• Nie Znaleziono Wyników

Gemiddelde dijkskruinhoogten per km en dwarsprofielen van de hoofdwaterkering van Noord-Beveland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gemiddelde dijkskruinhoogten per km en dwarsprofielen van de hoofdwaterkering van Noord-Beveland"

Copied!
127
0
0

Pełen tekst

(1)

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

$yl 4jj: J- ff-fSV X

GEMIDDELDE DIJKSKRUINHOOGTEN PER km

EN

DWARSPROFIELEN VAN DE HOOFDWATERKERING

VAN

NOORD-BEVELAND

MET BIJBEHORENDE SITUATIETEKENING

TER BESCHIKKING GESTELD DOOR DE

RIJKSWATERSTAAT DIRECTIE ALGEMENE DIENST

B I B L I O T H E E K Dienst Weg- e i Waterbouwkunde

Van der Burghweg Postbus 5044, 2ÖÖ0 GA Delft

Tel. 015 -699111

BIJLAGE VAN ONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN DIJKBESCHADIOINGEN

IN ZEELAND (1953). NOORD-BEVELAND DOCUMENTATIE DEEL? 1 RAPPORT ( O O - 5 8 2 5 - B - l - B I J L A G E I

K2N0V. f991

B I D O C

(bibliotheek en documentatie)

'Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1

Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 6 99 3 6 3 / 3 6 4

(2)

GEM. DUKSKRUIN HOOGTE PER k.m.

NOORD-BEVELAND WATERPASSING N A J A A R 19(» B'JGE.WE#KT TOT J A N 1945 a> x N.AP. 0= 4 8 *l 7 & 5 10 15 20 a = M O O G S T T E : V E R W S T A N D IN 2 0 O 0 . b - 6 0 L F 0 P L O O P 7/& A P R I L ' 4 3 T O V a T/?TS7T.i

i' r —

25k.n

Z77/?S/

ïi f |Wi: f - J ,1* ir '» z < ~3r~ a o _4iL N.AP.

&l

l l - l 8M7° 5 0 km j 5 8 3 0 A t

(3)
(4)

DWARSPROFIELEN NS BEVELAND (2)

SCHAAL I 2 0 0

(5)

'OZ'6['9l'9l'*l

y-(

7

!> 3 c n O r - n ~' i -n i * n n -o n

p

M

L«*

*

_ IS 9 / i / /

D

I

C

o

"D X

)

O

m

n i > r -E »

:z

°

"

7

o IO

m

<

o

w r* o

1

i

(6)
(7)

c ^ 4)^6

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

ONDERZOEK

naar de

OORZAKEN van DIJKBESCHADIGINGEN

i n

ZEEHOND;

1 9 5 3 .

NOORD BEVELAND

D o c u m e n t a t i e , d e e l 1 .

B I B L I O T H E E K Disnst Weg- en Waterbouwkunde

Van fisi ': ihweg Postbus CC•' ï, 2600 GA Delft Te; 5S9111

Rapport (C)0-5825-B-I-Bijlage 1

1 2 NOU 1991

W W /

D e l f t , April 1954

Oostplantsoen 2 5 .

B I D O C

(bibliotheek en documentatie)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1

Postbus 5044, 2600 CA DELFT Tel. 0 1 5 - 2 6 99 3 6 3 / 3 6 4

Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming. Aanvragen om advfes worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake va» de inhoud van het te geven of gegeven advies.

(8)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825, DIJKONDERZCEK MOORD BEVELAND.

INHOUD.

Documentatie deel 1.

VERKLARING van gebruikte begrippen. LEGENDA

OVERZICHTSKAART van d i j k v a k k e n , b e s c h a d i g i n g e n , d e t a i l k a a r t e n , f o t o ' s , p r o f i e l o n d e r z o e k en l u c h t f o t o s t r i p s . Dijkvak 8 , D i j k van de Nieuw Moord B e v e l a n d p o l d e r .

FOTO'S No'ss 5 - 3 , HRB I Z - 6 , RWS IX-7 en B . I . - 6 8 . Dijkvak 1 5 , Zeedijk van de S t . Annapqlder.

BESCHRIJVING van de t o e s t a n d van de d i j k na de stormvloed van 1 F e b r u a r i 1953• FOTO'S N O ' S J 1-10, 1-12, 2 - 1 , 1-9, 1-7, 1-8, 2 - 2 , 2 - 3 , 1-2, 1 - 1 , RWS-112, 1 - 3 , 1-k, 1-5 en 1-6. PROFIELONDERZOEK No. 1 3 - 3 8 - C J B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , Schets D w a r s p r o f i e l . Dijkvak lh, Z e e d i j k van de A d r i a a n s p o l d e r . PROFIELONDERZOEK No. l i | - 1 5 - C : B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l ,

Schets D w a r s p r o f i e l (met r e s u l t a t e n monsteronderzoek en z o u t -g e h a l t e n ) ,

Foto's No'ss 11+-15-C-55, 14-15-C-56, 1V15-C-57, 1U-15-C-58,

11+-15-C-59 en 3J4-15-C-60.

Dijkvak l 6 , Z e e d i j k van de Willem A d r i a a n p o l d e r . PROFIELONDERZOEK No. 1 6 - 8 - S J B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , Schets D w a r s p r o f i e l (met z o u t g e h a l t e n ) . PROFIELONDERZOEK No. l 6 - 2 3 - S l B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , Schets D w a r s p r o f i e l (met z o u t g e h a l t e n ) . PROFIELONDERZOEK No* l6-25ȑs B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l . Schets D w a r s p r o f i e l (met z o u t g e h a l t e n ) .

(9)

:• i *

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA . Kenmerk: dt. Volgblad:

V e r k l a r i n g van g e b r u i k t e b e g r i p p e n , O v e r z i c h t s k a a r t , D e t a i l s i t u a t i e s en L e n g t e - en D w a r s p r o f i e l e n : l o s i n de band.

CO-5825, DIJKOHDERZOEK NOORD BBVEIAND. INHOUD, Documentatie d e e l 1.

Dijkvak 17» Zeedijk van de W i l i e m s p o l d e r . PROFIELONDERZÖEK No. 17-1-St

B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l ,

S c h e t s D w a r s p r o f i e l (met z o u t g e h a l t e n ) .

DETAILSITUATIES van b e s c h a d i g i n g e n , f o t o ' s en p r o f i e l o n d e r z o e k , No's I , I I en IV t / m V I I I .

LENGTE- EN DWARSPROFIELEN van de h o o f d w a t e r k e r i n g (met s i t u a t i e ) .

5

•.-i

Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake van de inhoud van het te geven of gegeven advies. Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemmini

(10)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5679»

DIJKONÖERZOEK GOEREE OVERFLAKKEE.

ÖL^Üggt

DIJKONDERZOEK ZEELAND.

Verklaring van gebruikte begrippen»

DIJKVAK: De hoofdwaterkering is onderverdeeld in dijkvakken? de schei-dingen hiervan worden gevormd door poldergrenzen, kunstwerken en derge-lijke.

DWARSPROFIEL: Dwarsdoorsnede van de dijk. Met tussenruimten van ongeveer 200 m. zijn hiervan de afmetingen bekend en terug te vinden met behulp van de profielnummering (wat betreft dijken of kaden voor of achter do hoofdwaterkering met behulp van de piketnutomcring).

LENGTEPROFIEL: Verbindingslijn der punten^ die van opvolgende dwarspro-fielen de kruinshoogte weergeven, uitgezet ten opzichte van de ontwik-kelde dijklengte.

Aan de toelichting bij het landbouwkundig-bodemkundig onderzoek van enige dijkprofielen in Zuid-Holland en Zeeland, verricht door het Land-bouwproefstation en Bodemkundig Instituut T.N.0. te Groningen, is het volgende ontleend:

DE BODEMKUNDIGE BESCHRIJVING DER DIJKEN.

Het gehalte van de grond aan afslibbare delen is vastgesteld door middel van schatting. De ervaring heeft geleerd, dat een nauwkeurige schatting mogelijk is. Met behulp van standaardmonsters kunnen eventu-eel correcties worden toegepast. Bij de beschrijving der lagen is de volgende legoada gebruikt:

0-10^ afslibbaar (= deeltjes kleiner dan l6 mikron) 11-20$ •

21-30% • 31-1+0% " 1+1-50% " 51-60% •

De term slibhoudend zand is gebezigd om aan te geven, dat slechts weinig minder dan 10% slibfractie aanwezig is.

KALKGEHALTE: Dit is aangegeven in termen als kalkrijk, e.d.. De mate, waarin kalk als CaCöj in de grond aanwezig is, is Vastgesteld op basis van het opbruisen van CO2, dat plaats grijpt na toevoeging van zoutzuur.

