RAPPORT
HEP KNIKPROBT1FM IN DE SCHEEP3BOUVKUÎfl)E
dpor
Ir. J.CIi. de Does
Laboratorjum vqor S.eepscoustructjeg
4e
ie Bog
iòoi. te
Deirt
SSL 49
ç.
INTIOUD = .== =
HOO.FDSTUX I
De historische ontwikke1ing van bet knikprobleeni
in de scheepsbouw. Biz. 1t4in 16.
1
Inleiding. Biz. I tim 3.
2.
Historisch overzicht,B1Z. 4.
3
.'Dè
Woif"-proêven.Blz. 5 t/m Il.
4
De publikaties van Lienau en Dalilmann. Biz.. 12 t/m 13
5.
De proeven van Mon:toc1erie. Elz. 14 t/m 16.
HOOFDSTUK II
Het knikken van axiaal belaste stäven. Biz. 18 t/m 27.
1
Inleidin. Biz. 18.
2.
Elastische knik van rechte staven. Biz. 19 i/in 23.
.3.
De tangent-niodulus theorie.Blz.23 tIm
24.
IDe gereduceerde modulus theorie. Biza 24 t/m 26.
De theorie van Shanley. Blz. 27.
IOOFDSTUK III
Het knikken van lange de randen belaste platen.
Blz. 29 t/m 60.
..1
Inleiding., Blz. 29.
.De differentiaalvergeiijking van d
uitgejcnikte
plaatïn bet elaetischegebìed. Biz.. 29 t/m 35
De theorie van: Bleich voor knik in hét plastieche
gébied. BIz. 3
t/m 37.
. I4,.
De theorie van Ros en 'Ei'chiner
oor knik j
het
plastische gebied..Blz. 37 tim 38.
:IDe theorie van ilyushÏn énSthwe)3. vqpr knik in
het plastische gebied. Biz. 39t/m.4.:
De knikgrens van een viakke, rechthoekige, en
aan de randen scharnierend bévest.igde
lange twee zijden gelijkuiatig belast BIz.43 tIm 48.
.De knikgrens van viakke rechthoekigè pÏaten vöo
diverse wijzen van ondereteuming. Biz. 48 t/m 53.
Bryan's ene.rgiemethode voor bet bepalen van de
krÀikgrens:..Biz. 53 t/m 56.
..
..
.Toepassing van de eneriiemethod ode plaat met
soharnierende randèn.. flZ. 56 t/m
j.
HÖOFDSTUK iv!
Verstijfde plaatveiden.
B1z»62
t/m 89.
i;
Inleiding. Biz. 62 t/m 64.
Berekening van hot vereiste traagheidsnionient
voor inaxitnmn kntksterkte bij eon plaat niet
scharnierende randen.en I of 2 langsverstijvers.
B1z.6t/m69.
Berekening van het traagheidsmoaient voor het
bereiken van een gegeven kniksterkte bij eon
plaat niet scharnierende randen. B1z0 69 t/m 70.
k. Bereke'ning van do knikste'rkte van een gegeven
plaat niet verstijver. Biz. 70 t/m 72.
Door dwa.rsbaiken verstijfde plaatvelden.
B]z. 72 t/m 73.
De invloed van 'gekionken landen en stuiken.
Biz. 73 t/m 75.
. ...
7°
De k'niksterkte van doosvorniige construôties.
B].z. 75 t/m 78.
8
De meedragende pla.atbreedte.B].z. 78 t/m 83
9.
Ret bepalen van.de afmetingen. der stijlén,
Biz. 83 t/m 85.
.10. Voorbeelden. Biz. 85 t/m 89..
...HOÛDSTI
V :De draagkracht van geknikte
1aten. Bi.z. 91 t/m 108.
.1;
Inleiding.Biz. 91 t/m.94,
2;
De theorie van Von Kruin.B1:z. 9k..t/
95..
3 De theoretische grondsiagen irán de methode
van Marguerre. Biz. 96 t/m 99.
4.
Resûltaten iran dè theorie iran Marguerre.
Blz. 99 tim 102.
. .5;
De theorie van Koiter. Biz. 103 t/m lOLl..
6;
Toepassing in de scheepsbo'uwkimde. BI-z ...104 t/m
105.-7.
Voorbeelden.
Biz. 105 t/m 108.
HOOFDSTUKVI . .
Door waterdruk belaste plateri.Blz. 110 t/m 119.
1.
tnleiding.
Biz. 110 t/m 112,
. .2; De .coefficienten van Pietzker. Biz. 112.
3.
De trheoretisclie g'rondslagen van de plaattheorie'.
Biz. 113 t/m 1150
4.
De diagrammen van Schade. Biz. 115 t/m 117.
5
Geldigheidsgrenzen van de plaattheorie.
Biz. 11.7 tini 119.
..
T.
HÒOFDSTUK VII
Combinatie van waterduk en belasting in het v.ak van de plaat. Biz. 121
tira 132.
. . j1 .Iñleidlng.Blz..121 t/ni 122.
Platen met scharnierende randen. Biz. 122 t/m 125. Platen met Op willekeurige wijze ondersteunde
randen Biz. .126
tIm
129,k. Grotere doorbuigingen dan de haive.plaatdikte,
:B1Z.
129 tim 130.De knikgrens vali platen niet gecombineerde
be-lasting. Blz.130
tIm
132.Voorbeeld.Blz. 132.
NOTATIES
s
HOOFDST'UK I
DE HISTORISCHE ONWIE1(ELING VAN HET KIIKPROBEM
IN DE SCBEEPSBOUW.
1. Inleidin,
In de op bulging en gedeeltelijk door
waterdruk
be-/
laste scheepsromp treden in de ulterste
vezels
af-wisselende trek- en drukepanningen
op, welke
spazi-ningen een zekere, van de
materiaaleigenschappen.af
hankelijke, grenswaarde niet
mogen overschrijden.
In 1911 stelde Pietzker voor, aan de drukspanningen
een tweede grena te stellen, volgend uit de weerstand
tegen uitknlkken van de betreffende constructies,
Hiermede werd een onderwerp aangeroerd dat,
enerzijds
ten gevolge van de ingewikkeldheld
van bet
knikpro-bleein zelve, anderzijds door de bijzondere
eigen-schappen van bet tnateriaal, tbans nog geenszins als
opgelost beschouwd kan worden.
in het algeineen worden de afmetingen
van
constructie-delen bepaald door de voorwaarde, dat
aan de
optreden-de spanningen sen zekere
grena, de toelaatbare
span-fling, wordt gesteld. De bepalingvan deze optredende
spanningen is gebaseerd op de logische
veronderstel-ling, dat tussen inwendige
en uitwendige krachten een
toestand van. stabiel evenwicht bestaat.
Deze
veronder-stelling impliceert, dat bij
een onei±idig kleine
toe-name van de uitwendige beltisting de spanningen
en
vormveranderingn ook slechts inst een oneindig klein
bedrag toenernen. I-let knikprobleem wordt
gekeninerkt
door het verschijnsel, dathet evenwicht
tussen
-2
Een kleine toenarne van de belasting.heeft oneven.redig.
grote vorniveranderingen ten gevolge. Het vermijden van
knik konit this neer op het bepalen van de
belastings-grens, waarbij bet stabiele evenwicht tussen belasting
en spanningen overgaat in labielevenwiobt. Het heeft
tot
184Li-geduurd, voordat Euler dit probleeni op de
juiste wijze analyseerde, nanielijk als
stabiliteits-probleein.
en tweede verschijnsel dat de oplossing van het
vraag-stuk vele woeilijkheden heeft berokkend, is bet feit
dat bet verband tussen spanning en rek van een bepaald
materiaal een grote invloed heeft op bet prob].eetn.
Indien de spanning in de conetructie,waarbij het
even-wicht labiel wordt, kleiner is dan de
proportionali-teitegrens van bet niateriaal (elastisch gebied),is de
elasticiteitsniodulus E een constante. Wordt echter de
proportionaliteitsgrens overschreden voordat knik
optreedt, dan neemt E zeer snel ai met toeneaiendo
be-lasting. rit heeît ten gevolge, dat een labiele
even-wiebtetoestand Zieh veel eerder zal voordoen dan in bet
geval c.at. de wet van Hooke onbeperkte geldigheid zou
bebben.
