I
W.F.N.M. de Vleesschauwer Julianalaan 129
Delft
VER SLA G PRO C E S S C HE M A
november 1959
Technische bereiding van aniline door katalytische reductie van nitrobenzeen in de dampfase.
,---, Ji.'
"",
~---T I ia_Ier .. L cN--: ___ ~,~ ·~roffl .... 1 (nnratv_)~.:. ~~.~-'.~ "'-:-~~::""-:~
..
'.-
.~: ....
;
-~
i-!'
-
:
,,~...
--]
. . Iracllekolom1·
1
r
~
t, In---~ r.-h
l
·
~o
..
Iract . f -r--fluid Iood'- . r.oclor I ~, , condensor ~~ ~Dow lherm A----.ckJ--
-::.-~. --~
f~
~
fferunk
.J ' I ...."r
-i O~I· recycle ...- . / ' ... 1 I·""·idin, •. ~ "at ! I T· k .. ~r- lII-+~1
~- . ~ .~ ~}--. -1 l... v . l r , f - '~
"1...L... 'r
---•• _ . •~
..,
. --,--- , I. " i~,I
[~: 1! L,~J o ntw.teri 'lIS-kolom:
r:'
i
~'
:
'
',0 _., :- • , _L~
~'."M
-4
.1·
~-"
-y:; _ I:I
~
or~r
' '
ob- " I I~
.:.
I . 'H
I
~~
~"
( b-IO-_\,,1
~
~
-
IH
~-----"
... _ '.
,
'cd L::.:':.~'Tl(_ _ .- ' j _ _, ' "
_ ' ' --f7::::\voor _ _ .J--, ~r ---..li. .i " F~~'" I [- ~IIIII fertanl< .~ _ _ " _ _ _ L ----*'~_____.l T .. r~ ,rtdificati kot om condensor -111 i-.~ r.llu.·tonl< -.
"
~---··---·----1 1 r: Iooelar .l!!!ili.!!!. w.F. KM. ... Vl.e . . . . _ r Schoal 1:15110 .. _1_
I'3
.,:, \..
-2-I N LE-2-I D-2-IN G
Algemeen (1,2)
Aniline,
C
6H
5
NH2 , aminobenzeen of fenylamine is een kleurlozeolie, die aan de lucht spoedig bruin wordt.
Het is een tamelijk visceuze vloeistof met een scherpe
karak-teristieke geur. Het normale kookpunt bedraagt l84,4 ·C en het
Q l~
smeltpunt -6,2 C. Dichtheid d
15
1,0268.Het is in de meeste organische oplosmiddelen oplosbaar.
Oplos-baarheid in water bij
25
°
c 3,5
g/ 100 g. Normaleverdampings-warmte 103,7 cal/go
Aniline is giftig zowel als damp als in aanraking met dehuid.
De maximaal toelaatbare concentratie in de lucht bedraagt
5
ppm.Aangezien gevallen van chronische vergiftiging een veel voorko-mend verschijnsel zijn bij arbeiders blootgesteld aan aniline;
is dit een kwestie,die voortdurende~ waakzaamheid eist.
Gebruik van anilin~
(3,4)
Aniline is een grondstof voor vele producten, vooral voor rub-berchemicaliän en de kleurstoffenindustrie.
Sind de 2de wereldoorlog zijn grote hoeveelheden aniline nodig
Vloor de bereiding van synthetische rubber-fladditives" zoals carbanilide als versneller bij het vulkaniseren en
cyclohexyl-amine j' '1 hydrochinon en difenylamine als ant ioxidanten.
Difenyl-amine is ook een bestanddeel en stabilisator van rookloos kruit.
Hydrochinon is van grc)t belang voor de fotografie al s
ontwikkel-asr.
t
e.
Vrij veel aniline wordt omgezet
t~t
medicinale env~
inaire
pre-paraten. Bijvoorbeeld ay-i-f-e15r-f;'e (=acetanilide) Verder tal van
--sulfapreparaten, pijnstillende middelen en locale anesthetica. Ongeveer 1,5% van de totale produktie wordt in de
gomvorming. Verder vindt het toepassing bij de fabrikage van
bepaalde kunstharsen, als schuimvormer bij flotatje, bij de be~ c
strijding van schimmels en als oplosmiddel.
In de Verenigde staten was in 1955 het verbruik ongeveer als
volgt verdeeld: (3) Vulkanisatieversnellers Kleurstoffen Farmaceuti~cte produkten Fotografische chemicaliën Diversen Produktie en prijs (3,5,6) 65
%
16%
9
%
2, 5 7~ 7,5%
De grootste producent van aniline is de Verenigde Staten.
Duitsland komt met ongeveer 5000 ton ver hierna, even als
an-dere Europese landen. .ue produktiecijfers van de Verenigde
Sta-ten vertonen grote fluctuaties als gevolg van een weinig
sta-biele markt
.
1939 41. 775.000 Ibs Prijs 0,11$
ct/lb (5 ) 1945 87.195.000,
,
,
,
0,10, ,
1947 107.027·000,
,
,
,
0,12,
,
1949 72.311.000,
,
,
,
0,14,
,
195J 122.675.000, ,
,
,
0,17,
,
1952 98.582.000,
,
,
,
0,17,
,
1954 40.000 ton, ,
, ,
( 3 ) 1956,
,
0,22, ,
Nederland produceert geen aniline. De netto-invoer in 1954
bedroeg 115 ton ter waarde van fl. 120.000 (3)
In 1958 was de totale invoer 260 ton ter waard van 246.000 gld. ,
voornamelijk uit Polen ( 220 ton) en West Duitsland ( 36 ton)
Geëxporteerd werd 210 ton der waarde van fl. 221.000, practisch uitsluitend naar Frankrijk (6)
De netto-invoer was dus slechts 50 ton in 1958. De prijs beweegt
zicht rond fl. 1,- per kg.
De prijs van het meest gebruikte uitgangsprodukt nitroben7.een
•
-· -4-BereidingsmethodenAniline wordt hoofdzakelijk bereid door reduktie van
nitro-benzeen of door inwerking van ammoniak op chloorbenzeen. Het
kan ook bereid worden uit a~~oniak en fenol, maar kommercieel
wordt deze:nethode niet toegepast, daar fenol ongeveer even duur
is als aniline.
a. Reduktie van nitrobenzeen
,
75
%
van de produkt~e geschiedt volgens het aloudediscon-tinue Bé-champ- proces, ontdekt in 1854 en sinds 1857
industri-eel toegepast. De overall- reactie is als volgt :
De reduktie geschiedt met Fe-krullen en als katalysator HOI,
FeC1
2 of anilinezout. In Duitsland wint men door bepaalde
toe-voegingen de Fe-oxyden als verfpigmenten, die door hun vrij
hoge waarde zo de relatief ongunstige opbrengs-t-aan aniline
vergoeden. In Amerika wordt de overblijvende slurry gebruikt
in îjzerkisten voor de ontzwaveling van S-houdend gas, of als
substituut voor erts in de hoogovens.
