ARCHITECTUUR NL | 8/14 DE WERELD V AN DE ARCHITECT | ARCHITECTUUR .NL
8/14
DDW
+
INTERVIEW JANJAAP
RUIJSSENAARS
+
SPLINTER IN
KATWIJK
+
LOW BUDGET,
HIGH IMPACT
+
SANITAIR
DESIGN
+
INTERVIEW
DINGEMAN DEIJS
+
IMD IN
OUDE METAALFABRIEK
+
NIEUWE POLDERMOSKEEËN
+
MASTER MARTA ROTA
+
In toenemende mate worden olifanten
geconfronteerd met tal van bedreigingen,
variërend van stroperij en illegale
ivoorhandel tot het verlies van hun
leefgebied. Om dit te veranderen moeten
we de dieren niet alleen beschermen, maar
ook met ze samenleven, door onze houding
te veranderen via onderwijs en informatie.
Het World Elephant Center in Tanzania riep
de hulp in van de TU Delft en Marta Rota
maakte een ontwerp voor een centrum voor
de opvang van olifanten, waarop ze in 2014
afstudeerde als architect.
World
Elephant
Centre
1
Het World Elephant Center (WEC) is een antwoord op deze
ongeëvenaarde ecologische, economische en cultureel-sociale crisis. De nadruk ligt op olifanten als een diersoort die met uitsterven bedreigd wordt, de lokale gemeenschap die stropen als een oplossing ziet voor extreme armoede en de onwetendheid van veel mensen in de wereld. De ontwerpoplossing is een sociaal-cultureel-ecologisch centrum dat 1. een ecologische niche vormt om de olifanten, specifiek de jonge wezen, te beschermen en te verzorgen, 2. werkgelegenheid creëert voor de lokale bevolking, en 3. een de mogelijkheid biedt voor mensen van over de hele wereld om in contact te komen met de dieren in hun natuurlijke omgeving, en te leren samenleven met olifanten. Het ontwerp van het centrum snijdt globale vraagstukken aan, en is tegelijkertijd afgestemd op regionale behoeften en middelen.
Strategische positie
Het projectgebied is gelegen in het noorden van Tanzania, vlakbij Karatu in Arusha Region. De locatie is een relatief vlak hoogland, gelegen op 1350 m boven de zeespiegel en heeft een oppervlak van 40.000 m2.
Het heeft een strategische positie, omdat het aan de weg ligt naar het Serengeti National Park, Ngorongoro Conservation Area en Lake Manyara National Park, waar jaarlijks honderdduizenden toeristen passeren. In dit verband zou het WEC een mogelijk uitgangspunt kunnen zijn voor safaritoerisme. Het project is een ruimtelijk kader voor een duurzaam
ecologisch systeem dat drie 'gezichtspunten' omvat: de bezoekers, de olifanten, en het personeel dat de faciliteiten draaiende houdt. Het is geen toeristische trekpleister gericht op vermaak, maar een instelling met een langetermijndoelstelling voor een duurzame wereld.
Eenheid in dualiteit
Het concept van het project wordt gekenmerkt door de dualiteit van het pad en het gebouw. De opzet van het centrum kan een leerervaring bieden aan de bezoekers die ondergedompeld worden in de wereld van de olifanten en in hun natuurlijke leefomgeving. Het pad rond de leefplek (niche) voor de olifanten biedt verscheidene mogelijkheden om de olifanten te benaderen. Droge grachten, maken de relatie tussen olifanten en mensen mogelijk, en omgeven het land van 30.000 m2
toegewezen aan de olifanten, waar ze kunnen voorzien in hun behoefte aan stromend vers water. Ondanks het opvallende dak, verstoort het profiel van het gebouw niet de kalmte van de algehele omgeving. Het WEC brengt bezoekers, dieren en de lokale gemeenschap samen in een compositie die de duale ruimtelijke organisatie van het landschap en het gebouw verbindt.
De architectonische compositie, gekenmerkt door gebouwen rondom een centrale gemeenschapsplaats en beschermd door een overkoepelend dak, creëert ruimtes die aangepast zijn aan de wensen van de bezoekers en van de lokale gemeenschap. Het dak overdekt een weids spectrum van menselijke activiteiten: educatie, onderzoek en recreatie, waarbij het functioneert als een ruimteafsluitend element. De rangschikking van de lagere gebouwen kadert het landschap niet in. Net als in andere nederzettingen in Centraal-Afrika lossen de grenzen tussen binnen en buiten op, zodat het de nadruk legt op de ecologische-culturele eenheid tussen natuur en structuren die door mensenhanden zijn gemaakt.