Ornetreeks bet begin van deze eeuw hebben Considère,
Von K&rm.n en Engesser daze invloed geanalyseerd en
daartnede de fundamentele grondsiagen gelegd waarop een
theoretische behandeling van bet knikverschijnsel,
zo-wel in bet elastische als in bet plastische gebied,
ge-basèerd kan worden. Bij verstijide plaate1den doct
zieh tens].otte nog de coniplicatie voor, dat bij ove
schrijden van de knikepanning in de beplating,de
con-structie niet onmiddellijk bezwijkt, zoals dat met
staven bet gavai Is. Integendeel, bij diinne platen,
zoals in de vliegtuigconstructies voorkomen, kan de
belastingwaarbij de constructie.bezwiJkt, bet
-3-knikspanning overschreden wordt, gaat de pleat uitbui-gen, de spanning in de verstijvingsprofielen en de daaraan gekioziken of gelaste plaat in
de onmiddellijke
nabij-heid van het profiel neeint echter nog toe. De spannings-verdeltng is nu dus niet nieer
gelijkwatig, zoals bet
geva]. was
vcordat de plaat uitknikte. De constructie bezwijkt pas,wanneer de profielen gaan kriikkn of in-dien hierin de vloeigrens overachreden wordt. Bij de in de acheepebouw gebruikelijke dikke platen is deinax-Imurn last nooit nieer dan het dubbele van deknikiast.
In bet volgende za]. nu eerst in hot kort behandeld wor-den in hoeverre de theorie van het knikverschijnsel in de loop der jaren toepassing gevonden heeft inde
scheepsbouwkunde, Ín oofdstuk II wordt vervolgens eon overzicht geeven yen de huidige kezinis vazi hot knik-ken bij 8taven.Hoofdstuk III
behandelt de knik van platen, terwiji in 1oodstuk IV verstijfde plaatvelden besproken zi1len worden. Hoofdstuk V is gewijd aan de draagkracbt vail boyen de knikgrens belaste platen,en de beide laatste11OQfdStukkeU .behaudeien
achtereenvolgens doorwater..
dr'uk belaate platei ezi de conibinatie van watez'dz'uk en
-4
2.
H4storisch. overzictht.
Op grond van de kiassieke proeven met de
torpedoboot"Wolf", welke in
hetbegin van dezo eeuw uitgevoerd
werden, komt Biles tot de conclude, dat de
elastici-teitamodulus
van het inatriaa]. in de dwarsdoorsnede
van eon schip siechte 2/3 zou bedragen van de normale
waarde. Dit wordt in 1911 bestreden door Pietzker,
die de elasticiteitsmodulus onveranderd laat,
maar
nu bet traagheidsinoment
van de dwasdoornede van
hot
chip overeenkometig wil reduceren. De
theorie vanPietzker
wordt in 1924 doorI'IofZniann niet bevredigend
resultaat.toegepast bijeen analyse van de pzoevn
metdo "WOlf".
Lienau en Dabimaan behandelen in 1913 en
192$ 9venens het verschijnael van kni.k in scheepspla..
ten. 1n 1934 worden op instigatie van Lloyd!s
eon
aan-tal knikproeven uitgevoerd door Montgouierie. Hij
steltaen empirische formule voor,waaruit de knikgrens van
dekken berekend kan worden. Hoe weinig de moderne
op.-vattinen tot de scheepsbouw dooredrongen zijn, blijkt
wel uit bet Zeit, dat Arnott in 1942 de formule
van
Montgoraerie nag steeds bet mneest betrouwbare criterium
vindt, ondanks bet grote aañtal publikaties, dat
voor-al in vliegtuigbouwkundige kringen
over knlkproblemen
is verschonen, Een en aìider wordt muisechien veroorzaakt
door het Zeit, dat de dwingende voorschriften der
klasse-bureaux een zo nauwkeurig mogelijke sterkteberekening
voor normale ontwerpen van handelsechepen overbodig niaken.
In tegenstelling hiermnede worden bij het ontwerp
ivanvliegtuigen standaard-belastingscondjtjos als criteriumn
voor de afmetingen der constructiedelen gegeven, zodat
bet bechjkken over zo exact mnogelijke
I
S
. De "Woif"proeven
In 1905 hield Blies een lezing voor de Institution
of Naval Architects, waarin de door de Britse
Admira-ittelt uitgevoerde proefneniingen aan de torpedoboot
H.Li.S. "Wolf" werden beschreven Li].
1)
Zoals bekend, werd bet schip op een tweetal
onder-steuningen in het droogdok van Portsmòuth.geplaatst,
waarna bet water weggeponipt werd (fig. 1). Bi
diver-se waterstanden werden de rekmeters afgelezen. Deze
proeven waren in feite slecbts de calibratievoor
naderhand op zee uit te voeren proefneniingen, In de
loop der jaren zijn de proefnemingen in zeegang
ech-ter geheel en al in het vergeetboek geraakt.
Het belangrijkste resultaat van deze onderzoekingen
was, da1 dit schip niet zo sterk was als verwecht
niocht wórden op grond van sterkteberekeningen. 0m de
theoretische berekeningen in overeensteniming te
bren-gen niet de waarneminbren-gen, heeft Biles bij de analyse
van de proeven cje elasticiteitsniodulus gereduceerd
tot ongeveer /3 van de normale waarde, volgend uit
.een trekproef.
Bij de proeven niet de "Wolf" is de elastische lijn
steeds opgemeten, ook bet bulgend moment was bekènd,
zodat niet de f orinule
EJ y"
M(i)
de stijîheidsfactor EJ bepaaid kon worden. Zoals
hierboven reeds vernield, kreeg Biles bevredigende
uiticonisten door E te reduceren. Het traagbeidaniornent
werd bere]end alsof de gehele dwarsdoorsnede volledig
-6-Pietzker
[23
baseerde zich op bet principe, dat bet boogatonwaarschijnllJk is
dat deelastielteitsino-dulus van een staalplaat zieh zou wijzigen a]. naar
gelang deze plaat in een
trekbank of in een schip
genionteerd is.
De waarde v-an EJ zou dus niet
verminderd worden7
doordat E kleiner is,maar
ten gevolge van het felt dat niet de gehele dwarsdoorsnede als volledigmee-werkend beschouwd kan worden. De
oorzaken van ditlatste. versclijnsel zijn volgens Pietzker:
1, de
kliriirverbindingen;bet niet kEiklrast zijn
van de op druk belasteconstruoties;
onvoldoende
ondersteuning van de dek- en
vlakbe-plating;Li..
de ongelijkmatie absolute spanninsverde1iug
ten govolge van bet feit dat de bij de
tewaterlatingreeds aanwezige constructiedelezk aañ eeu bepaalde
spannin onderworpen worden,, terwiji de na dIt
evneaent aanßebrachte eonatr-ucties spanningloos
zijn.
Het eerste punt acht Pietzker van weinig be1av, en
de invloed hiervan wordt dan cok verwaarloösd. Bet tweeds punt is daarentegen zeer belangrijk. In
bet
algerneen zullen van dé op druk balaste constructiesde dragers
enlangsverstijvirxgen
knikvast zijn Metde tussen doze constructies gelegen
beplating behoeft
dit echter geenzïns het geval te zijn, en hiervan worden dan ook slechts stroken van 2025
inaal deplaatdikte ter weerszijden van
de ondersteuningen rneegerekeud. Het resterendegedeelte van de
bepla-ting aan de drukzijde wordt door
hem geheel. verwaar-loosd.Dat de beplating van dekken bodem. zieh aan langeseheep..
se trekspnrin door zijdelings uitwijken zou kunnen
onttrekken, zoals Pietzker in zijn derde punt
veronder-stelt, is niet aan te nemen. Het dwarsverband
raii nor-.
male bandelsschepen is stijf genoeg oui dit te
verhin.-deren. De ongelijkuiatige spanningsverdeling ten gevolge
van bet aanbrengen van onderdelen na de tewaterlating,
is van gen invioed op proeven zoals uitgevoerd niet
de "Wolf", aangezien geen absolute span.ningen,
rnaaspanningsversehillen gemeten worden. In bet algemeen
zal echter het voornaaniste lazigeverband bij de
tewa-terlating reeds aanwezig zijn; bovendien ziJn de
span-ningsverschilien tussen de toestand. op de heiling
en
te water liggend ineestal zeer gering.
