-
.
ir ij I '.'~i.J
b
...
blz • Inleiding 1De keuze van het proces 2
Beschrijving 5
A. Algemene gang van zaken, Capaciteit 5
E. Alkynolsynthese 7
c.
Hydrpgenering 13D. Dehydratering 15
Eerekening Jestillatiekolom 16
Li teratuur 21
Grafieken en tabellen aanhangsel
-1-1-1-1-!-1-!-1-"
.
.:..
... >>-'1 ,~ , [" . ,. t :;; .:."f . \ ~-.1' " ".
...
. . . l . . . , ;·.:: ....
,-.~r ... ;:- .. .. .:
: '
t - " - - - : - - - -SYNTHESE VAN BUTYNDIOL - - - -- - - -- f - - - -ArSCHEIDING VAN TERUGVOER EN BUPRODUCTEII---+----ZUIVERING-- --j
"'", l~ f °1 ,1
r
I.:..1,
·:tp~==~~~---OESnLLAn[ VAN BUTAANDIOL - - - - -- - - ----l
c c
t
.
\!
....
:f' "KM"" _ , I ,,
t
_~.. _
.
rS;,r
-,
L
L..JPJ
'II
I:, , 'U__ i " I I,
I'i
I 1 ' ! l.
.
HYOROGENERING - - - - I , "W. rABRIEKSSCIiEMA . ... ~ . '1
Inleiding. 1)5)19)
De Heer J.H.Choufoer'en mij werd de opdracht verstrekt om een sohematisch ontwerp te maken voor een fabriek van
synthetische rubber op butadieen-basis, die in de Nederlandse beboefte zou kunnen voorzien. Butadieen diende op een andere wijze dan uit kraakgas sen bereid te worden.
Uit de verschillende synthetische rubbersoorten, die er bestaan hebben wij de zgn. Golà Rubber, een rubber, bereid door copolyrnerisatie van butadieen en styreen bij lage temperatuur, gekozen. Deze rubbe~ is nl. tot nu toe, naast de natuurlijke rubber, de beste gebleken ingeval van de fabricage van a~to-,
motor- en rijwiel'bui tenbanden , terwij 1 het verbruik van alleen déze rubberartikelen in Nederland groot genoeg is om er eventueel een grondstoffenfabriek van redelijke grootte voor te kunnen
exploiteren.
Toen de schema's al klaar waren las ik een mededeling over de
IIp.b. rubber!!, verkregen door pOlymerisatie van uitsluitend buta\~
dieen bij lage temperatuur (PHILLIPS' Petr. Cy. )31) t die minstens
even goed en goedkoper schijnt te .zijn dan de Cold Rubber. De Heer Choufoer heeft de pOlymerisatie en wat daar
verder op volgt voor zijn rekening genomen. terwijl in het volgen-de volgen-de butadieenfabriek besproken zal worvolgen-den.
,
'\ j
, . ,
~
\
\
·
\ ( , 1, ; U \ . . . 1 Jo
.I .o
gemaakt:
Butadieen wordt op de volgende ~zen technisch
1. Het a11olproces
2CH3CHO -~ CH3CHOH CH2CHO -~ CH3CHOHCH2CH2OH - .
- ;> CHaGH-CH=CH2 +2H20
2. Kraken van koolwaterstoffen.
3. Dehydrogeneren van butaan of buteen.
4. Lebedev-proces
5. Ee;:.I:"'e- 9r oces
2 CH2 0 -I-Cii2-~ HOH"CC~CH20H -,. HOH
2CCH2CH2CH20H -~ -~ CHZ(m~CH~CH2 + 2 H20. 6. Gistingsproces Graan -~ CR;, CHOHCHOHCH3 -~ CH2"CH CH::>-CH 2 + 2 H20.
:>.
Bij het maken van een keuze hieruit dient men zich
in de eerste plaats te laten leiden door de kostprijs van
het eindproduct. lXeestal kiest lTlen het proces, dat ,de laagste
kostprijs geeft, hoewel het mogelijk is dat een nu nog duurder
proces ontwikkelingsmogelijkheden in zi'ch heeft, waardoor er
een goede kans bestaat dat het binnenkort het goedkoopste zal
zijn. "isachien is het ~eppe-proces een voorbeeld hiervan.
Om een keuze o~ grond van kost~rijs te doen moet men
over uitvoerige gegevens beschikken van de verschillende
pro-ceaaen in gelijksuortige omstandigheden als wa.arin de te
ont-werpen fQbrieK zal verkeren. Men 6tuit JQärbiJ echter op
ver-.cheiJene moeiliJkheden zoala:
1. De nodige gegevens zijn of met veel moeite of helemaal
niet te krijgen.
2. De criti.che verwerking van die gegevens eist veel
er-varing en tijd.
3. De omstandigheden, waaronder de verschillende processen
uitgevoerd worden zijn dermate verschillend, dat de
o
r.. !o
, I ... ;; i'I
I
o
o
I
• I
I
Ven kan daarom, zeker in dit geval, beter minder exact te werk gaan, door te kijken wat timen doetIl in di verse omstan-digheden.
Het Lebedev-proces wordt op grote schaal in Rusland
en op kleine in de U.S.A. toegepast. Deze beide landen hebben
een ruime graan voorziening, zodat de alcohol er goedkoop is.
Het rendement is laag: 50
à
60%. Het voordeel is dat dein-vestering naar verhouding laag is; er is slechts ~én trap, maar
een omvangrijke zuivering. De Nederlandse gistingsalcohol is
vrij zeker te duur ervoor; de aetheen-alcohol ligt ~unstig~'
in prij s, maar de productie is gelimi teerd emdat het een
bij-product is. Afge~ien van deze limiet lijkt mij het lage
rende-ment van het Lebedev··proces een bezwaart dat niet gecompenseerd
wordt door de lage investering.
Het gistingsproces (ook wel genoemd "2-3 proces~' naar
2-3-butaandiol) wordt slechts in de U.S.4. toegepast en dan nog
wel op kleine schaal. Hierbij geldt voor Nederland hetzelfde
bezwaar van de dure grondstof graan. Het ~s niet bekend of
aardappelmeel als gro~stof kan dienen.
Er resten nu dus nog, de beperking bij de opdracht
mede in aanmerking genomen, het Aldolprosces en het Heppe-proces (OOk wel genoemd 1-3- resp. 1-4. 9roces, naar 1-3- resp.
