• Nie Znaleziono Wyników

Cilindrische stalen natuursteen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Cilindrische stalen natuursteen"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

Delft University of Technology

Cilindrische stalen natuursteen

Natuursteencollecties deel 5

Quist, Wido

Publication date 2017

Document Version Final published version Published in

Natuursteen

Citation (APA)

Quist, W. (2017). Cilindrische stalen natuursteen: Natuursteencollecties deel 5. Natuursteen, (2), 20-21.

Important note

To cite this publication, please use the final published version (if applicable). Please check the document version above.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy

Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim.

This work is downloaded from Delft University of Technology.

(2)

natuursteen 20 nummer 2 | 2017

CilindrisChe stalen

natuursteen

Natuursteencollecties

deel 5

Natuursteencollecties bevinden zich niet alleen bij universiteiten en

onderzoeksinstellin-gen. Ook musea bezitten of beheren vaak grote of kleine, bekende en minder bekende

collecties; permanent zichtbaar of ver weg in depot opgeborgen. In de vierde aflevering

van deze serie in NATUURSTEEN schreef universitair docent Heritage & Technology en

natuursteenspecialist Wido Quist van de TU Delft over de marmergalerij bij het

Konink-lijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel. Hier op bezoek diende zich

ook het onderwerp voor deze vijfde aflevering aan: de cilindrische stukken natuursteen

waaruit de collectie Victor Horta bestaat.

Tekst: Wido Quist

(3)

natuursteen 21

De Belgische architect Victor Horta (1861-1947) maakte in zijn werk relatief veel gebruik van natuursteen. De diverse (foto)boeken die over zijn werk zijn ver-schenen of waarin gebouwen van zijn hand figureren, tonen de marmerpracht uit diverse interieurs. In het boekje ‘Na-tuursteen in het werk van Victor Horta’ uit 1996 zijn veel details in natuursteen te zien waar het vakmanschap van de archi-tect, steenhouwer en beeldhouwer duide-lijk zichtbaar is. In veel gebouwen komen Belgische blauwe hardsteen en witte Noord-Franse kalkstenen voor. De col-lectie Victor Horta bij het Koninklijk Bel-gisch Instituut voor Natuurwetenschap-pen (KBIN) betreft echter 44 magmatische stenen: granieten, syenieten, pegmatieten en enkele stukken larvikiet en porfier; materiaal dat nauwelijks aan zijn gebou-wen is terug te vinden. Er is geen verdere informatie over bijvoorbeeld de reden voor of het doel van de verzameling ci-lindrische stukken bekend, maar de aard en de betrekkelijk geringe omvang van de architectencollectie doet vermoeden dat het een beroepsmatige verzameling moet zijn geweest. Wellicht is er een relatie met de graftekens en (sokkels voor) standbeel-den die hij ontwierp. Uit diverse inventa-risaties blijken dit er meer dan tien te zijn. Hieronder bevinden zich de grafmonu-menten voor de familie Solvay op de be-graafplaats van Elsene (1896) en de familie Verheven op de begraafplaats van Brussel

(1911). Aan beide sarcofaagachtige grafte-kens is graniet toegepast.

Vorm

| Waarom hebben de

handstuk-ken in de collectie Victor Horta een ci-lindrische vorm? Het is zoeken naar een verklaring. Het zagen, slijpen en polijsten van vlakke platen is altijd veel eenvoudi-ger geweest dan het draaien of zagen van cilindrische handstukken. In de meeste natuursteencollecties komen dan ook pla-ten – in allerlei formapla-ten – terug en geen cilinders. Toch zien we vanaf halverwege de negentiende eeuw, maar zeker in het interbellum veel cilindrische zuiltjes in de architectuur terugkeren en het gebruik van een kernboor voor bijvoorbeeld het verkennen van groevefronten is ook al langer bekend, dus technisch was het ze-ker geen probleem om cilindrische na-tuursteenmonsters te maken en te gebrui-ken. Wellicht zijn de cilindrische stalen zelfs restanten van verkennende boringen. De cilindrische vorm is overigens zeer ge-schikt voor het beoordelen van de kleur en tekening van magmatische stenen, om-dat deze over het algemeen zeer homo-geen zijn en weinig richting vertonen. Hierdoor kun je met behulp van een ci-linder ook een voorstelling maken van een plat vlak. Een cilinder van rood Bel-gisch marmer of Italiaans Portor zou een compleet ander beeld geven dat niet re-presentatief is voor een vlakke plaat van deze steensoorten.

