-v~
:
~~
~~rM
r-
~Jr~AA~~
~'-'
ri
'
"'tr)MJ;.JWJ,.;,A
l,.~
~
vv-w
~'eA.Mw_ y{.~~lJt-~ ~~
~
~
~oWf'
~
Ott..~
kA-:
?Lvv~N..fAt U~~
(,~~~e., l~·~) ~~~~c4...
~ff ~
~
~ ~o.MJ
~~o I"
.
a
.
\rc".~
~!SCÀ~
I . . ; I ~ . .1-.JJ.. ". _~. (, ",/
/
Ir, 11 IJ It-;/ ,
.-
....
.1~HU·I,HA
I
·
tt':
/~. k?~.,. f~'---"-' d-c~ ~~~///,
,{..~ -jh;~.. /r.??.4~. ~ .a:- ~-l--;~.w_' -4--L:~;F./
n.c.."UpY'"
~...
'.
'Y",.,.-i-m.4LJ /?~/ /( L-.-,~ ~ -JT ;171-."'-" /.y,. n.-.-~ 7-~J~~'<"/ /V>'-1-hJ.o.-r~ ... :z.- ::;7 ;'.'l.c.#/L
/~ .'7"-"(:.'4-·" ... ·) J
~ /~Uv/~-....~ t-..
r"c;
4. ~ t:/ "yh .... ---.7
~~-".-
/.
Á fo4.z- -4/~.?fo-.. ~fo~~",,~· /1 ,- / /./ ~u.-t:.~...".r /'1u~/.4k ( /p-. /~J /t::.,
J"-,h',
,,4.//?~/ H~.û;.~L,
-~n:-~7 ,a<' ?",~4 ./~/"- ... /~u.?-d'..
k;?J-L
.
,h~' /~.-..,/ P:t d-."kU-/ ~ ~ ... ./.:-4-~...
,/' ~ .~,4/
7J-
d ":'" - ~ ~.?n7 ~ .a~Ad:?
A
~ ~~ ~ ~?:~.'/ ':-/--'-'74 LL~-_,___ /
A-r7"'"
~j,( f j /'i""" ,h..,./ /~ ~/,4.~~~ -~/ U-,~ ,~-, ~ /~;.~/~' ~/ ~ ?-, 7~ "'~ " " - ? ~,...L",-,~, ~ . .I .ká...h.~ / .~u...
~.4e..J ",t:.:~.,,~ ~ .t1 Ä/ 4/?~-' ~4ti kt.:.·" ./.v /j':'"
r·
/7-
d~7'/./ "'/I4~~h'J"" j~; ho~/ 4 ' 4./~ hU'#. ... ../'.
1-I
I
II
I I Ir
I
I
~
Inhoud. Samenvatting Inleiding Mogelijke kraakprocessen Mogelijke scheidingsprocessenKeuze van het proces
Beschrijving van het proces
Ontwerp beschouwing en en warmteberekeningen Berekening van de stralingsfornuizen
Stralingsektie 2 Stralingssektie 1
Berekening van het convektiegedeelte Ovenbeschrijving Lit;teratuur Tabel 1 Tabel 2 Bijlage 1 Bijlage 2 Tekening 1 , flowschema Tekening 2 , Krakingsfornuis
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
pag. 1 2 3 6 7 8 11 1 3 13 16 17 20 22 2425
26 27 2829
Samenvatting.
~
Etheen
,n
propeen als belangrijk bijproduktLwordt gemaakt door kraking van zware nafta in een buizen oven in aanwezigheid van stoom.De reactieomstandigheden Z1Jn 850 oe uitlaa~ temperatuur en atmosferische druk. ve~ijftijd"O~3 ~c.
De opbrengsten zijn
2~Vetheen
en 14% propeen.t
~
De scheiding ism~
lage temperatuur -112 oe en middelhoge druk31 ata.
De verwerkingscapaciteit is 327.500 ton nafta per jaar met een opbrengst van 10~000 ton etheen en 50.000 ton propeen per jaar •
..
:
..
Inleid~. (litt.1 t/m 8)
~ j;.l~~{'if.'
Enkv~ie eigenschappen va netheen :
formule : H2C
=
CH2 verdampingswarmte (kpt) :. 118,5 cal/ gmolekuulbewicht : 28.05 verbrandingswarmte 337,3 kcal/mol
kookpunt: - 103,8 o~ ,8mel~unt : -169.4
°c
kritische temperatuur: 10 C
kritische druk 50 ata
explosiegrenzen,
%
in lucht : onder~ kpt
=
0/56993.
Vt+-' ", CiC iOJJ..· boven;-\
M -
4,214,1 - 35
-!O)I~L . (
De etheenproductie in het: j'J.ar 1960 was in de V.S. 2,6 milj. ton
en in Europa 0,9 milj. ton.
Etheen vindt zijn toepassing voornamenlijk als grondstof
voor de hoogmolekulaire produkten zoals polyetheen,
polyvinylchloride en polystyreen. Door oxyd~tie is het
etheenoxyde te bereiden wat de grondstof is voor glycolen glycolesters , ethanolamine en non-ionics.
~
Propeen is een minder belangrijke grondstof ~ etheen
voor de chemische industrie. Toch stimuleert etheen de
propeen-chemie, omdat propeen als belangrijk nevenprodukt
bij de bereiding vrijkomt. Bekende propeenprodukten zijn polypropeen en de etheen-propeen polymeren •
De bereidingsmogelijkheden zijn lange tijd geweest uit
raffinaderijgas en cokesovengas, waar het een bijprodukt
was bij de droge destillatie va n steenkool en'de kraking
va n aardoliefrakties.
Momenteel wODdt in de
V.S.
het etheen nog uit raffinaderijgaeen ethaan en propaan bereidt. In EuroVl. wordt het etheen
vooral bereidt door kraking van inferieure benzines en
parafineuze nafta.
~
-.-.-.-.-.-.-I
I~
..
J
Mogelijke kraakprocessen. (litt. 7,8)
Onderscheiden kunnen worden de volGende krac~processen: ~
1. Buis-ovenprocessen
2. Autotherme -processen
3. Processen met een bewegend bed
4. Regeneratieve ovenprocessen
5.
Katalytische processen6. Diversen: gesmolten metaal en vlamboog.
Korte beschrijving van de processen •
1, Buis-oven: (litt.
9
t/m
16) ~Om nafta zo snel mogelijk op kraaktemperatu~te brengen wordt gebruik gemaakt van fo~uizen. In de rookga§ sectie vindt~
).ampiM erL.'yQQr.Y...erwarJlling van de voeding plaats. In de
stralings-sectie wordt de rest van de voelbare warmte en de reactiewarmte toegevoerd. Buiz~ in de oven worden aan twee zijden verhit, om de warmtestroom overal g\lijk en zo hoo§ mogelijk te krijgen.
De kraaktemperatuur varieertNvan 750- 900 C en de verblijf tijden van 0,1 tot 1,3 sec.
De druk wordt op economische gronden voor elk proces apart bepaald. Hogere druk resulteert in een kleinere oven en minder compressie kosten bij de etheen winning, lage druk bevoordeelt de vorming van etheen en propeen en vermindert de vorming van hogere aromatische condensatieproducten en cokes. Meestal werkt IDen onder atmosferische
druk met stoomverdunning (lagere partiaal-spanning van de koolwater-stoffen en reactie met kool tot waterstof en CO.).
Stoom.nafta verhouding (0,3-0,6):1.
Etheen opbrengst
25-32
%
en propeen 8-18%
.
Het buisovenproces is de meest bangbare wijze ter bereiding van etheen.
Verder zijn er processen die de warmte met zeer hoog oververh~tte
stoom inbrsngen, bijvuorbeeld Kellogg (I.C.I.), voeding 665 C, stoom 920 C, verblijf tijd 1,5 sec.
