Onderzoek in de Scheepshydromechanica
Prof.dr.ir. J.A. Pinkster
Report nr. 990-PPub!. NVTS/William Froude Lustrum Symposium, 18 november 1993
Deflt University of Technology Ship Hydromechanics Laboratory Mekelweg 2
2628 CD DeIft The Netherlands Phone 015 - 78 68 82
Onderzoek in de Scheepshydromechanica
Prof.dr.ir. J.A. Pinkster
Inleiding
In deze vaordracht worden in het kort de hoofdaspecten van het hydrodynamisch onderzoek van de Vakgroep Scheepshydromechanica belicht. De doelstelling, organizatie, beschikbare
facilitei-ten, mankracht etc. worden behandeld en een aantal voorbeelden van lopend en toekomstig onderzoek warden gegeven.
Doelstelling van het onderzoek
Het onderzaek van de Vakgraep Scheepshydramechanica is gericht
ap het verwerven van inzicht en kennis met betrekking tat die
aspecten van de interactie tussen een drijvende canstructie en het amringende water die van belang zijn vaar de veiligheid van de apvarenden, de integriteit van de canstructie en het
voar-kamen van annadige belastingen vaar het milieu en de omgeving
van de canstructie met in achtneming van de ecanomishe aspecten van de explaitatie.
Organizatie
Het anderzaek wardt uitgevoerd daar de Vakgraep Scheepshydro-mechanica, in de toekomst een van de drie Secties van de nieuw
te varmen Vakgraep Maritieme Techniek. De wetenschappelijke
staf, tesamen met het anderwijs- en onderzoekandersteunend
persaneel van deze vakgraep hebben de gezamenlijke taak am varm te geven aan de anderzaeksplannen zoals deze warden vastgelegd binnen de vakgraep en in averleg met de avenge maritieme
yak-graepen, zuster instituten binnen en buiten de TU-Delft en in vaarkamende gevallen mede ap basis van
samenwerkingsavereen-kamsten met partners in het bedrijfsleven. De vakgraep neemt
tesamen met de vakgraep Stramingsleer (Wtb) deel aan het J.M. Burgerscentrum vaar Stramingsanderzaek. Dit is het eerste daor
de KNAW gaedgekeurde en daar EZ andersteunde anderzaekschool
van de TtJ-Delft. Onderzaeksplannen van de vakgraep warden jaar-lijks aan het J.M. Burgerscentrum vaargelegd. Het J.M.
Burgers-centrum wardt, middels een tweetal adviesarganen waarin het
bedrijfsleven en averheid zijn vertegenwaardigd geadviseerd met betrekking tat onderzaeksbehaeften bij deze instanties.
Laboratorium voor Scheepshydromechanica
Voor bet uitvoeren van het onderzoek beschikt de vakgroep,
naast
de
gebruikelijke
computerfaciliteiten,
over moderne
experimentele faciliteiten in de vorm van een sleeptank (No.1),
die hoofdzakelijk wordt ingezet bij het uitvoeren
van
weten-schappelijke experimenten aan schepen en andere drijvende
constructies in stil water en in golven, een kleinere sleeptank
(No.2) voor het uitvoeren van studenten projecten en practica
en een cavitatietunnel voor het uitvoeren van practica op het
gebied van scheepsvoortstuwing en fundamenteel onderzoek
aan
profielen. Het laboratorium voor Scheepshydromechanica
van de
TtJ-Delft behoort hiermee tot de best ge-outilleerde
universi-taire laboratoria in de wereld.
Contacten met andere onderzoekteams in Nederland die ook
deel-nemen in het J.M.Burgerscentrum opent de mogelijkheid tot het
gebruik van kostbaar specialistisch apparatuur. Tevens wordt
het gebruik van de experimentele faciliteiten van de Vakgroep
Scheepshydromechanica door andere onderzoekers gestimuleerd.
Onderzoekers en ondersteunend personeel
Het onderzoek van de vakgroep wordt geleid door de
wetenschap-pelijke stat. Deze bestaat uit de Hoogleraren (1 vast, 1
deel-tijd),
tJniversitaire
Hoofddocenten
(2 tJHD),tjniversitaire
Docenten
(2 tJD)en AlO's
(3). De wetenschappelijke stat kan
worden ge-assisteerd door gastonderzoekers
(1 a 2)
van een
andere unIversiteit of wetenschappelijk instituut en studenten
die afstuderen in de richting Scheepshydromechanica. De
voor-bereidingen, uitvoering en verwerking van wetenschappelijke
experimenten in de faciliteiten en de ad.ministratieve
onder-steuningswerkzaarrtheden worden uitgevoerd door het onderwijs- en
onderzoekondersteunend personeel van de vakgroep.
