REVIEW RAPPORTAGES FASE 2 IN HET KADER VAN DE
MARKTVERKENNING AFSLUITDIJK
- Technische haalbaarheid -
28-01-2009
Definitief
prof. drs. ir. J.K. Vrijling
ir. W. Kanning
review is opgesteld door prof. drs. ir. J.K. Vrijling en ir. W. Kanning van de afdeling
Waterbouwkunde van de TUDelft. De review richt zicht met name op de technische
haalbaarheid van waterkering aspecten, hydraulische aspecten en waterhuishouding
aspecten.
De volgende structuur wordt aangehouden in de rapportage:
A Monument in Balans
B Waddenwerken
C Afsluitdijk 21
eeeuw
D Natuurlijk Afsluitdijk
Algemene observaties
Naast de beoordeling van de 4 inzendingen worden onderstaand enkele algemene
observaties gegeven:
•
De maatgevende omstandigheden gelden voor een overschrijdingskans van
eens per tienduizend jaar. Er is nog niet voorzien in de plannen dat de norm
mogelijk aangescherpt wordt naar aanleiding van de adviezen van de
Deltacommissie.
•
Blue Energy is voornamelijk als pilot opgenomen, dit klinkt verstandig gezien
de risico’s die aan opschaling van de techniek zijn verbonden. De voorgestelde
toekomstige vermogens variëren overigens tussen 25MW en 600 MW
(Monument in Balans).
•
In verschillende ontwerpen wordt energie uit getijstromen opgenomen. Uit
verschillende studies blijkt dat dit economisch niet rendabel is, het is dan ook
de vraag of deze toepassing wenselijk is in de afsluitdijk. In B: Waddenwerken
wordt ook onderkend dat de potentie van energie uit getijstromen zeer beperkt
is.
•
Het merendeel van de begrotingen wordt gebruikt voor zaken die weinig met
de primaire aanleiding tot verbetering van doen hebben (veiligheid, mobiliteit)
Samenvatting van de inzendingen
In onderstaand overzicht wordt de technische haalbaarheid samengevat. De
uitwerking hiervan staat in de volgende hoofdstukken.
#
Veiligheidsconcept
Algemeen technisch oordeel
A Een muur op de huidige
dijk
Het ontwerp ‘Monument in balans’ is een
realistisch en efficiënt plan om de veiligheid van
de afsluitdijk te vergroten.
B Kwelders en kweldernok
als voorland
In het algemeen biedt het gebruik van het
voorgestelde voorland bestaande uit kwelders en
kweldernok een goede basis om de veiligheid te
vergroten. Het meenemen van de, voor de nok
gelegen, kwelders in de ontwerpberekeningen
lijkt echter niet in overeenstemming met het
de ontwerpeis van 100 jaar, maar schuift de
problemen door naar de toekomst. Ook moeten de
technieken van het overslag bestendig maken nog
verder worden ontwikkeld voordat deze toegepast
kunnen worden.
D Robuust versterkte
afsluitdijk
In het algemeen biedt het plan Natuurlijk
Afsluitdijk een goed ontwerp om de veiligheid
van de afsluitdijk te vergroten.
Er is nog wel veel onduidelijk over het ontwerp
en het functioneren van het valmeer zodat geen
oordeel gegeven kan worden over deze overige
onderdelen van het plan.
efficiënt. Het economische deel van het plan past in de traditie van economische
ontwikkelingen bij dammen (zoals Amsterdam en Rotterdam).
Beoordeling deelonderdelen
Waterkering
In het algemeen biedt de keerwand, mits goed ontworpen, een goede basis om de
veiligheid te vergroten. Er zijn uitgebreide berekeningen bijgevoegd die het
voorlopige ontwerp van de muur ondersteunen. Er kunnen nog enkele kanttekeningen
worden geplaatst:
•
De aansluiting tussen de harde wand en het vervormende grondlichaam biedt
een uitdaging. Aangezien er geen water tegen de wand aanstaat, zal
onderloopsheid geen problemen opleveren. Ongelijkmatige zettingen kunnen
het systeem wellicht wel beschadigen.
•
De overslagreductie door de ‘neus’ van de wand is nog niet geheel duidelijk en
verdient nader onderzoek
•
De extra inlaten voor het brakke water gebied zijn extra mogelijke zwakke
plekken maar hoeven mits goed gedimensioneerd geen problemen te geven
•
De gebruikte coëfficiënten en uitkomsten zijn (ongeveer) in overeenstemming
met de Europese ‘Overtopping Manual’ uit 2007, slechts in details zijn er
kleine verschillen
•
De tabellen zijn nagerekend en correct bevonden (De momenten en
dwarskrachten komen nagenoeg overeen)
•
De tekeningen zijn net niet gedetailleerd en compleet genoeg om de
constructie tot in detail door te rekenen.
•
De verankering van de muur en de vorstrand met de voetplaat is nog
onduidelijk gezien de aanzienlijke momenten. Er moet een hoog
wapeningspercentage worden voorzien bij de aansluiting vloer - muur -
fundering.
•
Het is onduidelijk of de steenzettingen aan de Wadden kant van de dijk
vervangen worden in het plan.
Terugkijkende op het ontwerp, is het nog niet duidelijk waarom niet is gekozen voor
een iets diepere muur zonder voetplaat. Op basis van eenvoudige berekeningen blijkt
een iets diepere muur ook voldoende stabiliteit te hebben, tegen aanzienlijk lagere
kosten.
Hydraulisch
Buiten de dijk worden er weinig waterbouwkundige ingrepen gedaan waardoor er
geen ingrijpende veranderingen in de waterstromen en morfologie te verwachten zijn.
De mogelijkheden om energie op te wekken in de spuikokers zijn nog onduidelijk,
aangezien vergelijkbare projecten in het verleden economisch onrendabel zijn
gebleken. De proeftuin biedt echter de ruimte hier eerst mee te experimenteren
voordat er op grote schaal energie gewonnen gaat worden.
water in het IJsselmeer terecht komt. Hier is het consortium gezien de vele
kanttekening ook nog niet uit. Een vergelijkbaar gebied aan de Wadden kant biedt
misschien uitkomst?
Algemeen oordeel technische haalbaarheid
Het ontwerp ‘Monument in balans’ is een realistisch en efficiënt plan om de
veiligheid van de afsluitdijk te vergroten.
Nader onderzoek voor planfase
•
Het technisch ontwerp van de wand (golfklappen op gekromde wand) en hoe
ongelijkmatige zettingen en andere vervormingen worden opgevangen
•
Ontstaan er kieren tussen constructie en dijk door golfklappen?
•
De uitbreidbaarheid van de wand, er wordt wel gezegd dat dit het geval is.
•
Hoe veel golfdemping door teruggeslagen golven mag je in rekening brengen?
•
Verder uitwerking van zoet zout overgang en waarborging dat zout water in
het brakwater gebied blijft.
•
De overslag bepaling nader uitwerken
economische verbetering van het gehele gebied. De historische lijn waarin
gebiedsontwikkeling plaats vindt langs de uiteinden van dammen wordt in dit plan
doorgetrokken.
Beoordeling deelonderdelen
Waterkering
De toepassing van een voorland is in principe een goede manier om de belastingen op
een waterkering te verminderen waardoor deze minder sterk hoeft te zijn. De
toepassing van de kweldernok als voorland is een goede optie gezien het permanente
karakter hiervan. Het meegroeien van de kwelders is erg onzeker, zodat in de
ontwerpberekeningen alleen uitgegaan mag worden van een kweldernok. Het effect
van de kwelders kan wel voor toetsen worden meegenomen maar niet voor het lange
termijn ontwerp. Afhankelijk van de dimensionering heeft het Makkumerbrak ook een
mogelijk effect op de veiligheid.
Hydraulisch
Het staat niet onomstotelijk vast dat de kwelders gaan groeien met 1 cm per jaar.
Zoals hierboven verwoord kan er dus geen gebruik van worden gemaakt in het
ontwerp. Enkele onduidelijkheden betreffende de kwelders en kweldernok:
•
Aan de ene kant wordt gesteld dat er en een sediment tekort is, aan de andere
kant dat de kwelders natuurlijk aangroeien. Valt dit met elkaar te rijmen?
•
Door verschillende experts wordt geschetst dat de Waddenzee mogelijk
‘verdrinkt’, groeien de kwelders in dit scenario nog steeds aan?
•
Is er voldoende sediment beschikbaar uit baggerwerkzaamheden?
•
Hoeveel onderhoud is er nodig voor de kweldernok?
Waterbeheer
Het Makkumerbrak verkleint de zoetwatervoorraad in het IJsselmeer. Het is nog niet
duidelijk hoe het Makkumerbrak aansluit op de Waddenzee en hoe de scheiding met
het IJsselmeer verloopt. De extra opening in de afsluitdijk kan een nadelig effect
hebben op de afsluitdijk.
Algemeen oordeel technische haalbaarheid
In het algemeen biedt het gebruik van het voorgestelde voorland bestaande uit
kwelders en kweldernok een goede basis om de veiligheid te vergroten. Het
meenemen van de kwelders in de ontwerpberekeningen lijkt echter niet in
overeenstemming met het onzekere karakter hiervan.
Nader onderzoek voor planfase
•
Het effect op het ontwerp als alleen de kweldernok meegenomen wordt in de
berekeningen
•
Hoe hersteld de nok zich na een storm, is er veel onderhoud nodig?
