• Nie Znaleziono Wyników

Transport van personen, goederen en informatie; 6e Bedrijvendag Delft april 1988

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Transport van personen, goederen en informatie; 6e Bedrijvendag Delft april 1988"

Copied!
116
0
0

Pełen tekst

(1)

Transport van personen,

goederen en informatie

(2)
(3)

Transport van personen,

goederen en informatie

(4)
(5)

Transport van personen,

goederen en informatie

Redactie

Transferpunt TU Delft

J.E.

Rijekenberg

Ir. D

.

A. van Staveren

Centrum voor Vervoers- en Verkeerswezen

H.M

.

Soekkha

(6)

Uitgegeven door:

Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 eN Delft Telefoon 015-783254 In opdracht van: Transferpunt TU Delft Stevinweg 1 2628 eN Delft Telefoon 015-783767 en

Centrum voor Vervoers-en VerkeerswezVervoers-en CVV Stevinweg 1

2628 eN Delft Telefoon 015-786634

(7)

BEDRIJVENDAG, ONTMOETING TUSSEN

BEDRIJFSLEVEN EN WETENSCHAP

Voor de zesde maal organiseert het Transferpunt van de TU Delft zijn jaarlijkse Bedrijvendag. Op 13 april a.s. zullen wederom de resultaten gepresenteerd worden van het wetenschappeli jk onderzoek aan bedrijfsle-ven, adviesbureau's en overheidsinstellingen. Ook dit jaar is weer gekozen voor een thematische opzet, namelijk het thema TRANSPORT in de ruimste zin van het woord: "Transport van personen, goederen en infor-matie" .

Gezien de grote belangstelling in de voorgaande jaren, blijkt het bedrijfsleven grote waarde te hechten aan deze activiteit. In stands, lezingen en case-studies zal een aantal facetten van het lopende onderzoek op transportgebied gepresenteerd worden, terwijl in een rustige omgeving ook vertegenwoordigers van facul tei ten geconsulteerd kunnen worden. Ongetwijfeld krijgen op deze dag vele industriele- en over-heidspartners beter inzicht in de "Delftse" know-how op het gebied van transport.

AKTIVITEITEN

De Bedrijvendag is slechts een enkele uiting van het scala van ak-tiviteiten waardoor de TU Delft zich klantgericht opstelt:

- Het Transferpunt bemiddelt graag bi j vragen vanui t de industrie en overheidsinstellingen, die steeds meer het nut inzien van een dergelijk intermediair.

De uni versi tei t presenteert zich met een stand op vele vakbeur zen. - Veel vakgroepen zijn door hun specifieke kennis en ervaring graag bereid samen te werken met industriele en andere partners. De inschakeling van studenten in hun laatste studiefase ,als ook de zgn. "Assistenten In Opleiding" biedt hierbij aantrek kelijkemogelijkhe-den.

SAMENWERKING

Bij een goede samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven moet uiteraard aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo is het overdragen van kennis een zinloze aktiviteit als de structuur van een bedrijf het moeilijk maakt deze know-how te absorberen.

Daar waar het nodig is, gaat de overdracht van kennis uit onderzoek vergezeld van op de klant toegesneden onderwijs.

De TU Delft ziet niet graag een klant terugkeren met dezelfde vraag: de onderwijsfaciliteiten zouden dan gefaald hebben.

STERKTE - ZWAKTE

Ook de Erasmus universiteit Rotterdam en de Rijksuniversiteit Leiden zijn met een stand op de Bedri jvendag vertegenwoordigd. Samen vormen deze

(8)

VRAGEN

Er hoeven geen aarzelingen gevoeld te worden tot het stellen van vragen. Elke vraag is welkom en zal door het Transferpunt worden behandeld binnen de TU Delft of worden doorverwezen naar andere onderzoekinstellingen . Tijdens de recentelijk gehouden bijeenkomst van de samenwerkende Transferpunten, is door sprekers van de ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen gewezen op het feit dat het Hoger Beroeps Onderwijs een snelle ontwikkeling doormaakt waardoor hun onderzoekfaciliteiten in omvang zullen toenemen. Zij zullen daardoor ook in staat zijn om vragen uit het bedrijfsleven te beantwoorden. Daarom moet onderscheid gemaakt worden tussen vragen met een duidelijk weten-schappelijk of een toepassingsgericht karakter.

Het Transferpunt heeft behoefte aan vele vragen, omdat men aan de hand daarvan ook ontwikkelingen binnen de technologie kan signaleren en daardoor richtinggevend kan zijn voor de research- inspanningen van de TU Delft. De door de TU Delft aangetrokken senior research-manager zal in dit vlak een belangrijke rol gaan spelen.

Het Transferpunt wil en kan de bezoeker gaarne en goed informeren. Het is namelijk de ingang van de TU Delft voor de kennistransfer tussen universiteit en bedrijfsleven. Het Transferpunt dient als intermediair voor de expertise van de vakgroepmedewerkers.

Prof.ir. E.J. de Jong

(9)

INHOUDSOPGAVE

FACULTEIT DER BOUWKUNDE .•...••...•.•...•.•.••.••••••.••...•••... 5

Arbeidstijd en congestie •.••••.•.••.••••••••••.••.••••••••.••.••••...• 6

Bevordering openbaar vervoer in de stad ••.••••••.•••.••...••..••••.. 7

Ef f ecten Delfts fietsrouteplan op de verkeersveiligheid ••••.••.••..•.. 8

Ef f ecten van parkeerregulerende maatregelen in stadscentra ..•••..•.•.• 9

Evaluatie fietsrouteplan Delft .•.•...•.••.••••.••.•...•...•••..•. 10

Externe vervoersrelaties van de grote steden in Nederland ..•••..••.•. 11

De functionele hierarchie onder druk ••••••••••••••••••••.•..••••.•••. 12

Geluidhinder en de routekeuze van het stedelijk vrachtverkeer ...•. 13

Geluidschermen : Ontwerp en bewonersbeleving .••.••••..•••... 14

Karakteristieken stedeli jk vrachtverkeer .••••.•.•...•••.••.•••.... 15

De mobili tei t in de middelgrote steden ••••.••••••.•.••••••••••.••..•. 16

Modal-spli tprofielen en stedelijke structuur van Nederlandse steden •. 17 Planning van Amsterdamse stadsuitbreidingen: Verkeersconcepten •••.••• 18 Rekenmethodiek voor milieuhinder door verkeer in stedeli jke gebieden. 19 Routekeuzegedrag van automobilisten .•.•.••••..••••..••..••••... 20

Routekeuze in het vrachtverkeer ...•..••••••••••••.••.••.•.••...•. 21

Samenstelling en ontwikkeling van het woon-werk-verkeer ...••.. 22

11 Star-analysis 11 : Verkeersanalyse op grafische personal computer ..•... 23

Telecommunicatie-ontwikkelingen en de ruimteli jke gevolgen ••.•... 24

De verkeer s aantrekkende werking van het winkelcentrum Oosterhof •.•... 25

Verkeersproductie van centrumgebieden .••••.•••..••••••••.••••••..•••• 26

Verkeersveiligheid en mobili tei t •••.•..••.•.••..••••.••..•....•... 27

Het verplaatsingenpatroon op diverse ruimtelijke niveau' s •••...•... 28

Vervoermiddelgebruik bi j woonforensen uit kleine kernen .•••••••••.•.. 29

FACULTEIT DER CIVIELE TECHNIEK .••••....•.••.•••••.•..••••••.••.•••.•••. 31

Beleidsanalyse ten behoeve van verkeersplanning ...•••.••••••.•••... 32

Computersimulatie van olievlekken op zee .••.••.•.•••...•...•••••... 33

Havensimulatie modellen ••.••••••••..•.••••••.••..••••••..•••...••.... 34

Informatiesystemen voor het voorspellen van reistijdvertraging ...•.•. 35

Infrastructuur en beleidsplanning .•.•..•....•.•..•••.•••...•...••.... 36

Stabili tei t van onderzeese pi jpleidingen ••.•••..•••••...•.•....••.. 37

FACULTEIT DER ELECTROTECHNIEK •...•....•....••...•...•...••.... 39

Aanvaringsalarm •.••.••••••••.•.•...•..•.•...•...•.•••... 40

Een adaptieve stuurautomaat voor binnenvaartschepen •..•••...•.. 41

Autosnelweg signalering ....•...•.•.•...••..•••.•.••...•.•.•••...•. 42

Bevordering regelmaat openbaar vervoer ...•..••....•...••••..•...• 43

Computerbesturingrailverkeer .•.•••.•.•..••.•.••..•....•.••••.•.•.... 44

Diepgaand onderzoek van verkeersongevallen DOVO .••..••..•..••....•.•• 45

Electronica in verkeerssystemen ••.•.•.••..•.••....•.•....•..•.•••••.• 46

Informatiesystemen en verkeersveiligheid .•.••••.•••..•••••..••..•.... 47

Radionaviga tie voor landmobiele toepassingen ....•...••... 48

Serie-resonante energie omzetting .•..••.••.••...••..••...••... 49

Telematica/Mobiele data systemen .•.•...•...•..••••.. 50

Telematica/Telegraphics •••.•..•.•..•..•..•...••.•.•..••..•••.. 51

(10)