Het reduktievat bestaat uit een met steen beklede ketel,
voor-zien van een roerder en een terugvloeicondenser. De
reactie-snelheid wordt geregeld door de toevoersnelheid van
nitroben-zeen of ijzer. De reiniging geschiedt in eerste instantie door stoomdestillatie. (1,2,4,7,8)
Aniline kan ook bereid worden door katalytische reductie van
nitrobenzeen in de dampfase, waarbij nitrobenzeendamp en,
water-stof of watergas over een katalysator geleid wordt bij 120-300 0
Als geschikte katalysatoren worden in de litteratuur beschreven
Cu en Fe en hun oxyden, Ag en Au, Silicagel geimpregneerd met
metalen als ijzer, Ni, Cu, V, Cd, Mo, MD, en CuC07-' Deze
proces-sen hebben de grote aantrekkelijkheid, dat ze continu kunnen
De reduktie van nitrobenzeen in de dampfase geschiedt slechts in twee kommerciële installaties, n.l. die van de l.G. Farben-Industrie A.G. te Ludwigshafen en de in 1957 gebouwde fabriek van de American Cyanamid Company te Willow lsland.
De l.G. installatie is beschreven in Fiat, Bios en P.B.
rap-porten (9,10,11,12) De capaciteit was 300 ~ 400 ton per maand.
De reactiekamer bestond uit twee kamers in serie elk met een
in-houd van 50 m3 • De reactie verloopt bij atmosferische druk ..
Als katalysator wordt eebruikt euc0
3 op puimsteen. In geval van een verse katalysator start de reactie in de eerste reactor bij een temperatuur van 170 ~C en loopt in de tweede reactor op tot
350~C. Naarmate de kat. ouder wordt moet de reactie bij hogere temperatuur verlopen. Indien de kat. geregeld door oxydatie met luchtzuurstof wordt gereactiveerd, is een lading kat. voldoende voor een periode van 12 maanden. De gebruikte waterstof moet CO-vrij zijn om vergiftiging van de ~at. te voorkomen. De op-brengst aan aniline bedraagt bij dit proces 98 .à 99
%.
De American Cyanamid Company heeft een etgen kat. ontwikkeld
waarvan de voortreffelijke eigenschappen in een drietal
patent-e~ op naam van L.O. Winstrom vermeld staan. (13,14,15) Een
over-zichtsartikel geeft (16). De kat. bestaat uit nikkelsulfide op
geactiveerd alumina. Deze wordt zo bereid, dat het alumina
amorf of p-A1
20
3
is en het nikkelsulfide bestaat uit een meng-sel van NiS, NiS2 en Ni
3
S2. De levensduur van de kat. bedraagt1600 uur (ruim 2 maanden Regeneratie heeft plaats door de
koolafzettingen op de kat. met een O-houdend gas bij een
tem-peratuur van 300-500 oe gevolgd door reduktie met waterstof in hetzelfde temperatuurgebied. Sulfidering van de kat. is niet
nodig. De kat. i~ ongevoelib voor ~ergiftiging door
zwavel,zo-dat dit proces eveneens geschikt is voor de produktie van
ani-line uit benzeen van petroleum afkó"stig. Ook CO heeft geen invloed op de activiteit van de:Z{. Ni-kat.
,---
.----6-De reactieomstandigheden zijn de volgende: temperatuur druk L.R.S.V. conversie .- 0 2.)0-350 C 1 ata
300 g nitrobenzeen/ uur, liter kat.
groter dan
99
%
Wordt gereduceerd in een vast-bed, dan is driemaal dé
~heore-thische hoeveelheid waterstof nodig. In geval van fluid-bed is
een grotere hoeveelheid nodie als ~luidisatie medium en wel
vij~ maal de theoretische hoeveelheid.
b. Ammonolyse van chloorbenzeen (2,4)
C6R5CI + NH3 ~ C6H5NH2 + HUI
Dit proces wordt uitgevoerd door de Dow Chemical Company.
Hier werkt men continu in de gasfase met een katalysator
be-re id ui t een Cu-zout met de NII4 -zouten van V, Mo, en P-zuren.
De chloorbenzoldampen worden samen met NH
3 bij 400·C over de
kat. geleid. De conversie bedraagt 10
%.
(1)Aard, Grootte en Plaats van de te bouwen Fabriek Keuze van het Proces
Allereerst moet de keuze overwogen worden tussen het
nitro-benzeen-proces en het chloorbenzeen-proces. In beide processen
•
is de invoering van de N-bevattende groep de prijsbepalende trap. Angezien de prijs van HN0
3 steeds aan die van NH
3
gekop-peld js, zal de ammonolyse slechts daar economisch verantwoord zijn, waar de chlorering van benzeèn naast andere fabrikaten
1
op chloorbasis voordelig kan geschieden. Wanneer we vooropstel-len, d8~ de fabriek in Nederland zal worden gevestigd, dan komt
slechts het nitrobenzeen-proces in aanmerking.
Vervolgens dient de keus tussen het discontinue Béchamp-proces
en ~elcontinue dampfase Droces gemaakt te worden. Be}alend is
hier de aanwezigheid van goedkope waterstof en de markt voor
ijzeroxyden. In geval van goedkope waterstof, bijvoorbeeld
• o~ wanneer grote koolwatersto~-stoom o~ watergas installaties
worden gebouwd, is dit proces niet te evenaren door andere me-thoden van reductie, wat economie en kwaljteit van het produkt
betreft (7) . Andere kenrrerkende voordelen zijn:
1. Continue conversie Véill nitrobenzeen in zuiver aniline. 2. Minimale arbeidskosten
~. Lage stoom en ener5ie kosten
4. Ontbreken van a~valproJ~kten
Voegen we hier nog aan toe de voordelen die de nikkelsulfide
kat. heeft boven de kopercnrbonaat kat. va~ de l.G. , dan is deze veruit te pre~ereren:
(15)
1. veel grotere reactiesnelheid (Er laat zich berekenen dat de specifieke doorvoersnelheid ruim 40 maal
zo groot is.)
2. 2rotere opbrengst
3.
la~gere levensduur4; de kat. kan herhaaldelijk geregenereerd worden, zonder dat deze vernieuwd moet worden.
Verwacht wordt dat de katalytische reduktie van nitrobenzeen
het ij~er-proces van de eerste plaats zal verdTingen. De
succes-volle concurrentie van de batch-installaties is een gevolg van hun flexibiliteit. Grote fluctuaties In de produktie voor spe-ciale doeleinden make~. dét deze eenheden kunnen blijven concur-eren.
Grootte van de fabriek
De netto-invoer in Nederland bedroeg in
1954
110 ton (3) enin
1958 50
ton(6).