•
Kunnen de kwelders ook meegroeien bij hoge zeespiegelstijgingen?
maken: een getijdenkom, een brakwaterbekken en een dubbele vooroever. Hier wordt
nog geen keuze gemaakt. In deze review wordt voornamelijk het uitvoeringsplan
beoordeeld en in hoofdlijnen de toekomstperspectieven
Het uitvoeringsplan (de Watermachine) wordt af en toe erg conceptueel beschreven
waardoor een definitief oordeel niet mogelijk is. Er worden in het verdere ontwerp
geen definitieve keuzes gemaakt. De verschillende toekomstperspectieven zijn erg
verschillend en ook niet dermate ver uitgewerkt dat er een oordeel gegeven kan
worden. Het is niet duidelijk waar in de tijd de toekomstperspectieven relevant
worden. Mochten deze toch van belang zijn voor het ontwerp van de watermachine,
dan behoeven ze verdere uitwerking.
Beoordeling deelonderdelen
Waterkering
In essentie voldoet het ontwerp van afsluitdijk 21
eEeuw niet aan de eis van een
ontwerplevensduur voor de komende 100 jaar, daar slechts tot 2065 de gekozen
bekleding voldoet aan de normoverslag.
In principe is het overslagbestendig maken een goede optie om de veiligheid te
vergroten. Er is echter nog veel research nodig voordat de techniek voldoende
bewezen is. Er zijn enkele kanttekeningen te plaatsen:
•
De gekozen materialen voor het overslagbestendig maken (versterkt glas tot
50 l/m/s, doorgroeistenen tot 100 l/m/s en open steenasfalt tot 150 l/m/s) zijn
geen bewezen technieken en moeten nog uitvoerig getest worden.
•
De overgangen zijn altijd een zwak punt bij overslag, zeker gezien de
ervaringen in New Orleans. Er zijn verschillende overgang (tussen dijk en weg,
tussen dijk en fietspad enz), deze dienen allemaal ook aan de normoverslag te
voldoen. Hoe dit te realiseren is nog niet duidelijk. Een bewezen techniek is
nog niet voorhanden bij grote overslagdebieten.
•
Het voorland is een goede mogelijkheid tot belastingreductie, dit wordt ook
goed onderbouwd met berekeningen. In de bijlage wordt dit als een
voorkeursalternatief gepresenteerd, in het hoofdrapport als een optie. Dit
schept onduidelijkheid.
•
Het is onduidelijk of de steenzettingen aan de Wadden kant van de dijk
vervangen worden in het plan.
Hydraulisch
Het economische potentieel van de getijdenenergie is nog onduidelijk aangezien
vergelijkbare projecten in het verleden onrendabel zijn gebleken.
Waterbeheer
Er worden verschillende opties gepresenteerd voor de toekomst, met verschillende
functies voor het IJsselmeer. De getijdenkom resulteert in een grote afname van de
zoetwatervoorraad. Het brakwaterbekken resulteert in een kleinere afname van de
Enkele opmerkingen die geplaatst kunnen worden bij het uitvoeringsplan.
•
Waarom moet het overslagwater worden opgevangen? Met regenwater
ontwerpen we de berging ook niet op eens in de 10.000 jaar. Een kosten baten
afweging zou een goede basis zijn voor het begin van de discussie over de
dimensionering van een eventueel overslagbekken.
•
De (niet permanente) toepassing van pompen lijkt een efficiënte methode om
het waterpeil in het IJsselmeer op peil te houden.
•
Het is onduidelijk hoeveel onderhoud er aan de zanddam nodig zal zijn door
gradiënten in langtransport en door afslag. Er worden jaargemiddelde
berekeningen getoond, gezien de niet-lineariteit van morfologische processen
verdient dit nadere toelichting.
Algemeen oordeel technische haalbaarheid
In het algemeen is het overslagbestendig maken een technisch haalbare oplossing om
de afsluitdijk veiliger te maken. Het ontwerp afsluitdijk 21
eeeuw voldoet echter nog
niet aan de ontwerpeis van 100 jaar, maar gaat schuift de problemen door naar de
toekomst. Ook moeten de technieken van het overslag bestendig maken nog verder
worden ontwikkeld voordat deze toegepast kunnen worden.
Nader onderzoek voor planfase
•
Onderzoek naar de overslagbestendigheid van de voorgestelde materialen.
•
Onderzoek naar de overgangen tussen bekleding en de verschillende functies
van de dijk
•
Keuzes maken voor de toekomst en/of de drie toekomst perspectieven
eventueel verder uitwerken.
•
Dimensionering van de verschillende onderdelen van het uitvoeringsplan
•
Onderzoek naar de haalbaarheid van getijdenenergie.
beperkt, verschillende dimensionerende berekeningen en ontwerptekening zijn nodig
om het plan een beter draagvlak te geven.
Beoordeling deelonderdelen
Waterkering
De verhoging in combinatie met de toekomstige versterking van het binnentalud biedt
een goede manier om de veiligheid te waarborgen. Door het ontbreken van
overslagberekeningen kan niet worden beoordeeld of het voorgestelde versterkte gras
voldoende is. De kennis van versterkt gras staat nog in de kinderschoenen waardoor er
nog veel onderzoek nodig is voordat deze techniek grootschalig toegepast kant
worden. Door de ruime opzet is het plan ook voor de verdere toekomst nog relatief
eenvoudig aan te passen.
Hydraulisch
Wegens een gebrek aan gegevens kan geen oordeel worden gegeven over het ontwerp
van het valmeer. Aandachtspunten zijn de stabiliteit van de wanden en de
waterdichtheid van zowel bodem als wanden. De opbarstveiligheid van de bodem kan
een probleem blijken. Als we de figuur op blz. 36 interpreteren als de dikte van de
afsluitende laag, blijkt deze een minimale dikte te hebben van 6,7 m. Bij een dichtheid
van 20 kN/m3 en een waterstandsverschil van 18 m meter betekent dit dat de dikte
van de afsluitende laag 9 meter moet zijn. Tenzij er nog een volledig waterafsluitende
laag zit boven de NAP –40 (diepte folie) is de opbarstveiligheid dus niet gegarandeerd.
Enkele overige aandachtspunten:
•
Als het valmeer wordt ingezet voor berging, dan is deze dus niet constant
beschikbaar om pieken in elektriciteitsvoorziening op te vangen?
•
Er wordt van uitgegaan dat Blue Energy per 2015 genoeg doorontwikkeld is
voor een investering van 1 miljard €. Dit is misschien wat voorbarig
Waterbeheer
De zoetwatervoorraad van het IJsselmeer neemt iets af in het plan Natuurlijk
Afsluitdijk. Ook wordt er voor het spuien gerekend op de nog niet bewezen Blue
Energy, dit houdt een risico in.
Algemeen oordeel technische haalbaarheid
In het algemeen biedt het plan Natuurlijk Afsluitdijk een goed ontwerp om de
veiligheid van de afsluitdijk te vergroten. Er is nog wel veel onduidelijk over het
ontwerp en het functioneren van het valmeer zodat geen oordeel gegeven kan worden
over de overige onderdelen van het plan.
Nader onderzoek voor planfase
•
Uitwerking van alle onderdelen van het plan.
•
Overslag berekeningen en onderzoek naar de sterkte van versterkt gras en de
verschillende overgangen met andere onderdelen van de constructie.
Adres : Postbus 19534, 2500 CM Den Haag
Bezuidenhoutseweg 105, 2594 AC Den Haag
Email : info@innovatieplatform.nl
Tel : 070 427 86 77
Fax : 070 356 20 54
Van: Innovatieplatform
Den Haag, 3 februari 2009
Onderwerp: Advies over eindrapportages marktverkenning Afsluitdijk
Geachte mevrouw Huizinga,
Het Innovatieplatform is gevraagd om samen met Professor Wim de Ridder een review te schrijven over het innovatieve gehalte van de eindrapportages die door vier consortia zijn opgesteld in het kader van het Onderzoek Integrale Verkenning Afsluitdijk. Daarnaast heeft het projectteam van Rijkswaterstaat ons gevraagd om in ons advies aandacht te besteden aan twee punten:
Aandachtspunten voor het kabinetsbesluit dat genomen moet worden; Advies over de procesinrichting van de volgende fase van het project;
In deze brief bieden wij u ons advies aan. Wij hopen dat ons advies u zal ondersteunen bij de besluitvorming over dit project.
Advies na de eerste fase markverkenning.
Het Innovatieplatform heeft, na de eerste fase van de marktverkenning, u geadviseerd over de selectie van de consortia voor de tweede fase van de
marktverkenning. In dit advies hebben wij u de volgende aanbevelingen gedaan: Wij hebben u geadviseerd om innovatie bij de consortia te stimuleren en te
belonen
Wij hebben aan de consortia gevraagd om meer aandacht te besteden aan:
o De inpassing van duurzame energie in de visies, met een extra focus
op de kansen voor osmose energie op de Afsluitdijk;
o De internationale positionering en icoonfunctie van de Afsluitdijk;
o Architectonische verbeelding van de plannen;
o Flexibiliteit en adaptiviteit van de visies in de tijd.
Tot slot is er een verdere uitwerking gevraagd van een viertal functies op de Afsluitdijk, te weten civiele techniek, ecologie, mobiliteit en duurzame energie.
