D
tr
o
o
DD
Do
o
o
o
.' > '. ..
.
.~..
:..
Nr: 25Él8Laboratorium voor Chemische Technologie
•
Verslag behorendebij het fabrieksvoorontwerp
van
.. LE·EN.J;>;e.R1. .. MARIJ.~ .. ______ . ________ ... ftJlJIÇ ... ~.I~Ç~9Kf __ .. _ .. .
onderwerp:
. EABRlCAGE._YAN_._GECQNCEN'IREEED .. SALP.EIERZUUR. __ ): .
( 99,5 %)
-.................................. _ ... _~
adres: van Hastlel tlaan 406 Delft
Ackersdijkstraat ~a Rotterdam
opdrachtdatum : februari '81
verslagdatum : november '81
c
,
-c
~.:..' '. ,.'c
c
c
c
c
c
( ( ( ( ( (
o
o
o
o
o
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
LABORATORIUM VOOR
CHEMISCHE TECHNOLOGIE
FABRICAGE VAN
GECONCENTREERD
SALPETERZUUR ( 99,5
% )
FABRIEKSVOORONTWERP
opdrachtdatum
februari 1981
vers1agdatuQ
november
1981
Leendert
Marijs
Van Hasseltlaan 406
2625 JB Delft
Huug Bischoff
Ackersdijkstraat 9a
3037
VA Rotterdam
( ( ( ( ( ( Cl
o
o
o
IllliOUD. 1. Samenvatting 2. Inleiding3. Motivatie van de proceskeuze
4. Uitgangspunten voor het ontwerp
5. De chemie van de salpeterzuur-fabricage 5.1. Inleiding 5.2. NH 3-oxidatie 5.3. ~o -oxidatie 5.4. Het dimerisatie-evemvicht N0 2
/N
204 5.5. Absorptie van N0 2/N204 5.6. Oxidatie van N0 26. Beschrijving van het proces
7. Apparatuurkeuze en -berekeningen
7.1. Het N0
2
/N
2°4 -d imerisat ie-evemvicht7.2. De oxidatie van NO met zuurstof in HlS
7.3. Oxidatie-toren T18 7.3.1. Motivatie 7.3.2. Berekening 7.4. Superazeotrooptoren T21 7.5. Stripper T23 7.6. Destillatie-toren T30 7.7. Absorptie-toren T24 7.8. Warmtewisselaars 7.9. Compressoren Cll/C15 en expander C9
8.
De massa- en de warmte-balans 8.1. Massa-balans 8.2. Warmte-balans8.3. Uitwerking van de massa- en warmte-balans 8.4. De stroom/componenten staten 9. Overzicht apparatuurspecificatie 10. Kosten en procesvergelijking 10.1. Kosten 10.2. Procesvergelijking 11. Symbolenlijst 12. Litteratuurlijst 1
2
3
45
5
5
67
7
8 10 13 13 13 14 14 15 1922
23 23 24 25 26 26 26 27 32 36 44 44 45 46 47( ( ( (
r
o
o
o
o
Verder zijn nog toegevoegd de bijlagen :
1. Berekening van de soortelijke warmtes 2. Reaktie-warmtes
3. Bepaling van de evenNichtsligging in de superazeotrooptoren T24
4. Berekening van de nettemperatuur in R3
5.
Berekening van de stoomproduktie inH5
6. Berekening compressoren en expander7.
Berekening en dimensionering van stripper T238. Berekening en dimensionering van destillatie-toren T30
9.
Gegevens uit de publikatie van Franck en Schirmer49
50
52
53
54
55
56
59
62
( ( (
c
o
o
o
Dit fabrieksvoorontwerp beschrijft een processchema voor
de bereiding van
75000
ton (99,5
%
)
salpeterzuur per jaar.Als uitgangspunt diende het ESPINDESA CNA-proces ( Span.
470,
049 ).
In tegenstelling tot de klassieke procesvoering wordtin dit proces het door de verbranding van ammoniak ontstane
stikstofmonoxide geoxideerd met zwak (
50
%
)
salpeterzuur.Hierbij neemt de stikstofdioxide-partiaalspanning sterk toe, zodat, na compressie tot 12 bar, absorptie in azeotropisch
zuur mogelijk is. Het geabsorbeerde stikstofdioxide reageert
dan met lucht en water tot salpeterzuur ( 80
%
),
waarna ditverder wordt geconcentreerd door middel van destillatie.
De ekonomische levensvatbaarheid is gering als dit proces
als op zichzelf staand wordt beschouwd, hoewel de totaal
beno-digde investeringen lager zijn dan bij concurrerende proces-sen.
Hoewel het hele proces beschouwd, hebben we, vamvege de beschikbare tijd, slechts een aantal deelstappen van het pro-ces kunnen doorrekenen. Voor een definitief voorontwerp zal o.a. nog het volgende werk moeten worden verricht:
1. berekening van de superazeotrooptoren T 21. 2. berekening van de absorptietoren T 24.
3.
doorrekenen van de oxydatietoren T 18 met behulp van( ( ( ( ( f
o
o
o
o
2. INLEIDING
Salpeterzuur is een van de meest belangrijke
anorgani-sche zuren. Toepassingsgebieden zijn de produktie van o.a.
kunstmest ( ca.
75
% van de totaal geproduceerdehoeveel-heid ), kleurstoffen, harsen en explosieven.
Het zuur dat bij de kunstmestbereiding wordt gebruikt
heeft een concentratie van
50-70
gew-%. Voor de meestean-dere toepassingen, zoals nitreringsreakties, is
90-100
%salpeterzuur benodigd. Dit hoog-geconcentreerde zuur kan niet gemaakt worden uit 60 % zuur, omdat salpeterzuur en
water een azeotropisch mengsel vormen bij
68,5
gew-%(kookpunt bij 1 bar 122°C ).
Het in dit voorontwerp uitgewerkte proces maakt
99,5
%zuur. De produktie hiervan geschiedt door stikstofdioxide in azeotropisch zuur te absorberen onder toepassing van hoge stikstofdioxide-partiaalspanningen. Het zuur wordt dan
ge-concentreerd tot 80
%
doordat de volgende reaktie verloopt :Dit gebeurt onder condities waarbij geen evenwichtslimite-ing optreed. Verdere concentrerevenwichtslimite-ing vindt plaats door destil-latie.
(
c
( ( (r
o
o
o
o
3.
MOTIVATIE VAN DE PROCESKEUZE.Vroeger concentreerde men azeotropisch salpeterzuur door toevoeging van dehydraterende stoffen als zwavelzuur en mag-nesiumnitraat. De hoge kosten maken deze procesvoering on-aantrekkelijk.
Dezelfde hoge kosten spelen het HOKO-proces parten, waarbij vloeibare stikstofdioxide in een autoclaaf bij 50 bar wordt geoxideerd met zuivere zuurstof.
Een kort litteratuur-onderzoek naar de nieuwste commer-ciële processen leverde een aantal patenten op (1-6). De
pa-tenten hebben gemeen dat boven-azeotropisch zuur wordt
ge-maakt in een absorber door toepassing van hoge
stikstofdi-oxide-partiaalspanningen. Een uitgebreider overzicht wordt
door Lefers
(7)
gegeven.Uitgangspunt van dit fabrieksvoorontnerp is het ESP I
N-DESA CNA-proces (6). Dit is een proces waarvan de
uitvin-ders als voordelen aanvoeren (8) :
- de meeste torens en warmtewisselaars kunnen gemaakt
worden van conventioneel austenitisch roestvrij staal.
- lage investeringen ( 10-20
%
lager dan voorconcur-rerende processen ).
volledige automatisering is mogelijk ( er zijn slechts
twee operators per shift nodig ).
- het proces kan naast geconcentreerd ook zwakker (
50-60
%
)
zuur maken.Een fabriek is gebouwd in Argentinië. Deze heeft een
ontwerpcapaciteit van 130 ton 100
%
zuur per dag. Er werdopgestart in april 1980 en tot en met oktober van dat jaar was de fabriek continu in bedrijf geweest.
