•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Nr:
2616laboratorium voor Chemische Technologie
Verslag behorende bij het fabrieksvoorontwerp
van
J. de Bruin H.C.Hiemstra
onderwerp:
Proces voor de bereiding van
methyl-isocyanaat uit N-methyl-fenylcarbamaat
,;
adres: Antwerpsestraat 5 3332 EA Zwijndrecht
, .. ".
Leusdenhof 106 1108 CZ Amsterdam
opdrachtdatum : dec 1984 verslagdatum : 26 juli 1985
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Inhoudsopgave Samenvatting Konklusies InleidingUitgangspunten voor het ontwerp Beschrijving van het proces Procescondities
Motivering van de keuze en berekening van de apparatuur Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Massa- en warmtebalans Stromen/componenten staat Apparatenlijst Processchema 1 pag 2 pag 3 pag 4 pag 5 pag
G
pag '7 pag 10 pag 1'7 pag 19 pag 23 insteek insteek insteek insteek•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
SamenvattingHet in dit fabrieKsvoorontwerp besproken proces behelst een syn-these van methylisocyanaat door thermisch Kraken van N-methyl-fe-nylcarbamaat.
Tevens wordt in dit voorontwerp aandacht besteed aan de veilig-heidsaspecten die een rol spelen bij de opslag en verwerking van methylisocyanaat, met name actueel in het licht van de recente ramp in het indiase Bhopal waar na cen lekkage van methylisocya-naat uit opslagtanks van het amerikaanse bedrijf Union Carbide enige duizenden menSen om het leven kwamen en een veelvoud hier-van werden gewond.
De capaciteit van het hier beschreven proces is voldoende voor de omzetting per jaar van ca 40 .000 ton N-methyl-fenylcarbamaat in 15.000 ton methylisocyanaat en 25.000 ton fenol dat weer kan worden gebruikt voor de productie van de uitgangsverbinding.
Het rendement van het proces is ,gebaseerd op de in dit ver-slag gepresenteerde procesberekeningen, > 99
%
De selectiviteit van het prcices is optimaal daar naast de beide producten slechts een geringe hoeveelheid (ca 1%) niet omgezette N-methyl-fenylcarbamaat resteert en geen bijproducten van enige betekenis worden gevormd.
Een gunstig aspect met betrekking tot de rentabiliteit van het proces is de mogelijkheid om het tevens geproduceerde fenol op-nieuw te gebruiken bij de productie van de uitgangsstof N-methyl-fenylcarbamaat.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
I
.
•
Konklusies" L , b e pre Sen t C' e 1"' d l? f lJ L, l' ~ " k é) v 0 (J ron t w e 1-p k. a 1 wor den g ecu n -cludeerd dat thermische splitsing van N-methyl-fenylcarbamaat een selectieve productiemogelijkheid van methylisocyanaat met een
hoog rendement vormt .
Als nadeel dient te worden aangemerkt dat bij de hoge benodigde
omzettingstemperatuur zowel methylisocyanaat al s het tevens
ge-produceerde fenol vrijwel volledig worden verdampt tijdens het
strippen met stikstofgas hetgeen resulteert in hoge energiekosten van het proces.
Aan dit nGdeel is geprobeerd tegenloet te kornen door de bij de condensatie van fenol vrijgemaakte warmtc zoveel mogelijk te be
nutten voor de verwarming van de hulpstroom stikstofgas die in
het proces wordt gebruikt.
Een andere mogelijkheid is verlaging van de benodigde
reactie-temperatuur door toepassing van katalysatoren bij de omzetting. Hiervan werden voorbeelden1 in de l i teratuur gevonden betreffende
vergelijkbare reacties van carbamaten doch door het ontbreken van voldoende kinetische gegevens Konden deze niet worden doorgere-kend .
Oo~ zou door een andere modellering van de reactor (meerdere ge -roerde tanks in serie i.p.v. een geroerde ta '~) het benodigde
to-taQlvolume voor de omzetting kunnen worden v,~ rminderd en de reac-tie temperatuur enigzins kunnen worden verlaagd hetgeen eveneenS
zou leiden tot lagere energiekosten.
