Verslag behorende bij het processchema
van
.
.
. ,.
.
,.
''
.
' SCHAAL 1-5 \ \ \ , , , '..
' ,'
.
' ,...
.
' , ,'.
' , , . , , , ...• '...
.
, \ • • 111. • , • , . , \ • • • • 'l( : " - / ,,
.
.
" '..
,\
1 " -.
.';. " • ' ,' I • • • •...
.
\...
.
:
.
..
\
.
.. .
• • 'I I • • • \ • • " • • . ' 'of \ ',,
.
"
...
\ "•...
.
. .
\.
,.
. . .
.
I i / / .-. .-, .;:-.... .'
.
' i / ;' ,...
,\...
,...
.
'\., ",,',..
• , • • • I • • ,....-,.-' ///1\'\'" - ' -.- / " ,'-'
-... ---
",/,' / i \ '\
,
""""
--/ .",. // j' I' \ \ ... •.
.. I • • • '- '. ", I ' \. ",. / 1 \ \ ,/ j I' \ '\ I , , \ I ,.
'
'
.
' VASTSEDREACTOR FZA. metkoelin door stoomvormin via een zout oplossin g
• koelpijpen stoom 98 st. r6 koelpijpen inwendig 28,5 . en 0 katalysatorpijpen 5600 st 16 katalysatorpijpen 28,5 REACTOR 4000
-
,
AM.deJAGER FEBRUARI 1968
-..
;:-SAMENVATTING
Het verslag beschrijft het onderzoek naar de statische stabiliteit van een F.Z.A. fluid-bed
rea~tor, die zowel met naftaleen als met O-xyleen
gevoed kan worden.
In hoofdstu~ 3 wordt een vast-bed reactor onderzocht. De gevoeligheid van de reactor voor schommelingen in de procesvariabelen leidde tot andere condities voor de FZA productie.
- - - -" '. 2. INHOUD blz.
SAMENVATTING
,..
Inhoud2
I. Inleiding4
,1.1
Gebruikte ldnetiek5
1.11
Naftaleen-oxidatie5
I.I2 o-xyleen-oxidatie5
1.121
React1esehema Novella5
1.122
Reaetieschema Froment5
1.13
Opmerld.ng6
1.2
De enegiebalans voor een chemische reactor6
2.
Fluid - bed7
2.1
Criterium statische stabiliteit7
2.2
Reactorgegevens. etc. 72.3
Model van d.e berekening 8~4 Vergelijkingen en berekeningen 9
2.41
Naftaleen-oxidatie 92.421
Novella 112.422
F'roment 11'"
2.5
Nieuwe reactor13
2.5I
Opmerldng13
2.52
Invloed andere proces variabelen14
2.6 Optimalisatie
14
2.7
Model voor een flu1d-bed reactor14
3.
Vast bed reactorI5
3.I
Model van de berekeninG16
3.2
CriteriUM statische stabiliteit17
3.3
Reactorgegevens, etc.I8
3.31
Opmerkingen I93.4
Vergelijkingen en berokeningen20
3.41
Schema berekeiingen 213.5
Resultaten22
3.6
Slotopmerkingen24
Symbolenlijst
25
L1tteratuuropgaven26
•
3.
( vervolg inhoud ) APPENDIX blz • I..
}3,1jlage I. 27 Bijlage 2. 28"
Bijlage3.
29
Bijlage 4. 3t/ Bi.jlage5.
37. figuur I33
Figuur 2. 34 Figuur3
35
Figuur4
36 Figuur 531
Figuur 6 38 Figuur 739
Figuur 840
Algoldemonstratie proGramma. No I
41
I~o 2
42
ïïo 3 44
43
..
..
Ho4.
..
i' I
•
I • ".
•
INLEIDI
N
G
De opdracht luidde ; Onderzoek of de ontworpen
ç:::
F.Z.A. !luid-bed reactor statisch $tabiel is. Gebruik daarvoor het model van de ideale con-tinue tankreaotor.
Probeer een beter model voor de fluid-bed reactor te vinden.
Bekijk de fixed-bed reactor.
De gegevens over deze reactoren stonden in: Voorontwerp van een ftaalzuuranhydride-reactor
Laboratoriur.l voor ChemiSche Technologie October 1967.
- - - -- - - -- - - -l.I., 1.11
.
•
•
Gebruikte , kinetiek. naftaleenoxidatiePeterson (lit 1.) geeft het vo1cende reactieschema:
1 ~ ~~Cli.
~ F.Z.A. .. .)i.Z.A. ~)6'.-1
N -+ 02
~
f.>
6 . Gtîs /(}(/
~
!..
3
rA----;--,
De overmaat lucht wordt zodanig gekozen, dat alle zes reacties
van de Ie orde zijn. Voor de waarden van de frequentie factoren
activeringsenergieën en de reactienarmtes geldt.
kco sec -1 E Ll H k1 5.6106 71.300 -1.85106 \21014 r:. k2 1::'0.080 -1.85101." k3 1.410 5 5!~. 500 -0 .50~0 6 k4- 1.6104 ~().300 -4.58106 k5 Lf .3103 33.600 -1.3510 6 k6 7.8105 71.200 -5.07.10 6 • 1.12 0 - xyleen oxidatie.
1.121 NovelIa en Ben110ch (lit 2) geven als reactieschema:
/ " -:-<- -" ~ T 4 F ~ \..ct~'c ~ 3 ~~--,-,~-C'
~
M~
' Cr;, 1 , «.,,::,-~ ""'~ x >o ; ..vs_
o koo '.101cn ''s. E/R b. H kc.kat.s.atm. kl 1.514
.6
45
-3.210'" c:; k2 2.4710-1 2. 7é~0-1.6
h
~06
C': -4.37.106 , k3 2.21107 11.556 k4 2.111~ 2 5.730 -8 .47~O 5 '.k
5
1.365104 9. L!'JO -4.0510 6 k6 3.L1-2105 12.600 -3.21.') 6•
k7 1.145104 ).'')96 .. 1.351061.122 Froment (lit 3) geeft een vereenvoudigd 8chema:
~F
X~G
2. • G •1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- 1-- -~--I I • I •
..
..
1.13 1.216
.
~ krool E ,6 H kg.s. k.l 1.13105 113.000 -1.2fll0 6 h, k2 3.1710""" 1)1.1+00 -3.3810 6k3
4.8:)10[+ 119.600 - Lf.56l06 OpmerkinG.Deze kinetische gegevens gelden alleen voor de door de schrijvers
gebruikte katalysator. Deze 3 katalysatoren zijn niet dezelfde.
Toch zal voor de ontworpen reactoren, die zowel met naftaleen
als
°
-
xyleen gevoed moeten Vloràen, zonder verwisseling vankata-lysator, met dEJze gegevens worden gerekend. Hèpenlijk geven de
uitkomsten een jUiste indruk van de orde van grootte •
De gegevens voor 0 - xyleen zijn I':el wat twij felachtig omdat de
conv~rsie\ betrokken op
r
.
3
.
A
.,
nogal laag zijn vergeleken meto{..t{'oo~ pa~6R-t-gegevens van B.A.S.F. (11.· t ) 4 en H. ... :..:uch (1 it 5 ) di ·e van 70
%
conversie sprekenoDe energiebalans voor een chemische reactor.
De Vlet van 'uehoud van energie luidt in woorden: de verandering van
de enerCie inhoud van een systeem per tijdseenheid ~ toegevoerde
energiestroom - afgevoerde enerciestroom snelheid waar;l1e energie
wordt geproduceerd.
Voor systemen waa.rin chemische reacties plaatsvinden is de
ver-andering van im!enc.ii ge energie zeer vele malen groter dan bv. de
veranè.ering van potentiële a.f Y..1.nEJtische energie.