1-4-butaandiol). Volgens het eerstgenoemde proces wordt verreweg het
meest~ butadieen gemaakt. Het benodigde aceetaldehyde wordt o~
tweeërlei wijze verkregen nl. uit alcohol (U.S.Á. ) of uit
acety-leen (Duitsland). Waarschijnlijk is vour Nederland ace~leen de
aangewezen grondstof vo~r aceetaldehyde.
Het Reppe- proces is tot nu toe alleen in Dui tsland op
gro •• schaal toegepast, hoewel men er in de U.S.A. ook aandacht aan besteedt. Ren goede kostenvergelijking is niet mogelijk;
waarschijnlijk lopen de kosten van Aldol- en Reppe-proces niet
veel uiteen ~. Ervan uitgaande dat dit juist is en dat de om-standigheden in Duitsland en Nederland osgeveer overeenkomen (al/Cohol duur t.o.v. acetyleen) heb ik het Beppe-proces gekozen,
--omdat dit vele andere mogelijkheden biedt. Door relatief kleine
wijzigingen en aanvullingen kan men zo'n butadieenfabriek
()
4
lijk OMschakelen Of? geheel andere ,belangrijke producten zoals tetrahydrofuran, propargylalcohol, caprolactam, adipinezuur, hexamethyleendiamine, butyrolacton, gyrrolidon e.v.a. Een
fabriek me t derge lijke moge lijkhe deb.: is econornt ~ch veel minder kwetabaar dan een fabriek, die volgens het Aldolprooes werkt,
want die kan met de bestaande, installatie niets andere maken en moet dus geheel of gedeeltelijk aluiten ingeval van dalende
vraag n~ buta.dieen, terwijl de andere zijn bedrijf gaande kan houden. Een bijkomstig voordeel is nog dat voor het Reppe-proces
theoretisoh sleohts half zoveel acetyleen nOdig is als voor het Aldolproces; de twee eindstandige C-atomen van butadieen worden nl. geleverd door formaldehyde, een stof, die gemakkelijker toe-gankelijk is àan het acetyleen. Een bezwaa.r van het Reppe-prooe~
dat met aoetylaan onder druk werkt, is dat het buitengewoon hoge eisen stelt aan de bekwaamheid van het
\ be zwaar opweegt tegen de genoel1de voorde len In het Reppe-butadieen-f?roces zijn
personeel, Of dit
kan ik niet beoordelen.
~---er vanaf de hydrogene-ring van de verdunde butyndioloplossing tot verdund butaandiol twee wegen mogelijk. Ven kan namelijk door destillatie het
butaan-d;&cAt.Îctc~
di~ ( lOit direct - hoewel Met een grote hoeveelheid oiroulerend tetrGhydro!ur4fl- totaal dehydra.teren tot butadieen, 01' men kan in de verdunde oplooliing het buttiarldiol b.ü! ~ehydrA t ,eren tot tetrahyJro!uran. di t dvor desti.U.atie ",uiver .!acheiden en verder dehydrateren op vrijwel gelijke wijze als de directe totale dehy-dr~tering ~an but~anJiol. In de ~laats van de butaandioldeatillatie komt du~ een voordehyJratçringaeenheid en een tetrahydrofurandeati~ latie. ~en zeet dat de warmte-economiache voordelen groter zijn
dan de meerdere installatiekosten. Het is eohter nog niet op techniache achaal uitgevoerd, zodat het nog de vra.ag is of de voordelen van betekenis zijn. OMdat er slechts summiere gegevens van beschikbaar zijn heb ik mij gehOUden aan het oude prooes, zoals dat in Ludwigshafen a.
l'.
ui tgevoerd wcrdt.G
Besahrijving.
A. Algemene gang van zaken. 20 t/m 25)
1 ~'ol. acetyleen wordt gecondenseerd met 2 mol. formal-dehyde tot butyn-2-diol-1-4 bij een druk van 6 ata en een tempe-ratuur van 100-110'0, onder invloed van een cupro-acetylide katalysator. De reaotie is exotherm. De werkwijze wordt in hoofdzaak bepaald door twee fei ten:
1. Aoetyleen onder druk is instabiel en kan exploderen als er geen bizondere voorzorgSMaatregelen getroffen worden:
Het opvullen van alle noemenswaardige vrije ruimte met dunne pijgen of Rasohig-ringen.
~ ..
b. Het vermijden van koper in het constructiemateriaal. c. Het gebruik van zuigerpompen met lage zuigersnelheid of,
nog beter, waterringpompen.
d. De gehele apparatuur voor 12x de normale acetyleendruk berekenen.
2. Ou~roacetiliàe i 11 explosief als hat droog is en kan ontstekend
wer~ken bij een acetyleenontleding. Daarom moet het steeds nat gehouden worden en mogen er geen hete pla*tsen in voor-
___
"komen.
Ondanks deze voorzorgsmaatregelen komen er toch nog explosies voor. De&e leiden tot maximaal 12x de begindruk, waarop de apparatuur berekend is. Detonaties - zeer snelle ontledingen, zodat een drukgolf ontstaat, waartegen geen enkele technische apparatuur bestand is - treden echter niet meer op.
Uit de reactoren komt een waterige oplossing van
butY~iOl,
propargylalcohol (uit 1 mol. CH20 + 1 mol. C2H2)' formaldehyde, mathanol (uit de formaline) en acetyleen. Door ontgassen endestilleren worden enkele bijproducten afgescheiden en door neutraliseren en filtreren wordt de butyndioloplossing geschikt gemaakt voor de volgende stap.
Die stap is de hydrogenering, een exotherme reactie, die plaats vindt bij 40-l30'C, ~et 200-300 atm waterstof, o.i.v. een
Cu-Ni~~n-katalysator. De resulterende butaandioloplossing wordt door destillatie gescheiden in butaandiol, water,· en bijproducten
, - -- - - --~---, l J ~ r
U
6ale n-butanol en n-butanal.
Het zuivere butaandiol wordt gedehydrateerd tot buta-dieen over een phosphaatkatalysator bij 285-295'0 en 1 ata. Daarbij word. tetrahydrofuran, het tussenproduct, ontstaan door afspli tsing van 1 mol. water ui t butaandiol, en stoom als
ver-dunningsmiddelen toegepast omdat de reactie sterk endotherm is.
Butadieen wordt door destillatie gezuiverd van water, butanal,
( en van tetrahydrofuran, dat naar de dehydratersng teruggevoerd
wordt.
CaQaci tei t. 22)
Om de voorbenomen productie van 7.500 t/jr polymeer
te kunnen halen is er een hoeveelheid butadieen nodig van
5.750 t/jr of 0,66 t/hr, omdat het pOlymeer 76,5% ervan bevat.
