TECHNISCHE HOCESCHOOL DELFT Afdeling der Maritieme Techniek
Laboratorium voor Scheepsconstructies Intern rapport nr.
SSL 273
RESU'LTATEN VAN TWEE M1ETIN.C:EN MET
DE "POTENTIAL DROP"-METHODE
door
E. van Rietbergen
A R'CHIEF
Inh o ud Inleiding. Beproevingsopzet. 2.1. Proefstukken en belasting. 2.2. Meting potentialen. 2 Resultaten. 2
3.1.. Samenstelling graf ieken. 2
3.2. Proefstuk VE7. 3 3.3. Proefstuk WF15. 3 3.4. Vergelijking proefstukresultaten. 4 Berekening scheurgrootte. 5 Nevenfactoren. 6 5.1. Stroomsterkte. 6 5.2. Temperatuursinvloeden. 6 1 5.3. Inschakelverschijnselen. 7 5.4. Overige nevenfactoren. 7 Conclusies en aanbevelingen. 8 Resuni. 8 Literatuur. 9 Figuren I t/ni 14.
Appendix I: meetresultaten proefstuk VE7.
Appendix II: meetresultaten proefstuk WFI5.
Synbo1enIijst VP = scheurpotentiaal (mV') 'Tref = reférentiepoten.tiaal (mV) P = belasting (kN) spannirg
(N/2)
f = freq'uentie (Hz) w prôêfstukhoögte (mm)y1 = haive-.eiç.ctro.deàfstand bij scheurpotentiaai (mm).
halvé ei'ectrodeafstand bij referentiepotentiaal (im)
a = gemeten scheurdiepte (mm) = initiatiescheúrdiepte (mm) a' = totale scheurdiepte (mm) K correctie (mm).
0m automatische belastingcondit±es met handhaving van o of 1K te 'kunnen
toepassen zal de scheuriengte voortdurend bekend moeten zum. Een inogelijké manier orn deze scheurlengte doorlopend te bepalen is de "potential drop"-methode. Het principe' van deze meetmethode bestaat daaruit dat als men een
stroomdoor een proefstuk stuurt, de spanningsval over de scheur 'bij een groter wordende scheur zal toenemen.
De scheurgrootte kan uit "potential drop"-metingen bepaald worden als de relatie tussen scheurgroo.tte en spanningsval bekend is. De scheurgrootte wordt meestal uitgezet als functie van het quotínt van de sóheurspanning
en een referentiespanning. Deze referentiespanning wordt gebruikt orn:
eventuele variaties in één proef of tussen verschillende pro.even te verkleinen;
temperatuurvariaties te elimineren (zie verder /1/).
Tijdens een aanvulling op het corrosiev.ermoeiingsonderzoek (Sc 78-03) in he't Laboratorium voor Scheepsconstructies zijn aan twee proefstukken uit
dit onderzoek Tpotential drop"-rnetingen verricht. Allereerst' zal de manier van meten uiteengezet worden, waarna d'e resultaten' van deze twee
proef'stuk-ken besproproef'stuk-ken zullen worden. Ook zullen nog énige fact6ren ter sprake komen die bij toepassing van deze meetmethode van invloed zijn. Tot slot vo'lgen enige conclusies en aanbevelingen.
2. Beproevingsopzet
2. 1. Proefstukken en 'belastin
De proefstukgegevens van de gebruikte staven (genummerd VE7 en WF15) staan afgebeeid in fig. 1. Hierin staan naast de afmetingen ook de plaatsen aan-gegeven waartussen de scheurpotentiaal (V) en d'e referentiepotentiaal (Vr f) gemeten werden. Het materiaal van VE7 was Fe 410 en dat van WFI5 was Fe 510. De wijze van belasten was een vierpüntsbuiging (fig. 2')' wa'arbij tij'dens de metingen de maximum belasting P = 48 kN en de minimum belasting P '. = i kN
max. min
bedroegen. 'Beide proefstukken zijn voorvermoeid op een lagere maximum
belas-ting, nl.
max = 38 kN. Proefstuk VE7, kreeg 22.000 wisselingen op dit lagere
belastingsniveau,, .te.rwijl WFI5 ruirn 34.000 wisselingen had gehad voordat naar
een hogere belasting overgeschakeld werd.
i-ings'frequentie-was-voor-bei-de-proef'stukken-vers'chi±ienth----Proef-s'tuk VE7 had ,gedurende de gehele proef een cons tante frequentie f 0, 1 De frequentie van WF15nam gedurende de proef af van f = 4 Hz bi] het begin tot f = 2Hz en f Ï Hz aan he:t einde van de proef.