We kunnen dan zulke verVlaarlo ~incen toepassen \'!é,ardoor de energie
balans wordt (lit G) .
d (
<
u> m ) := - Á (h ,el-,-) + Q. -'
1
(1) dtwê,arin <: u
>
rn = totale im:enàige energie van het systc em- 4 (h0m)
=
netto input aan enthalpie.
~ : 0 opgenomen warmtestroom
;;;; verrichte arbeid op omgeving per tijdseenheid.
In stationaire toestand is d(
<u
àt > m)_O---•
•
Voor de enthalpie verandering kunnen we, de mengwarmte verwaar
-lozend, schrijven:
waarin:
1
dh = ; dp + Cl' dT ~ ( A hr ) J dx J (2)
( A hr )J - reactiewarmte per eenheid van
massa J omgezet
verandering convers1egraad betrokken
op component J .
Voor de laatste
twee
termen van (1) kunnen we schrijven:dV
p
at
~ - - U .A. A T (l~) waarin A T het temperatuurver
-schil tussen de reactor en het koelmiddel aangeeft.
2. Fluid bed reactor.
2.1.
In
eerste instantie beschouwen we deze reactor als een idealetankreactor, nochtans zonder verblijftijdsspreidinso
Het bed zal als isotherm worden aangenomen •
~
Criterium statiche stabiliteit.
De reactor is zodanig ontworpen c~at bij de gekozen reactor
tempe-ratuur (350oC) de ,;!ar!l1teproductie snelheid IS gelijk'S aan de warm
te-afvoersnelheid. Westerterp (lit 7) formuleert dan als stabiliteits
criterium: bij verandering van de reactor temperatuur moet de warmte
productiesnelheid lan8zamer veranderen dan de warmteafvoer~;nelheid.
2.2. Reactorgegevens J fysische eigenGchappen van het re§ctiemengse1 (li t 8a)
T reactor 350°C
Reactordruk
1
.
7
atm.Hoogte bed in werking Dia'":1et-Err reactor
Diameter katdeeltje Porositeit bed kat inhoud
T
voeding 180°C 6.53 m 3.15 m-
3
11-.10 m 0.6 29.L~OO kg.- - - -- - - -I I' I
..
..
f,assnelheid Verblijf tijd Koelendoppervlak T h:oelmiddel Warmteoverdrachtsco~fficient Druh:val Massastroom voeding: naftaleen oxidatie molenstroom naftaleeno
-
xyleen oxidatie molenstroom 0 - xyleenreactiemengsel
"
Model van de berekening.
0.38 m/sec. 10 sec. 'lO mé'. 200°C / 2
°
300 VI m C 0.7 atm. 2.72 kg/sec. k mol/ 1.4710-3 sec. 3.07 kg/sec. 1.6710-
3
K mol/ sec. 1.06 kJ/kg oe8
.
0.935 bij 1.7 atm en 3500CDe fluid bed reactor waarvan hier de statis-che stabili tei t onder
-zocht wordt, werd ontvangen met de B.A.S.F. katalysator (lit 9).
Van deze katalysator zijn geen ldn~tische gegevens bekend. VIel weten we dat deze katalysator een F.Z.A. opbrengst levert van
~ncevcer
82
%
bij een reactortemperatuur van350°C
en een ver-blijf tijd van 10 sec. Het is echter op erond van deze gegevens
niet ~aoDelijk te voorspellen wat er zal gebeuren bij andere reactor
temperaturen.
Om er nu toch aan te kunnen re:;-enen, werd :::ct de ki netL'che ge
-gevens van 1.1. de optimale contacttijd Gezocht bij 350°C.
Deze Vlas 1.1 sec. met een F. Z. A. opbrengst van 70 ;:, voor de nafta
-leen oxidatie. Voor de 0 - xyleen oxidatie ;çerd [evono.e::
Nn-d\'i.,.
2.0 sec. en een ~ .Z.A. opbrengst van 55.5
%
volgens 1.122 ent'\'1hJ~
~.9 sec. en een opbrengst van 3~
S
volgens 1.121. Hierbij werdaangenomen dat fysisch transport naar Het katalysator oppervlak
geen invloed had op de t0tale re2ctie8nelheid. Voor onze bereke -:dn,':'en zullen deze schijnbare contacttijden ( "C ) aaLgehouden
worden.
Bij de berekening zal verder l~Og ui t gegaa..'1 ',wrcicn van C:,e vol, ende
veronderstellin[cn:
a) het systeem bevindt zich telkent$ in de stationaire toestand
b) de fluid bed reactor is te bC:"c;:;r':.i.,j'-··, als ceel iG.eale continue
tankreactor
-.,
i
I ~•
II
.
c) er treedt geen verblijftijdsspreiding op
d)het bed is isothenn
e) de schijnbare contacttijd is geen functie van de reactor -temperatuur (ondanl:s Peterson' S (li t I ) opmerking dat boven
3500C interne poriediffusi e limiteert) .
f) de soortgelijke war:nte en de reactiewarmte zijn onafhanke -lijk van samenstelling en temperatuur, de soortelijke massa
is onafhankelijk van de samenstelling van het reactiemengsel.
g) voor de enthalpieveranèering (vergelijking (2) ) wordt
I
..f dp verwaarloosd.
h) de warmteafvoer geschiedt alleen door koeling en door het op -gewarmde gasmengsel
i) de temperatuur afhankelijlmeid van de reactiesnelhedèn wordt
gegeven dOor de vergelijlting van Arrhenius
k _ k CD
e
-E/RTVaar de bestudering van de statische stabili tei t v!erd de
warmte-productie - en warmteafvoersnelheid berelcend bij verschillende
reactor temperaturen. De massa- en energiebalns moeten daarvoor
gelijktijdig ?lorden opgelo:-:t. Vergelijking (1) wordt voor de continue ideale tanlu-eactor:
o
=
_
/ T Cp dTTa
De isotherme materiaalbalans wordt:
o
=
~m (WJ6 - WJ t ) + rJ • V reactor Voor de warmte productie snelheid (kJ/sec) geldt:
J= n
( 6)
(7)
Z
(
fj
hr)J)X
J y1m (WJ - WJo) en dit is gelijk aan: J=o
J=n
(
,[1
Hr) J )~ XJ • molenstroom (naftaleen of 0 - xyleen) (8) J=o
met vergelijking ([3) zal gerel~end ·,::orden. 2.~ Vergelijkingen en berekenineen.
2.41 naftaleen oxydatie (zi e 1.11)
De concentratie- tijd vergelijkingen luiden na eliminatie van de
..
I
~
I -I I ...
10 • 1 _ ?' 1 k2 ( kl + 1: kl ( k4 + k5)1
CM -tï-+f{kI~-kb-;-k31J--[I-;~-K~J -(I-+;{K~--k;)J-1 '7: k6 [ 1 + L (kIt -I- k5)] + ? 2 k3 . k4 CG=
-TI+-,-{KI-~-Kt-t-K3)J-CI~-i{k4-;-k5jJ----Warmtebalansen (kJ/sec) warmteproductie: -(LI HlC~
+ (ll Hl +~
H2)C~
t.1H
3
C~
+
ÄH6
C~). ~N
warmteafvoer: voelbarewarmte: ~m Cp ( T -453
)
koeling U .A. (T -473
)
Deze vergelijkingen" werden op de TR l~ uitgerekend voor het temperatuur traject van
250
tot500°C.
(zie Algol demonstratie programma no. 1). Daarbij werd ook de grootte van het koelend oppervlak gevarieerden wel omdat bleek dat de globale warrntebalans bereldmingen (lit
8
b)
-
uitgaande van8
0
%
F.Z.A.
en20
%
gasopbrengst bij350°C
-uitkwamen op een warmte productie van
36
8
0
kJ/sec terwijl dezeberekeningen ongeveer 85 5~ hiervan,
3162
kJ/sec, opleverden. Hetkoelend oppervlak was dus ook te groot. Er is nu
8
5
%
,
zijnde 59.J) m2, voor genomen om daardoor een kloppende warmtebalans te krijcen bij350°C
.