Gezien de ermee gepaard gaande ingewikkelder reactorberekeninge waarin een groot aantal iteraties noodzakelijk zou zijn werd, mede met het oog op de tijd, gekD~en voor het ontwerp met slcch
een geroerde tank.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Inl ei dingDe probleemstelling van dit fabrie~svoorontwerp kan als volgt worden omschreven:
a) Aangeven van ~en pro~tisGhe m0thod~ voor de synthese van met h y 1 iso i:.: y 0 n (j ,J t l.i i t e e n
'i
0 U d i g c u i t g ,3 n g sst 0 f f f.' n .b) Ontwerpen I;ön e,'n prDces vDür cle productie van
1 S 0 OOt 0 n / j ,1 a r' m E' t h y] i!" (l r: y êi n ij ,1 top b Cl :) i. S \I a n de;: c syr,theseroute.
c) Aangeven van de vciligheidsaspccten voor de productie,
opslag en verwerking van methylisocyanaat .
t'ëlnl e.idi.ng voor de \.Ierstre~tc? opdracht was het tragi.sche ongeval in het indiase BhCJI>t31 in dl:'ceïtlbe, 1984 waür , na l ekkage van een grote hoeveelheid mcthyl i!3Clcyancl,)t uit een opslögti:lnk van een vestiging van het ameriKaanse bedri jf Union Carbide , ruim 2500 menSen werden gedood en een veelvoud van dit aantal min of meer
ernstig werd gewond.
Methylisocyanaat is een ui tzonderlijk giftige (MAC < ppm),
r eactieve , vluchtige vloeistof met een kookpunt van 39 oe.
Bij kamertemperatuur geeft het een heftige, e~otherme reactie met
water waarbij C02 en methylamine worden gevormd hetgeen met name
aanleiding kan zijn voor drukverhoging in opslagmedia zoals
tanks ,vaten etc.met gevaar voor explosies . Bij opsl ag en
produc-tie dient contact met water strikt te worden vermeden. Speciaal VOD r r i. sic 0 h t3 n del in gen bij v. koe 1 2 n in et w r3 t 8 r die nt g rot e be hoe d'
-L a a n'; hei dL:? w Cl r den t. i? t 1-a r.: h t :: 0 a .l S j" e ge] tri 0 tig f! k. wal i t e i t s
con t r 0 1. e van koelelementen, warmtewisselaars etc. Tevens dient bij opslag
rek.ening te :.-vorden ge~Dudcn .net dE.' mDgelijklicid van
overdruk-ontwikkeling i n opslagtanks . Daarom wordt geadviseerd opslag in zodanige eenheden te dOen dat in geval '.Jan een calamitei t slechts een geringe hoeveelheid mcthylisocyanaat kan ontwi jken langs een te voren voorziene route waarbi j de damp wordt opgevangen i n een
buffervat van voldoende grootte . Teneinde het methylisocyanaat te
vernietigen dient dit vat gerlccltalijk gevlild te zijn met een
waterige oplossi ng van natronloog voldoende Dm de inhoud van een
o p sla g t ank. met h y 1 i. '0 0 C Y a n r3 i'l t~ t e ;-, elft r-a 1 i ~j erf? n e n het d a a r b.l j g e
-vormde C02 te binden in de vorm van natrium(bi)carbonaat,
Methyl-i socyanaat wordt vuornamelijK toegepast als react ief i ntermediair
voor invoering van carbamoyJ-groepen in de organisch-chemische
synthese van verschillende producten zoal s bij v.
landbouwbestrij-dingsmiddelei"r .
De wereldproductie bedraagt momenteel ongeveer 15000 ton/jaar .
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Uitgangspunten voor het ontwerp.
e~paciteit van de fabrie~
Aantal bedrijfsuren
Benodigde grondstoffen
Afvalstroom
E .. QOO tun/ jaar
8)60 uur/jaar (continue bedrijf)
40.000 ton N-methyl-fenylcarbamaat,
zuiverhei d > 9:;%
ca 400 ton/jaar van een afvalstroom die als volgt is samengesteld
23% fenol en 77%
N-methyl-f!::nylcarbClmaat .
Oe afvalstroom kan desgewenst door middel van een destillatie
w 0 l~ d e il ges c hei den w ö a r n r3 het a 1 dus \/ e r k i~ e gen N -met h y 1 -fen y 1 cdr ba'·
maat weer opnieuw kan worden om~e:et in methylisocyanaat en het
fen 0 1 ~. a nwo r den h e q~ e b r Cl i kt v (HJl' P l~ rJ d u c tie 'v' Cl n N - ril et h y 1 - fen y 1
-carbamaat.
Benodigde utility's
1) LagedruK-stoom (3 bar).
2) 1< 0 e 1 w à ter , inlaattemperatuur
uitlaattemperatuur JOoe .
