Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
O.E. Klamer
K.A.
Wa~~ènhQven• ~ ... _ ... ••••• ~~J •••• __ ._. _____ ._._._ ••• ••• .o . . . ~• •' • ~ • • • __ . _ • ., __ .~ __ . . . ,
onderwerp:
bereidip ~gvan
s t y r e e n
u
i
. . . - • • • • • • - . . . " • • • -, . . . .o . . . _ .Y'
l b
e n
·Z.èè
,n
'
d
Q 0r
o x
7( d
..<
a
t
i
~' ~.
"'"
...
~...
.
...
.
....
,...
"...
.
...
.
, '" , 1r o.g e
n' ~adres:
Delft,
Roland Holstlaan
44S
Voorschoten,
Puccinidreef 10
opdrachtdatum:
november
1972
-
-u
.
, II
l .r '
l.
f'
l
.
r . c ' l .n
l~
~l
1
l.
'1I
I \ ,F
A B R lEK S VOO RON T
W
E R P
v a n
e e n
S T Y REE N -
F
A
B
R lEK
door
C.E.Klamer
en
K.A.\
\
larmenhoven
Technische Hogeschool Delft
afdeling
Chemische
Technologie
opdracht ontvangen
opdracht voltooid
nov.
1972
mrt
1973
-
2
-f'
I
NH
OUD
I L _Inleiding
Opdr
a
cht
Literatuur
Het
patent
U.S.
3.299.155
Reactorber
ek
ening
Scheiding
gas-vloeistof
Warmtehuishouding
reactie-sectie
l .
r .
l .
Methode
van berekening van de destillatie-secti
e
De eerste scheidingstoren
De tweede scheidingstoren
De derde scheidingstoren
Slotbeschouwing
,
.
Conclusie
Bijlagen.
~
1
-
overdruk van het U.S. patent
3.299.155
II
-
stabiliteitsdiagram
~
n
11
"
l
!
fl
l .-[
:
r
:
!J
i
I .r
1
,
1 _( 1
Ij
lJ
n
i'
, I-
3
-INLEIDDTG
Styreen en styreenproduktie
styreen-monomeer wordt grotendeels gebruikt
voor de
fabrikage
van
polymeren. De
vraag hiernaar
is nog steeds stijg
e
nd.
In Chern.Eng.Nel-l York
5-4-1971,
p.
56D
wordt ge
s
chat
dat de
vraag
na~rstyreen-polymeren
de
komende jaren nog
met
10
-
12
%
per jae
,
r zal
groeien. Dit
blijft·" dan
niet
eens
zo
ver
achter
bij de
groei
in de jaren 60
16
%
per jaar.
Twee-derde van
de styreen-monomeerproduktie
wordt gebruikt voor
poly-merisatie. Ook dit aandeel stijgt. De rest
wordt
ver't-Terkt in
.polye
s
ters
trubbers etc.
Veertig procent
van
het geproduceerde st
.
yreen-polymeer zal in de naaste
toekomst gebruikt
worden
in de verpakkingsindustrie. Op dit
g
ebied
is
een enorme
groei
door het afschaffen van karton, papier etc. voor
verpakkingsdoeleinden. Ook
gebruik
in
meubels
kan een toekomst hebben
\olegens
de
grotere
scha8
.
rste aan hout.
Er zijn verschillende technologieën voor de fabrikage
van
styreen
onder-zocht.
De
volgende hierva.n zijn de belangrijkste.
(1)
Dehydrogenatie van ethylbenzeen (EB)
(2)
O~ydatieve
omzetting van
EB
naar
~
-fe~ylethanol
via
acetofenon;
daarna dehydratatie
.
(5)
(6)
Chlorering van
EB gevolgd
door dehydrochloratie.
Chlorering van EB. hydrol.yse naar het
alcohol
tgevolgd
door dehydratatie.
Winning
als bijprodukt
van
de pyrolyse van olie
O~ydatie
van
:SB
nae
.
r het peroxide; dit reageert met
propeen tot
0<-fenylethanol en propeenoxide. Het alcohol
wordt gedehydrateerd.
Tegenwoordig wordt styreen vrijwel uitsluitend
gema~ktdoor direkte
dehydrogenatie van ethylbenzeen. Op het ogenblik echter krijgt het laatste
proces (6) veel aandacht. De technologie is in handen van Oxirane. Een
aantrekkelijk punt van dit procédé is de gecombineerde produktie van
styreen en propeenoxide.
Voor de direkte dehydrogenatie bestaan twee processen
(1)
(2)
een adiabatisch proces van Dow Chemical
een isotherm proces van BASF
Beide processen hebben het volgende gemmen
:
endotherme reaktie
(±
136 kJ/mol
EB)
1
I I LJ r-r
~,
.
r',
I
,
,
~l
n
n
! ,
- - - -
-~- - -
...•4
-.:
-
de conversie is
.:!::
40",z
er wordt
s
toom gebruikt als verwarmingsmedium
Het isotherme proces heeft een selektiviteit van
92-94
ia
.