Olifantenweeshuis
Naar aanleiding van de doelstelling om drie verschillende gebruikers bij elkaar te brengen, omvat het programma een bezoekerscentrum met expositieruimte, een boeken- en souvenirwinkel, een café-restaurant, onderzoeks- en gezondheidsfaciliteiten en personeelsruimten. Het pad rondom de olifantenniche bevat een ‘olifantenweeshuis’. Het weeshuis is een nieuw soort faciliteit voor jonge verweesde olifanten, die het
3
4
1. Exploded view van de opbouw van het World Elephant Centre, die de onafhankelijkheid laat zien van de dakstructuur en de gebouwen eronder. De gebouwen zijn gemaakt van gestabiliseerde bakstenen van aarde (zogenoemde ISSB-blokken), terwijl het dak, afgedekt met ijzeren platen, wordt ondersteund door houten palen en lokaal beschikbare stalen onderdelen. 2. Marta Rota volgde haar Bachelor studie Architectuur aan Polytechnische Universiteit in Milaan en voltooide in 2014 haar Masteropleding Architectuur aan de TU in Delft met haar onderzoek en ontwerp voor het World Elephant Centre in Tanzania. 3. Ligging van het World Elephant Centre in Tanzania. 4. Diagram framework. Het project is ingebed in het kader van ecologie, economie en leerervaring. De drie verschillende standpunten, van bezoekers, olifanten en personeel, worden uitgedrukt in het ontwerp.
49
ArchitectuurNLmeest kwetsbaar zijn. Het is geen dierentuin, waar de ervaring van de bezoekers die van de dieren domineert. En het is ook geen poging om de natuurlijke habitat van de dieren te vervangen. Het doel van het weeshuis is het verzorgen van de olifanten die gewond, verweesd en verlaten zijn, gedurende 3 tot 4 jaar, gevolgd door hun rehabilitatie in het wild. Daarnaast is het een leerzame ervaring voor alle bezoekers, jong en oud, locals en geïnteresseerden uit de hele wereld, om in contact te komen met de dieren. Het directe contact met de olifanten is een unieke educatieve ervaring die verder gaat dan in een museum of een collegezaal.
Eerst water
Een deel van de duurzame doeleinden van het project is de transformatie van de constructie van het project in verschillende stappen, in overeenstemming met de beschikbaarheid van materialen en economische middelen. Elke fase kan autonoom worden uitgevoerd. De ontwerpstrategie structureert eerst het landschap, gevolgd door de constructie van het dak en de ondergrondse watertanks. Op deze manier kan het regenwater worden opgevangen om het uitgebreide programma voor het planten van bomen uit te voeren. Het water is een fundamentele component in het ontwerp, omdat een olifant ongeveer honderd liter water per dag drinkt. Het dak van 2000 m2 maakt mogelijk
om regenwater op te vangen, dat opgeslagen kan worden in twee ondergrondse watertanks, de ene voor menselijk gebruik, de andere voor de olifanten. De tweede fase wordt gekarakteriseerd door de bouw van faciliteiten rondom een centrale ruimte en door opname van enkele olifanten in het weeshuis. In de laatste fase zullen de gebouwen worden uitgebreid en zal het WEC afgemaakt worden.
Lokaal en globaal
Het gebruik van ‘simpele’ technologie en lokale materialen zijn de constructieprincipes waarop het project is gebaseerd. De keuze van het materiaal laat traditionele technieken samengaan met moderne technologie. De gebouwen zijn gemaakt van gestabiliseerde bakstenen van aarde (zogenoemde ISSB-blokken), terwijl het dak, afgedekt met ijzeren platen, wordt ondersteund door houten palen en lokaal beschikbare stalen onderdelen. De randzone van de locatie wordt gebruikt om de bakstenen te maken met een met de hand aangedreven machine.
Het ontwerp neemt het regionale tropische klimaat en lokale condities als basis. Het dak beschermt tegen de zon, de regen en ongemakkelijke omstandigheden in het algemeen. Omdat de locatie in een aardbevingsgevoelig gebied ligt, beschermt het ontwerp ook tegen trillingen en schade ten gevolge van aardbevingen. Dit verklaart ook de onafhankelijkheid van de dakconstructie ten opzichte van de eronder staande gebouwen. Binnen de structuur van het gebouwcomplex is speciale aandacht besteed aan de configuratie van de gebouwde volumes en de vorm en de openingen van het dak voor natuurlijke ventilatie.