(Zie2.1).
In bijlage 1 zijn de resultaten in tabelvorm weergeCiven. In fiL::'
1 zijn de warmtehoeveelheden per tijdseenheid uitgezet tegen de reactor temperatuur. Ui t deze figuur bli j kt dat de reac tor niet...z.o -stabiel is.
Er zijn twee :nogelijkheden OT,~ de reactor bij
350°
stabiel temaken: 10 het ;-;:oelend oppervlak vergroten tot
77
m2 en dus de temperatuur van het koelmiddel verhogen tot23
5°C
(zie vergelijking (4) )
2. h€t LoeIend oppervlak verkleinen en de temperatuur
van de voeding verl~".gen (deze mogelijlcYJ.eid is niet
verder onderzocht; .
-I •
•
..
2.421
11.
Oplossing i is toch slechts minimaal. (zie fig 1). Het is
beter het koelend oppervlak nog meer te vergroten (nog grotere helling van de war:nte afvoer lijn) en dus b T nog kleiner te
maken (de totale warmtestroom moet uiteraard constant blijven) . Een nadeel \'!ordt dan de hogere stoomdruk in de koelpijpenr
ver-zadigde stoom heeft een dampspanning van 15 atm. bij 2000C, van
25 atm. bij 235°C en van 40 atm. bij 2500C.
0- Xyleen oxidatie.
Het reactieschema van Novella.
De dimensie van de k waarden is
kg
-
i{ät
molen:
s
:
ätiii
Di t wordt voor de ontworpen reactor herleid tot1 = k. s kg kat. atm
---
moIëii
---1-
.
smolen (stroom}'=1.67 (1 +12 +48)= 100.2 mol/sec kat inhoud = 29400 kg.
druk
De nieuwe k waarden moeten dus met
Dat geeft: k l :s pO k 2
=
00 k 00 3 = k 4 ~ 00 koe> 5=
,koo 6=
koo 7 = = 1.7 atm. 500 vermenigvuldigd worden. 7.55 103 1.235 102 1.105 loB 1.055 105 6.825 106 1.710 108 c; 72r.: 11"16 / . :;; 'JAangezien de berekende conversie slechts 34
%
was, wordt hier niet nader op dit ~odel ingegaan. (zie Algol demonstratie pro -gramma no. 2)2.1t22 Het reactieschema van Froment.
De k waarden zijn door de volgende definitievergelijkingen
vast-gelegd: r = kl , N Xo ' No ' X . dx
J'
b
Mlnat
-n~---vö~ö-.r
.
lü erui t volgtvo~r
l{:l :J'
~
[)--
•~
,·.m~---
• sec'
waarin Mm = gemiddeld mol gew. reactiemengsel
tb
=
vnl gens Froment/0
=
= 29. L}8 kg/k mol = 1300 kg/m3 = 1}.935 dus 1;: 1 ~ 29.1~,~ • 1300 h ft d d' 1/I
I
!
~ ---.---I •• 1\•
•
..
De koo waarden worden dus lilet L: .• 15 104 vermenigvuldigd.
~at
geeft: koo 1 - 4. 6B 1'")9koe 2 - 1.316 lDlO
k 3 - 2.005 109
00
De concentratie tijd vergel.i jkin[en luideYi:
CX l --
-I+1FrkI-+-
1k2j-
-1 IrJ. ~
CF
=
-TI-PZ:'-k2T-[I-+-~'(kI-;-K))J1 "(2 . k2 (kl + k3) + 1::" k3
C
G
= -1I~~K~J-[I+-~r-~~-+k)~---warmtebalansen:
productie: afvoer: - ( ~ Hl . cl + ..1 H3 F voelbare warmte: ~m. cp • ( T 453 ). koeling: U.A. ( T - 4·73 ). ~ 0 .
Ook deze vergelijkingen werden op de T R 4 uitgerekend voor het
temperatuurtraject van 300 tot 430oC. (zie Algol demonstratie programma no. 3). De globale warmte balans berekeningen (ltt 8c)
- uitgaande van 70
%
F.Z.A. en 30%
gas opbrengst bij 3500C-k~;iamen uit op een warmteproductie van 3450 kJ/sec ter\'!ijl deze
berekeningen ongeveer
3
5
%
hiervan, 2889 kJ/sec, opleverden. O;u dewarmteproductiesnelheid gelijk te maken aan de warmte afvoersnel
-heid werd het koelend oppervlak aangepast. Het werd 75
%
van70 = 52.5 m2.
De resultaten zijn in bijlage .2 in tabelvorm weergegeven. In fig .2
staan de warmtehoeveelheden per tijdseenheid ingezet tegen de
reactor temperatuur. Uit deze figuur blijkt dat de reactor niet
stabiel is: daalt de reactor temperatuur, dan wordt de warmte af
-voer groter dan de warmte productie - de reactor gaat uit, stijgt
de reactortemperatuur dan wordt de warmte Ylroductie groter dan de
warmte afvoer - de temperatuur zal oplopen tot ongeveer 600°C
alwaar alleen koolzuur geproduceerd wordt. We kunnen de reactor
stabiel maken d)or het koelendoppervlak te vergroten tot 210 m2
en do~r hot te.;:peratuurverschil tussen reactor en koelmiddel terug
te brengen tot 3SoC bij 350°C, d.woz. een T koel van 312°C.
Dit betekent dat onGeveer 3 keer zo veel koelpijpen in de reactor
gebouwd moeten \'.:orden (135, zie 1i t 8d) en dat de stoomdruk in de ~<::oelpijp€n zal o~Îlo~Jen tot r-- 100 atm bij 320°C. Dat is te hoog.
t i
-..
..
13.
Een andere mogelijkheid is te koelen met een zoutoplossing.
We kunnen de wanate aan het zout onttrekken door het zout,
buiten de reactor, langs stoompijpen te pompen. Ook deze
oplos-sing is weinig gelukkig, aangezien de reactor nog al wat
inge-wikkelder wordt, en er energie verloren gaat.
Gekozen is hier voor de volgende oplossi ng: We bouwen ongeveer
65 pijpen in de reactor: koelend oppervlak 100 m2. De temperatuur
van het koelmiddel stellen we op 235°C, evenals bij de
nafta-leen oxidatie.
In stationaire toestand, de reactor temperatuur is 350°C, is er
dan maar 68.5 m2 van dat lwelend oppervlak nodig. De rest is
uit-geschakeld. Gaat de reactor temperatuur omhoog dan wordt er een
nieuw·, koelcompartiment bij geschakeld. Daalt de reactor temp
era-tuur beneden de 350°c dan wordt een compartiment van de 68~5 m2
uitgeschakeld. Door dit vari~rende koeloppervlak kan toch een
stabiele reactor temperatuur van 3500C gehandhaaft blijven.
Het is wel nodig gedemineraliseerd water te gebruiken omdat de
niet gebruikte koelpijpen droog koken, en er anders te veel
ketel-steen gevormd worct.
2.5 Nieuwe reactor.
koelend oppervlak. 100 m2. 65. koelpijpen van 3t1-diameter en een
totale lengte van 390 meter.
Dit koelend oppervlak is verdeeUin compartimenten. Ieder comp
ar-timent is zodanig samengesteld dat het koel pijpen bevat over de
gehele reactordoorsnede. De compartimenten worden aan en uit
ge-schakeld via thermokoppels die de temperatuur in de reactor meten.
De temperat.uur van het koelmiddel is 235°C, de stoomdruk is dan
25 atm.
