-j /1 /1 -t / I / :1 / - / / -'-V / I
,OpstelWn .da'odçn
aa
'r ±,.Ç:jBq'r4
van Iöe
ll
frgéfcèn/dvdnJ
zn/ 7O-evdaardag
/ /1/
:/
IL
Faculty WbMT
Dept. of Marine Technology Mekelweg 2, 2628 CD Deift
The Netherlands
/
Honeste Vivere
Opstelleñ aangebodén aan
b. W. W.
.Baron van Hevel
tèr gelegenheid van
zUn 70-ste verjaardag
Inhoudsopgave Ten geleide
I. Honeste Vivere
Rotary Club Amsterdam-Ziid.
H Ellerbroek
De Rotary-gedachte. K.J.E.Oberman
II. Zeilsport
Het kleine zeegaande jacht. Dr H.J.Kruisinga, voorzitter Kóninklijke Nederlandsche Zell - en Roeivereeniging Wim van H6eveli
-jachtontwerper 70 jaar en. bl:jna 40 jaar trouwe vriend. Dr ir Th. P. Tromp
De oprichting van de watersport-vereniging Monnickendam.
H.D.Nanniriga, voorzitter
Koninklijk Nederlands Watersport Verbond
Wetensch.appeiijk onderzoek ten dienste van de jachtbouw.
Hulde van een collega -j achtontwerper. W. Zantvoort De Olymoïsche Spelen 1980. DrMr J. A. Schiette Kastelen
De Muiderkring in P.C.Hooft"s tijd.
Ton Root De Oudheid
HeUt ontstaari van de democratie. J.A.H. Heijdendael
Ten. geleide
Dit liber amicoruin verschÌnt naar
'aaruleiding van het feit, dat
70 jaren geleden, namelijk op 28 juni 1910 G.W.W.C. Baron van
Höevell het ievensiicht op deze
aar-de mocht aanschouwen.
Door het bijeenbrengen en uitgeveri -van .een aantal opstellen over
gebie-den waarin de jubilaris een méér dan gewone belangstelling heeft, hebben
vrienden van de jarige hun gevoelens van dankbaarheid, genegenhe-id,
vriendschap en waardering jegens hem
tot uitdrukking willen brengen. Bij de samenstelling van dit
liber amicorum is gestreefd naar een zodanigé selectie en groepering van
artikelen, dat een representatief beeld wôrdt vèrkregen van de onder-werpen, waarmee de jubilaris zich in de afgelopen jaren heeft bezig
gehouden.
Ròtary Club Amsterdam Zuid
Wim van H8evell is al vele jaren
Rotarian.
Rotary International, eèn wereld-ornvattende organisatie, heeft
niets geheimzinnigs, maar bestaat
uit mannen,, die in hun persoon-lijke en beroepsmatige leven de ideàlen van Rotary gestalte wil-len geven.
De Constitutie vari R.I. omschrijft
die als olgt:
The object of Rotary is to encou
rage and foster the ideal of
ser-vice as a basis of worthy
enter-prise and., in particular, to en-courage and foster:
First. The development o.f
acquain-tance as an opportunity for
ser-vice;
Second. High ethical standards in business and prbfessions; the.
recognition of the worthiness of
all useful occupations; and the dignifying 'by each Rotarian of his occupation as an oppbrtunity to
serve society;
Third.. The application of the ideal
of service by every Rotarian to
his personal, business and cornmu-nity life;
Fourth. The advancèment of
inter-natiOnal understanding, good will,
and peace trough a orld
fellow-ship of business, and professional men united in the ideal of service.
Zij,die hem kennen, zullen aan de
hand van deze be'ginselen geeñ
rnoei-tè hebben orn WIM te herkennen als een voorbeeldig Rotarian en dat is,
uit de mond van een andere Rotarian
en met overtuiging gezegd, een bij-zonder complïment.
Laten wij hem in hoge ere houden op,
maarvooral ook na zijn 70 ste
ver-jaardag.
WIM, hartelijke gelukwensen, mede namens je vele Rotary-vrienden en nóg vele laren in goede gezondhei
-ook ten bate van ROTARY
Amstelveen, 3 juni 1980 Henk Ellerbroek
De Rotary-gedachte
Wanneer Wim van Höevell zijn wellui-dend-schor-gedïstingeerd stemgeluid
laat horen in de Rotaryclub van
Amsterdam Zuid dan wordt er
geluis-terd of het nu gaat orn het
onder-werp jachtarchitectuur, archeològie
of kastelenkunde.
In de zestiger jaren was hij lid
van de Club Purmerend en hïj loopt
nu al een tiental jaren mee in Am-stérdam. Een veelheid van zaken
komt hier ter tafel, krijgt zijn
volle aandacht en zonodig corninentaar.
Die grote verscheidenheid van onder-werpen vindt ondermeer zijn oorzaak
in de keuze van hen die worden aange-: zocht orn tot de Rotaryclub toe te
treden. Elk beroep wördt namelijk slechts door één iersoon vertegen-woordigd en dan een die. in zijn yak een vooraanstaande plaats inneemt.
leder lid houdt van tïjd tot tijd
een voordracht, vaak verband houden-de met zijn beroep; zodoenhouden-de krijgt
de. Club als .geheeleen ruim
geva-rieerde informatie over de
omstandig-heden, mogelijkheden of problemen, die werkkring betreffende.
Bij dit alles wordt het idieële doel
vanRotary allerminst uit het oog
verloren:
Het aanmoedigen en versterken van
de wil orn te dienen.
Van een Clublid wordt dan ookver-wacht dat hij de idealen van
Rotary mee uitdraagten in de
praktijk brengt, in de gemeenschap, in zijn gezïn, in zijn werkkring.
Dit wordt in het bijzonder bereikt door anderen beter te leren kennen en begrijpen. Öòk het bevorderen van internationale contacten be
hoort hiertoe Dit laatste is
reden dat men bij verblijf i
hetbuìtenland dikwijls een
lunch-bijeenkomst van de Club ter
plaat-se bijwoont. In haar75-jarig bestaan
hee.ft de Rotary-gedachte zich zo verspreid dat men in elke stad van
betekenis een Rotaryclubvindt.
I dit Verband dient ook de
jeugd-uitwissèlingte worden genoemd waarmee men hetwederzijds begrip
en de vriendschap tussen de jeugd uit verschiliende wereiddelen wIl
De jongelui worden voor een jaar
naar een land overzee uitgezonden en voor eenzélfde periode wordeñ
jongelui uit dat gastland in Neder-landse gezinnen ontvangen.
Niet alleenuïtwisselïng van de jeugd staat op hét program.
Een gedichtje van een buitenlandse Rotarygast zal Wim aanspreken: We sailed across the nothern sea, We fedd on eggs and ham and tea,
't Is true, the meal was given free But now it is in the Zuiderzee.
Rotary timmert met zijn dienen. van de gemeenschap nïet zo aan de.
weg. Toch. dïenen deze aciviteïten
te wordén vermeld als daar zijn
zorg vóor gehandiòapten, voör bejaar-den, acties voor ontwikkelingslan-deñ, een project voor Indonesia en nog veel meer.
Alle zakeri waar de toegewijde
Rota-rian zìch. aan geéft en bérn beloont
met de voldoening hleraan in een
kring van vrïenden te mogen mee-werkén onder het devïes:
A beil is not a bell until it rings". Dit geldt -evenzeer voor Wim van
Höevell en de Club waarbij hij zich zozeer betrokken acht.
De weilluidende kiank van zijn bel
hooen wij npg in lengte van jaren
In ans mid.en te magen beluisteren.
Wim van H6eve1l en het kleine zeegaande jacht.
Het lijkt wel of Willem van
H8evell op een historisch moment lid van de. "Koninklijke" is
ge-worden; een momént, dat de
signa-tuur aangeeft waaronder zijn lid-maatschap. en een belangrijke
bij-drage van zïjn kant tot de
.Veren.igings-activiteiten hun
beIbop hebben gehàd - nu al
sedert 45 jaren..
Het was in 1935 dat G.W..W.C.Baron van H6eveÏl lid werd van de
K.N.Z. en R.V. het haar waarin
(zoals de kroniekschrijver van Verenig.ings-hïstorïe beschrijft ) de Batavia-beker werd toegekend aan D.Langelaan, die. met zijn
z.g. weekendkruïsertje van 7 meter lengte een tocht had gemaakt naar
Deneitiarkeñ, Noorwegeñ, Zweden en
Finland. tn d±e tijd bestond er
tegen dézë toekennirig in het
Be-stuur wel enige weerstand, omdat
de vrees rees of zo'n tocht met
een dergeiijk. klein scheepje wel
verantwoord was. Maar Langelaan
had de tocht volbrach.t zonder brok-ken te mabrok-ken - trouwens ook
Zan-der enige oahef - n dat gaf de
Niemand zal toen bevroed hebbetï, dat in dat 'zeIfde jaar 1935 een
jong en enthòusiast "scheepsbouwer" als lid tot de Vereniging toetreedt die in de volgende jaren vele
ini-tiatieven zòu ontwikkelen en
stimu-lansen zou geven - voor het varen in kleinere zeegaande jachten.