Onderzoeksprojecten
De vakgroep voert,
met
betrekking
tot
schepen
en andere
drijvende constructies, onderzoek uit op de volgende gebieden:
- Gedrag in golven, wind en stroom
- Manoeuvreren
- Weerstand en Voortstuwing
- Geometrie en stabiliteit
In het volgende wordt een kort overzicht gegeven van enkele
recente projecten die door de Sectie Scheepshydromechanica zijn
uitgevoerd.
- Gedrag van snelle schepen in golven.
Het betreft hier met name het gedrag van planerende vaartuigen
in golven. Bestaande methoden voor het berekenen van de door
golven veroorzaakte bewegingen en versnellingen zijn niet toe-reikend voor het bepalen van de kans van optreden van extreme waarden. Een niet-lineare rekenmethode is ontwikkeld en aan de hand van modelexperimenten gevalideerd. Deze tijddomein simula-tie methode bevestigd dat de piek verticale versnellingen door lineare rekenmethoden wordt onderschat,
Een dissertatie betreffende deze methode is in voorbereiding.
- Het gedrag van extreme rompvormen in golven
Dit project betreft de validatie van een strip-theorie reken-methode voor de bewegingen in golven van rechthoekige transport bakken of pontons zoals die door de of fshore-industrie wordt toegepast. Modelproeven met bakken met systematisch gevarieerde hoofdafmetingen zijn uitgevoerd en vergeleken met berekeningen
op basis van een strip-theorie berekeningsmethode. De resul-taten zijn gepresenteerd op een internationaal symposium en gepubliceerd. (fig. 1, fig 2, en fig 3)
- Gedrag van schepen bij aanvaring
In het kader van een onderzoek naar het bewegingsgedrag van een
schip ten gevolge van een dwarsscheepse aanvaring werd een
tijddomein simulatie model ontwikkeld. Dit model is gebaseerd
op de vergelijkingen van Cummins. Om het mathematisch model te testen werden botsproeven met een model uitgevoerd. De externe
krachten en de bewegingen werden gemeten. Een vergelijking tussen de berekende en gemeten sneiheid van het model na de botsing is gegeven in fig. 4. Het mathematisch model is in opdracht van TNO/CMC gebruikt voor het berekenen van de
bewe-gingen van een dwarsaangevareri binnenvaartschip uitgaande van de aanvaringskrachten gemeten tij dens aanvaringen die op ware grootte zijn uitgevoerd.
- Belasting van schepen in extreme golfcondities
In samenwerking met de Koninklijke Marine wordt in deze tijd
een 4-jarig AlO onderzoeksproject afgerond die betrekking heeft op het ontwikkelen en valideren van een niet-lineair tijddomein
rekenmethode voor het bepalen van de extreme bewegingen en rompbelastingen van een schip varend in hoge golven. flit
onder-zoek heeft duidelijk de oorzaken voor niet-lineaire effecten aangetoond. Dit zijn, o.a. de geometrie van het bovenwater-gedeelte van het schip ter plaatse van de boeg en de invloed
van de scheepssnelheid.
- Visceuze effecten in de laagfrequente golfdriftkrachten op afgemeerde semi-submersibles
Bestaande methoden voor het berekenen van golfdriftkrachten die
gebaseerd zijn op 3-dimensionale lineaire diffractie theorie
blijken deze krachten over het
algemeen te onderschattenwanneer het zware storm condities betreft. flit onderzoek is
gericht
op het verkrijgen van inzicht
in de
fundamenteleaspecten van dit verschijnsel. Hiertoe worden systematische
model proeven met gedeelde modellen van de constructie uitge-voerd die o.a, inzicht geven in de lokale krachtverdeling. De resultaten van de modelproeven dienen tevens ter validatie van de ontwikkelde rekeninethode. Het uiteindelijke doel van de studie is het ontwikkelen van een verbeterde methode voor het berekenen van de ankerlijnkrachten van afgemeerde
semi-submer-sibles.