Terugreke~e
vinden we, omdat het remdement van de dehydratering 90~; is een te produceren hoeveelheid butaandiolvan 10.650 t/jr (1,22 t/hr).
Daarvoor hebben we nodig 10.750 t/jr (1,23 t/hr) butyn-diol, want het rendement van d e hydrogenering is 95%.
We moeten dus uitgaan van 3530 t/jr (0,40 t/hr) zuiver acetyleen en 8160 t/jr (0,93 t/hr) lOO%-ig formaldehyde, daar het remdement van de alkynolsynthese op basis van zowel aoetyleen
als formaldehyde 92;C is.
De fabriek van de l .G. te LUdwigshafen maakte 16.800 t/jr butadieen, dat is rmnd driemaal zoveel als de onderhavige. De grootte van de meeste apparatuur heb ik op grond hiervan bepaald door de essent1~le afmetingen van de overeenkomstige apparaten in LUdwigshafen dor drie te delen; slechts bij de belangrijkste en de niet in de lit~ratuur genoemde toestellen ben ik nader op de berekening van de afmetingen ingegaan, terwijl
van de destillatiekolom voor de scheiding van methanol en water het aantal werkelijke schotels vergeleken werd met het berekende aantal.
C
"
o
B. Alkyno1synthese. 20)24)25)
De voeding.
Het gas bestaat uit gezuiverd acetyleen Met een
ge-hal te van 96~, dat met behulp van waterringpompen in drie
trappen tot 5,5 ato samengeperst wordt. Tesamen met rondgepompte
85%-ige acetyleen wordt het direct op enkele plaatsen in de
reactor geleid.
De vloèistof wordt in een mengtank samengesteld uit
40%-ig formaldehyde, water, een terugvoeratroom van de
destil-latie bestaande uit water, formaldehyde en propargylalcohol,
~~ en een terugvoeratr0om van de tweene hete afscheider, bestaande
uit water en butyndiol. De verhouding
~
geregelddat de voeding 10% formaldehyde bevat eh de vloeiatofatroom
uit de tweede hete afscheider 30-33% butyndiol.
De kataly lilator •
Deze beataat uit cupro-acetylide en bismuth-oxyde op
silicagel (12% Cu, 3,5~ Bi). Cupro-acetylide is de eigenlijke
katalysator, terwij 1 het bisMuth-oxyde dient oTl'l de cupreen-vorming tegen te gaan. Het silicagel is een speciaal voor deze
synthese ontworpen soort met een matige oppervlakte-activiteit.
Cu en Bi worden er in de vorm van hun nitraten op aangebracht,
waarna door verhitten de oxyden gevormd worden. In deze vorm
wordt de katalysator geladen en in de reactor wordt vervolgeI5
eerlilt CuO gereduceerd tot CUtO door middel
vam
formaldehyde bij70'0. Terwijl de vloeistofstroom blijft circuleren wordt acety-leen toegevoegd aan de eveneenliI circulerende stikstof in zo'n
hoeveelheid dat de kata1ysamortemperatuur beneden 80'C blijft.
Zodra er geen acetyleen meer opgenomen wordt, laat men de
tempe-ratuur stijgen tot 100-1~OtC, waarbij de productie plaat vindt.
In ieder geval moet de temperatuur beneden 120'0 blijven omdat
anders snelle cupreenvorming optreedtjdie le~dt tot inactivering
van de katalysator. Yen regelt de temperatuur door gebruik te
maken van het volgende:
1. Als de totaal-gascirculatie groter gemaakt wordt,daalt t en
ü
8
2.Als de verdunning van de vloeistofvoeding groter wordt. daalt t en omgekeerd.
3. Als de acetyleen-concentratie groter wordt)atijgt t, en omgekeerq.
4. Als tussen top en bodem van de reactor meer gas gevoed wordt, '.:.~
dan daalt de temperatuur op die plaats door verdamping van
Water. Hiermee kan men plaatselijk hoge temperaruren veatrijden. 5. Al a er meer atoom in de gaavoeding toege laten wordt) atjjgt de
temperatuur en omgekeerd. Dit voeden van atoom ia tevena aan
".~~.,
-
r
.,,,,/ \ te bevelen om explosies aan de inlaat te voorkernen.i.!"'
rtt/'f1 .. ,( .. I( , / De levensduur van de katalysator bedraagt bij
oordeel-\~.'" "I
V
kundige werkwijze 3-4 maanden. De a.ctiviteit daalt dan niet noemena-~waard, maar door afzettingen op de katalysator wordt het drukver-val zo groot/dat de atromen atagneren. Bij het lossen
van
de katalysator ~oet hij voortdurend goed nat gehouden worden omdat hij in droge toestand explosief ii. Daarna wordt de gejele reactow-eenheid doorgespoeld met sterk zoutzuurJwaaraan propargylalcoholtoegevoegd is als corrosievertrager, om het cuproacetylide) dat van het iilicagel losgeraakt is en als film aan de wand kleeft te
verwijderen. Di t 'laatste is de reden waarom alle l"Ilateriaal vanaf de reactor td de filtratie v4A-etaàl is (18% Cr,8%Ni, 1% Ti).
Product.
Een vloeiitofstroom, zijnde een waterige OploSiing van
butY~Ol
(3j%1,
propar!ylalcohol(1%),
methylalcohol tl%1,L
t.V
nfl
~:.l
'
~~
-!~Y: formaldehyde
(1
%
)
en enig acetyleen, mierenzuur en ~_ wordt,
l.
V
Á naar de zuiveringsinstallatie geleid. .r
Er wordt aan het circulerende gas zoveel onttrokken en naar een concentratie-apparatuur geleid, dat het gehalte aan acetyleetD 85% blijft.Ontgassing.
In de ontgasser wordt de vloeistofstroom uit het
reactie-sys~eem verwarmd tot koken, de damp wordt in een terugvlo'1~oeler
o
Destillatie.
In de eerste kolom ( 35 schotela, refluxverhouding 3:1) worden alle lichte producten met wat water afgedesti11eerd bij
1,5-2 ato. Het residu gaat naar de neutrali~atie en het destillaat
wordt in de ëweede kolom ( 44 schote1a, refluxverhouding 1
à
1,5:1)gescheiden in water-methanol als topproduct eB een waterige
op-lossing van formaldehyde en pro.pargylalcohol ala bodemproduct,
dat naar de voeding van de reactor teruggeleid wordt.
In de derde kolom (10 schotele, refluxverhouding klein), tenslotte,
wordt methanol geconcentreerd van 70% tot 9a%,in welke vorm het
weer gebruikt kan worden in de formaldehyde-fabriek.