Prestaties en geluid van vliegtuigen .•..•.•...•.•...•..•.•••••.. 63

Stabiliteits- en besturingseigenschappen van vliegtuigen ...•... 64

FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE ...•••••••••.•••.•••...•..••.•.•. 65

Optical interconnects •..•...•...•.••.•..•.••••...•••••... 66

Simulatie van drukpulsaties in transportleidingen •...•.•••..•..••.... 67

Verkeers- en industrielawaai •...•.•••.••.•••.••••••.••••••••••••••••. 68

FACULTEIT DER TECHNISCHE WISKUNDE EN INFORMATICA •.••.•••••••••••••••..• 69

Beslissingsondersteuning in de logistiek •••••.•.•••••••.••••••••••.•• 70 Continuwnmechanische aspecten van het rollend contact •••••••••••••.•• 71 Ontwikkeling van een beslissingsondersteund systeem ••••••••••••....•. 72

Systemen met discrete gebeurtenissen •••••••••••••••••••.••••.•... 73

FACULTEIT DER WERKTUIGBOUWKUNDE •••••••••••.•••••••••••••••.••....•.•... 75

Bandkarakteristieken en voertuiggedrag ••••••••••••••••••••.•••••.•.•. 76 Beheersing afgeveerde beweging wegvoertuigen •••••••••••••••..•••••.•• 77

Betrouwbaarheid van gelaste constructies van/in transportwerktuigen .• 78 CAD van transportwerktuigen •.•.••••••••.••.•.•.••••.••••••••••••...•• 79

Circui t voor stortgoed en het ontwerpen van overslagwerktuigen .•••.•• 80 Computerondersteund plannen en simuleren van acti vi tei ten ••.•••.••••• 81 Dynamisch gedrag railvoertuigen •.•...•... 82

Dynamischrengedrag van een met ABS geregeld voertuig •••.•.•...•. 83

Hydraulisch-erosieve aspecten van bagger processen •••••.••••...•.•. 84

Koersstabili tei t auto' s met voorwielaandri jving •.••••••.•.••••••••.•• 85 "Of f -design" gedrag van gasturbines •••••.••••••..••.•••.••.•••••••.•. 86

Ontwikkelen van transportwerktuigen •••••••••••••••••••••••••••••••••• 87 Positiebeheersing van ontgravingsmidcielen ••••••••••••••••••••••••••.. 88

Relaties tussen kabelvennoeiing bij off-shoretoepassingen ••.••.•.•.•• 89 Routering motorschepen ••••.••••.•••...•••••••••••••••••.•••••..•.•.•. 90

Snijden, graven, transporteren en storten van stoffen •••.•..•••..•••• 91

Systeembenadering van organisaties ••.••••.••.•..••...•••.••••.•.•• 92

Toelevering aan off-shore platforms •••••••••.•.•••••••••••.••••..•.•• 93

Toepassings model-analysis bij modelvorming in de voertuigdynamica .•. 94 Tractie-aandri jving van liften ••••••••.•.••.••....•....•.••••••••..•• 95

Tweewielerdynamica .••••.••••••••••••••..•••.•••••••.••••...•••••••••• 96

Verbranding in dieselIootoren met directe inspui ting .••••••.•••.••••.• 97 Het verbreken van de samenhang van grond en vaste gesteenten ••••••.•• 98 CENTRUM VOOR VERVOERS-& VERKEERSWEZEN. • • • • • • • . • • . • • . • • • • . . • . . . .. 99

Deskresearch Transport-Verkeer-Logistiek en Telematica ••••••••.•••.. 100

Orientatie-onderzoek naar nieuwe energetische aandrijflijnen ••••••.• 101 CENTRE FOR INTERNATIONAL COOPERATION AND APPROPIATE TECHNOLOGY CICAT .. 103

Driewielerproductie in Vietnam •••••••••••••••••••••••.••..••....••.. fÖ4 Fietsintroductie in Nicaragua .••••••••••.••••.••••••••••.•.•.•..••.. 105

MULTIDISCIPLINAIR ENERGIE CENTRUM (MEC) ... 107

(11)

FACULTEIT DER BOUWKUNDE

ONDERZOEKSINSTITUUT VOOR STEDEBOUW,

PLANOLOGIE EN ARCHITECTUUR (OS PA)

Adres : Berlageweg 1 Delft

Secretariaat : 015-781088 Contactpersonen : ir. P.H.L. Bovy

ir. G.R.M. Jansen b.g.g. Transferpunt : 015-783767

(12)

ARBEIDSTIJD EN CONGESTIE

Doel van het onderzoek

Het werk is door de aanslag op het tijdsbudget en door de strakke structurering van de tijd een belangrijke factor voor de verklaring van de acti vi tei tenpa tronen over de dag en daardoor ook voor de pieken in het verkeer. Door arbeidstijdverkorting veranderen tijdsbudgetten, welke effecten heeft dat op de vervoerpieken?

Werkwijze

De studie naar het effect van arbeidstijden op het piekverkeer is verricht door middel van een secundaire analyse van het gegevenbestand: Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) en het Centraal bureau voor de Statistiek. De werktijden zijn een eerste aanleg nader onderzocht door een verkenning van 25 huishoudens naar de activiteitenpatronen, de relatie met de werktijden en de onderlinge relaties die er in een huishouden tussen de bezigheden van de huisgenoten zijn.

Resultaat

Twee varianten in Arbeidstijdverkorting (ATV) zijn nader geanalyseerd op de effecten in 1990 voor het piekverkeer: de 7-urige werkdagen en de vrije vrijdagmiddag. Beleidsmatig gezien lijkt de keuze voor verkorte werkdagen, als deze gepaard gaan met een grotere flexibilisering, het meeste perspectief te bieden.

Publicaties

Tacken, M. "Tijdsbeleid als aanvulling of alternatief voor ruimtelijke planning" paper voor het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 1987. In: Verroen E.J. (red.)" 8 miljoen auto' sin 2010, 2 delen Den Haag, 1987. Tacken, M. & J . C. Mulder, "Arbeidsti jdverkorting en vervoerpieken , een prognose voor 1990". Technische Universiteit Delft, Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, rapport nr. 60, 1986.

Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: drs. M. Tackeni : ir. J.Th. Gantvoorti : J.C .. Mulder. 015-781367/784166/784162. 015-783767.

(13)

BEVORDERING OPENBAAR VERVOER IN DE STAD

Doel van het onderzoek

Achtergrond van deze studie is de gedachte dat goed gesi tueerde openbare vervoerslijnen voor veel autobezitters een redelijk alternatief bieden voor hun ritten naar het werk en eventueel naar een groot aantal centrumvoorzieningen . Het comfort van de rit (tram ten opzichte van bus) en het niet hoeven overstappen zouden hierbij belangrijke voorwaarden kunnen zijn.

Werkwijze

In Den Haag is in 1984 een tweetal case-studies uitgevoerd. De eerste betrof een huisenquete in Mariahoeve , waarbi j de voordelen van de tram (6 en 7) boven de bus (4) zi jn onderzocht. De tweede betrof een enquete onder werknemers met werklocatie in een corridor langs buslijn 36 vanuit het Centraal Station.

Publicaties

Blom, J.A. & A.F.M. Bookelman, "Het gebruik van een hoogfrequente directe bus, als aansluiting op de trein in het inter locale woonwerkver-keer door keuzerei zigers" in: J . P. van Est (ed) Colloquium vervoersplano-logisch Speurwerk, deel 1,53-67, 1984.

Contactpersoon ir. J.A. Blom.

Telefoon 015-78.

(14)

EFFECTEN DELFTS FIETSROUTEPLAN OP DE VERKEERSVEILIGHEID VAN VERKEERSDEEL-NEMERS

Doel van het onderzoek

Het Delftse Fietsrouteplan is uitgevoerd mede ter bevordering van de verkeersveiligeheid van fietsers en andere weggebruikers. De vraag is in hoeverre door het plan de verkeersveiligheid, in termen van geregis-treerde ongevallen, inderdaad is bevorderd.

Werkwijze

Het onderzoek naar wijzigingen in de verkeersveiligheid in Delft wordt aangepakt via een empirische voor- en nastudie met proef- en controlege-bied.

Resultaat

Tot nu toe zijn alleen databases aangemaakt ten behoeve van de analyses; deze zullen in 1988 worden uitgevoerd.

Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L.

Bovy;

: D.N. den Adel; : ing. M.J.P.F. Gommers. 015-782641/781057/782646. 015-783767.

(15)

EFFECTEN VAN PARKEERREGULERENDE MAATREGELEN IN STADSCENTRA

Doel van het onderzoek

Parkeerregulerende maatregelen worden door het beleid vaak gezien als een instrument om de toevloed van autoverkeer te beperken. Met name geldt dit voor de centra van grote steden.

Werkwijze

Na een beperkte literatuurstudie is door middel van een tweetal case-studies getracht na te gaan wat de gevolgen van dergelijke maatregelen zi jn voor het vervoermiddelgebruik en het ruimtelijk verplaatsingsgedrag . De bedoeling was de parkeerders op twee terreinen aan een zogenaamde 'before & after"-studie te onderwerpen.