Fysische constanten grond- en hulpstoffen
N-methyl-fenylcarbamaat Methyli;ocyanaat smpt. kpt. dichtheid kpL. dichtheid smpt. kpt . dichtheid 86 oe 1S0 oe (12 mm Hg). 1100 kg/m 3 1.:32 oe 1059 kg/m3 n.b. 3'3 oe 9::.8 k.g/m3
De verder voor de berekeningen benodigde gegevens zoals vi
scosi-teit, warmtecapaciscosi-teit, verdampingswarmte ,verzadigingsdampspan
-ning etc. van N-methyl-fenylcarbamaat, fenol en methylisocyanaat
werdpn berekend met behulp van stofdata uit de literatuur 2
Betreffende corrosie kan opgemerkt worden dat geen van de in het
proces toegepaste stoffen zodanige corrosieve eigenschappen
ver-toont dat toepassing van speciale materialen in reactor, warmt
e-wisselaars e.d. noodzakelijk maakt.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Beschrijving van het proces
v
[J ur e en g 0 e d beg r i. iJ v rJ n ,j C l) 11 cl e I' ~, ta c3 n cl e ~ll-Cl C e ~, bes c h 1:' i J v i. n g .i s i n cl e bi j 1 (j g (J nee n a -F b e e .1 din g v u n hl? t pro ceS S c hein rJ 0 P gen l ) rn enV r3 n u i. t e e n g e roe l' d r:; t t3 n k \) 0 (J 1-Z j. e n van een \J e r w IJ r m i. n gsm U n tel w a a r
-i I) 1 a g e d ruk s t 0 0 ITI wor' d t g e C LJ n cllè n S e E' î cl ten e i n d e cl e v 0 e din g t e verwarmen tot 180
oe
wordt een stroom N-methyl-fenylcarbamaat ge-voed in de reactor die van onder' af begaat wordt met stikstofgas ten einde de vluchti.ge reacticp!-oducten te stl-ippen en de
even-wichtsreactie zoveel mogelijk tI? doen aflopen.
Het stripgas, inmiddels beladen met de vluchtige
reactieproduc-t en, wordt dun gecDrnpri.meerd teil einde de minst vl uchtige
compo-nent (Fenol) in de gassl,-oolil op zijn verzadigingsdarnpspanning bij
180 oe te brengen .
De
aldus gecomprimeerde productstroom wordt dan ingeleid in eenwarrntewisselaar waarin het gaS/damp-mengsel met behulp van water
wordt geKoeld tot 43 oe zodat 99.8 % van het fenol wordt
gecon-denseerd en als vloeistof wordt opgevJngen .
Oe gasstroorn wordt nu in een tweede warmtewisselaar geleid ter -wijl het rnethylisocyanaat vrijwel op zijn verzadiging
sdampspan-ning bij 43 oe is, zodat terstond condensatie vOn dit product
begint op te t reden.
Met behulp van een koelmachine met fraon als koelmiddel wordt de gasstroom nu gekoeld tot -40 oe waarbi j 99 % van het methyl
-isocyanaat wordt gecondenseerd en als vloeistof wordt opgevangen.
D
e
van de producten ontdane gasstroom wordt nu in een derdewarmtewiSselaar wee? opgewarmd van -40 oe tot 180 oe waarna door
middel van een turbine die gekoppeld i s aan de as van de eerder
genoemde gascompressor de druk van de gasstroom wordt afgelaten
tot 1.3 atm. en de stikstofstroom weer wordt ingelaten in de reactor zodat de Kring is gesloten.
- -
-•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Procescondi tiesDe als grondslag vour dit fGGrieKsvoorontwerp gebruikte omzetting wordt in diverse public~ties in de literatuur beschreven 3 en ver
-loopt volgens het hieronder In tig aangegeven algemene schema
+
tig
De reactie als zodanig is zeer algemeen toepasbaar en in de li-teratuur zijn een groot aantal voorbeelden bekend van de synthese van verschillende alkyl- en arylisocyanaten volgens dit schema. Zoals aangegeven in fig 1 betreft het een evenwichtsreactie
waar-e?J bi j
~et evenwich~
bij lageretemp~raturen
sterK aan de kant van1>7"
d~
llltgángsstof lhet carbamaat)l~gt.
. . . .Dlt wordt veroorzaakt door het feIt dat de actlverlngsenerglB van de splitsingsreactie ca 40 kcal/mol bedraagt en de
activerings-energi~ van de recombinatiere6ctie ca 10 kcal/mol.
Daar echter de kO-splitsing »> kO-recombin~tie gaat bij hogere
_
.yl
~
e~.,
~
=
1:'~~
u r~ ~
h~
t .. e~~
i eh t __ ver S c~
~
i~
e n i n d e r i c h tin g van de~· :>p.l"'è.511IgSpl oddc!..en ra'Têohwl en .lsoL.yanaat) .