Verschifleñde facetten van Willem's
brede. belangstelling voor de wa-tersportèn zïjn vele. verdiensten voor in het bìjzônder de zelisport.,
worden in bïjdragen in dit liber
amicorum belicht.
Het zïj mij vergund in het bijzon-der de belangstelling te schetsen van 1Ti11em voor het varen met
kïeìne zeegaande jacnten waardoor
-het voorbeeld dat D Langelaan in
1935 stelde thans wellich.t haast gemeéngoed is geworden.
Enkéle jaren na zijn intreden in de
t'Koniriklijke" - orn precies tè zijn
in het voorjaar van 1939 - waren hèt G.W.W.C.Baron van Höevell en A.E.Dudok van Heel, dié het denk-beeld opperden voor een tweedaagse wedstrijd op de Zuiderzee voör kleine kruisers, jachten,
platbo-dems en Draken. Za ontstond de
Flevo-race, welke tot een dergelijke
traditie is uitgegroeid, dat zu
uit het wedstrijdprograinma niet meer is weg te denken.
Het werd in l939een 2-daagse lange-afstand wedstrijd op de Zuiderzee waarbij op de eerste dag naar Enk-huizen werd gezeild en de volgende
terug. Nà een onderbreking tijdens
de oorlogsjaren werd aireeds in 1945 weer een Flevo-race gezeild
met een deelnerning van 50 jachten.
Al snel volgde daarna een
uitbrei-ding tot 3 dagen wedstrijd varen,
waarbij op detweedé dag in het Krabbersgat werd gestart - mede tot vermaak van de bevolking van
Enkhui-zen, die het evenement ten zeerste
op prijs stelde. Aan het einde van
die dag werd gefinished in Hoorn
al-waar de deelnemende bemanningen
zich 's avonds konden ontspannen op de plaatselijke. kermis. Helaas hoort
dit nu tot het verleden. Sedert de dijk Lelystad - Enkhuizen er ugt,
is Hoorn uit het progranuna
weggeval-len en wordt de tweede dag
gefinis-hed in hèt Krabbersgat. De start moest echter van daar naar buiten
worden verplaatst omdat- de sneli toename van het aantal deelnemende
jachten - in 1979
waren dater269U)
- een start in het Krabbersgat niet
meer -toeliet.
Het illustréert ook welk een gewel-dige stoot Willem met zijn
initia-tief - en het is er maar én van
vele geweest - tot het instellen van deze wedstrijd heeft gegeven aan
het varen met kleinere zeegaande
jachten.
-Willem deed echter meer dan het
denk-beeld vöor deze wedstrijden opperen. Hij stelde bovendien eeñ
wissel-prijs beschikbaar - de z.g.Flevo-beker" De prijs zelf bestaat uit een hand-gedreven, massief zilveren druiven-sähaal, thans gemonteerd op eeh fraaie
Oorspronke.lijk was deze prijs
besternd voor de ORC klasse IV. Later echter, toen de heer
T.Duyvis Tzn - nadat deze in het permanente bezit van zijn vader was gekomen - haar opnieuw ter. beschikking stelde, is de prijs
in 1972 allereerst als "Flevo
Overall Beker" benut, en daarna,se-dert 1916 als wisselprijs voor de
kleinere klassen - IOR klasse 6,7
en 8. Daarmee kreeg de prijs weer specifiek de bestemining waarvoor Willem van H6eveIl hem
oorspronke-luk had bedoeld.
In maart 1980 werd aan G.W.W.0 Baron van H6évell in een aigemene ledenvergadering, na vooroverleg met helt Bestuur van de K.N.W.V., de Lucassen penning uitgereikt -de motivering daarvan bestrijkt een breed gamina van verdienste-lijke bijdragen aan de ontwikke-ling en verbreiding van de zeil-sport, waarin echter Willem's denk-beélden en initiatieven voor het bevorderen van het varen met kleine zeegaande jachten, een zeer bijzon-dere plaats innernen. Hij heeft daarmeé oris allen watersporters
-ten zeerste aan zìch verplicht
Dr H.J.Kruisinga
Vobrzitter K.N.Z. en
R.V.
')
zie het jaarboekje van de K.N.Z.Wim van Höevell
Jachtontwerper 70 jaar en bijna 40 jaar tröuwe vriend.
Wie bij deze heuglijke gebeurtenis
jets over de jarige o schrift wil
zetten, wordt geconfronteerd met een veelheid van feiten en
herinne-ringen, waaruit slechts een enkelé greep kan worden gedaan.
Zijn liefde voor het water en voor het schip begon al vroeg én reeds
in 1922 aIs twaalfjarige jongen gaf hij hIer blijk van door het
opriöh-ten van eenbescheiden
"Model-jacht Verenïging".
He was dan ook niet te verwonderen
dat na de H.B.S. de overgang naar de afdeling Scheepsbouwkunde van de T.H.Delft werd gemaakt, waar hij van 1929 tot 1933 studeerde, doch wegens flnanciële omstandigheden en
tot zijn grote spijt de studie niet kon afmaken en overging naar de MTS (tegenwoordig HS genaarnd).
Reeds na acht maanden, nl. in juni 1934, deed hij daar eindexamen en moest in militaire dienst bij dè
I<onitiklijke Marine als seiner 2de
klasse en daarna geDromoveerd tot seiner 1 ste klasse.
Ook hier was hij dus in nauw en direct contact met het schip, het water en de zeé.
Welke vreemde seinen hij heeft over-gebracht, vermeldt de historie
Na zijn dieristtijdvolgde een
aan-stelling bìj he't K.V.N.W.V.
(tháns K.N.W.V.) als hulpmeter
on-der Jan Loeff. Toeñ deze ria de dood
van van Heémstra, hein als
secreta-ris oovolgde werd Wim van Hoevell
gepromoveerd tot 1 ste meter tot aan
1955. Maar gedurende deze 'periode
had 'hij reeds vele ontwerDen gemaakt
van eén verscheidenheid van scheoen.
Een enkel voorbeeld moge dit
duide-lijk maken, waaruit 66k 'kan bduide-lijken
hoezeer Wim van H6evell in die tijd
het ontweren van jachten heeft
be-invloed engestimueerd en waarbij
zijn naam ook over de grenzen bekend
wêrd. Met name in Engeland, waar in
het (inmiddels opgehouden)
"Yachting World Annual" een aantal
van zijnontwerp.en voorkoinen.
Aangezien hij naast zijn liefde
voor hét sòheepsontwero 66k een
sterke belangstelling voor en
bin-ding had met de historie, begon hij in een museum in Kopenhagen met het opmeten van Eskimo-kajaks,
waar-op hij er prompt één zeif bouwde. Schrijver dezes heeft deze kajak la-ter van hem overgenomen en heeft er
zelf, evenals zijn zoon, veel oie-zier van gehad.
De 26-jarige van H6evell had reeds in 1936 met hét bekende
uZeepaardje!v de eerste prijs van het
Verbond gewonnen en daarmee naam
gemaakt.
De tijd gaat verder. Hij verbouwde
de "Thalatta" van van Duyli Sr. en
de grote botter "Brontoliet" van
van Heslenfeldt en tuigde deze
laat-ste.
Merkwaardig is ook dat hij voor van der Stadt, die later een ontwerper van wereldnaam zou worden; het eerste
zeegaande jacht, de "Cocksita" zou ontwerpen. Dit ontwerp werd min of
meer tot eèn serie-jacht, zij het
met kleine wijzigingen;
o.a. de eerste en zo bekende "Tuila" van Simon de Wit.
Een prijsvraag van het Engelse Yach-ting World in 1938 leverde een eer-volle vermelding op.
Langzamerhand begon hij ook aan de grotere jachten, zoals de "Oranje"
voár de Goede .in 1940 en in 1941 het zo succesvolle ontwerp van zijn eigen "Kortjakje", waarvan er boyen-dien nog vier werden gebouwd. Dit
was nu een typisch "van Höevell schip". Dit scheepje met zijn aangehangen
roer zou een voorbeeld worden voor grotere broers en de vele prijzen, die hij met "Kortjakje" won, tonen wel aan dat hij bij de ontweroers van die tijd in de voorste gelederen zat.
Hiermee was de weg open voor een groot aantal "one-offs", zowel in hout als in staal (polyester bestond toen nog
niet) en in maten van 8.54 meter tot
16.40 meter. over alles.
Goede en in die tijd ook beroemde midzwaard en kieljachten. Een auster-schip van 15 meter van de "Zeehond" van Dagevos ging naar de U.S.A., terwijl voor van Lanschot een kits van 14.50 meter werd gebouwd.
Opdrachter kwamen ook uit het
buiten-land o.a. enkele flinke jachten voor
eén Engeisman en een 1er en voor
Kaars SyIesteyn de "Starnakel".
Ondergetekende kocht de eerste
"Witte Raaf", die voor Nyssink werd
ontworen en gebouwd (10.67 meter
over alles), gevolgd door de tweede
"Witte Raaf" van 13.50 meter
in
1952 en de derde, huidige, "Witte
Raaf" in 1961/1962 (16.40 meter)!
