TOE:PASSING VAH HE:T
CAISSON- SYSTf:f:M
.
6Y HE:T F"'IL
TO!GE:~OUVOP Hf:T
n:.re~E:JNVAH
DE:
CENTJlALE:
GELDERLAND
zoao
·
~AISSONW~~ 1905. Artikel 1.
Ter beveiliging van personen, die zullen werken, werken · of gewerkt hebben bij de uitvoering van bouwwerken onder gro-tere dab de atmosferische luchtdruk, worden door ons bij al-gemene maatregel van bestuur bepalingen vastgesteld ten aan-zien van:
.!•
de inrichting, de toestand en de hoogte van de werkkamers; b. de te nemen maatregelen, de aanwezigheid en de deugdelijk-heid van doelmatige werktuigen en andere hulpmiddelen om de veiligheid van de personen op het werk, in de werkkamers en in de schutsluizen te verzekeren;~· de zuiverheid, de verversing, de verontreiniging en de temperatuur· der lucht in werkkamers en in de schutsluizen; d. de verlichting van het terrein van het werk en van de in-richtingen, waarin onder grotere dan atmosfer:i.sclae luchtdruk moet worden vertoef~, als werkkamers, schachten, schutsluizen
en recompressiesluizen;
~· de grootte en de inrichting der schutsluizen en der schaoh-ten en het bedienen der kranen bij het schutten;
f. de aanwezigheid,de grootte en de inrichting van een reeom-pressiesluis dienende tot behandeling van caissonzieken; ~· de aanwezigheid, de grootte en de inrichting van
lokali-teiten die beschikbaar zijn voor personen die uit de schut• sluis komen;
h. de aanwezigheid van voldoend deskundig personeel op het werk tot verlenen v~ hulp;
i. geneeskundige hulp op het werk;
,j_. het toelaten van personen tot het verrichten van werk-zaamheden onder grotere dan de atmosferische luchtdruk; k.de tijd gedurende welke het in- en uitschutten moet plaats hebben;
1. het kosteloos verschaffen van bepaalde dranken; '
!!!.• het verbod van het verschaffen op het terrein van hot werk van bepaalde dranken v~or, tijdAns of na het werken onder grotere dan de atmosferische luchtdruk;
!!.• het verbod van het brengen of het e;ebruiken van bepaal-de dranken op het terrein ·van het werk;
~·de tijd gedurende_welke een persoon onder grotere dan de atmosferische luchtdruk mag werken;
S·
de tijd, welke· voor een persoon die onder grotere dan de .:1tmosferis.che luchtdruk heeft verkeerd, moet verlopen voor-dat hij opnieuw onder zodanigen luchtdruk wordt gebracht.'-::AISSOMB4~SUTIT 1907. Artikel 2.
De werkkamer moet een zodanige hoogte hebben, dat de werklieden .dàarin zich vri'j kunnen bewegen, zolang zulks niet verhinderd wordt door vermindering van de vrije ruimte in de WArkkamer tengevolge van het opvullen daarvan of van het doorschieten van het caisson.
Artikel 6 •.
· De pe:rrsonen in de werkkamer en in de personen-schut-sluis moeten zich tot het doen van meded·~lingen in ·de ge-meenschap kunnen stellen met het daarbuiten met het toe-zicht op het schutt<?n belaste personeel. Ten behoeve van
d;~ personen in de werkkamer moet zonodig een telefoon be-schikbaar zijn.
Artikel 28.
De werkkamer, de schacht P.n de schutsluis moeten vol-doende verlicht worden. Voor kunstverlichting mag geen
an-•
de~ dan electrisch licht worden gebruikt. Artikel 45.
~ot het verrichten van werkzaamheden onder ·grotere dan de atmosferische luchtdruk mogen slechts wnrd . .:m toege- · laten:
a. indien de overdruk minder dan tatm. bedraagt, personen die hu..n·20' jaar nebben voleind en omtrènt wie aan de b e-stuurder van het bo,1wwerk · ·et=m schriftelijk gedagtekende verklaring is afgegeven, waaruit blijkt dat zij voor die arbeid geschikt zijn bevonden
b. indien de overdruk
t
atm. of meer, doch mind~r dan 3 atm. bedraagt, personen als onder ~· bedoeldp met uitzondering · van hen, die hun 45' jaar hebben voleind •.2.• indü'n de. overdruk 3 atm. of meer bedraagt, personen ale onder a. bedoeld, met uitzondering van hen, diehun 35'
~ouw van het filtergebouw.
op een zandopstorting werd, nadat men eerst
stekein-den in het vlak van de vloer gelegd had, een werkvloer ge-stort. Tegelijk met d ze werkvloer stortte men de tijdelijke f~dering. Oorspronkelijk wilde men deze fundering storten in stukken van twee meter lengte; dit heeft men echter niet gedaan, de fund~ring is in ~én stuk gestort.
