• Nie Znaleziono Wyników

De regeneratie van beitsvloeistof met behulp van een fluid-bed-reactor

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De regeneratie van beitsvloeistof met behulp van een fluid-bed-reactor"

Copied!
58
0
0

Pełen tekst

(1)

22

It

laboratorium voor Chemische Technologie

(2)
(3)

LA

5

0RATORIUI

,:

VOeR cnm

,l

IECI-I2 TSCENOLCGIE

De

r~generatie

van

?eitsvloei~tof met behulp v

a!1

een

fluïd-bed-re

actor.

Procesvoorontwerp

v

an

A.F.

v

a

n Coststroom.

r

(4)

nmCUD

2.

Ko~te

beschrijving van

het

~eitsproces.

3.

De

zoutzuurbeitsing.

4. Regeneratieprocessen.

4.1.Processen

Bet

vooraf

gaa

nde

precipitatie.

4.2.Froces

s

en

zonder precipitatie.

5.

~erekenine;

v

a

n het Lur

g

iproces •

. 5.1.He"t

Jll'oces.

5.2..

13epa

lin

g

v

8.

n de

wa:çmtebalans

over de reactor.

5.

3

~

Bepa

l i n

8

v

an

de

warmte

bal

c

,ns over de

pre'évaI

J

ora

t

or

. 5.4.

~epalinc

v

an

S

en

y.

5.5.

B

erekenin

g

v

a

n

de

af

rr.

etin

g

V2

.

n de reactor.

5.6.

Berekening

van de preëvaporator.

5.7.

B

erekenin

g

van de adiabati

sche

absorber.

5~8.

De

warrüte- en

massabalans.

6. Evaluati e

6.1.

Globale economische ev

a

lu

at

ie.

6.2. Vergelijl

:

in

g

van het lur

g

irroces met het

RUthnerproces.

7 .Lij

st

v

a

n

g

ebruikte

symbolen.

8.

Lijst van

0

eraadplee

gd

e literatuur.

(5)

I

,.

1.

INLEIDING.

Het door

de

hoogovens

gep

roduceerde

plaatstaal moet alvorens

het koudgewalst

ka

n

worden

tot

blik,

eventueel

gevolgd door

een vertinning

, behandeld

worden met

een

zuur, waardoor

de

gevormde

ijzeroxiden oplossen en

weer

een

schoon

oppervl

a

k

ontstaat.

I

D~

oXidelaag zou

immers bij het

walsen

in het ijzer

worden

I

I

geperst, zodat

onregelmatigheden en vervormingen zouden

ont-staan.

2.

KORTE

l3ESCHRIJVING VAN HET

BEITSPROCES.

Het ijzer kan

op

diverse

manieren

in cont

a

ct

worden gebracht

met het zuur. Dit gebeurd onder

meer

in horizontale baden

bij

de

bei

tsine

met

zwavelzuur en

tegenwoordig ook

veel in

verti-cale sproei

torens bij

de zoutzuurbei tsing, het zuur \vordt

hier tegen het ijzer

aangespoten.

De verblijf tijd in de

beitserij

wordt

grotendeels

bepaald door

de temperatuur van het beitszuur, voor zoutzuur is dit

meestal

60

o

C. , voor

zwavelzuur

100

o

C. In mindere mate is de

zuurcon-centrntie,

10-15

%,

hiervoor bepalend.

Na het zuurbad volgt een deaktivering in een loo

g

bad, en een

spoelinG

in een waterbad.

De beitstijd voor zoutzuur bedraagt rond 30 sec.

Met

de

toen~e

van de bei tscapaci tei t

Y{erd

het probleea van

de lozinc van de restconcen

t

ratiezVlavelzuur en het

ijzers1J~-faat een steeds

groter

~robleem

en ging

men

op

zoek

naar

reee~

neratiemocelijkheden vo

o

r deze

af'valprodukten.

Een bevredieenà proces io

hiel~cor

nooit

gevonden,

het

conwer-eicel meest

aantl'ekkelijk

was neutralisatie van het zuur met

(6)

ol

,.

.~

kalk.

Het geheel v/erd

dan ofwel in

water

Gel

oosd of\'

/

el in

diepe

putten.

3.DE

ZOUTZU1TRBEITSING.

De

,

laatste jaren vindt de

toepassine

van

zoutzuur

steeds

meer plaat s.

I

I

Reden hiervoor zijn de vol

g

ende voordelen.

I I

I

-

!

In te

g

enstelling tot bij de zVlavelzuurbei

tsing

zijn

G

een

I '

scalebreakers

1 I

nodig voor het breken van de oxidehuid,

dit

geeft

ook

geen

versteviging

als gevolg

van de

daar-door optred end e vervormin

g

.

- De

gebruikte

verticale torens nemen een veel kleinere

plaats-in.

(

'\

,.

'J

r \..~ .... '. ' ' ...

-

Bij

een stop treedt bij

2',wavelzuur:J

ei tsing in de baden

ovel~bei

tsing

op,

bij

de sl

,

roei torens

wordt

de zuurtoevoer

dichtr;edraai d.

Praktisch al het ijzer kan

worden

terugeewonnen.

- Het oppervlak wordt schoner dan bij zwavelzuurbeitsin

g

,

waar

het moeilijk oplosbare ijzer(II)sulfaat

op

het metaal

achter-blijft.

1

-

De oxiden reageren snel met zoutzuur, het metaal langzaam.

~

bij

z'1l8velzuur

is dit precies andersom.

- Vo

o

ral bij zoutzuurbeitsing is de beitssnelheid over een

groot concentratie-gebied constant,

zodat

weinig bijgeregeld

(7)

4.

REGEIERATIE1

'

RCCEé:

~~EN.

In de

Ij.

teratuur worden

vele

proce ssen be schreven, e;lo baal

kunnen

we deze

in

twee

groepen

verdelen .

.

'

.1,

Die

processen

wa~rin

het

cevormde

ijzer(II)chloride eerst

~

111'...'

wordt ger

1

recipi

teerd,

afgescheiden

en vervolgens

wordt

omgezet

tot

ijzertrioxide .

\ . "'"'. , I.

\t

.

'.-~

"

,.J~} \

• 2. Die processen

wa~r

de

te

regenereren vloeistof in

reactor

~

wordt

eebracht.