Kalkrijko grond verkeert doorgaans in een betere structuurtoestand dan kalkloze grond van verder gelijke samenstelling. De groeivoorwaarden zijn over het algemeen afhankelijk van de kalktoestand van de grond. VOCHTIGHEID: Deze is uitgedrukt in termen als vochtig, matig vochtig, droog, e.d.. In tegenstelling met het kalkgehalte, geeft de vochtig-heid niet de hoeveelvochtig-heid vocht aan, die aanwezig is in de verschillen-de grondsoorten. Zo is het vochtgehalte van een vochtig aanvoelenverschillen-de zandgrond van andere orde van grootte dan van een vochtig aanvoelende kleigrond. Het vochtgehalte hangt o.m. samen met het slibgohalte en met de structuur. Het vastleggen van de vochtigheid is van belang om laagsgewijs sterke afwijkingen te kunnen constateren. Bij de overgang van goed doorlatende lagen naar slecht doorlatende lagen komen soms hoge vochtconcontraties in de goeddoorlatende lagen voor.

Het rapport raag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming. Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake va» de inhoud van het te geven of gegeven advies.

1

zand

2

lichte zavel

3

zavel

h

zware klei

5

lichte klei

6

klei

(11)

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA Kenmerk : dt. Volgblad:

1 CO-5Ó79: DIJKONDERZOEK GOEREE OVERFLAKKEE.

CO-5Ó25» DIJKONDERZöEK ZEELAND. Verklaring van gebruikte begrippen.

»

De grootste hoeveelheden vocht komen voor in de kern van de dijk ter hoogte van de capillaire zone en daar waar zich het grondwater in de dijk bevindt. In verband met de capillaire opstijging en het vertikale zout-transport is het bij het bestuderen der zoutcijfers noodzakelijk deze zone té onderkennen.

KLEUR1 De kleur van de grend is zo nauwkeurig mogelijk omschreven. Qe meest voorkomende kleuren zijn: zwart, bruin, geol, grijs en blauw. Combinaties van deze kleuren zijn mogelijk, ook tintverschillen zijn aangegeven.

Zwart wijst op humusrijkdom. Deze kleur komt voornamelijk voor in de zode of in een oud bogroeiingsvlak. Een enkele maal wijst zwart op het voorkomen van veenresten. Veenresten zijn in enkele gevallen gecon-stateerd in de kern van dijken op Schouwen Duiveland.

Blauw wijst op een voortdurend afgesloten zijn van de lucht. Gronden gelegen in de volcapillaire zone en het grondwater zijn blauw gekleurd. Het ijzer is in deze eoaes in zijn tweewaardige vorm aan-wezig. Ook in zware kleigronden met een slechte structuur komt blauw-kleuring voor.

Bruin daarentegen geeft aan, dat de grond verkeert in een zuurstof-rijk milieu. Het tweewaardig ijzer is geoxydeerd tot driewaardig ijzer. BEI70RTELING: Deze wordt gekarakteriseerd door de hoeveelheid wortels, die in een bepaalde laag aanwezig is. Het zijn voornamelijk fijne wor-tels. Grove wortels (dikker dan k mm) komen slechts weinig voor.

De grootste wortoldichtheid komt voor in de zode en in de daaron-der voorkomende humushoudende laag, In de diepere lagen tref .'en we een enkele maal nog fijne wortels aan.

Een dichte beworteling is van belang voor de onderlinge binding der bodemdeeltjes en bodemlagen, waardoor de weerstand van een dijk tegen overstromend en binnendringend water toeneemt.

ROESTs Dit duidt op ijzerverbindingen van een bruinrode kleur, adersge-wijze en ploksgoadersge-wijze in de grond voorkomend* Roest kan fossiel in de

dijk aanwezig zijn, als bij voorbeeld reeds voor de aanleg van de dijk de grond dooraderd was met ijzerverbindingen. Hetis ook mogolijk, dat het

in de grond aanwezige tweewaardige ijzer na de aanleg van de dijk is geoxydeerd en als dricwaardige verbinding is ooergoslagen ie de wortel» holten en in de poriën.

STRUCTUUR» Van groot belang is de structuur, waarin de grond van een dijk verkeert. De structuur is de opbouw der deeltjes tot aggregaten en de opbouw der aggregaten tot bodemlagen.

Van goede structuur in landbouwkundige zin, spreken we wanneer de binding der deeltjes hecht is en de opbouw der deeltjes en aggregaten ruim, d.w.z. dat veel ruimte tussen de deeltjes en de aggregaten aanwezig is, die kan worden ingenomen door water en lucht.

In verband met dit onderzoek is de structuur van de grond belang-rijk voor:

1. de doorworteling der bovenste grondlagen van de dijk; 2. de vochthoudendheid voor de groei van de grasmat}

3. de scheuring van de grond bij indroging (de doorlatendheid) De onderscheiden structuurtoestanden zijn:

1. Korrelstructuur, 2. KruimeIstructuur,

3. Pilaar- en zuilenstructuur - Dobbelsteenstructuur.

Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake van de inhoud van het te geven of gegeven advies. Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming.

(12)

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA Kenmerk: dt. ' , Volgblad:

= = = ^ :-,i ?* ' 2

00-5679» DIJKOÏÏDERZOEK GOEREE OVERFLAKKEE. CO-5885t DIJKOHDERZOEK ZEELAND.

Verklaring van gebruikte begrippen.

KORRELSTRUCTUUR. De deeltjes zidnv§jg^aö[i'||^lolc*J korrels liggen tegen korrels. Dit structuurbeeld komt/voor bij zandgronden, ook grofzandige lichte zavels kunnen in korrelstructuur liggenè Er bestaat weinig of geen binding tussen de deeltjes onderling» De diohtheid van de korrelstruc-tuur hangt af van de vorm en de grootte der deeltjes en van de wijze van stapeling.

De groeivoorwaarden op deze gronden zijn doorgaans slecht.

Scheuren komen in deze gronden niet voorj de deeltjes zwellen en krimpen niet.

KRUIMELSTRUCTUUR wordt als de meest gunstige structuurontwikkeling be-schouwd. De bodembestanddeIen (zand, klei, humus) zijn samengesteld tot hechte ruim opgebouwde eenheden (aggregaten). In het inwendige van deze eenheden is veel plaats voor watar, dat geconsumeerd kan worden door de plantenwortels.

Voor scheuring tengevolge van uitdroging zijn deze gronden weinig gevoelig. Gronden in kruimeIstructuur worden intensief doorwortold en geven door hun grote voorraad wator bij een normaal onderhoud (beweiden, maaien en bemesten) een goede grasmat.

Kruimelstructuur is vooral van betekenis voor.de deklaag van de dijk. Indien de omstandigheden gunstig zijn, komt kruimelstructuur in dezo

laag in de meest uitgesproken vorm voor. Lagen in het inwendige van de dijk zijn doorgaans aangetrapt tijdens de aanleg, waardoor de kruimels gedeeltelijk of geheel vernietigd zijn, terwijl regeneratie hier vrij-wel niet mogelijk is.

PILAAR- EI ZUILENSTRUCTUUR. Dezo structuurvorm is in verschillende op-zichten slecht te noemen» Bij uitdroging ontstaan in een vochtige klei-bodem soms brede en diepe scheuren. Deze scheuren sluiten pilaar- en zuilvormige aggregaten in. De afmetingen, die deze aggregaten kunnen

aannemen, variëren van'enkele cm's tot dm's. De inhoud varieert van , enkele tientallen c.c.'s 1 tot enkele honderdtallen cic.'s 1.

Onder normale omstandigheden zwellen de scheuren bij bevochtiging der gronden weer dicht4 Br Zijn echter omstandigheden, waaronder volle-dige herbevochtiging niet meer plaats vindt* De scheuren blijven dan min of meer volledig bestaan» Of deze situatie in dijken bestaat is niet onderzocht. Gunstig zijn de omstandigheden voor volledige herbevochti-ging niet, omdat een telkens terugkerende grondwaterspiegel ontbreekt en veel neerslag tot oppervlakkige afstroming kan komen, dit in tegen-stelling tot de landbouwgronden. De scheuren varieron in breedte van 1-5 mm, afhankelijk van de nate van indroging on de krimpeigenschappen van de grond.

De doorworteling van deze gronden is moeilijk. Veelal dringen de wortels slechts oppervlakkig in de aggregaten. Van volledige doorworte-ling is dan ook nooit sprake» Ontwikkedoorworte-ling van een goede grasmat op deze gronden is niet te verwachten.

In gescheurde toestand is de doorlatendheid voor water bij deze gronden enorm, In gezwollen toestand daarentegen is de doorlatendheid zeer gering.