Dat is
onge-veer
3
5b
hoger da.n het adiabatische proces bereikt. Bovendien
gebruikt
het
isother
me
proces de helft van de hoeveelheid
stoom
die het
adiabatische
proces consumeert. Daar tegenover
staat
een
grotere
kapitaal-investering
~~bij
het isotherme proces.
nd
Volgens de Encyclopedia of Chemical Technologie van Kirk-Othmer
2
ed,
1969,
Vol
19
is de fabrica
ge
van
styreen
al zo efficiënt dat
e
de kostprijs
van benzeen
(de
grondstof
van EB) de
grootste
kostenfactor i
s
.
De technologie van de styreenfabricage heeft het
punt
bereikt,
wa~rverdere
verbeteringen zullen resulteren in heel
geringe
voordelen.
De concurrentie in
,
de industrie is daa
,
rom gericht op het
ontw
erpen
van
kostenbesparende
kleine
verb
e
teringen.
Deze
hebben geleid tot
het
ontsta.
a
n.
v
an grote gestroomlijnde
fabrieken.
u
L
r:
r
l
r • I I .r'
l
'! I l .rl
, I
l ' I~j
r~
I : I I.
,5
-OPDRACHT
Al enige jaren \-lordt in de literatuur melding
gemaakt
van een oxidatief
proces voor de bereiding van styreen. Het ga
a
t hier om een oxidatieve
de-hydrogenatie van ethylbenzeen met behulp van S02
Een voordeel van dit proces zou de hogere conversie per pass zijn (in
vergelijking met de directe dehydrogenatie)
Onze opdracht was te trachten een inzicht te krijgen in de opzet en
de uitvoering van een fabriek gebaseerd op dit proces.
u
r'r '
l , , -, II
~ ~[1
n 1 I I I l .'6
-LITERATUUR
Om
meer
informatie over het hiervoor vermelde proces te verkrijgen, werd
enige
weken
een intensieve literatuur
s
tudie gema
a
kt. Hierbij
bleek dat
over dit
proces
nog
weinig
bekend is van de uitvoering op technologische
scha.al.
In
Kirk-Othmer wordt het
proce
s
genoemd als
een
mogelijkheid die
in
studi
e
is,
met
e
e
n verwijzing naar een patent van
S
hell-Oil. Via
de bibliotheek
en de indices van
de
octrooira
é1
d kregen
l'le
toegan
g
tot
meer
ge
g
evens. Deze
bleken in
hoofdza
a
k te
bestaan uit patenten die de eer
s
te stap
vormden
in
de ontwikkeling van een proces op deze basis.
Een
van de patentgeschriften was het meest uitgebreid,nr.3.299.155. De
hierin venlelde
geg
e
vens
betreffende
temperatuur,druk.conversie,kataly-sator,selectiviteit en
space
velocity hebben we voor onze berekeningen
overgenomen. Daarna
a
st
konden
we
ihzage
krijgen
in een kopie van
een artikol
-
ui t The Oil
and
Ga
s
J.ournal,
1912. Dit is
een
Amerikaans ti jdschrift
dat
in Europ
a
niet
verschijn~.Wel wordt
een
E
uropese editie, Petroleum
and
Petrochemical International uitgegeven.
Hierin
is dit artikel niet
ver-schenen. Ret
betreffende artikel was afkomntig van
S
cientific De
s
ign,
een
Amerikaans
ingenieursbureau.
Het
beschreef zeer
summier
een ontwerp
waarin gesteld werd dat de fabricage van
~tyreenvolgens deze methode
enkele
p /
lb
goedkop
e
r was. Het onthield on
s
echter de essentiële
gege-vens om dit te controleren.
Omdat verdere informatie in de belangrijkste "engine
e
ring" tijdschriften
ontbrak hebben we on
s
moeten beperken tot
gegevens
in bovengenoemd patent
(
.
( l .f
I-I
r
.
I
(.
( , I , ,.
l .~
1
, Jn
n
fj
n
( .'7
-H
ET
PNPENT
US 3!.g99.155
Fen
kopie
van dit patent
vindt
men achterin dit
rapport.
De reaktieve
rge
l
i
jking
van
het proce
s
is
&
(
-
5-
l
SO
~
+
j
2.
Kort
samengevat
be
s
chrij
ft
dit
pat
e
nt h
e
t proce
s
als
volgt.
De
De
D
e
reaktorvoedin
g
bestaat uit SO?
en
EB.
_
____ __
partiaa
ls
pannin
g
en zijn
r
es
pekti
e
v
e
lijk 0.9
e
i
reaktortemp
e
r
a
t
u
ur is on
r;e
veer 550
o
C.
---=---1
De kat
aly
sator i
s
bismuthfo
s
faat.
De conver
s
ie i
s
on
g
. 90
%
De
:
k~tá-l~r8a
'
tov
is on
g
. 9
0
%
De
Gas Hourly Space
Ve
lo
city
is 1700.
0.45 atm.
(Deze GHSV is
gedefinieerd
a
l
s
Nm
3
gas
per m
3
katalysator.)
Het r
eak
t
a
nt
e
nm
engse
l w
e
rd in de b
es
chr
e
v
e
n labor
a
toriumopstelling verdund
met
helium.
HoevleI dit niet
exp
lmciet v
erme
ld
wordt.
is dit ,
..
aarschijnlijk
om polymerisatie
van gevormd
styr
e
en
zove
e
l
m
o
ge
lijk te voorkomen.