De eerste ontinoetìng met van Höevell
vond in de veertiger jaren plaats
in Den. Bosch., waar mijn oude
"Kornwerd" gemeten moest worden
vol-gens de toen geldende meetforrnules.
De oorlog was ten einde en van Hoëvell
gaf de stoot tot de oprichting van de
Vereniging van Nederlandse Kustzeilers,
als 1nitiatief-emer; eerste
voorzit-ter en het eerste in 1946 ingeschreven
lid en is dan ook niet voor niets
be-noernd tot ere-lid.
Eén van zijn initiatieven was o.a. ook
de instelling van delOO-mijls race èn
schrïjver dezes was trots als een pauw
dezè eerste wedstrijd met zeer zware
wind en o.a. eeñ boei aan lager wal
bij Harderwijk die gerond moest worden,
te winneri.
Bet woei toen zo hard dat het buiten-IJ
leeg geblazén werd en de "Kornwerd"
als eerst'e jach.t van de wedstrijd,
maar ook als laatste jacht, door de
Oranjesluizen kon.. Het buiten-IJ lag
droog, behalve een smalïe geul en de
sluizén konden niet meer schutten.
Reeds ten tijde van de meting van de oude "Kornwerd" (een C-klasse van 60m2) en daarna ontstonden wederzijds gevoe-lens van vriendschàp, die door de
samenwerking bi] de drie achtereenvol-gende "Witte. Raven" werden verdiept. Hierover onderstaaiñin een mèer per-soonhij,k woord nog lets meer.
De succesvolle Öntwerper ging nu ook
over tot het ontwerpen van
serie-sche-pén en één van de eerste daarvan was de bekende "Oranjebloesern", waarvan - er 28 stuks werdén gebouwd, en bekend
geworden door de tragische tocht van
Maurenbrecher, die op het beruchte
Great Barrier Reef in Australie
ver-ongelukte. Mulder en de Rijke in
Het ontwerpen en doen.bòuwen van
serie-jachten lijkt voor een
ontwerper ook in fihanciëel opzicht een goede zaak te zijn, maar dan
moet men ook een goed zakeriman zijn. Maar hier wreèktzich het goed ver-trouwen van Wim van Höevell, zijn fatsoen, zijn geloof in een gegeven woord, terwiji hij aan zichzeif. za hoge normen van moraal stelt.
Van de "Dutch. Dandy", waarvan er 300 werden gebouwd, werd slechts voor 68 schepen òntwerpkosten be-taald. De naam van de bouwers blijVe onvermeld, evenals van een andere bouwer, die serie-kieljachten bouwde, ontwerp van Höevell, en er volgens hun eigen publicatiés in de Water-Kampioen er 1500 hebben afgeleverd, maar siechts voor 300 stuks ontwerP-kosten betaalden. Zelfs ingeschakel-de advocaten zagen geen heil in
"boekencontrôles" omdat er toch ge-knoeid werd. rien ziet, zeifs in die jaren was er "zwart geld" en het onthouden van ontwerpkosten aan een moreel hoogstaande ontwerper.
Stalen motor-sailers werden bij Hitters Proost in den Bosch gebouwd en een jacht van 9.70 meter voor
Argentini. De series van grote en
klethe jachten gaan door:
Dutch Lady; Dutch Lord en Dutch Duke (stalen motorjachten van 9.50, 10.50 en 11.50 meter), maar oak een serie. kleinere visboten vòor de
De opsomming wordt eentonig, maar de "one-off's en de serie-jachten wis-seien elkaar af in bonte verscheiden-held. Specifieke specialisatie was er niet bij. Alles wat Wim van H6evell onder handen narn bleek succesvol te worden, zoals in 1975 nog een serie van 20 Zeeúwse schouwen en een
11-me-ter tjalk gebruikt door de "Vaàrkrant". Vermeld werd reeds van H6evell's
belangstelling voor de oudheid en in opdracht van het Historisch Scheep-vaart Museum in amsterdam maakte hij een lijnenplan van een 17dè eeuws
"Soeeljacht" ter gelegenheid van de
Olympische Spelen in 1972, waarvan het model in de Olympische Hal in
Kiel en op de Hiswa tentoon werd gesteld..
Zoals reeds vermeld insireerde de
En-gelse "Little Ship Club" hem tot het oprichten van de zo succesvolle
Neder-landse Vereniging van Kustzeilers:
Acht jaar als voorzitter en daarna nog
elf jaar als bestuursl&d. Zijn ini-tiatief, gesteund door veel colle-ga's-bestuursleden, leidde tot
een vereniging met bijna 800 leden,
waarvan het recordaantal van ruim
700 jachteigenaren.
Ook in de KNZRV heeft hij
waarde-vol werk verricht als bestuurslid
van 1947 tot 1950 en van 1952 tot 1956 door zijn veelzijdigheid in de kring van de zeilsport en alles wat er mee samenhangt in al zijn
Internationale bekendheid leidde er toe dat hij vóór de oorlog drie
jaar lid was van de Technical Commit-tee van de R.O.R.C. en na de oor-log, als enige buitenlander1
weder-orn drie jaar lid van dit
belangrij-ke ìnstituut. Het is niet
verwonder-lijk dat hij daardoor een groot aandeel kreeg in de organisatie en
uitvoering van de R.O.R.C. metingen in ons land (thans I.O.R.). Maar er
was een ander tastbaar resuitaat: Het ontwerpen van een eenheid-zee-zeiljach.t, waarover in een
vergade-ring van de Technical Committee in
Duitsiand uitvoering werd gesproken. De suggestïes voor de meet-formules, de inrichting van zeegaande jachten, de techniek van de metingen enz. zijn voor alle zeilers van waarde geworden. Waar hij kwam, organiseer-de hij jets, zo ook in Monnickendam, waar hïj de plaatselijke
watersport-vereniging steunde en waar hem het
ere-lidrnaatschap werd verleend. De oude, geliefde Zuiderzee, thans
het steeds meer gecompartimenteerde
Ijsselmeer, heeft zijn levendige belarigstelling: de historie er van en ook van wat zich op de bodern
daarvan bevindt resp. beyond; en in Noorwegen en elders de historie van
de oude Vikïngschepèn etc. stempelen hem tot een erudiete f iguur met bre-de belangstelling en kennis.
Hij liet ook anderen hiervan profite-ren door zïjn vele publicaties in de
Water-Kampïoen, in de "Wandelaer et
hoôfdredacteur van het orgaan van de kustzeilers "De Drietand".
Tenslotte nog een persoonh±jk woord.
Wim van H6evell heeft heel wat malen
met mii meegevaren o.a. op "Zljfl" "Witte Raaf" 1,2 en 3. 1k herinner mij na de oori.og de tocht naar Oost-Engeland met de door mij tweede-hands gekochte. bude stalen spits-gatter
"Viking";
naar een kust die hij enigszins ken-de en 1k nog niet en waar wij in ken-de rustieke River Swale ankerden en bij de terugkeer voor IJmuiden harde
wind kregen, zodat het inlopen van
de "oude" havenmond met een sterk tij niet wel verantwoord wäs.
Wij kruisten enige uren voor IJmui-den tot het daglicht werd en het tij kenterde.
De deelname aan de Gotland Runt op zijn initiatief, omdat hij deze wed-strijd één keer met een Jmerikaans jacht had gevaren. Dit heeft
geresul-teerd in ht felt dat in dit jaar,
zijn kroonjaar, ondergetekende voor
de tiende maal dezewedstrijd (een
wedstrijd van 400 miji), en vele ma-len met succes, zal meevaren. Toen
wij bij één van deze wedstrijden een
tocht op het eiland Gotland maakten,
was het Wim van H6evell, die alle
oudheden uit en läng vervlogen
ge-schiedenisen de meest belangrijke
monumenten kende en er ook de ge-schjedenjs van kon verteilen. En zo gaat het waar men met hem komt;
al-tijd weet hïj lets interessants te verteIlen.
Eveneens zeilde hij een paar keer met de "Witte Raaf" de Fastnet Race mee, waaronder de fameuze
storm-Fast-net van 1961 (toen slechts 105 jach-ten tegenover de circa. 300 in 1979)
Dit was 56k een wedstrijd met een tot 10 à 11 toenemende wind tussen
Lands End en de Scillies en zijn
vele gevaren in die offtgeving en met
een plotseling bijna 180 ° draaiende
wind met enorme zeen. Het erschil
van toen en nu
In 1961 solide n vrij zware schepen,
ervaren bemanningen en geen ongeluk-ken. Het stormgebied in 1979 is
waarschijnlijk groter geweest, maar het barogram van dè "Witte Raaf" met zijn scherp vallen en even sterk
nj-zen is volkomen identiek aan het ba-rogram van de dramatische Fastnet 1979. De toenmalige schepen waren op sterkte en comfort gebouwd met lage zwaartepunten en een misschien wat overgedimensionneerde tuigage.