De te bouwen fabriek zal dus hoofdzakelijkbestemd zijn voor produktie voor de export. De voor de E.E.G.
landen ~- vrijhandelsz6ne opent hiervoor goede
perspec-tieven. Vl3rw8.cht mag worden, dat de vraag naar aniline
geleide~î~
zal stijgen. Een grote toename zou de toepassing van aniline
als bestanddeel van raketbrandsto~ kunnen veroorzaken, hoewel
dit vrijwel uitsluitend de produktie van de Verenigde Staten ten goede zou komen. De export van aniline in
1
958
bedroeg210
..
--_-::::-. __ ... - ~~7
-8-ton.
(6)
~en grondslag voor een exportmarkt is dus al aanwezig.Het voorgaande in acht genomen, begroten we de produktie op
2500 ton per jaar, ofwel een dagproduktie van ongeveer 8 ton.
Deze produktie komt overeen met de helft van de jaarproduktie
van Duitsland enkele jaren geleden. De capaciteit van de
kata-lytische l.G. installatie bedroeg 3000 à 4000 ton per jaar.
Om een economi3~L~ Grootte te bepalen zou een marktonderzoek
ingesteld moeten worden. Eierbij zou ook nagega3n moeten
wor-den, inhoeverre de vestigine van een aniline f Jbriek in
Neder-land st imulerend werkt op het tot stand komen, of het ui t~:"'E
i-den van aniline verwerkende industrie.
Plaats van vestiging.
Behalve een anilinefabriek ~al er een nitrobenzeenfabriek
ge-bouwd moeten worden op basis van benzeen en salpeterzuur. In
aanmerking komen bestaande industrieën, die beschikken over ~
zeen, salpet~uur en in grote hoeveelheden over goedko~: __ ~~,=-
terstof. Dit zijn een drietal industrieën die op basis van
----cokesovengas een veredelingsindustrie hebben opgebouwd. De
cokesfabriek levert benzeen,en het stikstofbindingsbedrijf
salpeterzuur ( ui t ammoniak ) en waterstof. Voor Nederla.nd zijn
dit: Staatsmijnen in Geleen
Ivlekog in Velsen
C.N.A. in Sluiskil
De Staatsmijnen maken de meeste kans, omdat deze al een omvang':"" .
rijke industrie op basis van benzeen en homologen heeft opgebouwd.
Hoewel aniline geen typisch"petrochemical" is, moet ook
ves-tiging bij de petroleumindustrie overwogen worden. De~ze
be-schikt immers ook over benzeen en tevens ook over(goedkope l
wa-terstof als bij produkt van de katalytische reforming
instal-laties. Salpeterzuur moet hier echter van derden worden
• Beschrijving van het proces
Alvorens een gedetailleerde beschrijving van de
anilinefa-briek te geven in het kott iets over de bereiding van
nitro-benzeen. Dit gebeurt door directe nitrering van c2nzeen met een
salpeterzuur-zwavelzuur mengsel, bestaande uit 53-60
%
H2S04,
32-39
%
HNOÄ en 8%
H20.
De nitrering geschiedt bij eentempera-. /
tuur van 50-55 C. Een continue werkwijze is mogelijk. (2)
Over de technische verwezelijking van de katalytische
reduk-t:fJ VJ.::J. nitroben-seen tot aniline in dampfase zijn slechts
schaarse gegevens b8kend. De enige bronnen wat betreft t at LJ.
Cyanarüid Company proces zijn (7,11). De patenten (13,14,15)
hebben betrekking op pilot-plant proeven.
Als type reactor is een fluid-bed reactor gekozen. Deze is het
best in staat het voornaamste probleem van dit proces en van
hydrogenerings processen in het algemeen de afvoer van de bij
de reactie vrijkomende warmte op te lossen. Door de grote
lijfelijke menging van de katalysator komen geen
piektempera-turen voor. De reduktie geschiedt bij een gemiddelde
tempera-tJ
tuur van
300
C en bij atmosferische druk.Het proces begint met de nitrobenzeenverdamper waar de
nitro-benzeenvoeding na een extractiekolom gepasseerd te zijn in
ver-zadigde damp wordt omgezet. De damp wordt eemengd met recycle
en verse waterstof en de reactor binnengeleid. De reactor is
uitgevoerà als een groot aantal afzonderlijke 8-inch buizen
waarbinnen zich het bed bevindt en waaromheen de koelvloeistof,
in dit geval Dowtherm A, stroomt. Het bovenste deel van de
re-actor, het gedeelte boven de katalysatorbuizen, bevat twee
cy-clonen, om fijne katalysatordeeltjes die ~o'r de gasstroom
mee-gevoerd wordan uit het gas af t~scheiden en in de reactor terug
te voeren. De g3ssen verlaten de reactor bij een temperatuur
o
/
-10-tot 2l0~C. In een hierop volgende condensor worden aniline,
Wg-ter en niet omge~et nitrobenzeen afgescheiden, terwijl de
res-terende gassen via een blower naar de reector teruggevoerd worden.
Een kleine hoeveelheid gas wordt gespuid om het waterstofgehalte
op peil te houden. De gecondenseerde vloeistof gaat naar een
vloei-stof scheider, waarin hij zich splitst in een waterlaag ( bovenste
laag) en een anilinelaag (onderste laag) als gevolg van het
dicht-\~
t~
he idsverschil. De waterlaag bevat nog enkele procenten anil ine.~~
~ In een continue extractiekolom wordt dit opgeloste aniline
ge-extraheerd door nitrobenzeen in tegenstroom. De anilinelaag, die
nitrobenzeen en water als verontreinigingen bev~t gaat via een
voorverwarmer naar een eerste destillatiekolom, waar het water
wordt afgedestilleerd. In de tweede kolom wordt het resterende
nitrobenzeen afgescheiden. Tevens worden hier sporen
bijproduk-ten, als o-aminofenol en difenylamine afgescheiden.
M~teriaalbalansen
Reactor
Gezien de dagproduktie van 8 ton, wordt per uur aan de reactor
toegevoegd 443 kg nitrobenzeen, d.i. 3,6 kmol .
De conversie wordt g~steld op 99
%
.
De hoeveelheid waterstof inde voeding bedraagt 5 maal de theoretisch benodigde hoeveelheid.
De reactievergelijking wordt:
PhN0
2 + 15 H 2
-
0,99 PhNH2 + 1,98 H20 + 12,03 H2+
0,01 PhN02Aan aniline ontstaat
.
0,99 x 3,F x 93 = 331,5 kgAan water wordt gevormd: 0,99 x 2 x 3,6 x 16
=
126 kgNiet omgezet nitrobenzeen 0,01 x 443 = 4,5 kt':
Niet omgezette waterstof: 3,6 x 2 x (12 + 0,01 x
3)
=0
7
kg Waterstof in reactor voeding: 3,6 x 15 x 2 = 108 kgWe regelen de spui zo, dat na suppletie van vers gas, de molaire
stof in de reactor bedraagt dan 3,6 x 1,5 x 28 = 151 kg
a.... . .;~
De hoeveelheid nitrobe~een en water in de reactorvoeding is
door " trial en error " gevonden.