Deze structuurvorm komt vooral voor bij zware grondsoorten.

Bij herhaalde herbevochtiging en uitdroging worden tengevolge van voortgaande scheuring de aggregaten steeds kleiner, tot minder dan

1 c.c. inhoud. We spreken dan van dobbelsteenstructuur. Deze structuur-vorm komt alleen voor in de allerbovenste grondlagen.

Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake van de inhoud van het te geven of gegeven advies. Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming.

(13)

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA Kenmerk: dt. Volgblad: CO-5679» DIJKONDERZOEK GOEREE ÖVERFLAKKEE.

CO-5825i DIJKONDERZOEK ZEELAHD. V e r k l a r i n g van g e b r u i k t e b e g r i p p e n .

HET ZOUTGEHALTE VAN DE GROND IN HET DIJKLICHAAM» T i j d e n s hoge v l o e d en een p e r i o d e van o v e r s l a g van water d r i n g t een d e e l van h e t b u i t e n w a t e r door i n de d i j k . De d i e p t e waartoe h e t water kan d o o r d r i n g e n , i s afhan-k e l i j afhan-k van de t i j d , h e t poriënvolume, de aanwezigheid van gangen en h o l t e n . I n d i e n h e t binnendringende w a t e r zout i s , l a a t d i t d u i d e l i j k e

s p o r e n a c h t e r . De b e l a n g r i j k s t e ionen voorkomend i n zeewater z i j n Na* en C l " .

Het Na+-ion w o r d t g e d e e l t e l i j k gebonden aan h e t bodemcomplexj h e t v e r v a n g t h i e r b i j v o o r n a m e l i j k h e t C a+ +- i o n .

Het C l ~ - i o n wordt n i e t gebonden, maar b l i j f t i n h e t bodemvocht, De e n i g e a c t i v i t e i t , d i e aan d i t i o n kan worden t o e g e s c h r e v e n , i s een d i f f u s i e u i t de w i j d e p o r i ë n i n de nauwe p o r i ë n , u i t h e t zoute w a t e r i n h e t z o e t e w a t e r , d a t r e e d s voor h o t b i n n e n d r i n g e n van h e t zoute w a t e r i n de grond aanwezig w a s . Het C l " i o n s p o e l t v r i j s n e l u i t door i n -dringend r e g e n w a t e r .

We mogen v e r o n d e r s t e l l e n , d a t voor de I e F e b r u a r i 1953 de k r u i n en h e t binneribeloop i n de voorgaande j a r e n w e i n i g of n i e t onder i n v l o e d hebben g e s t a a n van b i n n e n d r i n g e n d zout w a t e r . Zoet w a t e r i s i n de vorm van n e e r s l a g wel h e t d i j k l i c h a a m binnengedrongen.

Het u i t g a n g s p u n t voor de b e s t u d e r i n g van h e t z o u t g e h a l t e van h e t w a t e r i n de d i j k i s de v e r o n d e r s t e 1 1 i n g , d a t e e n b e l a n g r i j k d e e l van h e t

d i j k l i c h a a m , zo n i e t h e t gehele d i j k l i c h a a m t o t i n de ondergrond, n a g e -noeg g e h e e l of geheel v r i j van zout was t e n g e v o l g e van p e r c o l a t i e door n e e r s l a g ( v e r g e l i j k o n t s t a a n z o e t w a t e r z a k i n de d u i n e n ) . Het z o u t g e h a l t e , d a t we a a n t r e f f e n i n de d i j k , i s dan een g e v o l g van de t o e s t a n d op 1 F e b r u a r i .

Er z i j n e c h t e r omstandigheden d e n k b a a r , d a t z i c h wel zout w a t e r i n de ondergrond b e v i n d t . Het zout s t i j g t dan op onder i n v l o e d van c a p i l -l a i r e k r a c h t e n . De z o u t g e h a -l t e n (door b i j v . kwe-l v e r o o r z a a k t ) i n de ondergrond z i j n e c h t e r d i r e c t t e herkennen aan hun g r o o t t e .

In de monsters z i j n h e t C l - g e h a l t e en h e t v o c h t g e h a l t e ( A - c i j f e r ) b e p a a l d . Het C l - g e h a l t e wordt h e r l e i d t o t h e t MaCl-gohalte ( B - c i j f e r ) . H i e r u i t wordt berekend h e t z . g . C - c i j f e r .

Het A - c i j f e r i s h e t a a n t a l grammen w a t e r por 100 gram l u c h t d r o g e g r o n d .

Het B - c i j f e r i s h e t a a n t a l grammen NaCl p e r 100 gram l u c h t d r o g e grond.

Het C - c i j f e r i s h e t a a n t a l grammen NaCl per l i t e r bodemvocht. C = 1000 |

Bij het landbouwkundig onderzoek wordt voornamelijk gebruik ge-maakt van het C-cijfer. Dit drukt uit de concentratie van de bodemop-lossing, waarin de wortelontwikkeling van een gewas moet plaats vinden. Bij het onderzoek naar de toestand in het dijklichaam is dit niet ter zake. Het gaat dan voornamelijk om de hoeveelheid zout, die is doorge-drongen in de dijk (B-cijfer).

Tussen de periode van overstroming en hot tijdstip van bemonstering, hebben tengevolge van verdamping belangrijke wijzigingen plaats gevon-den in het vochtgehalte. Het C-cijfer is daarom geen maat meer voor de toestand tijdens de overstroming.

Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling terzake van de inhoud van het te geven of gegeven advies. Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming.

(14)

ILABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA Kenmerk : dt. Volgblad:

CO-5679! DIJKONDERZOEK GOEREE OVERFLAKKEE. CO-5825» DIJKONDERZOBK ZEEUHD.

Verklaring van gebruikte begrippen.

Voor dit onderzoek is dus alleen gebruik gemaakt van het B-cijfer. Het B-cijfer kan tevens gebruikt worden on het aantal liters zeewater, dat per m^ de dijk is doorgedrongen te benaderen door omrekenen op een zoutgehalte van 30 gram/liter (zoutgehalte van zeewater).

Typisch zijn de lage zoutgehalten in het buitenbeloop van een dijk, Mogelijk is dit een gevolg van een hogere vochtopneming (minder opper-vlakkige afstroming van regenwater dan bij het binneribeloop), mogelijk van een geringere doorlatendhoid

Om een inzicht te geven in het verloop van het zoutgehalte in de dijk zijn zoutgehalten van gelijke ordegrootte bijeen genomen en in #m profielen verwerkt.

GRASMAT. Tijdens het onderzoek is ook aandacht geschonken aan de gras-mat. Het ging niet zozeer om een nauwkeurige analyse van alle voorko-mende grassen, dan wel om een globaal inzicht in de hoedanigheid van de grasmat.

De grasmat wordt van veel belang geacht voor een dijk. Dit belang schuilt in de afdekking van de dijk door de grasmat. Een goede gras-mat biedt weerstand tegen de eroderende werking van overslaand water. Verder beschormt een goede grasmat do dijk enigermate tegen afschui-ving»

De kracht van een gesloten grasmat manifesteert zich als we in ogenschouw nemen, dat

1. de grasmat niet uiteenvalt, maar door het water in grote stuk-ken wordt gescheurd;

2. de grasmat dikwijls onderspoeld en ter plaatse nog aanwezig is. Een goed gesloten grasmat wordt bevorderd door de aanwezigheid van kruipende (uitlopervornende)grassen. Indien veel pollenvormers

(kweek) en onkruiden voorkomen wordt de grasmat hol.

In een goede grasmat onderscheiden we voornamelijk de volgende grassen» Engels raaigras, Timothee, Beemdlangbloem, Fioringras, Rood-zwenkgras.

Bij verwaarlozing van een grasmat worden de goede grassen ver-drongen door grassen als kweek e.d. Onkruiden sterven in het najaar af en veroorzaken een open grasmat. Overspoelend water heeft dan direct vat op de dijk.

Vanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van leder recht op aansprakelijkstelling terzake van de inhoud van

het te geven of gegeven advies. Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd; voor reclame alleen na schriftelijke toestemming.

(15)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

C O - 5 8 2 5

DIJKONDERZOBK NOORD BB VEILAND No 14-15-0

Dijkvak 14, dijkpaal 15, Adriaans- 22 Juli - 4

Au-polder. gustus 1953.