4.1.

De

aan

het proces

onttrok:-~en

vloei stof

wordt

na8r een

koeler geleid, vmar mede

door inleiding van

op

een andere

plaats

vri

j komend

zoutzuurgo.s, het ij zer

(11)

chloride neerslaat.

Door I.uddel

VcU'l

een centrifuge

v.'ordt

di

t afgescheiden,

en in

een raaster

geoxideerd

.

Het vrijkomend zoutzuurgas

wordt

in

,'~

een

gepak

t

e kolom

geabsorbeerd. Dit

kan

gebeuren met

water

tot zuiver zoutzuu

'

r

of net een andere

portie bei

tsvloei

stof

tot een verrijkt

zuur.

(2),

(3).

4.2.

Bij

processen waarbij de bei tENloeistof in de reactor

wordt f;eleid kunnen

Vie

vier belangrijke processen

onderschei-à

en.

• :1 •

• 2.

.3 .

Het Haveg-proce s.

(tl),

zie ijlae;e.1..

b

"T" . . , - - -

-,'.

~

i

Het Dravo-C.)rperat:.on-proces.

(s),

zie bijlage

11 •

Het RUthner-pro

ces. (6),

zie

bijlage

III.

~

\

(8)

4.2.4.

HET LURGIPROCES.

Het

cent:"~UI:l

van di t

proces

is een" fluïde bed "-reactor

waarin bij een temperatuur van 800

0

C. het ijzer(II)chloride

met

stoom en

zuurstof

reageert tot ijzertrioxide

en zoutzuur

volgens

Het ijzeroxide

wordt

door middel van een cycloon

afgescheiden

en het

zoutzuur

g

as gaat

samen

Bet

de verbrandingsgassen

n

a

ar

de " preëvaporator

1I

waar

een

ged

e

elte

van

de

spent

pielde

liquor wordt verdampt. De in"

het

eas

aanwezige

zoutzuur wordt

geabsorbeerd

in een

andere

portie beitsvloeistof.

Dit

vindt

plaats in een

adiabatische

absorber

gevolgd

door

een

waste-scrubber. De

verrijkte

bei tsvloei

stof wordt teru

gg

evoerd

naa

r

het beitsproces.

De onderuit de

pre~vaporator

komende geconcentreeide

vloeistof

(9)

5.

BEREKENInG

V

A

N

HET I

J

URGI-FROCE

S

.

:Bij het ont\'lerp is ui

tcecaan

v

on een

bei tscapaci tei

t

vnn

één

miljoen

ton

per

jaar. Dit komt ongeveer

overeen met

de

capnci tei

t

van

de Koninklijke

Nederlandse

Hoogovens en

Staal-fabriel~en

N.

V. in IJmuiden.

1

Bij

e

?

n bezetting van

80

%

vrat

overeenkomt

met

8000

produktie-"

~

I

u~en per

jaar,

betekent

dit een doorzet van

125

ton

beitseoed

per uur.

@, 9

/ '

~

100

i:;

VolGens literatuuropgaven varieert het zuurge1Jruik per ton

staal van 4 -6 kg

.

(

.~

"-'

5k;

'jJolvC/\~~)

Ditkomt neer op een regeneratie(!),paciteit van

+

600

kg

Hel

per

uur,

wat

bij een

zuurconcentratie

van

10

%

neerkomt op een

doorzet van

6000

I of

6

m

3

beitsvloeistof

per

uur.

utt de door Lurgi

opgegeven

concentra

ties konden de volgende

massastromen

worden

berekend.

Voor een

verkl!:1rin

C'

?

~

van de n81Ilen zie het flo'Tlsheet van het

G

proces fig. ,

.

1.

A

/

B+C

D

E

F

G

H

I

H

2

0

31360

6000

25300

6000

2400

31300

2400

?400

Hel

3130

600

2530

1226

313

3756

939

939

Fe

2500

480

2020

-

480

2020

480

-HCl eq .

3260

626

2634

-

626

2634

-

-Voor de concentratie s t.

ON.

water geeft dit in

~

L

HCI

10

10

10

20,4-

13

12

39

39

Fe

8

8

8

-

20

6,5

20

-T,

oe

60

60

60

120

100

90

800

800

Dit is nog exclusief de stcftoe- en afvoer als

gevole

van de

(10)

5 •

1

HET J?R

oe

ES.

Stro

om

A k

o

mt

ui

t

de

o

ps

l

acte,nl(

v

an

de

be

i

tsvloei

s

tof,

en

splitst

zich

in

een aantal

stro~en:

stroom TI

wordt onderin

dePre~vaporator

ge

voerd en vormd

s

ame

n

m

et de uit

fJtroom

C

afk

o

mstig

e fer

ri

chloride

de aan

dit

zout

ge

conc

en

tre

er

de

stroom

F

.

stl"oo

m

e

worot bo

venin

de

verd.

amper ge

voerd, en

v

J

ordt

dOOl

'

de hete, uit de

reactor

afkomst

i

g

e

gassen

verdamp

'\:;

, en vor

m

t

met dezelfde

0assen s.

tro

om

E.

stro

om

D

vlordt

na

a

r

de

,

abs

o

r

ber

ge

voerd en vormt

het 2.bsorbens

voo

r

het

in de

:::-eactor

ge

vo

rmde z

outzuur.

\ '

In

de reactor

waar

in

gefl

uïdis

e

::':

l'd

zand de rol

v

an YI8.rm

te-

~'

.

'

(r-~

-

AI')

overdra

ger

s1

)

8el

t,

vlordt

do

or

ver

bra

ndin

g

v

a

n

aard

ga

s

de

~~"

',

./ cJ

J

1_

temper

a

tuu

.l'

op

800

0

C

geho

uden.

Deze

warm

te i

s

direc

t

nodig

\

l

om

stro

o

m

F

en

de

verbr

a

ndin

gsgass

en op deze temper

a

tuur te

bren

g

en

en

indirect om

stroom

e

te verdampen.

Het

ge

vor

m

de ijzeroxide

kan weer

t

erug

ge

voerd n

aar

de

P

ellet-.

ofsinterf

ariek

en vervol

g

en

:::;

n

aar

de hoo

g

ovens.

Het vrij

g

ekomen zoutz'uur

gas w

ordt in een

adiabati sche

8.

bsorber

weer teru

g

g

ebracht

in de beitsvloeistof.