Rijkswaterstaat heeft daarnaast in de uitvraag van de verdiepingsfase extra aandacht gevraagd voor:
De financiële onderbouwing;
Het versterken van de uitwerking van het onderdeel duurzame energie; Meer onderbouwing van het waterbeheer en de zoetwatervoorraad.
Wij concluderen dat door de consortia de meegegeven aanbevelingen, in ons advies en in de uitvraag van Rijkswaterstaat, goed zijn opgepakt en verwerkt in de
plannen die zijn ingediend. Wij wijzen u er wel op dat de inhoudelijke uitwerking op onderdelen van de plannen beperkt is. Dit is begrijpelijk gezien de korte
doorlooptijd van fase 2 van de marktverkenning, maar het is goed om te
overwegen of een nadere uitwerking nodig is, voordat met de aanbesteding wordt gestart.
Beoordeling van de plannen.
De marktconsortia hebben in december 2008 hun visie ingediend. Deze visies overlappen elkaar grotendeels. Onderwerpen die in alle visies naar voren kwamen zijn:
Kwelderwerken ten Noorden en/of ten Zuiden van de Afsluitdijk, aangevuld met lagunes en moerasgebieden;
Zout-zoetovergang, brakwaterbekken, vispassages en blue energycentrale; Logistieke verbindingen: bruggen of naviducten aan beide einden van de
Afsluitdijk ten behoeve van ontsluiting over weg en water met het Wieringerrandmeergebied en bij Kornwerderzand; alsmede langzame verbindingen voor de fiets en snelle ov-verbindingen;
Productie van duurzame energie, te weten: wind- en zonne-energie, getijdenenergie; energie uit asfalt en blue energy;
Kennisoverdracht door middel van internationaal onderzoek-, innovatie-, of publiekscentrum en inrichting van proeflocaties.
Wij willen hieronder de vier plannen even kort bespreken en onze waarneming vanuit innovatie op deze plannen geven.
‘Plan Waddenwerken’
Dit is het plan met kwelderontwikkeling aan de waddenzijde van de Afsluitdijk. Het plan is gebaseerd op bouwen met de natuur en herstel van ecologie. Het is een creatieve en vernieuwende visie waarin duurzaamheid, toerisme en duurzame energie centraal staan. De visie past in de lijn die de Commissie Veerman voor staat, namelijk het werken met een zachte kustverdediging. Wij zien in de aanpak
Nederland kennisvoorsprong op te bouwen op het gebied van zachte kustverdediging.
Wij vragen wel aandacht voor de onderbouwing van de stelling dat er morfologisch evenwicht bereikt zal worden in de Waddenzee. Een solide modellering samen met een monitoringsprogramma is hier zeker nodig, bovendien draagt dit ook bij aan kennisontwikkeling in Nederland. De focus op ecologie kan, gekoppeld aan een kenniscentrum, een spin-off zijn voor nieuw technisch en wetenschappelijk onderzoek en daarbij gezien kan worden als voortdurende innovatiebron.
‘Plan Monument Afsluitdijk’
Het plan Monument Afsluitdijk heeft veel aandacht voor de opgaven en kansen die in de gebieden op de koppen van de Afsluitdijk. In de visie wordt de ontwikkeling van de koppen verbonden met de Afsluitdijk. Er wordt in het plan een bewuste keuze gemaakt om de dijk functioneel te houden, er wordt gezocht naar een balans tussen de functies. Er is veel aandacht voor techniek. Dit blijkt onder andere uit de uitwerking van de naviducten. Door de balans in functies is er geen focus op een thema, en lijken de kansen voor innovativiteit hierdoor kleiner te zijn. Wij willen wel het ‘eiland voor innovatie’ onder de aandacht brengen als een zeer interessante kans voor het samenbrengen van publieke en private R&D faciliteiten.
‘Plan Natuurlijk Afsluitdijk’
Het plan Natuurlijk Afsluitdijk zet in op duurzame energie aan de IJsselmeerzijde van de dijk. Er is een duidelijke visie aanwezig over hoe het toekomstige icoon Afsluitdijk eruit moet zien. Deze visie komt het beste tot uiting in de integrale variant. Het plan wordt gepresenteerd als een geïntegreerd geheel, maar wij zien ook mogelijkheden voor componenten van het plan.
De potentie voor Innovatie in dit plan is hoog omdat wordt ingezet op duurzame energie in combinatie met waterbeheer en er een aantal nieuwe technologieën worden voorgesteld. Het grootschalig brakwatersysteem biedt kansen voor kennisontwikkeling, een goed monitoringsprogramma is hiervoor vereist. Aandachtspunten zijn de financiering en de uitwerking van de spuistrategie en spuimiddelen.
‘Plan Afsluitdijk 21e eeuw’
Ook dit plan heeft een focus op bouwen met de natuur en duurzame energie. Sterk in dit plan is de aandacht voor de adaptiviteit van het plan in de tijd en aan het onvoorspelbare waterpeil. Er zijn scenario’s geformuleerd met terugvalopties.
Deltacommissie. Opvallend is de keuze om, in tegenstelling tot het advies van de Deltacommissie en het Nationaal Waterplan, te kiezen voor pompen in plaats van spuien, hiervoor ontbreekt echter een duidelijke onderbouwing. Een vernieuwend voorstel in het plan is de voor omwonenden acceptabele vorm van windenergie op land en de keuze hoe zonne-energie geïntegreerd wordt met de vormen van de Afsluitdijk.
Het Innovatieplatform is van mening dat de vier plannen een solide basis vormen om de volgende fase te starten in dit project.
Het vervolgproces
Met betrekking tot het vervolgproces willen wij u een aantal adviezen meegeven. Allereerst vragen wij u naar de mogelijkheden te kijken om ontwikkelingen zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde van de Afsluitdijk te laten plaats vinden. Dit biedt de grootste kansen voor innovatie, het ontwikkelen van nieuwe kennis en daarmee het versterken van de concurrentiepositie van de Nederlandse
watersector.
Een icoon van duurzaamheid gaat niet alleen over duurzame energie. Ook duurzaam beheer en onderhoud en gebruik van duurzame materialen dragen bij aan het icoon. Hier dient in de volgende fasen meer aandacht voor te zijn.
In alle plannen is onvoldoende aandacht is besteed aan het beheer en onderhoud. Dit kosten van beheer en onderhoud zullen een substantieel deel van de totale kosten vormen. Daarnaast liggen ook hier uitdagingen op het vlak van
duurzaamheid en kan Nederland innovatieve vormen van beheer en onderhoud introduceren en exporteren. Wij adviseren u om voorstellen voor een innovatieve en duurzame wijze van beheer en onderhoud als criterum mee te nemen in de aanbesteding.
Wij adviseren u om in het kabinetsstandpunt het ambitieniveau vast te stellen en de consortia vervolgens de mogelijkheid te bieden hun plannen aan te scherpen op basis van de vastgestelde ambitie.
Kennisontwikkeling en innovatie wordt gestimuleerd door een onderzoeks- en monitoringsprogramma. Wij vragen u om hiervoor voorbereidingen te treffen en financiering te reserveren. Ook de bouwfase biedt mogelijkheden voor ontwikkeling van kennis en nieuwe technologie, wij vragen hiervoor aandacht bij de
consortia gaat waarderen op hun icoonwaarde en de kansen voor export van nieuwe kennis en technologie. Het Innovatieplatform biedt aan om samen met u deze commissie vorm te geven.
Op de kustconferentie ‘Winnen met Water’ in februari 2008 is gesproken over de mogelijkheden om grote projecten versneld te realiseren, waaronder ook de Afsluitdijk. Het Innovatieplatform adviseert dan ook om de
versnellingsmogelijkheden optimaal te benutten en snel te beginnen met de aanbestedingsprocedure en de afsluitdijk te benoemen als voorbeeldproject van ‘Elverding nieuwe stijl’. Wij adviseren u om al in de tweede helft van 2009 te starten met de Europese aanbesteding. De resultaten van de aanbesteding en het advies van de internationale auditcommissie vormen de basis voor een definitieve keuze van het Kabinet. De winnende marktpartij voert de plannen uit en kan ook als partner optreden bij het publieke besluitvorming en procedures die moeten worden afgerond voorafgaand aan de uitvoering. Indien er voor een vroege aanbesteding gekozen wordt, dienen er voorwaarden te worden opgenomen voor de financiële consequenties indien er, als gevolg van publieke besluitvorming en procesdures, wijzigingen optreden in de uitvraag.
Tot slot, het afgelopen half jaar heeft Rijkswaterstaat geëxperimenteerd met het omgaan met intellectueel eigendom. Het Innovatieplatform heeft hier met veel plezier aan bijgedragen. Onze indruk na een half jaar is dat de potentie voor innovatie door deze wijze van omgaan met intellectueel eigendom groot is. Private partijen durven hun concepten in te brengen in een project als deze concepten op een juiste wijze worden beschermd.
Wij hebben gemerkt dat er, zowel bij de overheid als bij private partijen, veel belangstelling is voor deze pilot. Wij adviseren u ook in de komende fase in het project de pilot door te zetten, en de kennis en ervaringen die worden opgedaan te delen binnen de Nederlandse Watersector.