- Surfing van zeiljachten in recht achterinkomende golven
Het is een bekend verschijnsel dat de scheepssnelheid bij
achterinkomende golven verhoogd kan worden door voortstuwende werking van de golven. Dit verschijnsel is niet-lineair van karakter en methoden om de invloed van golven op de scheeps-snelheid te bepalen ontbreken. Bestaande rekenmethoden voor het bepalen van de gemiddelde kracht van de golven falen onder deze condities. Zie fig. 5. In dit onderzoek is een serie systemati-sche modelproeven uitgevoerd met verschillende jacht rompvormen
om de invloed van deze parameters vast te stellen. Ult de
resultaten van de modelproeven is gebleken dat met een betrek-kelijk eenvoudig mathematisch model de voortstuwende kracht van de golven met redelijke nauwkeurigheid kan worden benaderd. Zie fig. 6.- Ontwikkelen van een lineair 3-dimensionaal diffractie pro-gramma DELFRAC
Het gedrag van willekeurig gevormde drijvende of vaste
con-structies kan worden berekend op basis van lineaire potentiaal-theorie berekeningen. Op basis hiervan kunnen grootheden als de golf drukken, watersnelheden en golfhoogten rondom de construc-tie worden berekend. Tevens kunnen de door golven veroorzaakte bewegingen en driftkrachten worden berekend.
In fig. 7 is een voorbeeld gegeven van de golfamplitudeverde-ling rondom een rechthoekig ponton in schuine regelmatige gol-yen. De modellering van het ponton is gegeven in fig. 8.
Het programma DELFRAC is middels deelname aan een internatio-naal vergelijkend onderzoek uitgevoerd in het kader van de ITTC
waaraan 23 internationale instituten hebben deelgenomen. Het
programma is kort geleden in opdracht van Allseas gebru±kt voor het uitvoeren van de golfdrifkracht-berekeningen voor het bepa-len van het geinstalleerd vermogen en de DP performance van de
SOLITAIRE, een nieuw DP-Pipelaying vessel dat in 1995 in de vaart zal komen. Bij deze berekeningen werd de invloed van
golfrichtingspreiding op de golfdriftkrachten in rekening gebracht.
- Slamming
Het optreden van slamming met de daarbij behorende hoge locale
belasting kan leiden tot schade aan de scheepsconstructie. De optredende piekdrukken zijn o.a. afhankelijk van de lokale vlaktilling. Een uitgebreid systematisch model onderzoek is
uitgevoerd met een aantal wig-vormige rompen waarbij de slamming drukken zijn gemeten en vergelekeri met resultaten van
bestaande rekenmethoden. De analyse van de resultaten van de metingen en het publiceren hiervan in de internationale
yak-literatuur werd uitgevoerd in samenwerking met een wetenschap-pelijke medewerker van het BSHC (Bulgarian Ship Hydrodynamics Center) die hiertoe gedurende een aantal maanden als
gast-onderzoeker bij de vakgroep verbleef. - Simulatie-onderzoek van vliescavitatie
Scheepschroeven opereren doorgaans in een sterk fluctuerend volgstroomveld. Mede hierdoor kan cavitatie ontstaan. Om
in-zicht te verkrijgen in dit verschijnsel kan men o.a. mathema-tische modellen ontwikkellen en het gedrag simuleren. In deze studie, dat afgerond wordt in de vorm van een proefschrift, is
het vliescavitatie mechanisme gesimuleerd. Vliescavitatie is een vorm van cavitatie waarbij een vlies ontstaat waarin zich
alleen waterdamp moleculen bevinden. Voor het berekenen van de omstroming om een profiel is uitgegaan van potential theorie. In fig. 9 is het panelen model van een profiel gegeven. In fig. 10 worden de met deze methode berekende drukken op het profiel (niet-caviterend) vergeleken met een bestaande methode geba-seerd op comformal mapping.
Nieuwe onderzoeksprojecten
De keus van nieuwe onderzoeksprojecten wordt beinvloed door een
aantal aspecten waarvan hier twee belangrijke in het kort
worden toegelicht:- De beschikbaarheid van geschikte experimentele faciliteiten
en bekwaam ondersteunend personeel
Dit schept de mogelijkheid om inzicht in complexe physische processen op te bouwen. Zonder deze faciliteiten is het niet mogelijk am rationele mathematische modellen van dergelijke
processen te ontwikkelen en te valideren. Men kan hierbij
bij-voorbeeld denken aan het gedrag van drijvende constructies in extreme zeecondities, het gedrag van schepen na een aanvaring
enz. Bij een aantal verschijnselen zijn adequate mathematische
modellen niet voorhanden en kunnen voorlopig ook niet worden
verwacht. In dergelijke gevallen kunnen resultaten van
systema-tische model proeven als basis dienen voor semi-empirische rekenmodellen. Een voorbeeld hiervan is het door de vakgroep ontwikkelde Velocity Prediction Program (VPP) dat gebruikt
wordt voor het berekenen van de prestaties van high-performance zeilj achten.