( ( (
r
o
o
o
4. UITGANGSPUNTEN VOOR HE'r ONTWERP.
De capaciteit van de in dit ontwerp beschreven fabriek bedraagt 75000 ton 99,5 gew-% HN0
3
per jaar. Bij debereke-ning is uitgegaan van 8000 effektieve bedrijfsuren per jaar. Naast lucht is ammoniak de enige benodigde grondstof. Hiervan is 21000 ton per jaar nodig. Dit ammoniak zal, in
het algemeen, afkomstig zijn van een nabij gelegen amilloniak-
(~~
fabriek. Uitgegaan is van de veronderstelling dat het arn.m.o-11;
1 niak als (koude) vloeistof wordt geleverd.Wat het gespuide afgas betreft, dit bevat nog 300-400 ppm NOx, \hetgeen overeenkomt met een uitstoot van 1,1-1,5 kg/ton salpeterzuur. Dit voldoet aaL de emissie-norm van 1,5 kg/ton die men in de V.S. hanteert voor nieuwe fabrie-ken (7).
Voor de bereiding van geconcentreerd salpeterzuur zal een gedeelte van de bij de ammoniak-verbranding geproduceer-de waterdamp aan het proces onttrokken moeten worgeproduceer-den. Dit water wordt als zwak ( 2% ) zuur afgetapt zodat, na neutrali-satie, een biologische zuivering nodig zal zijn alvorens dit water geloosd kan worden.
Van belang is voorts nog te vermelden dat de onderste explosiegrens van ammoniak' in lucht ligt bij 16 vol-%
ammoniak.
( ( ( (
<:
o
()o
5.1.
Inleiding.De fabricage van salpeterzuur gebeurt in drie
be-langrijke stappen
- oxidatie van NH
3 tot NO
- oxidatie van NO naar N0
2
- absorptie van N0
2in water of zwak zuur
In het nu volgende hoofdstuk wordt een overzicht geg
e-ven van de reakties die bij de salpeterzuurbereiding
optreden.
5.2. NH
3-oxid atie •
Het ammoniak wordt bij 850-900~ en 1 bar kataly-tisch geoxideerd aan Ft/Rh-netten :
(5.1)
6Hr ,298
= -
225,35 kJ/mol NH3 (9)
De omzetting van ammoniak is 100
%
en het verbrandings-rendement voor reaktie (5.1) bedra~gt 97
%
(10). Alsne-venreaktie treedt op : ~
AHr,298 = - 317,0 kJ/mol NH
3 (11)
Om een hoge selektiviteit te bereiken is een korte
kon-takttijd ( 10- 3_10-4 s ), en dus een hoge gassnelheid
( ( ( (
.c
o
o
o
5.3.
NO-oxidatie.Het gevormde stikstofmonoxide wordt gewoonlijk
geoxi-deerd volgens de Bodenstein-reaktie
2 NO + 02 - 2 NO - 2 (5.3) AHr,298
= -
56,7 kJ/mol NO (12) waarvoor ge ld t : R=
d (NO)=
kl PNO 2Po
dt 2 met k l=
0,2166 exp (13~9
) -2 -1 bar s (13)Vervolgens wordt het ontstane N0
2 gehydrolyseerd tot
salpe-terzuur volgens de volgende over-allreaktie
(5.4)
In het door ons beschouwde proces loopt deze reak-tie in de oxidatie-toren de andere kant op. Het
stik-stofmonoxide wordt dus met salpeterzuur geoxideerd tot stikstofdioxide
NO (g) + 2 HN0
3 (1) - .... 3 N02 (g) + H20 (1)
De
evenwichtskonstanteK
van reaktie (5.4) wordtals volgt gedefinieerd
met (14)
6
-( ( ( (
o
o
o
o
2 dan de dampspanningen van water en salpeterzuur.K
2=
5.4.
Het dimerisatie-evenwicht N02
/N
204•Het gevormde N0
2 is in de gasfase voortdurend in
evenwicht met het dimeer N
204 :
Voor de evenwichtskonstante K4 geldt nu
PN 204 2 Plm 2
(7)
met: K4 = exp ( 689è ,61 - 21,244)C bar -1 (7)
In dit fabrieksvoorontwerp wordt het N0
2/N204
-gasmengsel ( in het vervolg te schrijven als N0
2 ) voor
een deel geabsorbeerd in de superazeotrooptoren. Lefers
(7)
bestudeerde deze absorptie en vond dat in 63-80%
zuur alleen het N204 oplost :
(5.6)
(
c
( (o
o
o
o
o
De waarde van de Henry-coëfficiënt H als funktie van de
temperatuur is bekend uit evenwichtsmetingen van Lefers
(7) (figuur 1).
5.6.
Oxidatie van N02•
In de superazeotroop-toren wordt 68,5
%
zuurgecon-centreerd tot 81
%.
Deze concentratie-verhoging vindtplaats doordat het stikstofdioxide in de vloeistoffase
wordt geoxideerd. De over-allreaktievergelijking luidt
terwijl in werkelijkheid verloopt
De reaktie-kondities in de superazeotroop-toren zijn
zodanig gekozen dat reaktie
(5.4)
niet verloopt.In de absorber wordt N0
2 geoxideerd tot HNO~
waar-bij zuur van
45
%
wordt geconcentreerd tot55
%.
De bru-/to-vergelijking van deze reaktie is dezelfde als die in
de superazeotroop-toren, doch met dat verschil dat de
reaktie nu verloopt via NO (reaktie
5.4) .
( ( ( ( ( C 0 0
o
o
1,0 3 8 'I 6:s ...
.
~
3l
1- . 0.1 3 81
6 S Itfiguur 1. De Henry-coëfficiënt van de N204-absorptie
in salpeterzuur als funktie van de
tempera-tuur. De lopende parameter is de
zuurconcen-tratie in gewichtsprocenten.
-'
J..I(.,,3
bta~
k~1...
333
353<-( ( ( ( ,( I
o
o
o
6. BESCHRIJVING VAN HET PROCES.
De ammoniakvoeding wordt verdampt in de absorber T24
en geleid door filter M7 alwaar voor de katalysator
gevaar-lijke verontreinigingen worden verwijderd. Het gasvormige
ammoniak wordt gemengd met lucht, waarbij de samenstelling
van de resulterende stroom ( 12 % ammoniak) beneden de explosiegrens blijft, en naar de reaktor R3' gevoerd. In deze reaktor wordt het ammoniak katalytisch verbrand tot NO
aan platina/rhodium-netten bij 905°C en 1 bar.
De uit de reaktor tredende hete verbrandingsgassen wor-den in een serie warmtewisselaars afgekoeld tot 35°C. De
hierbij vrijkomende warmte wordt benut door het afgas te
ver-hitten tot 450°C in H4 en door hoge drukstoom te maken in stoomketel H5. In de koeler-condensors H8 en H13 kondenseert
een gedeelte (70
%)
van het tijdens de ammoniak-oxidatiegevormde water. In H8 wordt het dauwpunt van het gasmengsel
(ong. 55°C) bereikt en de feitelijke kondensatie vindt plaats
in H13. Het kondensaat, dat 2 gew-% HN0
3 bevat vanwege de oxidatie van
NO
tot N02, wordt aan het_proces onttrokken.
Het
NO
in de gasstroom wordt vervolgens in T18geoxi-deerd.tot N0
2• Dit gebeurt met 55 % HN03 dat afkomstig is
uit de absorber T24. Hierbij ontstaan drie molen N0
2 per
mol
NO.
Het 45%
zuur dat aan de bodem van de oxydatietoren T24 wordt afgetapt, wordt in de absorber weer geconcentreerd tot 55%.
Het uit de oxidatietoren komende gas is rijk aan N0
2 en
wordt gemengd met N0
2 bevattende lucht afkomstig uit stripper
T23.
In de tweetraps nitreuzencompressor C15/Cll wordt de gas stroom op een druk van 12 bar gebracht. Alvorens het gas
naar de absorptie-sektie van het proces wordt geleid, wordt deze eerst gekoeld tot 50°C in H14 en H17. De absorptie-sek-tie bestaat uit twee torens. In de superazeotroop-toren T2l reageert ruwweg één derde van het N0
2 tot zuur met een boven-azeotropische concentratie van 81 % en in T24 wordt 55
%
I
I:
..