Bij de naftaleen oxidatie wordt 77 m2 van dit koelend oppervlak
gebrUikt (50 pijpen). Geen variatie.
Bij de 0- xyleen oxidati e wordt 68.5 m2 van dit koelend oppervlak
gebruikt
(44
pijpen). Voor het variëren van het koelend oppervlakwordt een regelinstallatie gebruikt.
2.51 Opmerking •
Het is natuurlijk ook mOGelijk de warmteoverdrachts coëfficient
--~---~---
-..
I
.,
-•
2.52 2.6 l lr.Voor de 0 - xyleen oxidatie zullen we dan eveneens een variërend
lcoeloppervlak moeten maken.
Invloed andere proces variabelen.
We hebben bij de berekening van de statische stabiliteit alleen de
reactor temperatuur gevariëerd en llOg niet gekeken naar de gevoelit:
-heid van de reactor voor veranderingen in de andere proces vari
-abelen zoals temp voeding, concentratie naftaleen in de voeding
schijnbare contacttijd (doorzet) en kÖ61lcapaciteit.
Voor de naftaleen ond'atie wordt in bijlage 4 de gevoeligheid van
de reactor nagegaan voor variaties in de schijnbare contacttijd
en in de koelcapaci tei t; fig.) geeft hiervan een grafi :,' che voor
-stellinG'
Outimalisatie . •
De tot nu toe aangehouden reactor temperatuur van
350
0C is geen-zins de meest optimale voor onze ldnetische gegevens. De conver
-sies zijn ook aanzienlijk lager dan die uit patent gegevens.
Naftaleenoxidatie: Bij de B.A.S.F. katalysator (lit 9) wordt een
conversie van
82
%
F.Z.A. oPGegeven en een verblijf tijd van 10 sec.o - xyleen oxidatie: H. Ruch elit
5)
spreekt in zijn patent overeen conversie van 70 %, betrolti~en op F.Z.A., en een verblijf tijd
van 15 sec.
Kiezen we bv.
300
0C als reactortemperatuur dan vinden we al optima:naftaleen oxidatie opbrengst
8
1
.
4
%
F.Z.A. bij een schijn-bare contacttijd van 8 sec.
o
-
xyleen oxidatie opbrengst 59.6%
F.Z.A. bij een schijn-bare contacttijd van 15 sec.
ocl:.'oo "
Deze uitkomsten komen dichter in de buurt van de pat-e.M; gegevens
en ze zijn daarom in bijlage 3 in tabelvorm weergegeven. Uit de
resultaten blijkt dat de reactor niet stabiel is iij 300°C. De
stabiliteit is verder ni~t onderzocht.
2.7 Model voor een fluid bed reactor:
Het model van de ideale tankreactor is geen juiste beschrijving
van een fluid bed reactor. Er zijn betere benaderingen •
Rowe (lit 10, 11, 12 en 13) geeft het vol[,€nde model:
Het gas komt uniform de reactor binnen. De overmaat &an gas - Trieer
dan nodig voor de ::11nL1ale fluidisatiesnelheid - vormt bellen.
De h00veclheid gas àie nodig is voor de minimale fluidisatie
..
I
4•
..
•
1 . ;r-'sneller en wel evenredig i.let de v.'')rtel uit huh diameter.
De bellen zijn te beschrijven ale een bol r'aarbinnen alleen gas
zi t . Bij het opstijgen vor:'nt zich in het onderste deel van de bel
een soort zog Vru1 katalysatordeeltjes en gas, dat 25
%
van hetbolvolume inneemt. Om de bel heen wardt een wolk van katalysator
-deeltjes en gas - ideaal gemengd - meegesleurd. De stofoverdracht
tussen deze twee fasen - de bellen met wolk en zog en het
tno~
gas dat de minimale fluidisatiesnelheid door de reactor stroomt
-kan beschreven worden als een diffusie proces wuarvan de diffusie
co~fficiënten bene derd kunnen worden.
Voor de voorspelling van chemische reacties vlordt de omzetting
berekend in de wolk en het zog (ideale mengers) en in het gas
(ideale propstroom) • Deze twee bijdragen viorden opgeteld.
De belangrijkste onbekende in è.it model is nog de belgrootte
ver-deling over het gehele bed. hiervan hangt de plaatselijke ver
-houding van de snelheid van de bellen tot de gassnelheid af.
Deze verhouding is van invloed op de groatte van de wolk, en van
het kielzog en dus op de bijorace van deze aan de omzetting, Zowel
de grootte van het ldelzog als de snelheid van de bel hangen ook
af van de grootte en vorm van de katalysatordeeltjes.
Bij dit model is aangenomen dat de chemische reactiesnelheid zeer
veel langzruaer is dan het fysisch transport (diffusie). Het is de
vraag of dat voor ons geval opgaat.
Het uitrekenen kost veel rekenwerk. Toch lijkt het zeer de moeite
waard voor een eenvoudi.::;e reactie een reactor uitte rekenen met
dit model. (lit 12, 13).
3
.
Vast bed reactor.Alleen de naftaleen oxidatie wordt onderzocht .
We zullen rekenen met het ideale niet isotherme buisreactor-moàel
dat één-dimensionaal is. Lit (15) berekent dat voor reactoren
langer dan 2.5 meter het verschil tussen dilt model en het twee
dimensionale - de niet isotherme buisreactor met temperatuur - en
concentratie verschillen zowel in de lengte als in de dwarsrich
-ting - klein is. We moeten dan wel smalle katalysatorpijpen nemen,
een vrij hoge gas-snelheid en een niet te lage temperatuur van het
lwe1middel (zie 3.3); hiermee voorkomen we radiale temperatuur
..
•
•
"
- - --~--1
6
.
3.1
Model van de berekening.We gaan uit van de volgende veronderstellingen.
a) het systeem bevindt zich in stationaire toestand
b) ~r bestaat cylindersymmetrie
c) het totaal aantal molen verandert niet tijdens de reactie
d) de soortelijke warmte en de reactiewarmten zijn
onafhanke-lijk van samenstelling en temperatuur, de soortelijke massa
is onafhankelijk van de samenstelling van het gaSmengsel
e) de reactor is ideaal (propstroom)
f) over een dwarsdoorsnede zijn temperatuur en concentratie
constant
g) geen warmtegeleiding in de lengterichting en geen straling
h) voor de enthalpie verandering (vergelijking (2) ) wordt
dp verwaarloosd
i) de temperatuur van het koelmiddel is constant
j) de benuttingsgraad is voor alle reacties en voor alle bereke
-ningen
0
.
8
(Zie lit8
1)k) de condities van de voeding zijn de begin condities (z 0)
voor de reactor
1) de drukval over de reactor is bij alle berekeningen even groot
m) het gas gedraagt zich volgens de i deale gas~et
n) de drukafname verloopt lineair met de reactorlengte
Lit ( 6) geeft de massa en energiebalans
0 = - ~m d XJ + (dJ
s
d zen 0 -
-
jjm dh -+ dq
waarin MI'
=
2 1r r U (Tk - T ) dz dh=
Cp dT -t- (L1 hr) J dX JDit ingevuld in (10) geeft:
over een volume
(9) (10)
elementj e.
o = ~m CpdT + ~m ( A hr)J dX
J + 2 1T rU (T-Tk)dz (11) De massa en energie balans in ons geval 6(zie 3.4) gekoppelde,
niet lineaire, eerste orde differentiaalvergelijkingen op.
Deze zijn analytisch niet oplosbaar.
Daarom zijn deze vergelijkingen opgelost met behulp van een com -puter volf;ens een methode die in de numerieke analyse bekend staat als de methode van Runge - Kutta (rW 8 standaard procedure op de TR 4) Deze oplossingsmethode (lit 15) houdt in dat over een kort stukje
.z alle variabelen constant gehouden viorden; de toestand aan het
..