2. Autotherme~ processen, (litt. 17 tlm 23)
De' benodigde kraakwarmte wordt geleverd door partiele verbranding van de voeding. Dit bereikt men door een bepaalde hoeveelheid zuurstof of lucht (ondermaat) met de voeding te vermengen.
Hierbij zijn grote warmtestromen mogelijk hetgeen leidt tot korte verblijf tijd en kleine aparatuur. Het thermochemisch rendement is hoog (60-80%).
Thermochemisch rendement is geabsorbeerde warmte
t-
-r
·
I ...I
I
..
L
In de literatuur ZlJn bijna uitsluitend experimenten bekend op
laboratoriumschaal. Een technische installatie is echter in
bedrijf bij B.A.S.F. ;
Het proces is een autotherme uitvoering van een fluid-bed proces.
Het verbranden van é. kes en nafta en het kraken geschied in één
reactor. De deeltjes bestagn uit cokes van 0,2 tot 1,0 mmo
De voeding kan zijn van lichte benzine tot zware residuen.
Door gebruik van gesinterde aluminium~oxide katalisator wordt de
vorming van CO,Waterstof en water ondefdrukt.
3. Bewegend bed.
Hierin zijn de volgende processen te ondersèheiden:
a Lurgi-Ruhrgas -Zandkraking \
b Thermofor-pyrolytisch-kraken met pebble bed .r(.
fluid bed.
r
Lurgi-Ruhrgas. (litt. 24 tlm 30)
Voorverhitte voeding wordt met oververhitte stoom in een
fluid-bed van kwartszand (0,4-1,2 mm) gebracht.Ook carborundum is in
gebruik, wat minder slijtage geeft.
Gevormde cokes wordt in een regenerator afgebrand en het
hoog-verhit te zand wordt dan weer naar de reactor gestuwd~
Dit proces is zeer flexibel wat betreft de voeding van zeer
lichte koolwaterstoffen tot de zware oli~n en de residuen.
Thermofor pXfolytisch-kraken (T,P.C.) (litt.17,29,31 en 3~)
Hierbij geschiedt de kraking op pebbles, kiezelstenen (10
in een reactor. Met materiaal wordt uit de reactor gezogen en
afgezette cokes en olie wordt afgebrand waarna de pebbles weer
terug gaan in de reactor.
Ook wordt gebruik gemaakt van petroleum cokes deeltjes (5-10 mm)
/ Wat tijdens het proces extra gevormd wordt, wordt afgebroken ,
1_; de. stukjes groeien aan en vormen nieuwe deeltjes.
De overmaat wordt verbrand.
Het proces wordt ook wel auto therm uitgevoerd door Gedeeltelijke
verbranding van de cokes.
(B.A.S.F.)
Veel van de
T.P.C.
processen worden veor de kraking van ethaanpropaan en butaan gebruikt.
4. Regeneratieve (cyclisch,recuparatief)
Wulff _ (li tt. 33)
Xoppers-Hasche (litt.34 tlm
36)
ONIA-GEGI (litt.37)
?
--..
De Wulff-ovens bestaan uit gegleufde carborundum of vuurvaste stenen.
De cokes afzetting wordt tijdens de blaasgang afgebrand.
Onderhoudskosten van dit proces zijn hoog. Dit proces wordt vooral
gebruikt voor de bereiding van acetyleen, maar kan toegepast worden
voor de winning van etheen zij het dat weinig gevormd wordt.
Het Koppers-Hasche proces is een amerikaanse versie van het wulff-proces en vooral voor de kraking van a' ... rdgas en propaan.
ONIA - GEGI
Dit proces heeft een hoge etheen produktie, tot 35% bij een totaal
olefine van 45%. Door keuze van de voeding van lichte nafta tot ruwe olie en de werkcondities is een propeen-etheen verhouding te
bereiken van 0,3/1 tot 1/1. Het Onia-proces heeft lage kapitaal
kosten en hoge thermische en bedrijfsefficiency.
I
ft.t ~ (MA ~1r'J/.l ~5. Katalitisch
a catarole (litt.38)
b 'rsutsumi.( litt. 39) r, ~ {",...-u.""V'"l' ,
Het
1'1 ~
Catarole proces is een hoge
~emper~tuur
dampfase proc" in vast bed-reactor (1200-1380 F, 2-5 atm.) met metallisch-koper katalisator. Ben voordeel van dit proces is de lage temperatuur.een
als
~ Het Tsutsumi-procee wordt uitgevoerd met een moving-bed.
~ ~ Enkel semi-commerc1e~1 uitgevoerd vooral veor de produktie van aromaten en acetyle~n.
Reactor: 1380-1650 F, 200-300 mm Hg. 0 .
t,WJ-
De ka~isator wordt hoeg verhi~ 2010-2190 F. ~ ~t.{..~~_Olie en stoom wordt bij 750-840 Fingespoten.
Voor de produktie van etheen is een
39%
opbrengst te verkrijgen en 29% aromaten.6. Gesmolten metaal. ( litt.40 en 41)
Lood, tin of een legering wordt verhit door verbrandingsgassen,
die het tevens in het regeneratieve deel brengen wa~r het boven
in het pyrolyse fornuis gesproeid wordt in tegenstro~m ~et de koolwaterstoffen. Vooral toegepast voor methaan,ebhaan en propaan maar ook voor nafta •
I "
I ..
Mogel ijke __ sch~ idinLf?.P:rO.9_es sen. (li tt. 1 ,5,6,7,42,43,44)
1. lage temperatuur en lafe druk, het Linde-proces.
1,5-3 ata en -100 tot-140 oe.
Enkel toegepast als kleine eenheden, duur.
2. la~e temperatuur en hoge druk.
27-40 ata en -65 tot -100 oe
3. lage temperat'..l.ur absorptie en destilla tie met ZW~.l.re olie.
30-45 ata en 20 tot-30 oe
4. HypersorpSie, een moving bed van geactiveerde
koolgra-nules.
50 -150 oe en caiata.
Fluid -Char - adsorptie, een fluid bed van kool in een
destillatie toren.
5.
Extractie met oplosmiddel;Als oplosmiddel wordt gebruikt cupronitraat /ethanolamine
of een amoniataal koperzout of zilverfluoboraat.
Het meest wordt toegepast de tweede mogelijkheid voor grote
fabrieken als een hoge zuiverheid wordt vereist en een goede
effi-ciency en investering.
De gevolgde werkwijze is :
K
Olie-absorptiecomprimeren tot ca )7 ata
koelen tot 16 oe en waterafscheiden
drogen over geactiveerd aluminiumoxide of báuxiet.
destilleren en diep koelen, w~arbij achtereenvol :ens
waterstof, methaan,etheen, ethaan, propeen en propaan
•
Keuze van het proces. (litt.l ,11 ,14,45,53)
Als kraak proces werd de "stoompyrolyse" gekozen in verticale stralingsfornuizen.
Voor zware nafta als voeding zijn uitVliteratuurgegevens de
reactieomstandighe~n gedestilleerd.
r
~ê opbrengst en'"'îiliriimum aan condennatieproductendie leiden tot cokes vorming is de stoomverdunning ~ ,wtnafta
en 30 o;~ wt ethaan.
---De verb J . n het reactiegedee~te "soaking" sectie is
~
o,
3 sec. en uitlaattemperat
~
,
~
~
( l
~
~
,
~
t
'I';
C
-,-
~
,
e
,I~
~
~
~at;osferisch.
De gemiddelde warmte belasting 'is 34.400 tcal/m hr.
~c-.~
Gegevens van de ·o1.ie: _---, LW\
R.
DDe nafta is een
1êfo
-200°C! ontzwJ:l~~Lfractie v;rtl Kirkuke±-i-emet een gemiddeld mOl~cuulg-ewIê-ht gelijk L~8.