In de
direkte
dehyd
ro
gcnat
i
e
proce
ssen 1'
1Ordt voor dit
doel stoom
p,'e
brui
kt
. Ook
het ontv
l
crp van SCI
EH
TI
F
IC
DE
S
IG
N
dat in het vori
e
e hoofd
s
tuk
g
enoemd wordt ,
werkt met
stoom
al
s
verdunni
ngs
medium.
Wij zijn bij het
g
ebruik van
s
toom op moeilijkheden gestuit. Na de reaktor
moet een eer
s
te sch
e
idin
g
plaatsvinden,
fiamelij
k
de
koolwater
s
toffen van de
andere effluent-componenten.
_
Dit k
a
n alleen door konden
s
atie v?n de
kool-.l"' ... . .
water
s
toffen en nood
z
ak
e
l i jker"l1jzè ook water.
,
Ons inziens zullen
grote
ho
e
veelheden SO? en H?S
opgelost blijven in het water
en wellicht
ook
in de koolwaterstoffen.
Bovendien verliest men bij de kondensatie van de
enorme
hoeveelheden stoom
(volgen
s
SCIENTIFIC DE
S
IG
N
2 : 1 met
EB)
de kondensatiew
a
rmte.
C~~,··- »
Het water, uiteraard
sterk
verontreiniP,(i met koolwaterstoffen, moet dan
gereinigd worden en opnieuw verdampt ..
lorden
in h
et
ketelhuis.
Daarom hebben we in ons
ont
werp gekozen
voor stikstof, als analogon
op
de
helium van het p
a
tentge
s
chrift.
De gevormde H2S kan
verbrand- .~de_nmet
.
.l.Ucht tot SO?
Ook!
zwavel
kan met
lucht v
e
rbrand
wo!~enom de hoeveelheid S02 op peil te hou
d
en. Hierdoor
ontstaat dan een
stikstofniveau
in het
G
as.
u
I
.
I l .r
r
r
.
1 r 'r
)
r ' I I I I 1 )n
n
r~ I l ,de H2S en S te verbranden met lucht/02 mengsels , waarvan de samenstelling
gevarieerd
ka.n worden
op
grond
van het
stikstofgehalte
van het
gas.
De recyclin
g
en omzettin
g
van H2S is een van de grootste problemen bij
een fabriek
als
deze.
De scheidin
g
na
de
rea~toris echter vereenvoudigd. Na kondensatie van de
koolwaterstoff
e
n
kan men de
gassen
afvoeren en verwerken.
11
LJ I ' I ( ,- r
.
[
.
r 'r
.
I l .r
1 \.
11
U
. ' /I.
' 9 '
-REAC TORBImEK
E
lJI
NG
De r
ea
etorsectie.
Zoals
e0rder gezegd zijn de
gegevens
uit het
patent U.S. 3.299.155
gebruikt
als b
asis
voor onz
e
berekenin~en.Uitge
gaa
n wordt
v
an
een
jaar
pr
oduktie
van
220.000 metrische ton styreen
per ja
ar
(r
r.
T/yr).
Dit wordt in
Chem.
Eng.
New
York
8-2-1971.
p. 23
aange~even
als
een minimum.
220.000
l
lj
T/yr
=
667
MT/sd
(gerekend met 340
produktie-dagen per jaar)
Op volla
st
zal er dan
28
Wr/hr styreen geproduceerd worden.
De
netto-voeding van
de unit bij
een selektiviteit
van 90
%
is da.n 31.8
MT/hr
ethylb
e
nzeen.
Bij e
e
n conver
s
ie van
90
%
wordt
10
%
van de
ethylbenzeen als
recycle
n~ar
de
reaktor
teru
ggevoerd
.
De reaktor vlordt
dus gevoed met 35.3 r.IT/hr dhylbenzeen
(332
kmol!hr) .
Er
wordt een
SO
'
~/EB
mol ratio
a
an
'
3'
enomen
van
i
:
?v
.
'
Dus de voe
d
ing bes
taa
t
voor
166
krool/hr
o
f
1006
r.1'r
/hr ui t
SO~.
....~--'--Tevens wordt een
H?/EB
mol ratio gekozen
van 9 : 1. De voedin
,
,;"
wordt
dus
v
el'dund
met 82 HT/hr
N'2
(2940
kIn
0I/hl') •
Voor
de
reaktor
geldt
dan
de
volgende
massabalans.
ethylb
e
nzeen
styreen
S02
H
H
28
2°
benzeen
tolueen
benzothiofeen
overig
N
2
I N:
-
-
..
~----
-
-35.3 I
'
lT/hr
332 kmo I/hl' 0.9 atm
10.6
I,~T/hr
166 kmol/hr 0.45atm
82
NT/hl'
2940 kmol/hr 8.05atm
1~7.9
NT/hl'
3438 krool/hr 9.4 atm
U I T
3.5
ûT7hr
33.2
28.0
J.1T/hr
269
4.0 lolT/hl'
63.3
3.0 HT/hr
89.7
3.2 J.IT/hr
119.4
0.6
MT/hr
6.7
\1
0.6
NT/hl'
6.1
1.1 lvlT/hr
13.0
1.3
r.IT/hr
3.4
\82
NT/hl' 2940
127.9
MT/hr
3604
k~oi/h
kmol/h
r
kmol/hIl
kmol/hr
kmol/h
~
kmol/h
1
kmol/h
~
kmol/
h1
1
kmol/hl
i
kmol/h~
kmol/h
Het gasvolume dat
door
de reaktor stroomt is ongeveer 18.400 Nm
3
/hr. Onder
de actuele kondities is dit 25.200 m3/hr.