Resultaat

Ui t het onderzoek bli jkt vooral de economische waarde van het parkeerter-rein voor de nabijgelegen winkels en warenhuizen. De parkeerders besteedden gemiddeld ongeveer driemaal zo veel als de bus- en tram-reizigers.

Publicaties

Gantvoort, J.Th., W. van ' t Wel & J. van Grunsven "Winkelen in de binnenstad. Resultaten van een voorstudie", in: J.P. van Est (ed.) Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk, deel 1, 151-178, 1984. Gantvoort, J.Th., W. van ' t Wel & J. van Grunsven "Winkelen in de binnenstad", Verkeerskunde, vol, 35, nr. 12, 562-566, 1984.

Contactpersoon ir. J.Th. Gantvoort.

Telefoon 015-782641.

(16)

EVALUATIE FIETSROUTEPLAN DELFT

Doel van het onderzoek

In Delft is een netwerk van fietspaden aangelegd. Het eerste doel hiervan is bevordering van het fietsverkeer. Het tweede doel is dat fietsen zo veilig en comfortabel mogelijk te doen verlopen. Het OSPA verricht onderzoek naar de mate van effectiviteit van de gemeentelijke maatregelen.

Werkwijze

Essentieel voor de aanpak van het onderzoek is dat de door de fietsers gevolgde routes voor en na het gereedkomen van bepaalde fietsvoorzienin-gen worden geinventariseerd. De gegevens die door middel van een enquete worden verzameld, hebben betrekking op fietsverplaatsing binnen dat gebied.

Resultaat

Het fietsrouteplan heeft geleid toe een duidelijke toename van het fietsgebruik en tot verbetering in de omstandigheden voor het fietsen. Het autogebruik is in dezelfde periode niet veranderd.

Publicaties

Gommers, M.J.P.F. & P.H.L. Bovy "Evaluatie Fietsroutenetwerk Delft, eindrapport - Routekeuzegedrag en Netwerkgebruik".

Bovy, P.H.L. & D.N. den Adel "Routekeuzegedragvan fietsers: een analyse met de functionele meetmethode".

Contactpersoon ir. P.H.L. Bovy. Telefoon 015-782641. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(17)

EXTERNE VERVOERSRELATIES VAN DE GROTE STEDEN IN NEDERLAND

Doel van het onderzoek

Het doel van deze studie is het bepalen van de belangrijkste kenmerken van de huidige vervoerspatronen die bestaan tussen de vier grote steden en hun omgeving. Daarnaast het weergeven van een aantal essentiele karakteristieken van deze patronen in de ontwikkeling gedurende de laatste twintig jaar.

Werkwijze

Met behulp van de gegevens van het CBS-Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) zi jn alle verplaatsingen bepaald met een of beide eindpunten in een van de vier stadsgewesten in het jaar 1982.

Resultaat

Geconcludeerd werd dat het zogenaamde externe verkeer een zeer belang-rijke component is van totale agglomeratiegebonden vervoer. Voor het beleid betekent dit dat het essentieel is dat er meer ruimtelijke integratie komt qua planning tussen het beleid van de gemeenten in een stadsgewest en tussen het locale niveau en het Rijk.

Publicaties

Jansen G.R.M. & T. van Vuren, "De externe vervoersrelaties van de vier grote steden in Nederland: een empirische studie", Delft, Technische Hogeschool Delft, Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, Rapport nr. 47, 1985.

Jansen G.R.M. & T. van Vuren, "De externe vervoersrelaties van de vier grote steden in Nederland: een empirische verkenning", In: Van Est, J. (ed. ) "Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk - 1984 - Mobiliteit in

Beweging", 309-332, 1984.

Jansen G.R.M. & T. van Vuren, "Het externe verkeer van de grote steden: aard, achtergronden en betekenis onderzocht", Verkeerskunde, vol. 38,nr. 10, 448-454,458, 1987.

Contactpersoon ir. G.R.M. Jansen. Telefoon 015-782641.

(18)

DE FUNCTIONELE HIERARCHIE ONDER DRUK

Doel van het onderzoek

Onderwerp van studie is de functionele hierarchie van winkelcentra.

Werkwijze

In een uitvoerige analyse wordt nagegaan hoe er in de loop der jaren steeds meer druk is gekomen op de hierarchie van winkelcentra. Onderzocht zijn voorlopig Alexanderpolder en Ommoord.

Resultaat

Een belangrijke conclusie is dat er toch nog relatief veel aankopen met behulp van langzame vervoerwi j zen (te voet en per fiets) worden gedaan. Publicaties

Gantvoort, J . Th. "De functionele hierarchie onder druk. Een analyse van de werkzame krachten ten aanzien van de winkel voorzieningen op wijk- en buurtniveau", bijdrage Planologische Discussiedagen, 1988.

Contactpersoon ir. J.Th. Gantvoort. Telefoon 015-784166.

(19)

GELUIDHINDER EN DE ROUTEKEUZE VAN HET STEDELIJK VRACHTVERKEER

Doel van het onderzoek

Een belangrijke opgave van de stedelijke ruimtelijke planning is de bestrijding van de geluidhinder ten gevolge van het verkeer door middel van stedebouwkundige annex verkeerskundigemaatregelen. Steeds meer komt deze hinder voor rekening van het vrachtverkeer.

Werkwijze

Randvoorwaarde van de studie was dat antwoorden moesten worden gezocht op basis van beschikbare kennis en informatie.

Resultaten

Er is volstrekt onvoldoende empirisch en theoretisch inzicht in de kenmerken en achtergronden van het stedelijk vrachtverkeerspatroon om een adequate milieuplanning mogelijk te maken. Er bestaan zeer grote verschillen in het vrachtverkeerspatroon tussen steden onderling. Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar het routekeuzegedrag van vrachtautochauffeurs, zodat planning een hachelijke zaak is. Publicaties

Veeke, P.J .A.M. & G.R.M. Jansen "Stedelijk vrachtverkeer: routekeuzege-drag, routeplanning en de invloed van verkeersmaatregelen op het vrachtverkeerspatroon", Den Haag, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimteli jke Ordening en Milieubeheer, Directoraat voor de Milieu-Hygiene, Rapport nr. GF-HR-49-02,121, 1987.

Contactpersonen Telefoon

b.g.g. Transferpunt:

ir. G.R.M. Janseni ing. P.J.A.M. Veeke. 015-782641/782642. 015-783767.

(20)

GELUIDSCHERMEN: ONTWERP EN BEWONERS BELEVING

Doel van het onderzoek

De problematiek van de geluidschermen kan men beschouwen als een typisch voorbeeld van een milieubeleid waarin de burger wordt beschermd tegen bepaalde immissies zonder veel inzicht in diens perceptie en evaluatie van immissie en maatregel. Het eerste, voorlopig afgerond onderzoek was gericht op de objectiviteit en validiteit van studies voor het visuele ontwerp van geluidschermen.

Werkwijze

In een in samenwerking met de RWS en VROM groots opgezet project worden zeven, op geluid- en visuele hinder mogelijk verklarende variabelen zorgvuldig geselecteerde cases grondig onderzocht.

Resultaten

De voorlopige conclusies op basis van de vijf behandelde cases leiden in de richting van verrassend eenvoudige conclusies betreffende de relaties woning-woonomgeving-geluidhinder en woning-woonOIlViJeving-geluidscherm (ontwerp) - visuele hinder. Het gebruik c. q. de gebruiksmogelijkheid van woning en buitenruimte zijn van doorslaggevend belang.

Publicaties

Kortbeek , B. J . F. "Beleving van geluid en geluidschermen . Geluidhinder vervangen door visuele hinder, "Wegen" 59, nr. 12, 426-431, 1985. Kortbeek, B.J.F. & E. de Boer "Geluidschermen, ge1uidhinderenvisue1e hinder. Een onderzoek naar de beleving van bewoners in saneringssituaties en naar de voorlichting die zij ontvangen" . Onderzoeksprogrannna geluid-hinder GF-HR-30-01, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Leidschendam, 156, 1987.

Contactpersoon dr. E. de Boer.

Telefoon 015-783360.

(21)

KARAKTERISTIEKEN STEDELIJK VRACHTVERKEER

Doel van het onderzoek

Uit de voorstudie van het stedelijk vrachtverkeer is gebleken dat erg weinig bekend is over het stedelijk vrachtverkeer, terwijl dit verkeer bij de ruimtelijke en milieuplanning een relevante categorie is.

Werkwijze

In de stad Delft wordt onder chauffeurs van vrachtauto' s een schrif-telijke enquete gehouden naar bovengenoemde kenmerken. Er zijn twee enquetes gehouden; een bedrijfsenquete en een cordon-kentekenenquete.

Resultaat

Het onderzoek is op dit moment (december 1987) nog gaande zodat nog geen ui tkomsten kunnen worden gemeld. Wel hebben beide enquetes plaatsgevon-den; deze worden momenteel geanalyseerd.

Contactpersonen Telefoon

b.g.g. Transferpunt:

ing. P.J.A.M. Veeke; ir. G.R.M. Jansen. 015-782641.