Beschrijving van het profiel,

opge-steld door net Landbouwproefstation

en Bodemkundig Instituut T.N.0. te

Groningen,

Laag 1, gem. 15 cm dik. zware zavel 40 %; zeer

kalk-r i j k ; veel kalk-roest in gangen, holten en

scheu-ren; donkerbruin; droog; vooral aan de

zuid-zijde; sterk beworteld; v r i j l o s , harde

structuuragregaten (enkele 10-tallen mm3 tot

1 cm3), die door de wortels van de grasmat

bijeen worden gehouden, gescheurd en

brokke-l i g , scheuren tot 1 cm breed.

2. lichte klei 50 %; zeer kalkrijk; roestig in

gangen, holten en scheuren; g r i j s ; vochtig;

goed doorworteldj taai en vast, flink aantal

wormgangen, bovenin enkele scheuren, kleikop,

die na uitdroging rechtstandig scheuren tot

1,5 cm breed vertoonde.

3. grofzandig bandje 5-7 cm dik; zeer kalkrijk

tschelpresten); weinig roest; geelgrijsj

zeer vochtig; vrij vast.

4. zavel 25 %', kalkrijk; zeer roestig;

bruin-grijs (roest); vochtig; weinig wortels; vast,

weinig gangen en scheuren.

5. 2-7 cm dik. zavel + 25 $>\ kalkrijk; zwartgrijs;

vochtig; vast.

6. zand; zeer kalkrijk, veel schelpen; witgeelj

vochtig; enkele kleine wortels; enkele

wortel-gangen

?

vrij vast,

7. zandy met zavelbrokken; zeer kalkrijk

(schel-pen) 1 zavelbrokken roestig; zand witbruin

ge-vlamd, zavelbrokken bruin (roest); zeer

voch-tig; sporadisch kleine wortels; vast,

spora-disch kleine gangen.

Laag 3 i s waarschijnlijk de kruin van de dijk

die la-ter opgehoogd i s ; zoderesten zijn niet

gevonden. Laag 5 gaat over in laag 5a, welke

laag dezelfde samenstelling heeft, doch bruin

van kleur en roestig i s .

De zuidzijde van het profiel is aanmerkelijk

droger, waardoor ook grotere scheuren (tot 70

cm) in'de bovenlaag ontstaan zijn.

Vanaf Februari is d i t profiel bedekt met grond,

waardoor het vochtgehalte in de bovenste lagen

waarschijnlijk wel beïnvloed werd.

(16)

L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

\

co-5825

DIJKOHDERZOEK NOORD BEVBLAND.

(17)

-üm

ONDERZOCHT DOOR HET LAND BOUW PROEFSTATION INSTITUUT TN.Q TE GRONINGEN

EN

BODEMKUNDIG \

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT SCHAAL 1!50

DUKONDERZOEK

NOORD, BEVELAND

BULAGE

DUKVAK 13. PROFIEL 38, ST. ANNAPOLDER

(18)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825

DIJKONDBRZOBK NOORD BBVBLAKD No 13-38-0

Dijkvak 13, dijkpaal 38, St. 22 Juli - 4 Aug.

Anna Polder 1953

Beschrijving van het profiel,

op-gesteld door het

Landbouwproef-station en Bodemkundig Instituut

T.N.0. te Groningen.

Laag 1. lichte klei + 45

%',

kalkrijk; iets roestig

in gangen en~~scheuren; donkergrijs; eerste

20 cm droog; goed doorworteld; zeer grote

scheuren tot 2 cm breed, door de vele

scheu-ren bestaat de bovengrond uit een groot

aan-tal kleine en grote losse agregaten (kluit**

structuur).

2. klei 55

%;

kalkrijk; weinig roest;

donker-grijs; vochtig; goed doorworteld; zeer veel

scheuren, grote en grove kluiten en pilaren,

3» grof zand; kalkrijk; grijs; zeer vochtig;

enkele wortels;

4. klei; zeer kalkrijk; zeer roestig; bruin;

zeer vochtig; enkele wortels; taai en vast.

5. zand, gemengd met zavelbrokken; zeer

kalk-rijk; zavel roestig; zand grijs; zavel

bruin; zeer vochtig; sporadisch enkele

klei-ne wortels; korrelstructuur, zand vast,

zavel taai en vast.

De 20 cm brede scheur aan de kruin valt door

het aantal andere scheruen weinig op.

(19)

GO-5825.

Film 1 foto 6- Woord Bevoland, Zeedijk St. Anna polder. Datums 22-6-1953. Beschadigingen binnontalud. (Dijkvak 13) 1 . De Kreek, 2. Zie de f o t o ' s j f i l m 1 - 10 t/m 12 3 . S t . Anna p o l d e r , k. Zie de f o t o ' s j f i l m 1 - 7 t/m 9 2 - 2 en 3 , 5. Beschadigd t o t i n de kruin, 6 . Grond u i t de d i j k .

(20)

Noord Beveland, Z e e d i j k S t . Anna p o l d e r . Bosohadigingon b i n n e n t a l u d . (Dijkvak 13) u u - p o e p . F i l m 1 f o t o 5. Datums 22-6-1953 1. De Kreek, 2 . Beschadigd t o t i n de k r u i n , 3» Grond u i t de d i j k , Um S t . Anna p o l d e r , 5 . Zie de opnamen: f i l m 1 f o t o ' s 7 t / m 9 en f i l m 2 f o t o ' s 2 en 3«

(21)

co-5825.

Film 1 £oto k Noord Beveland, Zeedijk St. Anna polder. Datum: 22-6-1953• Beschadiging binnentalud. (Dijkvak 13) 1 . Kruin,

2 . B i n n e n t a l u d , 3. Grond uit de dijk,

U' Binnenteen,

(22)

CO:5825 1-3

co-5825.

Film 1 foto 3 .

Datums 22-6-1953.

1. Kruin,

2 . Binnenteen,

3 . Weg.

Moord Beveland, Zeedijk St, Anna polder. Beschadiging binnentalud. (Dijkvak 13)

(23)

CO-5825

Foto R.l-.'.S. No 112. Itfoord Boveland, Zeedijk S t . Anna p o l d e r D a ï i m r ^ ' - ö - l ^ B T " " /ifsch'üTvingnDinnentalud. (DV. 1 3 ) . Rochts op de f o t o de S t . Anna p o l d e r .

(24)

Woord Beveland, Zeedijk S t . Anna p o l d e r .

CDijkvak 13;

co-5825.

Film 1 f o t o 1. Datums 2 2 - 6 - 1 9 5 3 . 1 . A d r i a a n s p o l d e r , 2 . S t . Anna p o l d e r , 3 . Zeedijk p o l d e r , I4., Grond uit de dijk,

(25)

GO-5825.

Film 1 f o t o 2 Datiun: 22-6-1953-1 . B i n n e n k r u i n l i j n , 2 . S t . Anna p o l d e r , 3. Grond uit de dijk.

Noord Beveland, Zeedijk St. Anna polder. Èeschadiging binnentalud. (Dijkvak 13)

(26)

\ \

mm

ft

c o - 5 8 2 5 .

F i l m 2 f o t o 3 . Noord Boveland, Z e e d i j k S t . Anna p o l d e r . Datum: 2 2 - 6 - 1 9 5 3 . Beschadiging b i n n e n b e l o o p . / D i i k v a k 13*5 Zie f i l m 1 f o t o 7 .

(27)

CO-5825. F i l m 2 f o t o 2 Datum: 22-6-1953 Zie f i l m 1 f o t o ' s 7 "t/m 9 . 1. S t . Anna p o l d e r , 2 . De Kreek, 3 . D i j k p a a l 3 6 , 4 . Beschadigd t o t de b i n n o n k r u i n l i j n , 5 . Grond u i t de d i j k , 6 . Binnenbeloop v e r z a k t .

Noord Beveland, Z e e d i j k S t . Anna p o l d e r . Beschadiging b i n n e n t a l u d . (Dijkvak I3)

(28)

co-5825. *

Film 1 foto 8. Noord Beveland, Zeedijk St. Anna polder. Datums 22-6-1953. Beschadiging binnentalud. (Dijkvak 13) 1. Beschadigd tot binnenkruinlijn,

2. Binnenbeloop uitgezakt, 3. Grond uit de dijk.

(29)

co-5825. Film 1 foto 7. Datum: 22-6-1953. 1. De Kreek, 2. Adriaan polder, 3. St. Anna polder, Grond uit de dijk,

5. Binnenbeloop verzakt.

Zie detailopname film 2 foto 3.

Noord Beveland, Zeedijk St. Anna polder. Beschadigingen binnentalud. (Dijkvak 13)

(30)

0-5025.

'ilm 1 foto 9

mtumi 22-6-1953.

ie film 1 foto 7.

. Zie film 1 f o t o ' s 1

Hoord Beveland, Zeedijk S t . Anna polder.