De .zandopstorting had de afmetingen van de toekom-stige werkkamer, d.w.z. de hoogte was, vanaf de snijrand ge~
meten , 1.80m. aan de zijkant en 2.00m. in het midden van het gebouw~ De lengte w~s, langs de snijrand gemeten, 21.71m.
de breedte 11.25 m.
De snijrand, een tiNP ~0 profiel, werd op de tijde~
lijke fundering geplaatst. Op deze fundering en het onderste deel van de werkvloer was asfaltpapier aangebracht om aan-hechting te voorkomen; de :zrest van de werkvloer hoefde men
later niet te verwijdenen.(7.ie -volgP.nde bladzijde)
In dat deel van de werkvloer dat het plafond van de
werkkamer vormde, werden sparingen aangebracht en
buisdoor-voerin·:,en ingebetonneerd, resp. voor het afdalen in de werk-kamer en het aansluiten van de zuigleidingen en ontluchtings-ventielen.
Na bet storten van de werkvloer, die aan de schuine z~jden 10 cm. dik was en in het horizontale deel 5 cm. dik
gemaakt werd, heeft men het gebouw volgens tekening opge-bouwd, waarbij 1101
m3.
beton verwerkt werd en 140 ton staal.,-
1.
.
....
~
-3
QI
2
~ POMP YOOfe YtS..ïE:~À...b.HVOE'Iie
! J<'!::'.!a!:~Yf; COMPRJ;:~~ '! COMPR.E:&SOJO? ~ Y»HDKETE:L 5 RE:OUCTJEVE:HïiE:L 6 l-UCHTFJL T~K!:> '7 1-UCH..,A.ÁN·VOE.R o ~..('TE.R.ÀANYOE:J;ë '--·llliilo· ~
9 W'Ä"rE.Jë! (G~ME:MGO ME.'T"' ::l'~r-tO} 4-r-Y'OS:.::~
lo _.lJJGl..E'IDH-.(<3 .ff . riJC't'-M:"S.LUJ'ZEN HAVEM "'n'DEJ.YKE ArD.4MMING
SITU.AT
lE:
&C.Hh~l. ~:5oo
. WEGI
.
C.Gà.X U I D I
L.-_· - - - ,I
I
Aanvoer v~rse en afvoer verbruikte lucht in de werkkamer.
HA HE.T 'ZAKKE:.N
Bij de noordgevel van het filtergebouw was een keet
gebouwd, waarin op een betonnen fundering de compressor stond
opgesteld.
De compressor bestond uit 3 onderdelen t.w.: de
aan-drijving, een electrometor met een capaciteit van 44 kW.; het compressorgedeelte met een maximale ~anzuigcapaoiteit van
12t m3/min. bij een compressie van 2t atm. overdruk en het
koelgedeelte, werkend met een · radiator en een waterpomp,
aan-gedreven door een electrometor
V'an 6.3 kW.
De door de compressor
aan-gezogen lucht werd aangevoerd
via een leiding door het dak. De compressor,voorzien van
een ~ijnregelaar, zorgde voor de
drWt in de windketel. Op deze
windketel was ook de
reservecom-pressor aangesloten, aangedreven
door een dieselmotor, welke com-pressor constant bedrijfsklaar stond, ingeval de hoofdcompressor bij uïtvallen van de electrisohe stroom buiten dienst zou komen te staa.n.
·1
\ " ·~
.f. ,.
-
l
De reserve co_mpressor,
opge-steld naast de centrifu
gaal-pomp aan de haven, had een
aanzuigcapaciteit van
4t
m3/min •bij een druk van 7 atm.
Via de windketel kwam de
lucht bij een regélbaar re
-ductieventiel, zodanig
gecon-strueerd, dat het ventiel een
constante, van te voren be-paalde,luchtdruk doorliet.
