• Nie Znaleziono Wyników

Haagse pleinen en bomen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Haagse pleinen en bomen"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

12

U I T G E L I C H T

Al in de 17e eeuw had Den Haag twee grote recht­ hoekige pleinen: de Grote Markt en het Plein. De latere stadsuitbreidingen sloten op natuurlijke wijze aan bij al die rechthoeken. Het Willemspark is de eerste stadsuitbreiding in de 19e eeuw bui­ ten de grachtengordel, met een ruim door bomen omzoomd plein: het Plein 1813, op de kruising van de twee assen van het parkvierkant, met een prachtig monumentaal effect.

Twee stedenbouwkundigen hadden rond 1900 grote invloed op de vormgeving van de stads­ uitbreidingen: Lindo en Berlage. Beiden hadden een voorkeur voor diagonaalstraten in het recht­ hoekige stramien. Die diagonaalstraten kwamen

natuurlijk altijd uit op een markant punt en niets is aangenamer dan een ruim plein met een joy­ euze boombeplanting. Soms lijkt het alsof aan het ontwerpen van een plein helemaal geen steden­ bouwkundige visie ten grondslag ligt. Zo zijn er in het Zeeheldenkwartier twee ronde pleinen die geen verband lijken te houden met het rechthoe­ kige stramien van de buurt.

Maar als u goed kijkt naar een plattegrond van Den Haag, dan ziet u dat Plein 1813, Anna Pau­ lownaplein, Prins Hendrikplein, Koningsplein en Regentesseplein praktisch op één rechte lijn lig­ gen. Dit was ook al opgemerkt in de tweede afle­ vering over Pleinen in Ons Den Haag. De bomen op deze pleinen en op het naburige Sweelinck­ plein demonstreren hier het ruimtelijk verband tussen groen en bebouwing.

Leilinde is een woord dat zachtheid én een zekere gestrengheid suggereert. De stratenaanleg en de bebouwing in de buurt rond het Regentesseplein is duidelijk op Parijs geïnspireerd. Zoals de foto laat zien passen de toppen van de leilinden (Tilia platyphyllos) perfect bij de topgevels in neostijlen van het Regentesseplein.

Haagse Pleinen en Bomen

De Haagse ondergrond wordt gekenmerkt door strand­ wallen evenwijdig aan de kust en ontginningswegen en ­lijnen loodrecht daarop. Hierdoor is het kenmerkende element voor de Haagse plattegrond de rechthoek. Zelfs van de grachtengordel om de binnenstad zijn alle hoeken recht. Die grachtengordel werd aan het begin van de 17e eeuw gegraven op initiatief van stadhouder Prins Maurits, die de onbeschermde vlek waarin het dorp Die Haghe met het Binnenhof en zijn omgeving lag, ten minste enige verdedigbare bescherming wilde geven.

Regentesseplein met leilinden (foto Louise van Mourik, 2012)

Vrienden Van den Ha ag Ons den Ha ag 2013-2

(2)

13

U I T G E L I C H T

De oorspronkelijke beplanting van het Konings­ plein verdient zeker het predicaat joyeus. De hui­ dige beplanting valt binnen een ovaal plantsoen in een overigens rechthoekig plein. Nu de nieuwe kastanjebomen volgroeid zijn, domineren ze het plein. Ze harmoniëren nu optimaal met de inmid­ dels meer dan een eeuw oude bebouwing.

Het Sweelinckplein, het centrum van de wijk Duinoord, werd rond 1900 aangelegd als reactie op de als saai ervaren rechte hoeken en lijnen van de Zeeheldenbuurt. De straten eromheen volgen de amandelvorm van het plein met zijn heren­ huizen. Die huizen hebben elk hun eigen vorm en architectuur, die harmonieert met de beplanting

Koningsplein (foto Louise van Mourik, 2012)

Koningsplein in 1904, kort na de aanleg (foto Haags Gemeente-archief)

Sweelinckplein met kogelacacia (foto Louise van Mourik, 2012)

Vrienden Van den Ha ag Ons den Ha ag 2013-2

(3)

14

U I T G E L I C H T

van het plein. De acacia’s, die het hele plantsoen omringen, benadrukken de ruimtelijke eenheid van het plein. In een hoek van het plein staat een fraaie hopbeuk.

De monotonie van de rechte hoek wordt in het Zeeheldenkwartier onderbroken door twee ronde pleinen. Op het Prins Hendrikplein staan mag­ nolia en paardenkastanje. Anna Paulowna zit op haar plein te midden van terrasbezoekers en ze kijkt vanaf een rustieke bank uit op een rij bijzon­ dere prunussen (Prunus x gondouinii).

Plein 1813 is het centrale plein van het Willems­ park. Vanaf de aanleg rond 1850 was de boom­ beplanting een essentieel onderdeel van deze stadsuitbreiding. Als antwoord op een uitbraak van iepziekte is in het begin van de 20ste eeuw de iep in Den Haag in grote aantallen vervan­ gen door paardenkastanje. Zo ontstond in het Willemspark het fraaie decor van Aesculus hip-pocastanum ‘Baumannii’, witte paardenkastanje met de kenmerkende horizontaal groeiende zware zijtakken.

Pieter van Mourik & Gerard van der Veen

Anna Paulowna op haar plein met Prunus (foto Louise van Mourik, 2012)

Paardenkastanje aan Plein 1813 in het Willemspark (foto Gerard van der Veen, 2012)

Deze tekst is gebaseerd op de gids Langs Haagse Bomen, in voorbereiding met ondersteuning en advies van Gemeente Den Haag, Fonds 1818, ANWB Fonds, Tijdschrift Groei&Bloei, Groei&Bloei/KMTP Afd. Den Haag, Prins Bernhard Cultuurfonds, Van der Mandele Stichting, M.A.O.C Gravin van Bylandt Stichting en Botanische Tuin TU Delft

Vrienden Van den Ha ag Ons den Ha ag 2013-2

Cytaty

Powiązane dokumenty

De klontjes grond zullen sneller opbreken door de kracht van de waterstralen, de gronddeeitjes worden meegespoeld door het water en de.. • deeltjes die het

„Wiara rodzi się z tego, co się słyszy, tym zaś, co się słyszy, jest Słowo Chry- stusa” (Rz 10, 17).. Chrześcijanie wyznają, że Chrystus jej jedynym pośred- nikiem

Jeszcze jedną kwestią wartą poruszenia jest kwestia tezy postawionej przez autorów we wstępie, ale na którą nie udało mi się zna- leźć odpowiedzi w tekście.. Teza owa zakłada

From the Polish perspective coal is not only the energy security matter but also a tradable good which could, according to Luttwak and Lorot, strengthen the stra- tegic position

However, we notice that all essential features for these samples, such as small magnitude of the effect, sinusoidal phase depen- dence, positive sign, and the long high

Studia Philosophiae Christianae 14/2,

Gdy jednak mówi się o różnych kategoriach szlachty, czy mieszczan (posesjonatów, nieposesjonatów, owej dość mitycznej inte­ ligencji mieszczańskiej), chciało by

To ostatnie jest też zasadniczym niebezpieczeństwem grożącym Rze­ czypospolitej „od wewnątrz” , a mianowicie od króla dążącego do monar­ chii. Drugim