In het
desbetreffende
patentgeschrift wordt een GHSV gegeven met
een
waarde
1700
(Nm
3
/m
3
kat.).
I
LJ
I 1L
\
1
.
,
.
f
'
(r '
Ir .
f ' l .' rI
( )n
f1
-
- î U
-
-
- - -
-"
--.,
-'
I
Di t
volume
wordt verdeeld ov
e
r tw
ee
re
akt
or
e
n.
\'ie
kiezen een
'
diam
e
ter van
2.3
meter
en
een hoogte
van
5.5
meter.
Per
reaktor wordt
12.600
m
3
/hr toegevoerd.-De
lineaire gassnelheid. b
e
trokken
op
de
le
ge
reaktor is dan 0.84 mis
'
.
De
drukval
over
Fair
en
H
a.
tch
Dp'
=
de reaktor
en
wordt
b
e
r
eke
nd met behulp van de
formule
van
(zie
koll
ege-d
iktaa~
Eeertjes)
:
K
'
f
(1?)2.
~-
-
n ("Cl
W.y\ (
\:
S
0l1-
~
)
î
3
-\1'i..-" ")
6p'
K'
(?
'(
Wt.
S
o
n
=
=
=
: :=
drukval per meter
Ko zen,y-Karmann-konstant e
dichth
e
id
viscositeit
lineaire gassnelheid betrokken
op de le
ge
reaktor
porositeit
specifi
e
k oppervlak van de
kata.-lysator
experimentele f
a
ctor
afha~(elijkvan de
stromin~skonditiesHeertjes vermeld hier een meest \>laar
s
chijnlijke waarde van n :: 1.8.
De Kozeny-Karmann-kon
s
tante
wordt gelijk
a
a
n
5
gekozen.
overeenkomstig
Heertj
es
.
So wordt bepaa.ld alsof de k
at
alysator zuivere bollen war
e
n m
e
t een
di~mctervan 10 mmo
De drukval. zo uitgerekend, is dan
=
2.1
atm.
Evenwichtslig~in~
Daar
styreen
en ethylbenz
e
en beide de benzeen-kern gemeen hebben. hebben
we alleen de
.6G~
-incrementen van -CH=CH2
en -CIf2-CH3 met elkaar
verge-lek
e
n.
De re
s
ultaten zijn uitgezet in figuur
1.
Men ziet dan beneden 1050
0C styreen stabieler is dan ethylbenzeen.
o
VoL~ens
Kirk-Othmer moet de reaktortemperatuur beneden 610
C.
blijven
omdat boven die temperatuur ethylbenzeen en styreen ontleden. Hier wordt
als
'
gunsti
'
~st
'
e
t
e
mperatuur
550
0C. aanbevolen.
t
r
I
u
I ' l . (.
r '
r
'
I r l,
,I'
( , - - --Berekening
van de
reaktiewarmte
De re
akt
i
ewarmte
o
nder
standa
a
rdomstandigheden
kan
heek eenvoudig
b
epaa
l
d
worden met
behulp
van de vormingsenthalpiëënvan alle
co
mp
onenten
in
de
reaktievergelijking
ethylbenz
e
en
29.80
styreen
147.75
802
- 333.0
H28
20.80
H,O
- 242.0
,
-Vormin
gsent
hal
p
ie bij 25
0C.
in
kJ/mol
/
'
Gezien de
reaktievergelijking
gel
dt
LH
o
r,s
=
141.15
+
](-20.8)
+
~(-242)
(29.8) -
*
(-333)
=
+
48.6
kJ
jmol
_
Deze
standaard-reaktiewarmte moet
no
g
een druk-
en temp
e
ratuurkorrekti
e
on
dergaan
. De
drukkorrektie
is verw
a
arloo
sd
, omdat de r
eak
tie zich
bij
b
et
rek
ke
li
jk
la
ge
druk
afspeelt.
De tempera
tu
urskorrektie
wordt
b
e
r
eke
nd uit de
Is
c
=
f(T) -funkties.
p
b.Hr
=6H~,s
+
j2cPreaktanten·dT
+
Tr
hl
'"
J
~cPprodukten·dT
T",Uit Landolt-Bornstein
11
4 worden de soortelijke warmtes
afgelezen.
298.15
400
500
600
700
800
900
oK
ethylbenzeen 128.4
170.5 206.5
236.1
260.6
281.0 298.2
styreen
122.1
160.3 192.2 218.2 239.4
256.9 271.7
80 2
39.87
43.47 46.53 48.99 50.92 52.43 53.64
H28
34.22
35.60 37.21
38.96 40.78 42.48 44.30
Soortelijke warmte
in
J/mol K
'0--Deze Cp-funkties zijn numeriek
g
eïntegreerd
me
t behulp van de methodes
van
Simpson en Euler.
ethylbenzèen
- 114.8 kJ/mol
styreen
+
106.3
kJ/mol
S02
24.9
kJ/mol
H2S
20.1 kJ/mol
H20
19
.