De

bij

het

oplossen

van het

ga

s vrijkomende

warmte

w

ordt niet

afgevoerd

do

o

r

koelwater

,

maar

do

o

r

de verdampin

g

van

water.

Een

g

edeelte V

8.

n d

a

t verdampte

water w

or

d

t evenalLs een

rest-concentratie

zoutzuur teruggewonnen

in de

scrubber.

De voorve

rdar2.

per bren

g

t

stroOl

!:.

C in rechtstreeks contact met

.

de hete gassen van stroom I, dit is

warmte-economisch gezien

erg

G

un

s

tig, omdat de

g

root

st

e

hoeveelheid WBI'l:J.te

wor

dt

g

ebruikt

voor de verdamping van

yvater

uit de processtromen, en

een hOGe

(11)

het intermediate FeC1

3

te voorkomen, en de

rea

ctiesnel

he

id

voldoende hoog te

meken

.

Na

verrijkin

g

wordt de bei ts'VloeiEltof terugt:evoerd naar de

bei tserij.

5.2.

J3EPALn~G

VAN DE

\'U.m

.

lTE3ALANS

OVER

DE

RE.ACTC'R

.

ne volgende

btllans

is op te

stellen:

Hierin

is:

F"T

l~.

+

+

Q

:

de ver

brandingswarmt

e v

a

n

het aardeas.

AH r ,1073 :

de reactie0armte bij

800

0

C.

TIN

de enth

alpie

v

an

de

in

ee

voerde lucht.

HO

de

enthalpie

v

an

de

ingevoer

(

e aard

gas

=

])e voeding

VOOT

de

reactor

komt onder het

koekpunt

van de

o

oplossing binnen

T

=

100

C.

Voor de

gebruikte

enthalpi~ën

zie

tabel

(1),

deze werden bepaald

met

behulp

v

a

n de Ther

E

odynaro.ical

Tabl-es

van Janaf.. (c9),.bijl

ag

en

V.

·

·D:

De enthalpie van een

stroom 'nerd berekend al

s vol

g

t:

H",O

~

HCl

FeCl~

H.

= ].

P

m

1000/1'.1 •

Im

1000/1.1

2400

1 000/18

313

1000/36,5

1060

1000/127

H

n

= -

t1r~·7

K

J

/hr.

"

H

=

~

H.

I ] .

o

0

Hm-H~qR

Hi

r, ~

,

85

781

I-::

72,3

-

618

""'é

~

75,7

f?

- 631

(12)

-

-5.2.2.

De

beEchiJcbare

lucht heeft

een ter!ll

:

eratuur

v

a

n

25

0

C

en een

vochti

gh

eid v

an

70

%

=

2,

B

kg.

\'l ~::-tt e

r

kg.""Troge

lucht

Aangezien we

in

het systeem met

ve

el gro

tere vochti

G

heden

v/erken

w

ordt de

ze wate

rhoeveelheid en

de

da

arm

ee sa

menhange

nde enth

a

l

r

,

ie

verwa

a

rloo

sd.

Cok

de enth

a

lpie v

a

n het ingevoerde

aardgas wordt

vervvaarloosà

_

.

5. 2.4.

Q.

k:ë.Y"'r

'

...:

.

{..

\

1&

I-<-~

'"

\!lli

.;.

.

-t 0

\C,, .

~--<.

De

verbrandingwa

ar~

e

van aardgas

bedraagt

37600

k,J/kg.

di t

komt

neer

op

836

kJ/taol.

In de

warmtebalansen wordt

Q

=

836

y

gesteld, waarin"y gelijk

is aan het aantal verbrande molen

aardgas

per uur.

5.2.5.

Hr

,1073"

Voor de d8.IDpdruk van FeC1

2

vvordt in de literatuur

bij

800

0

C

een

waarde

opge

se

ven van

55

rum Hg.

"

Stellen

we

de druk in de reactol"

gelij-)r aan

2

ata,

da~mn

J

",L>-,I~

'

erf.

J.<

r'L

eP

-

:-het chloride voorkomen in een concentratie van

3,B

~. ~ \

\ t~'.;1<, ?

De in de

reactor

voorkomende concentratie

bedra

E:

gd

slechts

~r

/

,,,r

2

%

,

zodat

we

élannemen dat alle ij zerchloride

gasvormig

aan

"".

rY

wezig is. De

reactie

zal dus in de

gasfase

Alleen het

gevol~de

Fe

2

0

3

(

Tsm

=

1500

0

C )

stof aanvlezi

g

zijn.

(13)

=

-

381

kJ/mol Fe

2

0

3

Tota

a

l

wordt

om

g

ezet

480

/S

6

• 10

3 •

t

=

4280

mol

Fe 2

0

3

'

hr.

Dus totaal l::omt vrij

aan

reactie

war

mte:

1628 • 10 3

kJ/hr

Uitgevoerd

worden:

.1. de reacti

eprodukten

(de omgezet-'

c

e voeding)

.2. de verbrandin

f,spr

odukten •

• 3.

de

stikstof

en de overma

at

zuurstof.

allen

bij

een temperatuur van

800

0

C.

5.2.6.1.

De reactie in

molen

ziet er

als

volgt uit.

+

8560

8560

2140

4280

17120

mol/hr.

hieruit vinden

Vle

dus de voor de reactie oenoàigde

zuurstof

en water.

5.2.6.2.

wanneer

vve

aannemen

dut

aardgas

voor 100

%

uit methaa

d

~(.r'1( ~

en lucht voor

~

ui t zuurstof

krijgen

we de volgende

brandin

gsr

eactie.

ver-

o--.J

. ~

y.CH

4

+

2.S.y.02

+

8.S.y.N 2

=

y.C0 2

+

2.y.H20

+

2(S-1î.y.02

+

8.S.y.N2

Hierin is S de overmac.t aan zuurstof.

,

.

rr.JI'

(14)

5.2.7. De onder

5.2.

ol

Genoemde vvarmtebalans gaat

dan over

in:

704.y

t

237. S.y

=

9200. 103

kJ/hr.

5.3. BEPALING VAN DE

MLSSABALANS

OVER DE PREEVAPORATOR. (

PEV

).

Deze worden bepa

a

ld door de volgende

stro~en:

.1.