(22)

DE MOBILITEIT IN DE MIDDELGROTE STEDEN

Doel van het onderzoek

Binnen de groep middelgrote steden is een grote variatie aan ruimtelijke situatie (bij voorbeeld ligging), bevolkingssamenstelling, stedebouw-kundige structuur (nieuwe steden, groeikernen) en dergeli jke. Het is de vraag in hoeverre verschillen in mobili tei tspatroon zouden kunnen liggen aan fysiek-ruimtelijke verschillen tussen de steden en aan afwijkende aanbodskarakteristieken van de vervoersstelsels.

Werkwijze

Er zijn 48 middelgrote steden geselecteerd (50.000 tot 200.000 inwoners) . Van deze steden is het mobi1iteitspatroon van de inwoners in kaart gebracht ~ van niet-inwoners is dit voor de inkomende pendel gedaan. Het mobiliteitspatroon is uitgedrukt in verplaatsingsfrequenties per hoofd per dag met de diverse vervoermiddelen. Daarnaast zijn achtergrondfac-toren voor elke stad bepaald.

Resultaat

Er blijken grote verschillen te bestaan tussen de middelgrote steden zowel qua mobiliteitspatroon als naar achtergrondfactoren. Een deel van de verschillen blijkt duidelijk samen te hangen met verschillen in sociaal-economische situatie en ruimtelijke ligging.

Publicaties

Bovy, P.H.L. & D.N. den Adel, "Evaluatie fietsenroutenetwerk Delft: Mobili tei t in middelgrote steden" . Delft/Den Haag, Technische Uni ver-siteit Delft, Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architec-tuur, RWS-DVK, 1987. Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L. Bovy~ D.N. den Abel. 015-782641/781051. 015-783767.

(23)

MODAL-SPLITPROFIELEN EN STEDELIJKE STRUCTUUR VAN NEDERLANDSE STEDEN

Doel van het onderzoek

De rijksoverheid is op zoek naar effectieve beleidsmaatregelen waarmee het vervoermiddel gebruik in de gewenste richting kan worden omgebogen. Dit is mede ingegeven door de toenemende negatieve consequenties

(congestie, milieu, en dergelijke) van een steeds verder groeiend autogebruik.

Werkwijze

Gekozen is voor een typologische benadering. Er worden typologieen ontworpen voor zowel het stedelijke vervoermiddelgebruikspatroon als voor de stedelijke structuur inclusief vervoersaanbodsituatie.

Resultaat

Er blijkt een grote variatie in vervoerwijzepatroon tussen de steden, waarvoor een zinvolle typering met modal-splitprofielen kan worden gemaakt. Eerste aanzetten voor een stedelijke structuur-typologie zijn gevonden en getoetst.

Publicaties

Bovy, P.H.L. & C. W. W> van Lohuizen. "Modal-splitprofielen en stedelijke structuur in middelgrote steden in Nederland. Delft/Amsterdam, Technische Universiteit Delft, Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur/BVL, 1987. Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L. BOVYi D.N. den Adel. 015-782641/781051. 015-783767.

(24)

PLANNING VAN AMSTERDAMSE STADSUITBREIDINGEN: VERKEERSCONCEPTEN

Doel van het onderzoek

In het onderzoek worden ontwerp en realisatie van uiteenlopende Amster-damse woonmilieus uit deze eeuw vergeleken.

Werkwijze

Deze studie is historisch van opzet, waarbij inzichten uit planningmetho-dologie worden gebruikt ten einde de na elkaar verschenen plannen te analyseren en te interpreteren als uitkomsten van ambtelijk overleg en poli tieke beslui tvorming. Daarnaast wordt bestaande literatuur die op dit onderwerp betrekking heeft geanalyseerd en verwacht.

Wat de uitbreiding Zuidoost (Bijlmermeer) betreft, wordt tevens ingegaan op de gekozen verkeersinfrastructuur die sterk afwijkt van de daarvoor in Amsterdamse stadsui tbreidingswi jken gehanteerde principes, absolute scheiding van verkeerssoorten, geen tertiaire wegen, woonstraten, parkeren in parkeergarages, een bovengronds metrostelsel, grote autovrije openruimten tussen de flatblokken.

Resultaat

Binnen dit deelprojekt wordt gewerkt aan een dissertatie, met (pranotoren D. de Jonge en H. Priemus . Voorlopige titel: "Planning van Amsterdamse stadsuitbreidingen".

Publicaties

"De planning van de Bi j lmermeer. Achtergronden bij een stadsuitbreiding" , in Planologische Discussiebijdragen 1986, deel II (Delft, DOM 1986), 457-468.

Studies naar planning en ontwerpen van infrastructuur in stedelijke gebieden, POO-memorandum Faculteit der Civiele Techniek 1986-5. Contactpersoon drs. M.A. Mentzel.

Telefoon 015-784292. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(25)

REKENMETHODIEK VOOR MILIEUHINDER DOOR VERKEER IN STEDELIJKE GEBIEDEN

Doel van het onderzoek

Bi j iedere wi j ziging van de gebouwde oogeving en haar ontsluitingssysteem ontstaat nieuw verkeer en verleggen de verkeersstromen zich zowel ruimtelijk als in de tijd. Doel van het project is de ontwikkeling van een rekeninstrument , geschikt voor de microcomputer, waarmee stadsplan-ners de verkeersmilieu-effecten van plannen kunnen bepalen en op kaartmateriaal presenteren.

Werkwijze

Hiertoe is een acoestisch rekenmodel ontwikkeld dat geluidniveaus berekent voor een geheel stedelijk gebied. Er is vervolgens eenmarktver-kenning gedaan onder gemeentelijke functionarissen naar de wenselijke en haalbare opzet van het bedoelde rekensysteem op een micro.

Resultaat

Het ontwikkelde acoestische rekenmodel bli jkt geschikt om voldoende nauwkeurige ramingen van geluidniveaus te leveren en wel ineens voor een groot stedeli jk gebied. Met de aanpak van het rekensysteem op basis van de principes van geografische databanken blijkt het mogelijk de zo sterk verschillende zaken als wegverkeer I bouwmassa' s I bevolking en dergelijke

te integreren ten behoeve van diverse rekenstappen.

Publicaties

Bovy, P.H.L., H. Nijs & L. Nijs "Een netwerkgeorienteerde schattings-methode voor geluidhinder door stedeli jk verkeer: model en toepassing. Delft, Technische Universiteit Delft, Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur, rapport nr. 1, 1987.

Bovy, P.H.L. & C.M. Sliepen.

"Geluidhinderbestrijdingdoorverkeersmaat-regelen: optimalisatie methode verkeersnetwerken " , Leidschendam, Mini-sterie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer I

Direc-toraat-generaal Milieu-hygiene Directie Geluid, rapport nr. GF-HR-49-01 I

1986.

(26)

ROUTEKEUZEGEDRAG VAN AUTOMOBILISTEN - EEN STUDIE NAAR KWALITATIEVE KEUZEFACTOREN

Doel van het onderzoek

Inzicht in het routekeuzegedrag van automobilisten is van groot belang bi j het ontwerp van de infrastructuur en bij de milieuplanning. De kennis ervan is gebrekkig en de materie erg complex. Een nieuwe onderzoeks-methode waarmee op een efficiente manier kennis kan worden verkregen is de zogenaamde stated-preference methode.

Werkwijze

De aanpak van deze studie bestaat grofweg uit de volgende onderdelen: het verzamelen en samenstellen van onderzoeksbevindingen; het samenstellen van de steekproef van mogelijke responden~

het ontwerpen, toetsen analyseren en uitvoeren van een ~

Resultaat

Het eerste resultaat van de studie is de onderzoeksopzet waarbij in de corridor Delft-Gouda onder werknemers van de Technische Universiteit Delft, die met de auto naar het werk reizen, zogenaamde half-gestruc-tureerde interviews worden gehouden. Methodisch gezien bleek het inderdaad mogelijk op deze wijze de beoogde informatie te achterhalen, zij het dat de analyse nogal gecompliceerd bleek.

Publicaties

Jansen G.R.M. & D.N. den Adel, "Routekeuze van automobilisten. Een onderzoek naar kwalitatieve keuzefactoren" ,Delft Technische Universiteit Delft, Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, rapport no. 59, 1986. Contactpersonen

Telefoon

b.g.g. Transferpunt:

ir. G.R.M. Jansen; ir. P.H.L. Bovy. D.A. den Adel. 015-782641/781051. 015-783767.

(27)

ROUTEKEUZE IN HET VRACHTVERKEER

Doel van het onderzoek

In het kader van het algemene aandachtspunt routekeuzegedrag is een onderzoek gestart naar de routekeuze van het vrachtverkeer. Naast een brede l i tera tuurstudie over di t onderwerp is de routekeuze van chauffeurs van containervrachtwagens geanalyseerd met als doel meer inzicht te krijgen welke routes worden gebruikt.

Werkwijze

Uit een onderzoek naar het routekeuzegedrag van chauffeurs van con-tainervrachtauto' s die naar de Rotterdamse haven rijden, dat in een ander verband is uitgevoerd, is informatie beschikbaar over de gereden routes, over het netwerkgebruik en over de opgelopen vertragingen.

Resultaat

Naar voren kwam dat de situering van de containerterminals in het stedelijk gebied tesamen met de aansluiting op het hoofdwegennet van eminent belang is voor de kwaliteit van de verbindingen. Het zijn met name de locale verbindingen in het grootstedelijke gebied die bepalend zijn voor de vertragingen.