Op grond van deze beechouwingen trekt Pietzker de
conclusie dat voor de berekening van het
dwarstraag-heidsmonient siechte de doorlopende iansverbanddelen,en
de bepiating voor zover deze ondersteund wordt,
mee-gerekend rnogen worden. Als ondersteund worden
stroken
van 40
.50 niaal de plaatdikte, dus 20 à 25 inaal
de piaatdjkte ter weerszijden van de verstijvingen,
bescbouwd.
Hoffmann [3) heeft de proeven niet de "Wolf"
geanaLy-seerd, teneinde na te gaan of op grond van Pietzker's
theor1en een bevredigend resultaat bereikt kon worden.
Hoewe]. het op de scheepsromp werkend buigend moment
niet, was gegeven in de piblikatie van Biles, wist
Hoa1ann dit te reconstrueren. Hij vond voor het
schip droo
in bet dok staand,een sagging moment
van 970 mt.
Dit moment moet nu gelijk zijn aan bet
inwendig inoinent,,volgend uit de forinu.e:
M= S.y.dF
(2)
a z spanning
y = astand tot N.A.
P
opp.doorsnede
e
Indien alleen doorlopende langsvrstijvingen
en
plaatstroken ter breedte van 50t. meegerekend
worden,
zoals Pietzker aangeeft, blijft
er. niet vé?l van de
dwarsdoorsnede van de "Wolf
over (fig. 2). Het met
deze dwarsdoovsnecje bepaalde inwendige
moment,
be-draagt 340 mt. Vervo1gen brengt Hoffmann dt gedeel-.
te van de beplating in rekening, dat, hoewel
buiten
de Eneedragende plaatstroken gelegen, aan een
span-n1n
ondrworpen wordt, welke kleiner is dan de
knik-spanning. De knikg.rens be.paalt hij met de
formule
van Euler:
2
2 Jt.JJ.t
a
C3a
knikepanning
(3)
a
spantaf stand
De plaat wordt ter plaatse
van de spanten als ingeklernd
beschouwd, Het door dee knikvaste platen
geleverde
nioment bedraagt 175 nt.
Tenslotte rekent Hoffmann de
resterende beplating
als slechts gedeeltelijk meedragend. 0m
de
uitgeknik-te plaat in dezo toestand uitgeknik-te behouden is
iminers een
kracht nodig, gelijk aan doorenede-opperviak x
knik-spanning.
Hoffmann was de aerate die op dit idee kwam',en-ujt
proeven van Schuman en Back is gebleken dat zijn
ge-dachtengang in principe inderdaad .juist is.
Het inwendig moulent van de niet-knikvaste
platen
bedraagt 410 mt. Het lnwendig.rnonieiìt
van de gehele
doorsnede bedraagt dus 925 mt.,
' bet uitwendig moment
was.970 ton, zodat de overeenstenuning heel
behoorlijk
was.
Naderhand [4
heeft Hoffmann bet idee
van Pietzker.
orn ook aan de trekzijde de knikgrens als criterium
te beschouwen. laten varen
en de dekken naast de
ope-fingen ala volledig rneedragend beschouwd.
Recente
spannfngsnietjngen [.5) hebben aangetoond dat
de
s
-.9-.
Holfmann vezondrste1d heeft. Figuur
3 geeft hiervan
een illustratie. In bet sterktedek is de trekepanning vrijwel gelijkmatig verdeeld. In de vi.akbeplatjngzijn de velden begrensd. door spanten en dragers uit-geknikt en de spanning
in het niidden van de plaat is
aanuierkeiijk
geringer dan ter plaatse van
deond.er-steuning. Dat het knikprobleem in de
scheepsbouwkunde van groot belang is,blijkt uit bet feit,dat bij
het gegeven voorbeeld de bodembeplating knikt bij eenhoggin oie±1t
dat niet
abnormaal groot.genoeind kan
worden.Sohnadel C6,7]. heeft de publikatie van Hoffmann Lei bekrjtiseerd. Voornamelijk heeft hij bezwaar tegen de aanname,clat
deplaten.ter plaatse van
de.spantenof balken als ingeklernd beschouwd kunnen worden. Uit de hem door de Britse Adinjra].itejt ter
beechik-king geatelde aflezingen van de rekmeters, bleekdat op dJ.
.plaatsen, waar de instrumenten aan
beidezijden van de plaat &angebracht
waren, van
elkaar verschillende verkotinen gemetexi waren, Zoale uitf.guurLl.a b].ijkt, wijst
dit op eau hoekverdraaiing
van de.plaatranden, m.a.w. van.iriklemming was seen
sprake. Scbnadel ieenit aan dat de plant atrusormig
uitknikt en kan dan met behuip van energiebeschouwingen de -olgeude formule voor de kñikspanning afleiden
(zie ook £iguur Lj.b):
t2
(.-.)F{i.2r+
i-p2 '12
[Kl
)24z(9)3(4)
12(1_,.2) a L 1+1) 1)1) Deze formule geldt, siechte bij..schepen
met
dware-spanten, waarbij i.h.a. a/b(1. Bij hetlangsspanten-systeeui kan.de
plaat inrneerdere halve golven
uitknik-ken, hetgeen in de formuie.tot
uitdrukklng komt door.factoren n en m,welke resp, bet aantal halve
golven in
X-. en Y.w.richting
b4t1arjke1
lo
-Hierin is
de knikgrens van Euler oor staven.
De factor
Igeeft de invloed weer, welke de strippen,
i2
die tezanien de plaat vornien, op elkaar uitoefenen
1)
De factor
{i
()22
b.rengt de eindige breedte in
rekening.
2)
De laatste terni tussen accoulades tenslotte brengt
de
elastische ondersteuning, welke door de randhoekstalen
wordt veroorzaakt, in rekening. De betekenis van R is
eveneens in flguur
c aangegeven, In het algeineen geven
verstijfde randen
siechte eetizeer geringe
verhogingvan de knikspanning, nanielijk circa
3-5%.ok de invloed.
van gekionken landen op de knikepanning is door Schna.del
nagegaan. Dit punt zal echter in Hoofdstuk IV nader
be-sproken worden. Door toepassing van zijn theorien
op
de proefneiningen niet H.M.SS "Wolf9 vindt Schnadel
een
redelijke overeenstemming niet de
gemetenspanningen.
Tot besluit van deze beschouwlngen over de "7Jo1f"proeven
voigt tenslotte een korte sanienvatting.
2
Defie
E (t)2is
de knikformule
°
12(l-V). a
van Sezawa voor een oneindig bredé en aen de belaste
randen opgelegde plaat.
2
2
2De formule a
= E2
(i+«.2)
C
12(i-.i)
a
waarino(.= a/b,
is afgeleid doorBryan voor de aan
Bïles: Alle doorlopende verbanddelen van bet grootspant
worden als volledig meedragena beschouwd bij de
bereke-ning van het traagheidsmoment. 0m berekebereke-ning en
proefne-ming niet elkaa.r in overeenstezarning te brengen, nioet de
elasticiteitsniodulus kleiner gekozen worden dan de
waar-de welke voigt uit een trekproef.
Pietzker: Bij de berekeriing van het traagbeidamornent
worden alle niet ondersteunde platen aan druk- zowel
als aan trekzijde verwaarloosd. De elaetLciteitsmodulus
heeft d.e uit trekproeven volgende waarde.
Hoffmann: Toepassing van de theorie van .Pietzker
op de
"Wolfvn.. Behalve de ondersteunde plaatstroken met
eeu breedte van 50 t.,worden platen
voor zover deze
knikvast zijn, gehéêl meegerekend,
n boyen de knikgrens
belaste platen slechts gedeeltelijk. De knikgrens wordt
door hem berekendmet de formule van Euler
voor volledig
ingeklemde emden.