Het is nodig om methanol (dat afkomstig is uit de
formaline) af te scheiden omdat het de reactie vertraagt: bi~
een concentratie van 4% in de v1oeistofvoeding is de reactie-snelheid slechte een fractie van de normale.
Neutralisatie en Filtratie.
Hierbij wordt het door een CannDzaro-reactie û1t
form-aldehyde ontstane mierenzuur geneutraliseerd, waarbij tevens
opgelost kiezelzuur, uit de katalyaator afkomstig, neergeslagen
wordt. Het beste is dit te doen met 0,125% zeer fijn
magneaium-oxyde. Dit wordt toegevoegd bij ~5fC, dan wordt onder roeren
in 1 uur afgekoeld tot 50'C en de suspensie daarna gefiltreerd.
Cuproacetylide dat van de katalysatordrager losgeraakt i8~w~ordt
zo eveneens verwijderd. De
PH
is dan 7,56 en de verontreinigingenSi01 0,0032$, .gO 0,016%,
~
niet vluchtig 0,8%,Hoe dit op fabrieksschaal uitgevoerd wordt is niet bekend omdat
het een recente belangrijke verbetering van het proces is
(voor-heen werd met natronloog geneutraliseerd). Het voorschrift
suggereert at.rk een discontinu proces; ik had mij de uitvoering
dan ook zo gedacht,dat er twee puntketele, ieder met een inhoud
voor 1/3 dag;Jroductie, O'Yl beurten werken, de een als
"f1ash"-ketel van de eerste destillatiekolom, de ander in gebruik voor
11\
neutralisatie en filtratie van de charge, die er de vorige periode
van 8 uur ingestroomd is. Zodoende heeft men nagenoeg 8 uren
~
/
10
1 De filtratie kan T1'1. i • het be ste zo gedaan worden, dat Men in de
ketel de iiuspensie laat be zinken, de drab onderin filtreert, de
pers schoonmaakt en dan het grootste deel der oplossing.met
slechta weinig vaste stof erin,door het filter perst, vervolgens
zonder schoonmaken de drab van de volgende charge erAoor , dan
schoonmaken enz.
stofstromen.
De richting van de stofstromen is op het schema
aan-gegeven en behoeft gaen nadere uiteenzetting, op eén uitzondering
na nl. de schakeling van de twee reactoren. Wat de
vloeistof-atroom betreft zijn de reactoren in serie geschakeld, de tweede
reactor dient om de 5% formaldehyde ,die de vloeistof uit de eerate
reactor nog bevat verder uit te putten tot 1%. ne schema' s, die
over de fabriek te Ludwigshafen gepubliceerd zijn_geven echter voor
de gasstroom een parallelschakeling aan: iedere reactor heeft zijn
eigen voeding met verse acetyleen- de eerste twee Maal zoveel als de twee~e - en zijn eigen rondpomp-syeteem. Het lijkt mij echter eenvoudiger en minstens even goed, waarschijnlijk beter, om ook
f
vi
de gasstromen in serie te schakelen en wel in tegenstroom met~
!
de vloeistof. De tweede reactor werkt dan Met een hogereacetyleen-I
concentratie en dus zal er meer formaldehyde reageren. Om deze,
redenen ia het idée der serieschaKeling in het schema verwer~.
Over de grootte van de stofstromen het volgende:
Hoewel in de paragraaf "Capaciteit" gezegd is dat we 3530 t/jr zuiver acetyleen nodig hebben ia de momentele invoer in de reactor
belangrijk groter omdat er ca. 4% "inerte" gassen in gezuiverd
acetyleen aanwezig zijn, die gespuid moeten worden en wel tesamen
met bijna 6x zoveel acetyleen omdat het, met het oog op de reactie
-anelheid~niet wenae1ijk is het gehalte aan acetyleen van Het
circulerende gas lager dan 85% te laten komen.
Balana voor de gassen:
x ton 96% qH1 - reac tie
If -balans: iJyateem
~x
=- 3530 -I-f&y
-Lx ~ 15 y 19Q 100 - - 10.750 t butyndiol 3250 t ~1 Y t gas spuien 15/100 xy t N~ 85/100 xy t ~~ - 280 t verlie Ii. y ::: 1285 t x = 4820 t "'l\
'-.'
Deze invoer van 4820
tljr
(0,55 t/hr) bevat 4625 t acetyleen. Daarvan wordt 3250 + 280 -=-3530 t omgezet, zodat de conversie76,3% is. Berekening leert/dat voor een conversie van 80%. als men uitgaat van 96~ acetyleen en in het spuigas 85% acetyleen
toelaat, een rendemen~ boven 100% vereiat zou zijn. Toch wordt in vele raP90rten een conversie van 80% geboemd, hetgeen weer
eens aantoont dat men' de ze rapporten met de nodige reserve dient te lezen.
Bii de parallelschakeling was bij iedere reactor de hoeveelheid rondgepompt gas tweemaal zo groot als de hoeveelhitd vers gas.
In de serieachakèling wordt dat natuurlijk anders, hetgeen onderstaand schema verduidelijkt:
r---,---
-
~
/~,.
0,6 t/i.r. ~----~--~~ 0,'1 0,2. 0,0 I,~ ',2. 0,1.( parallel serieBalans voor de vloeistoffen:
l~~~g
;
~!~er~
300 t l' eOHrr
11800 t water 2000 t stOOTl'lI
reactie dest. -~ iJyste em syst. terugvoer 30500 t te r u6., v 0 ~~" ___ 720 tDe teruglosr van 1720 t bestaat uit:
I, '1..
..
10750 t butyndiol 7490 t OHO 21500 t water 650 t OHO verlies 300 t lfeOH 150 t water 360 CHf), 360 proQa.rgylalc. ,en 1000 water.Uit het feit dat de terugvoerstroom van 30500 t dezelfde aamen-stelling heeft als de stroom van reactie naar destillati.s,.berekeri;
men gemakkelijk dat de eerstgenoemde bestaat uit:
9350 butyndiol, 19700 water. 880 formaldehyde en condenaatie-j?ro ducten. 310 proj)QX gyléA.lcohol en 260 l~eOH.
12
Hoofdafmetingen. 1. Rea.ctor.