Btde voeding (

TB

=

60°C)

.2.

I,

de uit de reactor afkomstige

gassen

na verwijdering

van het ijzeroxide •

• 3.

F,

de voeding voor de reactor •

.

4~

E7

de Hel-rijke stroom die na

ar

de

absorber

gaat.

5.3.1. De voeding komt de PEV. binnen

.

op de beitstemperatuur

deze

i~

gelijk

aan 60

0

C.

Op dezelfde manier als onder 5.2.1. Derd hier de enthalpie

bepaald, deze is

gelijk

aan

H

B

= -

989 • 103 kJ/hr.

5 • 3 • 2.

Hr

=

HH -

HK

=

99 1 0 • 1 0 3

+

237 ,4 • S. y.

+

1

3

1 ,1

y.

kJ/hr.

H

K

is de enthalpie van het in de cycloon verwijderd ijzerchloride •

5 •

3 • 3.

HF

=

-

447 • 1 0 3

kJ

/hr •

.

5.3.4. Volgens Lurgi i s de -temperatuur vc:n de

ui

t de PEV

komende

gassen

gelijk aan 120°C.

hierUit volgt

HE

=

15720. 103

+

92.y

+

29,2.S.y. kJ/hr.

5.3.5 Dit resu..lteert in de volgende warmtebalans over de

TElT:

Hl =

HF

+

H~

JJ

ofwel,

2Q8.S.y.

t39,3.Y

=

6380 • 103

5.4. Bepaling van S en

y

De vlarmtebalansen over de

reactor

en de

FEv

leveren ons ti'lee

vergelij !ringen met twee onbekenden,' waarui t deze zijn op te

(15)

I'

Het

gem

idd

eld

m

olecuul

G8'ii

ich

t

v

a

n stroom H bedro.a

g

t

28

,

we

vinden dus vo

or

d

e

diohtheid v

a

n het

gas

273

28

=

-:;"7V

.

---.---,.---1

v7 3

'c!.

2

,7

en het

gewi

oht v

a

n de

doorgevoerde

hoeveelheid

Ga

s:

G

=

11,

2

0,312

=

3,

49

kg/sec.

5.5.2.

BEPAL

IHG V

Ar:

DE HOC

'

GTEVAN

HE

T

·3

ED.

Hav

e

g gebruikt

voor

hetzelfd

e

pro

ce

s een

turbulato

r

reactor

('-I ).

B

ij

een

react

iete

mpera

t

uur

v

a

n 600

0

C

g

e

e

ft men een

verblijf-tijd op v

an

0,2

sec.

Het

ij

zer

o

x

ide

w

ordt

ti

i

nmedia

tely

sV

i

ept

out

"

sa.men met

de

gasE

;

en.

Wan

neer

w

e

er

van

uit

gaan

d

a

t de

reactiesnelheid bij

800

0

0.

minstens

e

v

en gro

ot ie, d

an

komen

w

e op

ee~

ve

rbl

ijf

tijd van

,/Wo

"

1 / ) ' wr" )

I

r~·

~

4\ \"\

~\

Ij

~

\ i if...;; " .:-Lv""",,-/ > 'lA "v } v'

1073

873

• 0.2

=

0,25

sec

.

:JJ-fJ,f'/VVV' U-'

"

I~\~,.-.I

\

nJZuJt-I!-IC~wl ~

t., ,

ci

Il'-vV"]

t1

~

(!'

~{,

d"9

I.)IV'" vwv/'

Houden Vle deze waarde

aan vo

o

r

de

b

ere

ke

nin

g

va het re

a

ctor-volume d

a

n

krijgen

w

e Vb

=

0,25

11,2

=

2,7

m

3 •

Dit

zou

re

sul

teren in

een bed met

een

hoogte

v

an

+

0,

5

m.

en een

breedte

v

an

+

-

2,50

lD.

Waa

rdoor

niet aan

de ei

s zou

zijn

vold

o.an

d

a

t

D~Lf =

±

2,

of de

gassnelheden

11

zouden

verh

c.og

d

moeten worden

tot

mi

sec.

'---"

\X'y~A;

'JU-1:

Proefberelr

e

nin

g

en hebben

aan

t:e

toond

d

a

t bij e

e

n

-',,-.--

~

van

0,5

sec. Vie aan alle

eisen

kunnen

.

3

1

m.,

het reactor volUIiJ

2

5,4

m

5~

5

.3~

BZI

.

i\J;ING

VAN

DE

FLUIDISATIETCESTAIJ)

V

AN

HET

:s:

m.

Door

extr

a:p

ol

a

tie

w

erdt voor het

gekozen

fluïdi

so.tiem8.tcriaal

een!

Lf

=

0;

4

0

L

evonden.

(~)

(16)

- - - -

-los

s

en. Dit i

s graf

isch

gebe

urd in fi

G

. (1).

Dit levert

S

=

1 ,21

y

=

22,3

10

3

mOl/hr

-

35-6

kg/hr

=

50

0

m

"j

-'

hr.

S.y

=

27,0

10

3

mo

ljhr

De

e

evol

gen

hiervan

zijn

vervlerkt in de mass

a

-

en warmtebal

an

sen

fi

g

(J )

en (

ft ) •

1

I

i

/

5.

'

5~

BEREKENING

VA

r:~

DE

AFIIETIHG

V

Ar:.

DE

REACTOR.

B

ij de

berekening

is uit

gegaan

v

a

n de vol

gen

de punten.

- het te

fluïdiseren

materia

a

l is round s

a

nd

18

=

0,86

- in ve

rba

nd

met

de

korte reactietijd

en de

gro~e

ho

e

ve

e

lheid

ga

s

moest

een

keuze gemaakt worden tussen

een ho

g

e

gassnel-heid

en een

breed bed. In ve

rban

d

m

et de

gewens

te com

ra

ctheid

v

a

n

de

install

a

tie is

gek

ozen voor een ho

g

e

gass

nelheid.

hiervoor was nodi

g

dat de diameter van het

g

efluïdiseerd

materiaal

redelijk

groot was;

da

a

rom viel de keus

ol'

deel tj

GEl

met-een

Cl

~van

1

mrn

met een vri j naune deel tj e

sgrootteverdeling.

~

-p-

",

Î '

{

L

f/Db

=

.:t.

i

/

-

.