" p, ~;. ;.i.: w': t\-,' ,',. '."t.
~:, .. , ~~ ?~ .fr
~,
;"
~r'
~I~ " ;t,;_ .:.: ~' .: / , , .. i:t~.,:, " , "('~
'
::/:
'~':~ -,' , :\. " './.: ...'
/'::~;;
~~; .;: ~I I' ,-;. .~',t
T.~~
: i " ::; ~ , . ',i -.I_:~ 1\\ . :~;..
~. , ",: ~:...
~., i.~: ",',,:{ 1,/ ".' " :".~]: . I--' I--' LUCHT kC!-tt'lvoeodmgwaterProce5dru~ voor COOlCn , bara
ra 12 bara ~ ...
,
T 23 1 bar .. MI'''''' 2l
VQ p 2 BLOWER cn R 3 REACTOR H12 H4 WARMTEWISSELAAR Hl) H!I ST~ETEL 1'14 Me AMVRI$>.OTOR CT~ M7 FR. TEA H16 1'8 KOELER<CtOENSOR H17Cl! EXPANSIE TUR 8INE T18
koelwater WACHnAN~ HIREUZENCOMPRESSOR I<.Of.LER KOEL E R-CCNlENSOR WARMTEWISSELAAR loT A EUZENCCMPRES!I.lR WARMTEW.SSELAAR KOELER OXYDATIETOREN 1<'9 Pa) T21 P22 T 2J T;>o1 F'b ,(;() H27 . -t;\
-H17
(
1
..2L.~\er
T21 _._---~!
:r WATER ,,,,'1-_ (',B·I.I<~) KOELER PO~\PSU," RAl fiT fnOPTOREN
BLOWE'l STRIPPER ABsonOER P()t-1P KOELER WARMTEWISSELAAR .... kot'rwolter~
0i
L
UCHl~
'L
1-_J
--1 H."f.l RUlOLER P;x) f'('f.\p Hl DESI'LLATIETOf'/(N H), KOELER·CO"DENSOR HJ2 KOEL [fT VJ.) WACHTT NiK Ic.oelwate-r .,G\
) 7
PROCES SCHEMA voor de FABRICAGE van
GECONCENTREERD SALPETERZUUR
Hl-UJ BI5CHOFF
MEI 1981
LEENDERT MARIJS
o
StroomnrSALPETERZUUR
...
( 995·'.)
D
T.,..,..,.,'Co
Oruk In bit.'-öi( ( ( ( (
o
o
o
zuur bereid.Het gasmengsel wordt eerst in de superazeotroop-toren
in kontakt gebracht met azeotropisch (68,5
%)
zuur uit dedestillatie-toren T30. Een gedeelte van het N0
2 wordt geab-sorbeerd en er wordt zuur gevormd met een concentratie van
81
%.
Dit is slechts mogelijk doordat de partiaalspanningvan dit
N0
2 in het voorgaande gedeelte van het proces is
op-gevoerd tot 3 bar.
Het 81
%
zuur dat de toren verlaat is verzadigd met N204• Onder atmosferische druk worden de stikstofoxiden met
lucht uit het zuur gestript in T23. Het gereinigde zuur wordt gedestilleerd in T30. Bovenuit deze toren kan dan het
eind-produ...1{t, 99,5
%
salpeterzuur,worden ge'.'lonnen.De gassen die bovenuit de superazeotroop-toren T21 komen
bevatten nog veel stikstofoxiden. Deze worden naar de absorp-tie-toren T24 gevoerd . Bovenin deze kolom wordt de tempera-tuur laag gehouden d.m.v. verdampende ammoniakvoeding. Als absorptie-vloeistof dient hier het uit T18 afkomstige 45
%
zuur. Onderuit T24 komt dan 55
%
zuur. Eventueel kan een ge-deelte hiervan afgetapt en verkocht worden.
De restgassen die uit T24 komen bevatten nog 300-400 ppm
NO • Na verhitting van deze gasstroom in H14 en H4 tot 450°C
x
wordt een groot deel van de benodigde compressie-arbeid
te-ruggewonnen met behulp van expander C9. Na expansie worden
de restgassen gespuid.
( ( ( ( ( (
c
0 07.
APPARATUURKEUZE EN -BEREKENINGEN.Bij alle proces- en apparatuurberekeningen is dit
evenwicht in de beschouwing betrokken.
7.2.
De oxidatie van NO met zuurstof in H16.Het uit de reaktor R3 tredende verbrandingsgas
be-vat een aanzienlijke hoeveelheid NO. ~en gedeelte
hier-van oxideert bij temperaturen beneden 500°C in de op
de reaktor volgende serie warmtewisselaars tot N0
2.
Van-wege het optreden van deze reaktie is het kondensaat dat
in H8/H13 wordt afgetapt een weinig zuur (1,8
%).
In H16 wordt dan opnieuw N0
2 gevormd. Om welke
hoe-veelheid het hier gaat kan uitgerekend worden door de
volgende reaktiesnelheidsvergelijking
(15)
te integrerendx ( ) 2( x) 2 dt
=
k l , a-x ' b-'2 -
k2
,x · 2 met k2~·x ~O na integratie 2 (2b-a) k t 2 ' 1 ' + Inf
a:x(b-~/2)
1
= waarin: x == t=
a == b = k l == (2b-a)'i
a:x -~}
toename van PNO gedurende de oxidatietijd
2 oxidatietijd initiële P NO initiële
Po
2reaktiesnelheidskonstante voor de
oxidatie-reaktie ( loggemiddelde over het
(
c
( ( ( ( I Io
o
o
k
2
=reaktiesnelheidskonstante voor de
ontle-ding van
r~O2
Bij
een
gekozen verblijf tijd van het
gas
in H16 van
2
tot
2,5 sec (2,25 sec) valt nu
met
behulp van een
iteratie-procedure de
gevormde
hoeveelheid
N0
2uit te rekenen.
7.3.
Oxidatie-toren T18.
7.3.1.
Motivatie.
De bruto-reaktie in de toren is de volgende
Deze reaktie is volgens Lefers (7) opgebomvd uit
de
volgende deelreakties
k
NO
+HN0
3
1
.. HN0
2
+N0
2
k
2
1ll""'T0 2
+HNO 3
.. 2NO
2
+H
2
0
met
k
l
=
0,2
9
m3/kmoJ:s bij
298
Kk
2
=
6
-
9.103
m3/kmoJ:s
bij 300
KDe laatste reaktie kan
als
momentaan worden
be-schouwd. Onder de
condities
van Leîers (25°0, 1 bar
en bij zuurconcentraties van
meer
dan
bO
%
)
is de
snelheidsbepalende stap de diffusie van NO van de
gasbulk naar het
grensvlak gas/vloeistof.
Reeds bij
57
%
verloopt de reaktie naast
gedeeltelijk
in de
gasfase ook in
de
vloeistoffase. Bij concentraties
beneden 40
%
is HN0
2
het eindprodukt. Voor de
bere-keningen is de ingaande zuurconcentratie in T18 op
55
%
en de uitgaande
op45
%
gesteld.
Het is aannemelijk dat bij een temperatuur van
60
óO en 50
%
zuur, de gemiddelde temperatuur en
con-centratie waarbij T18
wordt
bedreven, de reaktie
volledig in de gasfase verloopt :
Lefers
PHNO
(25·0,
70
%)
=
4,14 mQ Hg
dit FVO:
PHNO~
(60°0, 50
%)
=
~
4,2
mm Hg
(16)
14
-( ( ( ( ( (
o
o
o
o
Er zal dus een groot kontaktoppervlak nodig zijn.
Bovendien is, gezien de grootte van de
vloeistof-stroom, een grote hold-up noodzakelijk. Op grond
hiervan is gekozen voor een schotelkolom. Gezien de
niet-gewenste reaktie van NO met 02 zal bij een
de-finitief ontwerp de vrije ruimte tussen de schotels
minimaal dienen te zijn. 7.3.2. Berekening.