..
..
'.
17.
We hebben een stapgrootte aangehouden van 0.01 meter.
criterium statische stabiliteit.
Het in 2.1 genoemde criterium geldt ook voor de vastbed reactor;
bet is echter moeilijk deze stabiliteit te onderzoeken omdat de
reactor niet isotherm is. Wel is het mogelijk te kijken hQe de
reactor reageert op veranderingen in de pro.ces variabelen.
Bilous en Amundson (lit 16, 17) hebben de gevoeligheid van de
reactor onderzocht op variabies in de warmteoverdrachtsco~fficiëntt
de concentratie in de voeding, de voedings temperatuur en de
tem-peratuur van het koelmiddel (llpara"lleter sensitivity").
Westbrook (lit 18) heeft deze gegevens (lit 16) verwerkt in een computer programma dat voor homogene reacties de optimale com-binatie van reactor type en procescondities kiest. Dit programma was voor ons geval niet van toepassin[ .
Barkelew (lit 19) berekend de maximale temperatuurstijging in een
gekoelde buisreactor; hij ging dan uit van complete conversie.
Wanneer de maximale toelaatbare temperatuur gegeven is - bv. door
het optreden van nevenreacties of door het sinteren van de kataly
-sator boven een bepaalde temperatuur - kunnen de proces condities
worden aangepast.
Voor onze reactor zijn er 3 limiteringen:
1. het sinteren van de katalysator boven 4500C (1it 8e)
2. het optreden van door-oxidaties, M.Z.A. vorming, boven
ongeveer 425°C (lit Bf). Bovendien wordt dan de m
olen-stroom groter (lil 8h)
3. het explosiegevaar (zie bijlage 5).
Wanneer we de T voeding,
e
voeding en T koel varH~ren (po blij ftconstant, vo varieert dus met T voed) kunnen we aan de hand van
deze grenzen een gebied aangeven waarbinnen deze proceavariabelen
..
...
..
,
..
'•
18.
We maken de grenzen:1. de reactor temperatuur moet niet boven de 42.5°C komen. maar mag niet uitstijgen boven 44.5°C.
2 • We zeggen dat de reactor explodeert als de numerieke .>
.oplossingsmethode. met stapjes van 0.01 meter. een nega-tieve temperatuur afdrukt •
Ad 2. Dit is een rekenkunàige norm.
We laten d~ computer het axiale temperatuurprofiel in de reactor uitrekenen. Loopt de temperatuur ergens hoog op
dan kan het gebeuren dat iets verder - waar minder warmte
per volume-eenheid Geproduceerd wordt - de invloed van de koeling erg groot wordt. We krijgen dan een soort knik in het temperatuur profiel. Het snijpunt van de helling van
het axiale temperatuur profiel op dat punt (Zi) met de verticaal door het punt (Zi + 0.01) kan dan in het nega-tieve temperatuurgebied liggen.
We zouden in zo'n geval de stap grootte kunnen verkleinen. Dit
hebben we niet gedaan omdat het de vraag is of een werkelijke
reactor ook sneller zou reageren: de reactor heeft maar een beperkte
warmteafvoer capaciteit per volume-eenheid katalysator en de
molenstroom worcit bv. bij hogere temperaturen groter.
3.3 Reactorgegevens, physische eigenschappen reactiemengsel (lit 8i).
Lengte reactor Diameter
Aantal katpijpen
Binnendiameter kat pijpen
Verdunningsgraden katalysator in katpijpen
ft 1 = 0.28 voor Z = 0 - 1 m.
[) 2
=
0 • 50 voor z = 1 ~ 1.5 m.f)3 =- 1.00 voor z = 1.5 - 3.5 m.
Diameter kat deeltjes Porositeit kat pijpen
T
voedingMassastroom voeding Druk v66r reactor
f
voedingVolumestroom voeding
Totale doorsnede oppervlak kat pijpen
Superfic1~le gassnelheid (Vo bij l.75oatm
en 300 C)
3.50
m. 3.95 m. 5600 0.028.5 m. 4.10-3
m.0.4
300°C 5.87 kg/sec.*
1.75 at~. 1.08 kg/m3 K 5.34 m3/sec.3.578
1112. 1.52 m/sec )(I
.
•
Drukval
over reactorTotale binnenoppervlak kat pijpen
T koelmiddel (zout)
U
totaal (gas - zout)~--- -~--,
19 ..
.
JE 0.605 atm. 1760 m2. 350°C82
W/mZoC (bijV
= 1.5 mise<: . , Aantal. stoompijpen Buitendiameter stoompijpen BUitenoppervlak a,toompijpen T stoomU totaal (zout - stoom)
Molenstroom naftaleen Cp reactiemengsel 94 0.0337 m.
35.0 mZ.
ZOOoe
600 w/m2.°C 1.46 lÖ3 kmol/s. 1.06 kJ/kgOC.De met K aangemerkte waarden staan inlit (8i) andèrs vermeld,
L1 t (8g) gaat uit van een mol verhouding N : 02 = 1 : 27.
Bij 300°C en 1.5 atm. is.r= 0.925. ~ = 5.87 zodat de
volume-stroom wordt 6.35 m3/see.
Lit (81) gaat uit van een C
No
=
2.910-1; kmol/m3. ~~Vermenigvuldigd met de volumestroom betekent dat een naftaleen molenstroom van 1.84
10~
kIIlol/sec=
0 .. 236 kg/sec.Houden we de massastroom constant dan krijgèn we
5.87 - 0.236
=
5.634 kg lucht/sec.De mol verhouding N : 02 wordt dan 1 : 21.3 en het mol percàntage
ft in de voeding 0.93 ~é hetgeen volgens bijlage
5
in het explosie gebied ligt.Willen Vle èn de mol verhouding laten zoals in lit (8g) en
e
No =2.910.4 dan moeten we de druk vó6r de reactor verhogen.(aangeno •• o
datWae T voed constant houden).
Er is nog een dwingender reden om de druk te verhogen.
Bij 3000
c
en 1.5 atm. is de volumestroom 6.35 m3/sec. Dezegas-hoeveelheid moet door de katalysator pijpen. Het totale doorsnede
oppervlak van deze pijpen is
2
5600 • 3.14 • (0.01425) = 3.578 m2.
pe superf'1c111e gassnelheid bij 300°C en 1.5 atm. Vlo'rdt dan
1.775 m/sec. Voor de berekening van de drukval maken we gebruik van
de formule van Ergun (lit 23).
:1_~_=L~_Y~~_
.
_!;!_
h70
_~_
(I-i") + 1.757
..
..
..
l
I
I
I
Il
We nemen als gemiddelde reactor temperatuur en druk aan:
3700C en 1.25 atm. Dan wordt: .ro = 0.686
vo
=2.4
I;
Lucht=
3.15 10-5 (li 8j)De drukval over de reactor van 3.5 m. wordt dan
20.
0.84
atm.; de druk aan het eind van de reactor zou dan 0.66 atm. zijn !Na trial en error berekeningen komen we uit op:
P
voeding==
1.75 atm.vo (bij 3000C en 1.75 atm.)
==
1.52 m/sec.Ll p - 0.605 atm.
Bij een gemiddelde reactor temperatuur en druk van
370°C
en1.5 atm (klopt dus niet helemaal) is de superfici~le gassnelheid .
2m/sec.
Volgens lit
(
8k
)
zou dan de totale warmte overdrachts co~ffici~nt~ 105 w/m2
°c
moeten zijn.(
1
fL, _ .. Wij hebben met 82 gerekend omdat~_ 1. de drukval over de reactor waarschijnlijk geringer
. is
~:~
:>
0.04~
en dus ook desuperfici~le
gas-snelhei8.