De vrijhei.d een ge~,chi~,te reactip.telTlpel~atuur te f,ic:zen wordt
echter beperkt door het fei t dat bij hogere temperaturen een
belangrijke nevenreactie gaat optreden bij 0-alkylcarbamaten4 die
een ongunstige invloed heeft op het verloop van de reactie (fig 2) :
fig 2
liet betreft hierbij een;3-elimilli3tie van een alkeen uit de
0-alkyl-groep van een alkylcarbamaat waarna via afsplitsing van C02
ti e t 0 \/ ere enk 0 nï S tig; e· (3 in iJle wor d t ge v 0 r m d .
Dalyen medewerkers 4 geven voor de thermische splitsingsreactie (ga~fase) van N-methyl-ethylcarbamaat in methylisocyanaat en ethanol de volgende waarden voor de reactiesnelheidsconstanten :
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
k 1 k é' kn u 10 12 .39 s-l EA ~ 4?2~? cal/mul . 1 01 2 . /1"7 s'- 1 EA " 1~602(J cal/mol.In de literatuur is tevens bekend dat bij toepassing van O-Aryl-carbamaten de splitsing van het carbamaat in isocyanaat en
alcohol aanzienlijk wordt versneld5, zodat bij lagere tempera-turen al productvorming optreedt.
Tevens wordt door toepassing van O-arylcar~amat8n de hinderlijke
nevenl'eactie onderdrukt door de onmogelijkheid van een
A -
elimi-nQtie in dat geval. /
/-Op grond van de hierboven vermeld~ feiten werd uiteindelijk gekozen voor het ond~r5taande reacties~hema als basis voor het uiteindelijke proceS (fig 3)
.6T /
.1
fig .3/
+
/ 0 )-OH"'-.J-f
·
B7
5 lot e n w e r d d'1<
l~
e act i. e zon d~
r a ü m'J e z i ghei,~
v r] nee nop los rn i d del~.,.) L i l t te voel'en./ [llt vel'eenvoud.lgt dt' berE'kenlngen van de
ver5chil-~ 1 e n .j e \i 1 IJ eis t
Il5'f
/
d a rn p - e 1/ e n wie h t en end l' U k t t e ven S d een erg i e k 0 s tenvan het proces.
In de literatuur5 werden voor deze omzetting onder vergelijkbare ï' e ~ c tie 0 ~/t a p d i g h e cl e 1\ l:l e v ~ 1 gen d e w
'?
cJ r cl e n voo r d e r e act i e 5 nel -heldscOI~~antes En actlverlngsenergleen gevonden :k'l
/
1
(O*p)<J)r
. _. t t.
_~./R-rl
L.. A i ' ; 1-"0 1.3404*1013 5 - 1 EA = 33 .3 kcal/mol~~O*exp ('-Ef)RT) k 0 == 1. 4 S
*
'1 0 3 l. Ol 0 1 - 1 . 5 - 1EA = 9.5 kcal/mol; Bij een temperatuur' van 180 oe (.~53 K)
relaties de reactiesnelheidsconstantes worden berekend ;
k,
1.06*10- 3 5-1 K2 3.?0*10- 2 1.mol- 1 .s-1 K == k1/k2 == 2.88'*"10-2 m01.1- 1 .k~'.
8 ft,.) ""-"-k.unnen met behulp van dezef' ~ en de evenw.~tanter...u..../J-•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gezien de nogal onguns tige ligging van het evenwicht werd
be-sl ot~ n de reaGt ierrnduGten te stri ppen met stikstofgas ten einde
de reactie te doen aflopen.
ReactiewQrmte (298 K)
Ó Hr "' 6 Hf(meth) + 6Hf(fenCJI) - ~Hf(cal~b) '" = -96.4 - 57 .4 + 17cl.8 - 21.0 kj/mol
De reactiewarmte van fenol en methylisocyanaat zijn literatuur-waarden6a ,b terwijl de reactiewarmte van N-methyl-fenyl-carbamaat werd bereKend met behulp van een literatuurmethode 6c .
Cp(cal~bamaat} Cp(methyliso) Cp(fenol) 316 J/mol.K 9'7 J/mol.K '153 ,J/mol.f< 66 J/mol.K 21.0-10 .2 10.8 kj/mol 9
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Motivering van de keuze en berekening
van de apparatuur
Allereerst zal in het onderstaande de keuz8 van
de reactor worden
toegelicht.
Voor de keuze van de reactor voor de thermische splitsing
van N-methyl-fenylcarbamaat is van belang dat in
verband met de
ongun-stige evenwichtsligging van de spJitsingsreactie
bellJcht dient te worden met stikstofgclS teneinde de vluchtige
reactieproducten te kunnen strippen om op die wijze de ongunstige
evenwichtsligging zodanig te beinvloeden dat de reactie afloopt
en de producten kunnen worden afgevangen.
In principe kan gekozen worden uit een drietal
reactortypes nl .