J>ichtheid:
~ paraj'in~
73 wt%M~h; ,Ll{~
/naftenen 8,5 /
/IJ"
aromaten 18,5
Stoom-nafta verhouding 50 wt% (= 3,5 mol.).
Als scheidingsproces is de lagetemperatuur destillatie gekozen
(-112
°c
en 37 ata).De Linde d.s~illatie is duur en de andere mogelijkheden geven een
te kleine zuiverheid en zijn enkel als voorscheiding van een dure Linde destillatie die dan kleiner uitgevoerd kan worden economisch toepasbaar.
1
Voor de opzet var, de fabriek is een jaarproduktie van 100.000 ton etheen aangenomen, wat heden ten dage een middelgrote fabriek is,daar er van 300.000 ton per jaar gebouwd worden.
\
~~ ~:~:~r~i~~j~a~:c~;~;!n!:t3~~;~~~t~~sn:!::;en
van de verschillende•
produkten, waarvan propeen en benzine van een hoge waarde de belang~
rijkste 'zijn als bijprodukt naast etheen.
De plaats van vestiging van het bedrijf past het beste in een
olie-verwerkend industriegebied, zoal. de Botlek en daar waar de afnemer
van het etheen gevestigd is, zoals in Zuid-Limburg, waar de D.S.~.
een dergelijke fabriek in aanbouw heeben en reeds enkele
"
-•
/ Beschrijying van het proceJà. (zie tekening 1) Het proces bes~a~t uit de volgende gedeelten:
1) kraking,koeltng en stoomproduktie, 2) compressie,
3) droging,
4) lage temperatuurscheiding
~ 5) acetyleen en propadiln omzetting
l 6) etheen destillatie 7) bijprodukt destillatie n <~ . I", ;; t" u~ ~ \ ! rJ ' i ' - . 1/
Verder zijn vereist een koelsysteem en opslag van produkten.
1. De krak;ipg.koeling.en stoomproduktie.
M,Jt\.
Nafta wordt onder atmosferische druk gekraakt in verticale buizenovens in aanwezigheid van stoom, bij een
uitlaattemper-~ atuur van 850 °C. ~ ~ ~eproduceerd ethaan wordt apart gekraakt tot etheen in een ~
buizenoven met verdunning van stoom bij een temperatuur van~30
oe.
9:- De stoomverdunning bedraagt in gewichtsprocenten van de
kool-t
waterstoffenvoeding50%
voor de nafta en30%
voor ethaan.De kr.aakovens he~ben ieder een convectiegedeelte dat verwarmd ~
wordt met de ro~assen van de twee stralingsgedeelten, waarin ~
gestookt wordt met het geproduceerde methaanrijke gas en stook- :~
olie.
Het produktgas wordt in een verticale "Lamontt."-ketel snel ge-koeld tot ca 300 oe waarbij hoge drukstoom geleverd wordt, die
grotendeels voldoende is voor het gebruik in het proce_s.
Het gekoelde produktgas wordt dan in ie gasoliedestillatiekolom van de zware olie ontdaan. In een aparte stripper wordt de gas-olie nog van lichte componenten gescheiden en het bodemprodukt stookolie wordt in ie eerste etralingssectie verbrand.
De dampstroom uit de top van de gasoliekolom wordt met water
--gekoeld, waarna het oli~ter-gasmengsel wordt gescheiden.
Het gas gaat naar het compressiegedeelte, het water wordt in
een stripper gereinigd en de gecondenseerde koolwaterstoffen gaan naar de stabilizer. De dampen uit de top van de benzine-kolom gaan naar het compressiegedeelte, terwijl het gestripte bodemprodukt hoogwaardig benzine is.
,2. De compressie. ~
Het gas uit de scheider wordt in vier trappen gecomprimeerd van 0,2 ata tot 37 ata. Tussen de trappen wordt met water gekoeàd.
Tussen de derde en vierde trap, druk 14 ata temperatuur 40 C,
w~rdt gewassen met loog en water om zure gassen te verwijderen. Het gas in de cgndensor na de vierde trap wordt gekoeld met propeen tot 16 e waarna het gas wordt gedroogd.
-
.
Het condensaat na de vierde trap gaat naar de condensa
at-stripper, waar de vloeistof van C
2 en lichtere koo
lwater-stoffen gestript worden en naar propaanafscheiding gaan.
Het condensaat na de eerste trap gaat terug naar de g
asolie-kolom. De condensaten na de tweede en derde trap gaan naar
de benzinekolom. 3. De droging.
Het gas, dat het compressiegedeelte met 37 ata en 16
°c
ver-laat wordt gedroogd in vast beddrogere voor het naar de lage
temperatuur destillatie gaat. Hiertoe dienen drie drogers
met een 24-uurs cyclus waarvan twee in bedrijf, en de derde
wordt geregenereerd. Droog-middel geactiveerd aluminiumoxide.
4. LMe temperatuurscheidin,g.
Methaanafscheiding en waterstofzuivering.
Het droge gas wordt verder gekoeld met etheen, methaan en
waterstof, ale koelmiddelen tot -112 °C. Condensaat wordt
afgescheiden uit het gas bij -34°C, -68, -95 en - 112 en
naar de methaanafscheiding geleid.
De methaankglom heeft een werkdruk van 31 ata, bodemtem-peratuur 2 C. De reboil8: werkt met condenserende propeen
en de condensor bij
-97
e met etheen als koelmiddel. .Het methaanrijke ( 95% methaan) gas uit de top van de
methaankolom wordt in een expansismachine geexpandeerd tot
7,4
ata met een temperatuur -130 C.Het methaan wordt gebraikt om het waterstofrijke afgas te
koelen tot beneden
-95
e en wordt verder in warmtewisseling~~!n~c~sm:;o~~~i~~~g::ne~e~~~~:~~~e;ma!d~:13~no~e~;:~!ad~et
voor een groot deel als brandstof in de ovens wordt gebruikt.
Het waterstofrijkg afgas van
-
9
5
oe wordt verder gekoeld metmethaan tot -1~O C bij welke temperat~ur het gas 85 vol.%
waterstof bevat.
Afgescheiden condensaten worden terug geleid naar de methaan
afscheider. De waterstof wordtÀln ~tewisseling gebracht en
verlaat de plant als produkt ~ 30 C en 30 ata.
Het bodemprodukt van de methaankolom gaat naar de
ethaanaf-scheider waar de C2 van de C~ en zwaarder worden gescheiden.
Deze ethaankolom heeft een we~kdruk van 27 ata, de condensor
werkt met propeen, de reboiler met lage drukstoom.
Het bodemprodukt gaat naar de propaanafscheider en het top-produkt naar de acetyleenomzetter en naar de
etheendestilla-tiekolom. "--'~
---"
-"
-Acetyleen en propadien worden uit de C2, resp. C3 gasstroom verwijderd door selectieve hydrogenering met behulp van een
katalisa~or in een gepakt bed reactor bij een temperatuur
van 190 C. {katalysator cobal tmolybdaat).
Dit geschiedt omdat anders door moeilijkheden bij de destil-latie explosiegevaar ontstaat door ophoping van dit gas. Twee· reactoren zijn in gebruik,parallelgeschakeld, waarvan een geregenereerd kan worden met stoom en met waterstof
ge-activeerd. Na de acetyleenreactor zijn twee droc~ers geplaatst om spoortjes aanwezig of gevormd water uit de gasatroom te
verwijderen. '
6. Ethe.ndttstilla.tie.
De ethaan-etheenstroom uit de reactoren wordt gekoeld, gecon-denseerd en naar de etheenkolom geleid. De werkdruk van deze kolom is 19,5 ata. De reboiler werkt met propeen evenals de condensor.
Het bodemprodukt ethaan wordt naar de ethaan kraakoven gezonden voor de omzetting tot etheen.