0 kJ/mol
6 H - k o r r e k t i e
L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _[
r '
r
'
L )\ l
, I( 1
De
enthalpiekorrektie
voor
stoom
is berekend uit een tabel in het bo
e
k
van
R. H.
Gall
ani
.
De
reaktiewa.rmte
is zo b
e
rek
e
nd op
6.
Hl'
=
14.2
kJ/mol omgezet ethylbenzeen.
De reaktie is
dUG
endotherm.
Bij de berek
en
ing
van de r
eak
tiewarmte is alleen d.e selektieve reaktie in
besehou,,"ring
genomen. Nocht de
r
ea
ktie''larmte bij de niet-selektieve omzetting
van
ethylbenzeen meer
of
minder
zijn
.
d.an is dit ver
s
chil verwaarloosd.
,
De
gemiddelde soorteli
jke
w2.rmte
van het produktga.s bij
550
°C. is
55
.r/mol oK.
ongev
ee
r
He·t
produktgas kan
dus,
gezien
d.e mol
e
nstroom van
3637
kmol/hr,
per uur aan
warmte
afstaan
198.000
kJ;oC.
Er
is
een
ho
eveelhe
id warmte nodig van
300
kmol/hr
-Y.
14.2
kJ/mol ""
4.260.000
kJ
H t
e
pro
d ' t
UKgaH
h
ee
ft
d
a<:'!
,
rom een
t
empera
t
uur 1e
d"
+
22
°C. lager 1" s dan d1"
e
van het
reaktantenmen~sel.Deze "larmieb
a1.ans
over de r
eak
tor ziE:t
er
in formule-vorm ah
.
volgt uit
Refer
e
nties
u.s.
3.299.155
kollegediktaat Heertjes
kollegedikta
él
t Chemische Reaktorkunde TH Delft
1970
door
·prof.drs.P.J.van
den Berg en prof.ir.W.A.de Jong
Landolt-Bo:cnstein, Za.hlenwerte undF
.
unktionen
6.
aufl.,
Il.
Band
4.
Tèil
1961,
Springer Verlag, Berlin
R.H.Gallant, Physical Properties of Hydrocarbons.
1970 ,
J
L
r •
[
:
r '
! ' ;r '
,
;r
1i
,
I
r
1I
I Ir<
I ( ) ( ~l
,
-- 13
-SCIr
1:IDIlJG
G
AS
'7.VLOEISTOF
Om
de
S02
,
H2S
en N2
te
s
c
he
iden van het
koolwaterstoffenmengsel
en
o
het wat
e
r wordt het re
ak
torprodukt
gekoeld
tot 60 C.
De
over~eblevengas
s
en
"Torden
a
f,ç:ev
o
e
rd ter verder vervlerking.
De
gekondcnseerde
koolwater
st
offen
worden gescheiden
in enkele de
s
tillatie-toren
s
.
WARl
.i
T
EHUISH
ounIlW
REAKTOR-SECTIE
De warmt
e
die
nodig
is om de r
eak
tanten op
te warmen
is
voor e
th
ylbenzeen 20
0C.(L) naar 550
0C. (G)
voor S02
20 °C.
na
a
r
550
0C.
voor N2
20 °C.
naar 550
0C.
51.500 kJ/hr
25.060
kJ/hr
41.500 kJ/hr
124.060 kJ/hr
De
wa~te die afge
s
taan wordt door de prodwctgas
c
en
bij de koeling tot
60°
C. i
s
voor
ethylb.enzeen
4.160 kJ/hr
voor
styreen
37.500 kJ/hr
voor
water
10.860
kJ/hr
voor
tolueen
8.100 kJ/hr
voor
benzeen
6.100 kJ/hr
voor
SO~
1.400 kJ/hr
voor
H2S
1.630 kJ/hr
voor
N2
41.600 kJ/hr
122.550 kJ/hr
Het is in dit stadium van het ontwerp nog niet zinvol om een warmtebalans
te geven.
Enkele problemen die hier nog
lig~enzijn
de verwerking en recycling van de
gassen
SO,
het
temperatuurniveau
van de vrijkomende wa
T
mte van de de
produkt-gasseruis
niet hoog
genoeg
om de voeding op temperatuur te bren
g
en.
De
gassen 802
en N? kunnen wa
a
rschijnlijk het beste geheel of
gedeeltelijk
voorverw
arm
d
worden
in een fornuis. Ook kan men dan
deze hoger dan 550
0C. v
e
rhitten om een te la
ge
t
em
peratuur van
de
I
l j (,
I
l _[
:
l , r .,r
1
I
l J l Jrl
i
I l ) lI
---r4
warmt
ew
isselin
g van
produkt
en
ethylb
enze
en-voedin
~
(inclT recycle
EB).
Met deze
warmte
wisseling
kan
EB
echter nooit de
vereiste
temp
e
ratuur
van
550
°C.
krij
~e
n.
Na
men
gi
ng bij de reaktormond heeft de totale voeding dan toch een
tem
perat
uur v
a
n
550
0
c.