2. het zout slecht langs de pijpen stroom~ en de warmte overdracht van de pijp naar het zout dus ook van in. vloed is op de totale VJarmteoverdrachts co~fficiënt.
Vergelijkingen en berekeningen elit 8m).
De kinetiek van 1.1 is gebaseerd op concentraties. Alleen onder
isotherme en isobare reactie omstandigheden geldt à
=
dc.
f
H
We corrigeren voor de temperatunr- en drukveranderingen in
d'
reactor:
Cp. T = To
-T-
•f_
po vCpo, To (12)(epo;ro schrijven we verder als C).
Voor To en po nemen we de condities Vcih de voeding (Zie 3.1 K)
p
=
po - Z ~~~ö
.~~
.d V' --~t-E~_:_~_:I:
schrijven we verder als "ptterm")po
(14)
Passen we (12), (13) en (14) toe dan vinden we voor de massa-en
energiebalans over een stukje van de reacbor de volgende
---~---
-..
..
3.41 deN =fj1(kl + k3 + k6) CN
~ (Ptterm)2az-
t'ä dC F =~(kl
CN + k5 Cq - k2 CF )z:
(ptterm)2az-
t'ö=
g/j
(k3 dCg CN' - k5Cq -k4
Cq) ~ (ptterm)2ai
/
~ö d cM {J ~ (ptterm)2a,z--
=
tïj4
k2 CFVö
de IJ ~az~
=i?
(k6 CN + k4 Cq)'Jö
(Ptterm)2zP~
dT4
uai
= -!,o-ëj>-at-vö
(T kl A Hl C N +- k2 ~ H2+
k6 Ll H6 eN ) ptterm. Beginvoorwaarden: - T koel)-jOo
Cp VO CF+
k3 A 1f3 C N+
We
varierenT
voeding enT
koel_
0.154
C - ----.. --No To po =1.75
Fo
=
2Z2~ö!!2§
(molenstroomN
)
(volumenstroom voeding) VoIn tweede instantie werd C
No gevarieerd.
(
k4 L1 H4 C
q
( zie 3.3 )
We berekenden de warmtebalans (zie vergelijking (11) ) als volgt:
Warmteproductiesnelheid ::: - (..6 Hl CF + (Ll H2 +..ó Hl) CM
+..1 H3 Cq + Ll H6 Cg). volumenstroom voeding.
De concentraties namen we in het uit de reactor stromende
reactie-mengsel.
Warmte afvoersnelheid:
Voelbare warmte = ~m . Cp . ( Tuit - T in ) koeling:
:p.,
T - g (z~ reactor temperatuur werd op 70 plaatse~ in de
reactor, om de
5
cm. uitgeprint. Deze waarden werden gesommeerden de Bom werd door 70 gedeeld. We kregen zo de ge~iddelde reactor
temperatuur T gem. (zie Algol demonstratie programma no. 4)
koeling
==
U .A. ( T gem - T lwelzout ). Schema berekeningen.Voor de ontworpen condities (zie 3.3) werd de temperatuur van de
voeding gevarieerd van 250 tot 450°C.
Bij de optimale voedings te~peratuur - grootste F.Z.A. opbrengst
..
3.5 •.,
I '..
I 22. en de ingangs-concentratie aan naftaleen met + en - 10%. Deze berekeningen werden ook gemaakt voor een voedings-temperatuur van 350 oe. De resultaten werden vergeleken.
Resultaten •
Berekening F.Z.A.-productie:
Productie F.Z.A. (kg/s)~ C
FZA uit reXctor .~ .Mol gew. FZA.
TABEL I
De concentraties en de volumenstromen zljn beide
betrokken op de condities van de voeding ( vergelijking (12) en (14) ); de voedingstemperatuur werd gevarieerd, de druk bleef constant.
T koeling 350 oe.
T voeding T max. Pla.ats CFZA (%) Productie
( z ) ( % van 5000t/ j) ~ 250 532 155 280 486 195 ~ 300 Lf-I9 170 71.0 88.8 310 4I2.8 170 72.6 90.5 -340 L~05 .l~ 60 75.2 94.3 350 407.8 55 75.8 94.9 360 411.4 50 76.2 95·4 370 417.2 45 76.5 95.7 1--.... 330 425.6 40 76.5 95.7 400 462.3 40 71.2 89.0 450 560 16 "
Hieruit volgt da.t de voedingstemperatuur tussen 300 en 380
°c
moet liggen; het optimum ligt bij 370 °C. Gedrag Explodeert Explodeert ~i~;er1nf Explodeert
..
_JI
,
..
- - - --23
•
.TABEL 2.
I-
T
voeding
4
°c
2.eN.
10
ltmol/m3
3.
T k8elmiddel
oe
4.
T gem.°c
5.
T max.oe
6
•
z
cm
7. e
FZA / C N %8.
C
FZA •Ia
4
0
kmol/m3
9. Productie
FZAin
%
van
5000t/j
%10.
Warmteproductie
kJ/s
11.
Warmteafvoer
kJ/s
12.
Warmte-overschot
kJ/Se I A;~ 2 /3
45
6
/
7
8
9
IC Il'ïJ:w-
C .... C·I~_I 7{§ Î<.>:...J.- ,-I .. / 1--Y
ri/
370 2.395 360 391
471.1
60
66.3
1.587 83
3692
4405
370 2.395 350 377.8
417.2
45
76.5
1.830 95.7 3339
3883
370 2.395 340 366.8
392.2
35
77..9
1.
864 97.6 3208
3688
3702.660 350 383.2
461.7
60
70.1
1.864 97.6 3941
4655
370 2.395 350 377.8
417.2
45
76
.5
1830
95
.7
3339
3883
370 2.178 350 375
402.6
40
77.1
10677
87.8 3208
3484
350 2.470 360 389.8
4L~560
71.0
1.752 88.7
3542
4355
350 2.470
350
378.1
407.
8
55
75.8
r.
D
72 949
3346
4053
350 2.470 340 367.I
391.5 175
77.1
1.901 96.2 3216
3858
350
2.l~70330 356.3
384
.9
175
77.0
I.
R
97
95.5 3090
3676
350 2.748 350 381.9
434.2
60
74.5
2.045 103.7 3786
4603
350 2.470 350
373
.1
407.
8
55
75
.
8
I.~72 9L.,..93346
4053
350 2.249 350 375.2
395.8
6ö76.3
1.715
86
.
,3
3011
3640
350
2.748
3L~0370
.
6
396.r
5076.
8
2 •107
1
106. 7 3625
4355
350 2.470 340 367.1
391.5
I
I75
77.1
1.901
,
96
.2
3216
3858
350 2.249 340 364.4
3$7.3
175
77.3
I-736
87
.9
2893
3464
350 2.74
8
330
359.8
39207
'
175
76.9
2.109 107
3504
4132
350 2.470 330 356.3
384
<>9
175
77.0
L
P97 95.5 3090
3676
350
2.2L~9330
353
.6
378.2 175
76.8
1.722
87.2 2773
3290
Uit deze tabel
bl~ktdat.de gevoeligheid
van
een voeding van 370 oe
groter is dan
van
een voeding van 350 °C. Dit was
voor ons
de reden
o
om
350 oC
te prefereren boven 370 C;
voor
de beste koeltemperatuur
nemen we 340°C.
12
1-713
-544
-480
-714
-5
44
-276
-813
'r-707
-642
-586
-B17-707
-629
-730
-642
-57i
..
678
...
586
-
5I7
In de figuren
(4) t/m
('1)worden temperatuur- en
conversiegraad-profielen
van de
reactor
gegeven; fig. (8)
geeft
de
FZA-produ
ctie
als functie
van
I·
.
....
•
..