Na dit reductieventiel
splitste de luchtleiding zich.
in twee~n, waarvan de ene lei-ding als reserve diende voor de ander. Deze lP.idingen ging-en nu naar de filters, waarin
de lucht van olie en waterdamp
gezuiverd werd. Tie nu gereinigde lucht kwam in een van
afslui-ters voorziene ringleiding, waarop 2 rubberslangen, die de·be_
wegingen van het gebouw moesten
0-p. en in het gebouw weT-den weer vormvaste buizen
ge-bruikt; wel~e naar
buisdoor-voeringen leidden.
Aan de andere zijde van
deze buisdoorvoeringen, welke
I
uitkwamen in een der
pompka-mers, waren terugslagkleppen
bevestigd om te voorkomen,
dat door beschadiging van ~~n
· der leidingen, de lucht vrij
uit d~ werkkamer weg zou
kun-nen stromen.
Zolang dP snijrand van
het caisson nog niet de
grond-waterepiegel bereikt had,
.
.
bleef de luchtdruk in de
werk-kamer gelijk. ne afgewerkte
I
)
OHOE-IZ.:ZYOE VAH DE e>U\~
DOORYOE:JZIHGE.M VOOR. OE:.
..I~ANSl..Ul~IHG V...&.H OE
l.UCH'TU::)OtHC3E:H Jl'i 'OE R:)l"t?-K~,.-c,'f:R,
lucht werd door de constante
toevoer van verse lucht onder de snijrand door naar buiten
gedrukt, wat zichtbaar werd
door opborrelende luchtbellen o.a. in het bezinkbassin.
Zodra de snijrand de grondwaterspiegel bereikt had, begon de l~chtdruk in de
werk-kamer op te lopen, omdat de
· lucht het grondwater weg moest
drukken. Bij de snijrand ontstond zo een evenwichtstoestand, tussen het naar boven drukkende grondwater en de ·naar beneden drukkende lucht. De verbruikte lucht verdween ook to.:-m dus
ge1;voon .onder de snijrand door.
De pompkamer, waa.:rin de buisdoorvoering~m e.n de schacht (zie foto nr.25) uitkwamen, moest luchtdicht
afgeslo-ten worden van de c~ntrale ruimte waarop alle pompkamers uit-kwamen •. Dit deed men d.m.v. een houten schot, waarop een
sta-len plaat was bevastigdp welk schot m.b.v. stcm~els op zijn· plaats gehouden werd.
A~- en afvoer vnn water in de werkkamer.
'
Het water,da.t men in de werkkamer nodig had, werd opgezogen uit de haven. Hiervoor had men 2 hogedruk-centri-fugaalpompen opgesteld, beiden aangedreven door een diesel-motor, voor'zien van een zuigleiding 95200 met zuigkorf. Het opgepompte water we.rd onder een druk van 7 a,tm. via een {e
-zaroenlijke leiding doorgepompt. Buiten.het gebonw maakte men
gebruik van flexibele slangen ~200• in en op het gebouw
werd-en stalen buizen ~200 gebruikt, welke naar de buiadoorvoering:..
en leidden.
In de wcrk~a
mer wae op d~
buisdoorvoering een centrale lei
-ding ~125 gemon-teerd' waa:eop 10
slangen
a~~esloten waren, voor
-zien van
afslUi~ tere •.- . ... • ..Jft_
F"ILTE.~$ce.OO'W",. GE":Z:ICN V..6.~r DE
H.A\If:N-%Y.Dr" Mt:....- 1.1Ht<6 OE: Pl-&4,..0 'W'AA~· ~T
JZ)EH0DJG OE" 'WA9jE:Jë .... ~ 4.-HGE::ZOGE:N 'W"EJ20.
CE:H'T1~4l..E: LEJ -OJNG M2:'ï A\.f'" _ e.l..UJ'ï~ JH 02:..
I
.
~&COPISCHE Z U)GU:)D))·1G
Het naar binn n
en
naar buiten brengenvan
personen in enuit
de werkkamer.Het toelaten van
perso-nen en materialen in de
werk-kamer geschiedde via de
lucht-sluis. Deze luchtsluis bestond
uit 3 delen t.w. in het midden de kamer van waaruit men, door
De waterafvoer geachiedd·e via .en zuigleiding ~200, vo or-. zi•'3n van een zuigkorf. Het
water, vermengd met zand, werd opgezogen door de Pan
-zerzandpomp, een centrifugaal
pomp, aangedreven door een
45 kW. eleètromotor .