Het komende kabinetsbesluit
Met het indienen van de eindrapportages is de marktverkenning afgerond. Dit voorjaar zal het Kabinet met een standpunt komen voor de toekomstige Afsluitdijk. Het Innovatieplatform adviseert u om in dit kabinetsstandpunt de volgende
onderwerpen zeker aan de orde te stellen.
1. Wij adviseren om in het kabinetsstandpunt uit te spreken dat de
toekomstige Afsluitdijk een icoon met internationale uitstraling is, en dat de toekomstige Afsluitdijk ook een icoon van duurzaamheid zal zijn.
en de economische potenties. Wij vragen u in het kabinetsstandpunt een uitspraak te doen over de mogelijkheden voor (fysieke)
experimenteerruimte op de Afsluitdijk die het Kabinet ziet, en om een ambitie uit te spreken over innovatie en kennisuitwisseling op de
toekomstige Afsluitdijk. Een kenniscentrum op de Afsluitdijk en een goed monitoringsprogramma kunnen daaraan een belangrijke bijdrage leveren. 3. Duurzame energie is een belangrijk thema in alle ingediende visies. Wij
adviseren het Kabinet een stevige ambitie uit te spreken voor duurzame energie op de Afsluitdijk, en in deze ambitie aan te geven dat alle vormen van duurzame energieopwekking mogelijk zijn op de Afsluitdijk. Het Innovatieplatform is van mening dat blue energy hierbij een duurzame energieopwekking is waar een unieke kans ligt voor Nederland om hierin voorop te lopen en zich internationaal te profileren.
4. Voor het thema mobiliteit vragen wij een duidelijke ambitie voor het scheepvaartverkeer, het wegverkeer, en een HOV-verbinding. Wij vragen het Kabinet aan te geven welke ambitie er bestaat op het gebied van hoogwaardig openbaar vervoer. Een toekomstige HOV-verbinding kan nu al worden meegenomen in de ruimtereservering en het ontwerp van de kunstwerken.
5. Tot slot vragen wij in het kabinetsstandpunt aandacht voor het
vervolgproces. Wij adviseren om de Europese aanbesteding al in 2009 te starten, en de mogelijkheden te benutten om het project afsluitdijk versneld te realiseren. Daarnaast adviseren wij een internationale auditcommissie te benoemen om de plannen te beoordelen op icoonwaarde en exportpotentie. Wij hopen deze adviezen terug mogen zien in het kabinetsstandpunt.
Concluderend
Het Innovatieplatform concludeert dat:
De verdieping die in de tweede fase van de marktverkenning is gevraagd, ook terug te vinden is in de eindrapportages. Deze bieden een solide basis om door te gaan met de volgende fase van het project.
Wij adviseren om in het kabinetsstandpunt een scherpe ambitie te
formuleren op de verschillende thema’s. Op basis van het kabinetsstandpunt kunnen de consortia de visies aanscherpen.
Wij adviseren om een internationale commissie de plannen te laten beoordelen op icoonwaarde en exportpotentie, en om de Europese aanbesteding al in 2009 te starten.
Wij adviseren om op basis van de resultaten van de aanbesteding en de audit van de internationale commissie een definitieve keuze voor te leggen aan het Kabinet.
Hoogachtend,
Drs. J. de Boer Prof. dr. S.J.M.H. Hulscher
Prof. dr. W.J. de Ridder Dr. J.P. van den Toren
Ir. A. Nagel
Contactpersoon: Ir. Arend Nagel (an@innovatieplatform.nl)
Het Innovatieplatform is opgericht als ijsbreker en katalysator voor kabinet, bedrijfsleven en wetenschap om de concurrentiekracht van Nederland te versterken. Nodig om de welvaart te verhogen, ook voor toekomstige generaties. De leden van het Innovatieplatform komen uit het bedrijfsleven, het onderwijs, de zorg, de wetenschap en de politiek
van nieuw wegmeubilair en bij het plaatsen van opgaande beplanting. Het heeft de voorkeur de ruimtelijke samenhang met de verdedigingslinies, het IJsselmeer en de Waddenzee te behouden en zo mogelijk te versterken. Dit geldt ook voor de samenhang van de dijk met de werkeilanden. Architectuurhistorische randvoorwaarden De bouwwerken rond de Afsluitdijk worden gekenmerkt door een eenduidige en eenvoudige vormgeving en kleur- en materiaalgebruik. Dit zou ook uitgangspunt mogen zijn bij eventuele aanpassingen van bestaande bouwwerken en bij nieuwe bouwwerken. De bouwwerken vormen één geheel wat betreft stijl en tijdsperiode. Nieuwe bouwwerken zouden deze ‘familie’ horen te respecteren. De sluiscomplexen gelden als bijzonder werk uit het oeuvre van Roosenburg. Bij aanpassingen is het zaak met dit aspect rekening te houden.
schap en Monumenten streeft naar zorgvuldige omgang met de Afsluitdijk, inclusief het Wadden-landschap, het IJsselmeer en de bijbehorende monumenten en militaire stellingen. Het is onze taak de cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk in te brengen in plannen en besluiten van andere overheden, als de provincies, gemeenten, Rijkswaterstaat en het College van Rijksadviseurs.
De reeks ruimtelijke ingrepen die de Afsluitdijk het komende decennium te wachten staat, zal zeker van invloed zijn op de inrichting en de cultuurhistorische waarde van de dijk. Het is van belang dat deze aanpassingen ten minste met inachtneming van het karakter van de dijk worden uitgevoerd. De ingrepen kunnen er echter zeker ook toe bijdragen dat de cultuur-historische waarde van de Afsluitdijk nog verder wordt versterkt. De randvoorwaarden uit deze brochure geven hiervoor een aanzet.
•
De Afsluitdijk
In 2007 is het precies 75 jaar geleden dat de Afsluitdijk werd gesloten, een van de belangrijkste iconen van de Nederlandse waterstaatsgeschiedenis. Er zijn diverse plannen om de dijk in de komende decennia ingrijpend aan te passen, met name om redenen van veiligheid en waterhuishouding. Het is van groot belang dat deze ingrepen plaatsvinden met in achtneming van de cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk. Deze brochure geeft de randvoorwaarden daarvoor aan.
I N L E I D I N G
Hoewel vrijwel elke Nederlander de Afsluitdijk kent en jaarlijks vele buitenlandse toeristen de dijk bezoeken, is de geschiedenis en de cultuur-historische betekenis ervan bij lang niet iedereen bekend. Deze vaste verbinding tussen Noord-Holland en Friesland speelde een hoofdrol in de strijd tegen het water, bij de landaanwinning en bij de landsverdediging. De hoge cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk wordt, naast zijn betekenis voor de Nederlandse waterstaatsgeschiedenis, met name bepaald door de grote ruimtelijke en visuele samenhang tussen alle ele-menten die samen de dijk vormen: van het dijklichaam zelf tot en met de erop en erbij gebouwde monumenten. De Rijksdienst staat dan ook voor dat bij ruimtelijke wijzigingen de Afsluitdijk als samenhangend geheel wordt beschouwd. Tevens hoort de openheid van het landschap rond de Afsluitdijk zo veel mogelijk te worden gerespecteerd.
Ook de eenvormige, consequent toegepaste vormgeving, het continue profiel en de eenheid in materiaalgebruik zijn karakteristiek. Het sterk utilitaire of civieltechnische karakter van de aanleg komt daarin tot uiting. De Rijksdienst bepleit dat eventuele nieuwe bouwwerken de stijl van de bestaande respecteren.
Daarnaast zijn onderdelen van de Stellingen van Den Oever en Kornwerder-zand en een aantal bij de dijk behorende bouwwerken aangewezen als rijksmonument. De Afsluitdijk zelf heeft de status van monument niet. De inzet van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monu-menten is er op gericht om de cultuurhistorische waarde van de Afsluit-dijk te behouden en verder te ontwikkelen.
INFORMATIE EN ADVIES
Wilt u meer weten of advies over dit onderwerp, neem dan contact op met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten: mevrouw. ir. L.P.J. van de Goor, (033) 42 27 753, l.van.de.goor@racm.nl.
NUTTIGE ADRESSEN
RACM Lelystad
Oostvaardersdijk 01-04, 8244 PA Lelystad (0320) 26 97 00, fax (033) 42 17 799 info@racm.nl, www.racm.nl
Nieuw Land Erfgoedcentrum Postbus 73, 8200 AB Lelystad (0320) 26 07 99, fax (0320) 26 04 36 info@nieuwlanderfgoedcentrum.nl, www.nieuwlanderfgoedcentrum.nl
Rijkswaterstaat
Postbus 20906, 2500 EX Den Haag (070) 35 18 080, fax (070) 35 18 335 www.rijkswaterstaat.nl
ANDERE RACM-BROCHURES
Te bestellen via info@racm.nl. - Infrastructuur
LITERATUUR
- Bosch, A., & Ham, W. van der (1998). Twee eeuwen Rijkswaterstaat 1798-1998, Zaltbommel. - Op weerstand gebouwd: verdedigingslinies als
militair erfgoed (2004). Rijksdienst voor de Monu-mentenzorg, Zeist.
- Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermde dorpsgezicht Kornwerderzand (concept) (2003). Rijksdienst voor de Monumenten-zorg, Zeist.
- Ven, G.P. van de (2003). Leefbaar Laagland: geschiedenis van de waterbeheersing en land-aanwinning in Nederland, Utrecht.