Hoff mann: In een tweede analyse wordt Pietzkers idee
orn de knikgrens ook aan de trekzijde als criteriuni voor bet
a]. of niet zueedoen van de bçplatingverlaten. De trekzijde
word.t nu geheel nìeegerekend.
Schnadel: Poging orn de slecht
voor staven geldende
knik-formule van Euler te vervangen door een
-12-11. De Dublicaties van Lienau en Dahiniann.
In 1918 heeft Lienau £8) voor de ßchiffbautecbnische Gesellschaft een lezing gehouden, waarbij hot knlkpro-bleem in ocheepaplaten uitvoerig beoproken werd. Ret onderwerp van deze lezing wa de vergelijking van de sterkte van eon schip gebouwd volgens bet dwarsspan-tensysteem, bet langsspantensysteem en oeil gecombineerd syateem. Alleen dât gedeelte, dat betrekking heeft op
bet knikprobleeni, wordt
hierkort beopröken.
De trekzijde van de op bulging belaste scheeparomp wordt door hem als nieedragend beschouwd, oradat bij de gebrui-. kelijke conetructies in de handelscheepbouw hot zich
onttrekken aan de spn.ingen door zijdellngs uitwij-ken niet mogelijk zal zijn. Dit geldt zowel voor door dwarsspanten als door langsapanten ondersteunde dekken. Do trekspanning zal dus gelijkniatig over de breedte van bet dek verdeeld zijn. .
Voor een schip, uitgevoerd met
lansspanten, worden bij
de berekening van bettraagheidsnioment
slechts .strokeL ter breedte van .50 rnaal plaatdikte in viak en tauktop als meedragend beschouwd. Bij scliepen mt dwarsspanten stelt Lienau echter een breedte van 120 meal plaadikte voor. Dit versehil wordt door heat gemotivéerd door er' op te wijzen, dat de knikspanning van de korte platenblj bet dwarsspanténsysteem
veelgroter is dan bij de.lazage
plaatvelden welke voorkomen bij het langaspantensysteem. 1.) De buiten doze rneedragende breodte gelegen plaatvelden wor-den geheel verwaarlòosd. Als basis voor de bepalingvan
deknikgrens is Lienau ultgegaan van de formule van Fppl 2)
Dit behoeft echter geenszins het geval te zijn. Zowel veidverhouding als de randbevestiging 4er platen apelen narnelijk een grote rol. Zie
bijvoorbeeld
Va der Neut, Lassymposlum 1951, blz. 23.Dèze f orzrnzle is gebaseerd op de veronderstelling dat een constructie bezwLjkt ale
ergens de
optredende drukepan-ning de proportionaliteitegrens overschriJdt. Doze ver-oaderstelling doet bet wezen van het knilcprobleeni gldaan. Kxiik treedt
nanielijk op, wanxieer een labiele even-wichtstoestand mogelijk wordt en.niet wanneer een zekere grenesparming overachreden wordt.Dabimann (91 brengt in zijn artikel weinig nieuwa naar varen. Als knikforniuie vermeldt liij de reeds eerder ge-noemde
I.
formules van
Bryan en van Fdppl, enhij raadtaan hiervan de laatstgenoemde toe te passen voor de controle van de knikvastheid.
-14-5.
De proeven van Montgotnerie,In tegenstelling tot hot tot nog toe behandelde, dat op theoretische grondslagen gebaseerd
is,
heeft Montgomerie[101 zijn formule voor de bepaling
van
de kniketerkte gegrondvest op de resultaten van door hem uitgevoerde knikproeven. Hij gebruikte daartoe een 'lOO-tonsdruk-bal3k e
platen niet afmetingen zoals aangegeven bij
fi-guur 5.
In deze figuur is tevens g?schetst hoe de
pla-ten in de machine bevestigd werden. De uitkomspla-ten, voor zover deze van belan zijn voor in de scheepebouw gebriiikelijke verhouding van spantafstand tot plaat-dikte, zijn eveneens weergegeven in flguur 5. In deze f iguur wordt de gemiddelde krontnie voorgesteld door deformule:
7 5 950(a)17
5)
=kiiikapanning
inkg.cnf2
a a plaatlengte (spantafet.) a plaatdikteMontgonierle heeft de bruikbaárheidvanzijn f ornu1e
on-derzocht aan de hand
van
een analyse van, circa 30 schepen, waarbij knik in de dekken opgetreden was. Hij beeft daar-toe van deze schepen sterktebèrekeningen geinaakt, ebaì seerd op de "gebruikelijke veronderstellingen". Nochhoe deze berekeningen uitgevoerd zijn noch hoe naderhand de wersinvloeden in rekening gebracht konden worden,
wordt vermeld, zodat de waarde van deze controle niet bija-ter groot geacht kan worden. De wijze van beproeven konit ook wel heel siecht overeen met de in de praktijk voorkomen-de onistandighevoorkomen-den. Bij voorkomen-dekken
zijn de platen san de
on-belaste randen ondersteund,en
langs
de belaste randen is een zekere hoekverdraaiing mogelijk, waarvan de.groot-te afhangt van de torsiestijfheid der dwarsspande.groot-ten.Volgens de moderne opvattlngen wordt de knikgrens in
het elastische gebied van sen oneindig brede en aan de
belaste randen elastisch ondersteunde plaat voorgesteld
door:
E12(1.i.V)
(t)2
15
-contractiecoff1cj eut
plaatí4actor
De plaatfactor
18 een functie van d
tuate van
inklem-znizig van de balaste randen. Bij opleggin heeft
de
waarde
1,
bij vo].ledige
inkleinming is 1-.Aangezien de onbelaste renden bij de proeven van
Montgonierle geheel vrij waren,. zal het verechil met de
oneindig brede plaat slechts gering zijri
tilt de genoemde
foz'niulea kan nuÎ
f(a/t.) bereke1worden, en bet
resul-taat is weergegeven in figuur 6.
Hieruit blijkt dat de
mate van inklemmlng blj de verechillende proefstukken
steeds anders is geweest. De oorzaak hiervan is de wijze
waarop Montgomerie de platen in de drukbank beveatigde,
namelijk door iniddel van twee hoeketalen. Ook is het
mogelijk dat de vervorulingerL van de machine zeif van
invloed ziju geweest.
Thomson (ii] heeft de formule van Móntgouierie, welke
hij vereenvoudigt tot:
7 z
1O4x
(6),
toegepast op sen zevental scbepen waarvan de
dekkenknik-ten knik-ten gevolge van stranden.
Het is duidelijk dat in
deze gevallen een nauwkeuriger berekening van het buigend.
moment mogelijk is dan bij de schepen welke Montgonierie
beschouwde. lainiers, de waterstand op hat moniènt dat de
platen plooiden, was in deze gevallen bekend. Van de
zeven
door hem beschouwde strandingen ugt in zes gevallen de
-
16-van Montgotnerie,
en in ééngeval trad geen
plooien op,ondanks bet felt dat de
optredende spanning aaiizienhijkboyen de grensspanning volgens Montgomerie lag. Thomson
publiceert echter geen
enkel cljfer van zijn
berekeningeneneen kritische analyse
van zijn
werk wordt hïerdooroninogelijk.
I
-
17-Literatuurlijst
Hoofdstuk I.
Biles
- Trans. I.N.A. 1j905,
Vol. XLVII,deel I, biz. 80.
Pietzker - Festigkeit der
Schiffe, Berlijn 1911,
biz, 66..Hoff mann
- Trais. I.N.A., 1925, VoL LXVII,
biz. 41.
Hoffmann
-
Engineering, 13en 27 augustus 1926.
Vasta - Trans. S.N.A.M.E.,
1947, bLz. 391.
Schnadel
- Werft, Reederei, Hafen, 1930,
biz. 461.
7.Schnadel
- Jahrbuch der
Sc1iffbautechi.schenGesellschaft 1931, biz. 153.
Lienau
- Jahrbuch der SchiZfbautechschen
Gesellschaft, 1913, biz. 603.
Dahiniann
- Wert, Reederei, Hafen, 1928,
biz. 300.
1 0. Montgonierie -
Shipbuilder and Marine
.EngineBuilder, 1934, blz. 213.
11. Thomson
- Trais. I.N.A., 1945, Vol.87
blz. 71.