- De relevantie van het onderwerp voor de praktijk.
Dit aspect speelt een belangrijke rol in de keus van onderzoek en ontwikkelings projecten. Voor langer lopende projecten
jarig AlO projecten) die gefinancierd warden daar instanties
als STW af uit het Onderzaekstimuleringsfands dient te warden
aangegeven welke bedrijven belangstelling hebben
vaar het
anderzaek. Vrij anderzaek dat niet direct is gericht ap een
specifiek praktijk prableem maar eerder is gericht ap het ver-graten van inzicht in deelpracessen af dat gericht is ap nieuwe taepassingen blijft een essentieel anderdeel van universitair anderzaek.
Tat de nieuwe anderzaeksprajecten beharen de valgende: - Manaeuvreergedrag van planerende vaartuigen
De veiligheid van deze vaartuigen en de avenge scheepvaart is
vaar een belangrijk deel afhankelijk van de wendbaarheid en bestuurbaarheid. Prablemen kunnen zich vaardaen met betrekking tat de dwarsscheepse stabiliteit dat ander invlaed van
verande-ringen in het antwerp (taegenamen vlaktilling) is afgenamen.
Het anderzaek zal warden uitgevaerd i.s.m. het MARIN. - Gedrag van Surface Effect Ships (SES) in galven
In samenwerking met de Kaninklijke Marine, MARIN en de Kaninklijke Mij. De Schelde zal een recent gestart anderzaeks-pragrarnrna warden vaartgezet. In de eerste fase, dat in de varm
van een afstudeeranderzaek is afgerand, zijn de taegevaegde massa en demping en de galfkrachten van de dampbewegingen van
een vereenvaudigde SES daar middel van madelpraeven anderzacht.
In een valgende fase zullen a.a. de dynamica van het
lucht-kussen en het effect van de zijrampen ap deze graatheden warden
anderzacht, Een specifiek anderwerp van belang bij dit type
vaartuigen is de weerstandstaename in galven. - Hydradynamische krachten ap multi-ramp schepen
De laatste jaren is de belangstelling vaar grate dubbelnamp
(Catamaran, SWATH) vaartuigen taegenamen. Recentelijk is de
eerste SWATH Cruisevessel in dienst genamen. Vaar het bepalen
van het gedrag van dergelijke vaartuigen in galven en het vast-stellen van de interne, daar golven geinduceerde krachten in de rampen en verbindende dekcanstructie zal een drie-dimensianale,
lineaire diffractie berekeningsmethade warden antwikkeld en
darr middel van vergelijking met resultaten van madelpraeven
warden gevalideerd. Bij dit type schepen spelen de
hydradyna-mische interactieeffecten tussen de beide rampen en de galf-afscherming van de rampen anderling een belangnijke ral. Dit
4-jarig AlO praject wardt gratendeels gefinancierd daar gelden
uit de Onderzaekstimuleningsruimte ten beschikking gesteld daar
het ministenie van Onderwijs en Wetenschappen. Verwacht wardt dat aak het bednijfsleven deel zal nemen aan dit interessante
praj ect.
De resultaten van vaarnaemde anderzaekspnajecten warden
vastgelegd in rapparten van de sectie en in veel gevallen
gepubliceerd in internatianale vakbladen af gepresenteerd ap
internatianale sympasia. De sectie presenteerd elk jaar een Engelstalig jaanverslag dat internatianaal verspreid wardt.
Toekomstige ontwikkelingen
De bezuinigingen die sinds een aantal jaren doorgevoerd warden binnen de TU-Deift hebben geleid tat een drastische afname in het aantal onderzoekers en ondersteunend persaneel in de
vakgraep. De afname in de vaste wetenschappelijke staf is
ge-deeltelijk gecampenseerd door de taename van het aantal AlO's. Inkrimpingen hebben zich oak vaargedaan bij andere anderzoeks-instellingen zoals b.v. bij het MARIN. Het is echter van graat
belang dat de anderzoeksinfrastructuur ap het gebied van de
maritieme hydramechanica binnen Nederland valdaende sterk blijft am de maritieme bedrijfstak effectief te kunnen blijven bedienen,
zowel uit het aagpunt van het leveren
van jangespecialisten als het leveren van hoagwaardige anderzaeks-resultaten. Hieraan zullen alle betrakkenen hun aandeel maeten leveren.