1) Schotelkololi1 2) Gepakte kolom
3) Bellenkolom
Berekeningen wezen echter uit dat de beide
eerste types niet bruikbaar waren in het door onS beoogde
proces wegens een te lage vloeistofholdup waardoor, om de beoogde productie
te kunnen halen, het reactorvolume te groot werd.
Op grond hiervan werd geKozen voor een zgn. bellenkolom,
d.w.Z.
een reactorvat gevuld met procesvloeistof dat van onder
af belucht kan worden met een inert stripgds (in
dit geval stikstof) ten e i n d e \I I u c h t .i g e pro d u c ten u i t het
l' e act i e m e d i u m t e kun n e n
verwijdel'en.
Cl '" 'Tt 0 d e .l. 1 e r j. ;~ g 'J ,ll', een bel 1 enk 0 1
0 rrl h d ï1 g t a f van d e ben 0 d i g d e
superficiel e gassnelheid? Een eerste schatting van de benodigde
g~ssne]heid gaat als volgt. In het afgas van
de bellenkolom moet de prodlJctie ö,:3n methyl.i.~jocyanaat aanwezig zi.jn
(8 .344 mol/s
methylisDcyanaat). In het gunstige geval
dat het uittredende gas
i n evenwicht is met de vloeistoffase moet de verdunning
van het methylisocyanoat door het inerte gas zodanig zijn
dat na het
gas/vloeistof-evenwicht de concentratie in
de uitgaande
vloei-stofstroom (verwaarloosbaar) gering is. Bij een
uittredende ~a b
van 2 m3js blijkt dit zo te zijn.
Bij een dusdanig gasdebiet bevindt het systeem
zich in het heterogeen gasregiem, waarbij de reactor beschreven kan worden
als een of meerdere tanks in serie voor zowel
de vloeistof- als
de gasfase . De balansen over een tank zien er
als volgt uit
(L) Carbarnc3at cfJl.C;(u)
4>
1 . C~
( i) - ( k 1*
C~
.,k2*C~I*Cf)*V*(
1-f.)~l*C~(i)
+(k1*C~
k2*C~*C~~*V*(1-
€
)
-kl
*A*(Cm-C~/rn)
10 ·1•
I II
-•
•
•
•
•
•
•
•
( , L. ) rr'nn[',~ L ! I ...J..l ,+, L. ) (' L 'f'l*Cfli +\f" 1*Cc -l r *CL"CL J' ... ",;.r '1-t: \ '" 2 Jlli f \ V) - kt 1 .... A -'11 ( C~
-C~
I
11: f J(G) Me-iso rI't'g ,
"'C'~('.)
III 1, + km ... 1 A'" ( C' L,,
3-;
,
)
II,'-Cm IIlITJ
(G) Fenol
De vloeistof- en gasstromen zlJn in dit geval niet constant .
Wanneer alleen het methylisocyanaat gestript zou worden is de
verandering Vdn ep I al ca 3S % bi.j volledige conversie . Boven
-staande vloeistof- en gasstromerl zijn daarom alle een functie van
Cc, Cr" en Cf· De balanSEn zijl! alleen Dplosbaal- wanneer enkele
aannamen gerechtvaardigd zijn.
JI.anndme î
Het methylisocyanaat wordt volledig gestript, doordat de
reac-tie temperatuur ver boven het kDokpunt van methylisocyanaat zal
liggeï\ en door de hoge stripfactor (m*
CP
g/
cp
1) voor methyliso-cyanaat.
De waarde van de stripfactor S bij bijv. 180 °C is
::; =
.
0 9 5 ... 2 / 1 .1 LI :, ,,. '1 [i - 3 166. Aanname 2Het gas en de vloeistof zijn zowel voor methylisocyanaat als
fenol in evenwicht. De voorwaarde hiervoor is dat de klA-waarden
voor de beide stoff en hoog mo~ten zijn. De klA-waarden zijn hoog
vnl. al~ gevolE vDn Je hoge g~sholdup en de hoge opgewekte
vlo E' i s tof s t r 0 If,.i n g e ti (R e -W ehl l ' den) Jo 0 r het g i:l S d ebi et. Voo r de
bere~8ning von d~ ~lA-waarden wordt verwezen naar bijlage 1.
De vloeistofbalansen worden nu als volgt
~
c , . ~G LCarb -. dfl'lOd --t·· • moJ.") ., (.1 1 '" ;nol,-'-. (~) - l·k 1 *C c
-'~. . 2 :"r.u L!Tt *l-,' f L')*V*(1-J , "-~') .