En nu ! Alles op snelheid, alles zo
licht mogelijk, met hoge zaartepun-ten, veel avenij en de dramatische on-gelukken die zich voordeden.
Wim van Höevell heeft bewust deze
"trend" niet willen volgen;
waarschijn-ijk zou zïjn aard zich cartegen
zó hebben verzét dat hij het oak niet zou hebben gekund.
Een wereIdkampìoerthhap in de
"a1f-tonner" van 150 miji op de Noordee
in 1979., waarvan bij windkracht 6
de helft van de Ingeschreven jachten
met bekende bemánningen, moet.
opge-ven en met averij terugkomt, levert
wel het bewijs dat men toch wel over
de grens van het toelaatbare is
heen-geschoten. . De feue concurrëntie vati
ontwerpers, bouwers, zeilmakers,
mas-tenmakers, fitting-fabrikanten etc.
en het financiële argument van een
meedogerilozé concurréntie, 66k door de
sponsoring; heeft een element in de
zeezeilerìj gebracht dat ongetwijfeld
de jachtbouw in al zijn
verschijnings-vorinen sterk heeft gestimuleerd;
maar dit heèft ook zijn sc.haduwzijden
Wim van H6evell heeft aan deze ontwikke-.
ling van de "uitgeklede" Grand-Prix
jachten - enin.i. tereäht - niet
mee-gedaan.
Beste Wim, het ga je goed in de tijd
die voor je ligt en moge velen nog
lan-ge 'jaren van je kennis, ervaring,
eruditie eri beschèldenheid getuige zijn.
Eindhoven, juni 1980
De orichting van
Watersportvere.nìging Monnickendam Art. II der statuten:
De vereniging stelt zich ten doel
de bevordering en de beoefening
van de Watersport. -.
Hij tracht dit doel te bereiken
langs wettige weg en wel enz.
Hoe vaak zal dit door het hoofd van Wim van Höevell gegaan zijn ?
Voor het laatst had hij dit neerge-schreven voor de óprichting. van de
Nederlandse Vereening van
Kustzei-1ers ( Vereeniging met 2 ee 's ),
opgericht op 20 januari 1946 te
Am-sterdam.
Intussen had hij zijn domicilie in Monnickendam gekozen. Monnickendam,
gelegen aan de Gouwzee, waarbij
Mar-ken net via een dijk met het vasteland
was verbonden. De weg binnenom Marken
die
hijza vaak
met de "Kortjakje" had bevaren, was dicht.Toch bleef er nag een prachtige lap water over, zij het wat ondiep maar wel voeling houdend met het IJssel-meer, voor ouderen nag altijd de
Zuiderzee.
Een joncarchitect, Tolman geheten
en een actieve middenstander, Nierop, hadden een begin van visie getoond.
Hoewel de gemeente geen enkel belang
in een te bouwen jachthaven zag, leek toch de watersport als nieuwe ópdracht
voor het slapende stadje Monnickendam
weggelegd. ( zeg nooit, dat het een dorp is, want de stadsrechten zijn van
oudere datum dan van de grote broer
vlakbij. Amsterdam
Tolman was een enthousiast zeiler, die een lekke regenboog met moeite drijvende
wist te houden.
Nierop was een zakenman in hart en nie-ren. Vòor hem gold voornamelijk de
wet van de winst en participatie. Met deze mensen plus een reclameman, een zekere van Praag ontstond de gedach-te, 0m, een Monnickendamse
Watersport-vereniging op te richten. Hoewel de
uitgangspunten dus verschillend waren, waren er toch bindende gedächten:
o.a. moest het êen voornamelijk Monnicken-damse aangelegenheid worden. Men spande samen, intrigeerdè,liep boos weg uit vergaderingen; alle registers van wat
he-den ten dage een vakbond kan opentrek-ken, werd, kleinschalig, z als het was,
verwerkt tot tenslotte op 7 februari
de
vereniging opgericht zou worden.
Nu wilde het feit, dat de buurman van
voornoemde Tolman, een jonge oogarts
Nanninga,niet onweiwillend stond
tegen een op te richten
watersport-vereniging ( met i e).
Over de schütting, die de
stadstui-nen van elkaar scheiden , was al
menig gesprek over dit onderwerp ge-houden.
Nu is het zo, dat een jong specialist, die een praktijk moet vestigen met recht alle zeilen moet bij zétten. Daar hoort echter ook een zekere P.R.
bij en als de onderhavige sport dan
toevallig de interesse heeft, dan kan naar menselijke begrippen het aanne-'
men van de uitnodiging tot bijwoning
van een oprichtingsvergadering nooit.
kwaad.
-Ret was een koude avond; aan het eind van de mìddag was.wat natte sneeuw
ge-vallen en de 200 aa.nwezigen begonnen net iets op temperatuur te komen via warme 'kof fie in de Posthoorn, toen de voorzitter, G.W.W.C. Baron van H6evell na een hamersiag de bijeenkornst voor geopend verklaarde.
Ña een inleidend woord, waarmede het
doel van de avond verduidelijkt werd, stelde hij de oprichting van de vere-niging: Watersportverenì ging "Monnicken-dam" gevestigd te Monnickendam (hoe
kon het anders ) aan de orde.
Nadat enkele sprekers uitputtend
ge-tracht hádden om, zoals het in een
òrdenteIijke vergadering behoort, de pro's en contra's van zo'n vereniging
naar voren te brengen (hierbij bleken
natuurlijk alleen pro's en negatieve contra's te bestaan) werd met een
kloeke hamerslag besloten, dat de
ver-eniging opgèrich.t moest worden.
Statuten en een ontwerp huïshoudelijk reglement werden na uitputtende be-spreking goedgekeúrd, waarbij als belangrijkste item naar voren kwam, dat tenrninste de kleinst mogelijke
meerderhéld van het bestuur moest
Monnic-kendam. Toen dit eenmaal aangenomn
was, zee.g de Calviñistisch behoudende goegemeente gerustgesteld In zijn ze-tels terug:
Monnickendam was behouden gebleven
voor dè. Monnïckedarnmers
Het echte probleèmliet niet lang op
zich wachten: wie moest voorz'ïtter van het bestuur worden ?
De 'diverse béstuursleden werden
gere-cruteerd uit oDrichters, vishandelaren en werfbazen, maar zeifs deze wensten een leïder,zoals aitijd in de geschiede-nis te vinden is geweest. Vaak zijn
dit argeloze buitenstaanders en waarachtig, zo ook in Monnickendam. Door onderlinge ruzies en twisten
kon men niet toteen besluit komen.
Het was tenslotte de zeevishandelaar, Wïllem Klein, ja, dezeifde, die later ere-lid der vereniging werd,
die voorstelde, orn dokter Nanninaa tot voorzitter te benoemen
Nu was deze jonge oogarts weliswaar
een enthousiast watersporter met een lange familietraditie, maar zeif niet bezwaard door enige kennis van het
verenigingsleven De onderling
ru-zieände familie's fonden dit als moge-lijke uitweg geen siechte gedachte en met algemene stemmen werd de onbeken-de buitenstaanonbeken-der als voorzitter ge-kozen
Zijn eerste voorstel als nieuwbakken voorzitter, was orn alle 200 aanwezi-gen per hamerslag tot lid van de
vereniging te verklaren ( zo deed men
dat allang in de studentenwereld) en vóór dat jemand van 2ijn verbazing bekomen was, werd de voorzitter van
het oprichtingscornité benoemd tot
erevoorzitter dér vereniging,
even-eens met algernene stemmen.
Dit laatste nu bleek later bij
nale-zing der reeds aangenoirien statuten
niet te kunnen Het duurde echter
jren, voordat een andere voorzitter voorzichtig op dit manco in de
statu-ten wees
Sindsdien 'is G.T.W.C. Barón van H6evell, oudste erelid van 'de W.V. Monnickendam
en terecht mime heren
Wetenschapelijk onderzóek ten
dienste van de jachtbouw.
Jachtbouw kan men beschouwen als een specialiteit van de
scheeps-bouw: er bestaan duidelijke overeenkoinsten tussen ontwert en bouw van een Diezïerjacht en van
kooDvaardijschepen e d
Eigenschappen als stabiliteit
tegen kenteren, het' verband tússen scheepssnejhejd en weerstand, het
slîngeren en stàmpen 1n zegang
zijn, fysisch gezien, vergelijkbaar
met die van een traler, een
con-tainerschip of een supertanker. Dat houdt in dat de jachtbouw kan
profiteren van een arsenaal van
technisch wetenschajrnelijke kennis, o.a. vergaard door modeiproeven ten behoeve van de grote
Anderzïjds zïjn er ook verschillen, zödat die kennis nièt altijd zon-der meer is toe te passen.
In 't algemeeñ moet geconstateerd
worden dat er o het gebïed van
de jachtbouw betrekkelìjk weinig soecifiek onderzoek. tlaatsvindt.
Dat qeldt niet alleen
voorMéder-land, maar ook tei aanzien van wat er buiten 1'ederland gebeurt. Dezé sìtuatie is een gevolg van. de hoge kosten van research,
waar-door klenere bedrijven de
finan-cile. consequenties van weten-schappelïjk onderzoek vaak niet kunnen opbrengen.