0.5 .L
10.5
0.010.5
0.0 0.0Plitud
0.51ET
Figuur 2. Stamp-responsies van rechthoekige bakken in van
voren inkomende golven (Fn = 0.0 en 0.1).
1.5
.
ph.a3a lag
-ig
a
Tn - 0.0c3_ pi4z lag C Fr 0.10 270 (deg) 180Figuur 1. Domp-responsies van rechthoekige bakken in van
voren inkomende golven (Fn = 0.0 en 0.1).
270 180
(deg)
90
phase lag
Fri0
- 0.00
360 270 (dieg) 180 3603-Plitud
phaae lag
Fri - 0.10 1.0 0.5 0.0 1.0 czlci.rlatedaured, =odel B2
measured,d1 A2
1.0 1.5 0.0 0.0 0.5-rE7r
L.a 0-. 5 1.3 Model Al
0.0-270360+ +
180 Model C2 + 270-lao calcu La ted
Model C2
0.0
-0.5r
:eaured
alci4laeed + +Figuur 3. Domp-responsies van rechthoekige bakken in van
dwars inkomende golven (Fn = 0.0).
30.
C"
270-0.3 0.0 0.5 L.0 1.-S 1.5 1.0 0.5 Model Al.
(dei)
360 -Model A2x
* 180 -270 360 - A Modei. A.) A A 180 K 1.0 Model A2 A 3.5 1.0 Model A3 3.0 f 0.5 3.001 0
- 01
.02
.03
.04
.05
.06
0 Model experiments calculated m.v. Smal Agt I I Time SFiguur 4. Verzet-snetheden ten gevolge van een dwarsscheepse impulskracht.
3 4 5 6
1
<0
cr -2 0 RAW= RAW/(p g B2/L )RAW SYS 27 38 and 39
0 0 L/2 V 0 V 0 SYS 39 Expehment O SYS 38 Experiment v SYS 27 Experiment
SYS 27 Gerritsma Beukelman
A SYS 38 Gerritsma Beukelman
® SYS 39 Gerritsma Beukelman
l2We=O
Figuur 5. Gemiddelde langskracht op een zeiljacht in achter-inkomende golven.
SYS 27 R250 L/=O.4
/H= 18.2
Figuur 6. Langskracht op een zeiljacht in achterinkomende go!-yen als functie van de positie t.o.v. de goiftop.
. 0 0 S
.... . . . SS
.
S S S S SS S Os. . SS S
SI
S S SS S S
.. S S
SSI... I
S S SsO..
SI
S S SI
S S S SI
S SS S S . S
SI
SI
I SI
S S I I S S S S S 5I
I S
SI I
SI
SI
I S SI
S S I S S I S S S S SI
S S I S S S I S SI
S S SI.IS. 'I.. S
S. S
S I S I I S I S I S 5 5 5 SSI
S SS.. S
S S I S S S S S S I S S5. S. SS 11.1..
S I I S 5 S S S SI
SS .IS .0.11..
I
S S S S S S S'
' .5
SS S
.
1....I.S.
1...I
LA
ç-. -.
S I
0O S 5
T-...001.I.IS
.,1S
....' .0.11. 'III
S S... S
S Ô..SSSØ5
S S SS S S S
SS .l. S....
. S S
S S S S 5 5 S* S
S S S S SI
5..S
S S
S S I . I S I S S S S S SS le S
1110100.5 555
...s...sII...
ssssIsSsI... S
I S.S . I .
. . IIIS....I..s... I.... S
S..S S...
lIIlSOSlIISS...SS...I....S..
5 5
5 5 5 5 5 5 55 SIS S
S S I.Il1
S .. S
S I I I I S S * I S SS S
0I.... S
S S ..I S S
Figuur 7.Figuur 8. Panelen model van een ponton (150
x 50 x 10 m) ten
behoeve van 3-dimensionale diffractie berekeningen met DELFRAC.Figuur 9. Panelen model van een 2-dimensionaal vleugel profiel ten behoeve van lift
NACA632AO15 Order:2 NPX:40 NPY8 o'.:l.S leading edge spacing (Wr= .05) 1.0 .5 0 -.5 -1.0 0 El
-0 Conformal mapping
- - -o Panel method
20 40 60 80 100percentage of chord [%]
Figuur 10. Berekende dnikverdeling over de koorde van een 2-dimensionaal vleugelprofiel.