- v-"

.

=

-

2

m/

sec. Dit werd vastgesteld na een aantal

proefbere-J.

kenin

g

en.

5.5 •

1 •

BEF AL

n~

G

VAN DE TI I

AT.iE TER

VA

N

HET

TIE

n.

Daar noch tijdens de verbranding, noch tijdens de reactie een

grote

volumever

a

ndering 01

:,

treedt

1

zal

het volume v

a

n

stroom

H

)D

~

(

al s doorzet

genomen

word en.

Deze bedraagt:

~

\

3~"hrL ~

~

.

4v:=

r

~ ·-3~56

~

103

=

11.2

m3jsec.

~t

.

Bij

een

superficiële

snelheid v

a

n

2

.

m/sec.

g

eeft dit Db 2,65

m

(17)

=

f

'

G

·

Umf

=

7,

26

.

U

m

f.

U

mf

zal kleiner zijn

dan 1

ru/sec. dus

Re

y

k

leiner dan

.J

20.

\'"

y

·e kunnen

d

an

de

vol

Gen

de for

m

ule

toe:p8.si::~en

voor de

berekeninG

(

ti

s' dp) 2

0

P -

P

g

c

3

.g

af

U

mf

=

s

150

~1

1

- f"mf

=

o ,

33

Ir;

sec.

H '

:tenn

. .

1;

vo g voor

1

t

0-

\I

mf:

Gmf - Ab •

f

mf • Umf

0

f'

g

=

0.226 kg/sec.

Voor deeltjes van 1 mm is

m

te

grafiek van G

f

als

funtie van

aan - 0,6 •

beIJalen

1- .(

te be

p

alen via de

( 10 ).

Dez e i s

g

eli j k

In

grafiek

(S)

is dit uit

e

evoerd, en hieruit is bij

geceven G

f

de

~

berekend.

Deze is eelijk a

8.

n 0,92.

~.5.4.

Dit alles levert voor de reactor de volgende maten op

Db

=

2,65 m

Li

=

1,0

m

D

=

2,65 m

r

(18)

---~

5. 6

6

BEREKEN

I

N

G

V

A

H

DE

J?EV.

Uit de m

o.s

sab

a

l

a

ns

over d

e

hele inst

a

ll

a

tie

vol

G

t dat

s

troom

13

g

elijk

m

oet zijn a

2

n stro

o

m

F

hieruit

is dus

de

g

rootte van stromen

TI

en

C

te bep

a

len.

In de verd

a

mper wordt strocm

C in

te

ge

nstroom

veraamI

l

t

door

de warr

,

lte V8.n stro

o

m

I,

vla

a

rbij

vv

o

rev

a

n u:itgaan

dat

C geheel

verdc1J1lpt

tot het dihydr

aa

t

v

a

n

ij

zer

(11)

chloride.

Deze

deh;ylttl"8.t

:::

üi

e

verloopt als

volet:

FeCI

2

.4H

2

0

---+

FeCI

2

.2H

2

0

-

FeCI

2

·H

2

0

105-115

0

C

150-160

0

C

Ge

g

evens voor

de

berekening zijn:

.0

v,I

:=

11 ,2

m3jsec

0

v

,

B

=

0,67. 10-

3

m

3

/sec.

f6

v C

:=

1,0

10~3

mlsec.

,.

.0

v

,E

:=

6,0

m)/sec

,0v,F

:=

0,67. 10-

3

m

3

/sec.

5.6.

1. 13EREKENII\G V

M7.

DE

DIi\

H

ETER

VAN DE PEV.

Stroom C

wordt

bovenin versproeid in

druppels groter

dan 2

mm

Stellen we

dat de

grootte

van het druppeltje slechts aÎneemt

door

krimp,

dan blijft na droging over:

:=

8.10-

2 •

1]:.

2

3

10-

9

1 28

10

3

163

o

. , .

127=

-8

5 , 5 . 1 0

l(g.

:=

Gaan

Vle

ervan uit dat het ontstane

d~ltje

bolvormig

is

-

dan

geldt:

of\vel d

P

-4

=

3,4.

10

m

:=

5

,? • r.::

10-

8 .

(19)

1

Hierui t kunnen

we

nu de

max

imaal

toela

é,-

tbare superficiële

snelheid berekenen.

==

I'

iJ

u .

g

'l

g

14,6 U

g

Via de

grafiek

lo

g

C , :::

f (

log

Re

)

werd

do

o

r trial

and

error

Vi

gevonden dat

Um

ax

=

2,5

m

/sec.

Op het

punt waar

de vallende ijzerchloride-deeltjes

het kleinst

zijn,

is de

gassnelheid

het

grootst,

echter

door

de

grotere

dichtheid van

de deeltjes

t.o.v. het

gas zal

dat elka

ar

voor

het

grootste

deel compensere

'

n.

Nemen

we

een

supe:rfici'éle

gassne

lheid van 1,

5

m/sec, dan zal

de

snelheid maximaal

zijn bij

'

de

hete-Gas-inlaat,

namelijk

(

1

_

~~393

• 1,5

:::

2,5

m/s~

_

s

frv-

/

e1.~ NiYli

f~ {'

<>~

L

~

,

'

De deeltjes

Z1...1.1

J

en

dus d

aa

r niet

w

orden op

gehou

den in hun

vleg

omlae,g,

Gebel~rt

dit

Vi

el,

dan zullen

ze

bovenin v/eer (xNochtigd

worden,

daardoor

groe

ien

en zal

de valsnelheid

groter Borden.

Bij

Ut

::::

1,5

mJ

s

eo.

'

en

Pv

~ 1~=

,J.J

<

6,0

m

3/sec.

vlord

t de diamet

er

van de verdrup.per

gelijk

aa

n

2,3

m

5

~

6

~

2.

BERSI0JrUNG

VAN

DE HOOGTE

Vi

\N

DE

PEV.

In andere

soortgelijke

processen

spreekt

men

over

instananeous-ly vaporisin

g

van de vcrs}

)

roeide

druppels.

Voor de droogtijd va

n

vallende druppels in hete

gassen,

te~ïijl

kristallisatie optreedt,

geldt

'If,.,-f.,.J p -

tP

Iv" l,..yV""" (vIW

~

I "

)

2

A'.

1.