In de proeffabriek te Ludwig~hafen haà men rea.ctoren van 18 m hoog en 1 m ~; in d~ grote fabriek was de hoogte
de-zelfde, de diameter 1,5 M. Deze laatsten gavem slechts 40.% meer
productie dan de ee~sten. De opbrengst per volume-eenheid is dus bij het kleine type gunst!i.ger. Er wordt opgegeven dat twee grote reactoren samen 0,8 t/hr acetyleen verwerken. Twee reactoren van het kleine type verwerken dus 0,57 t/hr, dat is juist even meer dan in het onderhavige geval nodig is. Er dienen dus drie
reactoren te zijn van 18 m hoog en 1 m
0,
waarvan er twee werken en e~n met nieuwe katalysator gevuld wordt of als reserve klaar staat.2. Neutrali6atiek~tels.
Zoals gezegd moeten deze 1/3 dagproductie kunnen be-vatten, dat is ca. 30 t. Een ketel met
0
3 m en hoogte 6,5 m,waarvan de kegeltopho~k 90' is heeft een inhoud van 38 m3 , hetgeen dus voldoende is.
3. F i 1 ter oe r t i •
Een benadering van de orde van grootte is verkregen door vergelijking met een filtratie van dunsap in een suiker-fabriek, waarvan een voorbeeld bekend was. Om 10.000 l/hr te
I
filtreren (per charge 3 uur filtratietijd) waren nodig 30 platen van 634x634 m~. Deze getallen hebben echter vrijwel geen praktiSChe waarde, omdat van de aard van het neerslag niets bekend is.,p
o
c.
Hydrogenering. 20)24)25)Reactie
De gezuiverde 33%-1ge butyndioloplossing wordt, na warmteuitwisseling met waterstof onder 200 - 300 atm. druk geleid over een katalysator ( 16% Ni, 5% Cu, 0,7% ,~, rest
silicagel) bij inlaatte~peratuur van 40'C en uitlaatte~peratuur
van max. 120 - l30'C. De reactiewarmte ad 65 kcal/mol wordt af-gevoerd door met een 80-voudige overMaat waterstof te werken en het reatant ervan, na koeling, terug te voeren.
De electrische verhitter dient Om de waterstof te verwarmen tijdens het reduceren van de verse katalysator, die als oxyden op silicagel geladen wordt. Deze reductie vindt plaats bij 250 - 300'C Met 50 - 100 atm waterstof.
De opgaven over de levensduur van de katalysator vari~ren van 3 tot 7 maanden . De katalysator wordt vervangen als er meer dan 4% van het b,utyndiol tot n. butanol gehydrogeneerd wordt.
Destillatie.
In de eerste kolom ( 20 schotels, geen reflux opgegeven) de azeotroop butanol-water afgedestilleerd.
Van het water wordt 80% in de tweede kolo~ (12 schotels,
reflux-/
verhouding 3:1) en de rest in de derde kolom (32 schotels, refluxverhouding 1:1, druk 55 mm Hg) afgedestilleerd.
In de vier de ko lom (35 scho tels, refluxverhouding 10: 1, . druk
38 m~ Hg) wordt de voorloop afgescheiden, die voor een grmot
deel uit 4-hydroxy-butanal-l bestaat.
Het zuivere butaandiol wordt in de vijfde kolom (30 sohotels, refluxverhouding 1:3, druk 30 mm Hg) afgedestilleerd.
Uit het residu hiervan wordt in de zesde kolOM (12 schotels, geen reflux opgegeven, druk 40 mm Hg) nog een butaandiol-houdenà
G
14
stofstromen.
Voor de richting ervan kan naar het schema verwezen worden.
De grootte van de voornaamste ~tromen is:
Invoer; 32.250 t/jr ( 3,68 t/hr) butyndio1op1ossing, bevattend
10.750 t (1,23 t) butyndiol.
500 t/jr (0,057 t/hr) zuivere waterstof. Circulatie: 40.000 t/jr (4,6 t/br) waterstof.
Product: 10.650 t/jr ( 1,22 t/hr) butaandio1.
Hoofdafmetingen.
De reactoren in Lud.igshafen hadden een capaciteit van 24 t/~ag butaandiol; ze waren 18 m hoog en 85 cm ~.
Voor een productie van 29,4 t/dag
t
B
er dus, als er twee zulkereactoren zijn, voldoende tijd beschikbaar om e~n reactor
tijde-lijk uit te schakelen voor het vernieuwen van de katalysator,
mits er buffertanks aanwezig zijn OM de schommelingen in de
l
'
o
15/
v~
D. DehyBratering. 21) 25)/
~
Reactie.Zuiver butaandiol wordt gemengd met tetrahydrofuran en stoom, na warmte-uitwisseling en verdere verwarming, geleid
over een katalysator bestaande uit 24 - 27% Na(F03 )2 (Vaddrellts
zout), 24% Na2H2P207' 5% H3P04 en cokes. De temperatuur van de
katalysator moet 285 - 295 'C zijn en aangezien de reactie
endo-therm iS,moet de inlaattemperatuur 300 - .320 te zijn, terwijl er
bovendien warmte toegevoerd wordt met behulp van atOOMspiralen die op regelmatige afstanden in het katalysatorbed liggen. De levensduur van de katalysator is ca. 3 weken.
De sti llati e.
De reactiegassen worden, na warmte-uitwisseling in de
"
eerste destillatie-kolom gescheiden. Deze is 20 m hoog en
gedeel-telijk gev~ld met R&schigringen. Bodemproduct is water met iets
olie als verontreiniging; dcor de topkoelers passeert butadieen als gas, terwijl tetrahydrofuran er gecondenseerd wordt. Een deel ervan dient als reflux en de rest passeert de ontgaaaer, een kolom met 10 schotela. De damp uit deze kolom wordt naar de hoofdkolom teruggevoerd, terwijl het gezuiverde tetrahydrofuran weer naar de reactor gaat. Het butadieen wordt gewassen met
20 - ~O%-ige kaliloog (om aldehyden te verwijderen) in een kolom
me,t 24 schotels en daarna samengeperst tot 4 ato en gecondenseerd
zÓ/dat het op kooktemperatuur een kolom van 5 chotels doorloopt,
waarin het van opgeloate stikstof gescheiden wordt. Na koeling wordt de vloei stof in een separator ge schei den in een waterige
laag, die naar de hoofdkolom teruggevoerd wordt en een
butadieen-.\.
laag, die met vast KOH gedro~gd wordt. De uiteindelijke zuivering
geschiedt cioor destillatie in een kolom met 40 schotels. De reflux- '
verhouding is 1:1 en de druk in de kolom varieert van 1,1 - 3,5 ato,
()
o
schotels 16~
~~
~
~
~
Berekening destillatiekolom. / / p-IEr zijn twee methoden om het (theore tieeh nodige aantal
te berekenen nl. die van YcCabe-Thiele en die van
Ponchon-Savarit. De eerste wordt het meeste toegepast, maar de
y\
tweede is nauwkeuriger en verdient daarom de voorkèur, zeker in~
het onderhavige geval methanol-water, waar mengwarmte tever-wachten is. 2)
Kooklus.