Za Ca 1.0 0.5 o.a 1.0 Za Ca 0.5 0.0 0.0 0.0 .1. 0.5 phase 1a amplitude 0.0 0.0
phase lag
amP1itUd 0 .5 D 0.5 1.0-1E7?
1.0Fn - 0.00
En - 0.10
1.5 1.5calculated
easured, =ode]. 32 measured, ode1 A2 pit.&sa lag.
o\
F_fl -phase lag Fr - 0.13 360 270 (degj 183 360 270 (deg) 180Figuur 1. Domp-responsies van rechthoekige bakken in van voren inkomende golven (Fn = 0.0 en 0.1).
Figuur 2. Stamp-responsies van rechthoekige bakken in van voren inkomende golven (Fn = 0.0 en 0.1).
270 130 (deg) 90 270 1BO (deg) 90
Za 360 czc 270 0.0
0.0-0.5 0.0 Model A2 1.0 0.0 0.5 Model Al Model A31.01-_
Model C2.
Aieaured
alculated
0.0 0.5 1.0 1.5Figuur 3. Domp-responsies van rechthoekige bakken in van dwars inkomende golven (Fn = 0.0).
270 360 -180 Model C2 + 270 * esu red 180
calculated
(deg) 180 360-270 180 K 360-ModelA2 AA.A Model A) A A'a..
La
Model Al K 0.5 1.0 0.0-. 1 I I 0.5 1.501
0- 01
.02
.03
.04
.05
.06
0Model experiments
'ICalculated
m..v. Smal Agt
I I I 1 2Time
3 4 S 5 6Figuur 4. Verzet-snelheden ten gevolge van een dwarsscheepse
= RAW/(p g
B2/L t;)
RAW SYS 27 38 and 39
0 0 V 0 V o SYS 39 Experiment o SYS 38 Experiment v SYS 27 Experiment
SYS 27 Gerritsma Beuk&man SYS 38 Gerritsma Beukelman SYS 39 Gerritsma Beukelman
1.2 W0=
L/2
Figuur 5. Gemiddelde langskracht op een zeiljacht in
SYS 27 R250 L/2=O.4 2/H= 18.2
Figuur 6. Langskracht op een zeiljacht in achterinkomende
S S S
. S
...O . S
S ... S
S S S SS S S OIIS
S S S S S a S S5555 ... .. SS
S S S S S S S S S a SSS S.
S S S S S S S S S S S S S... SS .. S
S S S S S S S S S a . a S SI
S S SS S ... . S s. S
S I S S S S S S S S S a SI
I
S S S5S I..I S S . S S
S S S S S SI
I
I
SS 55
I S
S 5 S S S S S . I S S S S.. S
S .. S
0 S.. S
S S S a a S S S S S I SI
S S SS .. S S
SI
S S S S SS 5...
SS S S S S
I
+ '-r I-
S S 5
S S4 4
.s.IS ,
.IISI .1 5
. I
4 4v4
-4- r+rt S
....
.
. I III
S S:-
__
t4.
:....
y a SI S S S I S
.
... S
S..S SSII
S S SI
S S S S
.S....
. S S
I
I
SI
I
S S S I S
SI
I
S SI
55 S
S S 5I S
S S S S S I . S SI
S SI
I
I
S.
IIOSSSS..SSS...SSS...S...I....
...sssIISIIs.II... I.... SI..
I.
O...sS..
I
S S ..S S S
S S S I S
I S S I
S I I S SI
S
I
I I S I S S I SS S S I
.555
SS S I,I.S
Figuur 7. Amplitude verdeling van golven rondom een ponton (150 x 50 x 10 m)
Figuur 8. Panelen model van een ponton (150 x 50 x 10 m) ten behoeve van 3-dimensionale diffractie berekeningen met DELFRAC.
Figuur 9. Panelen model van een 2-dimensionaal vleugel profiel ten behoeve van lift
NACA632AO15 Order:2 NPX40 NPY:8 o.1.6 leading edge spacing (Wr=.05) 1.0 -1.0 0 h lb
a -a Conformal mapping
o----o Panel method
20 40 60 80 100
percentage of chord [%]
Figuur 10. Berekende drukverdeling over de koorde van een