Beschadigingen binnentalud. (Dijkvak 13)

(31)

m&

Film 2 f o t o 1. land, Z e e d i j k S t . Anna p o l d e r . Datums 2 2 - 6 - 1 9 5 3 . Detailopname, z i e f i l m 1 f o t o 10^Dijkvak 13) 1. R e k e n l i n i a a l , l e n g t e 15i3 cm«

(32)

w-!§&.

*fr

F i l m 1 f o t o 12. Noord Beveland, Z e e d i j k S t . Anna p o l d e r . Datum: 2 2 - 6 - 1 9 5 3 ' Detailopnamo, z i o f i l m 1 f o t o 10. (Dijkvak 13)

(33)

co-5825.

Film 1 foto 10 Datum: 22-6-1953,

Woord Beveland, Zeedijk St. Anna polder. Beschadiging binnenbcloop. (Dijkvak 13) 1. Beschadiging tot de binnerkruinlijn,

2. + 65 cm lichtbruine zavelgrond met wat schelprestèn; betrekkelijk weinig droogtescheuren, geen kruimelstructuur,

3. Meer kleih. dan 2.; pilaarstructuur, i+. Binnenteen,

5. Grond uit do dijk,

6. Zie detailopnamc film 1 foto 12. Zie detailopnamc film 2 foto 1.

(34)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

co-5825

DIJKGNDERZOEK NOORD BEVSLAND. Dijkvak 1$. Dijk van de St. Annapolder.

Beschrijving van de toestand van de dijk na de stormvloed van 1 Februari

_ 1 (Zie de Overzichtskaart, de schetskaarten naar luchtfoto 's, bladen VI en

VII en de foto's).

In deze dijk bevonden zich een stroomgat (bsschadiging No 10) en enige doorbraken tot boven normaal hoog water (No's 5*7*8 en 10a).

Het binnentalud was op verscheidene plaatsen aangetast (No's 6, 9 en 10b).

Tussen dijkpalen 33 er>- 3h bestond de aantasting uit afkalving tot

aan de binnenkruinlijn (zie foto's 1-10, 1-12 en 2-l). Hier werden veel molIegangen aangetroffen.

Bij dijkpaal 36 was het binnentalud op verschillende plaatsen uitge-spoeld en verzakt (zie foto's 1-7, 1-8, 1-9, 2-2 en 2-3), eveneens tot aan de binnenkruinlijn.

Tussen dijkpalen 37 en 38 bestond de aantasting uit afkalvingen van het binnentalud, plaatselijk doorgaand tot in de kruin (zie foto's RÏÏS No 112 en foto's 1-1 t/m 1-6). Hierbij was het buitentalud niet beschadigd en bezat nog een gave grasmat. Op de weg aan de polderzijde was materiaal uit de dijk terechtgekomen. Dit dijksmateriaal scheen geen samenhang te vertonen en was dus waarschijnlijk niet als een geheel afgeschoven.

Plaatselijk werd op het binnenbeloop enige uitspoeling aangetroffen tussen de graspollen.

De binnenteen was over het algemeen niet beschadigd.

Voor de samenstelling van het dijkslichaam wordt verwezen naar het profielonderzoek No 13-38-C.

(35)

ft

CO-5825

Foto B . I . Ho. 68 Woord Beveland, Dijk van de Nieuw-Moord Beveland p o l d e r . (Dijkvak ö).

Op v e l e p l a a t s e n i n de Nb'ordclijke ïloordbevelandse d i j k e n v i n d t non een l a a g s c h e l p e n onder de grasmat* ook v e e l aangewaaid zand.

(36)

CO-5825

Foto R.W.S. No

Datum: 9-6-1953

IX-7 Noord Beveland, Westelijke nol voor de Nieuw Noord BevólancTpolder "(Dijkvak '&)".'

Afschuiving van het talud aan de Oostzijde, juist in de bocht.

(37)

co-5825

F o t o R.W.S. No IX-6. Noord Beveland, W e s t e l i j k e n o l voor de Nieuw Noord tfatÓHB:"'!?-"ÓJ-ï9'53 "Seveïand" p old'er," TbTj'kv1Tk~~8") — — — — — — — —

Z u i d e l i j k deVIT

T a l u d b e s c h a d i g i n g e n aan de i n l a a g z i j d e ( O o s t - z i j d e ) . De b e t o n s t e n o n l a g e n voor 1 F e b r u a r i boven op de k r u i n .

(38)

*

co-5825.. Film 5 foto 3» Datums 22-6-1955

Noord Beveland, Westelijke Nol voor de Nieuw Noord Beveland polder.' (Dijkvak ö)

Beschadigingen van de kruin en het talud aan de zi jde van de inlaagdijk.

.1. Zeedijk van de Vlietepolder, 6. Stroomgeul,

7. Scheur bij de binnenkruinlijn. Zie foto's IX-6 en 7 van de Alge-mene dienst van de Rijkswaterstaat. 2 . Oosterschelde,

3 . Bet ons tenen,

U' Afgeschoven t a l u d , 5« Kruin u i t g e s p o e l d ,

(39)

GEHALTE AAN DELEN < 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN % BODEMKUNDIGE BENAMING: GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

I l

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN

V/A

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN ///,

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN

WA

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN

M

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR

GEHALTE AAN DELEN < 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN JJJJJJA

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT

a

BUMENGSELEN

STRUCTUREN

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN

t ^ = :

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR GEHALTE AAN DELEN

< 16 JJ IN % VAN DROOG-GEWICHT a BUMENGSELEN STRUCTUREN pi

0 - 1 0 ZAND OF SLIBHOUDEND ZAND

10- 20 LICHTE ZAVEL

20-30

30 - 60 ZWARE

60-50 LICHTE KLEI

50-60

>60 ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR zu M kr ko ZUILEN KLUIT KRUIMEL ., KORREL

SCHEUREN s resp. S WEINIG FUNE, RESP WUDE SCHEUREN

SS

,. ss

j

sss .. SSS VEEL

GANGEN EN HOLTEN ml MOLLE GANGEN

i mu wm MUIZEN „ « WORM -wl 9" WORTEL „ GANGEN i ho HOLTEN ' ZOUTGEHALTEN ( B - c i j f e r s )'

in gr NaCl per 100 gr. droge grond, bepaald uit gestoken monsters door het Bedrijf slaboratorium voor de Landbouw te Goes.

i LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT

DUK ONDERZOEK

NOORD BEVELAND

L E G E N D A bij DWARSPROFIEL SCHETSEN

«f

Kf.ft

BULAGE

DUK ONDERZOEK

NOORD BEVELAND

L E G E N D A bij DWARSPROFIEL SCHETSEN

30/

/ 5 0

CO-5825-217

(40)

co-5825

No li4-15-C-55i. Noord Beveland, Adriaanspolder (Dijkvak ]lj.)

22 J u U - ^ Aug.'53 Onderzoek p r o f i e l No ll+-15-C.'

Overzicht van de kruin van h e t p r o f i e l ; in d i t p r o f i e l v a l l e n

de scheidingen op tussen de zware kop, de onderliggende zavel

en de daar onderliggende zavel; men k r i j g t de indruk, dat

h i e r dijksyersterking en dijksverhoging hebben p l a a t s

gevon-den.

(Beschrijving opgesteld door het B . I . )

CO-5825

Ho llj.-15-C-56 Noord Beveland, Adriaanspolder (Dijkvak li|.). 22 Juli-i+ Aug.'53 Onderzoek profiel No I/4-15-C.

Detail van het profiel; hier onderscheidt men duidelijk de zavelondergrond, de zavelversterking, het grofzandige bandje en de zode;

laag 2» klei 5<$,

laag 3: grofzandig bandje,

laag k'' zavel 25%.

(41)

CO-5825

No 11+-15-C-58 ^ 2 Td Beveland, Adriaanspolder (Dijkvak lij.).

12"£ "JuTi-I; Aug.»53 Onderzoek profiel No "Ü4.-I5-C.

Zuidzijde met uitgedroogde bovenlaag? vrij grote scheuren; de grootte van de structuuraggregaten neemt tot aan de vochtlijn toe, deze vochtlijn bevindt zich ongeveer op de hoogte van het horizontaal afgestoken vlak; in holte bij het maatlatje ziet men een grote scheur.

(Beschrijving opgesteld door het B.I.)

CO-5825

Ho 1I4.-I5-C-57 Noord Beveland, Adriaans polder (Dijkvak lij.) . 22 Juli-U Aug.'53 Onderzoek profiel No Üj.-15-C.

De uitgedroogde bovenlaag met grote scheuren; geringe beworte-ling; de onderliggende laag is reeds veel vochtiger en veel c ompac ter.

(42)

"V

* '

W$

CO-5825

No li4-l_5"c"59 Noord_ Beveland, Adriaanspolder (Dijkvak lij.).