De ov
ert
olli
g
e
rlarmte v
a
n h
e
t produkt
ga.s
kan,
afhankelijk
v
a
n
het
tempe-ratuu
rn
iveau,
gebruikt worden
voor la
ge-d
ruk-stoomopwekkin
g
, verwarmin
g
van
reboilers
in
de
de
s
tillatiesektie of wordt
afgevoerd
in w
a
ter- o
f
luch
tkoele
r
s
.
tenslotte weet
men
nog niet welke temp
e
ratuur de beschikbare
~02heeft.
De v
erbr
andin
g
van H2S en S levert natuurlijk ook warmte op.
Aan
gezie
n nog ni
e
t be
ke
nd is hoe dit
gedee
lte van de fabriek uit
ge
voerd
kan
w
orden,
kan
ook moeilijk nader in
!Seg
aan worden op dit aspect van
1
L )r
I
I ,[
l )~
1
r-'
I
I }r
I I--
1,-
--1
,
1ETHODE
VAfi
B
E
REKSNING
VAN DE
Jl~:::iTILLATI8SECTIE,
.
,
-
,
~De
Gcheidin~van het koolwaterstoffenmen
g
sel
gebeurt
in drie de
o
tillatie-torens.
benze
en
r - - -...tolueen
A
water
recycle
EB
A
.--_ _
~
~
styreen
99.9
%
rl
·
benzothiofeen
t
ee
r
polymeren
De berekenin
g
van de destillatietorens is geda
a
n volgens de method
e
van
McCab
e
-Thiele met hun bekende dia
g
ram
(zie
kolle~edi
k
t
a
at
Heertjes).
De ev
e
nwichtslijn wordt bep
a
ald
mei;
behulp
.
val1. de relati
e
ve vluchti
g
h
e
id
van de
s
leut
e
lcomponen
te
n ten opzichte van
elkaar.
De
.
destill
a
tie van het m
enlSs
el
wordt
namelijk b
e
rekend
alsof
er t
wee
componenten a
a
nwezig \-l:a.ren. Deze sleut
e
lcomponenten zijn de laa
,c::s
tkok
c
nde
component die in het bodemprodukt moet zitt
en
en
de hoo
gs
tkok
en
d
e
component
die over d
e
top
moet
gaan.
o
Styreen mag niet blootgest
e
ld worden aan temperaturen hoger dan ong. 105 C.
De reden hi
e
rvan is dat styreen anel polymerise
e
rt bij hogere temperatuur.
Daarom moet
e
n de destillaties uiteevoerd
worden
bij
la~edruk.
Dit is ook de reden dat in veel processen een polymerisatie-inhibitor,
bijvoorbeeld
,
zwavel of catechol wordt toee;evoegd aan de rui-Ie styre
e
n.
Overigens zijn de berek
e
nin
g
en enig
s
zins speculatief,
da~rniet
exact
bekend is welke bijproduktemen hoeveel daarvan gevormd worden.
De aannamen die we gemaakt hebben leken ons r
e
delijk voor dit do
e
l.
Het zal echter weinig moeite kosten om de
berekeni~gente
korrig
e
ren
naar a
2
nleiding van gegevens uit een proeffabriek.
Referenties
- kollegediktaat Heertjes
l
J
I '
l , Ir
"
,-l, l J~
1
n
I )(\,
I ; I- 15
-DE E
P
;
RSTE SCH
EID
IIraSTOREN
In
verband met de kooktemperatuur
van
ethylbenzeen
en de maximum
temp
era
tuur
'
van
105 oe. onder in de toren,
wordt
de druk terpla
a
tse
250 mm Hg g
ek
ozen; de druk
bovenin
zal dan
on
ge
veer 150
mm
Hg zijn.
De dampspanning van tolueen en ethylbenzeen wordt
in onderstaande tab
el
gevonden
.
, , - - - r - - - - -
- - - , -
-
- - - - -
- -
- - - - r - - - -
-"
-
-
-
'
temger
a
tuur
dampspanning EB
C.
mm Hg
-
--
--_
..
60
52
70
81
80
121
90
176
100
248
--
-
- - - -
,-,
--dampspanning tolueen
mm
Hg
142
207
292
408
558
rel.vluchti~heid 0('
2.7
2.5
2.4
2.3
2·3
-
-
-
- - _
...-De
eve
nwicht
sl
ijn
wordt
b
e
rekend
met
behulp van de gemiddelde relatieve
vluchti
ghe
i
d
.
Dezeevem
f
ichtsJ.ijn
rrordt
voor/{e
u
teld d
'
oor
Y
c ---~ 0<.X
1
+
(0( -
1)
XDi t
geeft
r---~--'----,--
-
,,--
- - -
,----.
-
.
'-
-,
-
,«
-
---'
-
,
-
-,
- - -
---
_
.._
_
..•_
-
_.
._---_
...-
.-
.
x
0.1
0.2
0.3
0.4
-y
0.204 0.365 0.496 0.605
0.5
0.697
0.6
0.7
0.8
0·9
J
0.
_
7
_
75
_
0.84~
_
_
_
~
_
~~~
_~_
~~?~~
_._
J
De voeding
van
de
toren
bestaat uit onder andere 6.7 kmol/hr tolueen
en 33.2
kmol/hr
e
thylb
enzee
n.