Omdat in Nederland' de faciliteiten voor research 'wèI aanwezig zijn, is e. in 't verledenvaak
aange-drongen op samenwerki'ng.van
ont-werpers (en Werven).. pm tot
gemeen-schappelijk onderzoek te komen en dat is ten dele ook geÏukt.
In 1.966 is een werkgroeo. voor
het. onderzôek aan zeiljachten
op-gericht, bestaande uit een aantai
bekende Nëderlandse. jachtontwerpers
en jachtbouwers en een aantal we-tenschàppelijke medewerkers van het Laboratorïum voor Scheepsbouwkunde van de Technische Hogeschool te
Del.ft.
Als crïteriuin voor het lidmaatschap van dIe .werkgroeo gold dat de
jacht-ontwerper 6k. een enthousiast
zeiler Ïnoest zijn. Een voorwaarde
was ook dat de resultaten van hèt werk nìet als confidentieel
aan-gemerkt mochteñ worden: de werk-groep héeft tot doel de verkregen kennis ten dIenste te stellen
van de Neder1anse jachtbouw.
Regelmatig wordt de verkregen
ken-nis gepubliceerd in binnen en
Vanaf de start is de heer van
H6e-veil voorzitter geweest van de
werkgroep die enkeIe malen per jaar
onder z±jn leldirigbijeenkwam. In dit jaar (1980) meende hij dit
voorzitterschapte moeten
over-dragen aan én van zijn. collega's. Onder zijn leiding kwam heel wat tot stand. Aan de Nederlandse jachtontwerpers werd de
gelegen-held geboden hun ontwerpen in êén
van de slëeptanks van het Labora-torium te beproeven met de
voor-waarde dat de resultaten vrij ter
beschikking kwamen van de andere deelnemers van de werkgroep.
Deze samenwerking heeft vòor-treffelijk gewerkt. Na 14 jaar onderzoek is een aanzienhijkè know - how opgebouwd, waarmee de Nederlandse jachtbouw, 66k inter-nationaal,goed uit de voeten kan.
Slechts de s1eetank van het
Ste-vens Institute te Hoboken New
Yersey, kan bogen op meer ervaring: sinds 1936 wordt daar aan onder-zoek ten dIenste van zeuijachten
qedaan.
Toch ben 1k van mening dat Neder-land de achterstand die op dit
gehied bestond met het werk Mx
Er is nu eén punt bereikt waarbij ht testeñ van i'ndividuele
jacht-öntwerpen niet altijd zinvol meer
is: de variaties t.o.v. optimalè rompsvormen zïjn zo klein gewor-den dat een kostbàre sleeptankproef veelal niet gerechtvaardigd is. Van belang is thans een meer
syste-matisch onderzoek, waarbij een
"familie" van schaal modellen wordt
onderzoch.t. De 2.2 rompvormen die
tenslotte zijn onderzocht werden
alle afgeIeid uit én moeder model
(Standfast43) door breedte, diepte
In die reéks van modellen pasten 66k extreme vormen orn de trend van bepaalde eigenscháppen beter te
kúnnen vastleggen.
-Het eerste deeÏ van het onderzoek omvatte negen vormvariaties.
Met computer studies kan uit die
negen variaties een zeer.groot
aantal ontwérpen met verschillend
zeiioppervlak en verschillende stabïiiteit afgeleid worden. Aan het onderzoek van de eerste negen modellen werd deelgenomen
door de afdeling "Ocean Engineering"
van het Massachusetts Institute of
De Aitterìkaanse belangstei.ling voor
het project is niet zo zeer
ge-richt op het ontwerp van
zei,ljach-ten, maar heeft tot doel het
we-tenscháppeiijk vat stellen van de
meting - en handicap systemen van wedstrìj dscheen.
De resultaten van de Delftse serie
zïjn echter vél ruïmer toeasbaar
en ook de ontwerper van
toer-zeiljachten kan profiteren van de verkregen gegevens.
De werkgroep heeft niet stil geze-ten in de afgeÏopen jaren. Er is een aantal .publicaties (meestal In de Engels-e táal) verschenen en er is eén groot aàntal meetrapporten tot stand gekomèn.
Daarnast moeten de HISWA symposia genomd worden, waar ledere twee
jaar op internationaal niveau
ge-discusfeérdwordt ovèr onderwerpen die voor de jachtbouw van belang
In 1979. werd voor de 6e .maal een
dergelijk symposium georganiseerd Het initiatief tot deze symposia werd mede door van Hbevell genomen
en gezegd ma worden dat déze
Nederlandse inspanning in toenemen-de mate toenemen-de aandacht trekt, 66k
vanuit het buitenland Het doel van
de symposia ts ht bleden van èen gelegenheid voorhet uitwisselen
van k.ennis en het stimuleren van
discussies over de diverse facetten van het ontwérp - de bouw en het
Experts uit binnen - en buitenland worden uitgenodigd orn inleidingen
te houden eh vele maleh vonden de discussies plaats onder de
deskun-dige leiding van G.W.W.C.. aron
van Hbevell.
Delft, 23 jufli 1980 Prof. Ir. J.Gerritsrna
Hulde van een cöllega-lachtontwerper. Wim, G.W.W.C. baron. van Höevell -en d-enk eraan waar je de puntjes zet kende ïk ai uit zijn werken lang voor-dat ik de grote man dan eindelijk
mocht oritmoeten. Dat was in de zomer van 1943. Hij bleek letterlijk niet
zo groot maar dat deedniets af aan
zijn kwaliteiten als jachtontwerper, zeiler, qastheer en hospes..
Vanaf mijn jongste -jaren,was 1k leze-ten van varen, scheepsbouw, jacht-bouw en speciaal jachtontwerpen.
e zag toen, net als nu,. lelijke en
mooie ontwerpei; die van Wim kwamen
voor mij meestal in de laatste cate-gorie, hoewel ìk.het niet altijd met' hem eens was, waarover latèr mèer. Wat mïj specìaal aantrok in de
ont-werpen van die mii onbekende baron waren de mooie limen en later de
bilzonder doordachte inrichtings-plannen.
Het begon eigenlijk met het
"ZeeDaardje",een plaatje
perfect van harmonie, ook nu nog, hoe heerlïjk dat de lijnenplannen er toen altijd bijstonden, je kon nog eens spieken
Je schreef zelf 't voIende over
't "Zee.aardje":
"Als compromis tuschen
wedstrijd-jacht en toerschìp werd het lij-nenpian ontwôrpen zonder in de fout van te extreme vormen te vervallen.
Met heIt 00g 0 de diepgangsbeper-king van 1 meter werd een groot-Spant gekozen met een breedte van
2.10 in, waardoor een rum en toch snel schip ontstond. Door de vrije hooge kim en 700 kg ballast zal het scheepje stijf en droog zïjn.
Ter verkrijging van een snelen
zeewaardig schip hebben we gekozen een sterk geveegd spitsgat, waar-door het achterschip het water
makkelijk zal loslaten, terwj1
de V-vormige spanten in het voor-. schip het "slaan" uitsluiten." De jury was daarvan nïet zo zeker, ik ook niet maar over deze zäken
kunnen we nu nog discussiren.
De stijgendè lïjn, althans voor mii was de zeewaardige yawl, met de los gebroekte zeilen, en de béschrijving in de oude spe1iing; alle jeugddromen
De "Cocksita II" was aiweer zo'n moot gebalanceerd ontwerp dat mij
aansprak, zoiets moest ik ook antwerpen
De recensent bracht .goed naar
vo-ren watwij daar toen (en
eigen-lijk nu nag) daarvan vonden:
Het verheuqt ons, dat de ontwerper-eigenaar van het toerjachtje
"Cocksita II" ons in staat stelde, de teekeningen van. zìjn vaartuig
in De Waterkampioen op te nemen,
want bïj het ontwerp zijn steilig
geheel nieuwe wegen bewandeld. Niet te miskennen is daarbij de ïnvloed van de nieuwste ontwerpen der ocèaan-racers en derqelijke
vaartuìgen, ontstaan in Engeland en .merika, vooral wat het tuig
aangaat, met den zeer achterlijk staanden mast en de groote, haag aan den mast aangrijpende
voor-zeilen.
Zr sterk ïs de V-vorm van de
spantlijnen, van voor tot achter. Ietwa.t meer vormstabilïteit door een wat vlàkkeren
hoofdspant-vorm, zou òns ïdeaal beter
ver-tolkt hebben, te meer omdat de
geringe diepgang slechts een korten
hefboamsarm voòr den ballast
De inrichtlhg achten wij uiterrnate praktisch.
Slechts over een gedeelte der kajuitbánken is volle zithoogte voorhanden, maar heeft ,het eenig doel als in de kajuit meer
men-schen kunnen zitten dan in de
-kuip ? Als rnooi resultaat van de voorlijke ligging der sofa's ver-kreeg de ontwerper de prachtige ruimte voor keúken, kaartentafel en kleerkast.