Voor de reactor kunnen we nu de volgende balans opstell~:
~
Component Reactor ln , Reactor ult
.
PhN02 443 kg _À,6 kmol 4,5 kg--
kmol PhNH 2 5, ,
0,1, ,
336,5, ,
3'~6,
,
~o
32,5, , 1,8, ,
16u,5, ,
8,9, ,
108, ,
54, ,
87, ,
43,5,
,
2 N 2 151, ,
5,4,
,
151,
,
5,4,
,
Totaal 739,5 kg 64,9 kmol 739,5 kg 61 ,4 kmol
N.B. Waar in de materiaalbalansen sprake is van kg, kmolof m3
wordt bedoeld respectievelijk kg/hr, kmol/hr,. en m
3
/hr.Condensor
De gassen, die de condensor verlaten zullen verzadigd zijn
met water-, nitrobenzeen- en anilinedamp. De temperatuur aan de
uitgang van de condensor bedraagt 25°C. PH
20= 23,8 mmo De
dampspanning van aniline en nitrobenzeen is verwaarloosbaar
klein (minder dan 1 mm) (17). PH 0 = 23,8 =
p2- 760
Aantal kmol H20 in recyclegas ~Jl(43J5+5~
100-3,1 = 1,6 kmol =28,5 kg
Het condensaat zal verzadigd zijn met opgeloste R~ en N
2. Bij
c. _
atmosferische druk is deze hoeveelheid echter te verwaarlozen. De materiaalbalans van de condensor wordt als volgt:
, Van reactpI'ç Recyclegas Condensaat
Component ~ __ ~ ______ ~ __ ~ __ ~_~ __ ~ __ ~ __ ~~~ __ ~~ ____ ~ r---:;::~;-:::-_--t-_ _ .k:-g-;:· ..--_+-_k_g_-+_, _ k~o 1
J
v 0 1-% kg PhN0 2 4,5 -- --I
--
4,5 PhNH2I
-:
336,5 -- -_ . -- 339-;5 H2 0 160,5I
28,5 1,6 3,1 132 H2 87I
37 43,5 .1 86,2 N"2 151I
151 5,4I
10,7 1'otaal 739,5 266,5 50,5I
100,0 473-12-Suppletie en Spui
\
' We nemen aan, dat we beschikken over suppletiegas, dat 2
%
inerte gassen bevat (N2 en CO) en verzadigd is met waterdamp
1 ( t
=
15 C, p = 12,7 mrn ). De samenstelling in vOl-% is dan als-volgt: Waterstof 96,3
%
Inert 2,0
%
Waterdamp 1,7
%
Stel in het gespuide gas bevindt ~ich z kg H2•
Constantheid van de hoeveelheid inert gas in het recycle gas vereist: Hoeveelheid inert gas in suppletie is hoeveelheid inert gas iIl het gespuide gas
(21 + z) x 2 z x
5,4-gtJ,"3
=
4-3,5Hieruit volgt z
=
-. 4-,0Suppletie Spui
kg vol
%
kmol kg vol%
kmolH20 4 1,7 0,22 1,5 3,1 0,08 H 2 25 96,3 12,50 4 86,2 2,00 N 2 7 2,0 0,25 '7 10,7 0,25 Totaal 36 100,0 12,97 12,5 100,0 2,33
Per uur moet gesuppleerd worden 12,97 x
~~~
x 22,4=
317m~
gespuid wordt 57 m3en gerecirculeerd 1235 m3 . Scheidingsvat
Het condensaat van de condenser is voeding voor het scheidingsvat. Het oplosbaarheidsdiagram van het ternaire systeem Aniline-
Ni-trobenzeen-Water bij 25 '~C is in de li tteratuur bekend. (18, fig 2)
Het topprodukt van de eerste destillatiekolom, de
ontwaterings-kolom, vormt bij afkoeling ook een twee fasen systeem, die naar
dit scheidingsvat teruggevoerd wordt. Deze hoeveelheid wordt
door proberen gevonden.
Voor het scheiding~vat g~lden de volgende balansen:
F
=
A ~ W , en FXBij bekende voeding kunnen we met behulp van (18, Fig. 2) de samenstelling van de aniline- en waterlaag vinden. Samenstelling
anilinelaag: 93,4
%
aniline5,3
%
water1,3
%
nitrobenzeenDe samenstelling van de waterlaag is niet nauwkeurig af te lezen.
Deze kan echter variëren tussen de volgende grenzen:
Aniline Nitrobenzeen Water
3,62 gew
%
0,0 gew%
96,38 gew%
en0,0
,
,
0,20, ,
99,80,
,
Met het verdelingsdiagram (16, fig 3)
,
waarin hetanilinege-halte in de waterlaag is uitgezet tegen het anilinegehalte in
de anilinelaag komen we uit de impass~. Zo vinden we voor het
anilinpgehalte in de waterlaag: 3,6 gew
%.
Er blijkt nu dus,dat we vlak bij de ene grens zitten. De waterlaag is dus als
volgt samengesteld: 3,6 gew
%
aniline0,0 " nitrobenzeen
96,4 " water
Je cndelinge hoeveelheden vinden we als volgt: Totaal balans Aniline balans Opgelost: 496
=
A+
W 340,5=
0,934A + 0,036(496 - A) A=
359 kg W=
137 kgHieronder de volledige materiaalbalans in tabelvorm:
PhN02 PhNH2 H 20 Totaal Van condensor 4,;- kg 336,5 kg 132 kg 473 kg Van Dtst. kolom
--
,
,
4, ,
19, ,
23 " , Voeding scheider 4,5 kg 340,5 kg 151 kg 496 kg.
Voeding Anilinelaag Waterlaag
I
!
GEW
%
i kg gew%
kg gew%
,I kg!
I --!
PhN02 0,9 ~ 4,5 1,3 4,5--
--PhNH2 68,6 1 340,5 93,4 335,5 3,6 5,0 H20 30,5 1I 151 5,3 19 96,4 132 Totaal 3dOO ,O 1496 100,0 359 100,0 137
-14-Het in de waterlaag aanwezige aniline wordt in een
extractie-kolom grootdeels teruggewonnen. Extractiekolom
Als oplosmiddel wordt nitrobenzeen gebruikt verzadigd met water
(0,2 gew
%).
Oplosmiddel: Nitrobenzeen 443 kgWater 1 "
Aan het raffinaat stellen we de eis, dat het minder dan 0,1
gew
%
aniline bevat. De volledige samenstelling van hetraf-finaat vinden we in het reeds eerder gebruikte
oplosbaarheis-diagram. (18, fig 2) Aniline 0,1 gew
%
Nitrobenzeen 0,2
W~ter
99,7
,
,
,
,
Omdat de extractfase zeer weinig water bevat (0,3
%)
en deraffinaatfase zeer weinig nitrobenzeen (0,0-0,2
%),
kan hetanilinegehalte in het extract direct worden uitgerekend., n.l.