De beproeving van beide proefstukken gebeurde in lucht bij een temperatuur
o
van 20 C. .
2. 2. Metin 2otentiaien
De plaatsenwaar de s,cheurpotentiaal (V) en de r,eferentiepotentiaai (Vref)
gemeten zijn, staan aangegeven in fig. . Bi]. deze proef zijn niet alleen de af standen tussen de twee meetpunten voor de V en V verschillend (resp.
p ref
2y1 = 8.,47 mm en =. 49,9 mm), maar wordt Vref ook aan een andere zijde van het proefstuk gemeten dan Ve,. Dit in tegenste.11ing tot /1/ waar de meetpunten
voor VP en Vref iijn liggen. Vrf zou in dit geval op plaats C (fig. 1,) gemeten worden. Men is er zo zeker van dat de scheurgroo.tte geen invioed. op
de referentiepotentiaal zal hebben1 Gezien de wijze van belasten en de moge-li.jkheid tot het plaatsen van koelbakken op de proefstukken brengt een andere plaats.voor Vf praktische problemen.met zich mee,, zod'at
voorV
ook in dé toekomst gebruiktzal worden.ref
De gebruikte apparatuur is aangeslotenvolgens fig. 3. De
tijdens deproef b.edróeg ongeveer 10 A. Beide potentialen (V en Vref)
wer-den na versiterking van de piekdetector,en afgelezen en in tabellen vastgelegd,
vaarbij tevens..het aantai wisselingen en de scheurgrootte op dat moment ver-meld staan (,zie appendixI en II).
Dé metingen werden verricht na steeds een bepaald aantal wisselingen. Dit is bi] WF15 reeimatiger gebeurd dan bij VE7. Dé potentiaa]imetingen vonden plaats. bi] de maximum belasting P = 48 kN:, de minimum belasting P = kN en een
ge-middeIde belasting. dié lag tussen P = .23,4 en 23,6 kN. Dit is dus iets gem
lager dan (P + P . ).
max min
3.. Resultaten
3.1. Samensteliin rafieken
In fig. 6 is de scheurgroe.i als functie van het aantai wisselingen vas tgelegd. Figuur 5 geeft dezelfde informatie alleen op logarithmische schaal. I-let
ver-schil in ligging van de krommen VE7 en WFI5 in fig. 5 kan veroorzaakt worden door een verschillend aantal wisselingen tijders bet voorvermoeie.n danwel door
bet gebruik van een ander inateriaal per proef'staaf. Echter, voor het onderzoek
deze meetplaats
naar de bruikbàarheid van de "potential drop"-methodè is het verschil in
hg-ging uit fig. 5.verder.niet van belang..
In de figuren 7, 8 en 9 zijn de bsoiute. potentialen en de verhouding
scheur-potentiaal - referentiescheur-potentiaal (V/Vrf) uitgezet ais functie van he.t
aan-ta.i wissehingen voor resp.. VE7 en WF15. ..
Met behuip van de gestrookte 1.evensduurkromrnen uit fig. 6 en de gestrookt:e
krommen uit de figuren 7 t/m 9 zijn de potentialen en de V IV ultgezet op
basis van de scheurgrootte (fig. IO tIm 12),. Zo worden onregeithatigheden,
veroorzaakt door het afiezen, geiimineerd.
in fig. 3 is de V/Vfverhouding van beide proefstukken in één figuur
ge-tekend, zodat de resultaten van beide proefstukken verg&teken kunnen worden.
.3.2. Proefstuk VE7
.Proef.stuk VE7 is vermoeid bij een constante frequentie van f = 0,1 Hz. De re-ferentiep.otentiaah bij de drie ve.rschiÏhende belastingen bleef vrijwei con-stant (zie fig. 10).. De referentiepotentíaal b.ij de maximum behasting
(V ) ugt weh hoger dan de referentiepotentiaai bij de minimum en
ref (max)
gemiddelde behasting (resp. V . en V ).. Dit wijst erop dat ref (min) ref (gem)
de behasting het stroomverlo.op door de restdoorsnede benvloed't en dat dit
ondanks de vrij' grote af stand tussen de meetpunten van Vref .merkbaar is in
de referentiepotentiaal. De V ugt ±3 mV onder (V +
ref (gem) ref (max)
+ Vref
(min)
De scheurpotentiaal geeft een regelmatig veriopende kromme te zien waarbij hier de V juist jets boyen (V + V . ) higt.p (gem) p (max) p (mm)
Dit verschil met de re.ferentiepotent.iaal kan. veroorzaak.t worden door het
ef-fect van cheurslu'iting bij lagere belasting, waardoor depotentiaai, bijde minimum belasting hager uitvalt.