Publicaties

Veeke, P. J . A. M. & G. R .M. Jansen, "Routekeuzegedrag van vrachtautobestuur-ders" in: P.J.A.M. Veeke & G.R.M. Jansen. "Stedelijk vrachtverkeer: routekeuzegedrag , routeplanning en de invloed van verkeersmaatregelen op het vrachtverkeerspatroon", Den Haag, Ministerie van Volkshuisves-ting, Ruimteli jke Ordening en Milieubeheer, Directoraat voor de Milieu-Hygiene, Rapport nr. GF-HR-49-02" 1987.

Jansen, G.R.M. & T. van Vuren, "Containerwegvervoer van en naar de Rotterdamse haven", Verkeerskunde, vol, 37, nr, 2, 1988.

Contactpersonen Telefoon

ir. G.R.M. Jansen; ir. P.H.L. Bovy. 015-782641.

(28)

SAMENSTELLING EN ONTWIKKELING VAN HET WOON-WERK-VERKEER OP VERSCHILLENDE STEDELIJKE NIVEAUS

Doel van het onderzoek

Het forensisme in Nederland is nog steeds groeiende. Vanuit een verkeers-en vervoersoogpunt bekekverkeers-en leidverkeers-en de hiermee gepaard gaande interlokale verplaatsingen tot congestieverschijnselen en negatieve gevolgen voor individu en samenleving. Voor de beoordeling van beleidsmaatregelen op stedebouwkundig en vervoerskundig vlak is het van belang een goed inzicht te hebben in de factoren die de groei in de omvang, de ruimtelijke orientatie en de samenstelling van het forensisme bepalen.

Werkwijze

Belangrijke bronnen zijn het Onderzoek Verplaatsingsgedrag en de Arbeidskrachtentellingen van het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS) . In een eerste stap zullen de forensenrelaties binnen de hierarchie van de verschillende stedelijke niveaus in beeld worden gebracht en de recentelijke ontwikkelingen hierin worden bepaald.

Resultaat

Het aandeel forensen op de totale werkende beroepsbevolking verschilt sterk per stedelijk niveau. Hetzelfde geldt voor de ruimtelijke orien-tatie van de forensen; er blijkt hierin een duidelijke hierarchie aanwezig te zijn.

Publicaties

Bovy, P.H.L. & D.N. den Adel. "Recente ontwikkelingen in het forensisme van de middelgrote steden. In: E. Verroen (red) "ColloquiumVervoersplano-logisch speurwerk- 8 miljoen auto's in 2010" Delft, CVS, vol. 14, deel 2, 357-376, 1987.

Bovy, P.H.L. & D.N. den Adel. "Het forensisme groeit verder: de verschil-lende urbane niveau' s vergeleken" . Bijdrage Planologische Dicussiedagen, 1988. Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L. Bovy; : ir. G.R.M. Jansen. 015-782641. 015-783767.

(29)

"STAR-ANALYSIS": VERKEERSANALYSE OP GRAFISCHE PERSONAL COMPUTER

Doel van het onderzoek

Routes worden gekenmerkt door de wens van velen, vanuit een groter gebied naar (of door) een beperkt doelgebied te gaan. Er is dan sprake van" Stervorminge-Wenspatronen" . De visuele weergave van verplaatsingen door deze" sterren" vergroot de mogeli jkheden tot veiligere, directere nuttigere en boeiendere routes.

Resultaat

Voor het verkeersplan van de gemeente Heerenveen is deze aanpak ui t-gewerkt om de bereikbaarheid per fiets van Regionale Bestemmingen te analyseren en investeringen voor de verkeersveiligheid te beoordelen.

Toepassingsgebied

Er zijn ook mogelijkheden tot route-optimalisering bij: winkelcentra, bus/trein-terminals, grote magazijnen en warenhuizen.

Beschikbare faciliteiten

- Scannen van kaarten en plattegronden

- Verwerken van gegevens tot analyse-kaarten en route-voorstellen.

Publicaties

Bach, B. "Het acti vi tei tenpatroon als stedebouwkundig ontwerpinstrumenti een ontwerpgerichte verkenning". Technische Universiteit Delft, Faculteit der Bouwkunde, Afstudeerraport B. Bach, 1986.

Contactpersoon ir. B. Bach. Telefoon 015-784146. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(30)

TELECOMMUNICATIE-ONTWIKKELINGEN EN DE GEVOLGEN VOOR DE RUIMTELIJKE STRUCTUUR EN VERKEER EN VERVOER

Doel van het onderzoek

Ontwikkelingen terzake van de telecommunicatie en telematica zijn in volle gang. Verwacht wordt dat zij ruimtelijke processen en planningen danig kunnen beinv loeden. Aangr ij pingspunten zi jn de vestigingspatronen van bedrijven en het klassieke vervoer van personen en goederen. Werkwijze

Er is een theoretisch denkkader ontwikkeld op basis van de ideeen van Manheim. Vervolgens is de beschikbare literatuur bestudeerd en zijn interviews gehouden met een groot aantal functionarissen uit het bedrijfsleven, de PTT en overheidsinstanties op het gebied van de ruimtelijke ordening.

Resultaat

De belangrijkste ontwikkelingen terzake van telecommunicatie zijn: - digitalisering telefoonnet;

- breedband communicatie;

- integratie diverse telecommunicatievormen. Publicaties

Vi s ser, J • G • S • N. "Telecommunicatie-infrastructuur en de gevolgen voor de ruimtelijke structuur en verkeer en vervoer", Delft, TechnischeUniver-siteit Delft, Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, Werkstuk nr. 11,73, 1986.

Visser, J . G. S. N. "Structuurschets voor een breedband-teleconunun1catie-infrastructuurnetwerk" , Delft, Technische Universiteit Delft, Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, Werkstuk nr. 12,76, 1986.

Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. J.G.S.N. Visser; : ir. P.H.L. Bovy; : ir. G.R.M. Jansen. 015-782641. 015-783767.

(31)

DE VERKEERSAANTREKKENDE WERKING VAN HET WINKELCENTRUM OOSTERHOF TE ROTTERDAM

Doel van het onderzoek

Het winkelcentrum "Oosterhof" in Rotterdam-Noordoost werd in september 1984 geopend. Direct in het begin al is er onder de winkeliers in het omliggende RoCa-gebied (Rotterdam-Noordoost/Capelle aan den Ijssel) enorme onrust ontstaan, omdat hun omzetten als gevolg van het nieuwe winkelcentrum sterk zouden zijn teruggelopen.

Werkwijze

Om de invloed van Oosterhof te "meten" , hebben wi j in de week van 10-15 december 1984 ons eerste onderzoek gehouden. Om na te gaan hoe de invloed van het winkelcentrum zich in de tijd ontwikkelt, hebben wij het onderzoek in de week van 9-14 maart 1987 herhaald.

Resultaat

Uit de gegevens over de bezoekeeraantallen en de verdeling naar wijze van vervoer op de enquetedagen kan de verkeersproduktie van het winkelcentrum worden afgeleid. Het bezoek is toegenomen; er zijn belangrijke verschui-vingen ten aanzien van de reikwijdte van het centrum.

Publicaties

Gantvoort, J .Th. & P. Guyt. "De start van een nieuw winkelcentrum. Een eerste verkennende studie over het functioneren van het winkelcentrum Oosterhof te Rotterdam", Delft; Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek, 1985.

Gantvoort, J. Th. & P. Guyt. "Functie Oosterhof opnieuw onderzocht. Een vervolgstudie naar het functioneren van het winkelcentrum Oosterhof te Rotterdam", Delft: Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur, 1988.

Contactpersoon ir. J.Th. Gantvoort.

Telefoon 015-784166.

(32)

VERKEERSPRODUKTIE VAN CENTRUMGEBIEDEN

Doel van het onderzoek

In eerste instantie is een literatuurstudie verricht met als doel na te gaan welke parkeernormen er in Nederland voor het bezoek aan centrum-gebieden worden gebruikt en in hoeverre deze op ons onderzoek zijn gebaseerd. Tevens was hieraan de vraag gekoppeld of onderzoek naar "algemene" parkeer normen mogeli jk i s en zo ja, aan welke randvoorwaarden zo'n onderzoek moet voldoen.

Werkwijze

Op grond van de ervaringen bij de literatuurstudie zouden een aantal case-studies worden verricht. Hiervoor zijn echter geen gelden meer beschikbaar gesteld. Wij hebben ons derhalve tot een case-studie in de Paradijspoort te Delft moeten beperken.

Resultaat

Uit de literatuurstudie blijkt dat de parkeernormen waarmee stedebouw-kundige plannen worden doorgerekend voor di verse steden sterk van elkaar verschillen en dat deze in het algemeen niet aan verschillen in omstan-digheden kunnen worden toegeschreven.

Als alternatief wordt aanbevolen uit te gaan van een bepaald model, waarbij begrippen als "draagvlak" en "opvangcapaciteit" een rol spelen. Toepassingsgebied

De case-studie te Delft heeft uitgewezen dat men met betrekkelijk geringe middelen een goed beeld kan kri jgen van de totale verkeersproduk-tie van een drukke winkelstraat in het centrum van een stad. Publicaties

Gantvoort, J .Th. "Het gebruik van parkeernormen voor centrwngebieden", in: Bijdragen Verkeerskundige Werkdagen, deel 1, 69-79, 1985. Gan tvoort, J • Th. "Parkeemormen voor centrwngebieden" , Verkeerskunde ,vol. 36, no.4, 178-182, 1985.