EST JÜI1-I4." lug. • 53 Onde'rYoeY prof iel No IZ4-I5-C.

Detail van de kern van de dijk; het materiaal is zeer homogeen; de zavel is donker en het zand licht gekleurd.

(Beschrijving opgesteld door het B.I.J

>*ȣ

^È^-i.'

*©c

v-i"»

CO-5825

No 3J4-I5-C-6O Noord Beveland, A d r i a a n s p o l d e r (Dijkvak iLj.), '^"JuïT-Zj," Aug. »53 "Onderzoek''profiel No 14-15-C.

Een s o o r t g e l i j k d e t a i l i n de k e r n van de d i j k ; deze h e t e r o -g e n i t e i t -g e e f t de d i j k een "-gevlamd" u i t e r l i j k .

(43)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825

DIJKONDERZOBK NOCKD.'BBVBEAKD Ho 1 6 - 8 - S

Dijkvak 1 6 , d i j k p a a l 8 , Willem- 24-25 Mor,'53

Adriaanpolder.

Beschrijving van het p r o f i e l ,

opge-s t e l d door het Land bouwproefopge-station

en Bodemkundig I n s t i t u u t T.N.O. te

Groningen.

Laag 1. zode en humushoudende laag; aan 't

buitenbe-loop lichte klei 47%'; aan de kruin

slibhou-dend zand 10

%

t

aan 't binnenbeloop zavel

32

%•

kalkrijk; roest, aan 't binnenbeloop

geen roest; bruin, zwartbruin aan 't

buiten-beloop; weinig vochtig, binnenbeloop goed

vochtig; sterk doorworteld; aan 't

buitenbe-loop kluitstructuur, aan de kruin

kruimel-structuur en aan 't binnenbeloop taai en

ge-sloten,

2. lichte klei 47

%i

kalkrijk; veel roest; licht

bruingrijs; weinig vochtig, met de diepte

toe-nemend; sterk doorworteld, met toenemende

diepte afnemend; pilaarstructuur, bij

toene-mend vochtgehalte overgaand in taaie en

ge-sloten massa.

3. lichte zavel en zavel 14-30%, heterogeen, met

toenemende diepte afnemend slibgehalte;

kalk-rijk; in de geoxydeerde zone roest;

licht-bruin grijs, in 't gereduceerde deel van 't

profiel blauwgrijs en donker blauwgrijs;

vocht-gehalte mét de diepte toenemend tot volledig

verzadigd; geen wortels; afhankelijk van 't

vochtgehalte taai en gesloten, slap en

gesloten, kruimelstructuur.

-4. slibhoudend zand 8-10

%\

kalkrijk; geen roest;

blauwgrijs, nat geen wortels, korrelstructuur.

zwaar dek, aan 't binnenbeloop zavel,

in de gereduceerde zone organische resten

zicht-baar.

(44)
(45)

L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

co-5825

DIJKONDERZOEK KOORD BEVELAND.

(46)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825

DIJKOKDERZOEK NOORD BBVBTJAM) NO 1 6 - 2 3 - S .

Dijkvak 1 6 , d i j k p a a l 2 3 , Willem- 18-19 N o v . ' 5 3 .

Adriaanpolder.

Beschrijving van het p r o f i e l ,

opge-s t e l d door h e t Landbouwproefopge-station

en Bodemkundig I n s t i t u u t T.'N.Ö. t e

Groningen•

l a a g 1 . zode en humushoudende l a a g ; aan ' t b u i t e n

-beloop l i c h t e k l e i 48$, aan de k r u i n en

het binnenbeloop zavel 26-30 %; k a l k r i j k ;

r o e s t aan ' t buitenbeloop, aan de kruin en

binnenbeloop r e s p . geen en weinig r o e s t ;

bruin; kruin en buitenbeloop weinig

voch-t i g , binnenbeloop v o c h voch-t i g ; s voch-t e r k

doorwort e l d ; l i c h doorwort e k l e i k l u i doorwort s doorwort r u c doorwort u u r , zavel k r u i

-m e l s t r u c t u u r .

2 . l i c h t e k l e i en k l e i 48-52%'; k a l k r i j k ; r o e s t ;

l i c h t bruin g r i j s ; weinig vocht, met de d i e p

-te toenemend; weinig w o r t e l s ; p i l a a r s t r u c t u u r ,

met toenemend vochtgehalte g r o t e r e

aggrega-t e n .

3 . z a v e l , zware z a v e l , l i c h t e k l e i 2045%; h e

-terogeen; k a l k r i j k ; veel r o e s t , geen r o e s t

i n de gereduceerde zone; l i c h t b r u i n g r i j s ,

in de gereduceerde zone b l a u w g r i j s ; goed

vochtig met de diepte toenemend t o t zeer

v o c h t i g ; geen w o r t e l s ; voornamelijk s l a p en

g e s l o t e n .

4 . l i c h t e zavel i n de boring i n ' t binnenbeloop

12 % zavel 26 - 30 %\ k a l k r i j k ; geen r o e s t ;

donkerblauw g r i j s ; n a t ; geen w o r t e l s ; s l a p

en g e s l o t e n .

5. zand, s l e c h t s aangeboord i n de boring i n de

kruin*

(47)

NAP

4m

ZANDKREEK

*AP

,2

f

,2

0.173 0.155 0.301 0 2 6 6 ""ai70 ^«» 0.422 0093

ZOUTGEHALTEN

SCHAAL 1 : 100 \ 1 r— 1 1 1 1 1 1 1 T r -I 1 r -i 1 r

iO

-i r -i 1 r

ONDERZOCHT DOOR HET LANOBOUWPROEFSTATION EN BODEMKUNDIG

INSTITUUT INO. TE GRONINGEN

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT

DUKONDERZOEK

NOORD BEVELAND

D'JKVAK 16, D'JKPAAL 23, WILLEM ADRIAAN POLDER|-~ö

SCHETS DWARSPRCFIEL N-

0

i6-23-s

30

/8C

BULAGE

CO-5825-221

CO-6194-3

(48)

— I —

15

20

WILLEM ADRIAAN POL DE-R

|-4m

T 1 1 1 1 1 1 1 1 r 1 1 1 r

(49)

L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

co-5825

DIJKOÏÏDERZOEK NOORD BEVEIAND.

(50)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

00-5825

DIJKOITOERZOEK WOORD BSVELAKD No 16-25-S

Dijkvak 1 6 , d i j k p a a l 2 5 , Willem- 19-20 Nov.'53

Adriaanpolder.

Beschrijving van het p r o f i e l , o pge

-s t e l d doof h e t Landbouwproef-station

en Bodemkundig I n s t i t u u t T.N.0. te

Groningen •

Laag 1. zode en humushoudende laag; de kruin zand,

de belopen zware zavel 32%; kalkrijk;

wei-nig roest; bruin; weiwei-nig vochtig, aan 't

bin-nenbeloop vochtig; sterk doorworteld;

kluit-structuur o

2. zware zavel, lichte klei, 33 - 49

%\

kalkrijk;

veel roest; licht bruin grijs; vochtig, kruin

weinig vochtig; met toenemende diepte neemt

de doorworteling af; pilaarstructuur.

3» zavel, lichte klei, 22-49/£

,

heterogeen; veel

roest, in de gereduceerde zone geen roestj

licht bruin grijs, in de gereduceerde zone

blauwgrijs; geen wortels: goed vochtig, met

de diepte toenemend tot nat; afhankelijk van

't vochtgehalte, taai en gesloten tot slap

en gesloten.

4. zand en lichte zavel

,

in de kruinboring nog

zware zavel 34

%

aangetroffen, heterogeen;

kalkrijk; geen roest; donker blauw grijs;

nat; geen wortels; slap en gesloten.

(51)
(52)

L A B O R A T O R I U M VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

cc-5825

DIJKOHDERZOEK NOORD BEVELAND.

(53)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825

DIJKOKDBRZöEK NOORD BBtBLAITO Np 1 7 - 1 - S

Dijkvak 1 7 , d i j k p a a l 1 , Willem 23 Nov.1953

P o l d e r .

.

Beschrijving van het profiel,

opge-steld door het Landbouwproéfstation

en Bodemkundig Instituut T.N.O.. te

Groningen.

,

;

Laag 1« zode, humushoudende en onderliggende l a a g ;

zavel en zware zavel 2 3 - 3 4 %', k a l k r i j k ;

weinig r o e s t ; ' d o n k e r bruin, bruin; vochtigj

bovenlaag kruin en buitenbeloop weinig

voch--t i g ; s voch--t e r k doorworvoch--teld; p i l a a r s voch--t r u c voch--t u u r , in

de k r u i n - k r u i m e l s t r u c t u u r .