De. Vp/Vf_rafiek geef t dan in fig.. 10 drie r.egehmatig stijgende krommen,
waarbij V IV halverwege. de krommen van maximum en minimum belastin
p ref (gem)
Het verschil in scheurgrootte tussen maximum en minimum behasting bij
de-.zehfde V IV -vaarde hoopt van 2,2 mm bij V IV = .0,8 naar 2,0 mm bij
p ref p ref
V /V = 1,45.; een kleine afname dus.
p ref
3.3. Proefstuk WFI,5
Proefstuk WF1.5 is bij drie verschihlende frequenties vermoeid. Dit is in
fig. Il goed te zien door de sprongen die optreden in de V en Vref bij de maximum en minimum behasting,. Wat opvaht is, dat bij het kleiner worden van
de frequentie de krommen dichter bij die van de gemniddelde belasting gaan hopen.. Betrekken we het resultaat van VE7 erbij, dat bij een nog lagere
fre-quentie is gemeten (0,1 Hz), dan lijkt de frefre-quentie-invloed
die optreedt
bij het meten van de output bij maximum en minimum
belasting steeds kleiner
te worden. Dit totdat een verschil ontstaat t.o.v.
de output bij gemiddelde
belasting, die alleen te wijten is aan het verschil in belasten. De
meting
van de gemiddelde output is als semi-statisch te beschouwen en het is
inoge-lijk dat elke meting bij 0,1 Hz ook als zodanig opgevat kan worden (zie blz.
6 en fig. 4 in /1/).
De referentie- en scheurpotentiaal van WFIS vertonen
wel eenzelfde soort
verloop. als bij VE7. De potentialen liggen in de volgorde V
., V
en V
min
gem maxboyen elkaar. De referentiepotentiaal bij gemiddelde
belasting ligt bij 4
en 2Hzwel op
(V+V
.). Bij 1Hz ligtV
hier
ref (max)
ref (nan)
ref (gem)
weer wat boyen, maar de meettijd is te kort om te kunnen zeggen dat dit door
de afriemende frequentie komt. De scheurpotentiaal bij gemiddelde belasting
ugt wel hoger dan
(V + V) voor alle drie de frequenties.
p (max)
p (nan)
De V /Vrefkrofllfllen v3rtonen een heel ander beeld dan
die van VE7 (fig. 12).
Hier ugt de Vp/Vret._krouune bij minimum belasting juist boyen die gemeten bij
gemiddelde en maximum belasting. Ook is het verschil tussen V
/V .en
p
ref (nan)
V IV
bij dezelfde V ¡V
vooral bij de hogere frequenties veel
gro-p
ref (max)
pref
ter.
3.4. VereliÎkin 2roefstukresultaten
De in fig. 13 getekende Vp/Vref_krolnfflen voor beide
proefstukken gayen te zien
dat deze voor VE7 lager uitvallen dan voor WFI5. Omdat de kroimnen gemeten
bij
de maximum en minimum belasting een frequentie-invloed te
zien geven is een
vergelijking tussen de beide proefstukken alleen voor de gemiddelde belasting
goed mogelijk. Het verschil tussen de twee V IV
pref (gem)
-kromrnen bedraagt bij
dezelfde V /V
1,5 111m oplopend tot 2 mm bij grotere waarden voor Vp/Vref
Wordt een proef onder zulke wisselende beproevingscondities
uitgevoerd
(voor-vermoeiingsgeschiedenis, materiaal, frequentie), dan zal met deze grootte van
de spreiding rekening gehouden inoeten worden. Ervaringen van andere
onderzoe-ken geven de indruk dat bij gelijke beproevingscondities een grotere
nauw-keurigheid gehaald kan worden. Waarden van Aa < 0,5 mm zijn dan vrij
algemeen.