Het WEC pakt twee urgente problemen van onze tijd aan: de bescherming van bedreigde diersoorten, de olifanten, en de
werkgelegenheid in een ontwikkelingsregio van Tanzania. Het project is een reactie op specifieke lokale behoeften hoewel de benadering gezien kan worden als een algemene methode voor globale aanpak van een duurzame ecologische en economische toekomst. Het is bedoeld als een pragmatisch, materieel antwoord maar biedt ook een leeromgeving die de menselijke houding kan veranderen en een nieuwe cultuur kan creëren die zich bewust is van de hedendaagse ecologische en economische crisis.
5. Zicht op World Elephant Centre dat zich voegt in het landschap zonder verstoring van de omgeving. 6. De gebouwen liggen rondom een centrale gemeenschapsruimte en worden beschermd door een overkoepelend dak. 7. Fasering van het bouwproces, de opeenvolgende stappen kunnen als compleet autonome entiteit worden uitgevoerd, afhankelijk van de beschikbaarheid van economische hulpbronnen. De eerste fase betreft herstructurering van het landschap en de bouw van het dak. De tweede fase bevat de eerste elementaire voorzieningen, waarmee het gebouw kan functioneren als World Elephant Centre. In de laatste fase breiden de gebouwen en het gebied verder uit. 8. Plattegrond begane grond en programma. 9. Het pad rond de olifant niche laat bezoekers de dieren op verschillende manieren benaderen, zo dicht mogelijk erbij zonder hun leven te verstoren. 10. Het ontwerp van het overkoepelende dak maakt natuurlijke ventilatie mogelijk en is onderdeel van een regenwateropvangsysteem.
6
5
Slimme toepassing van lokale potenties
In 2012 werd Andy van den Dobbelsteen benaderd door Jasmijn
Bleijerveld, die als architect werkt in Tanzania. Samen met olifantenexpert Alfred Kikoti werkte zij aan de voorbereiding van de bouw van het World Elephant Centre en zij vroeg of Andy studenten kon interesseren om daarbij te helpen. Na een voorstudie- en voorbereidingsperiode ging Bouwkundestudente Marta Rota in het najaar van 2013 naar Tanzania met Sam March en Esteban Bermudez Forn, twee studenten van de interfacultaire master Sustainable Energy Technology. Het drietal kwam in een maand tijd tot een plan voor het WEC, waarin alle kringlopen lokaal gesloten konden worden. Na terugkomst ging Marta in het Explorelab verder met de uitwerking van het plan. Vanuit de ruimtelijke configuratie van het WEC en het olifantenpark in het landschap bij Karatu ontwierp Marta het gebouw volgens lokale uitgangspunten en met lokale technieken. Speciale aandacht kreeg het dak, dat wegens zijn beschermende en waterverzamelende functie technisch en architectonisch het belangrijkste element werd. Marta is erin geslaagd een elegante constructie te ontwerpen – licht en transparant maar sterk en stabiel genoeg voor de ruwe omstandigheden ter plekke – en de bouwvolgorde daarvan tot in detail uit te dokteren. Onder het dak konden de verschillende gebouwblokken beschut in open samenhang ten opzichte van elkaar geplaatst worden. De uitwerking van deze blokken is daarom ook sober, passend bij de lokale bouwcultuur. Wij vinden het een kwaliteit als een architect zich bij een dergelijke opgave kan inhouden en zich, wellicht bescheiden, richt op de slimme toepassing van lokale potenties. Marta is daar zeer goed in geslaagd.
De met veel gevoel voor beleving ontworpen landschappelijke route langs het olifantenpark, het complex van haalbare gebouwen onder een elegante dakconstructie en de technisch goed uitgewerkte wateropvang vormen een fraaie combinatie van ontwerpwerk dat ertoe zal bijdragen dat het WEC ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Het duurzame ontwerp van het centrum en Marta’s render van de positie van het complex in het landschap van Karatu tonen maar eens te meer dat een goede architect een meerwaarde voor de wereld kan betekenen. Oordeel afstudeerbegeleiders Bouwkunde TU Delft: Andy van den Dobbelsteen, Robert Nottrot & Gregory Bracken