(5:449) x 100
%
=
1,1%
.
.
Voeding Oplosmiddel
I
Extract liaffinaatgew ~ kg gew
%
kgI
• gew%
kg e:ew%
kgt
-PhN02 0,0--
99,8 443 98,6 443 0,2I
--PhNH2 3,6 5,0 0"°
--I
1,1 5 0,1 --I H?O 96,4 17;, / 2I
0,2 1!
0,3 1.5 99,7 131,5 l Totaal 137 444 1 449,5 131,5 'j , I,
Het aantal the6ret~ische contactplaatsen nodig om de gestelde
eis te bere~en bepalen we als volgt:
In een y-x diagr HIT construeren we de evenwichtslijn en de
werk-lijn en bepalen het aantal contactplaatsen op de gebruikelijke
xA ) xA)
manier. y
=
(XNB Extract x=
(xw RaffinaatOmdat beide oplosmiddelen als niet mengbaar zijn te beschouwen,
-wordt de werklijn een rechte. Materiaalbalans voor aniline:
(NB}E = hoeveelheid nitrobenzeen in extractfase
(H20)R = hoeveelheid water in raffinaRtfase
Y
s =
° ,
want de nitrobenzeenvoeding bevat geen aniline.wordt:
Helling werklijn: 0,30
Voor het bepalen van de helling van de evenwichtslijn maken we
gebruik van de betrekking ~
=
0,0729 A~,853 (18)Aw
=
%
aniline in de waterlaag, Ao=
%
aniline in de anilinelaag.Vullen we in Ao
=
1%
,
dan vinden we voor A=
0,073%.
w
Veronderstellen we in di t verdunde i.SE!bied Cl,e evenwichtslijn
1
recht, dan is de helling 0,073
=
13,7Uit de constructie (zie grafiek) blijkt, dat één theoretische
Contactplaats voldoende is. Ontwateringskolom
De voeding van deze kolom heeft de volgende samenstelling:
Nitrobenzeen 1,3 gew
%
Aniline 9 3 , 4 "
Water 5
,
;t,-'
,
,
Voor de berekening van het aantal theoretische schotels
be-~schouNen, we het als een ~!~~~~ systee~ water-aniline. Dit Is
geoorloofd omdat de relatieve vluchtigheid van water t.o.v.
aniline en nitrobenzeen van dezelfde orde van grootte is.
Dit systeem is beschreven in (19,20). Het is een
hetero~-azeot,:;'oop. Het azeotropisch mengsel kookt bij 99Q
C en bevat
33,1 gew
%
water.Le eisen die we aan de rectificatIe stellen zijn
Het destillaat bevat minder dan 18,5
%
anili~e en het-16-4.
De materiaalbalans voor de ontwateringskolom ziet
eruit
alsvolgt
Component . Voeding Destillaat Ketelprodukt
PhN02 1 , .3 -1 4,5 kg:'. 0,1 r' kg 1,4
%
4,5 kg 'ja JO i PhNH2 :93,4 '18 - Q -, ,- 3 ~l ::"
;;35,5 ,. ! ,)"
4 H l. 7 °,.) tt . /,
.. /"
I H°
r 7: 19,,
1
81,4 ; 2 :J , .' !1 !f 19 " !, O,l"
"
! i I I Totaal 359 kg 23 kg 336 kgHet destillaat wordt gekoeld en naar de vloeistofscheider
ge-voerd..
Het aantal theoretische schotèls is bepaald volgens de grafische
methode van I,lc Cabe+Thiele ( zie e;rafie:-<::
Bij een refluxverhouding van 1 zijn er 5 theoretische schotels
nodig. De 2ue schotel is de voedingsschotel.
2ue Destillatiekolom
In deze kolorn, de zuiveringskolom wordt ni trobenzeen en
even-tueel hogerkokende bijprodukten afgescheiden.
Damp-Vloeistof evenwichtsgegevens van het binair systeem
ani-line-nitroben~een komen in de litteratuur niet voor. Wel .
ver-meldt
(21),
dat dit stelsel geen azeotroop vormt.Als eisen aan de scheiding stellen we nu : Destillaat bevat meer
dan
99
,
0
mol%
,
(99,8 gew%
)
aniline en het ketelprodukt minderdan 10 mol
%
(7,7
gew ~) aniline.Totale balans F = D + L = 336 Aniline b~lans: Fx~,
=
DX D+
KX~r .!ol ~_ , ingevuld : 331,5 =(336 -K)0,998 + Kx
0,077 K .. - 4,5 D = 331,5Voor de berekening van het aantal theoretische schotels is
van aniline ten opzichte van nitrobenzeen is in dat geval Paniline
~
=
p nitrobenzeen De partiaalspanningen kunnen we alsfunc-tie van de temperatuur berekenen met behulp van de vergelijking
log p
=
-0,g522 3 ' A + B ; De grootte van de constanten A en B isVoor nitrobenzeen bij 112-209 C A = 48955 B = 8,192
Voor aniline
"
145-185 C A=
45952 B=
8,1278Nu is ~berekend bij 3 verschillende temperaturen
184 'C 197 'c 210 'C 0( ;;; 1,90
..
=
1,86"
=
1,82 tX.=
1,86 (22)Met behulp van deze gerc.iddelde alpha is de y-x kromme getekend
,
<
x
immers y
=
1 + x ( 0( - 1) (zie grafiek)Bij een refluxverhouding van
1
1
bedraagt het aantal benodigdede
theoretische schotels 16, waarvan de 5 schotel de
voedings-schotel tso
Voeding Destillaat : Ketelprodukt
Component
!
gew%
kg gew%
kg gew%
kg : PhN0 2 4,5 1,4 0,.5<
°
,
2 4,0 92,3 , PhNH2 331,5 98,5 331 99,'7 0,5 ( 7,3 H 2 0--
0,1--
<
0,1--
--!
-
-
-
-Totaal ! 336 kg 331,5 kgi
4,5 kgDe materiaalbalansen zijn in een blokjesschema samengevat.
WAR M T EBA 1 A l' SEN
Kalorische gegevens
Deze zijn zoveel mogelijk grafisch uitgezet om het gebruik
te vergemakkelijken.