Wat je daarzeif over schreef weet
je flog weï en mocht je het verge-ten zijn, het staat op blz. 630 van de WK 1938
Dr. Harrïson Butler induis.
Wat mìj nu extra öpviel in het ver-haal was de vermeldïng dat met
spìraal matrassen met kapok
matras-sen eroverheen zeer goede beden
werden verkregen.
Je had gelijk goèd slapen, goed eten en afgaan zonder pijn,zljn zeer
Het 1.dogteunt uit die tijd, ik wa
toeñ al hzéten van "zeewardigheid"
vond ik in het boek van mijn
fa.vorie-te ontwerpen en prenfa.vorie-ten, begonnen in 1937 en voltooìd op 8 januari 1945.
Daar prijkt op b1dzijde 85 en 86 de
zeekruiser ttHo11andiaI, een schip
waar 1k van droomde - dat was het
helemaal
Wïrn, weet je nog, waarorn de kombuis
aan bakboord hoort ?
En hoe je de .wasbak schoon. houdt ?
In datzelfde boek vond ik ook nog een ontwerp dat ons beiden inspireer-de: de "Wild Lone II" daar kon je ook uren over droinen -, toch veel
mooier dan onze hedendaagse
race-machìnes.
Augustus 1943 kwam ik als 19-jarige
jongéling bij jullie in huis op de Sixhaven. Het kon voôr mij niet mooier:
een jachtontwerper als hospes en dan
nog midden in de Amsterdamse havens. Veel internätionaal verkeer wäs
er niet; wat er was, was zeer
eenzij-dig.
Ret eten was wat schaars maar altijd
lekker en 's winters was 't wat koud
maärdat deerde mij niet op die
Er wären lange avonden orn te praten
over de merites van de verschillende
ontwerpen. We voneri hetzel-fde rnöoi
en .borduurden daar, jeder op onze
eigen = eigenwijze - wijze, op voort.
Als ik nu weer naar de Hollandia
ki-jk zou ik rtieteens zo erg veël
willen veranderen, hoewel hier en
daar toch wel wat zoals 1k al zei,
1k was en ben het niet altijd me
je eens
!'s Avonds vele uren achter 't
teken-bord in de "erkel" en gelukkig
niet naar 't "consternatlekamp",
ook Kareltje niet
Het terugzien blijkt een heerlijke
bezigheid. De resultaten van die
terugblik gaan hièrbij.
-
Jainmergenoeg vond 1k de tekeningen'
van "Kortjakje" niet, die hadden er
eigenlijk bij gemoeten
Maar "Kortjakje" leeft nög helemaal
in mijn herinnering, de spanten,de
wegering, de kachel, het roer, ik
kan het allemaal nog uittekenen
Wirn, heel er
bedankt
voor de
vreug-de die het bestuvreug-deren van jouw
ontwerpén inij altijd heeft gegeven en
steeds weer geeft,
,,'t Zeepaardje' Zeilpian. Schaal 1: 120. Gro otzeil 18.25 m2, ok 6.75 m2. Totaal zeilopperviak 25 ni2.
I1311J'
II'J
t Zeepaardje. LJjnen plan en inrichtir,g. On twerp G. W. W. C Baron an Hâe.ell. Amsterdam en Jan
Schröder, Bus!um. Len gte over dek 8.03 m, in de waterlijn 6.00 m. breedte 2.10 m, diepgang 1.00 In. waterverplaafsing 2.012 m, ballast 700 kg.
Een w,rdIg y...I. onfw'p G. W. W. C. 8ron n Lng r dc4 11.74 m. In
Zeilpian vari de zeewaardige yawL Grootzeil 36.5 m2, fok 12.6 m2,kluiver 11:9 rn2, druil 8.6. m2, tofaal 69.6m2.
..Cockit8 I!. oniwerp en eigendom von den hoe G. W. W. C. Baron van Höevell, bouw N. V. E. G. vari Stadt Zaandam. L. o. a. 7.50 m. L. w. 1. 6.30 m, breedte 2.45 m. diepgang 1. m, Waterverplaatning
i
D zeeujaer Hcflandia", ontwerp G. W W. C Bvn voet HäeveU. Lengte over dek 11.21 m, M de wgtedijn 9.14 m, breedte 3.17 et. diepgang 1.90 m, waterverplaaMng ± 12 ton. baI1t
u
. -L
---Lije,,- e in,lhüngpin ,, * yawl Wild Lone Il". onlw,p Gril filhs, Lond,,., Lengie ocr dk 10.87 n,, ¡n de nIerlijn 853 n,. groofste breethe 2.82 n, diepgeng 1.37 n,, nnterverpin&,lng 7.7 inn.
De Olympische Spelen 19.80.
Op 19 mei ji. is besloten dat het
Nederlands Olympìsch Comité (N.O.C.)
deelnemers zal inschrijven voor
de Olympische Speien, voor wat
het zeilen be.treft, te Taliinn..
-Het N.O.C. is de enige instantie,
die deelnemers kan inschrijven.
Het behoort dat ook te doen als
uitvlòeïsel van zijn taak:
het stirnuieren van en ondér zijn
verantwoordelijkheid zorg dragen
voor de Nederlandse afvaardiging
naar de Olympische Spelen
(stat. art.3 h)
Het N.O.C. rnoet zich daarbij weren
tegen alle uitgeoefende druk vañ
politïeke aard (Olympisch Charter
24
C).
Uiteraard ook tegen alle
an-dere vormen van druk.
Die funôtie vervult het N.00.
omdat het de overtuigïng is
toege-daan dat de doelsteliingen van de
O1ymische beweging zinvol zijn.
Het doel
orn de sportslieden van de
wereld b1jeen te brengen en een
Le-tere verstandhouding te. bevorderen,
als een bijdrage tot het bouwen
van een betere en meer vreedzarne
wereld is juist in een tìjd van
toe-nernende spannhnq een doeisteiiing
-orn noodzakeIljk naar voren te
bren-gen. Daarorn nl. moeten de
spdrtorgani-saties geirijwaard blijven van
Opvallend Is dat men in de
inter-nationale sportorganisatieS weinig
tèrug vindt van de grenzen, die de polïtieke wereid verdelen. De internationale sportfederaties zijn wereIdwijde organisaties. Zij
worden geleid door inLernationaal
samengestelde hesturen.
Buiten de sport komt een vergelijk-bare wereldwìjde en enkelvoudige organìsatie niet of nauwelijks voor. De sport- is zeer nadrukkelijk een
soortwereld, regelende de sport
van zeer vele miijoenen sportslieden. Dat heeft vele voordelen, maar ook nadelen. Het houdt nl. ook beperkin-gen in. Deze sportorganisatie kan of wil niet alleen zeif geen gemeen-schappelijke politieke beslissing
ne-men, maar zij is ook zeer kwetsbaar
voor politieke beslissingen op
sport-gebied.
-De wereldwijde enkelvoudige sport-organisatie is onverenigbaar met politieke keuzen. Bovendien is er
geen eñkeÏe mnstantie, die een dergelijke keuze voor de sport-organìsatie kan makeri. Internatio-naal ontbreekt ïmmers de politieke instantìe, die de verantwoordelijk-held draagt voor het steilen van politieke doeieïnden en het
inzet-ten van de húlpmiddelen om het doel te bereiken, daarmede ook
verant-woordelìjk zijnde voor de gevolgen
van een onjuist gebruik van deze hulpmiddelen. .Wellicht kunnen de Verenigde Naties daartoè uitgroeien.
Wordt de sport of worden sportor-ganisaties toch voor het bereiken van internationale politieke doel-emden gebruikt, dan dreigt het
middel, dus de sportorganisaties,
verscheurd te raken. Het doel wordt
niet of onvoidoende bereikt.
Een Oiympjsch Comité dat wordt
gedwongende Olyinpische Spelen te
boycotten wordtals middel
ge-bruikt. Als. middel van een
poli-tiek verdeelde wereld, in een
sportwereld, die daardoor ].angs dezelfde grenzen zal worden
ver-deeld.
De vervulling van de
internationa-le functié van de sport zal er
dan bu inschieten, te weten het
bevorderen, ondanks alle politieke
problemen van menselijke contacten.
Er is geen politiéke instantie,die offers en nut heeft afgewogen en
die voor het resultaat veran.twoorde-lijk kan worden gesteld.
Daarom ziet de sportwereld ih het
algemeen de bemoelenis van natio-nale politieke instanties met de
internationale:sportwereld als onjuist en bedreigend.
Er kunnen zich omstandigheden voor-doen, die een ander oordeel
noodza-kelijk maken.
Dat vloeit onder meer voort uit het
felt dat het N.O.C. niet alleen
behartiger van de Olyinpische
belan-gen van zijn leden is, maar
daar-naast ook deel uitmaakt van de
Neder-landse samenleving. Ook daaruit
vloeien belangen voort, waarvoor het N.O.C. mede verantwoordeiijkheid
draagt.
Welke andere feiten kunnen worden
aangedragen ?