RACM Brochure Cultuurhistorie 9 juni 2007
Redactie Frank Altenburg, Pim Brinkman, Okko
Kloosterman, Lammert Prins, Lodewijk van Roij en Dirk Snoodijk
Tekst en schetsen Lonneke van de Goor Foto’s en kaart
RACM Vormgeving ontwerpjanhaandrikman, Doornenburg Druk Boom PLaneta, Haarlem
Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. ISSN 1569-7606
Gratis abonnementen op onze Nieuwsbrief met brochures, adreswijzigingen, bestellingen van meerdere exemplaren en al uw vakinhoudelijke vragen: info@racm.nl of (033) 42 17 456. Alle in deze uitgave gepubliceerde afbeeldingen van de RACM zijn tegen betaling te bestellen via (030) 69 83 300.
De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten is, in samenwerking met anderen, ver-antwoordelijk voor de zorg voor het Nederlandse erf-goed boven en onder de grond en onder water. In 2006 zijn de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek samengevoegd tot één nieuwe rijksdienst. Wij zijn onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
In 1976 is de voor rails gereserveerde ruimte benut voor het verbreden van de rijweg De Stelling van Kornwerderzand moest zowel de toegang tot Noord-Holland als de Afsluitdijk zelf verdedigen
Vijftig jaar na het sluiten van de dijk, in 1982, is bij het Monument een bronzen beeld van een steenzetter geplaatst HISTORISCHE ONTWIKKELING
Op 28 mei 1932 werd bij de Vlieter, op de plek waar nu het Monument op de Afsluitdijk staat, het laatste gat in de dijk gesloten. Hiermee was de Zuiderzee verleden tijd en ontstond het IJsselmeer.
Voor het afsluiten en droogmaken van de Zuiderzee zijn al sinds de zeventiende eeuw plannen gemaakt. In de tweede helft van de negentiende eeuw begonnen die plannen serieuze vormen aan te nemen. Vanuit het oogpunt van landsverdediging echter werd hier-tegen steeds bezwaar gemaakt. De aanleg van een dijk door de Zuiderzee zou de toegang tot het dichtbevolkte en economisch belangrijke westen van ons land te gemakkelijk maken. Na de watersnoodramp van 1916 wogen de waterhuishoudkundige argumenten voor afslui-ting echter steeds zwaarder. In 1918 werd het wetsontwerp van minister Lely van Waterstaat voor de aanleg van de Afsluitdijk aangenomen, naar zijn eigen ontwerp voor drooglegging van de Zuiderzee uit 1891. In deze Zuiderzeewet werd ook de aanleg van verdedigingswerken vastgelegd.
De aanleg van de Afsluitdijk begon in 1920 met de bouw van de dijk door het Amsteldiep, die het eiland Wieringen met het vasteland van Noord-Holland verbond. Deze dijk van tweeënhalve kilometer lang betekende het einde van Wieringen als eiland. Bij de bouw werden ervaringen opge-daan die van grote betekenis zijn geweest voor de bouw van de eigenlijke Afsluitdijk.
De werkzaamheden voor de afsluiting tussen Den Oever op Wieringen in Noord-Holland en Zurich in Friesland begonnen in 1927. De Afsluit-dijk is aangelegd vanuit drie werkeilanden: een bij Kornwerderzand, een bij Den Oever en een halverwege, bij Breezand. De geringe hoeveel-heid bebouwing van de Afsluitdijk is met name geconcentreerd op deze werkeilanden. Nadat in 1932 de laatste opening werd gesloten, was de Afsluitdijk in 1933 klaar en werd toen eerst in januari beperkt opengesteld voor betalend verkeer en vervolgens in september plechtig geopend. De Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken bood daarbij het Monument aan, een uitkijktoren. In 1954 onthulde koningin Juliana bij Den Oever bovendien een standbeeld van ingenieur Lely.
CONSTRUCTIE
De Afsluitdijk is opgebouwd uit taai keileem, gefundeerd op zinkstukken van gevlochten wilgentenen, en bekleed met basalt en een dek van gras. Op de waterlijn is de dijk 90 meter breed en hij is 7,5 tot 7,8 meter hoog, boven Normaal Amsterdams Peil (NAP). Plaatselijk, namelijk te Breezanddijk en over een gedeelte nabij de Friese kust, is de dijk inmiddels op deltahoogte gebracht: 10 meter boven NAP. De kruin ligt ongeveer 3,5 meter boven de hoogst bekende stormvloedstand van de Wadden-zee. Slechts uitlopers van golven kunnen bij hevige noordwesterstorm stuivend over de dijk slaan. Bij de stormvloed van 1953 werd de Afsluitdijk aan de zeezijde op verscheidene plaatsen tamelijk zwaar gehavend, maar hij hield ruimschoots stand.
FUNCTIES
De Afsluitdijk speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding van ons land, en met de aan-leg van de dijk kwam voor het eerst een recht-streekse verbinding voor het wegverkeer tussen Friesland en Noord-Holland tot stand. Om deze zwakke plek in de verdediging van Holland te versterken werden er twee stellingen bij de dijk aangelegd.
Waterhuishouding
Voor de waterhuishouding in Nederland is de Afsluitdijk heel belangrijk. Via de IJssel komt een grote hoeveelheid water in het IJsselmeer terecht. Op het moment dat er te veel water in het IJsselmeer komt, kan dit via de Afsluitdijk worden afgevoerd. Vijfentwintig uitwaterings-sluizen in de dijk zorgen er voor dat ruim vijf-duizend kubieke meter IJsselmeerwater per seconde in de Waddenzee kan worden geloosd. Het spuien is alleen mogelijk als de waterstand van de Waddenzee minstens tien centimeter lager is dan die van het IJsselmeer. Meestal kan er bij eb gespuid worden. Soms echter wordt door harde wind het water van de Waddenzee zo hoog tegen de dijk opgestuwd dat spuien niet mogelijk is.
In verband met een eventuele militaire aanval uit het oosten werd het grootste aantal spui-sluizen niet bij Kornwerderzand, maar meer naar het westen, bij Den Oever gesitueerd. Het sluizencomplex bij Kornwerderzand heet de Lorentzsluizen en dat bij Den Oever de Stevin-sluizen.
Naast deze uitwateringssluizen bevinden zich schutsluizen in de Afsluitdijk, die zorgen voor het doorlaten van schepen van en naar de Waddenzee.
Verbinding
Oorspronkelijk liepen over de Afsluitdijk één rijbaan voor de auto en een fietspad. Daarnaast was ruimte gereserveerd voor een spoorver-binding. In 1976 is deze ruimte benut voor het realiseren van extra rijstroken voor het weg-verkeer, binnen het oorspronkelijke dijkprofiel.
Verdediging
De Afsluitdijk heeft een lengte van dertig kilometer en vormt de langste rechte lijn van Nederland. Ter hoogte van Kornwerderzand maakt de dijk een lichte knik naar het noorden. Volgens het oorspronkelijke plan zou de dijk aansluiten op de kust bij Piaam, maar later werd gekozen voor een noordelijker gelegen aansluiting. Hierdoor kon beter worden inge-speeld op de getijdenwerking en de aanwezig-heid van stroomgeulen in de ondergrond, en konden de Lorentzsluizen worden gebouwd op het Kornwerderzand, een al bestaande zand-plaat in de Zuiderzee. Bovendien betekende de knik in de dijk een belangrijk strategisch voordeel voor de verdediging, omdat een van de kazematten precies in het verlengde van de dijk kon worden gebouwd.
Om Holland, het dichtst bevolkte deel van ons land, te beschermen tegen invallen vanuit Duitsland werden de Stellingen van Den Oever en Kornwerderzand aangelegd. Deze stellingen moeten in samenhang worden bezien en maak-ten deel uit van het totale verdedigingsstelsel. De verdediging van de Afsluitdijk zelf kwam te liggen bij Kornwerderzand. De daar aanwezige
sluizen vormden een belangrijk strategisch punt. Zij waren van groot belang voor het regelen van inundatiewater voor grote delen van het Neder-landse verdedigingsstelsel.
RIJKSMONUMENTEN
De Afsluitdijk maakt deel uit van het grondgebied van twee provincies. De Afsluitdijk zelf is geen rijksmonument, maar op en langs de dijk is er wel sprake van rijksmonumenten. In het Noord-Hollandse gedeelte zijn dat de gehele Stelling van Den Oever, de Stevinsluizen, het Monument van Dudok, de lichtopstand en het peilschaal-huis. De rijksmonumenten in het Friese gedeelte zijn de Lorentzsluizen, het douanekantoor, de grenspaal en diverse delen van de Stelling van Kornwerderzand.
Sluizen
De Stevinsluizen uit 1932 en de Lorentzsluizen uit 1933 zijn van bouw-, civieltechnische en archi-tectuurhistorische waarde als gaaf gebleven voorbeelden van het bouwen in gewapend beton, waarbij het beton door een plastische behande-ling monumentaal van karakter is. Daarnaast worden zij beschouwd als belangrijke werken van architect ingenieur Dirk Roosenburg. Ze zijn van cultuurhistorische waarde als element uit de geschiedenis van de Zuiderzeewerken.
Monument
Het Monument op de Afsluitdijk is van cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf gedenk-teken in een zakelijk-expressionistische bouw-trant uit het begin van de jaren dertig van de twintigste eeuw. De uitkijktoren is een karakte-ristiek onderdeel van het oeuvre van architect Willem Dudok en vormt een ensemble met de waterstaatkundige werken en verdedigings-werken van de Afsluitdijk.