-18-HOOFDST1JK II
HiT KNIIEN VAN AXIAAL BELASTE STÄllEN
1. Inleiding.
In dit hoofdstuk zal de elenientaire kniktbeorie, d.w.z. bet knikken van rechte staven en stuùten, behandeld worden. Allereerst komt de formule van
Euler ter
sprake. Deze formule eeft, zoals bekend,een
waarde voor de belasting van een staat, waarbij zowel de volkomen rechte stand als een doorgebogen toestand met oneindig kleine doorbuigingmogelijk is,en geldt siechte zolan een labiele evenwiohtstoestand zich voor kan doen, voordat de proportionalitei,tagrens overschreden is. De betekenis van bet knikprobleem in bet plastische gebied neemt met de voortschrijdende ontwikkeling van de theorie en ten gevolge van de toe-'. passing van hoogwaardige materialen meer en meer toe. De op dit onderwerp betrekking hebbende theorieön van Engesser en van Shanley komen uitvoerig ter eprake. Engesser ste
Ido de tangentmoduiustheorieop in
1889.Voortbouwende op een lezing van Considère verving hij zijn oorspronkelijke theorie in 1895 door de geredu-ceerde modulustheorie. Tot voor enkele jaren heeft deze laatate theorie algemeen toepassing gevonden, totdat uit zorgvuldige proeven bleek dat de experimenteel paalde waarden beter benaderd werden door de oorspron-kelijke tangent-modulustheorie. De verkiaring hiervoor is gegeven door Shanley.
2. Elastische knik van rechte stayen.
Hoewel bekendheid met de formule van Euler verondersteid mag worden, wordt deze volledigheidshalve in deze para-graaf be.sproken. Beschouw een voikomen rechte staaf,met constante dwarsdoorsnede en belast door een langs.de neutrale lijn aangrijpende drukkracht P (fig. 7a).
We nemen verder aan dat de elasticiteitainodulus E een con-stante Is, dus dat de drukepanning a - PE/F de proportio.-/ naliteitsgrens niet overschrijdt. /
Teneinde te onderzoeken of een doorgebogen toestand van de staaf mogelijk is, beechouwén we de vergelijkïng van de elastische iijn, welke luidt: 1)
EJy"+Py=O
(1)De oplossing van deze differentiaalvergelijking is:
j = C1 sin.ox+ C2 cosoGx (2)
waa.rin C1 en 02 integratieconstanten ziju en waarin
=o(. gesteld is.
Uit de randvoorwaarden x = O, y = O en x =
t,
O voigt voor de integratieconstanten:01=0
02=0.
Voor deze waarden blijft de staaf recht. Er wordt echter ook aan de randvoorwaarden voldaan door de zogenaanìde karakteristieke waarden:
02 =. O sin . 0
(3)
1) Deze vergelijking geldt siechte zolang de doorbuigin-gen oneindig klein zijia.
-20-Dan inoet dus aC
itzijn, en substitutle In (2) geeft de
karakteristieke oplossing van de
differentiaalvergelij-king1:
y=CsIn.1
(4)
uit..t
iten
,voigt de formule van Euler:
(5).
Dit resultaat kan als voigt samengevat worden:
Een staaf,belast door een axiale kracht P<PE,biijft
recht.
Aangezien het evenwicht tussen in- en uitwendige
krachten stabiel is, zal een kleine storende uitwendige
invloed (dwarskracht of moment) een doorbuiging
geven,
weike weer verdwljnt als de storende învioed wordt
weg-genomen.
Ala P
=E'
is een doorgebogen toestand mogelijk, waarbij
de elastische lijrì een sinus met onbepaalde amplitude is,
Er is indifferent evenwicht tussen inwendige
en uitwendige
krachten. Inuners, bij 2 x zo grote doorbuiging wordt
zo-wel het uitwendìg als het inwendig moment tweemaal
zo groot.
Wordt P
overschreden, dan bezwijkt de staafonmiddel].ijk.
Op een storende invloed reageert de staaf' met
een zeer
grote uitwijking; omdat 1et evenwicht niet stabiel is,
keert de staaf niet in de oorspronkelijke toestand terug
als deze verstorende invloed wordt
weggenoinen.
Het
bovenstaande is gebaseerd op de vereenvoudigde
verge-lijking van de elastische
iijn.Uitgaand van:
i.) Van de aigernene oplossing
o= nit
(n
1, 2,....)
in:.
EJ
- + M
O, wolke vergelijking exact is enwaar-9
1
(1+(Y.)2}312 t
-
21-vinden we voor de grootate doorbuiging in het midden:
Op grond van de exacte theorie kuxuaen de volgende conclu-sies getrokken worden:
Als <E' blijft de staaf recht, want dan is y imaginair.
Ookbij P = P built de steal nog recht,
Zodra echter
E overscbredenwordt, onttaat een doorbui-ging, wolke met (6) berekend kan worden. Een zeer kleine overschrijdin van de knik],ast van Euler geeft reeds een doorbuiging y.., wolke fataal is.
Feitelijk geven dus de benaderde en de exacte theorie. hetzelfde resultaat, namelljk dat de knikiast van Euler de grootste belasting is wolke de staaf kan dragen. Uit de exacte theorie blijkt dat de overgang van atabiel near labiel evenwicht niet
discontinu
gebeurt, maar dat er oen klein overgangsgebied is. Aangezien het one álleéffom de knikgrenp tedoen is
en bet one niet interesseert wat er ,.; precies bij h'etbzwijken
van de staafgebeurt, is dever-geli jking:
EJy" + M O
eon juiste basis voor onze beachouwingen.
Doling van vergelijking
(5
door bet doorsnee-oppervlak P en sub stitutie van I F. i , wean i de traaglieidsstraa].voorstelt, goeft:
(7).
22
Uit de vòorwaarde aE(ap voigt, indien E = 2.1x106 kg.cm2
en = 1760 kg.ciii2 als voorwaarde voor de geldigheid van
de
formule van
Euler ongeveer:) loo (8)
In figuur 7b is vergelijking(7) grafisch voorgesteid. Voor staven waarvan de bevestiging der emden anders is dan opgelegd, kan vergelijking
(7)
in de volgendo vormgebruilçt worden:
(Lu)
(7a)
Hierin de knikspannin.g (de schrijfwijze aE geldt utsluitend voor de staaf met scharnierende
eindbevesti-ging), en L
k.0
wordt de 'vrije lengte" genoemd. Vol-ledigheidshalve zijn in tabel I de numerieke waardenvan k
voor diverse
gevallen gegeven.Tabel I Cofficient k
in ve.rg. (7a)
a
Knlkgeval ondersteuning
a/d E
r
k
I beide
emden
opgelegd I2 n einde opgelegd, het andere
ingeklernd
o 3 beide emden ingeklernd k
4
w
n einde ingekleuid,
23
-Ondaks hot fett dat de theoretisch, afgeleide
formules siechte gelden voor gedeallserde staven
welke vo1knn
recht. zijn en waarbij de last zuiver
axiaal aanebracht
wordt, is het mogelijk geblekein zorgvkldlgeproeven de knik].agt van Euler zeer dicht te benaderen.
3.
DeTot nog' toe was
aangenomen dat de
òptredendedrukspannin-gen kleiner waren dan de
proportionautejtsgre8 Stel
nu,
dat van een zeker materiaal bet spanning-rek diagram ver-loopt als in uiguur 8a. Eon vari dit llxateriaal
vervaardigde
staaf
wordt op druk beisst tot hèt punt A. Indien nu debelasting. met een klein bedrag verandert, wordt de betrek-king tuasen de verandering van de spanning en de verande-ring
van
de rek beheeret door de helling van bet diagram
-in A. De .verhoud-ing kunnen we beschouwen als een,vau a arhankeijike, veranderlijke
elasticitejtemoduiva, de tangent-modulus Et. Indien de knikiast berelkt is, kan de
staat
zowel recht ziJn als een oneindig kleine doorbuiginghebben. Deoptredende buigspannlngen zijn due
eveneens zeer klein ten opzichte van de reeds aanwozige
drukspan-fling,
zoadt de verhouding tussen spanxing en rekegevenwordt door Et. Uitgaande van de differentlaalvergeltj...
king voor de elastische
lijn,en na substitutie van E. =t.E wordt gevonden:(9)
Do waarde van
t
kan berekend worden met behuip van de a - kromme van hot betreffende naterjaal. In f iguur9
is formule
(9)
grafisch weergegeven. Figuur 10 topnt bet verloop van t voor.etaal met aen vioeigrens van232O/cm21) Bij de berekening van 'r is
verondersteid dat bet gedeelte van de kromme in f1g09 een parabool is.Dit is voor
prak-tisch gebruik nauwkeurig genoeg;heeft echter ten
gevolge dat de kronjme bij 'r = I een discontinulteit vertbont.