Methyliso
Fenol CP
f
rnol(U)De waarden
C~(i),
C'(i) enCl(u)
moeten voor elke tank ln seriegeschat worden en zodanig via iteratie worden aangepast dat met
n e1ke balans apart dezelfde conversie wordt berekend. Dit is een
/ lngewlkkelde procedure waarvan de ultkomsten nlet noodzakelljk de
." j 1I
i
s ~a r den be hoe ven te zij n. E c h ter'bi
j het ki"e zen van eenHjD-waarde voor de reactor van 0 .8 kan de reactor gemodelleerd
worden als een tank voor zowel de vloeistof als het gas. In dit
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
I
laatste geval hoeft slechts de waarde van C1 (u) geschat te worden
waarnó iteratie volgt totdat de drie balansen dezelfde conversie
op 1 e Vel" t? !"l. \i u U i" C C 11 gek. 0 zen vlo (' i s tof v 0 I u m e van 1:. m 3 b I ijk t bij
een tf:mperatuur van 180 oe een conversie op te treden van 99% bij
~.; ~
(
)
een ~ g-waarJe van 2 mJ/s. De gevonden waarde voor Cf u na
iteratie is 4.05 mol/m 3 . De ingaande stroom aan carbamaat is
hierbij 8.344 maIls. De bij de iteratie gebrui kte
vloeistof-balansl:'11 zi jn: Carb . :
e
.
.
344(1-f) == 8 .344-['I. 'IS*10- 3 *(8 .344*(1-f)/4>d -3.8* 10-S*(8 . 344*f/(~g*mm))*(Cf(
~)/m
f)J*
1
5
. Iso Fenol~
1*(8
.
344*
f
)/(
~
u*mm)
== [1.15*10- 3)*
'" (8.344*(1-f)/~I ) -3 .8*10-5•(8.344*
T
j(
~
g*mm))*(C
~
(u)/mf)
J*1
S
_u u . 'J44*... 1 f<P
l~C~(ujjmf
== [1.15*10- 3 *(8.344*( 1-f)/<Pd -3.B*10-5*(8. 344*f/(~g*mm))*(C~(u)/mf)J*
1
5
- <pg*C$(u)De concentratie van carbamaat is hierbij uitgedrukt als een
molenstroom/volumestroom (mD11m3 ). De concentraties van
C
~
enC~
zijn dus via de ui tgangsconcentraties i n de gasfas e met devecdelingscoefficient (mm en mf) teruggerekend naar
vloeistofcon-centraties (mol/m 3 ). De reactiesnelheidsconstante k1 heeft de
dimensie 5-1 en de reactiesnelheidsconst ante k2 heeft de dimensie
m3 .mol- 1.s-1. De verdelingscoefficient voor methylisocyanaat en
fenol zijn resp . 0.095 en 2.87*10- 3. De berekening hiervan staat
i n bijlage 2 .
De uiteindelijke volumestroom
~l
(m 3 js) die de reactor verlaat is c _ _ . . .. ~~8.:3'~4*(1-f)*)lrn +~ * rm +
,.-f, *C *V{! -p ~ A ,,~ç~m'
~g f iTI ~Ym
De resultaten van bovenstaande reactorberekening zijn nu als
volgt :
Reactor i n
8.344 mol/s carbamaat
<Pd i ) '" 1. 145*1D-3 m3 /s
•
•
•
•
•
•
I
.
•
•
•
Reactol~ uit
gasfase: vloeistoffc3se ,,';} lj f ct>l,ol(f) C 'il-rrl
CP
r
~
ol
(10)cp
?,
cS
I~~
iIO
1 ( f ) (, 'Tfl LCP
r
~lol(fft)
c;
.+. L . , 't"moll c ) <Pl(LI) .. 4,05 lTIol/m 3 D. 10 mol/s 4 . 13 ,,,ol/m] 8.26 lTIol/s .") 11)3/ 5 c. 14'11 mol/1n3 4. P'1O-'2 mol/5
4:3.5 mOl/rn3 1.3*10-3 mol /s 287'7 rnol/m3 8.344*10- 2 mol/s 2.9*10- 5m
3/s
De
~euze
vanCP
g
= 2 m3 /s bJ ijk.t optimaalte zijn. Verhoging van
de ~g-waarde levert een verwaarloosbare toename
in de oonversie
op. Verlaging van de ~g-waarde geeft direot aanleiding tot
een
afname in de conversie .
Volgens in de literatuur bekende gegevens! is het werkelijk
benodigde reactorvolume
De gasfractie [ in de bellenkolom
[. == 0 . . 6*(11 , . s g .' 10.7
Bij een gekozen reactordiameter van 3 m (doors
troomt opp. A
7.065 102 ) is de superfioiele gassnelheid Vsg
=
2.8*10- 1 mis en degasfractie
S
= 0.248. Hieruit volgtH = 2.82 m (tevens H/D ca 0.8).