De gegevens hierover die vermeld worden door Kirschbaum 6)
Landolt-Börnstein 12) en Perry 17) zijn in de berekening verwerkt. Daartoe zijn de gegevens van Landolt-Börnstein en van Perry
om-gerekend op gewichtsprocenten, omdat de meeste andere gegevens
ook op gewichtsprocenten betrekking hebben. Daarbij is de formule
gebruikt, waarin a het gegeven in mol.% voorstelt.
In tabel I zijn de getallen, die op de kooklus betrekking hebben verzameld. Uit de grafiek blijkt dat er geen vloeiende krOMmen getekend kunnen worden, waarop alle punten voorkomen. Aangezien de vorm van de kooklus, vooral in de buurt van de zuivere compo-nenten, grote invloed heeft op het aantal theoretische schotels,
heb ik twee kooklussen getekend; e~n, die een optimistisch
resultaat geeft (I~ en e~n, die een pessimistisch resultaat geeft
(rr)
(alle punten binnen resp. buiten de lus). llengwarrn te.Landolt-Börnstein 11) geeft mengwarmten van het systeem
-methano~-water bij drie temperaturen ( 0,00 , 19,69 en 42,37 '0)
maar niet bij kooktemperatuur. Die getallen zijn ook elders niet te vinden. Gezien het feit,dat de mengwarmte in dit geval bij
hogere temperatuur afneemt, lijkt het me niet juist toe om, zoals
meestal gedaan wordt, met de mengwarmte bij de hoogste temperatuur waarbij hij bekend is , verder te rekenen, Doordat de mengwarmten bij drie verschillende temperaturen bekend zijn, is het mogelijk
te extrapoleren volgens een kwadratische formule:
mt = a - bt - ct2. ( 1)
o
Vet behulp van de drie gegeven mengwarmten berekend men voor iedere samenstelling a, b, en c als volgt:
to::: 0 - mo '" a (2)
tl=-19,69 -.. ml'" mo - 1';;l,6;J b - (19,69)2 c (3) t2 :42,37 -m2 ",mo - 42,37 b - (42,37)2 c (4)
Door eliminatie van c resp. buit (3) en (4) vindt men:
18921 b ,::-1795,2 (7'I'l0 - ml) - 387,7 (mo- m2). 18921 c ":= 19,69 (mo - TTl2) - 42,37 (mo - ml).
Vullen we voor t in (I) in het kookpunt van een samenstelling
waarbij de coefficiënten ber~kend zijn/dan vinden we de
meng-war~te bij kooktemgeratuur, mtkpt.
In tabel 11 zijn opgenomen de-gegevens, de berekening van b en c
en de uitkomsten voor mtkpt. Er zij nog met nadruk op gewezen,
dat deze procedure niet exact is ( het is niet bekend of
mt == f( t) een kwadratische functie is), maar minder onna!lwkeurig
dan geen extrapolatie; het is de beste benadering, die praktisoh
mogelijk is.
Bezien we de resultaten, dan valt het op dat de mengwarrnten zeer
klein zijn
t.
o
.v.
de verdampingswarmten en bovendien dat zijvrij willekeurig nu pOsitief, dan weer negatief zijn. Op grond
hiervan heb ik de mengwarmten bij de verdere berekening ver-waarloosd.
L- en G-lijn in het W-x diagram.
De ~eeste oalorische gegevens, die voor de berekening
hiervan nodig zijn, komen ~eer dan eénmaal in de literatuur voor
en meestal niet in overeenstem~ing met elkaar. 3)4~6)8)9)lO)13)
14) 16). De gegevens, die mij het meest betrouwbaar leken,heb ik ,
bij de berekening gebruikt, de anderen buiten beschouwing gelaten.
Gegeliens:
1. De enthalpie van alle stoffen bij O'C is
gelijK nul gesteld.
2. Enthalpie van water: tabel 111 met reoht-lijnige interpolatie.
3. l:!:nthalpie van methanol: tabel IV met
interpo-latie door soortelijke warmten uit tabel
V
voor de L-lijn en directe reohtlijnige
inter-polatie voor de G-lijn.
-0
o
18
.De L-lijn.
Geval I ( brede kooklus, oPtimistisch):
100% "'eOH: t=64,7 W -= 36 , 45 + 4, 7 x 0, 612 -= 39 , 3 cal/go
75% "re OR ; t~:70,2 W=t(~3,19
-
0,2 x 0,62)+i
x 70,18 ~ 50,Ocal/g.50% lIeOH: t<76,o W =
t(
50,14-
4 x 0,625) +t
x 76,00 .:; 61,8 rI25% '''eOH: t~83,8 W :0
i(
50, f4 + 3,8 x 0,63) +-! x 83,83=- 76,0"
O%lfeOH: t~lOO,O; W==100,2 cal/go
Geval II (smalle kooklus, pessimistisch).
100% lll'eOH; t,,-64,7 W ." 39,3 cal/go
75% ""'eOH: t~70,6 W :=
t(
43, 19 + 0,6 x 0,62) +-t
x 70,58 '" 50,3 cal/ g.50% ~reOH: t "'76,4 W :=
t(
50,14 -3,6 x 0,625) +t
x 76,40"- 62,225% l"'eOH; t~83, 9 W",t(50,14t- 3,9 x 0,63) +
i-
x 83,93 : 76,10%
neOR: t;.lOO,O; W::; 100,2 cal/goWe krijgen, zoals de grafieken tonen in beide gevallen een lijn
die alleen in de buurt van zuiver water flauw gekromd ia. De G-lijn. Geval I: 100% "'eOH: t =64,7 75% UeOR: t=8l, 1 50% 1r e OH : t : 9 1 , 2 25% VeOH: ~~96,6 W :=.. 302, 5 cal/ g • W.:ot x 305,5
+i
x 631,5 =-367,0 cal/go W=
t
x 307, 2 ;-t
x 635, 6 " 47 1 , 4w
~i
x 308,0 +i
x 637, 6 -: 555, 2 "0% 'lI'eOH: t=lOO,O; W =638,9 cal/go
Geval II:
100% 'U'eOH: t :::64, 7 W~302, 5 cal/go
75% "'reOR: t=79,6 V{=-f x 305,3 ...
i
x 630,9 = 386,7 cal/go50% 1reOH: t "89,8
W::t
x 307,0+1-
x 634,9 =- 471,0"
25% Jr-eOH : t~95, 7
w"t
x 307,9 +f
x 637,2 ::555-,1"
O%UeOH: t"'-lOO,O; -Il ~638,9 cal/go
11
ft
In beide gevallen is een afwijking van de rechte lijn nauwelijks merkbaar •
De constructi e.