D "

Tl,

T

::: ~~~.-, ~I

2

I)

)

Tl

c

de volgende correlatie:

, .L-) VI Jfo' _ -.1.1; .~ J,' /" C'''''''

vr

)(W

-W)

o ( D

~2

+

c

'

2 ·

r

s

12,

Cl

,

12. k •

At

v

(

fJ

ag.

'

I')

~l ~

( // )

.0

-ti

'>

~

~

,

~o

') ? '

~k

"'V.

~0 ~

Û'~

_

'~"

Hierin heeft het

eerste

lid

betrek~ing

op or de

ar

oging van

het

(20)

krimpende

d

eeltje, b.et

tweede

deel

g

eeft

de

bijdrage

voorde

drooBtijd bij

constant volume.

We

nemen

a

on

dat

bij

de dro

g

in

g

tot het

dihydra

?

t het eerste

.

lid

8

epalend

is voor de

droogtijd.

Hieruit berekenen we d

a

n een dro

o

gtijd van 0,5

sec.

De

,

over de

kolo

m g

eniddelde v

a

lsnelheid ligt

in de buurt

v:

::

m

I

I .

0,5

mi

Eec.,

de voor de droging benodicc

1

e hoogte

bedraagt dus

I I

ongeveer 1

m~

De voor de

sproeiers

benodigde ruimte

stellen we

ook op

1

m.,

evenals de

rui

m

te

benodigd

vo

e

r

het opvan

g

en

van

de

ijzer-cllioride-d

e

eltjes.

We

l~omen

dus op een kolomhoogte van

3m

en

een

diar.c.eter van 2,

3m

(21)

f)

.7.

}3EREJilll':n~G V

AlT

DE

ADL\3A

r

rrSCHE

A:~SOR:l:m.

Str~om

E wordt

onderin

de

absorber gevoed

.

Het

zou

t

z

uur

cas

wordt in

te

gens

troom

geabsorbeerd

aan stroom D,

en vormt

stroom

Cr

.De restconc

e

ntr

atie

zoutzuurgaswordt evenals een

gedeelte

van de

a

ls

ge

vo

r:;

V

2

n de

OI

J

losw

8.rmte ge

vor

m

de

stoom

geabsorbeerd

in

de scrubber,

w

aar

bovenin

wa

ter

Ylordt

g

edos

eer

d.

Voor

de

opzet

v

a

n de c

omb

in

a

tie

a

bsorber-scrubber

z

ie

fig.(

6 ).

5.7.1.

De

warm

tebalans.

Over

de combin

a

tie

k

é

m

de vol

g

ende

balans

w

orden or

g

esteld:

==

I

-T

+

"M

Over

de

absorber

wordt

een

gemi

ddelaé temperatuur aan

g

enomen

Hierdoor

gaat

de balans over in de vol

ge

nde ver

ge

lijkin

g

:

HI

,.

• .1

rr

==

3,7 • 4, 18 • 10

6

=

15,4 .10

6

l:J

/hl~.

HI~

bestaat ui t de

som

van de enthall")ieën van een h

o

eveelheid

inert

gas

en

stoom.

-

3

8

-

133 .10

4

,1

==

555 10

3

kJ/hr.

De re st

Gaat

dus aan stoom naar bui ten, bij een ui

tcan

:.::

s-

. \ ')

o

~Jr)

tem

-

peratuur

van

90

C

bedraagt

di

t

5

2

00

kg/hr.

~.

~,~

Teneihde de

maasabalans

over de

g

ehele install

a

tie te laten

kloppen, moet in de

scrubber

een hoeveelheid

water worden

toegevoerd die

gelijk

is aan de verdampte h

o

eveelheid

vermin-de2't

met

de hoeveelheid

vlater

die ontstaat door de verbranding

van het

aardga.s.

(22)

.

,

.

5.7.2.

Bij de

absorptie van

Hel

uit

gassen met

een hoog

per-centage inert

[;a2.n ne

ui t van de volgende aannnmen:

-de Vleerstand voor

stO:E-

en vvo.rmteoverdracht

z

ijn

e;eheel celegen

in de

gasfase

(IJ).

- de

stof

en warmteoverdr

a

cht

verlopen

tegelijkertijd.

I

,

- de diffusie van Hel naar het

o

ppervlak

is snelheidsbepalend.

,/ i

-

~enbsorptie

v

an

andere

'ëassen

is

te

verwa

2

rlozen.

I

i

G blijft const

ant

over de kolom,evenals L.

!

Ais

:pakkingsmateriaal v/erd

Gen

omen

raschigringen

ven 1

ti

omdat

in verb

and

met de lage Hel-concentratie

een

grote

porositeit

en

een

groot

contactoppervl

a

k

nodig zijn.

5.7.3.

Bepa

lin

g

v

an

het

aanta

l

HTU

I S

voor

absorber ên scrubber.

Bi

j lage conc

e!1trati es aan Hel

in

ons geval

±.

10

10

kunnen

we

gebru

ik

maken

van

het

X-Y~diagr2~

voor

lage druk, dus bij

76

mID.

])i

t is gebeurd in fig.

(:; ) •

(1'-1)

We zien dat

de

absorber moet bestaan

uit een theoretische

ende

scrubber

uit t

w

ee

theorètische

schotels

moet

bestaan

~

Een

schema

voor de in de installatie optredende concentr

at

ies

vind

men in

fig. (8).

5.7.4.

J3EPAIING

DI

AT.:Es:'3R AJ3S0R

B

ER.

We

nemen

aan

dat

G

constant is en

gelijk

aan

i

E

+

i

hl

=

V

a

nwege

het

hoge

percentage

inert, i

s

de

verhouèin[

elL

erg

I

4

kg,! sec.

hoog, het optimale

werkpunt zal

dus liggen

bij een hoge

gasbelas-tine.

Voor 1"

raschig-ringen

ligt dit

bij

+

4000

kgjm

2

.hr

,

.

TIe diameter wordt

dan

2,2

m

Dit betekent

voor

de

vloeistofbelasting

dat

L

=

10142

kv'm

2

.hr

.

(23)

-'.

5.7.5.

BEPALING

HOOGTE

ABSOR3ER

.