2. zware z a v e l , l i c h t e k l e i en k l e i 34 - 52 %

heterogeen, boring aan binnenbeloop l i c h t e r

(34 - 42 %), dan boring aan buitenbeloop,

( v n l . 52 JE), boring in de kern v n l . 36 - 40%,

i n boring aan buitenbeloop 30 cm. l i c h t e z a

-vel 14 - 18 % aangetroffen; k a l k r i j k ; veel

r o e s t ; l i c h t bruin g r i j s ; goed vochtig; de

bovenlaag i s doorworteld; p i l a a r s t r u c t u u r ,

overgaand i n t a a i en gesloten aggregaten,

aan ' t buitenbeloop s l a p en g e s l o t e n .

3 . l i c h t e zavel en zavel (14-28%) heterogeen;

k a l k r i j k ; geen r o e s t , i n ' t buitenbeloop

veel r o e s t , afnemend t o t n i h i l ; blauwgrijs;

zeer vochtig; geen w o r t e l s ; s l a p en g e s l o t e n .

4 . zand 7-10 %, k a l k r i j k ; geen r o e s t ; donker

blauwgrijs; n a t ; geen w o r t e l s ; slap en g e s l o

-t e n .

5 en 6. komen a l l e e n i n kruinboring voor. Laag 5 z a

-vel 22 %, Laag 6 l i c h t e za-vel 10 - 20 %,

matig zwaar dek.

in de gereduceerde zone organische resten

(54)
(55)
(56)
(57)
(58)

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT.

DUKONDERZOEK

NOORD BEVELAND

BESCHADIGINGENKAART NAAR LUCHTFOTO'S

BLAD rZT.D'JKVAKKENOXlO

SITUATIE FOTO'S EN PROFIELONDERZOEK

tt

3JL-^50

BULAGE

C0-5825-20A

71

T O E L I C H T I N G :

D'JKSBESCHADIGING

DUKPAAL MET NUMMER

BESCHADIGINGENKAART VERVAARDIGD

R'JKSWATERSTAAT DIRECTIE ZEELAND

DOOR DE

O O RICHTING EN NUMMER VAN LUCHTFOTOSTRIP

762 O -

53

SV. OP I FEBRUARI 9 5 3

ZIERIKZEE: 4 32 » N A P

GOESSE SAS. 4 6 5 * N A P

" O 754

A

GEÏNUNDESRpE

DLDER AL TE

\.

KLEIN

D'JKVAK 10-

H

V

RIJKSWATERSTAAT DlRECTiE ZEELAND

AFDEUNG STUDIEDIENST VLISSINGEN

NOORO - BEVELAND

OUD NOORDBEVELAND POLDER

BESCHADIGING DUKEN

STORMRAMP FEBRUARI I 9 5 3

3 AUGUSTUS I 9 5 3r r ^ f SCHAAL I : SOOO T

A-2 5 3 - 2 3 0

(59)
(60)
(61)
(62)
(63)
(64)
(65)
(66)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

rjMg^ #tsifetafetJ\

•Mmtjt

ii«KM2;cMife

ONDERZOEK

n a a r de

OORZAKEN v a n DIJKBBSCRADIGINGBN

i n

ZEELAND;

1 9 5 3 .

NOORD BBVELAED

D o c u m e n t a t i e , d e e l 2 .

B I B Dienst Wee V , Postbus ;.: Te! L I O T H E E K - < • i '. terb< uwkunde ;• '. 26 f0 3A Delft , 015 -093111

Rapport (0)0-5825-B-I-Bijlage 2

1 2

NOV. 1991

WW

1^9

D e l f t , April 1954

Oostplnntsoen 25.

B I D O C

(bibliotheek en documentatie)

g* Dienst Weg- en Waterbouwkunde Van der Burghweg 1

Postbus 5044, 2600 CA DELFT Tel. 015-26 99 363/364

Het rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden gepubliceerd ; voor reclame alleen na schriftelijk* toestemming. Aanvragen om advies worden alleen behandeld op voorwaarde, dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling teezrke van de inhoud van het te geven of gegeven

(67)

advies-L A B O R A T O R I U M V O O R G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

CO-5825, DIJKONDERZOEK NOORD BEVELAND.

INHOUD

Documentatie d e e l 2 .

LEGENDA

Dijkvak 9 , Zeedijk van de Oud Noord Bevelandpoldei*.

BESCHRIJVING van de t o e s t a n d van de d i j k na de stormvloed van 1 F e b r u a r i 1953. FOTO'S N O ' B I 4 - 1 1 , 4 - 1 2 , 5 - 1 , 5 - 2 , 4 - 9 , 4 - 7 , 4 - 8 , 4 - 1 0 , 4 - 4 , 4 - 5 , 4 - 3 , 2 - 8 , 2 - 9 , 2 - 1 0 , 2-11 en 2 - 1 2 . PROFIELONDERZOEK No. 9-26-C1: B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , S c h e t s D w a r s p r o f i e l (roet r e s u l t a t e n monsteronderzoek en z o u t g e h a l t e n ) . PROFIELONDERZOEK No. 9-26-C2: B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , F o t o ' s No's» 9-26-C2-61 en 9-26-C2-62. FOTO'S N o ' s : 3 - 1 , 3 - 2 , 3 - 4 , 3 - 3 , 3~5 en 3 - 6 . PROFIELONDERZOEK No. 9-29-C: B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , S c h e t s Dvrarsprof i e l , F o t o No: 9 - 2 9 - C - 6 3 .

FOTO'S N o ' s : 2 - 4 , 2 - 5 , 2 - 6 , 2 - 7 , 3 - 7 , 3 - 8 , 3 - 9 , RIS IX-5 en de V o s - 1 . PROFIELONDERZOEK No. 9-31-Ci

B e s c h r i j v i n g v a n h e t p r o f i e l ,

S c h e t s D w a r s p r o f i e l (niet r e s u l t a t e n monsteronderzoek en z o u t g e h a l t e n ) , F o t o ' s N o ' s : 9-31-C-64, 9 - 3 1 - 0 - 6 5 , 9-31-C-66 en 9-31-C-67.

FOTO'S H o ' s : 4 - 1 , HSS IX-2, H^S IX-3 en RWS IX-4. PROFIELONDERZOEK No 9-33-O-J

B e s c h r i j v i n g v a n h e t p r o f i e l , S c h e t s D w a r s p r o f i e l .

FOTO'S N o ' s : 3 - 1 0 , 3-11 en 3 - 1 2 . PROFIELONDERZOEK No. 9-35-C:

Beschrijving van het profiel, Schets Dwarsprofiel.

FOTO No: RWS IX-1.

PROFIELONDERZOEK No. 9-36-C: B e s c h r i j v i n g van h e t p r o f i e l , S c h e t s Dwarsprofiel«

FOTO Nos 4 - 2 .

DETAILSITUATIES van b e s c h a d i g i n g e n , f o t o ' s en p r o f i e l o n d e r z o e k ,

(68)

GEHALTE AAN DELEN < 1 6 J J IN % VAN DROOG-GEWICHT

EZ3

' ' ' / < • ' > < • '/////A » * *

BUMENGSELEN

•JJJJJ.

STRUCTUREN

pi zu kl kr ko

SCHEUREN

GANGEN EN HOLTEN

Ü- 10

10- 20

20-30

30-40

40-50

50-60

>60

BODEMKUNDIGE BENAMING:

ZAND OF SLIBHOÜDEND ZAND

LICHTE ZAVEL

ZWARE

LICHTE KLEI

ZWARE „

SCHELPEN

VEEN

PILAARSTRUCTUUR ZUILEN KLUIT KRUIMEL ., KORREL i

s resp. S WEINIG FUNE, RESP W'JDE SCHEUREN

sss „ SSS VEEL »i > ml MOLLE GANGEN mu MUIZEN „ wm WORM wl WORTEL „ 9" GANGEN ho HOLTEN

ZOUTGEHALTEN in gr NaCl per 100 gr. droge grond, bepaald uit

(B-cijfers) gestoken monsters door het Bedrijf slaboratorium

voor de Landbouw te Goes.

LABORATORIUM VOOR GRONDMECHANICA TE DELFT

DUKONDERZOEK

NOORD BEVELAND

LEGENDA bij DWARSPROFIEL SCHETSEN

30.

50

BULAGE

(69)

LABORATORIUM VOOR G R O N D M E C H A N I C A

STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM

co-5825

DIJKONDERZOEK NOORD BETELAND. Dijkvak 9 . D i j k van de p o l d e r Oud Noord Beveland.