3.6
SlotopmerkingenI. In de reaetor-gegevens van
3.3
veranderen we de temperatuur van de voeding in 350 oe en van de zoutkoeling in 340 oe.2. De reactor produceert dan 4810 ton FZA/ jaar • b~ de condities van lito (8) zou hU - volgens deze berekening- 4435 tij produceren.
3.
De verdunningsgraden in de katalysator-pijpen zjjn berekend met onjuiste aannamens
eN o=
2.9.10-4 kmol/m3
en V=
1.5
mis.
0
De volumenstroomis dan 5.37 m3/s. Met een~ van 0.925 kg/m3
betekent dat een massastroom van 4.86 kg/m , hetgeen niet in
overeenstemming is met lito ( 8e ).
4.
De berekeningen van het axiale temperatuurverloop ( lito8)
zjjn geaaakt- met dt- 0.0254 gemarutt ter\~l in het ontwerp
0.0285 is aangehouden. WU hebben steeds met 0.0285 gerekend.
5. In tabel 2 staat dat er door het zout altjjd meer warmte aan de
katalysator-pjjpen wordt onttrokken dan deze produceren.
Dit komt o.a. omdat bl.j, de globale berekeningen van de diameter
van d.e katalysator-p\lpen ( 1i t. 24) een gemiddeld temperatuur-verschil van 200e tussen katr pjjp en zout is aangenomen •
Houden we de molenstroom-naftaleen op 1.47010-3 kmol/s en T koel.
op 350 oe dan ~gen we - volgens onze berekeningen - een
mini-maal verschil van 27.8 oe bij een voeding van 370 oe.
We kunnen de wannteafvoer regelen door de stoomproductie.
6.
Het lijkt onwaarschijnlijk dat de voorgestelde constructie van destoompijpen een uniforme zout-temperatuur handhaaft.
Meer stoompijpen betekent een groter koelend oppervlak; dan moet het temperatuur-verschil tussen zout en stoom ommlaag •
"
..
•
SYMBOLEN LIJST ( voor de nog niet verklaarde tekens )
N Naftaleen FZA Ftaalzuuranhydride Q Naftoehinon MZA MaleiRezuuranhydride G CO 2 en H20 T 0- tol ualdehyde X 0 - xyleen A.
Cr
c
Cp d p~
.
E HrJ
I~z
Koelend oppervlak concentratie conversie soortelijke warmtediameter kat. korrels
diameter pijp inwendig activeringsenergie enthalpie
omzettingssnelheid van J per volumeneenhe1d
conversiesnelheid per volumeneenheid
massa fractie van stof J
verhouding NX/NXo lengtecoordinaat reactor benuttingsgraad ·m m kJ/ kMol kJ/kMol kg/m
3
.s kelm3.s mporositeit (volmaenfractie continue fase) -kinematische Viscositoit katalysatorverdunningsgraad soortelijke massa massastroom molenstroom warmtestroom kg/m
3
kg/s kMol/s W..
•
I...
..
I
·
.1,
.
26
.
1. J.. .... T • . ·eter.sen, Chem. En~. dei., 17, ,~03-·:~19 (1962).
,
-2. ..::. C. Uovel1a, )..~. Ben1lec!'l, .~s:,ana l~n:ües :;-i8 Quim,
2.§.,
783-790 (1962) • :J.i..'. FrOl.1ent, InJ.. Eng. Che",., j ), 18-28 (1967).3. 4 •
5.
6. 7. 8. 9. 10. llo 12. 13. 1" "T. C.A. , 60, 13194 h ger . .... 'atent J...1:.2.YJ.2. ~.A.,§2,
3803 d ger. Patent 1.l17.)5?H.Kramer3, 1~.;:. :'lesterterp, ~lements of chemical reactor design
and operation, bldz. 3, 93 e.v.
L\..i~. :.iesterter-.1, I..':hem • ..::n,:; • ..:~ci., 17, 423-'J.3:l, (1962).
Voorontwer~) v~n ee::1 ... ZA.- reactor, :Laboratoriu:':1 voor Chemi<.;che ~echnologie, okt.
196/
.
a. oldz. 70 e. b1dz. dl i. bldz.86
y
8
8
m. bldz.85
b. 63 f. " j . fig. 7-h c. " 6l~ g. k. bldz. 34 d."
78 h. 1. " , . 6"J • .... '...!.' 11134 c ger. Patent lol:~,).912 (1902).
Ro ... e, .;.. '-
..
.
~artrid6é? , ')7 3 (196L~)..j ti
Tran~. InGt. ~hem. .:;n,,,,., 43, 'l' 157 (1965).
"
11 'I ti IIti ~, î.'
535
(1;166).I
'
.
,
('lui? Bed :~ym:!? ~indh0ven, preprint 8.1 (1967).Ii •. è. Vreedenberg, .';hem • ....::nc;. 3c2.. t 11, 274 (19',0).
15. J .M. Va1st:'lr, .j . 13ere!ld_~e, ea InGenieur, 79,
eh
.
39 (1967).17. : • R. rlfllundaon,
v
.
;~.
.
,
.
DiloI~S, " " '~'I • .J.. • ...".
..
',.
c,
.
:
\.
,:
.
Bilons , 11Inst. Chem. ~u:. J. 1 513 (1955).
i/ " " ", 2 11'7 (19yj).
·:;hem. , 55
- '
(1';)61) •55, no '-./ ) !.:
,
;7-/~7 (195)) .20. :,.3.L ... , GgeGevçns e;evaarli):-:e 3toff~n.
2:1.. ;:. Irvin,; !~ax, IIandbook of claacej,'ou.'3 Ula.t'3rials, Cha:':>ffi;.n é,md Hall,
Lonlon, 'old~. }.:.r,.
22. F. Dem::.ria,
,J
.
::
.
:Jongfield, G. _utL~r, Ind.-.:ng.·...;hem., 53, .::59-266 (19:)1). 23. H. Kramers, l"Y3i.::3ch·; ii'ral1i3:ort'r.,;r::>ch·:ns,.ü~:n, Delft 1)61, blll:.:.. ',-0.24. .?roeessclu :,la t Cn t ;}'J rp V6Ll ec: 11 ·v, .. ,:; t.~ ~à.-reac t.;r '-Ioor d,3 b~rçi JiaC V..l!1
..
•
!,
fi
II
I I,
II
II
I
..
\
.
I ,..
, I - - - --
27-Bijlase 1.:
Naftaleen
oxidatie
model
:
ideale tankreactor.
7' =
1.1 sec.
0
A
=59
.
5 m2.
-
T koel=
200 C
warmteoverschot
=(warmteproductie
-
gasafvoer
-
koeling) per
tijdseenheid.
IJ)reactor
C'N(%) C'F(%) C'M(%) C'Q(%) C'G(%)Warmte
gasaf-
koe-
over-prod.
voer
1ing schot
oe
kJ/Se kJ/StkJ/
St kJ/a.250
47.9
39
.
4
0
.0
8
.2
4
.
5
146
9
202
893
375
2
6
0
41.2
45
.
4
0
.
0
8
.
0
5
.4
1695
231
1071
393
270
35
.
0
51.1
0
.
0
7.7
6
.2
1909
260
1250
400
280
29.5
56
.2
0
.1
7.2
7.0
2108
288
1428
392
290
24.6
60
.7
0.2
6
.7
7.
8
2289
317
1607
365
300
20
.5
64
.6
0.3
6
.1
3.52451
346
1785
320
310
17.0
67
.7
0.7
5
.
5
9
.1
2
598
375
1964
259
320
14.0
70'-0
l..3
5.0
9
.7
2733
404
2142
1
8
7
330
11.6
71-3
2
.
4
4
.
5
10.2
2864
433
2321
111
340
9
.
6
71.4
4
.
3
4·0
10.7
3003
461
2
499
43
·
350
8.
0
69.9
7.5-
3.6
11.1
3162
490
2678
-
6
360
6.6
66.4
12.3
3
.