Stellingen
De Stellingen van Kornwerderzand en van Den Oever zijn van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang als verdedigings-stelling uit de jaren dertig, waarbij de nieuwe opvattingen op het gebied van landsverdediging in de praktijk zijn gebracht. Het zijn voorbeel-den van de toepassing van zware, gewapende betonconstructies in de laatste fase van de permanente verdedigingsbouw in Nederland. Het zijn allebei als complex beschermde rijks-monumenten. De kazematten, open opstellingen en tankversperringen bij Kornwerderzand vormen tezamen met de nederzetting Kornwer-derzand en het sluizencomplex een beschermd dorpsgezicht.
Douanekantoor
Het douanekantoor bij de Lorentzsluizen is van algemeen cultuurhistorisch en architectuur-historisch belang als bijzondere uitdrukking van een landschappelijk-geografische ontwikkeling. Daarnaast zijn de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp en de architectonische gaafheid kenmerkend. Net als de beide sluis-complexen is het douanekantoor een essentieel onderdeel van het oeuvre van Roosenburg.
Lichtopstand
De lichtopstand bij Den Oever is van bouw-, civieltechnische en architectuurhistorische waarde als zeldzaam geworden element uit de geschiedenis van de kustbeveiliging in Neder-land. De lichtopstand, die oorspronkelijk elders op het eiland Wieringen stond, is rond 1929 verplaatst naar het begin van de Afsluitdijk. Het betreft een gaaf gebleven voorbeeld van een gietijzerconstructie uit de tweede helft van de achttiende eeuw.
Peilschaalgebouw
Het peilschaalgebouw bij Den Oever is van cultuur- en architectuurhistorische waarde als element uit de geschiedenis van onze waterbe-heersing, in casu de controle van de waterstand ten behoeve van de dijkbewaking.
Grenspaal
De grenspaal markeert de grens tussen Noord-Holland en Friesland, zoals die met het voltooien van de Afsluitdijk ontstaan is. De grenspaal is van algemeen cultuurhistorisch belang. CULTUURHISTORISCHE WAARDE De architectuur- en cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk wordt bepaald door een groot aantal kenmerken. Dit betreft zowel kenmerken van meer algemene aard, die veelal de dijk als geheel betreffen, als kenmerken die van toepas-sing zijn op bepaalde onderdelen. Het meest karakteristieke voor de cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk echter is dat de ver-bindende dijk en de aparte bouwwerken niet los van elkaar kunnen worden gezien. Ze vormen een onlosmakelijk geheel wat betreft ontwerp, aanleg, profiel, materiaalgebruik en dergelijke. Deze ruimtelijke en visuele samenhang is een van de meest opvallende cultuurhistorische kenmerken van de Afsluitdijk.
Algemene cultuurhistorische kenmerken De Afsluitdijk kan worden gezien als icoon van de waterstaatsgeschiedenis en de strijd van de Nederlanders tegen het water. De aanleg van een dergelijke dijk was uniek in Nederland en
Het Monument van Willem Dudok staat op de plek waar de Afsluitdijk gesloten werd
De lichtopstand bij Den Oever is een zeldzaam geworden element uit de geschiedenis van de kustbeveiliging in Nederland
Extra spuisluis
Een van die aanpassingen betreft het vergroten van de spuicapaciteit. Rijkswaterstaat verricht studie naar de beste locatie voor het realiseren van een nieuw sluizencomplex. Bij dit locatie-onderzoek wordt rekening gehouden met natuur-waarden, de scheepvaart en mogelijkheden voor inpassing in het landschap. Ook archeologie speelt hier een rol. De waterbodem rondom de Afsluitdijk kent een hoge dichtheid aan goed geconserveerde scheepsresten. Deze kunnen behalve door natuurlijke dynamiek ook door menselijk ingrijpen worden blootgelegd, zoals door de aanleg van nieuwe spuisluizen.
Ophogen
Daarnaast zijn er vanwege veiligheidseisen plannen om de Afsluitdijk op deltahoogte te brengen. Dit betekent dat de dijk enkele meters zal worden opgehoogd, tot tien meter boven NAP, om een betere bescherming tegen even-tuele wateroverlast te bewerkstelligen. De uit-voering van deze werkzaamheden zal zeker nog enkele jaren in beslag nemen.
Windmolenpark
De eventuele plaatsing van een windmolenpark in de Waddenzee, waarover al jarenlang een discussie wordt gevoerd, zal eveneens een groot effect hebben op de belevingswaarde en beeld-kwaliteit van de Afsluitdijk.
Toeristisch aantrekkelijker inrichten Ook de beeldvorming rond de Afsluitdijk is in beweging. Regelmatig halen ingrijpende visies over het aanpakken van de dijk de media. De Afsluitdijk trekt jaarlijks honderdduizenden, voornamelijk buitenlandse toeristen. Deson-danks valt steeds vaker het geluid te beluisteren dat hij te eentonig zou zijn en dat hij aantrekke-lijker moet worden ingericht met bijvoorbeeld woningen of meer op toeristen gerichte attrac-ties. Bij deze vernieuwende ingrepen, die van grote invloed kunnen zijn op de Afsluitdijk, wordt de cultuurhistorische waarde van de dijk, zoals uiteengezet in deze brochure, echter lang niet altijd in overweging genomen.
CULTUURHISTORISCHE RANDVOORWAARDEN
Voorgaand zijn de meest relevante cultuurhisto-rische waarden van de Afsluitdijk behandeld. Aan de hand hiervan kunnen cultuurhistorische randvoorwaarden aan ruimtelijke ontwikkelingen van de dijk en zijn omgeving worden gesteld. Algemene cultuurhistorische
randvoorwaarden
Het meest karakteristiek voor de cultuurhistori-sche waarde van de Afsluitdijk is de samenhang tussen de verbindende dijk en de daarbij beho-rende bouwwerken, en het sterke civieltechni-sche karakter van dit geheel. Het is dan ook van groot belang dat de ruimtelijke en architectoni-sche samenhang tussen de dijk en de bijbeho-rende bouwwerken wordt behouden. Dit betekent onder andere dat bij aanpassingen aan bijvoor-beeld profiel, tracé, materiaalgebruik, bouw-werken of werkeilanden de oorspronkelijke Afsluitdijk als geheel betrokken dient te worden. Deelplannen dienen onderling te worden afge-stemd, en bij de vormgeving van aanpassingen en toevoegingen wordt de stijl van de bestaande onderdelen gerespecteerd.
Het lijnvormige karakter en de schaal van de dijk vragen om een object-, gemeente- en provincie-grensoverstijgende visie, hetgeen ook geldt voor het beheer en het materiaalgebruik.
Ook is het belangrijk bij toekomstige ingrepen rekening te houden met de argumenten waarop de locatiekeuze van het huidige tracé, de sluizen, de werkeilanden en de verdedigingswerken zijn gebaseerd.
Ruimtelijke randvoorwaarden
De openheid van het landschap rond de Afsluitdijk is een belangrijke historisch-ruimtelijke waarde, die zo veel mogelijk gerespecteerd zou mogen worden. Dit stelt eisen aan maat, schaal en positionering van eventuele bouwwerken op en rond de dijk. Aanpassingen van het dwarsprofiel of het tracé horen dan, behalve aan technische eisen, te voldoen aan ontwerpeisen die mede op de cultuurhistorie zijn geïnspireerd. De Afsluit-dijk zelf is en blijft de belangrijkste beelddrager bovendien toonaangevend op wereldschaal.
De Afsluitdijk wordt dan ook gewaardeerd als het meest hoogstaande civieltechnische en water-staatkundige werk uit de betreffende periode. Voor tot aanleg werd overgegaan zijn vele plan-nen voor de afsluiting van de Zuiderzee bestu-deerd. De keuze voor wel of geen afsluiting en de uiteindelijke tracékeuze zijn het resultaat van jarenlange studie en een politiek afwe-gingsproces. Met de voltooiing van de dijk ont-stond niet alleen de eerste fysieke verbinding tussen Noord-Holland en Friesland, maar werd ook een belangrijke stap genomen in de droog-legging van de Zuiderzee. Daarnaast speelde de dijk een rol in de landsverdediging.
Ruimtelijke kenmerken
Het landschap van de Afsluitdijk wordt geken-merkt door een grote openheid en het vrijwel ontbreken van bebouwing en recente mense-lijke toevoegingen. Het uiterlijk van de dijk is sinds de aanleg grotendeels gelijk gebleven. De eenvormige, consequent toegepaste vorm-geving, het continue profiel en de eenheid in materiaalgebruik zijn karakteristiek. Kenmerkend is ook het nagenoeg ontbreken van beplanting op de dijk, waardoor de strakke belijning en de functionele inrichting ervan worden benadrukt. De Afsluitdijk wordt gekenmerkt door een asym-metrisch profiel, waarbij de zichtrelatie met het IJsselmeer dominant is ten opzichte van de relatie met de Waddenzee. Hij is aangelegd in ruimtelijke samenhang met de verdedigingslinies aan weerszijden. Daarnaast is de dijk onderdeel van een internationale kustlijn, die wat betreft ontstaan en verschijningsvorm divers van samenstelling is. Bovendien omvat de Afsluit-dijk de langste rechte lijn van Nederland. Architectuurhistorische kenmerken De algemene architectuurhistorische waarde van de dijk bestaat vooral uit de architectonische waarde van de monumenten op en rond de Afsluitdijk. De bouwwerken vormen één geheel wat betreft stijl en periode. Onder de monu-menten op de Afsluitdijk zijn enkele bijzondere werken uit het oeuvre van de architecten
Roosenburg en Dudok. Een aansprekend voor-beeld van bouwwerken met een hoge architec-tonische waarde zijn de Lorentzsluizen en Stevin-sluizen, die een uniforme, functionalistische vormgeving hebben.