Aangezien hier slechts twee proefstukken beschouwd zijn, is niet aan te geven
waaraan de spreiding in de scheurgrootte te
wijten is. De output bij maximum
en minimum belasting geef t een frequentie-invloed te
zien, maar in hoeverre
dit ook geldt voor lagere frequenties is niet te zeggen. Alleen een
systema-tisch opgezette proef met verschillende frequenties en/of belastingscondities
4. Berekening scheurgrootte
Voor een oneindig lange strip (hoògte w) ¡net een
centrale scheurlengte Za'
zijn de potentialen V1 {= V) in het midden van de
strip en V2 (= Vrf
aan de zijkant van de
strip (zie fig. 4a):
V, (a')
V1(a0) =
arc cosh
arc cosh
lry'
cosh -.
wlia'
cos -
wiryl
cosh
-I W I..cos -
w(1)
en
V2(a')
V2(a0)
-afgeleid door Johnson (V1) en Tada (V9). (Zie /2/ en
/3/).
In deze vergeiijkingen is a0 een willekeurig gekozen initiatiescheur.
Beschouwen we de volledig symmetrische strip waar
de formules (1) en (2) voor
afgeleid zijn, dan blilkt voor de bij deze proef
gebruikte proefstukken
slechts
n helft aanwezig te zijn van de strip waarvoor betrekkingen
(1) en
(2) geid'en. Aangezien er alleen geometrische parameters
in de formules (1) en
(2) zitten maakt het voor de spanningen V1 enV2
niet nit of de strip uit
fig. 4a doormidden gesneden wordt. Figuur 4h is dus de helft van 4a maar met
:dezeifde V1 en V2,, en het is gelik aan 'het
proefs'tuk zoals dat in dit
ondër-zoek wordt toegepast. Nu kan met (1). en (2) de verhouding V/V
= V1/V2
-bepaald werden doorw
2 x w:'
(2. X 74,9
149,8
inte nernen.
Voor de scheúrgrootte a' dient men, de totale scheur te nemen, dus de
initia-tiescheur a0 (
10 mm). plus de in dit onderzoek gemet.en scheur a.
Omdat uit de metingen bleek dat V
ref
constant bleef., beschouwen we voor
de
berekening van V
ref
(V ) een scheur a' = O. Dit geef t voor V
2 p/Vref
cosh
Try1,
arc cosh (
lra'
cosh
-y
.
arc cosl
(Vr:f
TrY Wy2cos--w
Dit geef t een VP/Vref_kromme I in fig. 14. Deze kromme loopt dus duidelijk
lager en iets minder steil dan de Vp/Vref_krolflllie gerneten bij de gemiddelde
belasting.. Poor formule (3) te corrigeren kan krornine II uit fig,
14
gecon-strueerd worden, de correctie bedraagt:
Try1
arc sinh
arc sinh
smb
Wlia'
cos -
wsmb -
w iTa0cos -
W(3)
(2)
V -p V ref cosh w . arc cosh ( V + K) met K = 0,2 + 0,0075 a. (4) ira
cos
-wDaar de gemeten Vp/VreíkroInmen bij gemiddelde belasting een spreiding yerto-nen kan de gegeven K niet meer dan een indicatie van de grootte van de
correc-tie zijn. Bij een bekende V /Vrf die gemeten wordt, kan met (4) een scheur-grootte a berekend worden door de computer met:
7ry1 cosh W ( w (5) a = - arc cos ir
-K+cosh.
w V ref 5. Nevenfactoren 5. 1. Stroornsterk.teBij proefstuk VE7 geven de referentiepotentialen absoluut gezien een lagere outputwaarde te zien dan bij proefstuk WFI5. Aangezien de proefstukken
geo-IneLrisch gezien gelijk zijn, moet de stroomsterkte bij proefstuk VE7 lager
zijn geweest dan bij WFI5. Hoewel de frequentie op het verschil in de refe-rentiepotentiaal bij maximum en minimum belasting grote invloed heef t, liggen deze waarden bij VE7 zo dicht bij elkaar dat het mogelijk is dat de stroom-sterkte hierop van invloed is.
Voor iedere proef zal de stroomsterkte echter experimented bepaald moe ten worden totdat deze in een bevredigende output resulteert. Deze zal in de meeste gevallen wel versterkt moeten worden, voordat hij door de computer
verwerkt kan worden. Het is dan ook van belang de overgangsweerstanden bij de electroden za klein mogelijk te maken. Het spanningsverlies en de bein-vloeding door deze overgangsweerstanden is dan minimaal. Een voordeel van staal is wel dat het bij dezelfde stroomsterkte een grotere spanningsval te
zien geef t tussen twee punten dan aluminium. De ervaringswaarde van 0,1 A/mrs2
uit /1/ is hier dan oak niet van betekenis.
5.2. TemeratuursinVlOedefl
Over de invloed van temperatuurverschillen tussen de meetpunten voor de
scheurpotentiaal en de referentiepOtefltiaal is weinig bekend. Cestreefd zal
doorsnede waar gemeten wordt. Afwijkingen door temperatuurverschillen zullen dan minimaal zijn.