Deze pomp stuwde het water
naar buiten, waar het in het bezinkbassin gespoten we~.
de schacht, af kon dalen in de
werkruimte en waarin dus
de-Z8lfde druk heerste als in de werkkamer, met aan weerszijden
een schutkamer. In ~én
schut-kamer kon men 4 personen tege-lijk schutten. In de middelste kamer was boven de schacht een hijsinstallatie aangebracht,
aa."l.gedreve.n door . een electromotor.
l_-
~·
Aan deze hijsinstallatie was een bak bevestigd, waarmee men materialen en stenen kon ver-voeren.
In deze kamer waren ook
de toegangen tot de materiaal-stortbakken, waardoor men grote etenen en stukken beton buiten
d·; sluis kon brengen.
Volgens art. 6 van het
caissonbesluit 1907, was men
verplicht een
telefoonverbin-ding te onderhouden tussen de
wè·rkka.mer, de kamers in de luchtsluis. en de buitenlucht. 'Hiervoor was een huistelefoon
aanwezig met een aansluiting bij
d~ compressor, de zandpompen,
j
de luchtsluis en de werkkamer. Ter onderscheiding van bovenge~
noemde ruimten was, voor het oproepen van é~n van de
bovenge-noemde plaatsen een eenvoudig systeem opgesteld; voor het
op-J
I
I
roepen van b.v. de man bij de compressor, moest men de
tele-foon
4
maal laten bellen.e,ul'n:H'ZYOf:
Werkwijze.
De.arbeidera, die beneden in de werkkamer moeaten gaan
werken, werden eerst ingeschut.
In de schutkamer waren
4
zit-plaatsen. Na de buitendeur goed dichtgedraaid te hebben, zette men een ventiel open, waardoor de drlÜ{ in de achut-kamer langzaam gelijk werd aan
die in de middenkamer. Z.odra
de druk gelijk was, kon men de .
tussendeur openen·en konden d0
.. arbeiders via. de schacht naar
beneden gaan.
...
De ploeg arbeiders bestond
·uit 10 man, waarvru1 8 man
ie-der een slang bediende~ en 2
man stenen en stukken beton naar de kubel brachten, die aan de
hijsinstallatie was bevestigd. De slangen ~56 waren·
aangeslo-ten op de centrale l eiding met
een a.fslui ter (zie foto nr. 9 ).
Met waterstralen ~poot men de
.
'grond los,· waarna andere arbei_.
ders, voorzien van slangen, d ~ losgemaakte grond transporteer~
den naar de zuigleiding.
De zuigmond
van
dezeleidin'!, was voorzien van een
rooster, waardoor stenen met
een grotere diameter dan
7
cm.niet opgezogen konden worden. · Om te voorkomen, dat de zuig-leiding dicht zou slaan door
een te grote aanvoer.van.zand,
was aan deze zuigleiding een slang ~90 bevestigd, welke ~
zorgde voor een onafgebroken
"-I
..
J..066PUJTE:N V4M GROHO ME."r
&At-iG.E:N 'W'A~lë!OP 7A~M.
\v".J.. ~~O~UK. S""'""t:)t'10.
\
HE:.T 5PUI"TEN V~J"'(
2.
M-:tN OP< i>E. %i.JJGLE.l0lHG; 'T'Ea.E.N"DE:. )...EIDIHG JS OE 04.4.~Al'-(
~E.VE.~'l"'lG.DE:. 61....6.t-IG SIS 9o
ZK:Hrr~AÀ~.
6l.AKK.E:NH(..U~ V..A.H DE.
:z:..A.NO-PoMP, ME:.'T PEJZ5l..E:JOJNG E.H
4.~H5l..Ul'r1HG NAAJZ
V..6.CLJUM-F'OHP,. WAh ~lH !:l:M PEU . .Gl..A6
GE:MOH'TE.~O ""'4~.