In de etheen produktstripper wordt methaan en lichter gas van etheen gescheiden waardoor etheen van hoge zuiverheid verkregen wordt. (Polymerisatiegraad 99,9% zuiver).
7. Destillatie
van
het bijprodukt.De propaàndestillatiekolom werkdruk ca 12 ata krijgt de voeding van de bodem van de ethaanafscheider en de bodem van de conden-saatstripper.
Deze kolom scheidt propeen en propaan van een bodemprodukt C4 en zwaarder.wat naar de butaanafscheider gaat.
De reboiler werkt met stoom, de condensor met propeen.
De propeenrijke gasstroom gaat naar de propeen-stripper, werkdruk 10,8 ata, waar gas lichter dan propeen, afgestript wordt (
reboiler : stoom, condensor: propeenl.
Het bodemprodukt is een gemengde propaan-propeenstroom.
De butaandestillatiekolom werkdruk 53 ata icheidt een butaan-buteen top produkt van een bodem produkt benzine, dat naar de stabiliser gaat. (reboiler: stoom, condensor : koelwater.
1 ' ) ; c c f j tI ,'t I ( { , /' ',.-" , 'i~ f f', , I ') \' /1 _ , ' ) , -In 1(( (~ r;'f--(,_ -/ {,. ,--I' IJ\ 1 ~ /11. "t,.
_
____
-
t~
JJ
l
'
--=--
--~
l~toominjectie in-iedere pijp_
..
I
L ~tralinJlssectie I I J stralingssectieI convectiesectiev
/
SCHEMATISCHE AANDUIDING VAN PYPENLOOP
.I f , f '._ • ;;': I, . .... 1 \."
/ ;' J , , . ' { • .' I
33 SL AGEN In verticale lijn
invoer nafta
tT~~/t>R.O"G'€rJ r~~,. NAFTA KRAAK FORNUIS
J.J.RINCK
JUNI 1966.
-" \ \ \. \. ~.
\\)
, \.
.. l ... · en warmteberekeningen.(litt.1,46,47,48, 49,52)De nRfta kraakovens bestaan uit twee direct g.eatookte
stralingsfornuizen en een convectiegedeelte.
In het convectiegedeelte wordt de nafta opgewarmd,
ver-\ dampt,stoomtoegevoegd en het totale gas verhit tot
'565°C met de rookgassen uit de twee stralingssecties.
~et convectie gede·elte best~at uit horizo~tale ~i~
p-~undele. '
\.
In\he~ eerste stral~ngsgedet!lte worden de gassen verhit
van>.
:
96
C tot 850 C in een fornuis met verticale pijpenlangs de wanden.
In de tweede stralings sectie vindt de' reactie plaats,
eveneens in een fornuis met verticale pijpen •
\
Daar o\ ie bij stoken meer kans geeft op oververhitting wordt
de
st~6kolie
in het eerste gedeelte verbrand.In het tweede fornuis wordt met alleen methaan bestookt om
de reactie temperatuur goed in de hand te kunnen houden •
De verschillende hoeveelheden toetevoeren warmte zijn
be-rekend aan Ae hand van literatuurgegevens en ziin vermeld
in tabel 1 .UjL1'~
Hierin zijn weergegeven de molen en massastromen en de
onder-ste verbrandingswaarden (tot CO2 en H
20 als gas ) van de
produkten en nafta. Hieruit is ae reactiewarmte van de kraking
berekend. De reactiewarmte is 15600 tcal/hr.
\ ~r:. De voelbare warmte, de warmte nodibreru;en is berekend met de gemiddelde soorteliàke warmte vang om het gas op 850°C te " '
X
1°
,
'0
~ de produkten door het gas in gedachten tot 25 C af te koelan'r\ "'I De verdampings warmte van nafta is ger!.'even in kcal/mol., de
tt-JIi--\ \ warmte voor de verhitting van de stoom is berekend me6 het
''"':.l.c.
,.:,
~ enthalpie verschil. De stoom wordt o.ververhit ?~_ 15~ _Coinge-~
2voerd in het begin van de verdampinRssectie bij ca 100 ~. ~~
Daar reeds voldoende stoom geproduceerd
word~l1:Lam~;1~
~
~
bij de afkoeling van het produktgas zijn de drie oven g
edeel-ten zo berekend, dat de warmte in de rookgassen zo volledi~:
mo~elijk benut worden in het convectiegedeelte. '
In tabel 2 is de totale warmtebalans over de oven ge~:even.
In het tweede stralingègedeelte wordt de reactiewarmte
toe-gevoegd. In het eerste stra1in~sgedeelte wordt gas&engsel
van koolwaterstoffen en stoom verhit van 565 -850 C.
De rookgastemperaturen gan de ui tIJ,ali' van de twee
stralings-fornuizen zijn ca 1000 C, de warmterendementen zijn dan
5~. De warmte in de rookgassen d~e vJor
90%
benut worden inde rookgassectie is d~ voldoende voor de opwarming van
Nafta en stoom tot 565 C.
fu
té
11.\.(VN_. 1." I/ ~,·tt~
('I"',J...1.1,t" - t '"' ... A I., I-'. ( 1\
~vU :',At' ~ ('I" '",'L{~ t> fnd t.;,~ .f.tA...t
4 [ ' ~- ~
I j I /' ( 1.1 ( I
Een rendement van
9
0%
in het convectiegedeelte is mogelijkdoor kouSe invoer van de nafta en een koeling van het rûokgas
tot 100 C.
Het warmteverlies met de rookgassen via de schoorsteen is ,
2550 tCal/hr. Voor warmteverlies door straling en convectie
van de wanden is 1% in rekening gebracht van de totale
warmte-stroom in stralings- en convectiegedeelten, gr~ot 740 tcal/hr.
Het totale verlies is 3290 tcal/hr op een invoer van 51.940
tcal/hr. Het totale thermische renàement van de oven is dan
94%.
..
..
r"" / I : , I / t \. I /J rt " <- t 1,( ) ! , ',I I, .1,. I )"k. .. 'tr(. IJ:~· ~ I' , / / , , c (I;./~, " t l " / v'f\ 1 f \ \ , , , ~ ~\. /. ,. 'r'r
I I , ( C '1" I . ./ d, I / , /H..-h. ,I, . / / / j 1 ),) I /, " 'I. I ; i ,, {~ / / , I , ,;'
~
!(.~
C, '; , 1:( ,-
-Berekening van de stralingsfornuizen. (litt.1 ,47 t/m 51,-54,55)
Stra11ngssectie 2.
In dit gedeelte wordt de warmte toegevoerd voor de endo-therme reaktie: 15.600 tcal/gr (zie tabel 1).
De reaktietemperatuur 1s 850 C De ultlaatdruk ie 1 ata
De verblijf tijd ie 0,3 sekt
Het totale gasvobume aan het eind van de pijpen 1s 1130 kmol water
1iQQ kmol kws
2530 kmol gas per uur , dit ie 2539,22.4.1120 _ 65
m
3/sek
3600.1000. 273
-De beperkingen voor de berekening aan het fornuis gesteld zijn : de lineaire gassnelheid in de pijpen
de hoogte van ~et fornuis en
de warmtebelasting van de pijpen.
Het fornuis werd uiteindelijk do_or trial and error en
met a.hulp van Ir J .~Koel van~et Lab~ . voor _BnergteYOÇ>rzie"u.,g
•• dim.naioneerd
door
32 pijpen , verdeeld over twee fornUizenmet
elk 16
stuks. De pijpdiameter inwendig : 5" ~ "uitwendig: 5 16
2
Het totaal doorstromend oppervlak is 0,404 m • De gassnelheid aan het eind 1s 161
mis,
de gassnelheid aan het begin is 52
mis ,
zodat de gemiddel-de ga ssnelheid in gemiddel-de pijpen is 107;Ls ,
deze snelheid1e
voldoende hoog om cokesafzetting in de pijpen tegente
gaan.