W

e

kunr..en

deze

hoo

tS

te berekenen met

de

fornule:

H

=

k

kunnen we

berekenen

m

et behul

p

v

a

n het

stofoverdracht8-g

g

et

a

l:

jn

=

Sh

(

Re

)-1

(

Sc

)-1/3

k

d

~

1

l

I' .

JJ,q8

1/3

g

~

~

=

.)~IJ

'

G

m•

f ·

d

'Z

k .P . •

11

g

1

9

~

e

~

2/3

G

va,

0,41

1,07

(

-

--

-

f

J.

~

(I

6)

=

=

G

~.3t9~

m

wo

rdt

berekend

uit:

1

1

JlJ/

18

=

+

I"

'-A

tIn

b

Hierin h

ebben nA

en

VJ~

be

t

r

ekkin

g

op Hel en

NB

en V

Tj

staan

voor de

[~emiddelde

waarde

voor het inert plus

water.

We

vinden d

an

:

-5

2,57 •

1

°

W

e kunnen nu

'Ir

berekenen uit:

--g

~V8p. Gm~

1c

=

1,07

5

'l

2

kg

=

1,73

mol/m

Voor H vinden

we

dan:

H

=

0,11

n:.

0,41

-2/3

G

m

~

I!.

J

;O.,$},.9.:/

MB

P.

19

sec.

atm.

( I

3)

(24)

- - - -- - - -- - - - -- -

-5.7.

6. BEREICEFIITG

V

Al7

DE

SCRU3

}3E

R.

3

innen

redelijke

erenzen kunne

n

vle

aannemen dut k

voor

de

g

scrubter

con8ta~t

en

[

elijk znl zijn aan

die v

an

de

absorber.

Verschil

zal wel

o

ptreden

in

de G

m

en in

Pg.

Dit

in aa

nm

erking n

emen

d vol

g

t hieruit voor

H:

G

_ _

m-<,_A

,

= 1'7.

10-

2

ID.

kg.a.(pg-p~).s

H

=

Dit komt redelijk overeen

met

het reeds onder

5.7.3.

eevonden

aantal

HTUl

s voor

abso

rber en scrub1er.

Gezien de

grote

G/L-verhouding is het nuttie te controleren

of er Floodin

g

optreedt.

L

=

5180

kg/hr.

=

280

lbs/hr./sq.ft •

.

f

g,A

=

0,841

k€ln

3

=

0,0524

lbs/cu.ft;.

0

=

0,835

G

957

I,J

0,417

-

=

=

~

,

$O.G

Uit fig.

,

(

q)

blijkt nu dat er geen Flooding

o:ptreedt~

(/6)

5.7 .7.

BEREKENING V

A

H :DE DRFKV Al QVER DE A

13

SOK

S

ER

E

~~

SCRUB5ER.

G

957

en

L

214·8

1

bS/hr./ sq. ft.

-

=

=

/J

'

volgt nu dat

p

=

103 H/m

2

.

• ( /6 ) voor de

Voor de

8cub~er

wordt

dit:

=

957

en

L

=

280 lbs/hl'./

sq.

ft.

Uit fig.

vq )

absorber.

(25)

5.7.8.

Bij

nadere beschouwing van de onder

5.7.5.

en

'5.7.6. gevonden

bedhoogten,

blijkt

dat

een

bedhoo

c

te in

de orde

van 20 cm

bij

een

breedte

van

meer dan 2 meter geen

goed

e

werlcin[';

kan

orTeve-ren. Bij

de

berckeninc

is ir

nm

ers

geen

l-ekenin

c

{;e

houden

met

inloopverschijnselen en de

werkingsf,raad.

Een rUV!e.

schatting

levert

zowel

voor de

élGsorber

a

ls voor

de

scrubber

een bedhoo

g

te van 1

ID.

6.1. GlobCll

e

economische evalu,:ttie.

We

doen dit louter op basis van de proceskosten.

I

aardgas:

362 •

22,~L/16

\

"

.'2.ter

5,18

8000

-electra (

g

eschat) :

BOOO

0,07

0,5 0

=

=

=

fJ.

fl

fI

2BOO(~/j['.8r

()

20000 /js.

nl'

30000 /jm

l

r

fl78000 /jQar

retour:

-

zoutzuur: 17,1 .36,5 • BOOO

=

5000 ton/jaar

=

f11,9.10 6/jaar.

- ijzeroxide:

i

4000 ton/jaar

(geSChat)

=

Globac

.

l komt di t neer op een vlinst van 2. 10

6

gulden

per ja

a

r.

-Volgens oPGave van lurgi zouden de installatiekosten in 1966

6

~

1,1 • 10

bedragen, zodat

we

kunnen stellen dat dat nu

onge-veer 2.10

6

zou

zijn

..-Afgezien van

manuren

en andere onkosten

kunnen Vle

dus

stellen

(26)

-6.2.

Ver

g

elijkin

g

v~n

het Lu

rc

ip

r

oces met het

R

Uthner-proces.

n

ekijken v

v

e de install

a

ti

es

v

e

n de twee

proc

e

ssen, d

a

n

mer-ken we d

a

t daar

J

:Vla a

r

r8.

r

:

:;.

tuur niet zo'

n

g

roet ver[

;

chil

in

zi

t.

Een

ver

g

elijkin

g

z

a

l

dus

moeten

gaa

n over

de oper

a

tiekosten

w

a

t bij

nadere cont

ro

le

ne

e

rko

m

t o

p

de

b

rnnstofko

s

ten.

RUthner

ce

eft een b

ra

nd

s

tofver

,

bruik

op v

a

n

7 -

8

k

g

per ton

gebeitst product.

Ui

t

onze berekenin

g

en vol

g

t

dat

di

t

voor het

Lu!'giproce~;

slechts

3

kg

per ton is.

Hierin

is

nog

niet verrekend

het

verlies

door w

a

rmteoverdracht n

aa

r

de omgevin

g

.

S

-

tellen Vle di

t o

p

10

%

d

a

n blijkt

no

g

dat on

g

eveer

5

0

%

o

p

het

branstofverbruik

~

or

d

t

bespaard t.o.v.

het RUthner

p

roces.

Voornamelijk

wordt dit

ve

l'

OOrZ8.

2

.kt

doordat in het laatst

g

enoeBd

pI'oces alle

te re

g

enereren in de reactor

wordt t

;

ebr

a

cht terwijl

(27)

symbool

omschrijv

:

i.n

g

eeTl..beid

---_

.