2
11.5
3355
519
2859
-20
37
0
5
.
5
60.7
19.1
2
.
8
11
.9
3594
548
3035
12
380
406
52
.
9
27.8
2.5
12.2
3877
577
3213
88
390
3
.
9
43
.
6
37
.
8
2.2
12.5
4189
606
3392
192
400
303
34·0
48
.0
2.0
12.7
4498
634
3570
294
410
2.8
25.3
57.2
1.
8
12.9
4777
663
3749
366
420
2.3
1
8
.1
64
.
8
1.6
13.1
5008
692
3927
389
430
2.0
12.'1
70.6
1·4
13.3
5188
721
4106
361
440
1.7
8
.7
7
4
.
8
1.3
13.5
5321
750
4284
288
450
1.5
6
.
0
77.
8
1.1
13.7
5419
779
4463
178
460
1.3
4
.1
79.
8
1.0
13.8
5490
80
7
4641
42
470
1.1
2
.
8
81
.
3
0
.
9
1
3
.
9
5542
836
4820 -114
48
0
0
.
9
1.9
82
.2
0
.
8
14.1
5580
865
4998
-2
83
490
0
.
8
1.3
82
.9
0
.8
14.2
5608
894
5177 -
462
500
0.7
'
0.9
83
.4
0
.
7
14.3
5630
923
5355
-
64
7
\
I
..
'
.
I ....
I
~
I
"
BiJl~e 2'
r
0 - Xyleenoxidatie.
Reactieschema van Froment. Modele ideale tankreactor.!( = 2.0 sec. A =
52.5
m2. - T koel=
2000C 'l'reaetor C'X(%)oe
300
65.9
310
56.2
320
46.4
330
37.1
·
340
2
8
.9
350
22.2
360
1
6
.8
370
12.6
3
8
0
9·4
390
7.0
400
5.3
410
4.0
420
3.0
430
2.3
C'F(%)30.0
37.8
45.1
5
0
.9
5
4
.5
55.5
53.9
49.9
44.4
38.0
31.4
25.3
20.0
15.5
ctG(%) L} .16.0
8.6
12.0
16.6
22.4
29.4
37.5
46.2
5
5
.0
6303
70.7
77.0
82.2
Warmte gasaf-prod. voer kJ/s.) kJ/s.)955
391
1265
423
1617
456
2004
488
2427
521
2
88
9
553
3390
5
8
6
3922
618
44
6
8
651
50
0
0
683
5493
716
5927
749
6294
7
8
1
6592
814
koeling warmte kJ/sec. overscho (kJ/a)1575
-1010
1733
-
8
90
1890
-729
2048
-53~2205
...
299
2363
-27
2520
284
2678
627
2835
982
2993
1324
3150
1627
3308
1871
3465
204
8
3623
2156
23
Bi
J
1
a~e.2.:
Naftal
ee
n oxidaties
model:
ideale
tanY~eactor.'7:' =
8.0 se<:.
A= 77 m2
T
lwe1
=200 C
0T.reactor
C'F(%)Warmte pro-
gasafvoer
koeling
overschot
oe
ductie
(kJ/sec)
(kJ/sec
(kJ/sec)
(kJ/sec. )
150
77.5
2771
202
1155
1414
260
79.6
2874
a31
1386
1257
270
81.1
2961
260
1617
1085
2
8
0
82
.
0
3039
28
8
184
8
903
290
8
2.2
3116
317
2079
720
300
81.4
3202
3l}62310
546
310
79.3
3312
:57
5
2541
396
320
75.3
3464
404
2772
2
88
330
68
.
7
3676
433
3003
240
340
59
.
5
3954
461
3234
259
350
48
.3
4282
490
3465
327
360
36
.7
4619
519
3696
405
370
26.1
4922
548
3
9
27
447
380
17.8
5163
577
4158
42
8
ot390
11.7
5339
606
4389
345
I
400
706
5461
634
4620
207
I •410
4
.9
55
'+
4
663
4851
29.4
L~203.2
559
9
692
5082
-175
430
2.1
563
6
721
5313
-3
98
440
1.1+5661
750
554
1+-633
450
'
0.9
5678
779
5775
-
875
460
1)
.6
5691
807
6006
-1122
470
0
.
4
57')
0
8
36
6237
-1373
480
0.3
5707
86
5
6468
-1
626
490
0.2
5713
894
6699
-1880
500
0
.1
5718
923
6930
-2135
..
- -
-30
I
Bijlage
3
.:
o
-
Xyleen oxidatie.I Model: ideale tankreactor. I '( =
15
sec. II
A
=70 m2.
T
koel -==-200°C.
I II T·seactor CtF(%) Warmte pro- gasafvoer koeling overschot
I ...
I
C ductie (kJ/ sec) (kJ/sec (kJ/sec)I
I
•
250
25.6
762
2
28
1050
-516
260
35.0
1081
260
1260
-440
270
L~4 .41
4
52
293
1470
-311
280
52.4
1861
325
1680
-144
290
57.6
2307
3
5
8
18
90
59
300
5
9
.5
2797
391
2100
306
310
57.7
3340
4
23
2310
607
320
52.
8
3934
4
56
2520
958
330
45.
'
S
·
4554
4
3R
2730
1336
340
37.7
51
6
0
5
2
1
2940
169
9
350
39.7
5710
553
3150
2006
360
a2.7
6176
5
86
3
36
0
2230
370
16 ..
9
6
5
lj-S61
8
3570
2360
3
8
0
12.
4
683
4
651
37
8
0
2lt°3
3
9
0
9
.
0
7047
68
3
3
9
90
2374
"400
6.5
7203
71
6
4200
22
86
410
4.7
7315
749
1+
41
0
2157
420
3.4
7396
7
8
1
4
6
20
1995
430
2.5
7455
8
1
4
4830
1811
440
1.
8
7497
8
4
6
5040
1
6
10
450
1.4
7527
8
7
9
5250
1398
460
1.0
7549
911
5460
117
8
470
0.
8
7565
94~5670
9
5
2
4
8
0
0.6
75
?
7
97
6
58
8
0
721
490
0·
4
75
8
6
1
G
0
9
6090
488
500
0.3
7593
1041
6300
251
II
.
I ~ ! ' - - --.... ~
.
II
I
•
•
~ijlage4.
Variaties in de contacttijd of in het koelend oppervlak
resulteren in een hogere of lagere reactor-temperatuur.
In fig.
3
is de warmteproducti~ bij verschillendecontact-tijden uitgezet ; de warmteatvoer blijft constant.
Gegevens voor fig. 3:
rz:-
= 1.4 Sec?:= 1.1 '7:= I.O '
A -= 77 m2
T koel. = 235 oe.
Ui t fig. 3 blijkt dat de reactor instabiel wordt wanneer de sChijnba.re contacttijd met ongeveer 25% toeneemt.
Wanneer de schijnbare contacttijd ongeveor 10
%
daalt krijgen we een lagere stabiele reactor-temperatuur.•
.
..
•I
.
~
Bijlage ~.Over het explosiegevaar van naftaleen - luchtmengsels worden
weinig concrete gegevens vermeld.
Lit (20) ge.tt als explosiegebilllh
tussen
Q.9
-
5.9
vol%
in luchtbij
oOe
en I atm.Lit (21) geeft dezelfde gegevens doch zonder temperatuur en druk
L1t (22) vermeld dat het mol percentage naftaleen in de
voeding kleiner moet zijn dan 1%.
Lit (8g) geeft dat bij een vast bed reactor veilig gewerkt kan worden met een mol verhouding N : 02= 1 : 27. Dit betekent een mol percentage naftaleen in lucht van 0.735
%
.
Dit lijkt een goede norm. We hebbenhem aangehouden •