Gaafheid en herkenbaarheid
Het uiterlijk en de inrichting van de Afsluitdijk zijn sinds de aanleg vrijwel gelijk gebleven. Wel-iswaar is de weg in 1976 omgevormd tot auto-snelweg en is de ruimte voor de oorspronkelijk geplande spoorverbinding daarmee komen te
vervallen. Maar dit heeft het profiel van de dijk-niet wezenlijk veranderd. Ook de gebouwde monumenten op de Afsluitdijk zijn over het algemeen gaaf bewaard gebleven. Dit geldt eveneens voor de Stellingen van Den Oever en Kornwerderzand.
RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN Rond de Afsluitdijk spelen enkele recente ont-wikkelingen, die van invloed zullen zijn op de inrichting en de ruimtelijke verschijningsvorm van de Afsluitdijk.
Bij aanpassingen aan de Afsluitdijk zou zijn eigen-schap als belangrijkste ruimtelijke drager versterkt moeten worden
De schutsluizen van Den Oever en Kornwerderzand zorgen voor het doorlaten van schepen van en naar de Waddenzee
De sluiscomplexen in de Afsluitdijk hebben ook een functie als stormvloedkering den met het versterken van de herkenbaarheid
van de werkeilanden en de relatie met de stellin-gen van Den Oever en Kornwerderzand
de Afsluitdijk versterkt te worden: de grote samen-hang tussen de dijk zelf en de bijbehorende bouw-werken
Het is belangrijk dat de openheid en de zichtrelatie met het IJsselmeer behouden blijven
College van Rijksadviseurs Oranjebuitensingel 90 Postbus 20952 2500 EZ Den Haag Interne postcode 420 www.vrom.nl Contactpersoon Drs. b verhave T 070 3420024 F 070 3420025 Kenmerk 2009013810 Rijkswaterstaat dhr. W. Leendertse Datum 13 maart 2009
Betreft review vier visies Afsluitdijk
V R O M v e ra n d e rt e n k ri jg t e e n n ie u w e h u is s tij l. K ij k v o o r m e e r in fo rm a tie
Geachte heer Leendertse, beste Wim,
In opdracht van Rijkswaterstaat en de provincies Noord-Holland en Friesland hebben vier consortia een vervolg gegeven aan de visies die zij in een eerder stadium hebben opgesteld over de toekomst van de Afsluitdijk. In deze
vervolgstudie, de marktverkenning Afsluitdijk Rapporten fase 2, hebben de consortia de opdracht gekregen om naast het waarborgen van de veiligheid van de Afsluitdijk in de toekomst eveneens te onderzoeken of, en in welke mate, innovatie wat betreft energie en landschap aan de Afsluitdijk te koppelen is.
In uw brief van 30 januari 2009 vraagt u het College van Rijksadviseurs (CRA) een review te geven over deze vier finale visies. Tevens heeft u gevraagd de
basisreferentie van Rijkswaterstaat mee te nemen als vergelijkingsmodel.
Hierbij ontvangt u onze reactie. Deze plaatst de review van de ingediende plannen van de consortia in het kader van onze zienswijze en aanbevelingen voor de verdere aanpak van de toekomstige ontwikkelingen. Daarbij leggen we het accent op die elementen uit de plannen die naar ons inzicht de toekomstige ruimtelijke kwaliteit van de Afsluitdijk zullen vergroten.
Deze review van het CRA is een vervolg op het eerder afgegeven advies van het CRA (september 2008). De criteria die we in ons eerdere advies hebben
geformuleerd, hebben we in deze review weer als uitgangspunt genomen; te weten criteria voor de aspecten veiligheid, fasering, ecologie, energie, landschap,
monumentale waarde en recreatie.
Overigens constateert het CRA dat de vier visies die de consortia in december 2008 hebben ingediend inhoudelijk niet veel verder zijn onderbouwd dan de plannen die wij in augustus 2008 van hen onder ogen hebben gekregen. Daarom is een aantal vragen en aandachtspunten uit ons advies van september 2008 nog steeds aan de orde.
College van Rijksadviseurs Datum 13 maart 2009 Kenmerk 2009013810 1. Visie op de opgave
- Combinatie van natuurlijke dynamiek en techniek
Het past in de huidige opvattingen over duurzaamheid om waterbouwkundige opgaven op te lossen door het slim combineren van civieltechnische ingrepen en de werking van het natuurlijke systeem. Daarom geeft het CRA de voorkeur aan het gefaseerd uitvoeren van de versterking van de Afsluitdijk: houd de technische ingreep nú zo beperkt mogelijk en benut de dynamiek van het water om de veiligheid van de dijk nu én op termijn robuuster te maken. Zoek derhalve naar de synergie tussen de civieltechnische maatregelen die genomen moeten worden om de veiligheid nú te garanderen (minimaal noodzakelijke versterking van de dijk, dammen om vooroeverontwikkeling te stimuleren) en de mogelijkheden die de kracht van de natuur biedt om het geheel op termijn te versterken (het ontstaan van vooroevers en kwelders).
De huidige basisvariant ‘Robuust 2100’ van Rijkswaterstaat gaat uit van een eenzijdige waterstaatkundige aanpak met te weinig aandacht voor de onzekerheden over de toekomstige zeespiegelstijging en de ecologische problemen die de
Afsluitdijk veroorzaakt.
In de ingezonden planvoorstellen ziet het CRA wel elementen die interessante oplossingen aandragen voor de combinatie van techniek en natuurlijke dynamiek. Naar het oordeel van het CRA zijn dit verbeteringen en aanvullingen ten opzichte van de basisvariant.
- Versterken landschappelijke contrasten
In de reeks van Nederlandse landschappen is de Afsluitdijk uniek door de beleving van de grote maat en schaal van het water. Er is een magistraal zicht over het grote watervlak van de ‘getemde zee’ van het IJsselmeer aan de zuidkant van de dijk en over de Waddenzee met haar weidsheid en natuurlijke dynamiek vanaf de kruin van de dijk. De ervaring dat men zich hier op een ‘man-made’ kunstwerk midden op zee bevindt moet ook bij toekomstige ontwikkelingen bewaard blijven. Daarom moet er naar de mening van het CRA over een groot deel van het traject vanaf de autoweg een weids vergezicht mogelijk blijven over het open water van het IJsselmeer. Voor de wens om meer ecologische gradiënten van zoete naar zoute milieus en van land naar water te maken biedt het IJsselmeer andere karakteristieke
aanknopingspunten dan de Waddenzee. In het IJsselmeer liggen de mogelijkheden voor het maken van gevarieerde land-waterovergangen vooral langs de kusten van de voormalige Zuiderzee (de Friese kust en Wieringen). In de Waddenzee liggen kansen in een gevarieerd patroon van kwelders, platen en geulen. Het CRA is er voorstander van dat deze kenmerkende landschappelijke verschillen tussen IJsselmeer en Waddenzee uitgangspunt zijn voor toekomstige ontwikkelingen.
- Behoud van de monumentale waarde
De belangrijkste monumentale waarde is de dijk zelf, als strakke lijn in het landschap met een asymmetrisch profiel, en de beleving van het open water vanaf de dijk. Daarin sluit de monumentale waarde van de dijk aan bij de landschappelijke betekenis. De gebouwde elementen van de dijk zijn eveneens van monumentale waarde, maar naar de mening van het CRA secundair ten opzichte van de waarde
College van Rijksadviseurs
Datum 13 maart 2009 Kenmerk 2009013810
van de dijk zelf. Het monument (de toren van Dudok) en de verdedigingswerken bij Kornwerderzand zijn elementen die zich ook tot een verzwaarde dijk nog goed kunnen verhouden. De monumentale waarde van de sluizen hangt sterk samen met hun functionaliteit: wanneer deze sluizen niet meer voldoen uit het oogpunt van veiligheid, is het volgens het CRA onvermijdelijk nieuwe functionele sluizen te bouwen.
- Flexibiliteit in de fasering
Het CRA is voorstander van de aanpassingen van de dijk in twee fasen. Daarmee wordt een deel van de grote investeringen in tijd naar achteren geschoven en wordt wellicht een ander deel van de investeringen door natuurlijke aanwas van zeewering overbodig.
Stap 1. tot 2030:
- De onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen is groot.
- Maak bescheiden aanpassingen en verbeteringen aan het dijklichaam.
- In de eerste fase is een relatief geringe kruinverhoging van de dijk noodzakelijk.
- Start met de aanleg van vooroevers aan de Waddenkant.
- De verwachte levensduur van de spuisluizen loopt tot 2030, deze blijven tot die tijd in functie.
- Qua vormgeving blijven de bestaande kunstwerken goed geproportioneerd in verhouding tot de aangepaste dijk.