Als
alleen
deze
sleutelcomponenten
in
aanmerking '-Torden
genomen,
dan is de molfractie van tolueen in de
voeding
Xf
=
0.167_
De voeding
komt
de toren binnen op een hoogte waar een druk heerst van
200 mm Hg. De temperatuur van de voeding ds ongeveer 60
0C.
In het
McCabe-Thiele-diagram
\'1ordt de helling van de Q-lijn bepaald
Hit
-
H ...
door q
=
---~'•
Dit is de verhouding tussen de warmteinhoud
per
H"
-
H'
mol van de voeding ten opzichte van de
gasvormige
fase en de
verdampin~s-warmte per
mol.
Voor de voeding van de eerste kolom is dit voor elke component uitgerekend
en vermenigvuldigd met de molfractie.
Enthalpiöen
die hierop betrekking
hebben zijn
afgelezen
in de
figuren
2 -
6 •
Deze figuren zijn
gekonstru-eerd uit
gegevens
van
Maxwell
en Gall.'a"nt.
Zo berekend
wordt
voor q de waarde q
=
1.13
gevonden.
Dit betèkent
dat
J
[
:
Il.
1 •I
r .
l
r '
l .[ 1
n
l.
....
'
.;'~ ,17
-De
ver
ge
lijkin
r;
v
a
n de
Q-lijn
is
N
a
int
e
kenin
g
va,n
de Q-lijn in figuur 1, wordt de eerste werklijn
gekonstrueerd
De refluxv
e
rhouding R en de
d
es
tillaatsamenstelling
xo
b
e
palen deze lijn.
We kiezen
xD
=
99
%
•
Voor
R
nemen we
R
=
1.
De refluxv
e
rhouding is
gek
ozen
op
grond
van
een
optimali
sering
waarbij
het aé
l
ntal schotel
.
:
;
afg
ew
ogen is tegen de
grot
ere
warmteafvoer in de
othead cond
ensor
•
Uit figuur 1
blijkt dat er voor de
s
cheid
.
ing
15 schotels nodig zijn,
.~.--9
boven en 5 beneden
de
voedingsschotel.
De gasstroom in de kolom naar
boven
be
s
taat uit water, tolueen
en
benzeen.
6.1 krool/hr
6.1 kmoljhr
179.8
km~l/hr
benzeen
tolueen
"later
(stoom)
193.2
krool/hr
is
de
totale
gas
stroom in de
kolom
naar
boven.
Het
volumed
ebiet
hiervan
i
s
=
3600
Een
redelijke
gass
nelheid
in een kolom is
.75 tot 1.0
mis.
De doorsnede
van de kolom moet dan
8
m
2
zijn. Dit ver
eist
een
diameter van
+
3i
m.
Het
aantal praktische schotels wordt
22
gekozen
(w
e
rkin
~
sgraad
one
.0.1).
De hoogte van
de kolom wordt
dan on,c;eveer 18
meter.
(schotelafstand ruim
80 on)
Warmtebalans
Het verschil in
warmteinhoud
van de componenten bij het binnenkomen
en
bij
het
verlaten
van de
kolom is
ethylbenzeen
33.2
(
18.1
11.0)
=
256
MM
J/hr
styreen
269
(
18.6
10.8)
=
2100
MI
'
I
J/h1'
stoom
119.4
(
2.2
4.6)
=
431
HM
J/hr
benZtthiofeen
13
(
+
7
)
.,
91
MM
J/hr
benz
_
en
6.7
(
18.2
23.0)
32
J;lM
J/hr
tolueen
6.1
(
21.0
26.0)
34
lilM
J/hr
1950
f·1M
J/hr
r'
I
I l . l I l In
n
l,
r
-
18
-In
de kondensor wordt
de
vol~endehoeve
e
lheid
warmte
afgevo
e
rd
water
1435
(
48.0
2.2)
: t61.75°
MM
J/hr
benzeen
53.6
(
53.0
18.2)
==
1.810
rvn
,
1
J/hr
tolueen
53.6
(
62.1
21.0)
::2.230
MM
J/hr
69·850
filM
J/hr
Berekend is volgens
(I<-tt)
r};,.
.
I(L'lt-l)::
Q
Het
vermo~envan de reboiler bij deze de
s
tillatietoren is dan
11.800
MM
Jjhr •
Referenties.
kollegediktaat Heertjes
J.B.r.1axwell, Data Book on Hydrocarbons, D.van Nostrand Cy.lnc. ,
Ne, .. York,
1950
R.W.Gallant. Physical Properties of Hydrocarbons. Gulf Publishing Cy,
1
.
I
L..Jr
:
r
i
,
, r •n
n
n
- 17-De sleutelcomponenten bij deze
s
cheiding zijn ethylbenzeen
en
styreerr4l
Uit
Kirk-Othmer
haalden we de gegevens betreffende
toptemperatuur en
-druk,even-als bodemtemperatuur en druk:
T
top
60
0
c
bodem
105°C
p
50
mm Hg
200
mm
Hg
De dampspanningen van tolueen en ethyl
benzeen
zijn:
10
Temp.