Voor een energiebalans over de reactor en een bereken
ing van de
benodigde hoevee lheid stoom voor de handhaving
van de
reactor-te rn per a t u u r zij n de v 0 I gen d e ge ge ven S van be
l a n g : .0 0é:
/, a '~'" /f/()
Reactiewarmte (2981<) H r =
kj/mol ________
4KJ
I .(zie voor een berekening blz
10.8 9). Enthalpie gasfase Enthalpie vloeistoffase Hg = ct*T r + ÓHv (kj/mol) Hl c~*Tr (kj/mol) 13
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De enthalpie- balans over de reactor i s nu als volgt
H [[3
J
H[C]
H[D]H[E]
H[F]
H[G]
8.344*0.99*10.8 8 .10*(2'19.8*L153 + 45638) 8.26*(40.8*453 + 29602) 4.1*10-2*(216.3*453) 1.3*10- 3 *(130.2*453) 8.34*10- 2 *(316.1*453) H[A] '" Hin(totJ = 8.344*316.1*453Benodigde warmtetoevoer stoomverwarming
89.2 kW '" 1176.2 kW = 397.2 kW 4 .0 kW 0.08 kW
=
11 .9 kW---_._---=
1678.6 kW 1194.9 kW -_.-- - - - ---=
483.7 kW Verwarmingsopp . A=
7.065 + 3.14*3*2.82=
34 m2 +-Volgens de literatuur 7 kan de warmteoverdrachtscoefficient van
reactievloeistof naar de wand als volgt worden berekend:
h r
=
9391 * Vs O.25 * ( H2 0 / 1)0.359391 * 0.2480.25 * (16.7*10- 5 /6.7*10- 5 )°.35 4075 W/m 2K
De warmteoverdrachtsooefficient naar de reaotorwand voor
stoom-condensatie is volgens de literatuur 8 :
Overalloverdrachtsweerstand U :
=
(1/4075 + 1/8520)-193.74 kWiK
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het benodigde temp.verschil (Ts-Tr ) - 483. 7/93.74
=
5. 2 K15
=
(180 + 5.2)=
185.2oe
~~
~~cJ~
Benodigde hoeveelheid stoom : 4
m stoom
=
U*A*(Ts-T r )/ Hv(H20)=
483.7/19BO= 0.244 kg/s
De producten methylisocyanaat en fenol worden door middel van
partiele condensatie in twee achter elkaar geschakelde condensors
geisoleerd uit de gasstroom. De totale molenstroom die de reactor verlaat is 53.1 mol/s (2 m3 /s,1 atm).
De partiaaldruk van fenol is 0.153 atm. De verzadigingsspanning
van fenol bij 180 oe (453 K) bedraagt 0.944 atm. Dit is tevens
het dauwpunt van fenol bij deze temperatuur. Teneinde fenol reeds bij intrede in de condensor op verzadigingsdampspanning te hebben dient de gasstroom gecomprimeerd te worden tot de
partiaal-spanning van fenol in de stroom gelijk is aan de verzadigings-dampspanning. De stroom dient daartoe gecomprimeerd te worden tot
0.944/0. '153 atm = 6.17 atm.
Het daarvoor benodigde compressorvermogen bedraagt 9 : I . __ ~
~~../v 1"-""'" .•
Pcompr
=
(q,~ol*R
*
T/,?)*ln(pu/Pi)
_____L--=
53 .1*8.314*453/ .7*ln(6.17) = 520 kW.Een voordeel van deze compressie is dat de gasstroom minder di ep
behoeft te worden gekoeld om het fenol zo 'volledig mogelijk uit
de processtroom te verwijderen. Dit geldt tevens voor de
na-volgende koeling ter verwijdering van methylisocyanaat uit de
processtroom en in het laatste geval leidt het tot een beduidende
verlaging van de koelcapaciteit van de benodigde koelmachine.
Door koeling van de gasstroom met water tot 43 oe (316 K) wordt
99.8% van het fenol verwijderd uit de gasstroom en als vloeistof opgevangen.
Voor de berekening en dimensionering van de fenol condensor wordt verwezen naar bijlage 3.
De partiaalspanning van het methylisocyanaat dat nu nog aanwezig
is i n de gasstroom is inmiddels na de koeling nagenoeg gelijk
}
.NJ"'~
J""geworden aan de verzadigingsspanning bij 43 oe zodat bij intrede 1~~
in de methylisocyanaat-condensor direct condensatie optreedt van \~~~
methylisocyanaat. ~
Door koeling van de gasstroom van 43 oe to - 40 oe wordt 99 % van
J,fiJl-
2
het met h y 1 iso c y a n a a t ver wij der d u i t de gas s t r oom e n als vlo eis tof J
Yr/~1>-opgevangen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voor de berekening en dimensionering van de
methyJisocyanaat-condensor wordt verwezen naar bijlage 3.