B e s c h r i j v i n g van de t o e s t a n d van de d i j k na de stormvloed van 1 F e b r u a r i

m;

(Zie de schetskaarten naar l u c h t f o t o ' s bladen I I en I I I en de f o t o ' s ) .

De Nollen b i j dijkpaal 0$

Bij de Nol aan de Noord-West zijde van de haven was op verscheidene

£

l a a t s e n de l a a t s t e ophogingslaag verdwenen (zie f o t o ' s 4 - 8 , 4 - 7 , 4-10,

-4 en 4 - 3 ) • De a a n t a s t i n g leek te zijn begonnen aan de zeezijde.

Tevens was op vele plaatsen de grasmat van het buitentalud

wegge-spoeld. Waarschijnlijk bevonden zich kleine gangen i n de dijfeskam t e n

gevolge van d i s t e l w o r t e l s (zie foto 4 - 5 ) •

In de Nol, die zich van Dp 0 i n Westelijke r i c h t i n g u i t s t r e k t

bevon-den zich aan de zeezijde verscheibevon-dene uitspoelingen (zie f o t o ' s 4 - 1 1 , 4-12

en 5-1)• Hierin werden schelplaagjes aangetroffen en mollengangen.

De d i j k voor de inlaag (tussen Dp 21 en Dp 39)*

Dit dijksgedeelte was op een p l a a t s over grote lengte doorgebroken

t o t ongeveer aan de zate (zie f o t o ' s 3~6 "t/

m

3-9) •

Westelijk van deze doorbraak was de grasmat van het buitentalud

van-af de buitenteen t o t halverwege de kruin verdwenen (zie f o t o ' s 2-8, 2-9

en 3~5)« De blootgekomen laag b e v a t t e veel schelpstukken. Op een d r i e t d l

plaatsen waren kruin en buitentalud uitgespoeld, waar zich aan de

binnen-zijde een beschadiging bevond (zie f o t o ' s 2-10, 3-1» 3-2, 3-4 en 3~5) •

Tussen Dp 21+ en Dp 28 was het binnentalud e r n s t i g aangetast w e l l i c h t

t e n gevolge van afschuiving en u i t s p o e l i n g (zie f o t o ' s 2-10, 2 - 1 1 , 2-12,

3-1 en 3-2); p l a a t s e l i j k was grond tussen graspollen uitgespoeld. Tevens

werden mollegangen aangetroffen (zie f o t o 2-12).

Tussen Dp 28 en de doorbraak was hot binnentalud afgeschoven (zi«

f o t o ' s 3 - 3 , 3-4 en 3 - 5 ) .

De Nol diroot Oostelijk van de doorbraak was a l l e e n aangetast aan de

" z e e z i j d e " . De grasmat van een gedeelte van het "buitentalud" was

aange-t a s aange-t (zie f o aange-t o ' s 2-6 en 2-7) en p l a a aange-t s e l i j k kwamen uiaange-tspoolingen voor aange-t o aange-t

in de kruin (zie f o t o ' s 2-4 en 2 - 5 ) .

Het buitentalud van het gedeelte van deze d i j k , Oostelijk van de

doorbraak, was geheel i n t a c t .

In het binnentalud kwamen over grote lengte afschuivingen voor (zie

f o t o ' s RIS No's IX-1 t/m DE-5, de Vos-1, 5-7 t/m 3-12 en 4 - 1 ) , soms

door-gaand t o t in de k r u i n . Op een p l a a t s (zie f o t o ' s RWS No IX-5 en 3-8)

w

&s

een scheur b i j de binnenkruinlijn waar t e nemen. Van de afgeschoven

moten was dikwijls de grasmat nog i n t a c t . Tussen Dp 37 en Dp 38 was de

grasmat van het binnonbeloop strookvormig verdwenen, het meest b i j de

binnenteen (zie foto 4 - 2 ) . Deze a a n t a s t i n g w e l l i c h t veroorzaakt door het

inundatie-water. Hier waren tevens gangen zichtbaar.

Voor gegeven over de samenstelling van het dijklichaam wordt

ver-wezen naar de profielonderzoeken.

(70)

co-5825.

Film h foto 11. Noord Beveland, Nol bij DP 0 van de Oud Noord

Datums ,ê'2-'ó-1953 Bevelalid "polder, (opgenomen bij regen). (Dijkvak 9 )

Beschadiging van het buitenboloop.

1. Dunne laag grond riet veel schelpen uitgespoeld; zie detailopname

f i l m h foto 12.

(71)

c0-5825.

Film ij. foto 11. Noord Beveland, Nol bij DP 0 van de Oud Noord

Datums 22-6-1953 Beveland polder, (opgenomen bij regen,) . (Dijkvak 9) Beschadiging van het buitenbeloop.

1. Dunne laag grond met veel schelpen uitgespoeld; zie detailopname f i l m ij foto 12.

(72)

co-5825.

Film h foto 12.

"S2r<srï9"53

Datum

Noord Beveland, Hol bij PP 0 van de Oud Noord Beveland polder, (opgenomen bij regen).(Dijkvak 9) Detailopname van een beschadiging in het buitenbeloop; zie film k foto 11.

1. Goede grasmat op een enkele cm dikke laag met veel sohelpresten; zie film 5 foto 1,

2. Laagje met veel schelpresten, gedeeltelijk uitgespoeld, 3. Potlood, lengte 13 cm,

(73)

CO-5825.

Film 5 foto 1. Noord Beveland, Nol bij PP 0 van de Oud Noord Datums 22-6-1955» Beveland polder, (opgenomen bij regen).(Dijkvak 9)

Detailopname van een uitspoeling van het buiten-beloop; zie film k foto 12.

1» Laagje met veel schelpresten, direct onder de grasmat, 2. Kruime1structuur,

5. Potlood, lengte 13 cm,

(74)

CO-58E5. Film 5 f o t o 2 . Datum: £ 2 - 6 - 1 9 5 3 . 1 . • 2 .

3.

( .

5.

O o s t e r s c h e l d e , Zie f i l m k f o t o 3 , « n n n n n n ti n n

Noord Beveland, Nol b i j DP Q van de Oud Noord Beveland p o l d e r , (opname bj.j r e g e n ) . ( P i ikvak Q)

it h ©n 5 , 7 en 8 , 9 en 10, 2 y - » 6 . S t e e n g l o o i i n g met paalschermen

(75)

co-5825.

Film 1+ foto 9. Noord Beveland, Nol b i j DP 0 van de Oud Noord

Datums 22-6-1953 • 'Beveland polder, (opgenomen b i j regen?. (Dijkvak 9)

Beschadiging van het b u i t e n t a l u d .

1. Oosterschelde,

2 . Zie film k f o t o 7 en 8,

3 . Grasmat met ca 10 cm grond weggespoeld; veel schelpresten en d i s

-t e l s ; zie film I4. f o -t o ' s 7 en 10.

(76)

Film 5 f o t o 2 . Datums ^ - 6 - 1 9 5 3 . 1. 2 . 3 .

h.

5.

O o s t e r s c h e l d e , Zie f i l m U f o t o 3 , « n 11 n 11 n 11 11 tt 11 11 n

Moord Beveland, Nol bij DP 0 van de Oud Noord Beveland polder, (opname bij regen).(Dijkvak 9)

h

en 5,

7 en 8, 9 en 10, \

Cytaty

Powiązane dokumenty

N a przykład apartament męski został rozbity na dwie kondygnacje, co według Nakwaskiej43 jest rozwiązaniem wygodnym dla właściciela, na dole powinna mieścić się kancelaria, a

[r]

Na przykład uzyskał on posiadanie w drodze dziedziczenia lub zapisu; na­ bycie prawa przez zasiedzenie jest w tych warunkach jedynie konsekwencją posia­ dania

Wy­ raża się to w podniesieniu rangi ustawy (w szerszym uregulowaniu ustawowym praw obywateli, ograniczeniu liczby normatywnych aktów prawnych nie opar­ tych na

Dlatego też zrodził się pomysł utworzenia Szlaku Książąt Mazowieckich, który biegnie przez całe Mazowsze, łącząc około 100 miejscowości, na które warto zwrócić

Działalność Okręgowej Komisji Badania Zbrodni Hitlerowskich w Olsztynie w latach 1965-1984. Komunikaty Mazursko-Warmińskie nr 3-4,

The above comparisons inherently necessitate using an even number, 2n(2n + 1 ) , of strips for the integration. This is not alv/ays convenient, particularly when the integration

STOWARZYSZENIE INŻYNIERÓW I TECHNIKÓW GÓRNICTWA WSPÓŁDZIAŁA W AKCJI OCHRONY ZABYTKÓW TECHNIKI Stow arzyszenie N aukow o-T echniczne Inżynierów i Techników