Gas en vloeistof stromen in tegenstroom door
de oxidatie-toren T18. Met een berekening van
scho-tel tot schoscho-tel kan het theoretisch aan~al schotels
worden bepaald. Voor deze berekening zijn echter
wel een aantal aannamen noodzakelijk. Op een
scho-tel ;is gesteld dat er evenwicht wordt bereikt en
dus zijn de gas- en vloeistofstroom die een schotel
verlaten met elkaar in evenwicht. Bovendien is
aan-genomen dat er geen absorptie van N
204 en geen
oxi-datie van NO met 02 tussen de schotels plaatsvindt.
Alle mol-frakties van de verschilleride stoffen zijn
betrokken op het inertgas stikstof (Pi).
De mol-frakties zijn als volgt gedefinieerd : x NO-fraktie
y
=
N02-fraktie
z N
204-fraktie
Een r geeft de evenwichtswaarde aan. In de
onder-staande figuur is het een en ander afgebeeld
G' L H x'
y'
z'
1SCHOTEL
U x Yz
llr G L r( (
c
( ( ()o
o
o
De reakties die zich op de schotels afspelen
zijn de volgende
NO + 2 HN0
3
~-!===;_;::3
N02 + H20 2 N02 - .... N204
Deze reactievergelijkingen worden weergegeven in de
volgende evenwichtsbetrekkingen
PN
2
0
4
2PNO
2 gegeven door K4=
exp ( 689è,61 - 21,244)Carberry (17) geeft een relatie voor K5 die
onafhan-kelijk is van de temperatuur :
2
3
7,412 - 20,29·w + 32,47·w - 30,87'w
met
w
=
gewichtsfraktie HN03
in het zuur.De evenwichtsrelaties geven dus de betrekkingen die gelden voor de stromen die de schotel verlaten.
De ingaande ~stroom en de uitgaande
vloeistof-stroom zijn bekend, zodat de uitgaande ~stroom en
de ingaande vloeistofstroom te berekenen zijn.
Per mol
NO
ontstaat op een schotel via deeerst-genoemde reaktie drie mol N0
2• De massa-balans over
één schotel luidt dan
Via de volgende onderlinge relaties
( ( ( ( ( (
o
o
o
z'Pi=
K4 (Y'Pi)2is de massabalans om te zetten in de volgende vergelij-king :
Naast de massabalans speelt ook de warmtebalans
over een schotel een belangrijke rol. Het N0
2/N204 -evenwicht wordt immers door de temperatuur bepaald.
Er
zal dan echter wel een verdeling van dereaktie-warmte over de gas- en vloeistofstroom moeten worden
aangenomen. Gesteld is dat hetgeen geldt voor de
ge-hele kolom ook over een schotel geldt. Er geldt dus
dat over een schotel de enthalpie van de ingaande
gasstroo~ met tweemaal de reaktie-enthalpie afneemt,
terwijl de enthalpi9 van de vloeistofstroo~ met een-maal de reaktie-enthalpie toeneemt. Gevolg hiervan i s
dat de temperatuur van de gasstroom van onder naar
boven afneer.J.t.
Het is nu mogelijk met bovenstaande vergel
ij-king op iteratieve wijze de samenstelling van de
uitgaande gasstrooill en de ingaande vloeistofstroom
te berekenen aan de hand van de nu volgende
proce-dure
1. Allereerst wordt de temperatuur geschat van
het gas dat de schotel verlaat. Dan is K4 te
bepalen. Omdat de uitgaande
vloeistofsamen-stelling bekend is is ook K5 te berekenen.
2. Omdat de samenstelling van de ingaande
gas-stroom bekend is, zijn met de vergelijking
de N0
2-, N204- en NO-concentratie te bepalen
in de gasstroom die de schotel verlaat.
3.
Dan zijn de omgezette hoeveelheden tebereke-nen, tesamen met het daarbij behorende
( ( ( ( ( (
I
o
o
o
4. Op grond van de hierboven gemaakte
veronder-stelling ten aanzien van de warmte-verdeling
is de uitgaande gast~mperatuur te bepalen.
Komt deze niet overeen met de gekozen
t8mpe-ratuur dan moet de methode opnieuw worden
be-gonnen. Is de gekozen temperatuur wel goed
dan kan de samenstelling en temperatuur van
de ingaande vloeistofstroom bepaald worden.
In
tabel 1 zijn de resultaten van dezebereke-ningsmethode afgebeeld. Hieruit blijkt dat op de
on-derste 2 schotels al
85
%
van de omzetting heeftplaats-gevonden. Uit de tabel blijkt ook dat de temperatuur
van de gasstrooill al snel nadert tot
50°C.
Dit is ookde temperatuur waarbij de waarde van K4 nadert tot
ó~n en de berekening van deze waarde te wensen
over-laat. Kleine temperatuurverschillen (! 0,1
"e)
geven alheel verschillende resultaten. Mede gezien het feit
dat de berekening met de hand is uitgevoerd en
tijd-rovend is, is van verdere berekeningen afgezien. Een
computerprogramma kan de benodigde rekentijd
vermin-deren en de nauwkeurigheid vergroten.
De temperatuur van de gasstroom i s na de tweede
schotel al afgenomen tot 51°C. Hieruit blijkt dat op
de overige schotels het overall-warmte-effekt van de
endotherme omzetting van NO en de exotherme
evenwichts-instelling van N0
2 en N204 nihil is. Voor een
volle-dige omzetting van het stikstofmonoxide zullen onge
-veer 10 schotels nodig zijn.
( Tabel 1. Resultaten van de berekening aan,-·oxidatietoren T18.
GAS VLOEISTOF
in kg/hr T in kg/hr T ( schotel NO 2 N204 NO
·c
HN03 H20°c
12862 6017 0 50 56138 45931 75 10-
-
-
-
-
-
-
-(-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
-
-
-
-
-3 11442 4880 555 51 53808 46259 70 ( 2 6081 810 2605 61 45197 47489 57 1 672 0 3957 140 39519 48300 51 ( (o
o
o
c
( ( (' ( (o
o
o
7.4. Superazeotrooptoren T21. In T21 wordt N 204 in tegenstroom geabsorbeerd in salpeterzuur (~ 68,5%),
waarna de volgende reaktie plaatsviridt2
N204 + 2 H20 + 02~-~=::;;_;;;::.4 HN0
3
Als uitgangspunt voor de kolomberekening zou de
ver-onderstelling kunnen dienen dat op een schotel evenwicht
wordt bereikt. Een thermodynamische beschouwing van het
evenwicht wijst echter uit dat de evenwichtskonstante tot oneindig nadert (bijlage
3).
Een berekening langs deze weg heeft dus geen zin.Een andere mogelijkheid is uit te gaan van de kine-tiek van de reaktie. Franck en Schirmer (18)
bestudeer-den de reaktie en kwamen daarbij tot de konklusie dat
deze op twee verschillende manieren kan verlopen.
Name-lijk in de gasfase of in de vloeistoffase . Verloopt de reaktie via de gasfase dan is NO het belangrijkste tus-senprodukt. Dit NO wordt (tussen de schotels) geoxideerd
met zuurstof. Boven een bepaalde zuurconcentratie is de
~O-partiaalspanning echter niet meer toereikend om de
reaktiesnelheid te kunnen verklaren. Andere
tussenpro-dukten nemen dan de rol van "oxidatie-drager" over.
I
Franck en Schirmer vonden met hun metingen dat indat geval IDf0
2
het meest waarschijnlijke tussenproduktis. Het reaktieverloop is dan als volgt:
2 1'4
2
°4;
+ 2 H 20 ~-!:::::===ii_;;': 2 HNO 3 + 2 HNO 22 HNO 2 +
°
2 - - . 2 HNO 3De laatste reaktie is de snelheidsbepalende stap. De kinetiek van de bruto-reaktie kan bevredigend worden be-schreven met
(N204)~(H20)2
=
k( ) 2 . --.;;~-~-i HN02 ---; (HN03
)219
( (
c
( ('lo
o
In bijlage 10 is een en ander grafisch weergegeven.