( c ) p 1,aniline
= ,
0 4707 + 0,0007.t tussen 25-l84'C (23)(c p )1,nitrobenzeen (24) geeft 2 waarden op bij 30 en 120 ·C
Dezé 2 waarden zijn voldoende als ook hier een lineaire
- - - --
-
-17-(c )H =3,44 kcal/kg,·C is tussen 25- 300
C
constant tebeschou-p 2
wen (25)
(c )N ; (25) geeft de vogende waarden op
p 2
25 ~ 0,248 kcal/kg,OC
100 11 0,248
200 If 0,250
300 If 0,255
Vov de berekeningen hebben we nodig de gemiddelde waarden tussen
25-210·C en 210-jOO~C. Deze zijn respectievelijk 0,249 en 0,253 ;
( cp) lf 0 De waarden van (25)
-2 'G
(cp)G,aniline
=
2,36 + 0,131 Tzijn in een grafiek uitgezet.
51,04.10-6 T2 +32,8.106cal/mol,C
T
3
(26)( c ) . . deze komt in de li tteratuur niet voor.
p G,nltrobenzeen '
Dobtatz heeft in (27) een methode ontwikkeld, waaruit men met
behulp van groepsbijdragen de soortelijke warmte van gasvormige
organische stoffen als functie ven de temperatuur kan berekenen.
U1twerken van deze vrij bewerkelij:ke methode geeft:
-6
(c )G= -1,565 + 0,1184 T -58,64.l0- 6 .T2 + 31,8
3
10p T
Verdampingswarmte Aniline 103,68 kcal/kg
79,08 " 184 C 210 C cal/mol,C
(
2S
)
(28) , It Nitrobenzesn Water 538,7 f' 100 C (24) NitrobenzeenverdamperTemperat~ur voeding 25°C. De temperatuur van de afgevoerde damp
bedraagt 210°C. De warmte wordt geleverd door Dowthermvloeistof,
die afkomstig is van de reactor en bij intrede een temperatuur
be-zit van 278°C
Toe te voeren warmte:
443~
0,396(210-25) + 79,1 5~
0,544(184-25) +103,7 1,5~1,OU(10G-25)
+
538,7 449,5 kg (3,73 Kmol)=
+0,569(210-184)~=
+0,457(210-100)~
Totaal Kcal/hr 6'7,5.10 3 1,0. t1 1,0 " 3 69,5.10'I t:'\
N-''''
\
t
-18-ReactorDe n~obenzeenvoeding komt de reactor binnen bij 210 QC in
o
gasvormige toestand ; de waterstofsuppletie en recycle bij 25
c
.
.,
Het reactiemengsel verlaat de reactor bij 300 C.
De af te voeren warmte is als volgt te berekenen
Af te voeren warmte
=
enthalpie reactorvoeding + reactiewarmte enthalpie reactie~rodukten.Voor de enthalpie kiezen we als O.niveau 25~C en de g~svormige toestand. De reactiewarmte moet ook onder deze omstandigheden
o
berekend worden. De molaire reactiewarmte bij 25 C in de vloei-stoffase is bekend. Als nitrobenzeen, aniline en water in de vloeistof toestand verkeren bedraagt deze 142.000 kcal/kmol .
(33)
liphN02,L +
3
H H2 ,G - HphNH2,L - 2 HH20,L De reactiewarmte bij 25~C in de gasfase wordt::0 142.000
Q 25
=
142.000+
rphNH2,25 - rphN02,25 - 2 r H20 ,25De verda~pingswarmte van water bij 25~C is uit de litteratuur (28) bekend: r 25 =
H~20
,G
-H~20,L
=
-57,7979 - -68,3147=
10,5Kcal~ol
De andere verdampingswarmtes bij 25 C kunnen we uit die bij het kookpunt berekenen met de formule van Watson. (30)(Tc -
or
)
C, 38 r=
rk " (T - T ) c k Voor aniline:,
(69
9
-298)°,3
8 r 25 = 103,6°(699_456) = Tc = kritisch~ temp. T k=
normale kookpunt 125,4 cal/gDe moleire verdampingswarmte wordt: 93 x 125,4 = 11,700cal/mol
Voor nitrobenzeen vinden we op dezelfde manier 11,900 cal/mol. Q ~~ = 142.000 + 11.900
C::J 11,700 - 2 x 10.500 = 121.200 cal~ol In de balansen komen termen m x cp (T~-Tl) c:. _ voor. Deze c p is de gemiddelde waarde over het beàoelde tempsratuurtraject . Irt het algemeen is cp lineair in T , In dat geval kan voor cp qe
waarde die bij de gerriddelde temperatul1r behoort genomen worden.
Voor aniline en nitrobenzeendamp is dit niet helemaal waar en vooral omdct het hier omdat hAt hier over een vrij groot
tem-
-19-peratuurtraject Gaat, moeten we hier een andere methode volgen.
We berekenen de gemiddelde waarde van
~~ dT
(c)
=
O~P T2-O T2
c tussen T2 en 0
p
en op de~elfde manier de gemiddelde cptussen Tl en 0
Nu is : (cp)T -T . (T 2-T1 )
=
T2(C o)T -0 - Tl (cp)T-; -O2 1 . 2 1
Voor aniline in de gasfase vinden we :
(--c ) P T-O = ~ -,~ 7:6 + 0,1~1. -,- T - 51,04.10 7: -6 .T2
Berekend is deze waarde-voor ;
en vinden VOO1': T = 25
oe
T 210 !I T = :00 Ol / 19,75 cal/mol:C 29, B8 I! ft 34,22 ti " c . (300-25) = p cp. (210-25)=
573.34,22 298.19,75 483.29,88 - 296.19,75 13723 cal/mol 147,6 kcal/kg = 8547 cal/mol 91,9 ca1/gDe berekening voor nitrobenzeen verloopt analoog. Het resultaat
is c p(300 -25)
=
37,2 ca1/e c p (210. 25) = 54,4 Enthalpie Reactorvoeding " Component kg/hr temIJ· E", 100 :::5 c::. iJ2 151 2~ H,?O 31 <?j H"O 1,5 210 c ?hN0 2 4A3 210 PhNH~ - 210 c::. ;> Enthalpie Reactorproducten Ontwikkelde R(" ctiewarrr_t(~;"
kca1/hrf'
1 ~ ~,:J xO,
Ll.
55. (210-25)
443 ). 54,4 24 ,0 ~ 91,9 0,5 ---7: Totaal ~~6.10/ Z.0.~. 3,6 x 0,99 x 121.200 = 432,0.10 3 kca1/hrEnthalpie Reactorprodukten Component l\.g/hr temp H2
37
300 1'J2 151 11 H~O 160,5-,
PhNO~ ~ 4,5"
PhNH2 ?3c,5 11 Af te voeren war~te ReactiewE:lrmte Reactorvc>eding -20-8p x 3,44 x 275=
151 x 0,251 x 275=
160,5 x Qj458 4,5x
87,2 336,5 x 147,6 Totaal 432,0 103...
24,6"
456,6.
10 3 Reactorprodukten 163,3 10 3 z: Af te voeren : 290i3
.