WAA-R.-~OVt:.N DE SCH..à.KE1.AA.2. VOOR OE. e>f:OJE:NlNG VAH
wa.terstraal op de zuigmond. Ool{ stonden nog 2 arbeiders con-stant rond de zuigmond te spuiten om te zorgen dat de zuig-mond onder water bleef en ook opdat het zand e;oed met water
gemengd werd. Deze 2 arbeiders waren vooral nodig, zolang de
snijr1nd de grondwaterspiegel nog niet bereikt had.
Ondanks deze voorzorgen gebeurde het toch nog wel, dat
de zuigmond dicht sloeg, waardoor de za.ndpomp, ~en
centrifu-gaalpomp, zonder water kwam te staan. Aangezien ze niet zelf-aanzuigend vTas, moest . er dus water in het slakkenhuis gebraclllt
,,'Yorden. Hiervoor was tijdens het werken van de pomp~n doorlo-pend iemand erbij a.a..nwczig. Op een ampèremeter kon dez.e man
zien of de. pomp werkte, of droo~ stond ( zonder water daalde da e.mpèremeter tot 65 Amp., als hij werkte, wees de · mP-ter
100 Amp. aan ) • Zodra de pomp zonder water 1<:wam te staan,
schakelde hij 8 .. n, boven op het gebouw staande, vacuurnpomp in,
die het water opzoog tot boven het slakkenhuis (zichtbaar in ~en peilglas, zie foto nr. a~
) ,
waarna hij do vacuumpomp weer uit kon schakelen. ·'
.
""~ ·I . l~
,~
l
Toen dJ snijrand de Brondvraterspiee;el bereikt had, werd het werken in het caisson eenvoudiger. Doordat de
zuig-l eiding telescopisch was, kon fteze uitgeschoven worden tot
on-d8r de snijrand, waardoor de zuigmond in het grondwater hing en dus geen gebrJk aan water kon krijgen tijdens het opzuigen. van water en zand. De 2 man rlie eerst nodig waren om te voor-komen · dat de pomp zonder wa.t.er kw"'rn te staan, ,:to est.oD. nu ook helpen bij het transporteren van g .. :·ond.
hoeveÇ)l het gebouw gezakt was.
Onder in het gebouw wil-de men ook kunnen zien, hoe snel het gebouw zakte en de ma-te waarin het geheel al dan·
niet recht naar beneden ging. Aan de buitenzijde was dit
ee•-1 vou~ig te.meten m.b.v. een wa-terpastoestel en
4
vaste punten hetgeen dan ook dagelijks ge-daan werd.(zie grafiek volgen.-.de bladzijde)'
Om te kunnen zien hoe-snel het gebouw zakte, had men
in de werkkamer een stalen staaf oa.2 ~. in de grond ge-slagen. Door nu de afstand te
' meten van bovenkant staaf tot aan het plafond, kon :men zien
Om te kijken of het gebouw recht stond, had men in de
werkkamer 2 sl~ngenwaterpasaen, op een paar planken aan het
plafond b.evestigd, opgehangen. Deze 2 waterpassen stonden
loodrecht op elkaar en evenwijdig aan de lengte- en bre.edtea.s
van het gebouw.
Het opgezogen w~ter en zand werd door de
Panzer-zand-pompen naar boven geperst en via leidingen ~206-buiten .het
.
I
g.~bom~ gebracht. Naast het filtergebouw had men een gedeelte
ontgraven, .op de .plaats waar de kademuur moest komen; dit deed
dienst als bezinkbassin.
Aangezien echter de hoeveelheden grond en water, ,die op één dag gepompt werden, veel groter waren dan de inhoud
van het bezinkbas·sin zócht men een uitweg voor het wa~er. Men
groef hiervoor een sleuf naar de haven aan het einde van het
bassin, hierdoor kon het overtollige water weglopen, terwijl de grond, die al eerder bezonken was, achterbleef.
Dit verwekte heftige prot8aten van de zijde van de Centraie Gelderland
I,
waar men vreeede dat, omdat de inlaat-openingen van het koelwaterkanaal. recht tegenover de gegraven sleuf gelegen waren;de filters dicht
zoud•;n el i bben. Men moest h~'t water dus op ee:a
andere manier
lo-zen. Hiervoor
stel-de men een
centri-fugaal pomp op aan
het einde van het
bezinkbaamitt, welke
pomp het teveel aan water wegpompte
naar e~n uitgestrekt terrein,
gelegen achter de kolen:pa.rk- ,
:!" 3 Q() .-~
tunnel, waaromheen men. een '<do•~<f
dijkje gelegd had.