Contactpersoon Ir. J.Th. Gantvoort.

Telefoon 015-784166.

(33)

VERKEERSVEILIGHEID EN MOBILITEIT

Doel van het onderzoek

Het ontwikkelen van een instrument waarmee de gevolgen van de mobili-tei tsontwikkelingen op de verkeersveiligheid kunnen worden doorgerekend. Daarmee kunnen ook de veiligheidsconsequenties van ruimtelijke ontwik-kelingen en plannen worden bepaald.

Werkwijze

De eerste stap bestaat uit het bepalen van de ontwikkeling in de laatste tien jaar van de omvang van de mobiliteit van de verkeersonveiligheid. Vervolgens wordt via statistische technieken een in eerste aanleg eenvoudig model gemaakt van de relaties tussen mobiliteit en verkeerson-veiligheid.

Resultaat

Het project is juist voor de rapportagedatum gestart zodat nog geen resul taten beschikbaar zi jn. Op di t moment zi jn de data gereedgemaakt voor de jaren 1978-1985. Publicaties: Najaar 1988 Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. G.R.M. Jansen; ing. P.J.A.M. Veeke. 015-782641/782642. 015-783767.

(34)

HET VERPLAATSINGENPATROON OP DIVERSE RUIMTELIJKE NIVEAUS

Doel van het onderzoek

Het verkeers- en vervoersgedrag staat in wisselwerking met de sociaal-economische en ruimteli jke condities waarin de acti vi tei ten van mensen zich afspelen. De stedebouwkundige en infrastructuurplanning hebben behoefte aan inzicht in de invloed van ruimtelijke factoren op het verplaatsingspatroon.

Werkwijze

Als aanvulling op de individueel georienteerde gedragsstudies, is er behoefte aan meer geaggregeerde studies. Met de hieruit gewonnen inzichten kan een bijdrage worden geleverd aan de evaluatie van het beleid. Het bestuderen van de wisselwerking zal gebeuren op een globaal, geaggregeerd niveau (stadsgewesten, steden, wijken als eenheid van onderzoek). Het accent ligt op het analyseren van empirische data. Resultaat

Het aggregate mobiliteitspatroon blijkt sterk te verschillen naar gelang de ruimtelijke kontekst. Tot nu toe zijn alleen uitkomsten vermel-denswaard op deelterreinen. Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L. Bovy; ir. G.R.M. Jansen. 015-782641. 015-783767.

(35)

VERVOERMIDDELGEBRUIK BIJ WOONFORENSEN UIT KLEINE KERNEN

Doel van het onderzoek

Verkeers- en vervoersonderzoek blijkt in hoge mate te zijn georienteerd

op de situaties in en rond de grote steden. Om de effectiviteit van beleidsmaatregelen, zoals bestri jding van de congestie op de rijkswegen, beter te kunnen inschatten is meer inzicht nodig welke betekenis de verplaatsingen van inwoners van kleine kernen spelen.

Werkwijze

Het mobili tei tspatroon van inwoners van kleine kernen (minder dan 30.000 inwoners) is in kaart gebracht. Met name de verplaatsingsfrequentie en

het vervoermiddelgebruik voor de externe verplaatsingen zijn geinven-tariseerd.

Resultaat

Ruim 44% van de bevolking woont in kleine kernen. De groei van deze groep sinds 1979 is groter dan in de rest van Nederland. Het autogebruik voor

woon- werkverkeer vanuit de kleine kernen is zeer hoog, namelijk 90%; openbaar vervoergebruik is verwaarloosbaar.

Publicaties

Gommers, M. J . P. F. & P. H. L. Bovy, "Vervoermiddelgebruik van forensen uit kleine kernen" . Delft, Technische Universiteit Delft, Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur, 1988.

Contactpersonen Telefoon b.g.g. Transferpunt: ir. P.H.L. Bovy; : ing. M.J.P.F. Gommers. 015-782641/782646. 015-783767.

(36)
(37)

FACULTEIT DER CIVIELE TECHNIEK

Adres : Stevinweg 1

Delft

Secretariaat : 015-781088

(38)

BELEIDSANALYSE T.B.V. VERKEERSPLANNING

Omschrijving van het onderzoek

Onderzoek naar gebruiksmogelijkheden van beleidsanalytischemethoden in verkeer- en vervoersplanning.

Verwacht resultaat

Het onderzoek heeft zich vooral gericht op de verdere ontwikkeling van kwalitatieve methoden voor het meten van beleidsmaatregelen. Informatiemanagement en kwanti tatieve en kwalitatieve evaluatiemethoden zijn de centrale thema's in dit onderzoek.

Toepassingsgebied

Vervoer en verkeersplanologie. Publicaties

J. Baltissen. Het ontwerpen van een informatiesysteem. Gebruiksmogelijkheden van informatiesystemen.

Planologische discussiebijdragen 1986. (1). DUM Delft 1986. Blz. 20-49. J.H.P. Baltissen. Informatiemanagement in de regionale ruimtelijke planning. IV. 3.8.2-12. Delft 1986. 85 blz. Afstudeerrapport. Contactpersoon : Prof.lr. H. Wiggerts/lr. B.P. Radema. Telefoon : 015-782995/784675.

(39)

COMPUTERSIMULATIE VAN OLIEVLEKKEN OP ZEE

Doel

Er is computersoftware ontwikkeld om het gedrag te voorspellen van olievlekken, wat betreft het transport en de verspreiding. Het model bevat processen als verdamping, zoals beschreven in de literatuur. Werkwijze

Het model verschaft snelle simulaties en aanpassingen aan de beschikbare data en output-benodigdheden.

Verwacht resultaat

Een I zeewaardig I olievlek-simulatie softwareset (MS4) is afgegeven aan de

milieubeschermingsorganisaties van de EG-lidstaten. Faciliteiten

Laboratorium voor Vloeistofmechanica. Contactperoon : W.W. Massie.

Telefoon : 015-784614. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(40)

HAVENSIMULATIE MODELLEN

Omschrijving van het onderzoek

Het ontwikkelen van algemeen toepasbare havensimulatiemodellen voor de dimensionering van de infra-en superstructuur zowel aan de land als aan de zeezijde.

Verwacht resultaat

Voor het mainframe zijn havensimulatie-programma' s ontwikkeld, welke reeds t.b.v. een aantal havens in de wereld zijn gebruikt. Momenteel wordt dit omgezet naar PC-versies en verder uitgebouwd.

Toepassingsgebied

Havens en Scheepvaartwegen. Beschikbare faciliteiten

Software t.b.v. havens en scheepvaartwegen.

Contactpersoon : Ir. R. Groenveld.

Telefoon : 015-784740.

(41)

INFORMATIESYSTEMEN VOOR HET VOORSPELLEN VAN DE REISTIJDVERTRAGING TENGEVOLGE VAN CONGESTIES IN HET NEDERLANDSE WEGENNET

Omschrijving van het onderzoek

De ontwikkeling van informatiesystemen, die enerzijds de autanobilisten, logistieke planners en poli tie infonneren over de ve:r:wachte congesties en daarmee samenhangende reisti jdvertraging (als gevolg van overbelasting, onderhoudswerkzaamheden en ongevallen) , en anderzijds de wegbeheerders informeren over de verwachte gevolgen van geplande / te plannen onder-houdswerkzaamheden.

Verwacht resultaat

Vermindering van congesties door enerzijds congestievennijdend gedrag van automobilisten en anderzijds een betere onderhoudsplanning.

Toepassingsgebied

Informatiesystemen in het verkeer. Beschikbare faciliteiten

Microcomputers, mainframes en computers met parallelle processoren. Publicaties

R. Hamerslag en W.I. Kribbe, File waarschuwingsystemen. In: vervoerlogistieke werkdagen 1988.

Contactpersonen : Prof.dr.ir. R. Hamerslag; : Dr. W.J. Kribbe.

Telefoon 015-783364/783737. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(42)

INFRASTRUCTUUR EN BELEIDSPLANNING

Omschrijving van het onderzoek

Analyses van de invloed van infrastructurele voorzieningen op stedelijke economische ontwikkelingen, met name voor verkeer en vervoer. Verwacht resultaat

Het onderzoek omvat naast de infrastructuur, bestaande uit opslag, overslag- en overstapvoorzieningen, leidingen, straten, wegen, transport-tuigen (transportwerktransport-tuigen en voertransport-tuigen) en de operationele beheersing van het transport, de bedrijfsbesturing en de verkeersafwikkeling. Toepassingsgebied

Het onderzoek heeft zich vooral gericht op stedelijke infrastructuur waarbij de bereikbaarheid van binnensteden centraal heeft gestaan. Publicaties

H. de Jager en W. Stam: Het gebruik van kortparkeergarages. Delft 1985. 62 blz. Publicatiereeks Civiele Planologie no. 11. Koekebakker , P. H. : Infrastructuurplanning , een verloren terrein van de ruimtelijke ordening.