-.24-Met behuip van deze kromme
en formule (9) kan de knikspannirx
door proberen eenvoudig bepaald
worden.
Het verloop van de kroniuie in f iguur
9 kan ala Voigt
ver-klaard worden. Wanneer de spanning de
vloeigrens a
nadert,
neemt de tangent-modulus voortdurend aÍ
en wordt nui ais
de vioeigrens bereikt is. In bet aigemeen
kan dan ook bij
materialen met een duldelijke vloeigrens,a
als maximum
waarde voor de knikapanning beschouwd worden. Wordt
knik-kpn tijdens bet passeren van de vloeigrens ec1ter
kunst-matig verhinderd, dan is bet ten gevolge van de
verstevi-ging mogelijk de belasting verder op te
voeren. De kromnie
heeft dan de vorm DABC.
Soma is bet mogelijk dat de st-aaf bij het bereiken
van de
vloeigrens niet uitknikt, nainelijk in die
gevallen, waarin
het gebied tussen begin en einde van bet vloeien slechts
kort is. In dat geval heeft de kromme de
vorm DAC en kan
de knikspanning aanzienhijk boyen de vloeigrens liggen.
De tangent-modulus theorie is in 1889
gepubliceerd door
Engesser. De in de volgende paragraaf behandelde
"geredu
ceercje inoduius"theorie is e1-eneens
van hei afkomstig.
4. De
Wanneer bij een tot bet punt A (fig. 8a)
blastestaaf,
de belasting verminderd wordt, wordt niet
meer bet
oorapx,on-kelijke diagram AO doorlopen,
maar de rechte lijn AB.
Wanneer een staaf knikt, nemen
aan de bolle kant de
span-ningen ten gevolge van bet buigeffect toe,
aan de bolle
kant daarentegen af, Aan de bolle kant heeft dus de
elas-ticiteitamodulus de waarde Et,
aan de bolle kant E.
Dit
verscbijnsai wordt in de tangent-.modulus. -theorie
verwaar-loosd. Indien we aannemen dat viakke dooraneden viak biiJ-.
ven, zullen de buigapanningen over de doorsnede
verdeeld
zijn als in f iguur 11 aangegeven. De
evenwichtsvoorwaarden
/1
4aioo8 :vinden We:
Substtut je in (loa) geeìt:
E8l1EtS2Ô
waarin
en S2 statische monleíkten. van de dóorsnedèñ.
ter weeszijdexi van i exi ten
opzichte van deze aB
voór.-stellen. Oplossing van.(lOb) ónder gebruikinakjxg van. (11) geeft:
waarin:
fh.
(112Js1(z1+e)d.F
o--- oIy
(lob)
Uit f iguur 11 voigt:
.zl
ç.
a1dz
Nuis Mx
en tevens
, waaruitvolgt:
Vpo
eaaÖbi4gtngen
ld
y",
4r fl &Jt:
'!Z =+ Py
O 2'51h2
-1
/0
(lOa) (12)1 (13), waarin:J
traagheidswoine
doorsnede t0o.y.
asdoor zwaartepunt
en J2 traagheidanomenten van gedeelten ter weerszljdon van nn en t.o.v. nn.! is de "géreduceerde
modulus", waavan de waarde
aThan-keiijk is van de materiaaleigenschappen
en de voz'jn van de
dooranede. Dit in tegensteiling tot
de tangentmodulus,
welke uitsluitend afhankelijk is
van de
tnateriaaleigen-schappen. Met behuip van
vergeiijking (11) en (13) kan
voor elke willekeurige doorsnede uit bet
rek-spannings-diagram bepaald worden. Voor
een rechthoekige doorsuede
voigt uit (11) en (13) de formule
van Shanley:.
.- (V'Et+\IE)2
)..Uit de differenti.aalverge]jjkjng (12)
kan op de
gebruike-lijke wijze afgeleid worden;
it2E
t
a
r
(C/i)2
-
/B.
In f iguur 9 is formule (15) grafisch uitgezet, Aangezien
altijd
11+12>1
en E'Et,
moet t<btr zijn.
De "tangentmoduius theorie"
eeft duo kleinere waarden_
voor de knikspanning dan de "gereduceerde
modu1ustheorjet,
Het inerkwaardlge verschijnsel doet
zieh nu voor, dat de
uitkomsten van knikproeven liegen tussen die, welke met
de tangent-modulus-, en die welke met de gereduceerde
mo-du1u
theorie berekerìd zijn. In bet
algemeen liggen deze
uitkornsten dicht bij de
tangent-modulusbelasting. De
ver-kiaring voor bet feit dat de schijnbaar theoretisch juiste
gereduceerde modulus-theorie te hoge waarden voor de
knik-spanning geef t, heeft Shanley
in. 19Lè7 gegeven.
27
-5,
De theorie van Shanley,
lude gereduceerde modu1us-t1òrie
wordt verondersteld
dat een boyen de proportionaliteltegrens
belaste staaf
recht blljÎ't, totdat sen spanning
Or bereikt is. Bij
deze spanning zijn vervolgens, evenals
dat in het
elas-tische gebied bet geval was, een rechte toestand en een
uitgebogen toestand met oneindig kleine
doorbuiging
mo-gelijk. Shanley heeft langa wiskundige
weg aangetoond
dat doorbuiging van de staaf begint,
zodra de
tangent-modulus-belasting P.
overschreden wrdt. Wanneer de
be-lasting toeneenit van
tot
r'
neemt gelijktijdig de
doorbuiging toe van nu]. tot oneindig. Bij
elke waarde
van P, gelegen tussen
en
r'
behoort een zekere
waar-de van y.
Voor de meeste cnaterialen ugt de knikiast
siechte zeerweliiig boyen
Resumerend kunnen we dus de tangent-modulus
theorie
be-schouwen ais basis voor de berekening van
knikvraagstuk-ken. Door de knikbelasting geliJk te
stellen aan
s
28-J&teratuurli.1st Hoofdtuk II
Bleich - Éuckling Strength of
Materials,
Hoofdstuk I.
Tinioshenko
-
Theory of Elastic
Stability,Hoofdstuk II.
Sechier eri
Dunn - Airplane Structural Analysisand »esigzi,Hooîdstuk 5.
29
-HOOFDSTIJK III
RET KNIKKEN VAN LÄNGS DE R.A1VDEN BELASTE PLATEN
Inleidiwç.
In dit hoofdstuk wordt de stabiliteit van platen Wolke lange twee tegenover elkaar liggende rancien door
druk-krachten belast worden, behandeld. Ban gaf in 1891 de
oplossing voor de aan alle randen scharnierend bevestigde plaat1 in een lezing voor de London Mathematical Society. De grote betekenis van zijn werk li8t in hot felt1 dat hij de eerste. was die de energiemethode toepaste ow de knik-grens te. vinden. In vele gevallen stuit namelijk de opios-sing van de betrokken differentiaalverge].ijkingen op on-. overkonielijke inoeilijkheden van wiskundige aard, en dan is een oplossing van bet vraagstuk mogelijk met behulp van de door Bryan gentroduceerde methode.
Na een bespreking van de versebiliende methoden voor de behandeling van knik in hot plastiache gebied, wordt de plaat met scharnierende randen in extenso besproken. Voor
-platen wolke op andere wijze lange de randen beveatigd zijn, worden alleen de resultaten der berekeningen gegeven. Voor de bijbehorende afleidingen, welke in de meeste gevallen vrij ingewlkkeid zijn, wordt verwezen naar de hierop. be-trekking hebbende publikaties.
