harmonische functie voorstelt, die voldoet aan vergelijking
(5,3)0
Opdat in het eindresultaat de grootheid naar nul kan gaan, mosten we onderzoeken welke singu.lariteiten de noemer vande uitd.rukking (5,5) bezit.Ret is duidelijk, dat deze singulariteit gegeven wordt door de ver-gelijking
t?À?cd,z) -
T(i-J)i)i-i3
A .Oplossing van daze vergelijking geeft
¡j-
zr(i-J)
Cs)t)t [I*ijT7r([3cP1) -T3'i)
2T2
.(5,7)
Voor 3 = O worden de wortels van de vergelijking (5,6) van eenvoudiger vorm
Voor een nader onderzoek gelegen, en bepaald door
Voor alle andere waarden Onderzoeken we nu waarden van , die aan
1u'. ak,13 dan is:
/12Tcd-,'?t)± tH-'jTc(i2)'
J
2T2c4511)
we in de grootheid
i2t7
in het interval (0,n/ )de formules: î-
o
I(i
4cm_L
voor
'SIT) -voo r-(5,4) (5,6) (5,8) (5,9)Dan blijkt eenvoudig, dat de wortels
A,
en reeel en positief zijn voor waarde t) , die bepaald wordt door de ongelijkheidR <cr-i)0
1.100rcc) k)
L)
voov
(5,10)van
t)
in het interval(it
+it)
zijn de wortels complex. de waarden van de wortels \,'enA'
. Beechouwen we de de ongelijkheid (5,10) voldoen, en kleine waarden-A
-
C 2 CC?1)V
if7t'7ì)
5,5)
i (5,11)Hieruit voigt,
afhangt van
dewaarde
van
de grootheid-frequentie k, ,
maar
waarin
dat de waarde voor het imaginaire gedeelte van de grootheid
A,
van cos
z)
, en dat de waardevan
het imaginaire gedeelteafliangt van
Y,
dw.z.
van
dewaard.e
van de schijnbare niet afhankelijk is van de grootheid )Daaroni wordt voor kleine
:
1fI.,Ly):
J(&'-A21)(A-A,')
7)
-ir-i?,
til
-IrTJ
F2 (uiz) -
-(c\,'Aa')(/\t\
) ci-h A,-
s e"))
S ff., A2 . -4ffr1
T(5,12)
We sobri jven nu voor de functie G,, die voor ) O voorgesteld wordt
in de vorm:
4,:
éúcy
y-)+ F,Óy).
(5,13)
2(t))
'>I,2 (L)-t.lT)
-
29 --L).
(5,14)(5,15)
(5,16)
(5,17)Ret is duideiijk,.dat in de lirniet voor
/-
',
die naar nul'gaat, we voorde waarden vari O , die gegeven zijn door de ongelijkheid (5,10), de integratie-weg
naar
in de formules voor de fu.ncties F enF
moeten wijzigen in áen kronlijnig,opdat we op een geschikte wijze de singuliere punten A,.eni\
,'die
op de reeele as zijn gelegen,
ku.nnen
vermijden.Deze overgang volledig invoerend. verkrijgen we
iLT (
i /
A(7*f-L) ¡(i\e
WI
-
/
(ì-i\,)\t.i«»t' _)
I
(i\7,)
J$'iT«Ii7
(L,)
-w
io
4ff-l2
Ç°1
)
(LZ)
(AA)Vt-jras7
-fl-t1.74) O (5,18)(5,19)
t,
/
t?)
(1\-X1) (A-V1')
-v.z+
;(R-O
-
30-en
dan
wordt de funotievan
de gedaante-.OE
i.r
zAe
/k
' -f
f
J
f
/\
...,- o (t,)-ir
(L1) z 2Uit de onderzoekingen van Eavelock, Hogner 18) en
[9],
en andere onderzoekers is bekend, dat de voornaamate golfverstoring van de vloeistof beperkt blijft(5,20)
()
.,\
I,? ¿)T)
waarin de contour L1 de punten
A
O enA = °Q
verbindt en hat singulierepunt
s
= A.
, vermijdtlange
de bovenkant, de contour t., dezelfde puntenverbirìd.t, het singuliere
pant
À= A,
vermijdend lange de onderzijde, en decontour LL bet punt
A = A.
vermijdt langs de bovenzljde.In deze en de volgende waarden voor de integraal, Lnoet de verlegging
van
de integratieweg oevat worden als aen limietuitdrukking, behalve voorhet ïnterval (
t2,, t-o
).
Analoog bepaalt men de einduitdrakking voor de functie c, indien Bij een fundamentele afleiding
van
de formale voor de functieÇ
kan
men het asymptotlsohe kar.ktervan
de vloeistofbeweging bestuderen.Bekijken we hat gavai
van
kleiner
, weergegeven door de ongelijk-heid -( ( ,dan
vinden we vervolgens de asymptotische formaleR
+. O()(521)
waarin het bovenste teken overeenkomt met een positieve waarde T, en het
onderste teken met een negatieve waarde,
xR,yR)
1 - poolcoordinaten, d.w.z.Uit de gedante
van
bovenataande voigt, dat voor kleine - op hetvrije thppervlak de .go].ven een golfeysteem voorstellen, dat alzijdig wordt uitgezonden door een piilserende bron.