Planologische diskussiedagen (II). DUM. Delft 1985. Blz. 769-777. Ook in: ROM-magazine over Ra en Milieubeheer (1985) no. 4 blz. 6.

Contactpersoon : Prof.ir. A.A.J. Pols (vakgroep paO).

Telefoon : 015-784908.

(43)

STABILITEIT VAN ONDERZEESE PIJPLEIDINGEN

Doel

Een studie naar het voor het vaststellen van transport van sediment langs onderzeese pi jpleidingen criteria voor het inschatten van de ' zelfbegrav-ing' van dergelijke pijpleidingen.

Resultaat

Deze criteria hebben geleid tot veranderde en meer economische gerichte behoeften voor de installatie van onderzeese pijpleidingen op het Nederlandse continentale plat.

Faciliteiten

Laboratorium voor vloeitstofmechanica. Contactpersoon : Prof.dr.ir. E.W. Bijker. Telefoon : 015-785487.

(44)
(45)

FACULTEIT DER ELECTROTECHNIEK

Adres : Postbus 5031

2600 GA Delft

Secretariaat : 015-781995

(46)

AANVARINGSALARM

Omschrijving van het onderzoek

Het verwerken van de radargegevens van (zee) schepen met behulp van een goedkope computer. Het elimineren van storing en clutter. Het vaststellen van de banen van omliggende vaartuigen en het daarui t detecteren van de kans op een aanvaring. De nadruk ligt bij dit onderzoek op de koppeling met de gebruikte radarapparaten, de verwerking van de verkregen echo' sen de gebruiksvriendelijkheid.

Verwacht resultaat

Een goedkoop, betrouwbaar en eenvoudig te gebruiken aanvaringsalarm.

Toepassingsgebied

Visserij en kleine zeeschepen.

Publicaties

B.J.R. van der Sloot - De noodzaak van een Low Cost Arpa. NTT de zee, Jrg. 16, nO.7/8, juli/augustus 1987.

Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir. J.J. Reijmers. Telefoon : 015-781797.

(47)

EEN ADAPTIEVE STUURAUTOMAAT VOOR BINNENVAARTSCHEPEN

Doel

De Vakgroep Regel techniek van de Facul tei t der Elektrotechniek ontwikkelt een stuurautomaat dat zich aanpast aan de eigenschappen van het schip waarop deze wordt geinstalleerd, en aan veranderende vaarornstandigheden. Werkwijze

Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Marine Technics B.V. te Hardinxveld en wordt ondersteund door de Stichting Technische Wetenschappen (STW). Aan boord van binnenvaartschepen zijn al diverse ware-grootte proeven verricht.

Verwacht resultaat

Marine Technics verwacht de adaptieve stuurautomaat voor binnenvaart-schepen in de tweede helft van 1988 op de markt te brengen.

Toepassingsgebied

Vrijwel alle binnenvaartschepen, ook duwboten.

Beschikbare faciliteiten

Computerapparatuur voor het verrichten an experimenten aan boord van schepen.

Publicaties

Duetz, H., T. Okawa, 1987, "An adaptive Autopilot for inland ships", Internal Report.

Contactpersoon : Ir. H. Duetz. Telefoon 015-785114. b.g.g. Transferpunt: 015-783767.

(48)

AUTOSNELWEG SIGNALERING

Omschrijving van het onderzoek.

De voertuigmetingen worden met microprocessoren voorbewerkt en in een centrale computer verzameld. Ieder voertuig wordt individueel gevolgd van meetpunt tot meetpunt. Het getoonde verkeersgedrag wordt vergeleken met een model voor het verwachte verkeersgedrag. Afwijkingen worden geanaly-seerd en gevaarlijke situaties vastgesteld.

Verwacht resultaat

Een systeem dat snel reageert op gevaarlijke situaties (incidenten) en dat diverse situaties kan herkennen.

Toepassingsgebied

Autosnelweg-signalering. Informatiesystemen. Beschikbare faciliteiten Meetpunten op de autoweg A13. Mini- en microcomputers.

Publicaties

Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir. J.J. Reijmers.

Telefoon : 015-781797.

(49)

BEVORDERING REGELMAAT OPENBAAR VERVOER

Omschrijving van het onderzoek

De voertuigen worden op diverse plaatsen langs de route gemeten en positie-informatie wordt verzameld in een centrale computer en in processoren langs de route. De bestuurders krijgen informatie die gebaseerd is op de (geschatte) posities van voorgangers en opvolgers, zodat de regelmaat verbeterd kan worden. Tevens kunnen de gegevens gebruikt worden om de wachtende passagiers op de halte te informeren over de aankomst van de volgende trams.

Een proef wordt gehouden op tramlijn 1 in Amsterdam, in samenwerking met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Gemeente Vervoer Bedrijf Amsterdam.

Verwacht resultaat

Verbetering van de regèlmaat op tramlijn 1. Betere service voor de passagiers.

Toepassingsgebied Openbaar vervoer.

Beschikbare faciliteiten

Centrale computer en halteprocessoren langs tramlijn 1. Publicaties

Voortgangsrapporten Experiment Centrale Beheersing Tramverkeer (EBCT). Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir. J.J. Reijmers. Telefoon : 015-781797.

(50)

COMPUTERBESTURING RAILVERKEER

Omschrijving van het onderzoek

Onderzocht wordt op welke wijze computers en processoren kunnen worden ingezet bi j rail verkeer , zowel voor de intelligente sturing van onder-delen zoals seinen en wissels als voor het ui tvoeren van de dienstregel-ing.

Di t onderzoek wordt uitgevoerd op het treinemplacement van Madurodam in

samenwerking met Madurodam en de Nederlandse Spoorwegen. Verwacht resultaat

Grotere flexibiliteit bij de uitvoering van de dienstregeling. Toepassingsgebied

Railverkeer.

Beschikbare faciliteiten

Centrale computer en microprocessoren voor het Madurodam-emplacement. Publicaties

Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir. J.J. Reijmers.

Telefoon : 015-781797.

(51)

DIEPGAAND ONDERZOEK VAN VERKEERSONGEVALLEN DOVO

Doel

Doelstelling is het ontwikkelen van een in de praktijk bruikbare methode voor diepgaand onderzoek van verkeersongevallen.

Werkwijze

Werkwijze is inbrengen in een multidisciplinair team van door een 'uitrukteam' ter plaatse verzamelde ongevalsgegevens voor nauwkeurige reconstructie van de ongevalstoedracht en toetsing van vooraf opgestelde ongevalshypothesen. De methode moet werkbare aanbevelingen voor de praktijk opleveren.

Verwacht resultaat

Het opstellen van een 'Handleiding DOVO' voor het analyseren van ongevallen die niet op een andere wi j ze tot een bevredigende verklaring en afdoende oplossing gebracht kunnen worden.

Een eerste toets van het onderzoeksprotocol heeft plaatsgevonden; een vervolgaanvraag is in voorbereiding.

Toepassingsgebied Alle transportsystemen. Beschikbare faciliteiten

Het project is een samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke onderzoeksinsti tuten en praktijkdeskundigen binnen en bui ten de TU Delft. De vakgroep bezit geen eigen experimentele en laboratoriumfaciliteiten en doet desgewenst een beroep op faciliteiten elders.

Publicaties

Verslagen:-DOVO Protocol, DOVO eindverslag eerste fase. Publicatie in Ergonomics.

(52)

ELECTRONICA IN VERKEERSSYSTEMEN

DOEL

Doel is het verwerven van inzicht in de rol van electronica als hulpmid·

del bij het verrichten van complexe besturingstaken in het verkeer en tI komen tot ontwerpaanbevelingen dienaangaande.

WERKWIJZE

Werkwijze is het op projectbasis doen van onderzoek op specifieke probleemsituaties als m.n. de brug van een zeegaand vissersschip. Verwacht resultaat

Herontwerp van de brug van een vissersschip op veiligheids- en er-gonomische overwegingen. Daarbij wordt expliciet gebruik gemaakt van in

andere transportsystemen en -sektoren reeds opgedane expertise. Toepassingsgebied

Alle transportsystemen. Beschikbare faciliteiten

Het ingediende projectvoorstel wordt uitgevoerd i.s.m. het RIVO te IJmuiden en het IZF-TNO te Soesterberg en diverse vakgroepen van de technische faculteiten. De vakgroep bezit geen eigen experimentele en laboratoriumfaciliteiten en doet desgewenst een beroep op faciliteiten elders.

Publikaties

Voorstudies vanuit de vakgroep zijn: De wenselijkheid van een low-cost ARPA. afstudeerverslag B. Bos

afstudeerverslag B. van der Sloot Eindverslag ii-11 groep Informatica

Electronica en wegverkeer van ir. F. Koornneef (1985) Bijdrage ATEC congres Parijs 1986

Contactpersoon : Ir. J. Stoop.

(53)

INFORMATIESYSTEMEN EN VERKEERSVEILIGHEID

Omschrijving van het onderzoek

Het bestuderen van modellen die de rijtaak beschrijven. Het inven-tariseren van de gewenste informatie en van de mogelijkheden om deze informatie in het voertuig te verzamelen of samen te stellen. Het onderzoeken van de presentatie-mogelijkheden binnen het voertuig in samenhang met de uitvoering van de rijtaak.