_

.

--

-a

a

1-)

Ab

Db

Dr

D

.

p,l

D

p,c

d

p

G

G

f

G

mf

g

Hr

~

Hr,

1073

Hf,

1073

J

D

k

Ui

tVli

S

f

j

elond

op

p

ervlak per

"<Tolune-eenheid

Srecifiek oppervlak

van een deeltje

Doorsnedo v

a

n het bed

Diameter

v

a

n

het

bed

Diameter v

a

n de re

a

etor

Begindi

n

meter

van het

druppel

tj e

einddi

a

noter

van het

drup~eltje

Particlerhameter

Massastroom

Massastroom

bij

betreffende

fluïdis

a

tie

t

I

assastroom bij minimumfluïdisatie

versnellin

g

van de zwa

c

rtekracht

In

m

In

m

m

kg/mIs

kg/m

2

/s

kg/m

2

/s

m/sec

2

Over te dragen

aantal

molen van component

A

mol.

Enthalpie

.

kJ

Hoogte

Dl

Hoogte van de reactor

m

Reactiewarmte

bij

de

aangegeven

teYi

l

per

8.

tuur

kJ/mol

Vormings8nthalpie bij

aangegeven

temp.

Stofoverdrachtsgetal

Thermische

geleidbaarheid

Partiële stofoverdrachtscoëffidënt

Hoogte van het

gefluïdiseerd

bed

I

'.

Ioleculair gewicht

kJ/mol.

W/m

2

mOl/m2jsecJ

I

a

tr.l.

Dl

kg/kmol.

(28)

Q

s

C' J >J i

i

t

i

Ó

j}

AD

Re

Sh

Sc

Partiële d

r

uk

EvenVlichtsdruk

Druk

Verbrandin

g

sw

a

rmte

Overmaat a

a

n lucht

Op

p

ervlal{ v

a

n een d

vr

ûrsdo

c

rsnede

D

egintemr::eratuur

Eindtemperatuur

Gemidde1

de

temper

a

tuur

sver schil

Flurdisatiesnelh~id

l,'

I

inimum fluïdi

satie snelheid

1'II

aximum

to

el

a

a"tb

a

re snelheid

V?lume van het bed

Critisch vochtgeh

a

lte

Uiteindelijk

vocht~ehalte

Atomair VOlUIJle

Diffusieco~ffici~nt

van A in

TI

porosi tei t

Latente verdampin

g

swarmte

Dynamische viscositeit

Dichtheid

Volume stroom

Vormfactor

.

Getal van

Reynolds

iJ.v.d

k

1.

d

Getal van

Sherwood

~

JIJ

Getal van

Schmidt

I{

f·JJ

atm.

atm.

kJ/mo:L •

ni/

sec.

n1/ sec.

.

.

3

m

2/

m

sec

kJ/mol

kg/sec.m.

..,

kg/m.)

m

3

/sec.

(29)

8.

JJIJST

VAlT

GSRAADFTEEGDE

T~ITERATUUR.

(1).

Iron

Steel Engr

.

40

(

6

)

122-4,

1

966.

(

2). Stc.hl EiEen 83,

14

·

, 842-52,

1€J6

3.

(

3)

.

Al:ad

.

Nau

t.

SSSR.Ural

·

'

13k.

Filial

Odt.Vodn.F.esursov

1

963,23-6.

(4).

Chem.

E

ng.

N

ews 44

(47)

58-9,

1

96

6.

(5).

Chem.En

e

.

sept

14, 1

9

1

-2,

1

964

.

(6).

La

r

.:

etEül. 97, 7-8,

553

-6, 196

5

.

(7).

Chem.Eng.

aug

29, 32-3,

196

6.

(8).

Jan

af

Thermochem.Tables,

a

u

g

19

6

7

(

9

).

K

unii ,

Le

v

e

nspiel,

Fl

uïdi

so.tion Enginee

rin

g.

(10).

Lt

v

a, .Fluîà

is

at

ion.

(11).Ch

em.Eng

.Pro

gr

.

48, 4,

173-

80,

19

5

2.

(1

~

1

).Che

m.Techn.

12,

525,

1

96

6.

(13).

Perry,Chem

.

Sng

.

Handb

o

ok

.

p697.

1

95

0.

(1

4

) .C

hel

:l

.

En

g

.

I'rog

r.

43,

7,

371-8,

1

94

7.

(15) .Che

m

.ln

g

.Techn.3

8,

(10) 10

46

-52, 196

6

.

(16).

Shervlo

od

an

d

Pigford

.

Absorption

and

ext

ra

c

t

i

on

,

Ne

w

York

1

952.

(17).Che

m

.I

ne

. Te

chn

.

25

,

c

-

9

,

4

6

5

-

6,

1953.

(18).St

ah

l.

J~

isen.

84

(27) 1

84

1-9,1964

..

Cytaty

Powiązane dokumenty

Lozanna, 8. Dawno Pani nam nie odpisujesz. Odpisałem że gotow jestem przyiąc tę katedrę sławianską iesli uda się Leonowi utworzyć ją. Wspomniałem mu o

Sir John Fielding zapisał się w historii jako reformator the Bow Street Runners..

Chętnie podejmował problematykę prawa prywatnego (w ramach którego był uważany za przedstawiciela tzw. M im o imponującej liczby publikacji nie był jednak Mittermaier typem

Standardowa chemioterapia jest wystarcza- jącą formą leczenia wtórnych chłoniaków oczodołu, zapewniającą u większości pa- cjentów trwałe ustąpienie nacieku w oczo-

In fact, however, the results were published on 17 December, a fact which is one more case of not only a disregard of the scientific community by the Ministry and its

Sobieskich Radziwiłłową (1634-1694) jako twórców znaczenia Białej [Podlaskiej] w okresie nowożytnym. Radziwiłł wojewoda brzeski litewski, marszałek nadworny, a

Daarbij kan gestreefd worden veel (goede) publiciteit te behalen (eventueel kan er een reklamebureau ingeschakeld worden). Deze publiciteit moet leiden tot

Fenomenem polskiej pobożności są nabożeństwa pasyjne, a ich szczególnym wyrazem wydaje się nabożeństwo „Gorzkich żalów”.. Można uznać je za szcze- gólny rys