De stenen, ~ie te groot waren voor het roodter aan de
zuigleiding., werden via de m
a-teriaalstortbak naar buiten ge-transporteerd, waar ze l~gs
een glijbak i11 het filterge-bouw g~stort w~nd.en, naast de plaats waar zich de
schacht-doorvoering in de beton bevond.
Wa neer de arbeiders naar buite• wilden, moesten ze
weer geschut worden. Dit moest geschieden volgens de
as.nwi·j-zinge:n uit art. 51 van het
Caissonbesluit 1907, aangezien de mogelijkbeid anders niet
uit-gesloten was, dat men last zou krijgen van de caissonziekte.
Hiervoor had m~n een tabel opgehangen in de schutkamer (zie
J/
\rolg~nde bladzij de)·. In de ·
schutkamers waren manometers
aanwezig, zowel aan de
buiten-G· zijde als aan de binn~nzijde .• ·
De manometer aan de buitenzijde
was zelfschrijvend. Hi~rdoor ·
kon men op ~en ~chijf·, die iR
24 uur ronddraaide, de schut-tijden en het drukvArloop in
d~ schutkamers cont:rrolenen. Toen op 17 november de snijrand d~ N.A.P.-lijn bereik-_te, trad een evenwichtsteestand
op. Om het gebouw gemakkelijk
te laten zakken, moest het voldoende gewicht hebben.
Door-dat de optredende wrijving een
groot d~el van het gewicht van
I
UITSCHU'TTYDE:N
OYI:R.DQUl<
<
4.4TM.5
MIH. UITSC.HU'T-rE.N.OVE.I2DJ2Ut<IH
OYERDJ2UIC
lH VE~LYF"TYD lH 'WEJZXKA.ME"R lH UQE.H'W1:12"< )(.,~ME A 5C.HUT!tLUI I
o- 'Ir.
f&-~
4
-~~L
·\-t
2-2%12\-~ ~-~~~ ~f.t-Jc·
>-4
lH A.TMO&ri:I21:J'"C ~
fl.
"IHU..-EH 1-UNIMUM SC'HUTTVJ) I ... MIHUTEH~.o
-
t~
o,25
·
5
~
~
5
5
5
5
~
i.~
tE
'·
-
o..!G9
5
5
5
5
~
ia
1o
15
i
,2,
-
i,~
o~5'
·
.5
'
5
5
5
1o
45
.
~5
2o
't~
-
i~
.'
o •
.L.~
~-5
5
lo ·
.
15
2o
25
e>o
i,l.
-
t5
o,J..7
5
:>
~0 ~5
2o
25
~0
l.o
·
.
IN5CHU'T'TYOEH
· VOOR U.KE
v~o
àTM. O'VE2D2UKV&
MIH. IH6C!HUTTCN&OVEHSTA..A.MOE OPE.E9TI:LD HAAR. .-~;c;E.VE.HS 0\~· ·HE9J"
CA..l'!tC:.OH~r~urT
~907
·
1~
25
l.co
5o
65
~H~F" VAM · :ZE.LV~H2"»'VE.HOC MJ.I.t-CO ME:TE:R.
het gebouw ophief, evenals het naar bovendrukkende grondwater, was het geheel ni~t zwaar genoeg. Hen besloot waterballast te .
g~bruikert. De ruimte, \'f~Ulr de zandpompen opgesteld stonden, achter de schuiven geplaatst voor de inlaa.topeningeJl voor het koelwater, moest eerst water
-dicht afgesloten worden van de reet van het !?Jebouw.
Hierna W!:!rd ca.
2 m. water in het gebouw gepompt.
Al gauw echter bleek, dat é~n
"waterdicht" schot niet
water-dicht was, waardoor de
zan.d-~ompen onder wat~r dreigden te lopen.
In dit g~val bracht de
hrandw~~r uitkomst, de pomp,
dio de brandweerlied~n
mee-brachten, was in staat, in
korte tijd,het water weer uit
het gebouw te nompen.
Door h~t ~egpompe~
van de ballast, was het
ge-bouw echter weer te licht
ge-worden. Men moest nu dus een
andere werkwijze toepassen om
het gebouw t e laten zakken.