Inhet bijzonder voor
r0o.,
d,w.z. voor een stilstaande puiserende bron, wordt bet eindresuitaat(5,22)
waarin het bovenst taken overeenkonit met een positieve
k
, en hat onderste met een negatieve k.In het andere limietgeval voor het bepalen
van
de vloeistofbewegingonder invloed.
van
een bron met constante intensiteit, hebben de wortelsA1,
*
i,T1T2
31
-op sen cirkel R tot een kleine hoek, ter grootte 58°56'. De vloeistofbeweging binnen de kleine hoek op een cirkel R, kan ontbonden worden in twee golf-systemen (transversale en uitwa.aiend), in het geval vaneen bewegende bron.
In het geval van een pulsereride, bewegende bron kan wegens het asyinptotische 1akter de vloeistofbeweging ontbonden worden in twee inter-ferende golfsystemen, van sen enigszins algemener type, dan de golven, die in het speciale geval.bekeken werden.
Nemen we op he.%oervlak Seen stel pulserende bronnen aan, ter
sterkte '
, dazi vind.en we voor de flinctie p(xyz), wa.aru.it
de oploseing van het gestelde probleem gevonden kan wordens
tevz)
-
Jfqc(s
(25)
s
Definieren we de uitdrukking
*
FF
(5,26)
en veranderen we de integratie volgorde:
L
\aS
+
'fir
))
'L'L'/
H (A,'.))
dz.2d,t p'
i i)
()
A-A,)
V,*r2
IT4(
\
(?L-y17j
HA,
¿? )
)
-AAt1))
I7z('l-'\ì)
V
i*iafli2
°'
?-Ly")
/-7Ç(A,z))
¿-
) ()'
(5,27)
5Jxvz)
°
6.
gpen en stampen van een schip, dat vaart in eau golfve].d9In het volgende interes8eren we one alleen voor hat dampen en stampen
van eau.
schip, wanneer hetvaart
in een golfveld. We nemen daartoe in hetvervoig een coordinatenaysteem,
waarvanhat viak Oxz samenvalt met het
d.iametraal viak
vanhet schip en
waarvande
oorsprongugt in het
zwaarte-pant vande waterlijn.
Gayen
we met
Ve..de verticale sneiheid
van hetscheeps-¡I
zwaartepunt aan, en mét de
hoekeneiheid, d.& word.t de
randvoorwaarde voor de functie p(xyz)
:VLÖ) &1l) t
w4L2_20')
Cø)Ú) _(-0)w,(i-cck
¿;1-s'
(6,
i)waarin = a* - de coordinaaat van het soheepszwaartepunt.
De functie p(xyz) kan men in de volgende gedaante weergeven:
(6,2),
waarin
de functie p1, P2 en p0 op het scheepsopperviak S moeten voidoen aan'de voorwaarden
!
-co,Lblz);
-L3Dii
Dii,
1De fancties Pi en P2 bepalen de vloeistofbeweging, die veroorzaakt wordt
door het bewegen vari hat schip, terwiji de furicties p0 en p de vloeistof-beweging voorstellen, die voigt uit de vloeistof-beweging van het vastgehouden schip over het golvende vloeistofoppervlak. leder van deze functies kan
voorge-steld worder. door de reeds bepaalde functies (5,27).
Voor het bepalen
van
de stamp- en dompbeweging, is het noodzakelijk de verticale component van de d.rukkrachtevector te berekenen, die op het schip werkt, en het moment van daze kracht rond eau' horizontale as, doorhet gewichtszwaartepu.nt
-M
*
L p-jo)
(-o)
*DCfr) - £'o-jao-5
Rekening houdend met de formales (4,7)
en (6,2),
kan men sohrijvenz.2,,
+??2+2
r».- í'i,'i,
iM2*
ri
(6,7)
Hierin betekenen , en
(l0de
kracht en het moment, die werken op het lichaamvoorhet onderhou.den. van eau eenparige beweging; ?, ent1 zijn
dehydrodyna-mische kracht en moment, die de stamp- en dompbeweging van het
schip-veroor-zaken:
)fr1!1wtw2)d1.?we
s
(6,8)
(6,3) N-(6,4) (6,5) (ßS) It Z (6,6)- 33 -
-¿ '(g -¿
M1
pve
Jfhiu.± '1J
(-)c»ix
-£x-)
ioL5
òc J
Ç,
j(kiz_t
(-o) aS)L1X) --x0) ii)? S4
enM,
stellen de krachten voor, die wegens de hydrostatische druk op het schip werken, en die worden in dit geval:terwiji tenslotte 23 en 113 de verstoringskracht en -moment voorstellen, die
bepaald worden door de anelheidspotentiaal
Lci
¿ki&j [*i
Thans berekenen we de hydrodynamische krachten, die veroorzaakt worden door de bewegingen van een Michell schip. In dat geval geldt voor de fu.ncties Pi en p, op het diametraa].vlak van het opperviak S de voorwaarde:
-1
-?-;
!3: f--?)