Grafwerk

| Terug naar het grafteken

voor de familie Solvay. Dit door Horta ontworpen grafmonument blijkt te zijn gemaakt door het steenkappers- en graf-zerkmakersbedrijf Emile Beernaert uit

Elsene. Veel gipsen mallen, tekeningen en foto’s uit de nalatenschap van dit bedrijf zijn onder beheer bij Epitaaf vzw en te zien in het Museum voor Grafkunst, ge-vestigd in het voormalig beeldhouwate-lier van Ernest Salu aan de rand van het kerkhof van Laken. In het atelier staat ook een kast met daarin meer dan honderd, met nette goudkleurige cijfers, genum-merde cilindrische en enigszins taps toe-lopende stalen natuursteen, afkomstig uit het atelier van Beernaert. Vele denkbare tinten en grofheden graniet, syeniet en aanverwante magmatische steensoorten zijn in deze collectie vertegenwoordigd. De meeste stalen hebben een doorsnede van 10 cm en zijn 30 cm lang. Helaas is er nog geen inventarislijst bekend. Op basis van foto’s zijn er veel overeenkomsten tussen de collectie Emile Beernaert en de collectie Victor Horta te zien: de stenen uit de collectie van Horta lijken ook alle-maal onderdeel van de collectie van Beer-naert te zijn. Hiermee is nog geen bewijs geleverd dat beide collecties aan elkaar gerelateerd zijn, maar op basis van de vorm van de stalen, de steensoorten, de tijd, de toepassing en de relatie tussen ont-werper en uitvoerder is deze hypothese zeker gerechtvaardigd.

Sleutelrol

| In veel collecties met de-coratieve stenen zijn slechts enkele mag-matische stenen opgenomen naast de vele marmers en polijstbare kalkstenen. De collectie Beernaert en de collectie Horta kunnen wellicht een sleutelrol spelen in onderzoek naar de verspreiding van granieten en syenieten en het (fune-rair) gebruik hiervan aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Misschien kan dit on-derzoek dan ook licht schijnen op de mogelijke relatie tussen beide collecties en wordt tegelijkertijd ook de vraag naar ‘waarom cilindrische stalen’ beantwoord. Veel vragen, bekende en minder bekende natuursteensoorten en cultureel erfgoed van het hoogste niveau, kortom een leu-ke opgave voor natuursteen- en erfgoed-professionals en geïnteresseerde studen-ten!

Meer informatie over de genoemde graf-monumenten en de collectie Beernaert: http://www.epitaaf.org. Ook de website http://inventaris.onroerenderfgoed.be/ geeft de nodige informatie over het (fune-rair) erfgoed van Victor Horta.

nummer 2 | 2017

1 de collectie Victor horta in het depot van het KBin. (Foto: Wido Quist)

2 de collectie emile Beernaert in het atelier salu te laken. (Foto: tom Verhofstadt epitaaf vzw)

Cytaty

Powiązane dokumenty

Uwzględniając w pełni zarzuty i wnioski rewizji nadzwyczajnej Sąd Najwyższy zajął stanowisko przytoczone na wstępie oraz uznał, że wprawdzie wszystkich

Eugeniusz Mironowicz: Trudno mówić o indywidualnych konsekwencjach prowadzonych dyskusji na temat relacji Polaków z mniejszościami narodowymi. Wydaje mi się jednak, że

In order to investigate the benefits of aeroelastic tailoring and morphing, this dissertation presents a dynamic aeroelastic analysis and optimisation framework suitable for the

QQ)Uy

Or, les stéréotypes sont donc placés l’un après l’autre, à la fois ensemble mais alignés verticalement, ce qui influence le protocole de la lecture qui cesse

pewnych trudności rozw oju, późniejszego pojaw ienia się tu przejaw ów kryzysu oraz w pływ u na to gospodarczych zw iązków z Gdańskiem (chociaż ta ostatnia

Słowa te stały się zachętą do bardziej intensywnych poszukiwań modełu sprawowania prymatu Piotra, możłiwego do przyjęcia przez Kościoły nie bę­ dące

W tym długim liście słowo fraternitas pojawia się 3 razy, gdzie oznacza w sposób dość czytelny wspólnotę wiernych: „Później jednak, gdy i kolegium (biskupów) to uchwaliło