Bij zeer lage temperaturen kan zich op he,t scheurviak ijts af gaan zetten, wat
stroom door zou kunnen laten en zo de scheurpotentlaal benvioeden. Men heef t echter ook in corrosief milieu de "potential drop"-methode kunnen toepassen. In de praktijkblijkt de geleidbaarheid van deze niet-metalen zoveel kleiner
te zijn dat een beinvloeding niet verwacht mag worden.
5.3. Irischakeiverschilnselen
Wil men niet doorlopend een stroom door het proefstuk laten lopen maar alleen op die momenten, dat men meet,, dan zouden er tengevolge van het inschakelen van de stroom inschakeJverschijnselen op kunnen treden. Ook over de invloed hiervan is weinig bekend. Ñet behulp van een oscilioscoop zal men vast rnoeten stellen na hoeveel tijd het signaal constant is en er gemeten kan worden. Als de stroom uitgeschakeld is, zal men ook enige metingen moeten doen orn eventuele nul-effecten tengevolge van lekstromen .d. te kunnen elimineren.
5.4. Overige nevenfactoren
-.7-De referentiepotentiaal vertoont in dit onderzoek een constant verloop over de scheurgrootte waaruit blijkt dat déze potentiaal ook inderdaad als ef
e-rentie gebruikt kan worden. Het meten bij verschillende soorten belastingen geef t echter wel een benvloeding van deze potentiaal te zien, al is deze over de scheurgrootte constant. Het is nietbekend in hoeverre de
electrode-afstand hierin een rol speelt. Als de electrode-afstand tussen de twee mèetpunten groter genomen wordt, zal de stroomverdeling over de proefstukhoogte hàmogener zijn, echter de weerstand tussen deze twee punten neemt ook toe. Hierdoor kan de
output van deze twee meetpuntente klein worden. Of er een optimum in deze
eiectrodeafstand bestaat en waar dat ugt, is niet bekend.
Een verschillend aantal wisselingen bij het voorvermoeien geef t vaak
aanlei-ding tot een andre materiaalstructuur over de gekerfde doorsnede. De invloed van het voorvermoeien kon in dit onderzòek niet vastgesteld worden. Aangezien de proefstukken uit een verschillend basismateriaal waren vervaardigd, geef t dit nog een extra onzekerheid over de invloed van de materiaalstructuur. In hoeverre het mogelijk is om de "potential drop"-methode toe te passen op proefstukken met een zeer inhomogene materiaalstructuur (b.v. gelaste staven)
.6. Conciusles en aanbevelingen
op de poténtialen gemeten bij mimum en minimum belasting b1ijkt de f
requen-tie een duide1ïjke ±nvi,oe4 te. hebben., De potentialeri bij gemiddeide belasting ziin ais semi-statisch geineten te beschoúwen. Tot weike frequentie die
be.n-vioeding van de potentiaalmetingen loopt is uit dit onderzoek niet af te
lei-den.
Zowel de referentie- ais cheurpotentiaaI geven een opiopende output bij
toe-nemende heiast.ing te zien. AI.iee. .bij de maximum belas.ting kan men er voor elk pr6efstuk zeker van zijn dat de. scheur geheel open zal staan. Het is.dus
raadzaam de potentialen bij de maximum belasting te meten orn zo een een'duidig meetgegeven te krijgen. Dit dient dan echter wel semi-statisch te gebeuren orn frequentie-invioeden te elimineren.
Het kan zijn dat metingen bij een maximum belasting bezwaren oproepen (b.v. beInvioeding van de verdere scheurgroei) en dat men liever op een lager
be-lastingsniveau meet:. Als men voor alle proefstukken hetzelfde belastings,niVeaU
neemten semi-statis,ch meet, moêt dit in ergelijkbare meetwaarden resuiteen. De sprei.ding. in deze meetwaarden kan dan wel wat .groter .zijn.
Aangezien over de invloedvan versçhillende biastingsconditieS (met name voorvermoeien) op grond van dit onderzoek geen conclusies kunnen worden
ge-trokken, is het raadzaam orn deze voor alle proefs,tukken zoveel mogelijk gelijk te houden: Dit orn de spreiding in de resultaten te minimaliseren.
1-let bii.jkt mogeiijk.de scheur.groôtte vanuit de ve.rhouding van de scheur- en
referentiepotentialen te berekenen. .11ierbij. zal echter proefondervindeliiik een orrectie bepa'ald moeten worden.