$.()...Xo)Invoering in de for.iles voor de kracht en het moment over het diame-traalvlak
van
het opperviak S geintegreerde functies p en p geeft:k1H'(r
. I -* ;p
1511 £i) Ç
(2) (
-o(
xs'
s"
LfLLff
1,fe1 (%3)
(K)
(
-i.)
xza%o
ç,
s'
+I(e4,LLj
--('x--x1)
Cd)W2)?)O(S
(6,9)
(6,11) 6,12)(6,13)
(6,14) (6,16)(6,17)
(6,18)-p
.
L
._xe+)
-Dl,'
SOxo)D
(6,10)- &l7
- Nl2 -f/, '3
-
?? d(f. (6,15)-
2}
ç
fc-
f\)
-\,) V'i+''r'i'7
-L1î)'
i\Wj He
J
J
-q '
_y°
'
I
(
,ki))'
(H
)
j
1A,)Zffr
JJ
X)
(6,20)
5,,
In dit geval, indien we de gedwongen beweging van een soup, dat in een golfveld vaart besehouwen, geven de formules (6,14) en
(6,15)
de afzoriderljjkekrachten, die voor de beweging verantwoordelijk zijn, te wetan traagheids-krachten, die lineair afhankeiijk zijn van de vereneiling, en de dempende krachten, die lineair van de sneiheid afhangen. De coefficienten
á"j- stellen
voor de toegevoegde massa, en de grootheden ')'zijn de dempingacoefficienten. Voor een echip dat in een golfveid vaart, bangen s en faf van de geo-.
metrische eigensohappen van bet schip, van de ieng1e en de richting van de aankomende golven, en van de sneiheid van het schip.
Asymmetrie, ingevoerd in de beweging van bet schip, die de
vloeistof-beweging rond eezi gedwongen stainpend schip bepaalt, voert ook een asymmetrie
in de waarden van de ooefficienten en /V/( in, d.w.z. voor het geval het soup met een sneiheid vaart is bn21
'
» en /'/, "/,2Gemakkelijk voigt, dat voor de coefficienten ei,J en9 de 'betrekking = en
CJ
= - C#j
geldt, wegensC71-C,'Z
'
"\"dj
¿j;' IY21-L21C
/Y,?.-L.,?-t.
C
(6,21)De coefficienten I'I,,en/Yv?karakteriaeren de dempingawaarden voor zuivere
domp-en zuivere stampbewegingdomp-en v-an het schip. Voor deze coefficidomp-entdomp-en geidt met gebniik van de formies (6,18) de, vol1ende vergeiijking
.,.Ir-. o z
7
,7 ti7f * 1I 4» t)
/V1:
{7762?J.
(
,d)1))I
)(')VGl)
-'r
\J I-,Tc&1)
tLr
7
f(
JV ITCOIQ
(6,19)
(6,22)
oL
-
35
-Beochouwen we het geval van sen schip, dat synrnetrischis ten opzichte
van
het g'rootspant, en waarbij het gewichtszwaartepunt in het middenvlak ugt.Dar x0
= O en functie f1 is een evenfunctjevan x
en 2 is eon oneven functie vanDan is functie I-4tLA,i2,)een reeele funotie, en de f\inctie
i-4A,i))
een.ixnaginairefunctie.
H%,)-
¡?,'c»L'\X1))0t1(?
c-I
ií?)
_zJj
e-i&\x'))
o(o(zs'
Wegens de formales
(6,17)
en (6,19) voigt eenvoudig, datru0
'
('IIl3+IM2I
oU- 0(1:2
(t4
"L\
+
-
1iI
-
t'1Aldus blijkt, dat voor een varend symmetrisch schip de domp en otampbewegingen van elkaar afhankelijk zijn.
(6,23)
(6,
24) en, bijgevolg 2l 'r'/,.r'Ir
/z-.c
(6,25)
(6, 27)
(6,28)
X.We vormen de dynamische .vergeiijkingen voor de domp en stampbeweging van een ochip, dat beweegt in goiven.
Dario:
7
-o(Z
(6,26)
waarin 9
en de complexe coefficienten voorsteilen van de opwékkende krachten, die afhangen van de geometrische karakteristieken van het schip, van de lengte en de rióhting van de aankomende golven, en van de sneiheidvan hot schip.
In het geval van een schip, dat symmetrisch is ten opzichte van hot midden, en waarvan 1et zwaartepant ugt in het middenviak, heeft deze ver-gelljking de vorm