Stap 2. na 2030:
- Wanneer er meer kennis bestaat over de zeespiegelstijging en de eraan gerelateerde peilstijging van het IJsselmeer, is beter te beslissen hoe het vervolg er uit moet zien.
- In 2030 zijn de sluizen aan het eind van hun levensduur. Op dat moment is de besluitvorming over de vormgeving en de maat van nieuwe sluizen in de verhoogde dijk beter te nemen.
2. Advies over de vier visies
Het CRA heeft de vier visies bestudeerd en heeft daarbij in overweging genomen dat het altijd de bedoeling is geweest waardevolle ideeën te generen die inzetbaar zijn bij de aanpassing van de Afsluitdijk. Het is nooit de bedoeling geweest één plan als winnaar te kiezen. De waardevolle ingrediënten met elkaar combinerend komt het CRA tot het volgende advies:
Veiligheid + Fasering + Ecologie + Landschap
- De benadering die de aanleg van vooroevers aan de kant van de Waddenzee combineert met kleine verbeteringen aan de dijk zelf, is een ontwerpbasis die het CRA het meeste waardeert. In deze kosten- en milieutechnisch aantrekkelijke benadering wordt de combinatie van civieltechnische en natuurlijke verbeteringen van de veiligheid (dijk met vooroever én kwelder) gekoppeld aan het maken van een brakwatermilieu.
College van Rijksadviseurs
Datum 13 maart 2009 Kenmerk 2009013810
met de kanttekening dat nog niet voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat dit natuurlijke proces ook werkelijk op gang zal komen. De effecten op de sedimentatieprocessen in de Waddenzee als geheel moeten nader worden onderzocht. Ook vraagt het CRA zich af hoe er ter plaatse van de
aanwezige geul natuurlijke kwelders kunnen ontstaan.
- Als het terugzwemmen van vissen mogelijk wordt gemaakt, kan een brak overgangsmilieu ingezet worden om het maritieme leven in het IJsselmeer en de Waddenzee te beschermen.
- De mogelijkheid om ook in het Wieringerrandmeer een brakwatermilieu te creëren (in ‘Monument in balans’) is een vondst die nader onderzocht moet worden.
- Door op dit moment alleen de noodzakelijke kruinverhoging aan te brengen (veiligheidsniveau 2030) blijft de dijk de komende twintig jaar qua
vormgeving goed geproportioneerd ten opzichte van de spuisluizen. Na 2030, als de spuisluizen naar verwachting aan vervanging toe zijn en meer zicht is in de werkelijke stijging van de zeewaterspiegel, is een meer gefundeerde keuze te maken over de aanleg van de nieuwe sluizen en de hoogte van de dijk tot 2100. Op dat moment kan de feitelijke werking van de groeiende vooroever meegewogen worden.
- Vanwege het behoud van het uitzicht over het IJsselmeer is het CRA er geen voorstander van een binnenmeer langs de hele zuidkant van de Afsluitdijk te maken. Het voorstel voor het maken van een eiland en een lagune voor de kust van Friesland (een variant uit ‘Afsluitdijk 21ste eeuw’) beschouwt het CRA wel als een waardevol idee dat nadere bestudering verdient, wanneer hiermee gradiënten langs de kust van het IJsselmeer worden toegevoegd zonder het weidse zicht te blokkeren. Dit eiland (of meerdere kleine eilanden) kan gebruikt worden voor ecotoerisme en zal door het creëren van luwte de ecologische kwaliteit in het IJsselmeer verbeteren.
Energie
- Maak van de dijk een energieneutrale dijk. Een dergelijk concept is haalbaar, innovatief en in combinatie met de natuurlijke aanwas van de ‘groeiende dijk’ een goed exportproduct onder het motto ‘smart engineering’. Overal in de wereld is immers vraag naar goedkope en slimme oplossingen voor de zeespiegelstijging en de energiecrisis. Integreer de
energieopwekking zo veel mogelijk in de dijk: een solarwall (op elegante wijze vormgegeven in ‘Afsluitdijk 21ste eeuw’) en op termijn een
osmosecentrale zijn hierbij interessante opties. Ook bescheiden energiecentrales zijn mogelijk, waarbij wel nader onderzoek naar de precieze plaatsing van dergelijke centrales noodzakelijk is. De dijk als energieleverancier is op deze plek een overtrokken ambitie. De Noordzee en veel andere locaties lenen zich hier beter voor.
College van Rijksadviseurs
Datum 13 maart 2009 Kenmerk 2009013810
- Door het creëren van extra vooroevers is een verbetering te genereren van de ecologische waarden van de Waddenzee en het huidige IJsselmeer. Recreatie kan een toegevoegde waarde aan de toekomst van de dijk zijn, maar dan vooral in de vorm van extensief ecotoerisme dat deze
natuurwaarden individueel beleefbaar maakt.
- Het verfraaien van de Friese kust met een eiland en lagune in het
IJsselmeer is een interessante optie en kan bijdragen aan de waterkwaliteit en de visstand in het IJsselmeer. Om de openbare toegankelijkheid en de natuurwaarden van eiland en lagune te garanderen is een verscholen 'eco-resort' of schaarse bebouwing met huurhuisjes mogelijk. Privatisering van een dergelijk eiland, bijvoorbeeld door een ontwikkeling met uitsluitend koopwoningen, is ongewenst.
- De verplaatsing van het fietspad naar de IJsselmeerzijde van de dijk is een interessante recreatieve toevoeging.
Aanbevelingen voor Rijkswaterstaat samengevat:
- Kies voor een variant die na 2030 nog verschillende kanten op kan. De ontwikkeling van de zeespiegelstijging en het toekomstige peil van het IJsselmeer zijn nog niet te overzien.
- Maak een combinatie van bescheiden dijkversterking en vooroevers met kwelders aan de Waddenzeekant om maximaal te profiteren van de dynamiek van de zee.
- Fasering is van belang om geld te besparen en mee te kunnen bewegen met de natuur.
- Maak brakke overgangsmilieus waaruit vissen terug kunnen zwemmen in de Waddenzee en het Wieringerrandmeer.
- Wees in alle fasen zuinig op de monumentale waarde van de dijk en de kunstwerken.
- Wees in alle fasen zuinig op de landschappelijke waarde en de openheid van het IJsselmeer.
- Maak een energieneutrale dijk.
- Concentreer extensief ecotoerisme aan de Friese kant.
Met vriendelijke groet,
Ir. Liesbeth van der Pol ir. Yttje Feddes
Rijksbouwmeester Rijksadviseur voor het Landschap
Prof. ir. Ton Venhoeven mr. Wim Eggenkamp
College van Rijksadviseurs
Datum 13 maart 2009 Kenmerk 2009013810
Review van de ingediende plannen
Het CRA analyseert de vier finale visies aan de hand van zeven uitgangspunten. Veiligheid
De hoofdfunctie van de Afsluitdijk is het achterland beschermen tegen
overstromingen. Door klimaatverandering (stijgende zeespiegel en periodiek meer waterafvoer via de rivieren) is die veiligheid in de toekomst niet meer te garanderen. Dit is primair de aanleiding voor de aanpassingen aan de dijk.
Fasering
Een goed gefaseerde aanpak van dit grote project moet waarborgen dat ook tijdens de werkzaamheden de Afsluitdijk haar werk als zeewering kan blijven doen en dat iedere fase een eindbeeld oplevert dat in zichzelf, ook cultureel, een waardevolle eenheid is.
Ecologie
Het opheffen van de harde scheiding tussen het zoete en het zoute milieu is een essentieel onderdeel van de plannen. Deze scheiding veroorzaakt een behoorlijke ‘ecologische ramp’ bij iedere lozing van zoet water in de Waddenzee. De Afsluitdijk zou volgens de huidige inzichten nooit op deze manier vormgegeven zijn en de op handen zijnde aanpassing is een kans de barrière op te heffen en daarmee meer natuurlijke processen te genereren.
Energie
De idee de dijk energieneutraal te maken is zeer aantrekkelijk. Wanneer de dijk haar eigen energie genereert, is in principe de veiligheid van het achterland niet
afhankelijk van externe energiebronnen. Energiewinning is echter geen doel op zich. Het rijden over de Afsluitdijk moet geen route over een energiecentrale worden.
Landschappelijke contrasten
De dijk als lange, rechte ‘man-made’ streep door het landschap en het contrast tussen de dijk en het open zicht over het water is uniek. De oplossing die de consortia kiezen voor de locatie van het brakwatermilieu is zeer sturend voor de toekomstige beleving van de dijk. Dit brakwatermilieu geeft richting aan het toekomstige landschap dat om de dijk zal ontstaan.
Monumentale waarde
De belangrijkste monumenten zijn de dijk zelf, als lijn door het landschap, en de beleving van het grote open water. De samenhang met het criterium landschap is overduidelijk. Daarnaast omvat het ensemble van de Afsluitdijk een groot aantal gebouwde monumenten zoals de toren van Dudok, de spui- en sluiscomplexen van Roosenburg en de verdedigingswerken bij Kornwerderzand.
Recreatieve ontwikkelingen
Recreatie kan kwaliteit toevoegen, de Afsluitdijk is nu immers al een grote
publiekstrekker. Er moet echter gewaakt worden voor intensieve (verblijfs)recreatie of voor ontwikkelingen die grote hoeveelheden mensen aantrekken. Extensieve, ecologiegebonden recreatie is een passende vorm van vrijetijdsbesteding.