De
lengte van de pijpen volgt dan uit de gemiddelde gassnel-heid en de verblij~tijd • De lengte is 32 m en wordt in het fornuis bevestigd met drie slp-gen van ca 10 m lang. De invoer is onder in het fornuis , de afvoer naar de koeling in de "Lamonte" ketel is dan bovenin het fornuis. Het verwarmend oppervlak V.O. is 454m2.(~otaal)
De warmtebelasting is 126.00 _ 34.4 tcal/m hr 454
-De temperatuur van de buitenwand van de pijp wordt berekend met de part iele wa rmteoverdrachtscoefficient aan de binn~n
zijde
,«=
4000 bij deze hoge gassnelheid (eenheid kcal/m hroC ). Het tem8eratuurverschil over de gasfilm aande binnenzijde"
-..
Berekening van de temperatuur van het rookgas.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gemodificeerde ver-gelijking van Stefan-Boltzmann.
~
_
1
0 • 173/~)4
_
(~l
4
0( Acp -
1.
\
1 00 100Hierin zijn ; in Angelsaksische eenheden ,
Q , de warmte overgedragen aan de naft~ in BTU/hro
T , de temperatuur van het rookgas in Rankine
=
F + 460 •r:,
de gemiddelde buiswa ndtemperatuur ~~.20.( Tg - Ts ) ,
::~z~~~v;~~;e~~~~Z~~~~l:e~~;!~:e!O~;
is de konstante gelijk
7 •
Acp , het kontinue oppervlak da t in de plaats geeteld
kan worden van de pijpenrijen.
= ( C - C ) .L • N
12
C - C , de afstand tussen twee pijpen , gerekend vanaf
de h~rtlijnen , in inches.
L , de lengte in feet.
N ,
het aantal pijpen.~, ie een faktor die corrigeerd voor het relatieve
effekt van de warmteetralingsabsorptie door de pijpenrijen vergeleken met een vla koppervlak.
Bij een pitch va,. n 2. D is deze faktor 0,9.
Pt , een faktor die corrigeerd voor de vlamemissie, de
bouwen het volume van de ver bra ·ndingsruimte en
andere faktoren.
Ft = 1 + vlamemiss ie
1
+(1
-
1) A
fe ff . AC + A
t.e ' de emissiecoefflcient van de vuurvaste steen (8,9)
e
f ' de emissiecoefficient van de rookgassen,deze
hangt af van de emissiecoefficienten va n de waterdamp en koolzuurgas en wel van hun partiele
drukken. hangt verder af van de "radiant beam" ,
die een fururtie is van de d'iniensies van de
stra-lingssectie
A.c ' is g.elijk ~ Acp
A + A is het totaal wandoppervlak in de stralingssectie.
c
r
De vlamemissie hangt af va n het type bra nder en bra
/ / . .;,
...
"
,,~. ,J .> /. I J ( (,{t'\c,llllL{",nl!
4; ._ I-..fl
(Yl
~j~-u~ ~
# I'1)."1
,Iv/tir.,
,IJ! I / / /ilJc/;: ut,., /.! /
•
\ :'"
/ (" '\ .. ~ {:! ' ; . / . ,.t,... 1..1 (",
..
I ..
Een deel van de straling gaat tuSsen de pijpen door naar de wand en wordt vandaar teruggestraald op de pijpen. Ee4 gedeelte echter gaat een zelfde weg weer terug.
I
Dit geeft voor de warmtebelasting va n de voor "koelend oppervlak" , gelijk 0,9 , berekent op ge-pijpen een faktor prQjekteerd oppervlak. Bij een pitch van 2D is de faktor 1,75De warmtebelasting van de pijpen ~ordt
~
=
1,75.34,5=
60,0 tcal/m hr=
22.200 BTU/sqft.hr.d<Acp
De "beam length" , de straal van de overeenkomende gaslaag-dikte :
LI
=
2/3\1'L.B.S = 3,50 m=
11,5 ftL
=
4,40 m (14 pijpen) Per fornuis zijn er16 pijpen metB
=
3,30 m (10 pijpen) 3 slagen.in totaal 48 pijpdiameters.H = 10 m
Voor de berekening van de emissiefa ktoren werd aangenomen de verbra nding van methaan met een zeer geringe overmaat
lucht. 2 A
=
0,9.2.(44 + 33)=
139 m c 2 Ar=
2.4,4.3.3=
29 m dampspanning koolzuur = 0,095 , p. L I=
1,09 ( :: 0.15 water=
0, 19a ta=
2,18 ê=
~De correktiefaktor Ft is dan gelijk Q~12
3 27 , of = Q.aQ2. 0,42 0,37
De gemiddelde buiswandtemperatuur is 859 oe
=
2040OR •
Deze gegevens ingevuld in de vergelijking van Stefan-Boltzmann
levert de rookgastempera
6
uur aan het eind van het fornuis.T
=
2520 R=
1115 e=~====================='
Teneinde te vermijden dat door het afzetten van een laagje cokes in de pijpen deze oververhit kunnen worden, moet
om de paar maanden de pijpen gereinigd worden door
I
'
-I ..
,.
I
•
Stralingeeeetie J.
.
'
De toe te voeren voelbare warmte is 11.000 tcal/hr •
De gemiddelde buiswandtemperatuur is 850 - 565 + 565
=
710 oe2
Daar de drukval over het tweede stralingsfornuia op 0,2 atm is berekend(zie bijlage), kan de druk aan het eind van
het eerste fornuis gesteld worden op 1,2 ata,en gemidd. 1,3 ata. Het totaal gas volume aan het eind is
1130 kmol stoom per uur
318 kmol kWB
1448 kmol gas per uur, dat is 1448,22.4.983
=
30.3/0et.
3600.1,2. iOOO.273
H et fornuis werd vervolgens op een gelijke manier ala de
voorgaande berekent.
Het totaal aantal pijpen is 16 , verdeeld over twee fornuizen. De pijpdiameter , inwendig 6" 5 "
uitwendig 6 _
8
Het totaal dooretromend oppervlak ie 0,292 m2•
De gasenelheid aan het eind ia 103
mis ,
zodat debegin-"snelheid aan het begin va n het tweede fornuis waar het aantal
pijpen de helft io ongeveer
52
mis
gesteld kan worden.De hoogte van het fornuis wordt gelijk gesteld voor de
constructie aan het tweede n.l. 10 m , met 5 slagen per pijp,
om een redelijke warmtestroomdichtheid te krijgen_ en een
aansluiting van de pijpen ophet fornuis e~de con~ektiebank.
Het V.o. totaal over de 16 pijpen is ~8 ~ •
De warmtebelastingis 11.000 _ 26.9 te lm br.
Het temperatuursve
ó
sch128ove; degasfi~
aan de binnenzildeva n de pijp is 9 e (~= 300g kcal/hr' e). De ge middelde
buitenwandtemperatuur is
720
e.
De warmtebelasting van de pijpen wordt
1,75.26,9= 47
tCal/m2
hr •17400 BTU/sgft.hr • De "beamlength" , L'
=
2/3\1'"L.B.H=
3,7 m = 12,1 ft • L=
4,8 m ( 12 pijpen) A=
AC = rPeo
PH6
~ 146 m2 2 32 m = 0,095 = 0,19 atm B=
3,3 m ( 8 pijpen) H=
10 m p.L'=
0,13 atm.ft=
2,26 E.= 0,15
E=~ 0,42 At.. = ~ 0,37 De correetiecoeff1cient Ft=
0,45 •Deze gegevens ingevuld in de vergelijking van ~tefan-Boltzmann
levert een rookgastemperatuur Tg=2210 oe
=
955 oe •-
.