Bij 20 atm. zuurstof-partiaalspanning zijn in figuur 2 de verschillende mechanismen als funktie van de tempe-ratuur en zuursterkte weergegeven. Uit deze figuur blijkt dat het bij een zuursterkte in de superazeotrooptoren van 68,5-- 81
%
moeilijk is te bepalen via welk mechanisme de reaktie verloopt. Extrapoleren naar de zuurstofparti-aalspanning van ong. 1,3 bar is een hachelijke zaak ..Gesteld dat de reaktie in de vloeistoffase verloopt via HN0
2 is de reaktiesnelheidsvergelijking te complex
om m.b.v. een betrekkelijk eenvoudige beschou~ing de
ko-lom door te rekenen. Bij zo'n beschouwing dient het ver-loop van de N
204-concentratie in de grenslagen bekend te zijn, of evt. te berekenen. Dit alles maakt de bereke-ning tijdrovend. I
Shneerson e.a. (19) vermelden reaktietijden voor deze reaktie. Bij 6 ata.(lucht), 40°C en een gehalte van
35
%
aan N20
4
in het reaktie-mengsel bedraagt deze 13minuten om 75
%
salpeterzuur te concentreren tot 80%.
De reaktie is dus langzaam en een tamelijk lange ver-blijf tijd voor de vloeistof in de toren is vereist.Uit de warmtebalans over deze t oren blijkt dat de
kolom niet autbtherm bedrevBn kan Norden. Als een
ge-volg hiervan dienen àe onderste schotels van
T
21( ( ( ( (
c
o
o
,'0
figuur 2. Het mechanis~e van de salpeterzuurvorming in
T21 als funktie van de temperatuur en
zuur-sterkte ( PO
=
20 ata ). 2sc
LieéR HN~ IN L -FASé NO iN G-FÁtl€ 10 oL,.w
H""O--ENrGAf,T .:~ .6 "" 21 60( ( ( ( ( (
o
o
o
o
7.5.
Stripper T23.In deze toren wordt fysisch opgelost N
204 uit de
81
%
zuurstroofil in een schotelkolom verwijderd. Devol-gende evenwichten treden op
N
204 (geabs • )~ ... ~=;;_;; N204 (g)
~
... ~==;;_;;; 2 NO 2 (g )
Voor deze stripper kan een McCabe-Thiele-diagram
worden uitgewerkt. We defini~ren daartoe de volgende
mol-frakt ie s : x = N 204 in de vloeistof y = N 204 in het gas w = N02 in het gas z = NO 2 in he t gas (z = 2y + w) Uit een, op N0
2 betrokken, stofbalans rond de top van
de kolo~ en schotel n volgt
1
n
Als we de molenstromen L en G kon-stant veronderstellen wordt dit
Voor het dimerisatie-evenwicht luidt de evenwichtsrelatie
Er geldt z
=
w
+ 2y zodat(
c
( (c
o
o
o
L 2 · _ · ( x - x )G
°
De vergelijking van de evenwichtslijn volgt uit
en PN
204
=
yiPtotzodat y
=
X· PmolairH·P tot
Beiden, zowel de evenwichts- als de werklijn, zlJn nu
betrokken op N
204 • In bijlage
7
is een en anderuitge-werkt. Uit het McCabe-Thiele-diagram volgt dat in
prin-cipe met één schotel kan worden volstaan. Omdat geen
rendementen bekend zijn voorzien we deze toren van twee schotels.
7.6.
Destillatie-toren T30De berekening is uitgevoerd met een
McCabe-Thiele-diagram. De hierbij gebruikte evenwichtsgegevens zijn
afkomstig uit Timmermans (20). Voor de berekening wordt
verwezen naar bijlage 8. Het blijkt dat er zeven theo-retische schotels nodig zijn.
7.7.
Absorptie-toren T24.Het gas dat uit T2l komt is nog rijk aan N0
2• Dit
wordt in de absorber T24 reaktief geabsorbeerd :
(
c
( ( ( (o
o
o
In de gasfase tussen de schotels wordt het ontstane NO
geoxideerd tot N0
2
2 NO +
°
2 ~-~===::;....
;;:
2 NO 2Door aan te nemen dat evenwicht zich op een schotel instelt kan, door van schotel tot schotel te rekenen,
deze kolom worden uitgerekend. Wij hebben dit echter niet
gedaan, omdat T24 een klassieke absorptietoren is voor de
bereiding van salpeterzuur. In de litteratuur (17,21) wordt precies aangegeven hoe zo'n kolom te berekenen is.
In navolging van Smit en Zeegers (21) is de
absor-ber uitgevoerd als een gepakte kolom. Er dient namelijk
een grote hoeveelheid N0
2 geabsorbeerd te worden.
Voor-al op de onderste schotels komt hierbij veel warmte vrij.
Teveel om af te voeren met koelspiralen op een schotel.
Bij gebruik van een gepakte kolom kan de koeling extern
plaatsvinden. De koeling geschiedt met koelwater en
d.m.v. verdamping van de ammoniak-voeding.
7.8.
Warmtewisselaars.In het processchema zijn de warmtewisselaars H4 en
H5 (waarin resp. afgas wordt verhit en hoge dr~~stoom
wordt opgewekt) getekend als twee aparte apparaten. In
de praktijk zullen H4 en H5 samen met de
ammoniak-reak-tor worden uitgevoerd.
Voor alle in het processchema getekende
warmtewis-selaars is het benodigde wsrmtewisselend oppervlak A
steeds berekend met :
{iw
waarin ~w
=
(t:.T) In
=
warmtestroom in kW
=
>'"'m
~ -c p -ATlogaritmisch temperatuurverschil over de warmte-wisselaar
c
r ,
o
o
De Jong (22) geeft een aantal grafieken waarin de
waarde van F in ieder afzonderlijk geval kan worden afge-lezen. Waarden voor U komen uit de VDI-wärmeatlas (23). Met de volgende waarden van
U
is gerekend :soort med ia U (V'l/m 2 K)
warmtewiss. gas
-
gas 30warmtewis s . gas - vloeistof 60
warmtewiss. vloeistof- vloeistof 1000
warmtewiss.H19 vloeistof- verd. NH
3 800
kondensor H131 ) 300
kondensor H31 1000
1) U neemt sterk af met een toenemende hoeveelheid inert.
7.9. Compressoren Cll/C15 en expander C9.
Deze zijn berekend aan de hand van onderstaande
for-mule, die de temperatuurverhoging relateert aan het druk
-verschil bij isentropische compressie en expansie :
met
T
Ul ' t T,ln
= K=
Cp/Cv (= polytropische exponent)Bij het comprimeren verschuift het N0
2/N20
4
-even-wicht. Door deze verschuiving zal de werkelijke tempe-ratuur na de compressie niet gelijk zijn aan die van de isentropische compressie.
( ( ( ( ( ('
o
o
8. DE
~~SSA-EN DE
WARMTE-BALANS.
8.1. Massa-balans.Bij het opstellen van de massa-balans zijn de
vol-gende externe gegevens gebruikt :
kapaciteit concentratie
grondstoffen
75000 ton salpeterzuur per jaar
99,5
gew-%mW
3
vloeibare en koude ammoniak lucht
bijprodukt kondensaat met 1,8 gew-% HN0
3
afgas bevat 300-400 ppm aan NO
x' doch bij
de berekening nul gesteld.
selektiviteit NH
3
-oxidatie :97
%
naar NO.luchtsamenstelling
8.2. Warmte-balans.
77 vol-% 21 vol-% 2 vol-%
Bij de berekening van de warmte-balans is de
nul-puntsenthalpie van de komponenten nul gesteld bij 25°C
in de gasfase. De enthalpie van de vloeistofstromen is
berekend door van de warmte-inhoud van de oplossing
t.o.v. 25°C de mengwarmte en de verdampingswarmte van
de zuivere komponenten af te trekken. De mengwarmte
van de mengsels is afgebeeld als funktié van de
Warmtebalans
M
Q
M
RN=
reaktie-~ar~teM
M
Q
(Q
Q
c
.