2. De differentiaalverge],ijking van de uitgeknjkte plaat in bet elastische gebied.
Bescbouw een plaat, beisst door een laterale belasting p per eenheid van opperviak en door trek- of drukkrachten in bet viak van de plaat. De laterale belasting beboeft
-30-niet constant te zijn over het opperviak. De differentiaalver-gelijking voor een op dergelijke wijze beaste plaat is in 1883 door SaLnt Venant afgeleid
1)
We beschouwen nu een elementje van de plaat zoàls geschetet inflguur 12a. Het assenstelsei wordt zodanig gekozen, dat het XOY-viak samenvalt met de neutrale laag.
De laterale belasting d.oet in de zijvlakken dè momenten
M7 en M.per lengteenheid,
en de dwarskrachten Qj en Q7per lengteenheid ontstaan. We nemen aan dat geen norznaaispan-aingen ten gevolge van dedoorbuiging ontstaan, hetgeen voi-doende nauwkeurig is zojeng de doorbuigingen klein zijn in verhouding tot de plaatdikte. 00k de lnvloed van
deachuif-krachten Q enQ7 op de doorbuiging wordt verwaarloosd. De
belasting lange de randen heeft ten .gevolge,dat het elementje in het neutrale viak belast wordt door de normaalkrachten en N7 en door de schuifkrachten en per een]aeid van lengte (fig. 12b). Alle op het eleznentje werkende krachten en momenten zijn functies van de cordinaten en zullen dus over de afstanden dx en dy met oneindig kleine bedragen veranderen. We kunnen nu vijf evenwichtsvergelijkingen opschrijven, welke na deling door dxdy als voigt luiden:
+ + p + R = O (i) &M.
--+Q7aO
(2)L
MZ(3)
N&N
6T (2;.)¿N_
No
(5)
1) In het algerneen zijn drukspRnn1ngexi positief gerekend. In de volgende afleiding van de
algemene
differentiaalvergejjjkjngvoor de doorgebogeri plaat, zijn - echter trekapanningen positief
31
In vergelijking (1) etelt R de
projeotie op de Z-as
voor van de door de randbelaating opgewekte
reactie-krachten N, N, N
en N. Opiossing van
enuit (2) en (3) en substitutie
van de gevonden
waardenin (1.) levert:
= -p-R
Nu is w zodat deze verßeiijking overgaat in:
¿2
' -2. Xj = -p-R (6)
De kracht R wordt veroorzaakt,doordat ten gevolge van het doorbuigen van de plaat, de normaal- en
schuifkrach-ten N niet meer evenwijdig aan het XOY-viak lopen. Dé
projeotie van de
krecbten1t en
N+dN.oP
de Z-as, heeft
degrootté (fig. 12b):
.Ndy .
+ (N
+dx)
dy
(
+
dx).
Na uitwerki.ng en verwaarlozin van de term, walks
on-eindig klein van de darde orde is, wordt. dit:
adxdy +
(7).
Op analoge wijze wordt de
projectie op de Z-as van de
krachten in Y-richting:62
¿NNdxd7+.Z
.dzdy
(8).Voor de bepaling van
de projectie der schuifkrachten
en beachouwenwe de.dooruiging vanhet .middenviak van het elementje (rig. 12e). Hieruit voigt dat de
32
-N
ç2
Jx
dxdy
Xy Xy
Analoog vinden we
voor de projectie van
waarvoor
geldt N
=dxdy +
dxdy
(io)
I.dxdy is de eom van de waarden uit
(7)., (8), (9) en (10),
dus: /R=N ''+N
¿W21 £2w
¿N).!
+X Y
dy
xyOXZy
+ ( Zy+(Z
ay
.!
Gebruik makend van (4) en (5), wordt dit:
R=N
+2N
(11)
Substitutie
van
(11) in (6) geeft devolgende
evenwichte-vergelijkimg:b2 2M
- 2 = -(p + N + +
+ 2N (12)
In deze vergelijking komen nog de onbekende momenten
"'
M. en
voor.
Teneinde
de grootte hiervante bepalen,
beechouwen we weer een elementje
van de plaat (fig. 13a).
De rek van
een eleinentair laagje ABCD op afstand z vande neutrale
laag ten gevolge van de buiging, bedraagt:X
ay
(13).
(9)
Et3
12(1_ç2)
bX Et3
) =12(1v2)
y x a Stellen we hierin12(1r2)
D, en maken we gebruik van de
stelling
-. enz., dan wordt gevonden:
33
Substitutle hiervan in de bekende vergelIjklngen
1(
_vo-)
X X
y
(1h)
geef t voor de sparmiugen in het laagje ABCD:
Yi_r2Y)
(15)
Het door de inwendige spanningen gevormde momént moet gelijk zijn aan het uitwendige moment, dus:
Mdy
=J
G.z.d>.d
(16)
/ G
z. dç.Sz
i-t'IL
Substitutie van (15) In (#16) geeft:
-D(--+y--2)
f+h/2
-j
txyzo
4
-34-.
2
Gt3
zVoor de berekening ven beachouwen we £iguur 13b. Ten gevolge van de doorbuigizig verplaatst een punt op afatand z van de neutra1 laag over de. afetanden u en y
in X- en Y-richting. De doorbuiging van de neutrale laag ter plaatse zij. w. Volgens de epanningeleer is:
Substitutie hierin van G E/2(1+ y) en D
Et3/12(1- p2),
geef t uiteindelijk:D(1-r)
(21.) Uit flguux 13b vlgt:u
(19) V-Z
Substitutie u (19) in (18) geeft; = (20)35
-W1j keren nu weer
terug
tot vergelijking (12). Substitueren we hierin de waarden welke wè voor de momenten evondenhebben, t.w. de vergelijkingen
(17)
en (J),
dan
vinden we aledifferentiaa1vereujjkj voor de lateraal en
lange
de ran-den belaste plaat:4 4. 2 2
D(-i 2g+4) +pt(ç-+cr
+2t ) (22)In het
geval
dat sen plaat uitaluitend belast wordt door een gelijkxnatig verdeelde d.ruk in X-richting,wordtconstant en p (T t - O. Vergelijking (22) gaat
dan
over in:(23)
In deze vergelijklrxg is de
drukapanning Ç
weer als positief gerekend. Vergelijking (23) komt overeen metdevergelijking EJy" + M = O in de theorie
van
de opdruk
belaste staven, Eenvan
nul verschillende oplossing voor w is siechte mogelijk voor bepaalde karakteristiekewaarden
0
van a. Wanneerc
<C
bestaat alleen de oplossingw
= O. Alsc
is behalve de ßtabiele viakke toestand ook een onstabiele uitgebogen toestand mogelijk. De bij het oplossenvan
differentiaalvergeiijkingen (23) noodzakelijke randvoorwaardenkunnen
opgesteld worden met behuipvan
de vergelijkingen (17) en (21), wat betreft de momenten.Uit-drukkingeri voor de grootte van de dwarskracht kunnen
ver-kregen
wordenmet behuip vari vergelijkingen (2), (3),
(17)-36-3. De theorié van Bleich voor knik in hot plastieche gebied. De in paragraaf afgeleide vergelijking (23) geldt
sloc1ìt
zolang
(5.
Voor het g bled boyen de proportionalj teitsgrens is door Bleich Ci] de volgendo theorie opge-steld..
Beschouw de plaat òf irerdeeld in strippen in X-richting, verdeeld in strippen in Y-rlchting. Voor de eeratgenoen-de strippen Is het logisch te rekenen met eeratgenoen-de tangentmodulu Et, in plaats
van
met de elasticlteltsmQdulus E,wanneer
O
)ø.
Aangezien 0, biijf voor de strippeniii
Y-richting de elasticjtejtsmodulus ongewijzigd, De plaat wordt dus als anisotroop beschouwd, en aangenomen wordt, dat overschrijding van de proportionaliteitegrens in X-richting de elastische eigenschappen in de Y-X-richting niet be!nvloedt. De eerste term van vergelijking (23) hoeft
be-trekking
op de"strippen" in langarichting, en moet dus ge-reduceerd worden In de verhouding Et/E De derde term, betrekking hebbend op de doorbulgingvan
s1ii1ppen inY-rlchting, blijft onveranderd. De tweede term is eon ge-voig van de schuifapamiing zowel In X- ala in Y-richtlng; de reductjecoffjejnt zal di:is eon gemiddelde waarde hob-ben welke tussen I en t ugt. Bleich kiest biervoor
V.