De nadruk ligt hierbij op plaatsbepaling en routegeleiding , mobiele communicatie en integratie van verkeerssystemen.

Verwacht resultaat

Het verkrijgen van inzicht in de factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van een routegeleidings- en veiligheids-systeem in de auto. Toepassingsgebied

Beroepsvervoer.

Beschikbare faciliteiten

Computers voor simulatiestudies. Publicaties

Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir. J.J. Reijmers.

Telefoon : 015-781797.

(54)

RADIONAVIGATIE VOOR LANDMOBIELE TOEPASSINGEN

Doel

Omega, Loran-C en Navstar IGPS radionavigatie systemen geschikt maken voor plaatsbepaling van voertuigen. Grootschalige toepassingen vereisen een lage kostpri j s per voertuig hetgeen bereikt kan worden door realisatie in chipvorm.

Werkwijze

Een Omega ontvanger en Loran-C testopstelling bestaande uit een dyna-mische signaalsimulator en een Loran-C ontvanger.

Verwacht resultaat

Kompakte en goedkope Omega en Loran-C navigatieontvangers . Tevens de bi jbehorende dynamische signaalsimulatoren waannee snelheden, versnellin-gen, varierende signaal-ruisverhoudinversnellin-gen, verstoringen of zelfs onderbre-kingen in de radiopropagatie en een aantal interferenties nagebootst kunnen worden.

Toepassingsgebied

Plaatsbepaling van voertuigen op basis van radiosignalen en het testen en certif iceren van daarvoor ontworpen systemen die gebruik maken van Loran-C.

Beschikbare faciliteiten

De vakgroep Electronische Techniek van de Facul tei t der Electrotechniek heeft haar laboratorium ter beschikking gesteld. De Stichting Technische Wetenschappen ondersteunt met financiele middelen het onderzoek.

Publicaties

A.C. de Bruin & D. van Willigen, "Loran-C in a hostile environment", Voordracht op de Radionav 2000 - A European Dimension Conference, London,

22-24 maart 1988.

L.M. van Berkel & D. van Willigen, "ANew, Highly Sensitive, Low-Power, Integrated Sample-and-Hold Polarity Detector for Loran-C and Omega Navigation Receivers", 4th Intern. Conference on Radio Receivers and Associated Systems, Bangor, UK, 1-4 July 1986.

(55)

SERIE-RESONANTE ENERGIE OMZETTING Doel

Het onderzoek naar en de ontwikkeling van regelbare elektronische vermogensomzetters met verbeterde dynamische eigenschappen, vermogens-dichtheid, bedrijfszekerheid en rendement, heeft tot doel gebruik te maken van de bijzondere eigenschappen van hoog-frequente resonante circuits in schakelende netwerken.

Werkwijze

Door middel van onderzoek aan en constructie van experimentele modellen is aangetoond dat met behulp van elektronische vermogens omzetters met serie-resonante circuits, electrische energie kan worden overgedragen vanuit een gelijk- of wisselspanningsbron aan een elektrische machine. Verwacht resultaat

Verschillende klassen van deze vennogensomzetters worden experimenteel in combinatie met electrische machines onderzocht.

Het synthetiseren van golfvormen uit diskrete energie-pulsen door middel van een aperiodiek/niet-uniform modulatieproces biedt JOOgelijkheden om electrische wisselstroom machines te besturen en electrische systemen van electrische energie te voorzien.

Toepassingsgebied

- omzetters voor de aandrijving van draaistroommachines,

- omzetters voor multi-kwadrantenaandrijvingen van gelijkstroom machines.

- interfacing van gelijkstroom- en wisselstroomnetten.

- omzetters voor de energievoorziening van electronische systemen aan boord van voertuigen.

Beschikbare faciliteiten

Laboratorium voor de ontwikkeling van electronische regel- en beveili-gingssystemen van converters. Laboratorium voor het testen van converter-machine systemen.

Publicaties

(56)

TELEMATICA/MOBIELE DATASYSTEMEN

Omschrijving van het onderzoek

Onderzoek aan verkeerstoren en congestie in radiokanalen met lading. Multiplex en Multiple Access systemen.

Verwacht resultaat

Nieuwe systeemconcepten voor mobiele data communicatie. Toepassingsgebied

Mobiele datacommunicatie. Beschikbare faciliteiten

In ontwikkeling is een 8-kanaals fading simulator. Publicaties

Arnbak, J.C. en J.H. Bons

Telematica in techniek-wetenschappelijk perspektief. Lezing en demonstra-tie bij de officiele opening van het PTT telematica laboratorium. Groningen, 20 oktober 1986. Ongepubl. ET-05/84-30.

Contactpersoon : J.H. Bons.

Telefoon 015-781995.

(57)

TELEMATICA/TELEGRAPHICS

Omschrijving van het onderzoek

Onderzoek op het gebied van dynamographische (text, graphics) telecom-municatiesystemen. Thans is aktueel point-multipoint Telegraphics

(Electronic Mail bijv.). Verwacht resultaat

Systeemconcepten die opslag en overdracht van grafische informatie via smalbandige (w.o. mobiele) kanalen en datanetwerken mogelijk maakt. Toepassingsgebied

-Kantoorcommunicatie. -Tele-educatie.

-Mobiele communicatie (Route informatie, file overzicht etc.). Beschikbare faciliteiten

Grote hoeveelheid computer- en telecommunicatieapparatuur. Publicaties

Arnbak, J.C. en J.H. Bons. Telematica in techniek-wetenschappelijk perspektief. Lezing en demonstratie bij de officiele opening van het PTT telematica laboratorium. Groningen, 20 oktober 1986. Ongepubl. ET-05/84-30.

Bons, J.H. en A. Kegel. Voorstel byte-georganiseerde incrementele codering d.m.v. basisstrings • Delft 1986. Laboratoriumrapport bestenrl voor PTT-Dr. Neher Laboratorium. 5 blz. ET-05/84-30.

Telematica in wetenschappelijk (gebruikers-) perspectief. In: SURFenmet een toetsenbord, SURF-symposium. Delft, 7-8 december 1987. Delft, Congresbureau 1987. Blz. 4.

Arnbak, J.C. e.a. Informatietechnieken strafrecht. DenHaag, Staatsuit-geverij 1987. 120 blz. 6 bijln. Rapport van de Commissie computercrimina-liteit. ISBN 90-12-05543-1.

Arnbak, J.C. en D. de Bruijn. De digitale samenleving. Het veelbelovend huwelijk van computer en telecommunicatie. In: Informatie in Nederland. Theorie, achtergronden (J. Bardoel en J. Bierhoff red.). Groningen,

(58)

VOERTUIGMETINGEN MET LUSDETEKTOREN

Omschrijving van het onderzoek

Het volledige signaal dat ontstaat als een voertuig een lusdetektor passeert wordt met een computer verwerkt. Door het toepassen van statistische bewerkingen wordt zowel de nauwkeurigheid verbeterd als de hoeveelheid beschikbare informatie vergroot.

Verwacht resultaat

Nauwkeurige snelheids- en lengtemetingen. Bruikbare herkenning van voertuigtypes.

Volgen van voertuigen over verschillende meetpunten. Toepassingsgebied

Verkeersmetingen.

Autosnelweg-signalering. Beschikbare faciliteiten Meetpunten op de autoweg A13. Mini- en microcomputers. Publicaties

Afstudeer- en taakverslagen.

Contactpersoon : Ir.

J.J.

Reijmers.

Telefoon : 015-781797.

(59)

FACULTEIT DER GEODESIE

Adres Postbus Plaats Secretariaat b.g.g. Transferpunt : Thijsseweg 11 : 5030 : 2600 GA Delft : 015-783546 : 015-783767

Cytaty

Powiązane dokumenty

Aan de hand van de hoeveelheid water die op het stuk land heeft gestaan wordt uit de door TNO-bouw gegeven (inundatiediepte- schadefactor) grafieken een schadefactor bepaald voor

35 Ograniczenia takie odkryli, na przykład, późniejsi eksperym entatorzy w dziedzi­ nie mechaniki, którzy dokonali odkrycia, że twierdzenia Galileusza dotyczące ruchu swobodnie

nodig. Voor de condensors Hl en H3 k~n gebruik worden gemaakt van luchtkoelers. De warmte die op deze manier wordt afgevoerd gaat dan verloren. een Rankine

Rozważania programowe Stronnictwa Demokratycznego „Prostokąt”, Stron- nictwa Polskiej Demokracji, Ruchu Młodej Demokracji zostały opublikowane na łamach własnej

in lhe absorption zone bouom~.!!..~!..ts_. ov.rhead at a pres- sure slightly abov. With conventiooal technolo,y, tbis ia difftcult.ln conventional processina , the

Daarom wordt in de gevolgde berekening eerst de kleinste diameter berekend en daarop worden dan de overige diameters betrokken (zie bijlage A 7).. Met deze kolommen

Omkristallisatie is het gedeeltelijke afsmelten en weer aangroeien van de kristallen waardoor de zuiverheid toeneemt. De kristallen die een temperatuur beneden hun

Dit voorbeeld gaat uit van 1 1 water met daarin 350 g KPen, die door aceton wordt verdund tot een 1 gew% oplossing water in aceton. - Alle fenylazijnzuur