10"'" GaskoelerDeze koelt de reactiegassen van 300 tot 210 'U
Component kg/hr kmol/hr H2 §7 43,5 87 x 3,44 x 90 = N2 151 5,4 151 x 0,253 x 90 = H20 160,5 8,9 160,5 x 0,470 x 90 = PhN0 2 4,5 4,5 x 0,364 x 90
=
PhNH2 339,5 3,6 336,5 x 0,617 x 90 = 739,5 61,4 kmol/hr Totaal Condensor kcal/hr _ 7, 02,3.10 '-10,8 20,2 0,4 49,6"
TI 11 - :?, -163,3·10/ kcal/hr TT"
kcal/hr"
"
_
.
_--1{cal/hr Kcal/hr 26,9.10 3 3,4."
6,8 11 0,1"
18,7.,
5S,9.103
Hier worden aniline, nitrobenzeen en het grootste deel van het water afgescheiden.
De produkten, die de condensor verlaten hebben een temperatuur
o
af te voeren warmte Component H2 N 2 H20 H 20 PhN0 2 PhNH 87 x 3,43 x (210-25) 151 x 0,249 x (210-25) 28,5 x 0,452 x (210-25) 132(0,457 x 110 - 538~7 4,5( 79,1 - 0,396
x
185) 336,5(0,569 x 26 - 103,7 1,00x
75 ) 0,544 x 159) kca1/hr = 55,2.103 7,0"
2,4 !! =87,6 n 0,7 ft 69;0 TT 2 ---...;;;;....---_.~._-_._---= ~ Totaal 221,9. 1 0/ l~te DestillatiekolomDe voeding wordt op kooktemperatuur Je kolom ingevoerd. Deze
Cl
wordt gevonden tn het T-x diagram (20) en bedraagt 103 C.
De voorverwarming geschiedt met stoom van 120·C.
Benodigde Warmte Component kg/hr kcal/hr PhN0 2 4,5 (103 25) x 4,5 x 0,359 = 0,1.10 3 PhNH2 335, .5 (103 2:;;) x 335,5 x 0,.519
=
13,6. ft H 20 19 (103 25) x 19 x 1,00 = 1,5 Tl Totaal 15,2.10 . 3 Condensor:De hoeveelheid destil1aet bedraagt 23 kg/hr. De
recyclevernoud-ing is 1. ?er uur moet dus (1+1).18
=
36 kg gecondenseerd worden.af te voeren warmte Component 'PhN02 PhN'"ri 2 H20 Destillaat: kg/hr 8,5 37,5 m x 8,.5 x 37,5 x r 99 kca1/hr llJ ,2 - 1,0.10
3
538,7 = 20,2 fT Totaal 21,2.10 3Het destillaat wordt voor het naar het scheidingsvat
terug-o
-22-Af te voeren warmte: Component kg/br kcal/hr
_ . _
-PhN02 3 PhNH2
4 4 x 0,515 x (99-25)=
0,2.10 H20 19 19 x 1,00 x (99-25)' = 1,4. 1I Totaal 1,6.10 3 kcal/hr ~nthalpie Ketelprodukt _De temperatuur van het ketelDrodukt bedra~ct 13S'C
O-niveau voor enthalp~p De vloeistof toestand bij 25
'c
-
-
- -
-
-Component PhN02 Ph1"'· \,ü2 kg/hr 4,5 331,5 m x cf Y (T 2-Tl ) kcal/hr ---4,5.0,385 x (185-25) = 0,2.103 331,5 x 0,544 x (125-?5)= 20,9 IT 'I'o taal 29,1.10
.
.
3
-
-
- - - -
,
- - - -
-
- - - -
,--
-De hoeveelheid warmte, die ~e in de verdamp~r moeten toe-voeren, vinden ~e uit de totale warmtebalans voor kolom, con densor en verdamper. :
Toegevoerde warrrte t cal/hr .. l..fgevoerde wermte kcal/hr
~ 1 ". 10 3 Voeding 15,2.'.0·' Destillaat . J t). -Ketelprodukt 29,1.10 3 36,7.10 3 :z. Verdamper Condensor 21,2.10./ 51,9.10
3
51,9.10 32de Destillatiekolom ( Aniline zuiveringskolom )
Enthalpievoeding
=
Enthalpie ketelprodukt van vorig kolom =Z9,1.~o3 kcal/hr
Condensor:
De temperatuur in d8 condensor bedraagt l 24,4 uC De hoeveelheid
Af te voeren warmte :
- - - -
----_
.._._-
._- ---_._ - - - - --- -Component kg!hr m x r 134 4 _ _ _ _ _ .... _ _ _ -1-' _ _ kcal/kg -r-0,1.10--' PhN02 1,3 1,5 x 79,1 = Ph:.:JE2 328,5 820,1) x 10?,7=
65,9 H20 , -Tota:c 1 ~ 86,0.10-'- - - -
-
- - -
--
.
-
.
_--
-_
.. __ . - -- -- --_.- - ----Het destilleat wordt in een warmtewisselaRr gekoeld tot 25°C
Af te voeren warmte : Component PhN02 Ph.NB.') c.
._ ..
_~_
~
-=2
__
.~_
(T 2-T1 ) _ _ _ _ _ _ k_ca1/kg - - - - Ä 0,5 0,5 x 0,396 x (184,4-25)=
O,O.10~ kG/hr 7: 3~1,5 331,5 x 0,544 x (184,4-25)= 28,7.l0~ Totaal 28,7.10 3 Enthalpie Ketelprodukt :De temperatuur van het ketelprodukt bedraagt 210 C.
Component kg/hr Phl'J02 4,0 - - - --
---rr.: x cl' x ( T;:; - Tl) kc a 1 /k C- -
3 4,0 x 0,396 x (210-25) = 0,3.10 ::?hNH~°
5
---~c---o-.L..;' "'---0,5
.
_~0,55~
x_
(~!0-25)
. . . ! - - - ' -0,0.10 3 ~ Totaal 0,3.10/Totale balans voor kolom met toebehoren geeft de warmte I die
nodig is in de verdamper:
Toegevoerde Vvar:-1te Kcal/hr Afg~voerde war~1~te kcal/hr
Voeding 29,1.10
3
Desti1aat 28',7.103
Ketelprodukt 0,3"
Verdamper 85,S " Condenser 86,0 ft 115,0.10 3- -- - - - -- ._---_ .. - ._--_._--~ 115,0.J.0~-24-Constructiematerialen
Aniline en Nitrobenzeen zijn nlet c~rrosief ; De apparatuur kan daarom in C-staal uitgevoerd worden . . Om aantastins door
waterstof te v':Jorkor::.en lnmnen de leidingen die met hoge
tem-peratuur waterstof in aanrakingen komen van 16-8 staal
ver-I vaardigd worden.
A P PAR A T U U R
Hiervoor wordt naar de tekening verwezen. Wat hier volgt is slechts ter verduidelijki~g.