I
.
Berekening van het convectiegedeelte. (Litt.50,56)
Ia het convectiegedeglte wordt de naftavogding van 25 oe
en de stoom van 150 e opgewarmd tot 565 e met de hete
rookgassen van de stra lingssecties,die via betonnen
rook-gas kanalen geleid worden.
De massagemiddelde roókgastemperatuuo is 1045 oe aan de inlaat.
Het rookgae wordt afgekoeld tot 100 e.
Het thermisch rendement van het convectiegedeelte is dan 90%,
de enthalpie van de rookgassen van methaan met een kleine
overmaat lucht is bij 1000 oe : 294 kcal/kg
100 oe: 26,5 kcal/kg.
De totale hoeveelheid toe te voeren warmte is 22.780 tcal/hr,
de hoeveelheid warmte in het roökgas is 26.000 tcal/hr,
zie voor de warmteba~lans!tabel 2 •
De totale lengte van de convectiebank,die zal bestaan 'uit
horizontale.pijpenbundels ie 11 m , de som van de lengten
van de twee stralingsfornuizen, de tussenruimte en de dikten
va n de wanden ( 4,4 + 4,8 + 1,5 + 2.0,2
=
11,1 m ).H et aantal pijpen is aansluitend op het eerste stralings-fornuis, 16 stuks in één bank, diameter inwendig 6",
t d t ti d t d h t 10 i uitwendig 6 5/8 " ~
me e res rik e a e oog e ca m s.
De warmtestroom wordt gegeven met de volgende formule
~
=
U.A.AT1
w
.m.
waarin U de totale warmteoverdrachts-coefficientA het buizenoppervlak
~l m : het logaritmisch
tempera-• tempera-• tuuraverschil in de
warmtewisselaar. De U , samengesteld uit de partiele
warmteoverdrachtscoef-ficienten, wordt volledig bepa3ld door d~ aan de rookgaszijde.
De inwendig, gemiddeld over de v~rsceillende mechanismen .
van wamtetoevoer is ca 2000 kcal/m hr e tegenover een
uit-wendige ~ van ca 40 ,die berekent zal worden.
De warmteoverdrachtscoefficient aan de rookgaszijde bestaat uit een convectie en een stralingsterm.
De waarden worden bereke~met een gemodificeerde
Nusselt-vergelijking. . 0( conv ) 2/3 1/3
=
C. (1 +~
. _G _ _~.
_(_T_b_)_ d 1/o 33,5 voor een kwadratische configeratie van de pijpen
de luchtovermaat (1,1)
de temperatuur van het rookgas Tb
=
Tw + AT1
-AT?
o In AT
1 aoT2 de temperatuur van de pijpwand in K
~= de uitwendige diameter van de pijp
I -I w i I .. I ~
I
•
I I 1I
De stralingsterm bestaat uit twee delen
.
. straling'
.
=
0< straling 0( straling CO 2 1/3 1/3 =c1'C1r:'LI).
p 0 4 2 (7' = 4,96 kcal/ K m hr +0( ; stralingMet nu volgende gegevens zijn deze formules grafisch op te
lossen (litt.sb). .
De temperatuur van het rookgas daalt van 1045 - 100 oe ,
de temperatuur van de gasstrQom in.de pijp stijgt van 25.565 oe. t
De gemiddelde pijpwandtemperatuur T
=
300 06 •Het logaritmisch temperatuursverschïl is 219 oe •
De gemiddelde rookgastemperatuur is dan Tg
=
300 + 219 = 519°c •
Er bevinden zich 16 pijpen naast elkaar die om de 11 m een slag maken met een breedte va n 12 ".
De .e~t1ka"~Ch van de pijpen is 1t Vqn de uitwendige
dia-meter, gesteld. nori-'f"o,.,-,St;i(E
De breedte van de convektiebank is dan 20t~d = 3,5 m.
De vrije doortocht is 11.17.t.d =7,47 m.o
De hoeyeelheid rookga s is ~ 4
26.10 kg/hr = 9,3 .10 kg/hr,
~I/n,- 280
bij een enthalpièY van het rookgas va, n 280 kcal/kg • (~ié" tllkL. 4 )
De maBsastroom van roo&gas per vrije doortocht is
G
=
9.3.10 4 =12450 kg/hr = 3,46 kg/eek.7,47
De berekende
~
= 30,5 kCal/m2hr oeconv
"
Voor een pitch van 1-1- do is de "beam length LI = 0,75 do
De dampspanning water
=
0,19koolzuur= 0,095 , waar uit volgt ,
0(
=
straling H20 0< straling CO 2 = 3,1 3,6 6,7D.
totale warmteoverdra chtscoefficient is~
totaal = 30,5 + 6,7=
37,2 kcal/m2hr°c .
---I
-Het totale pijpenoppervlak V.O.
=
~w=
2795 m2U .ATl
.m.
De lengte va n de pijpen is dan 2795
=
330 m16. • d
Het aantal slagen per pijp is dan 30 mgal.
De totale hoogte van de bank is dan ca 10 m ; 9,2 m voor de pijpen en enkeàe decimeters voor de ondersteuningen van de pijpen. Gedacht ie,te ondepsteunen om de 10 slagen met pijpen
in de dwarsrichting waarin de naftavoeding opgewarmd kan worden. De convektiebank sluit dan wa t de hoogte be-trefd aan op
de fornuizen , zodat de rookgaskanalen zo kort mogelijk zijn.
De
invoer Ia n de stoom., ,
De etoominvoer dient voor de verdamping te geschieden om het afzetten van condensatie8roducten aan de pijpwand te voorkomen en wel ca bij 100 C.
De
aan
de nafta reeds toegevoerde warmte is dan (zie tabel 2) :-12.15050
=
2100 tcal/hr , dat vereist een ~eng te va n 540de pijpen van 2100. 330 m
=
30 m • 22780De atoom moet dus
na 3
slagen geinjekteerd worden.B,rekening van de gassnelheid in het convektiegedeelte.
~:!p!~!~~urg:~o~~eo~ane~e~i~î~~t~~~4i~4~~;/~r
bij een1448.22.4.838
=
19,8 m3/sek ,3600. 1 ,4.273 2
Het totaal doorstroomde oppervlak ia 0,292 m ,zodat de lineaire gassnelheid is 68 m/sek.
.'
,
,r1,-~:"I' !Y',.j
b.r
(i'n /"./ (;; ,7 (',l
'X"r,t
4PA té,LI ,." / '.".ó,.,·. ,(
I 1>.' '/" ~/utv,
':'1'(.( V/ (>L / (, 'deóül,t,
ft )1 '.~ ~( 2{:-d.. .. //,
I f , ! ti ' j I'·~ ( I. " I"..J r i ) r' It)r
,-cf " '- w'v ( ~, ~ ! / .. 1 I .... l 1,. I, ' ir
/... ' ! I. : /( , _'~,",;I , .' ,,; , ,'. ! (' , I /.'f..;
)U '" ,t.C :C1. \ " : , . I " / ',' v'; ) . (I " . / t, If . , J' , . ~) I, . D. ovenbeschrijving .(zie tekening 2)
J Het kraak fornuis dat als een grote eenheid de mogelijkheid ,;1 bieat tot splitsing in verschillende sekties is daardoor
r goed te regelen.
Het o~warmen , verdampen en !Q9~~~rw~ heeft plaats in
het convektiegedeelte • Verder opwarmen inode eerste stralings-sektie en de kraking in de tweede bij 850
c.
De tweede stralingsse ktie is berekent op een verblijf tijd van 0,3 sek.
Stralingssekties 1 en 2 zijn elk gesplitst in twee parallel geplaatste cellen.