Vóo.ri
voor d.e bepaling van deze.correc-tie is eenduidigheid inbeiasteñ en frequencorrec-tie van groot belang zolang de
,invioedén hiervan nog niet vastgesteid zijn.
Res um
Scheùr.potentiaai en/of referentiepotentiaal kunnen bet best bij een maximum belasting gemeten worden orn eenduidige meetresuitaten te krijgen.
Is een meting bij, maximum belasting bezwaarlijk dan is een lager
belas-tingsniveau aanvaardbaar. Et is dan wel kans op een groteré spreiding.
De rnetingenkunnen het best semi-stat.ischgechieden vanwege een
frequentie-invioed. waarvan de r.eikw,ijdte óñbekend is.
De sche.ur,grootte is uit de potentialen te berekenen waarbj een correctie
vastgesteïd moet worden die bij eenduidige beproevingsconditie het meest nauwkeurig zal zin.
Verder onderzoek naar de invloed van:
f requentie;
belastingscondities (met name voorvermoeien);
3.. stroomsterkte;
temperatuurversciilien tussen meetpunten; overgangsweerstand electroden;
electrodeafstand; materiaalstructuur.
Litera tuur
/1/ Burgers, A., Kempen, P.D.: Automatic crack length measurements by the
electrical potential drop method with computer control. Report LR 309, DELFT, September F980.
/2/ Johnson, 11.11.: Calibrating the Electric Potential Method for studying
slow crack growth. Mat. Res, and Standards 5 (1965), 422.
/3/ Tada, H., Paris, P.C., Irwin, G.R.: The stress analysis of cracks
-lo-Legenda bij figuren
V scheurpotentiaai p V ref:erentiepotentiaal ref.
V IV
= verhoudingscheur en referentiepotentiaal p. ref a = scheurgrootte vanaf a0 = aantal wisselingen potentlaal output maximum belasting gemiddeide belasting minimum be lasting.fig 2 Belnsting
S TR OOMBR ON
-0- 30 A OE- S V
fig 1 Proefstukgegevns
fig 3 Schema schaJLing upparahiur
2-KANAALS SI 3 N AAL
VER S TER KER
VP PIEKO ElECTOR (HANOAFLEZING) ±600.
Vref
r
i
2y14.9.9al J
o0t h2
-2y.84l
A-AVref
2y1
2,
3 aantQt iisseLingen nxlQ4fig 5 W.isst:ingn, og - scheuryrootte grcifiek
a b
fig 4 Mod( voor sch2urgroeiberehening
Vrei
20-36 46 52
n (1O)
n (x10)
Fig. 6. Aanta1 wisselingen - scheurgrootte grafieken voor WFI5 en VE7.
60 1 6
16-i
12
a tm mJ8-
4-26 34. 42 50 58-j
-1,21,0
08
6501
- 0,6
¡ 550-V trnV]-450-
350-
25028
/
f
,,
max. btusting/
/
/
belasting gem. mn. b2lasting/
/ /
1
1100
r
rft
.-- max. beusting
-gem.-. - min
L.
/
1n (x10)
62...--..-i
p-. Cn (D p-. (D o rP CD p-. (D o o '1 ç), V (mVi1000-
900-
800
700-
600
s00.-
00 -
300i
/
/
-.
/
/
I
-250 I 34 -i-.1 38 46 5:42,0 -
1,81,4-Vp/Vr
ef
I.2 -
1,0-
0,8 0,634
38
max. beIastiig gem. min
46
54.
62
/
1,6
1,4
-Vp/Vre f1.0-
0,8-0,6650
-250 o 0 6 mcix. betcisting gem. min./
/
/
/
/
/
/
/
,
/
/
I I 4 8 12 16 20 nimm) 8 12 16 20 a Lmm]Fig. IO. Scheurgrootte - potentiaal grafiek en scheurgrootte - V grafiek voor VE7. Frequentie is 0,1 Hz. p
/
/
550
-V LmV)650-
350-f 700 V t mV) 600 500
400
/
/
/
/
J/
I/
I/
I_____.
-/
r
..-.
/
L...
i'
/
I
I
,
/
Fig. II. Scheurgrootte - potentiaal grafiek voor WFI5.
21Hz]
1iIHzI
\
/
-J
Vrf
4[Hz] I.-1100- - max. beiusting
gem.-. - min.