:Dit deed me:JS. als volgt: fften
verwijderde voldoende grond
on.der uit het gebouw •. Vervolgens draaide men voorzichtig ee
oatluchtingsventiel open, waardoor een geQ:e~lt~ van het
luchtkusse:=. verd\lfeen en het gebouw zakte. Wanneer het vol~
doende geaakt was, sloot ,men
het ontluchtingsventiel en
-ging men weer ontgraven. Op deze wijze heeft men· de laatste 3 m. van het gebouw
1aten zakken, \'\'aarna men het
geheel tot op één cm.
na.uw-kell.rig op diepte gebracht had.
GEOPENDE SCHUIF=; W"...b..A~
~CHTE:Jë! f"t:'H OER:
%.4HO-POMPr.H ·o~E:S"lE.l...D 'w'..&..S
,/ /I
[
Nadat het gebouw zó op
diepte gebracht was, ging men
in de werkkamer de grond
ega-liseren. ne vrije hoogte in de
werkkamer bedroeg toen ca.
1.25 m., welke ruimt e opgevuld
moest worden met beton, om het
gebouw gewicht te geven en om
een waterdichte afscheiding te krijeen.
Na het losmaken en
ver-.wijderen van de zuigleidingen
en zand9om~en van de
buisdoor-voeringen, werd op één hiervan
de betonsluis aangeslo1en.
Deze sluis, die een
in-houd had van één m3., werkte
ook met luchtdruk.
Na het uitbuigen van
d~ stekken, die in het vlak, dat het plafond van de werkkamer
zou gaan vormen, ingestort waren bij de bouw van het
filter-gebouw en die dienden ter verankering van de beton in de
werk-kamer, begon men met het stortE?n van de ·beton.
Van te.voren had men zand aangestort aan de oostge-vel
van het gebouw, 'om de betonw13,gens zodoende in de gelegenheid
te s:tellen tot op het gebouw te kunnen rijden, waar ze in een
..
silo de beton stortten. Onder de klep van de silo vras een
trechter opgesteld, voorzien van een stortkoker, \lfelke naar de
betonsluis leidde. D.m.v. deze koker vulde men de sluis,waarna
. deze luchtdicht afgesloten en onder druk gebracht werd. De be
-ton werd nu'verder geperst naar de werkkamer, waar ze aangezien
ze zeer goed vloeibaar was (zetmaat 14), uitvloeide en ook de
kleinste -hoeken opvulde.
Om de hoeken van de werkkamer met beton te kunnen
vul-len, toen de werkl-:arner bijna e;eheel vol was, had men aan de
buitenkant van de ontluchtingsventielen afsluiters aangebracht.
Door een ventie~ te openen, ontsnapte lucht,. Welke plaats,
door de nog steeds gehandhaafde druk, ingenomen werd door
·beton.
De hoeve.:.;lheid beton, die totaal verwerkt werd in de
werkkamer, bedroeg 191 m3., welke hoeveelheid in 2 pericd,m
gestort werd. Tijdens d:~ ~~rste stortperiode gebruikte men de
huisdoorvoering aan de 7.uidzijde; tijd:=ms de tweede s-t
ort-periode werd de doorvoering aan de Noordzijde gebruikt.
Na het betonstort8n moest men nog 36 uur lang de
lucht-druk !:la.ndhaven, waarna men kon beginnen met het afbreken van
de installatie, zoals. de schutk~mers, de schacht e.d.
I
I
,,
-
.•
'1 " . ~-·..
_ t ' J .,). ,:·,· I• !J'i. 7"'. \ ..·~ .... ·
"
"
"
/ /,
______
/ '•' . ' •... I '". • ._.,. ~';i •. : \ •----
"
---
""
"
-,·( -~-
/ ·/ .·--
---
___
. / / 0 0r:
HOI21%0NTALE 1)002SNE1lE .1 •
\./à TE:l<AAHVOf:R~ • tu:XJ8J...f: l.fi0U"1&
~ • CE.N"TR.~~ \..t, l.l!JDIHG Mt.'T 'Öl..AHSl':.H
it ., 'ZUlGl..t:IOIHG
5 ... PANTZE:I<ZANDPOMP
6 • ..t.\.rVOf::t.eLEIDIHG
7 .,J.OCH'T51-UI5
11 .-MA. TERI ... ~~L ~'TOR'T~K
9 "'"
eci-f4-C'HT...
11