De convektiesektie is als een grote langwerpige bank uitge-voere , de hete rookgassen van de vier stralingssekties worden
er
van
boven naar beneden door gevoerd.Overvoering van de {~ ~ rookgassen geschiedt in vuurvaste betonnen kokers metrechthoekige doorsnede.
De verscillende sekties zijn opgebouwd uit rechthoekige kokervormige segmenten van 2 ~ hoogte die op elkaar worden gesta)eld. .
De segsenten zijn gemaakt van geprofileerd staal.
Aan
de bianenzijde bevinden zich opgelaste haken die het ingegoten vuurvaste steen vasthouden. Het beton wordt gewapend met een ijzeren gaas , met mazen van 10 cm. Het ga~ heeft invertikale richting lopende golven , om verzwakking van het beton
in een vertikaal vlak te voorkomen. De wanddikte bedraagt afwisselend per 0,40 m , 0,20 en 0,15 m samenhangend met het profiel va n het staal.
Het gehele fornuis wordt gebouwd op 2m hoge betonnen poten gefundeerd op een betonvloer.
Om het fornuis wordt op ruim 2 m hoogte een bordes aange-bracht.
De co&vektiesektie is uitgevoer. met 16 horizontale p1Jpen naast elkaar in 30 slagen.Na elke 10-slagen worden de pijpen door, in de dwarsrichting lopende met nafta gekoelde pijpen ondersteund.
De koude nafta wordt vanuit de hoofdtoevoerleiding via
~16 afsluiters en stroommeters onder in de bank gevoerd. Na 4ri. slagen wordt de stoom geinjekteerd.
Het verhitte stoom en nafta mengsel wordt met twee maal 8
pijpen naar de aan weerszijden van de convettiebank staande cellen van de eerste stralingssektie gevoerd.
Om een goede uitstroming van het rookgas te verkrijgen i8 de bodem van de convektiebank onder een hoek van 150 geplaatst, zodanig dat de laagste zijde van de bodem zich het dichtst bijde schoorsteen bevindt ,
naar zwavelvrije brandstof wordt gestookt is geen hoge schoor-st •• ft vereist, ca 25 m hoog.
~egeveaa van de convektiesektie:
afmetingen inwendig: lengte 11 m
hoogte 10 m
breedte 3,5 m "
de pijpen van roestvrij staal 18/8 , pijpmaat 6"X6 5/8
horizontale steek 1
t
d tJ '-/ 5.s IeP/1'
Jz-J..I!-tI
w..'i,-vert1kale steek 1 2" t ( .' rJ-R.~ ,
diameter hoofdtoevoerleiding van de nafta 0,6 m
1aolatiemateriaal van de cross-overs : glaswol,0,05 m en alum1n1umbeplating.
p.
'ir,*1.,!.ekt1~ 1 bestaat uit twee parallel geplaatsteeel1... Blke cel evat 8 pijpen die elk 5 vertikale slagen
mak.n.
De pijpea zijn aan de bovenzijde opgehangen door op een
bocht een stuk pijp te lassen dat door het dak steekt ,
Tia . . . pakkingbus. In het boven het dak uitstekende stuk
wordt een gat geboord waardoor een pen gestoken wordt,
41. op een ring rust.
Aan de
ondera jde wordt de pijp via een opgelast stuk door eenpakkiagbus in de bodem beweegbaar bevestigd, om spanningen
door uitzetting te voorkomen.
Gegeveaa stralingss.ktie 1 :
afmetingen inwendig : hoogte 10 m
lengte
4,8
mbreedte 3,3 m
materiaal van de pijpen r.v.staal 18/8 , pijpmaat 611.65/
8"
.t •• k 2d
af.tand wand - hart pijp
H·
daalltal branders 2 : een met 1200 kg/hr stGokolie
een met 390 kg/hr methaan ,per cel
Afstand branders , hart tot hart 1 m , de lucht moet
tegeagesteld draaiend worden ingebracht voor een goede stabiliteit van de vlammen.
De .tlal1ng§8ektie 2 wordt als de eerste uitgevoerd, twee
ce11 •• parallel elk echter met 16 pijpen die ieder 3 vertikale slagen maken.
Gegevens etral1ngsektie 2
afmet1ngen inwendig hoogte 10 m
lengte
4,4
mbreedte 3,3m
materiaal vangde iijpen r.v.staal 25/18 , Ti gestabiliseerd.
p1jpmaat 5".5 / , steek 2 d
afstand wand - !árt van de pijp 1t d
22 Litteratuur. 1.H.Schutt-S.Zdon1k , 011 & Gas J.
2i
13/2-30/7-1956 2.1d. , Petrol.Ref.l2
(11) 243 (1957) 3.J.Vlugter c.s. , de Ing.22
ch 35 (1953) 4 •• Tans , Petrol.Ref.~(2)124 (1963)5.F.As1nger , Chemie u Techn. der Monoolef1nen, 108,190 (1957)
6.R.Raff,Folyethylene , 19 (1956)
7.C.Davenport , Petrol.Ref. maart 1960,125
b.N.N. , 1d ,42 (2) (1963) 9.H.Krekeler c.s. 10.P.eornell 11iJ.Lichtenstein 12.P.Sherwood 13.I.Edgar 14.J.Hirschbeck 15.C.King 16. id 17~A.Ste1nhoferc.s. 18.H.Pietsch 19.R.Deanisly 20. id 21.N.N. 22.P.Sherwood 23.E.Guccione 24.N.N. 25.P.Schmalfeld 34(12) (1955) e , World ~etrol.Congr.Proc.5 ,1959
i
55 ,Petrol.Ref.II
7,135 (1954) ,Chem.~ng.11
(2) 89 (1964) ,Petrol.tief. ~ (11) 157 (1951) ,Ind.Chem.l1 345 (1951) ,Erdöl u Kohle ~ 107 (1966) ,Petrol.Ref. iQ 7,122 (1951) , 1dl2
11,246 (1957) ,Petrol.Ref. ~ 2,119 (1963) ,Erdöl u Kohle12
540 (1963) ,1d 1Q 837 (1957) ,Chem.Eng.Progr.~ 134 (1951) ,Petrol.Ref. ~ 9,217 (1950) ,Fetrol.Ref. iQ 209 nov 1961 ,Erdöl u Kohle2
628 (1952) ,Chem.Eng1Q ,
11,196 (1963) ,Petrol.Ref. iQ 10,137 (1961) , id ~ 7,145 (1963) ,Chim.&Ind. §2 231 (1961)26.W.Bayer ,Erdöl u Kohle
12
270,799 (1962)27. N.N. . ,Br1t.Chem.Eng.
1
646 (1962)28. N.N. ,Erd! u Kohle
12
540 (1963)29.M.K11patr1ck ,Petrol.Ref.
II
171 (1954)30.A.A ndrews,L.Pollock , Chem.Eng. ~ 37,~6 (1959)
31.HoKrekeler ,Petrol.Ref.ji 10,139 (1955)
32.N.Chopey ,Chem.Eng. sept 2 , 34 (1963)
33.M.Bogart ,Chem.Eng.Progr.
2§
7,90 (1962)34.G.Fleming , id
2l
6,249 (1956)35.J.Fansworth , Ind.&Eng.Chem.
11
8,1517 (1955)36.K.Osthaus ,Erdöl u Kohle
12
270 (1962)37.A.Roche c.s. ,Petrol.Ref.
i2
3,161 (1964)38.H.Andrews , id
II
154 (1952)39.L~Tautsumi , id
l2
287 (1957)40.J.Fair c.s. ,Chem.Eng.frogr.