Zoals in d'e be Bchrij ving vermeld, dient de kolom om methanol van 70% te concenteeren tot 98;&. Ik beb aangenomen, dat
de voeding op een temperatuur van 60'C is en dat l~ methanol in
bet bQdemproduct toegestaan is.
----"'-~~---o
o
Punt F xF:= 0,·'7.0
WF ::=0,70 x 36,45+ 0,3 x 60 = 43,5 cal/go
Punt tr De nodenlijn door F snijdt de lijn x -::. 0,98 in '"', dat de
minimum-reflux bepaald op Ru=1fa/aA.
Ge val I Ri'~::: 26, 8/5 3 , 8
Geval II R,~ JO 39,2/53,8.
Pool A': Er is van de kolom alleen gegeven dat de refluxverhouding
laag is. Zoals gebruikelijk, heb ik de werkelijke reflux 1,5 maal
zo groot gekozen als de minimale.
Geval I A' a
=
1 , Ó x 26, 8 -=. 40, 2 mm.R = A'
a/
aA <>-40 , 2/5 3, 8 = 0, 7 5 •Geval II A' a ::. 1 , 5 x 39, 2 ::: 58, 7 mm.
R ::. A' a/ aA .::0 58,7/53,8 = 1,09.
Pool B': Yen kan B' vinden als het snijpunt van A'F met de lijn
X ':0 0,01. In het geval dat FBt» A'F, zoals hier, is het, met het
oog op de nauwkeurigheid, beter om de plaats van B' door berekening
, ,
-~
===
~
=--
--
.-~-
--=--
-
--
-
-~~
-- ---- -
-
-~
-
~-1
b
I
.
i i i i I I !!
I\
,
i
i'\
\
te bepalen, met behulp van de
formule:
die gemakkelijk uit de figuur is af te leiden. Vullen we in: WA = 39,9 cal/g xA::.O,98 WB = 99,8 cal/g xB=:O,Ol Wp =43,5 cal/g x~O, 70 aA = 5 3, 8 x 5 cal / g en R -:
° ,
75 , r esp. =1 ,09 , dan vinden we BB'=
1207 , re s,p. :::1437cal/g voor geval I resp. II.
Hiermede hebben we dan ook de warmte die voor de destillatie
nodig is, uitgedrukt in cal. per g. bodemproduct.
Door het trekken van noden- en poollijnen zijn de eon-structies voltooid.
'1
20
Het blijkt, dat er in het optimistische geval 10 theore-tische schotel. nodig zijn en in het pessimistheore-tische geval 14. Dit toont duidelijk aan welke grote invloed onnauwkeurighederi in de kooklus hebben op het aantal theoretische schotels.
Rekenen we de normale schotel-efficiency 0,7 dan dient het aantal werkelijke schotels resp. 15 en 20 te zijn, terwijl
men beweert te werken ~et 10 schotels.
Ik meen hieruit te mogen concluderen, dat:
of de vermelding van 10 schotels in de literatuur fout is, of men met belangrijk hogere refluxverhouding werkt,
of de kolom geen 98%-ige methanol enlof veel meer dan 1% methanol
in het residu geeft,
o
of de bepalingen van de kooklus niet goed zijn.(
)
0 ,
"-.J
Literatuur.
1. Barron - Yoderm Synthetic Rubbers (1949).
2. Diepen en ~eyer - Chem. Weekbl. 44 (1~48) 57.
3. Fiock, Ginnings en Holton - Bur. Stand. J. Res. 6 (1931) 886.
4.Hodgman - Handbook of Chem. and Phys. (1947) 1876.
5. Kirk en Othmer - Encycl. of Chem. Techn. (1947) .
6. Kirschbaum - Desti11ier- u. Rektifiziertechnik (1950).
7. Krugers-Dagneaux - Chem. Weekbl. ~ (1950) 572.
8. Landolt-Börnstein- Physikalisch-Chem. Tabellen HW 11 1275
9. id.
10. iJ.
1L id.
12. id.
13. iJ.
14.Fritz en~Koch C.A. 36 (1942) 5685 2 •
15. Perry- Chem. Engineers' Handbook (1941) 538.
16. id. 767.
17. id. 1360.
18. Rev. gen.
,
Caoutchouc 25 (1948) 268 - 274. ~'19. van Oss - Warenkenni s 111 599 - 660 (1950).
20. BIOS 367. 2L BIOS 1060. 22. CIOS XXII-7. 23. FIAT 720. 24. FIAT 926. 25. FIAT 1003. (1947) /
26. Ind. Eng. Chem. 39 120.
27. id. 40 ( 1948) 2301 28. iJ. 41 (1049) 050, 1012. ./ 29. U . S.:Ba ten t 2.390.779, 2,358.212, 2.184.164. 30. Z. anerg. Chem. 254 (1947) 343 - 6. 3L Wereld 1950 p 1233. Eg IIIc 2317. Ri'{ 11 1220. HW 11 1565 Eg IIb 1347 Eg IIIc 2290 . "
" Cl E4 F V' c-N,s Ic I/tSCN ~I't (/114 ~ ~.L .r~ ,," t-. ' :' :l!ç (~) ~q ('Z) ~ 100, 0 0 (), C6 ~,O() I f1 " S"? 1'-1 .J 9l $1 It( ? Itl tP S- fS?l ! '2] t .dl to
I
?1 ,. ,,~S ~6 1. IS-~
"1
Ç/Js- 5"1 t ~:r
30 6i( " óJ ( t% 'Jr,
I /f S"/PI
I .l-t> t?/ Rfi
13 II
p..J
.IS- tf~ 16 i7'
1
Js-.1 {to JI~~
~
Jrf
$"II
I"'
s-
J?
16 I ,,, i ! tfl.. ( II
Sö 7é tri' I IJ! j !>S- , ' ( fo'ft
t. 1'-1 J / 0 71 ;'9 ~>1
dl
l 1 Ó ç-;2.
iJ dlf I 111 ilr
,71 Ji I I ~til"
/t ~ ~ bJ IJ? ? f/ J9 fT v /9 2.1 91 t I 1J Ol / . 6tf /1( fJ S" I f'~ Pi 90 tI f9 frtI
?>Sö f> I~ I !9
1
Ir : fl.u-0
"
IC OOK '- (/.J . . r4-QEZ I /JE.I?/l Y I~ i.1S ft) t- ki. (~ ~ {~ -t ! ~( IPo, 0 ",f> ()"
"
I I fL 5" f61 'f j r 1./6 tI' ()I
~1. ?j yI
,~ ]4 Vr
'
?óJ 91 ! 1I , I 9'3? '1I JI
11.