Reactor
Afmetingen: Hoogte 5750 mm. ; Diameter 1870 mmo
Katalysatorbuizen: Aantal 48 buiz~n ; Lengte 3000 mmo ;
Diameter: 8"
Om de katalysatorbuizen bevinden zich schotten:
Aantal: 8 stuks Schotafstand: 333mm. Gemiddelde gasbelasting 0,825 m3/sec
Lineaire snelheid betrokken op lege buisdi~meter 0,55 m/sec Hoeveelheid katalysator in reactor: 1480 1. Bij een porositeit van het bed van C= 0,65 , wordt de bedhoogte 3 m.
Af te voeren warmte Q,
=
290,::,.103 kcal/hrWarrrte uitwisselend oppervlak: 95 p~ j een U :. EO 'nrdt .::}.T1m
=
38 CDe koeling geschiedt met Dowtherm A. Bij een inlaattemperatuur van 240 'C wordt de uitgangstemperatuur 278 C. Ah
=
24,6 kcal/kg.Benodigde hoeveelheid Dowthermv1oeistof bedraagt 1,18.104 kg/hr.
De cyclonen zijn zo gedimensionneerd, dat de invoersn~lheid van h~t gas 12m/sec is.
Scheidingsvat ! .l 0<) ~ \ verblijfti j d
t5
m~n. .\
J \ -'
G·~ ______ J.",--;, \, I) Hoogte 1000 r.J.r.1,; Di qmet erI
I
,
\
lste Destillatiekolom
Gepakte kolom; Pakking: i "-Raschig ringen
Aantal theoretische schotels: 5; H.E.T.P.: 10" (30) Hoogte gepakt bed 1300 mm.
De diameter van de kolom is berekend uit het grafisch verband tussen
G-/e
en Lt;/G voor een bepaalde pakki ng. (28) ~;: 330 mmo2de Destillatiekolom
Aantal theoretische schotels: 16 Aantal practische schotels: 24
Voedingsschotel: sste schotel van boven. Schotelafstanl200 mmo
:<:
Gemiddelde gasbelasting 0,095 m~/sec
Maximale dampbelasting berekend volgens Kirschbaum (31) 1,4 m/sec Bij een snelheid van 1 m/sec, wordt de diameter van de kolom:
~ ;: 350 mmo
Hoogte kolom:4800 mmo
Extractiekolom
Gepakte kolom; pakking: t "-Raschig ringen Diameter berekend volgens
(
32)
~=
250 mm1 theoretische contactplaats. H.E.T.S.
=
5 ft (gemiddelde waarde) Hoogte gepakt bed: 1500 mm.Warmtewisselaars
Omdat alle berekeningen analoog verlopen, wordt er slechts één besproken en wel de gaskoeler na de reactor.
Gaskoeler: Koelend medium
Inlaat temperatuur warme stroom Uitlaat Inlaat Uitlaat ~ Tlm
"
"
f! Warmte stroom Q"
"
Il ft 'I water 300 C 210 C 15c
40c
223c
"2 55,9.10'/ kcal/hr-26
-Totale warmteoverdrachtscoëfficiënt U Warmte uitwisselend oppervlak
Hoeveelheid koelmedium Diameter buis Aantal buizen Aantal passes Lengte koeler Diameter koeler L I T TER A T U U R 30 kcal/m2,hr, C 90 ft2 2240 kg/hr 10 8 7 ft. 250 mmo
1; Uhlmann, Enzyklopädie der Technischen Chemie, (1953) ~ 644. ~
2. R. Kirk, D. Othmer, Encyclopedia of Chemical Technology, (1947) 1 916. 3. van Oss, Warenkennis en Technologie, (1957) 3 354
4. W.L. FRith, e.o., Industrial Chemicais, (1957) 115 5. J.H. Perry, Chemical Business Handbook (1954)
6. Gegevens van Statistische Afdeling van het Ministerie van Economische Zaken. 7. P.H. Groggins, Unit Processes in Organic Synthesis, (1958) 8. Roger's Industrial Chemistry, (1943) 2.
9. ( P.
B
)
repo::--t 1777. '. (. f·.. .: t \' 0';C,v, ...
\'\r.t-<(z10. Fiat Final report 649. 11. Fiat report 1313 1 426. 12. Bios Fina1 report 1122.
13.
u.s.
Patent 2.716.135, L.O. Winstrom. 14. U.S. Patent 2.671.763, L.O: Winstrom, 15.u.s.
Patent 2.822.397, L.O. Winstrom.tJ..
·
J16. (Petroleum Refiner, (1957) 36 221.
W. Harris .
17. Hodgman, Handbook of Chemistry and Physics.
~
-r. C.'• c.. s (
18. J.C. Smlth, e.o., Ind. Eng.Chem. 1949) 41 2289.
~
.'-19. E. Kirschbaum, Destillier und Rektifiziertechnik (1950) 20. J. Grisworld, 8..,0. , Ind. .ing. Chem. \1940) 32 878.
2l.
L.H.
Hors1ey, Azeotropic Data 164. ~22. International Critica1 Tables
-'\
~J
23· Z. Phys. Chem. (1887) 1 390.-24. Hoàgman, Handbook of :::;hemistry and Physics.
25· V,D.I. Wärme Atlas. '-..---
-26. E. Harold, Ind.Eng.Chem. (1950) 42 1561. 27. J. Dobrat'Z:, Ind.Eng.Chem. (1941)
2..2.
759. 28. J.H. Perry, Chemical Engineer 's Handbook. 29. Watson, Ind~ Eng. Chem. (1943)22
398. 30. Maxwell, Data Book on Hydrocarbons.31. J.M. Cou1son, J.F. Richardson, Chemica1 Engineering, (1956) 2. 32. R.E. Treyball, Liquid Extraction, (1951) 306 fig 24.
33. P.C. Condit. Ind. Ene. Chem. (1949) 41 1700.
---8' 1"
"0
.~
.•. "
' " "
..
.,
.•. '
..
::.::'....
..
._.
," '
l
il.:±iw
,
~ ï~:T~;;
I
j.è11
Hi:Ci,~
,:', , - - · i . , I · ' : 1 . >1: >1: ] , " ' I ; :,',i,; ::::,.::: ,I' i ; ; ,,:l"ll"e. ,," '
'T
..
. ....
.
",1 .. ,.. . i j , ..1.-.
":1",,,
7'"
.,~~,
••••.•
.
• ' ••
'
)ç .j;E: !::. 'i: ,.... . / 0 / //>.
,I'c I't: .. ' I"'~FJ -+--iN e-.,J'; .. : ~~I r" ~ ,....z.w.~1 'I "" 1 -c~ll ' I. I:
er
~ f , ~.~ -c r~a:.. ' . , . - - r -'~-' "'Co ~. I 'l!lC;;"'F~<J .-.1 ..ifC .J:;C'Jo ,J"O !() ...jo ;~o I./ç /., I'~>'~ ..J~
- --- ._._---- ---
r