I , 1-
-
L,. 2585 31924 0 ~R3
-
50,9 RW,
9634,4 ~ I (I
.
1~n.,1ieI
3827,5 ( bC3
11 35412 57I ,3 (,
~.
~H4
.- 12. 35L.12c
721o
t 1 k~~o~infH5
Ho -st.Oom 6236-
6236 4864,2o
8o
koe.lw~ter 136731Ha
Rwo
26,8 ~ 10 Ir"
"
27
r--~ I - -( - - HI~ Koe\W'~er
-
-
136731 3190,4 ---- - - - '--.--(...
-1E> 11.( ~ VlO 3361 -22 I L" 9 ( _.--
----(~
Rw 410,8 HI6c
\9...
. \8 - ~-11 ~...
c
PlR 10 24 ~'i 102069 -42356I
-42727 RW TIB 371 ,5o
L-.. r--23 RW U>r---! __
~
36,8 111, C;nLt~~
I
105 - -Rwo
1015,3 05 2691,2 (.Qmp'" 'B.
r-o
--~
o
L<.oe.lllMtv 113803 HI2. 113803 2fi53,Lt ~-Rw' 1577,8 L-.r
-c
2041,1 COMpr~~e C11 Rw -. 1120,2 --- t--( 13 Rw HILj 597,4 f - - - -- . ( 35412 ~3 12. 35412 -258 721 L-- :0-" ( ...- ""-kO~"'o1er 68280-
68280 1592,2 RW HI1c
1053 -U ( Koelw'dter -23344 23344 544,7 RW T21 261 ,1 35 49657 29c
1002 '--- .--l1 ,... L---- j~ --o
Rw T~I
153,3 2.b ... ~I 1 LtC;nL. 13543 / 0 105 L-o
--35o
Koelwtu\-\26
20966 20966 L~89 , 2f----o
.32. ~bb29
( - -
Hl,
- - -.. ( 37-'Ir . L . . -ne.t.toT30
315 ( 1 - - - --- ---- r--( ~ koe!w.ter ~ 11652 H32 11652 271, q ( - '--r--Ir , . L-c
42 V3~ 928n -1563,9 -...--o
i
~o
-- r-o
>--- -L....--( 9620 ( ( 2585 ( 14079
c
c
o
o
452764o
() 87819 2'1 -L~2356 Nt'b !~965 7 2.9 1002 2 - 985,5 31 10,2 RW \<.o~I~ -20733,2..
Massa in
kg/hr
Warmte in kW
I
i i HI9 9620 3478, 1 28 3'f 102069 1-427274
2585' T2Lc -50 q 33 35412 -258 14079 328,5 , r '-Totaal
~ 452764 20732.2Fa bri
eks v ooront werp
w f'.,)
, Componenten
stikstof zuurstof water(damp) ammoniak stikstofmonoxideTotaal:
Apparaatstoom
'Componenten
'
stikstof zuurstof water stikstofmonoxide salpeterzuur stikstofdioxideTotaal:
M
Q
24032 7491 401 31924 0 7M
Q L4U9~ 1484 4505 4425 ,34508 5905. 7M
Cl.
M
a.
M
QM
Q
24032 24095 7491 1484 401 4505 2585 2585 2585 I 4425 2585 - 985.5 2585 - 50.9 34509 - 50.9 34508 9583.5 8 0 - 10 11M
QM
QM
Q
M
Q
i 24095 34291 2Ml95 34291 1484 T 121 1460 1 121 4505 4496 4425 4395 63 ( 12) ( 12) 34508 1 n41. 5 35412 4398.8 34509 331.6 35412 571. 3w
(j)L
, Componenten
s tiks tof zuurs tof water stikstofmonoxide stikstofdioxide stikstoftetroxide sal]2eterzuurTotaal:
AJ>paraatst'oom
, Componenten
s tiks tof zuurstof water stikstofmonoxide stikstofdioxide stikstoftetroxideTotaal:
M
in
kg/hr
Q
in
kW
M
34291 1121 (12) 35412M
34291 4404 1363 12710 7130 59898 17 Q 721.0 Q 966.4M
QM
Cl
M
QM
Q
34291 34291 24095 4Lf04 4404 1460 1363 3298 1363 1193 41g') 16169 9683 3671 10157 63 59898 1348.3 3361 -2214.9 59898 427.4 31143 92.8 18 19 20 2 IM
QM
Q
M
QM
Q I 34291 34291 34291 24095 4404 440Lf 4404 In 6 1363 1363 1363 1193 3957 19840 18823 13961 672 1021 5879 59898 2070.0 59898 1505.0 59898 394.1 31143 1068.6(;.:l ~,
, Componenten
s tiks tof zuurstof water stikstofmonoxide stikstofdioxide stikstoftetroxide salpeterzuurTotaal:
...
Apparaatstroom
, Componenten
stikstof zuurstof water stikstofmonoxide stikstofdioxide stikstofteroxide salpeterzuurTotaal:
M
Q 34291 4404 1363 6615 13227 59898 426.2 28 (1)M
Q
48300 3951Q 87819 -45834. 1M
Cl.
M
Cl
M
0.
M
Q 24096 10195 1~26 3178 1193 Lf 8 30() 170 Lf311 12861 6017 961 I 3~519 18516 45393 325.9 87819 -Lf2356 13543 0 23788 f-60tf3.6 29 31 32 (1) 33M
Q
M
Q
M
Q
M
Q
34291 10195 34291 3231 3178 1121 170 4311 I 9714 888 ( 12) i 2421 75 18516 49657 1002.0 14504 105.0 22827 -6301.9 35412 -258,)l
"
, Componenten
wat.er
salpeterzuur
Totaal:
...
Apparaatstroom
, Componenten
water salpeterzuurTotaal:
M
in
kg/hr
Cl
in
kW
M
Q 45931 56138 102069 -42727 39 (1)M
Q
7884 17144 25028 - 1677M
Cl.
M
Cl
M
Cl.
M
Q
4267 4267 4311 60 9280 9280 18516 11868 I -J 3547 .,.5184. I 13547 -4694.9 22827 -5184.1 1 1928 222 40 (1) 41 (1) 42 (1)M
Q
M
Q
M
QM
Q 4267 60 L~4 9280 J ] 868 9236 13547 -!~2 35. 1 11928 -7825 9280 -1563.9Appara:>.t ':0 :
T
1
8
T
2
1
T
2
3
T
2
4
T
30
Renai7lin;;>:. oxydatie - superazeo- stripper absorber destillat i e
toren troop- toren
C' type toren ,\bs.~~~~~ druk in ";:lar
1
12
1
12
1 ( temp. inoe
Inhoud in :n35,1
3
( Diam. in m1
,
6
5
1,
7
0
::.. / h i!1-
.. -i
i .. 11·:u l.-n~: ' ! schote1s-aa!1t . ic
Ivaste pakking schotels schotels schotels gepakt schotels I
katalysator-
i
typei
I
-
, ,-
voymc
...
I
I
...
!
.. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. Speciaal te gel bruiken mat.o
aantal seriejpa!'a11el II
I
o
(
c
c
( (c
o
o
o
o
'T'echnisr:hc J1or~escho0l Del ft
Afd. C~~~i~rhe Tcch~oln~ic
1;'abricksvo~r~)n t\.Jcrp !lo:
Appara.'ltnur::mer : ~ .~~
l~ IJG co"'r-:r·:;·:t: F. I GEl':SC H/, PPErT
Ont'"lOrpen do~r
Datum :
Pahrieksnummer : :
?u:1C tie : ~x;x:!ri<e< / ~X~
/
~~%:K~/
~ trj.pp.e~ . Type toren : ~/
schotel / ~x:XOCL!C /...
".
"...
" " " " " "...
Type schotel : '!x~Je
/
zeefplaat / JV.JdxllC/
"...
" " .. "...
" " .. ".