1000 900 800/
VP 16 20 24 8 12 a 1mm] o 4 300 2502,0
1,8
1,6-1,
- - mcix. betcis fing gem. - - - min , J,
r
/
r
/
/
,r
r
Fig,. 12. Scheurgrootte - V/V grafiek voor WFI5.
J-.
r
/ FVpA'ref
1,2-1,0 0,8 0,6 -/ /r
/
/
/
/
/
/
/
I O 4 I 8 ci. (mml I 12 I 16 I 20 I 24-- max.
betasting- gem.
min.
/
,
,
/
,
,/ .,
/
/
/
/
/
,
/
/
/
4. I/
10 12 14 16 18 20 22 24 amm]f i9 13 Vp/Vret_a grrifieken uit meet re suttaf en
WF 15
/
,
,
/
6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
o"
ci
APPENDIX I
Meetresultaten proefstuk VE7.
Voorbehandeling: belasting 1/38 kN 10/380 mV.
Milieu: lucht, +20°C.
n = aantal wisselingen
P /P . = maximum en mínimum belasting, output in mV
max min L = scheurlengte voor V L = scheurlengte achter a L = gemiddelde scheurlengte gem
datum = datum meting
h = tijdstip meting freq. = vermoeiingsfrequentie V = referentiepotentiaal re f V = scheurpotentiaal. p
n P
IP
.max min
L . V nnnL
a nun L gem nim datum h freq. V ref . V p o +380/+iOmV 0.0 :: _o,. i 2/3-82 9.05 . . . 35F0 +380j+1OmV0.0
0.0
"
9. 15 8770 +38O/+JØmV0.2
O. 150.2
"10.00
I I 700 +3801+ FOmV O . 30. 35
0 . 35"
1.0 .30 . 144QO +380/+I'OmV 0.45 0.55 0.5 "10.50
. . 16210 +380/+IrOmV 0.55 .0.7 0.65 " 11.05 19420 +380/'+FOmV 0.75. 0.9 0.8 " 11.30 . 2200 +380j+1OmV 0.9 .1 .0 1 .0 " 11.5 5.Duostaaf VE8 vervangen door staaf WFI6 Po.,tentiaalmetïng
teller op nul., belasting naar 48 kN/lkN f req.
Vrf
VO ; 2/3-82 '12..2O 0,1 Hz 10 +235/+235 . " i225' ' +3771+368 +263/+255 20
+480110
" 12.30 3811+366 +2.771264 1410 +480110. 1.25 1.3 1.25 'I 16.30 !' +3801+36.5 +2821271 7370 +480./+10 2.5 2..5 2.5 3/3-82 8.30 « +3791+366 +3011+268 7400 +2351+235 !' 8.35 " +3751+368 +282/+274 8570 +480/+10 2.8 2.7 2.75 12.00 " +3791364 +3071+255 860.0 9550 +235.1+235 +4801+11 3.2 3.2 3.2 t, 14.30 I!"
+3751+366 +3811+368 +2891+281 +3121+260 9560 +235./+235 . .. " 1.4.30 '! i-3771+370 +2951+285 F0400 +4801+1136
3.6 3.6 ' 1 7, 00H +3801+364 +316/+266 1(0450 +2361+236 . . 17.00. t! i-3751+366 +297/+289 11:650 +480/i-]...4;O 4 '4.'0 ' - --:o'-]'5t' " 375fr359T+320j+268H 11680 +235/+235 4.0 4.0 4.0 " 20.30 "3711359
+3011+294 12600 +4801+11 4.3' 4.2 4.25 " 23.00 " +375/+361 +3241+296 12600 +235.1+235 " " 3721+363 +3051+296 14100 i-2351+235 4.7 4.6 4.65 4,/3-82 ±3.30 " +3771+368 i-3151+307 1:4110 +4801+11 . " 9.10 . " +3771+366 ,i-33,2/+283 14110 +235/+235 Staaf WFJ6 eruit en , " . ' 9.15. 9.15 " +3771+368 3161+306vervangen door dummy, teller op nuistand .
O i-2351+235 4.7 4.6 4.65 4/3-82 11.30 0,1 Hz .20 30 930 +480/i-lI +2351+235 +4801+11 5.1 , 4.9 . 5.0' " ' ." " 1.1.32 11.34, 14.00 . " " +3751+368 +379.1+366' +379/+366 '3351+283 +3161+309
3391313
940--+2-35/-i-2-35--480/i-lO
. , " 1-4-C-3-16.15 " "-+-37-7-/i--36'8-379/+366
-+3-2O-[+-3+3-+3461+299 17405.3
5.1
5.2
"Vervoig.
n
P¡P
. maxmin
Ly
nun L a mm L gem nundatum
hf req.