Sport en o1itiek in Neder1an
Polittek is gericht op vormgeving van
de samenleving. De sport maakt deel
uit van die sarnenleving. Voor de sporter ontstaat er aldus een ei-gen verantwoordelijkheid met
betrek-king tot het behartigen van sport-belangen, maar ook
verantwoorde-lijkheid met betrekking tot hêt functione-ren in de samenleving.
De politieke beoordelìng in
Neder-land van een uitzendïng naar Moskou,
behóort derhalve opgenomen te worden
in het afwegìngsproce.s.
Het verdient hierbìj de aandacht,
dät de regering in het bekende
ad-vies heeft gesteld, dat een jeder de. volle vrijheid moet hebben orn zeif
te beslissen of hij of zij al dan
niet naar Moskou (Tallinn)zal gaan. (Dit regeringsadvìes is destijds in februari jl. gegeven, zonder
voor-afgaand overleg met de
In een groot aantal landen in de
wereld kan deze gewetensvofle
keuze niet in vrijheïd worden
ge'-maakt. Daar is ai gekozen voor een
systeem, waarbij de sport onderge-schikt is gernaakt aan de politiek. In ons land, en in andere landen, schept de overheid de voorwaarden, die het nìogeIijk maken,dat de sport en andere beiargengroepen
elk met eigen verantwoordeiijkheid naast elkaar kunnen bestaan en niet
in een aan de politiek ondergeschikte
positïe. De souvereiniteit in eigen
kring ïs hïerbijvolledïg van
toe-passing.De overheid mag zich
dan niet laten verleiden tot
inachts-misbruìk. Dat doet zich voor, ais de overheìd verdergaandeeisen aan
bijv. de sportwereld zou steilen, dan die welke voortvioeien uit de voorwaarden scheppende (en dus
niet voorwaarden stèlien)
overheids-taak.
Sport en poiitïek ìn de Sowjet Unie Er kan geen twijfel bestaan dat de regerïng ïn de Sowjet Unie.
sport gebruikt als een instrument, orn
poiltieke doeleinden te verwezen-iijken. De Sowjet Unie heeft een groot aantai internationale sport-evenementeri geboycot, dié niet in haar poiitïek pasten.
De toewijzing van de Olympische Spe-len aan Moskou wordt in de Sowjet
de wereld de juistheid erkent
van de gedragingen van d3t land.'
Dat is echter bepaald niet het geval. De töewijztng aan Moskou in 1974 is buter toevallìg
ge-weest, nadat al tweexiaal een
af-wijzing had piaatsge.vondèn. S,trijd vanhet Sowje.t-standpunt
met de I.O.C. -regels Ls duide-.
lij
De suggestie sport dan ook maar
voo,r politieke doeleinden te
ge-bruiken, omdat de Russen dat ook
doen, rnoet worden .afgewezen.
Olympische Spelen en oolitiek. Volgens het Olympisch Handvest
moeten de spelen en de Nationale Olympische Comité's niet onder invboed kunnen staan van poli-tiek of zich schuldig maken aan
discriminatie.
Toch zijn de Olympische Spelen gebruiktom de aandacht te vestigen
op politieke kwesties.
Buitenstaanders deden dat door de
aanslag te München.
Sportleiders hebben het gedaan door niet deel te nemèn (Melbourne,
Montreal).
Het I.O.C. verhinderde deelname van een aantal landen in Antwerpen
en Parijs. Het organiserende land
gebruikt de Spelen in 1.936.
De deelnemers deden dat in Mexico
Met de Olympische Spelen te Moskou
(Tallinn) in hetzicht rijst de
vraag of men moet afzien van
deel-fleming, als deze Spelen door de
regering van de Sowjet Unie worden
gebruii]t voor andere dan
sportie-ve doeleinden.
De idee dat dit laatste kan
gebeu-ren, is opgewekt, door het feit,
dat de Olympische organisatie in
de Sowjet Unie zeer verweven is met
de politïek. Toen het I.O.C. in
1974 de organisatie van de
Olym-pische Spelen 'aan Moskou toewees,
was dit gegeven\bekend.
In de gehele peroe vanl974
tot "Afganistan "is dt waarschijnlijk
gebruik voor politieke doeleinden
aanvaard door de internationale
sortwereld, omdat er sterker aan
werd gehecht, dat elk land, deel
uit-makend van de internationale
sport-wereld, zonder onderscheid
sportevene-menten zou kunnen organiseren, dan aan
de raogelij.kheid sorrimige landen uit
de internationale sportwereld min of
meer te isoleren.
Van buìten de sportwereld is daar
geen bezwaar tegen gemaakt.
Sedert de toewìjzing aan Moskou is
echter het Verdrag van Helsinki
tot stand gekomen, waardoor ook de
Sowjet Unie zich heeft verplicht
tot gedragingen, die tot Helsinki
ntet warei vastgelegd.
Daarom is In politìeke kring de
mening ontstaan dat landen aanspraak
makende. op normale internationale
betrekkìngen, hunnerzijds de
over-eengekomen gedragsregels rnoeten
nale-ven.
Ook als gevolg van "Afganistan"is
be-zwaar gemaakt tegen het. houden van
de Olympïsché Spelen in de Sowjet Unie.
De vraag rjst derhàlve, of sedert 1974 en zòdantg nieuwe situatie is
geschapen, dat het oorspronkelijke. door de sportwereId ingenornen standpunt
niet langer hôudbaar is, omdat het gast-land van de Olympïsche Spelen zich
niet houdt aan de. regels van
aanvaard-báar oolitiek gedrag(Afganistan,
Sa-charor).
T..av..Sacharov dient opgemerkt te
wor-den, dat er mensen zijn, die stellen dat deze en anderen z±jn verbannen
uit Moskou, iiitsiuïténd omdatde Olympi-sche Spelen tn Moskou worden
gehou-den. De doeIsteflingen van
O1yrnpi-sche Spelen houden o.rn. in het bijeen-breiigeñ van de jeugd van de wereld. Deze kan tijdens en na sportwedstrijden elkáar "ontmoeten".
Dat is in dé praktijk der Spelen zonder
enig probleem geweest. De komst van de sporters behoeft daarom niet de aan
lelding te zijn tot dit gedrag met betrekking tot de dissidenten.
MogeIìjk kan he.t feit dat "nìetsporters"
de OlympischeSpeIen bìj herhaling
voor politieke doeÏeinden hebben ge-bruikt, aanleìding zijn voor de
verbannìng.
De nadrukkeIijke voornemens om met
gebruik van de Olympische Spelen in Mos-kout te. trachteñ tot een dialoòg te
komen en in kontakt te treden met dissi-denten kunnen zeer wel aanleidïng zijn geweest voor de gepieegde
Deze afweer acties magen dan niet aan
de sport worden verweten.
De. reactie .op het 'optreder van de
Sowjet' TJnie
Het optreden van de Sowjet Unie inzake Afganistan en Sachàrov heèft ok bij de Nederlàndse
sport-beoefenaren diepe wèerzin
gewekt. Ook zij zitten met d. vraag, hoe het mogelijk is, dat
ondanks alle internationaal aangewende pogingen agressie te
voorkomen, telkens weer geweld wordt gebruikt jegens volkeren
en burgers, die in vrede.
wil-len leven. Wat kan er worden
gedaan orn dit geweld te
beteu-gelen. Kan men doorgaan, aisóf
er niet is gebeurd ?
Men zou een resoluut optreden
van de gehele wereld verwachten.
Maar na een bijzonder didè-ljkè
uitspraak van, de Algemene Verga-dering van de V.N.(104 -18,bij 30 afwezige of niet sternmende leden), is er van optreden nauwé-lijks sprake.
Binnen de EEG is er een groot
-verschil van mening, over de
méthodes, die inoeten worden
toegepast. De westelij'ke
we-reid gaat door aisof er niets'
is gebeurd. Geen extra
leve-rarities van graan, maar de
gewo-ne leveranties gaan door. Ook
de EEG neemt zijn deel ïn de
econornische betrekkingen
.Duits-land heeft een lang-jarenkontrakt
met de Sowjet-Unie qesloten voor
industriëie leveranties.
Nederland levert goedkope boter.
Het toerisme gaat ongestoord verder.
Diplomatieke erkenning door alle
landen ter wereld biijft voortgaan.
De bijzondere positie van de
Sowjet-Unie in de Verenigde Naties
blijft als vanouds. Vrijwel alles
qaat gewoon
door.
Het enge waar sornmige regeringen
(inclusief de' Tëder1andse) naar
vragen ìs,een boycot van de
Olym-pische Spelen, zulks op
initia-tief van de president van de
Verenigde Staten van Amerikas
Hoe ongelukkig dit'ook is, er moet
worden qereageerd.
De Olympï'scheSpelen in Moskou
(Th1'lr'ïnn').
In het rumoer rond de Olympische
Spe-len 1980 raakt de bedöeling van de
Olympïsche Spelen als sportgebeuren
sterk op de achtergrond.
Voorts moet ons land op sportief
ge-'bied nièt in eng isolement terecht
Het is duidelijk dat die sporters, die in aanmerking komen voor
deel-neming aan de OlympischeSpelen,
de enïgen zijn, die een persoon-lïjk offer zouden moeten brengen,
als besloten zou zijn hen niet in
te schrijven.