Aantal schotels : theoretisch : 1
Aantal schotels : practisch :
2
Schotelafstand / ~~ 2TS :
0
,4
m r·ia ter iaal schotel :I
Dia7"Jc:~:, tore:1 :
1,65
m Hoogte toren :2,4
rnr·;ateriaa2. toren :
*
*
*
'ler·.·:ar::1ing : geen / x~WIDCxct;JiH{IX / ~J11x:koox / " " " .. " .. " " " " " " .. " "
.
*
Tl ::':;) :11.J f-SCOrlD I TIES :
TOP
BODEM
.. lucht ' t Ul vlstf in luchtin vlstfuit TC:-:1;JC';atuuroe
50
90
25
70
Druk bar1
1
1
1
!)ich theid kg/rn3 i'iassas troom kgm-14504
23788
1
3543
22827
Sar..cns tellinr.. in NÖot NJ.
alt
N,,0't~
56x
-
cl- X x~('e\oJ.l')
6,6
4,
0
0
ON'Pl.·!r·'f(P :
:'.an tal klo}:jes
/
zt::ef["a te::. I /**
Type pakking" " " " " : :
Actief schoteloppervlak : 1,80 m 2 Nateriaal pakking :
Lencte oVf.:rlooprand :
900
mrn AffJletingen pakking:Diameter valpijp
/
ga t/
" " " " "...
: mmVerdere gc~evcns op schets vermelden
*
Doorstrepen wat niet van toepassing is.**
Indie~ een toren schotels van verschillend ontwerp bevat. dit aan~even!37
(
c
( ( (o
o
o
o
Technisr.hc Eor;escho"l Delft
Afd. Cho~isr.he Technologie
Fabricksv01ran t\.lern Ilo:
A ?paraa t:1ur;;mer : ':' .}O
/\ LC r:r·:r·:l':E F.ICENSCIU, PPEN
On t· ... orpen do~r
Datum :
:'abriek3nummer :
:
?u::ctie : destillatie
/
ll!ldlroa:cJtXRX/ :xNl:roo:X'~XX9{ /...
~ype toren : ~~:kx
/
schotel / JGJP:r~nx:iroaX /...
'Pype schotel : xbd,XJ'Jctl( j zeefplaat
/xxxXmc /
...
Aantal schotels : theoretisch :
7
Aantal schotels : practisch :
Schotelafstand / 1:;:;TS :
0,4
m Hateriaal schotel :Diaï.1c"t,c; toren :
1,70
m Hoogte toren : ml'!a teriaal toren :
'*
'*
'*
Ver','/ar;;Jil!g : ~x/ cxoorno~i'XOO1X / reboiler
/
...
'*
BFD :nJFSCONDITIES :Voedi!!!";' Top Bodem TIeflux/absorp- Extractie
tie middel middel/ •••
':'C::1pE'ratuur
°c
100
86
122
99,5
%
Druk bar
1
1
1
Dich theid kg/m 3 salpeterzuur
;'iassas troom kg,Wr
13547
11813
19761
Sar::cnstellinr, in HN0,3 H~O ~N0.a H,20 UNO! Hz.O
~~i~~~~.
(:
e \'1 • ~;s81
19
99,5
0,5
68,5 31,5
r, :n'r \./ r:RP :
t.antal klokjes
/
zr:cfr-a te!"'. I I ...**
: Type pakking :!,ctief schotelo ppervlak : 1,91 m 2 i'Ta teriaal pakking :
Lene-te overloopranrl. :
955
mm Afmetingen pakking:Diamèter valpijp I gat
/
: mmI
...
Verdere gecevcns op schets vermelden
~
Doorstrepen wat niet van toepassing is.
c
( ( ( (o
o
o
o
"\ppar~at ~~ 0 :,
. enar"llr."". " t:rne :'~edi urn nijper.-I r.an te 1 z i ,ide Capaci tei t, ui t~e',dsselde war::lte in k1.-l. ',:3.:::~ -: 12 ",,,i s s el end .' () ;)-;)evl. i:1 !':1 '"_-ta!": ~al ~'2. ~~I:- ~
i
Abs. <XKX~XX~ "'-druk Ir. D2.T TJij"pe!'"!- I " :.:an-:elzijde temp. in I iÜ t .;,., or: pijpzijde mantelzijde S:!)eciaal t8 ge -bruiken mat. shell/ tube-passages totale ,.armte overdrach tsc~ëf-Hciënt (l,l/m K) koelwater (kg/hr)
I
H 4 H 8 H 13warmte- koeler kondensor
wisselaar
afgas/ koelwater/ koelwater/
verbr. gas verbr. gas verbr. gas
3678 737 2454 294 291 487 12 1 1 1 1 1 95/405 36/40 20/36 905/566 120/55 55/35 1 1 1 2 2 2 30 60 300 134186 134186 H 12 koeler nitreus gas/ koelwater 2655 1024 4 I 112/50 20/40 : 1 2 60 113940
aangeven wat bedoeld wordt
39
H 14 warmte-wisselaar afgas/ nitreus gas 979 1145 12 12 0/95 101/81 1 2 30(
Tl •
.. ena::llD!'" •
warmte- koeler koeler- koeler
warmte-type
wisselaar verdamper wisselaar
:'~edium
c
pijpen-/ verbr. gas/ nitreus gas/ ammoniak (l) / 68.5% HN03/ 68.5/: HN03/r.antelzi.jde ni treus gas koelwater 45% HNO 3 koehvater 81~ HN03
Capaciteit, ( ui tge\ofisselde 741 1593 3478 &89 46n war::lte in ~·I.... " '
.
'..fa::-:::"tewi s s el e!1d ? 1177 848 154 40 49 onpevl. i!1 M -( _~c:..\~""".~vG. ;:~:"2...!..-~l ~·:~::ie..:..el /I
Abs. of ~~ è.ruk i!1 02.r ~ij"pe!1- / 1 1 12 3 I I ( :;,a!1telzijrie 4 I I I I t2mp. in I uit i ~~ Or;o
pijpzijde 35/J40 8J/50 -JO/-IO 75/25 122/75 J44/JJ2 20/40 5J/0 20/40 70/100 mantelzijde Sner.iaal te ge-bruiken mat.o
shell-2 I I 2 3 tube-pas s ages 4 2 2 4 6 totale warmte~o
ov~rdrachtsc~~f- 30 60 800 1000 1000 hciënt (W/m K) koelwater kg!hr 68910o
~\ppar2..at ?~ 0 : H 31 H 32 len a r"Iir. C", kondensor koeler
c
type ~'~ediumc
nijpen-/ koelwater/ 99.5% HN03/ 99.5% HNO - koelwater;"antelzi.icl.e gas 3
Capaci tei t, ui tF:'e· .... isselde 1899 272 ( ·..,ar::ltp. in kH. '.:?::-::' t owi s s e 1 end ? op~e'."l. i~ ~ - 35 13.5 ( .~a:: ~al ':'~
;
ii
=
ê
i
Abs. of ~XJC\ .... è::-uk i:1 har t:i ,jne:1- ,I , I 1 ( ,-::antelzij,j,e ] 1 bmp. in/
'J.it i.r:. o~ Ci pijpzijde 20/40 83/30 mantelzijde 86/83 20/40 Speciaal te ge -bruiken mat.o
shell...,. 1 2tube-pass ages 2 4
o
totale warmte-1000 1000 overdrachtsc~ëf-ficiënt (W/m K koelwater 87363 ) 1652 kg/hro
41
*
aangeven wat bedoeld wordtr , (
c
o
o
Benaming, s toomke te I type Capaciteit (kW) 4864 Ahs.~!C* gaskant I stoomkant 40 druk in bar gas 566/120 (lC temp. in stm 100/410 ~ Tnhoü.à in m./ of afmetin~en in m 3( aantal serie/parallel reboiier 2214 stoomkant vIs tkant I :,
stoom i ! vIstf 122I
I j,
3enaming,
kompressor kompressor
type
centrifugaal centrifugaal centrifugaal
te verpompen ni treus ni treus afgas
medium gas gas
Capaciteit in
tXR
of kg/hr 59898 59898 35412 Dichtheid in kg/m3 ZUiE'-/persdruk in bar(abs.J.{~ ]/4 4/12 f2/1~
temp. in°c
48/144 50/101 450/82 in / uit Vermogen in kW theor. / prakt. 2691/3364 2041/2551 3828/3062 Speciaal te ge bruiken mat aantal serie/parallelo
o
*
aan~even wat bedoeld wordto
( (
c
( ( Io
o
o
o
10. KOSTEN EN PROCESVERGELIJKING. 10.1. Kosten. IIL"ko ms te n 1 ton 100%
HN03 levert f 250-270 per ton (24). Stel
f 260 per ton. De opbrengst per jaar is dan:
74240·0,995·f260
=
f19,2.106Grondstofkosten :
1 ton NH
3 kost op kontraktbasis $215-225 (25) (koud
en vloeibaar). Bij een gestelde prijs van ~220 en
een dollarkoers van f2,50 bedragen de
grondstofkos-ten :
20680-220-f2,50
=
fll,4-106Investeringen :
De investeringen voor een 150 ton/dag fabriek
be-e
dragen $14,2 -100 (8). M.b.v. de volgende formule
met
m
=
0,6zijn de investeringen voor een 223 ton/dag fabriek
te berekenen. Met een dollarkoers van f2,50 wordt
dit dan: I = f45 106
werkkapitaal
=
f 3 106Itotaal
=
f48 106 +ROl-schatting :- ( in miljoenen guldens)
100
%
90%
dollarkoers 2,50 verkoop 19,2 17,3 afschrijving(O,l Itot)-
4,8-
4,8 grondstoffen -1124 -1023 3,0 2,2 belasting (50%
)
- '.1,5 _.:::.J...:::. - 1 1 winst 1,5 1,1 ROI 1 ) 3,1%
2,3%
- ---_ .. - ---- --- --- _ . 100%
. 2,25 19,2-
3,8 -1022 5,2-
226 2,6 6 ,4 %( ( (
c
c
(o
o
o
o
1) ROl
=
jaarlijkse winst 100%
totale investering
Als redenen voor deze lage ROl zijn aan te voeren de hoge dollarkoers en een hoge prijs voor ammoniak. Aangezien een salpeterzuur-fabriek meestal in serie
ge-schakeld is met een ammoniak-trein zal de prijs van ~TH3
niet worden bepaald door vraag en aanbod. Bovendien is
salpeterzuur niet een echt eindprodukt, maar meer een
hulp-chemicalie. Er is dan ook een kleine vrije markt
voor salpeterzuur.