0p grond van doze beechouwingen gaat vergelijking (23) voor het plastiache gebied over in:4
¿4
J4
2D(t W
+
2Y&2
2 + ) +o-x.t.._x o (24)Voor het opstellen
van
de randVoorwaarden zijnuidrukkjn-gen nodig voor momenten en. dwarskrachten. De vergelijkingen
De uitkomsten wolke verkregen worden.met de theorie van Bleich zijn zeer good in
overeenstemining
met deresulta-ten van
knikproeven.4. De theorie van Ro en Eichiner voor knik in hot plaatische gebied. -. .
-813 de afleiding van vergeliking (ii) werd aangenomeu dat samendrukking van dé plaat boyen de propo'tiona11teits-grena in X-richting in hot geheel geen invloed heeft op de niateriaaleigenschappen in Y-ricttting. Ro en
Eichinger f 21 veronderstellen daarentegen, dat de plaat isotroop blijft, dus dat bij overschrijding van in één richting, de elasticiteitamodulus in alle richtingen in gelijice mate gereduceerd wordt. Yergelijklng (23) wordt dan:
Drr (W
37
--D(_2w
+t!
-D (+\k
) (25) s-V,-.w
xy1x&y
Met
dehuip
van de vergelijkingen (2),.' (3) en (25) wordt voor de dwarskrachten gevonden:(26)
-,
38
In deze ergelijking is de
gereduceerd modulus. De
overeenstemmjng van vergelijking(27)
met uitkomste van knikproeven is niet best, oolç niet wanneer de gereduceer-de modulus vervangen wordt door gereduceer-de tangentmodulus.In Zwitserland zijn door Kolibrujaner [33 eon groot aan-tal knikproeveii uitgevoerd, zowel met aluminium ale met stalen platen. Hij analyseerde de uitkomsten van zijn proe-ven met de gereduceerde modulus theorie, en voM dat de
berekende knikspiingen lager waren dan de
experimen-teel gevonden waarden. Bleich vond daarentegen, dat de resultaten van doze proeven zeer goed overeenkwainen met zijn eigen theori.i. Figuur 15 geeft
hiervan een
voorbeeld. Deze figuur heeft betrekking op eon stalen profiel30 x 30 x 2 ( - 3.000
kg.cm2),
waarvan dus de fien-zen beschouwd kurmen worden als platen wolke aan de ene onbelaste rand scharnierend bevestigd zijn eri aan de an-dere onbelaste rand vrij. Ook do resultaten van prooven met aluminium platen 2.000 kg.cm2) geven eon zeer bevredigende overeenstemming niet de theorie Van Bleich. In tabel 2 worden de resultaten van een aantal proeven in het plastisch gebied vergeleken met berekeningeü. We zien dat berekendo en gemeten knikspamiingen uitstekend met elkaar overeenstemmen. Hot aantal halve golven, waar-in de plaat uitknikt, vertoont echter een aanmerkelijke afwijking bij dU platen, waarvan n of beide onbelaste randen ingeklernd waren. Wordt aangenomen dat de inklem-ming niet volledig is geweest, dan worden de tussen haakjes geplaatate.uitkomsten gevonden. Deze waarden geven weéreon uitmunténde overeenstemining met de experimenten. De ver-onderstelling dat de
inklemming
enigszins elastisch.. isgeweest, is niet onwaarschijnfljk. en volledige inklea.': mirig is nameltjk praktisch niet te bereiken door'de.
ver-vormingen van de
beproevingamachjn zelve.-39...
.
De theorie van Ilyushin en Stowel]. voor knik in het
plastische gebied.
Differentiaa]rvergelljkjngen voor de
uitgeknikte toestand.
van een plaat zijn door Ilyushin CkJ
a!geleid, waarbij hij
zich in analogie met de
gereduceerde modulus-theorje
van
Engesser baseerde OP de
veronderstelling, dat aan de bol-.
le kant van de plaat ten
gevolge van de optredende
buigspan-ning bot verband tussen
spanning en rek lineair is
(krom-me AB in figuur 8a). Dit impliceert, dat in
de
uitgeknik-te plaat gebieden voorkome, welke "plasto-elastiach"
zijn, d.w.z, dat in dezegebieden
et gedrag van de plaat
over de dikte overgaat van plastisch
in elastisch.
Zo-als In Hoofdstuk II, paragraaf 5,vermeld is, heeft Shanley
aangetoond dat uitknikken plaats heeft bij toenemende
belasting, zodat aan de bolle kant
geen vermindering van
de spanning veroorzaakt wordt
Een en ander heeft tot
ge-voig, dat de waarden
van de knikspanning, welke berekend
worden volgens
Ilyuhin'stheorie,
siechtovereensteinmen
met. de resultaten van knikproeven. Een tweedeóorzaak is
bet feit, dat hij voor de
contraotie-coffjcjnt 0,5
kiest. Door hot evenwicht
te beachouwen van een eleznentje,
op analoge wijze als dit in paragraaf
2 van dit hoofdstuk
'is gedaan voor het elastische
gebied, worden twee
simul-tane, niet-lineaire
differentiaalvergejjjkjngen van de
vierd.e orde in de d.00rbuiging en de spanningen verkregen.
Indien aangenomen wordt
dat de krachten
N, N
en
wolke op een
lnentje werken,
niet vernderen) waimeerde plaat uitkzii1t, kan dit
stelse]. vergelijkingen
vereen-.
voudigd worden tot éón enkele
ineaire d.ifferentiaa]4er_
gelijking van de vierde
orde
De afwijking in de uitIçomten,
wolke het gevoig is
van
deze bonadering, is alechta
gering.
2\
If:
2rç7
2= e.
Voortbouwende op het werk van Ilyishin, heeft
aowen
[5]
.dediíTerentiaalvergo].jjkjng voor de uitgeknikte toestandberekend, waarbij hij zieh baseerde op het principe van Shaiiley, dat geen (absolute) verkielning van de rek
plaats heeft aan de bolle zijde van de plaat. Ook Stowell
neenit aan Y
0,5.
Voor
een rechthoekige plaat, lange dezijden xO en x=a belast door drukkracbten o,. vindt hlj
de volgende vergelijking:
D (ci+22W2+L)+o.t4o
(2e) waarin: IEt3
D s IlEt
al=7r4-]8
Es=-i-Es is de seoans-mod.ulus. De zogenaanid.e
ideale spnning O
is
di spanning, welke dezelfde rek veroorzaakt als de gezamenlijke spanningenÇ ø
en V,. Doze groothe-..
den keimen wij uit de bretikhypothese van Huber-Heùcky en zij worden gedefiniöerddoor:t2
Xy
In het
onderhavige geval, waarbij de plaatalleen
Fluur
i geeít nog(een verduidelijking van de begrippenE, Et en E5. Het felt dat in vergelijking (28) twee para-meters, t.w. Et enEs voorkomen, heeft tot gevoig,
dat
analyse van knikproblemen volgens de theorie van Stowell uitermate ingewikke].djs. Ret resultaat van berekeningen, gebaseerd op vergelijking (28), is gegeven in tabel 3. Hierin is de verhouding van de kniksj,anzing voor het geval dat de wet van Hooke onbeperkt geldig zou zijn. Aangezlen beide knikspariningen verkregen zijn door terekerien met
Y=
0,5
in plaata. vax 0,3, aal de Lout inriten gevole van het.op elkaar delen van beide spnnfngen
praktisch geliinlneerd worden.
rabel 3
type Eefectie.t kromme in
Lig.16
E
lange plaat,
één onbelaste rand vrij, de andere echarnierend
Es
T
Alange plaat,
één onbelaste rand vrij,
de andere ingekleind (0,A4-28+0,572
V)
B lange plaat,beide onbelaste randen scharnierend
Es
(0,50 + 0,50
T
lange platen,
beide onbelaste rand.en
ingeklernd
(0,352 +c68 Vs.,) D
plaat,
beide onbelaste randen