2l
433 (1957)23
,Oil&Gas J. ~ dec 21 , 70 (1964) 42.K.Brooke 4~.G.Nonhebel 44.D.Rof!le11uB 45.K.Sehm1dt 46.H.Oet-B.Raeow 47.W.Nelson 48.D.Kern 49.J.Lichtenstein 50.J.Ferry 51.W.Trinks,Gas Purification Process (1964) , 444
,Chem.Eng.Progr. ~ 10,59 (1-960)
,Brennstoff-Chem.l1 145 (1956)
,Lehrbuch der Chem.Techn. deel 2,1097 (1964) ,Petroleum Refinery Eng.4edr (1958)
,Process Heat Transfer 674
,Chem.bng.Frogr.
2Q
64 ~1964),Chemical Eng.Handbook 4 dr en ,Industrial Furnaces 3edr deel deel
52oC.Hodgman ,H~ndbook of Chem. and Physics
53.H.Linden ,Ind.Eng.Chem.
11
2470 (1955) 54.D.W11aon-W.Lobo , id. ~ 486 (1932) 55.W.Lobo-R.Evane ,Trane.A.I.Ch.~.12
743 (1939) 3edr ( 190) 1 ,1944 2 ,195556.Rapport Werkgroep Warmtetransport Verbrandingsgassen 57.E.Henley
58.J.Maxwell
deel 1 (1964) , deel 2 l1963) en Centraal
Techniech Instituut TNO afdeling Warmtetechniek. ,Stagewise Process Design (1963) 171 ,Databook of Hydrocarbons (1950)
I ' , / . , . ,
..
• •1 KRAAK FORNUIS 2 LAMONTE KETEL 3GASOLIE DESTILLATIE 4 OLIE/WATER/GAS SCHEIDER 5PROCESWATER STRIPPER 6 WASKOLOM 7BENZINE STABILIZER 8CONDENSAAT STRIPPER 9DROGER 10 METHAAN AFSCHEIDING 11 WATERSTOF ZUIVERING 12 ETHAAN AFSCEIDING 13KAT. HYDROGENERING 14 ETHEEN DESTI LLATIE 15ETHEEN STRIPPER 16 PROPAAN AFSCHEIDING 17 PROPEEN STRIPPER
1 I
KOELI NG MET WATER
C2 ,C) ETHEEN re sp PROPEEN NAFTA BUTAAN 3 STOOM STOOKOLIE C3 NAAR COMPRESSIE PROPEEN ,; PROPAAN,
VAN KOLOM 15 en17
5 6 WATER STOOM WATERSTOF VAN KOLOM 18 7 11 8 NAFT*RAKING tot ETHEEN en PROPEEN A.v.d. BOGAERDT JUNI 1966
l
I ' t I •
I
.
I
• Tabel : 1 "I
J r~
H 103 / kcal/kg wt%
kgmol/hr kg/hr Ho m 0AH
kcal/hr p V L.-CAT '.103 kcal/mol kcal/hr 1 [l.tm p r 66.6 nafta Wc. 318 40734 10300 4195601
O
~
~
1
0
'~
~
013350
t
'
". (cal/g) 33.4 stoom lib'( 1130 20367 363 73'33 .~ 1 .1 H 2 221 446 68 15028 3.45 2846 1269 \I 17.0 CH 4 432 6925 192 82944 0.84 693 4801 27.7 C 2H4 402 11284 316 127032 0.65 536 6048 3.8 C 2H6 52 1564 341 17732 0.77 635 993 13.9 C3l:J.6 135 5664 460 62100 0.66 544 3081 0.6 C3HS 5.7 251 488 2782 0.76 627 157 7.6 C 4H
l
u
1, 55.5 3110 595 33023 0.64 528 1642 22.3 benzine 91 9087 900 81900 0.55 454 412?,y-= 5.9 stookolie 7.9 2400 1600 12640 0.45 371 890v
100.0 1401 40734 435181 voelbare +~~~
, 419560 verdampingswarmte reaktiewarmte.
.
=l~~~1'De reaktlewarmte is 15600 tCal/hr
=
383 kcal/kg nafta.Voe~bare en verdampingswarmte is 33750 tcal/hr
=
828,5 kcal/kg nafta De totaal toe te voeren warmte aa n brandstof is 51940 tcal/hr (zie'tabel 2 )
~
«;1
rJU- J( 11-1"'7~
'---~ h/ ",-i-y cl, \( 1 /'(1) -I (---
-i'j , '/,:U? ,{t..ç" .... ( ! (ttt" , U.
h.v t(..~-c/ ,~'YJ 0~_
~ 1" s <9c Î ) I . --") ,1 /1 1 , .I c-.... ? _ , - .~ '-• ... v _" ', .. ..,)v - 001 ) J .. -ok f' ;, _ " ,jod '
C .J. Ó'~/1I...7
- _ "Lo(t", hit-. ~ J(~
~
_
~~
c
)
, 0b5-A
..
.
~.{ 'lYIJ t!L(o,~.û.. 0c
t
n.J
t, /fu..tt',).,I •
I
·
I •
25
Tabel :
2
0J
f/J....~
ttu..
!t/)
I~-o ue/~
I~' ~0-
fi,
0&-
~1-"'
~ I~,(l~ä",,) ,!{-~j:J
Sectie eenheden in tcal/hr
I
afgevoerdeiendement
%
benutte warmte . I'LtoegevoerdeStraling 2
~,..: I15000
30000
150
0
0
(5~) . ~tral1Dg 1 kw~7950
(50%)
water3020
~65-850 oe 10970,121940
10970
51940
25970
p
Ol1vec tie kws /~
(
9
0%)
verdampi:r-15050
740
25230
Warmteverlies -~~,·th3350
~
-565-00 water4380
---
-' 22780J ~o-taal48750
~.-.-.-.-.-.-.
/
v7
252301
2
5
"
0
/ "- -schoorste~ verlies 'De
entalpie van
~h~l~ rookgassen, bij verschillende~ . . p.ratureD in kcal/kg ~
-6,5 26,7
82
110
141
6,42 26,2 52,8 80,5 108
138
296
382
167,5 196,5 228
292
315
Oatleend &aD gegevens van Ir J.C.Koe~ van het Lab. voor
1 -I I •
I
·
I"I
-Berekening van het aantal schotels van de etheenkolom. etheen/ethaan scheiding. (Litt.57,58,44) Gegevens:
Druk in de bodem van de Lolom 19,5 ata
Eisen voor de zuiverheid:
top : 0,995
%
etheen0,001
%
ethaan0,004
%
metha an en lichterDe zuiverheid va n het eindprodukt na de stripper is dan 99,9
%,
de polymerisatiegraad.
bodem: 0,99
%
ethaan0,01
%
etheenDe relatieve vluchtigheid
c; /
C2 is 1,6=
~Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van de FeBske-vergelijkipg Het aantal schotels wordt berekend als volgt
(~1 ) (.!2) Nm
=
log (x 2)D' (x1)W log 0 (=
0.995 • ~ log 0,001 0,01 log 1,6=
22,6Het aantal schotels wordt dan na aftrek va n de kookketel
gecorrigeerdvoor de 8ohotelefficiency
=
2,5 • Het aantalscho-tels wordt dan 54.
Nu moet nog ge corrigeerd worden voor de kolomefficiency.
De viscositeit van de vloeistof is
JU
=
0,435 centipoisesBij a( .~
=
1,6.0,435=
0,7 centlpolses is de kolomefflclencygslijk 0,55. ~~
bijlage 2
Bereke~1p,
van
,
de drukV§! over een fornuie.(litt.50)R. -
e
·I·d~
In het tweede fornuis is v
=
107mis
7
= 0,024.10-3 Nsec/m2 (litt.5S)d
=
5"=
0,127 m~:
61.000I
65=
0,26 kg/m3, 3600
Re
=
1,5.105 ,
relatieve ruwheid van de pijpen 5.10-4 •na.
1a 4f= 0,02 (litt. 50)
Het weerataRdsgetal voor een bocht wordt gelijk 2 gesteld en hetaaatal bochten 3.
27
( )2
A P = 0,02·~0:"', 1~2~7 +