Een beter beeld wordt verkregen als de ROl wordt
be-trokken op zowel de salpeterzuur-bereiding als het proces
dat het zuur gebruikt.
10.2. Procesvergelijking.
Dit fabrieksvoorontwerp wordt in tabel 2 vergeleken
met andere (recente) voorontwerpen. Het gaat hierbij vnl.
om het grondstoffen- en energie-verbruik.
Tabel 2 : Vergelijking van een aantal (recente) FVO's. Eenheden per ton HN0
3 FV02486(11" FV02504(21)1) dit FVO ammoniak, kg 279 277 278,5 kracht, kWh compressie 135 309 koeling 157 377 koelwater, m3 41 89 52 1 stoomproduktie, kg 1020 479 675 (40 bar, 410 c) ketelvoedingwater, C 105 100 zuurconcentratie, 80 60 99,5 gew-% HN0 3 NO x in afgas, ppm 500 8500 350 absorptie-druk, ata 8 8 12 ROl (100 %),
%
2,2 3,1 1) met O 2 i.p.v. lucht4S
( ( ( ( (
o
o
o
o
11. SY1ffiOLE1~IJST. A b c oppervlaklengte overlooprand van een schotel
concentratie
soortelijke warmte bij konstante druk
korrektie-faktor voor log.temp.verschil
gas stroom Gibbs-energie Henry-coëfficiënt schotelafstand hoogte overlooprand reaktie-warmte vormingswarmte öH vard verdampingswarmte I investeringen k K L M reaktiesnelheidskonstante evenwichtsconstante vloeistofstroom massastroom druk warmte stro om reflux-verhouding S entropie T temperatuur
(~T)ln logaritmisch temp. gemiddelde
t tijd
U warmte-overdrachtsco~fficiënt u
g gassnelheid
w,x,y,z mol- of gew-fraktie
rendement polytropische exponent belasting-faktor dichtheid flowparameter
46
(=C /C )
p vm
2
m/m2 kmol/m2 kJ/kg kg/hr ofm
3
/hr kcal/mol barm3
/kmol mmm
kJ/mol kcal/mol kJ/kg guldens kg/hr of m3
/hr kg/hr barkW
kcal/molK
of C s W/m2Kmis
mis
kg/m3
c
( ( ( (" (I 0 0o
1. Societa Italiana Resine S.p.A. Neth.Appl. 75 14841
=
Ger.Offen 2,558,102.
2. E.I. Du
Pont
de
Nemours
and Co. Fr.Demande
2,232,509.
3.
D.E.Boynton (Hercules Powder Co.) US 3,099,531.
4.
Pintsch Bamag A.G. Fr.Demande
1,538,686.
5. J.Marzo Rodrigo,L.Marzo
Rodrigo,Span.
448,675=
US 4,064,221
6.
J.
Marz
o
Rodrigo,L.Marzo ROdrigo,Span. 470,049
7.
J.Lefers,
Absorption
of
nitrogenoxides
into
diluted
and
concentrated nitric acid,
Delft University
Press, Delft(1980)
8.
J.
Ma
rzo
Rodrigo,L.Marzo
Ro
d
rigo,Chem.Eng.87,(1980,
nov.3),54.
9. Ghe misch
ij
ve
ekblad 52( 1956)
63.
10. Chemisch
Weekblad
52(1956)71.
11.
Fabrieksvoorontwerp
nr.
2486,F.C.de Boks
e.a.(1980).
12. Ullmann's
Encyclopädie der
technischen Chemie,Urban
&
Schwarzenberg,München-Ber1in(1964).
13.
M
.Bodenstein,Z.Ele
kt
roc
hem
ie
24(1918)183.
14.
P.J.Hoftijzer en F.J.G.Kwanten,
Absorption of nitrous
gases,
in
G.Nonhebel
"Gas-purification
processes
for airpo11ution control",Newness-Butterworths,
London p.164(1972).
15.
16.
17.
18.
19.
20.
C.H.Solomon en A.W.Hodges,Brit.Chem.Engr.38(1960)71.
C.L.Burdick
en
E.S.Freed,J.Am.Chem.Soc.43(1921)518.
J.J.Carberry, Chemica1 and Catalytic Reaction
Engi-neering,
Mc.Graw-Hil1,New
York p.286(1976).
H.H.Franck
en W.Schirmer,Z.Elektrochemie
21(1950)254.
A.L.Shneerson e.a.,J.Appl.Chem.USSR 38-8(1965)1627.
J.Timmermans, The physico-chemical constants of
bina-ry systems in concentrated solutions (vol.4),
Interscience pub1.Inc.,New York(1960).
21. Fabrieksvoorontwerp nr. 2504,J.Smit en L.Zeegers(1980)
22. E.de Jong, concept-diktaat Apparaten voor de
proces-industrie (i20A),Delft(1978).
(
c
23. vDI-~ärme-atlas,VDI-Verlag GmbH,D~sse1dorf(1974),p.Cb3.
24. Telefonische informatie Esso Rozenburg. 25. Telefonische informatie UKF Utrecht.
26. J.H.Perry, Chemical Engineer's Handbook,McGraw-Hill,
~ew York (1963).
27. J.H.Keenan e.a., Steam Tab1es, Wi1ey Interscience, ~ew York (1978).
28. J.Forsythe en G.Giauque,J.Am.Chem.Soc. 64(1942)48. 29. F.D.Rossini, Selected va1ues of phusical and
thermo-C dynamic properties of hydrocarbons and related
( ( ('
o
o
o
compounds, Carnegie Press, Pittsburgh (1953). 30. eRC Handbook of Chemistry and Physics, CRC Press,
Haco Raton (1980).
31. JANAF Thermodynamical Tables, NSRDS (1970).
32. F.J.Zuiderweg, collegediktaat Fysische