'2. ~ $ IJff I 0 ? lol ? I bI I~~
I
/!Jr
I sr- <} 73 tf r joJi
ag
: Ir s- 1 ' ! I 4'f f( cff ) ,p 6' : 1/ ti?IJ
: lfl l;;0
qJ~ 'l? i 7JI I 4-'t.1 I tI~ 2. 3'1 t; !75'
j Ri. I tfl1
I I 1/1 /, &1 ti i ~t S UJ Jto I ~6 t I '13 I ~J 1. ~3 pt tlt.,
: ~'1s-b,
J ~I : f1. t. IJt'1
1 Ifr
/
Ir,
#~
I
f
1
'
Ûoi
fl
ti 21 2. I ~3i
/$" 2-12 tfJ> I"
,,-' 1 ~. f5'l. fit 0 fO 1 ~? () tf?S""F
t
tPJ Ilf
j
?1 0 ?lil l vi /'b9 6? f 11 1.. 61. 6 SJ9 $7t2. 4'12, fl 1s-161I
,
I
lv f/~t
1
~~
~
t
9~
" l(_ _ I)D_-.:...._I(_---.:.I_'_o-'-. -'-'()----I_I_O"_PP--+' _ _ ----+-_ _ ---L _ _ --L _ _ _ _ _ _ _ __
J
11f~ /O~ 0
l
i
dP
o.
T/I~ ELr
..J)
hèT/I#1I0L. t- WI. 4'L I1/q Wq (.r~q/~) (,c",1. {h ulel (c.JI.j·t
S.It!. -() ~o ",l)-
-,,,
15"2 J ~ 6 'IJ" l.tIl.$ J tJ/ .rt ~ /h I' k~ 11 11}0 é Jo) 1"3,.
JC? 9 ~o 11( 12;1~ .JQ5 JS' 10 .tYtl ~ ~ ~J Il/$" t.. JoJ02-Ik>. i1/ J. YÎ1 12f/ ; J08
Tt.
t. (),6d1, p.. o tl}'1
'0
I> 62;1. ?q ~ 6J;'~ IPo o 6vI.J t J amQ
i;- 11/,- hrti. w. # d ~() J6 6ffl' lt . l'fl ~?'t7P
17-
7Jfh71
J? ~I t'S"1t-I
tfq Ilo "I S'.>/I I 1'1 1/'1 ó2 ç;n S' 1'1. IJl. 6,l !r~,s-n
tiJ pJ IJiI ,IIVP.1 If "'?PÓ.r/,rt
ft? fopl $"lilt? ~/ flotl ~y 3 cf!. ~lltf rY!.Jp
tfrll F~/'If'
9'I/t. rtII 2.l
t
ItrD I/&P,Pit
!. ~6r-·Jll·
i ~
Ij
:
I
10f1
1
l
iS"
"1
I
.2 () 1Ii
I I J,/6 , IS" , til u' .14' 1 / ~ J 1I
2/ I Jo 11 . /0'IJ
f
!'
I j S" h I! ~I I~ ~ . $'0 111
! I qs-!11
:
, IS"~
i
l'I
S-i""lS"
1
i f"l
Y! I,. 1JI
;.' 1"
;$"
r
10 )1.
/1) ~' i I I '/ .>1.1i
" fJ I ,[J ~)I ' Ro19
s-t;
5.tt d'1' 'I1
f' IJ. t' 3J. 9dI;
J 5'/ .J IJ fF't
//1 / I' IA I c.,)(~~~
---+---.-
~~
-
C
f
1"1.1 ~ ,5"J IJ J1 f, ) If;
I
/i" ~ " f j '/fI., I .tt) $" 0 , 1I-
...
,
1
P,O J. I
J J( / I~ .( ~, '/d j f 1
ril I .1./ J IS" ,IJ () /1 i.
, ()S' I
11
.J '/J t i () Ij oS P rfo I ()f JS';
If'
/j "l·'}
I)fJ
.1 t i/1
tt 1'1 t. 11./~ I ~I i J' Y IS" / N I1
'/l () #2 J Y1
/rJ
/J s-ft. ~ :"f'
i J <.1 IJ { /1. } () JI J /t 11. I. J 0/ 11 ç" I I .2 iJl I 11 S-I 1 14 '~ I I 10/ I /1 L //;
/11 I() ~ L.UIfl
/J;
f
Jf
S-r!'
~,?q
;6
.>Y' I'1
I /0 I Ç' I .trf / It> rf 7" JIJ.
dl-l
I
~I
I Jo Jl,I
Ir
11
6t
r
~
tl'
I)JI
t
I;
I
'1 1 2. I ~ Ó i tlrf J :I
I -OL. - d l '>f-Z ( ) q I) l. $"'1 J - 0 f _ 0 1 4J .5 ~ ~ -~ tf Y.l / - () 4. - 0 I Jr/ J' - I S ' -DI' ;Y'~ / ~S' " b- I $'J ~ S- .>1 - /
~-
0 '} j~ I t)'I
tP tI I ol. .; 1 t; () - 0 f. - t;> I .to I 4'( I : ';1..l i : ,tI' I i!
.tJ
9!
1/9I
2s-~
It. I I Lf'O II
Jo g I I )y Y' I .11 J 1 ,4(( Ij I I-lol ! -112 , I - l i j - I JI () JJ ()SY , IJ t( 11.?
.t,i. .( 11 J 1I J' /) 1. 1. - I) Jo I" 6 /f S 10 .J - I t2. IJ
11 L. f j -() $'( , , I~-;-. i' .
o
!. '..
I, " t'--':----"..
,
" . '''' ': . '-'-. ---;---;---;-, --'-l-:.~ -·. - t+.,.-.• _;._ ... ~ ... 0-. 1 ':' .. J 1 ... -:1 , '--1 ,. -j.
:-1
. . :! . : I .1.;..
.!
...;: ·1 '. "-1It:tt I:t r itifF fl-JûJf} I~ t I + ! : j;:<' ... ;: .~~ ;:t~; It !:tu .j , -.:... 'ti,;'+Ji1j: 1 te· tn tt +'.~ " d±