Het is evenzeer duideiijk dat zu,
afgezien van hün polïtiek oordeel, een dergelijke iiaatregei met goede redenen als onrecht zouden ervaren,
als van anderen geen offers werden gevraagd..
Het is gemakkeiujk de fïnanci1e
offers van die sporters te veronchtzairen
en devele, dan vergeefse, inspanningen en opofferingen-af te doen met een vriendelijk woord. Geen enkele
vervan-gende sportontmoeting zal het ver-lies van de Olympische Spelen voor
de meeste sporters kunnen goedmaken.
Ook de aanstaande tegenstanders van onze
Het politieke oordeel of in de gege-ven ornstandigheden een boycot past,
moet worden overgelaten aan
poli-tieke instanties. De aan de
spor-ters gelaten beissingsvrijheid orn
àf te wijken van een politiek advies, mocht stellig worden gebruikt orn
te toetsen of de belangen van de sport voldoende zijn afgewogen
te-gen de mogelijke voor - en nadelen
van een boycotaktie.
Het regeringsadvìes bood daartoe weinig houvast. Als voordeel van
niet deelnerning wordt eigenlijk al-leen aangevoerd dat daarrnee wordt voorkornen, dat van Sowjetzijde de
aanwezigheid van sportlieden wordt dienstbaar gemaakt aan politieke
oogrnerken. Uit andere politieke
uitspraken kan echter worden afge-leid, dat door de boycotaktie ook het ongenoegen van de wereld over het Sowjet-optreden moet worden kenbaar gemaakt aan regering en
volk van de Sowjet Unie.
De nadelen van een boycotaktie
hg-gen vooral als hïerboven gesteld,
in het felt, dat de individuele
sporters de enigen zijn, die offers
bréngen. Een direkt offer, omdat de voorbereidingen voor de Olympische
Spelen tevergeef s zijn.
Een indirekt offer, omdat de
sport-organisaties In de toekornst rneer dan
ooit politiek belast zullen worden. Het effekt van de boycotaktie op de
bevolking van de Sowjet Unie mag
Tensiotte is het gevaar niet denk-beeldig dat overige internationale kontakten( in het bijzonder Oost -West) op sportgebied schaars zul-len wordén.
Tegen de achtergrond van heUt voor-gaande is het stemadvies vanj het K.N.W.V. uitgebracht in de verga-dering van 19 mel 1980 van het
Nederlands Olympisch Comité as
juist te oordelen. Het luidt als voigt:
"Het bestuur van het K..N.W.V. heeft
beslotenhet advies van heL bestuur van hét N.O.C. over te nemen en dit bestuur te verzoeken de aan-melding van de zes Olymplsche
Klassen voor de zeilwedstrijden te
Tallinn gestand te doen.
Dit besluit is zeer recentelljk genömen in het volle besef, dat er velen zijn, ook in K.N.W.V.kringen welke tegen ultzending naar
Rus-land zijn gekant.
De meningen binnen het K.N.W.V, lopen échter niet zo sterk ulteen;
de marge tussen wèl gaan en niet
gaan ïs smàl.
Bij de besiuitvorming is gebleken
dat de balans is orergeheld naar de kant van het wèl gaan.
Het K.N.W.V.bestuur heeft gewicht gehecht aan het oordeel van de zeilers zeif, ervan uitgaande, dat deze direkt betrokken sportslie-den evenzeer tot oordelen bevoegd zijn als iedere vrije burger
van ons land.
Tot op het huidige moment hebben alle betrokken zeilers hun wil
orn naar Tallinn te gaan,bevestigd.. It
In een verkiaring van 30 thai 1980 hebben de nederlandse Olympische zeilers andermaal bevéstigd zich te kunnen verenigen met de hiervoor gestelde verkiaring van het
K.N.W.V.
Tot dat moment had men flog geen zekerheid omtrent de kwaliteit van de wedstrijden. Zou deze kwaliteit te gering worden, zodat er geen vol-ioende tegenstand is, dan zal men
zich beraden op die situatie.
De Muiderkring in P.C.Hooft's tijd.
Over vele gebieden van historie én kunst is door onze voorvaderen in de l9de eeuw het sluier van een
dweeo-zieke romantiekgetrokken dat ans
nog altijd in de weg staat- als we een scherp beeld willen van de ontwikke-ling van ans volk, bijvoorbeeld in onze grate l7de eeuw. Dat geidt niet het minst voor de levens van grote
l7de-eeuwse oersonen, zoals P.C.
Höoft, Joost van den Vondel, Hugo de Groat, Tesselschade, enz.
De litteratuurheeft haar voorbeelden
in de beschrijving van de
Muider-kring door Mr J.van Lenneo, Van Vloten, P.J.Andriesse, Jan ter Gouw.
De schjlderkunst toont daar voorbeel-den van in de doeken van Cornelis Kru-semen, P.Kremer, H.W.Cramer wier ge-romantiseerdé.schilderijen - overigens met voorbedachte rade - te
aanschou-wen zijn in de z.g. Kapel van het
Muiderslot. Krusèman laat daarbij, ge-1eel in overeensteinming met de l9de-eeuwse mythe, Vondel de Muiderkring voorzitten en schildert daarbij rustig Roemer Visscher zowel als Van den
Burgh en Brosterhysen, hoewel de eerste reeds overleden was toen de beide ande-ren naar vaande-ren kwamen. De entourage is navenant. De terzijde staande P.C. Hooft draagt fier het onderscheidings-teken van Ridder in de Orde van Sint Michiel, verworven in 1639, terwijl Roemer Visscher, die overleden. is in 1620g mede aan tafel zit evenals Vader Cats, wiens deelnémen aan de Miiderkring men kan uitsLuiten.
Hooft's Torentj.e of Zeskante huisje in
de tuin waarin zich zijn bibliotheek beyond en in welk huisje hij placht te werken, wordt op de schilderijen van Kremer uit 1826 voorgesteld als een
idyllïsche, zuidelijke pergola, terwiji èr het grillige. Höllandse klimaat is, orn te bewïjzen, dat zulks, 66k in de
i7de eeuw, van een overgevoelige
verteke-ning getuigt, waar zeifs onze hedendaag-se V.V.V.-rnanderijnèn hun vingers niet aan willen branden.
Voor een goed begrip moet herhaald
wor-den, dat er nooit een georganiseerde
besloten groepering van mensen heeft bestaan rondom P.C.Hooft die de benaming
Mulderkring voerde.
Wat de l9de eeuw zo heeft willen noe-men zijn de sterk tot de verbeelding
sprekende sarnenkomsten in het evenzeer tot de. verbeelding sprekende
Muider-slot en de direkte contacten met de
beminnelijke en zo waardïge Drost,
dichter, toneel - en
hïstorieschrij-ver P.C.Hooft als centrale figuur, als hoffelijke, ja hoöfse qästheer. TraditioneeÏ en gernakshalvè zal ik
deze sarnenkomsten wl Muiderkinq blijven noemen, maar u bént
gewaar-schuwd.
Veranderinq van deze benaming zou een even vruchteloze zaak zijn als het
streven van wijien Schmidt Degener, desti-)ds hoofddirecteur van het
Rijksrnuseum, orn. de Nachtwacht te
ver-noemen tot: De Schuttersoptocht, zijnde het Corporaalschap van
kapi-tein Frans Banninqh Cocq en luitenant
Dat er zo nu en dan in verschillende groeperingen vrienden en verwanten
op uitnodiging van Hooft op het
Mui-dersiöt bijeenkwamen is een onomstre-den feit, maar juister ware, naar
mijn overtuigïng, orn te spreken over
kringen, omdat die bijeenkomsten in haar samensteliìng bij voortduring verschîlden. Het kon een familiekring
zijn, maar ook een vriendenkring of eén letterkundige krìng, een
ge-leerdenkring, de- kinderen daarbij niet te vergeten.
Toen ik eens de namen trachtte te teilen van hen, die bij tijd en wijie
op Hoof t's uitnodiging op het Slot
verbieven en op een of andere wijze deelnamen aan de besprekingen,
muziek-avonden, pruimeñmaalti'jden of andere feesten, kwam ïk - zonder de bege-leidende familie - en gezinsleden mee te rekenen - al gauw op ruim zeventig.
e authentieke gegeven over deze bij-èenkomsten zijn schaàrs en niet zo
gemakkeÏi'jk toegankeIijk. We vinden dïe verspreid, 'soms met een enkel woord aangeduìd, in de -brievèn van Hooft,
Bredero, Húygens, van Baerle, Broster-huysen, én ooggetuigenverslag van de
vrïjzinnige dommnee uit Epe, 'Frans
Martinius, en uiteraard in de gedichten
'van Hooft zèlf en in de moeilijker
bereikbare Pomata van Barlaeus, die geheel in het Latijn zijn gesteld en in
1655 werden uìtgegeven door Johan Blaeu
en in de gedichten van Huygens,
Tessei-schade,' Vossius,,,, Jan Vos eu enkele an-deren.
Uit deze geschriften blijkt wel, dat men