('
,
C) Dampsp.E.B.
(mm
Hg)
Dampsp.St. (mnT. Hg)
50
0.65
0.49
60
1.02
0.71'
7
;,
0
1.58
1.18
80
2
..
35
1.73
90
3.4
2.6
100
4.8
3.6
rel.vl.
1.33
1.33
1.34
1.36
1.31
1.33
J)e evenwichtslijn
worc'l.J.;
hier weer
berekend
met
behulp van de
gemiddelde
relatieve vI uch"bigheid
.
:
I':et
behulp
van deze formule
komen
we
tot de
volgende
wa
a
rden:
,:x;
y
0.001
0.00134
0.005
,
0.00267
0.01
001336
.
0.02
0.026:6
0.03
0.0398
0.05
:
0.0658
0.1
0.129
0.2
0251
,';
0.3
0365'
0.4
0.472
6.5
0.574
0.6
0.667
O.T
0 .. 757
0.8
0.843
"0.9
0.923
1.0
1.000
, , I
[
~
r
.
r ' l "i1
l
Jn
De
vo
e
di
n
g
h
e
b
b
e
n we ges
teld op
11
%
~
.B.
e
n
89%
Styreen. De temperatuur
van d
e
voedin
g
b
re
n
ge
n
~
le
o
p
40
0
C ,di t om de h
:e
llin
g
vande q-lijn zo la
ag
mo
g
e
lij
k
te m
aken
.
M
et d
e
z
e g
e
g
even
s
ku
n
nen we dan via de e
n
thalpi
e
dia-g
r
ammen
de q b
c
r
eke
nen,q i
s
d
a
n 1.25.
N
a enk
e
le k
e
r
e
n prober
e
n vonden we
voor d
e
hellin
'r
'
va:n
de 1
e
w
e
rklijn 33/3
4'
a
l
s de me
e
st gunstige
.
R is dus 33.
Ve
rdere
uih
Terkine
v
a
n h
e
t m
c
C
a
be-Thi
el
e di
agr
a
m
levert dat er boven de
vo
ed
i
n
G
ss
c
h
o
tel 22,e
n b
e
n
ede
n de voedi
ngss
chotel 40
s
chotels nodig zijn.
Al
s
w
e
uitg
aan van
een '
ie
r
k
in
gsg
raad v
an
6Cf/o
kom
e
n
~le
op 37 schotels boven
en
6
7
s
chotel
s bene
de
n
d
e
vo
e
ding
s
schot
e
l.
Afm
et
i
ng
en va
n de k
olom.
Uit
gaande
va
n een gas
stroom v
a
n 1 mis en een nettomolenstroom van 35 krool/uur
)
na
ar
bov
e
n, k
omen
l'leop e
e
n diameter v
a
n 2.3 m. Dez
e
diameter is zeker
vo-~
do
ende
voor h
e
t
gedeel
t
e
o
nd
er de voedin
g
s
s
chotel,alwaar het grootste gedeelte
l
Uit
ee
n v
l
o
e
i
stofs
troom be
staa
t, di
e
a
a
nzienlijk minder volume inneemt.
Een
norma
le sch
o'tc
lhoo
gt
e i
s 4
0-50 cm. l
l
et een tota
,
al van 114 schotels
kom
en
'
Je
op
een hoogte
v
a
n o
ng
eveer 50
ID.Warmte
ba
lans
rle
k
un
:
ïl.en
w
eer
5
warrn'
l;estro
me
n onder
s
chei
d
en en wel als v-olgt:
IN
Vo
ed
ing
A
310
kro
ol/
uur
UIT
Reb
o
ile
r
B
De w
a
rmtebalan
s
is dan al
s
volgt:
Condensor
C kmol/uur
De
s
tilla
a
t
D 35 krool/uur
Bod
e
mprodukt
E
275 kmol/uur
De w
arrnte
inhou
de
n zijn nu al
s
volgt (b
e
rekend met do
'
bijbehorende enthalpiebalan
s
en
;
Voedin
g
:
E.D.
7,2 kj/mol
1
Styre
e
n 7,2 kJ/mol Warmteinhoud
218 kJ/uur
totaal 3îO krool
Conden
s
or: Om 1 mol E.B. te condenseren heeft men 45
,
kJ nodig (koelen tot
50
0
q
R=33,dus totaal te condenseren 34.35.10?mol
warmteinhoud:34.35.45.103=53500.103kJ/uar
Destilla
a
t
.
:De
z
e heeft een temperatuur
tot
a
le w
a
rmteinhoud is dan
dus van
500C,d.~.z.een
warmteinhoud
3
..,
35.9.10
=
315.~à
kJlüur
Bodemprodukt: D
e
temperatuur is hiervan 1050C,d
.
w.z.een warmteinhoud van 20
k
~
o
l
tot
a
le warmt
e
inhoud: 27-5.20.10
3
=
5500.10
3
kJ/uur
Het v
erm
o
g
en v
a
n de reboil
e
r kunn
e
n we nu met de w
a
r
m
tebalans uitrekenem
en dez
e
worat d
a
n: 53500.10
3
+
315.10
3
+
5500.10
3
- 2180.10
3
". 57.10
6
kJ/uur
I
I
l