Vref
V p 1750+235/+235
413-82
16.20
0,1 Hz
+376/+368
+327/+319
7700+480/+1l
8.0
7.8
7.9
5/3-82
8.30
"+3771+364
+387/+332
7710
+235/+235
8.32
"+379/+369
+368/+360
10260+480/+10
9.0
8.8
8.9
"15.30
"+379/+366
+413/+381
10270+235/+235
"15.32
"+377/+366
+392/+385
12490+480/+10
10.110.0
10.05
"21.50
"+379/+364
+434/4-374
12500+235/+235
"21.55
"+377/+366
+4131+401
20270
+481/+11
17.5
17.0
17.25
6/3-82
19.00
"+3791+361
+564/+502
20290
+235/+235
"19.05
+375/+366
+542/+530
21290
+4/+0
19.2
19.0
19.1
7/3-82
11.45
21300 +236/-i-2368/3-82
9.00
+379/+366
+576/+565
21300
+481/+11
19.2
19.0
19.1
'9.05
"+383/+364
+6041+585
21310
+236/+236
'
9.10.
"+382/+366
+576/+564
21310
Einde proef
APPENDIX II
Meetresuitaten proefstuk WFL5.
Voorbehandeiing: belasting 1/38 kN 10/380.mV.
Milieu: lucht, +20°C..
n P
IP
.max min
y
mm a mm gem nun datum h f req. V ref Vp 0 16/2-82 4 Hz 34340 +380/+10 1.4 2.1 1.75 18/2-82Naar hogere belasting
34680 +236 1.6 2.2 1.9 1812-82 9.15 4 Hz +4961+489 +392/+385 34880 +479/+1O
+703/+287
+4131+351 37500 +236 2.3 2.7 2.5 " " +500/+493 +405/40037780
+480/+10 "+703/+290
+4351+360 39500 +236 3.23.5
3.45
"9.30
" +500/+492+417/+411
39500 +236 "10.25
+500/+490 +4151+410 40000 +236 3.3 3.83.55
""
+500/+491 +420/+415 40200 +481/+10 " +7041+292 +457/+370 42000236
3.9
4.25 4.15 " " +500/+498 +433/+428 42190 +481/+10 n"
+7021+296 +475/+380 44000 +236 4.7 5.0 4.85 " "+500/+494
+452/+445
44200 46000 +481/10 +2375.5
5.7
5.6 i,"
+704/+293
+499/+491
+498/+372
+467/+461
46200 +481/+11 " " +702/+293 +526/+402 48000 +236 6.3 6.6 6.4511.10
" +499/+491 +4871+481 48200 +481/+10 " 11.35 " +702/+291 +5541+411 50000 +2367.3
7.4
7.35
" " +496/+489 +5111+502 50200 +480/+11 " 11.50 " +703/+293 +588/+424 52000 +237 8.5 8.6 8.55 " " +499/+492 +539/+530 52200 +4811+10 " " +704/+293 +6261+436 53500 +2369.3
9.4
9.35
" " +499/+492 +5581+552 53700 +481/+11 U tt +702/+293 +6551+447 55000 +236 10.1 10.2 10.15 " " +499/+491 +5801+573 55200 +481/+11 U"
+702/+293 +691/+459 56500 +235 11.2 11.2 11.2 " "i-499/4-493
+607/+600 56690 +4811+10 " " +703/+293 +730/+470 57500 +234 12.0 12.0 12.0 " " +499/+492 +624/+61657700
+4811+10
" I'+703/+293
+7591+476
58500
+23412.8
12.8
12.8
" "+499/+492
+6451+636
58700 +480/i-IO " I702/+293
+793/+483
59500 +234 13.6 13.6 13.6 "12.45
" +498/+492 +6681+660 59500 +234 13.6 13.6 13.6 "13.30
"+498/+492
+667/+660
59700 +480/+10 "13.35
" +700/+292 +8301+490 60500 +234 14.6 14.6 14.6 " " +498/+491 i-690/+689Vervoig. n y mm a mm L gem mm
datum h f req. Vref VP
60700 +481/+11 18/2-82 4 Hz +700/+291 +868/+492 61000 +234 15.0 15.0 15.0 " " +499/+491 +702/+697 61200 +481/+10 " " +703/+294 +8891+502 61500 +234 15.6 15.5 15.55 " " +499/+492 +7171+710 61700 +480/+11 " " +700/+295