De gasstroom wordt nu weer verwarmd tot 180 oe met hphulp van
water- en stoomverwarming in een tweetal pijpenwarmtewisselaars
Voor de berekening en dimensionering van deze warmtewisselaars
wordt eveneens verwezen naar bijlage 3.
De druk van de gasstroom (ca 6 atm) wordt nu weer afgelaten tot
1.3 atm via een gasturbine die is gekoppeld aan de as van de
eerder genoemde gascompressor, waarna de gasstroom weer wordt
ingelaten in de reactor.
Volgens de literatuur9 bedraagt het door de turbine geleverde
vermogen : waarbij Pturb. , , )., ",ol ~* YN2*~N2*(Pi-Pu) 0.7*6.03*10- 3 *36.74* ( (6.17-1.3)*1.013*105 ) 77 kW. YN2 = (8.314*453)/(6.17*1.013*10 5 ) = 6.03*10- 3 m3 /mol 16
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
-- -Bijlage 1De berekening van de klA-waarden
Voor de berekening van de kl- en kg-waarden wordt de volgende
correlatie gebruikt 10 . Deze correlatie geldt voor beweeglijke
grensvlakken :
Sh = 2 + 1.13*ReO . 5*ScO . 5
=
2 + 1.13*(Vl c *D/-ID)0.5Voor de waarde van vI in het Re-getal is het fysisch zinvoller de
waarde van de opgewekte vloeistofcirculatiesnelheid (vl c ) in te
vullen i.p.v. de superficiele vloeistofsnelheid. De
vloeistof-circulatiesnelheid in een bellenkolom wordt als volgt berekend :
vlc = 0.9*(g*D*.vs g )0.333.
De aldus berekende waarde van vlc voor de procesreactor is 1.82 mis
De berekende diffusiecoefficient van methylisocyanaat 11 is 1.15*10- 8 m2 js
Dus Sh ~ 24624 d.w.z. kl*db/JD
=
24624kl
=
24624*'1. 15*10-8j6*'10-3=
4.7*10- 2 misMet een aangenomen diffusiecoefficient van methylisocyanaat in de
gasfase van 10-5 m2 js wordt op identieke wijze een kg-waarde van
1.4 mis berekend.
De verdelingscoefficient van methylisocyanaat is 0.095 bij 180
oe.
De totale stofoverdrachtscoefficient voor methylisocyanaat
bedraagt dan:
Kl
=
(1/m*kg + 1/kl)-1=
=
(1/(0.095*1.4)+1/4.7*10- 2 )-1 = 3.5*10- 2 mis.Voor de berekening van het uitwisselend oppervlak wordt de
volgende formule gebruikt
De fractie gas
(f)
heeft voor het reactorsysteem de waarde 0.248(zie reactor-berekening ). Voor de evenwichtsbeldiameter (db) in
een coalescerend systeem wordt de waarde voor het systeem
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
I-lcJter jlucht gekozen/' ,,1 . G* 'iO- 3 rn. Het is mogelijk cJat deze
waarde voor organische syst emen met een l ager e oppervlakt
e-spanning kleiner i s .
n
r
~00rd~ van het uitwissel end oppervlakwordt nu 248 rn 2 /M3 en de KlA-waarde voor methylisocyanaat wordt 8.685- 1 .
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bijlage 2De berekening van de partiele oondensor voor fenol en methyllisocyanaat
Zoals reeds bij de reaotorbeschrijving aangegeven verlaat de processtroom de reaotor bij een temperatuur van 180 oe en
bedraagt de partiaalspanning van fenol in de stroom 0.153 atm. Het dauwpunt van fenol kan worden berekend met behulp van
stofdata uit de literatuur 2 en bedraagt 0.944 atm. Om de par-tiaalspanning van fenol in de prooesstroom gelijk te krijgen aan de verzadigingsdampspanning bij 180 oe dient de gasstroom met behulp van een compressor te worden geoomprimeerd tot 0.944/0.153 =6.17atm. Fenol-condensor Gegevens : Ptot C/Jmol(tot) CPv(tot) A.
mei
'r'methyl rA i"'" 't'fenol Al-I 't' N 2 ::: 6.17 atm 53.1mol/s = nRT/ptot= ::: 53.1*8.314*453/6. 17*1.013*10 5 - 0.32 m3 /s. -- 8.26 mol/s 8.10 mal/s 36.'74 mol/sDaar de stroom verzadigd is met fenol zal bij temperatuurdaling in de condensor direot condensatie van fenol optreden en bij elke temperatuur geldt dat Pf
=
P'ff' De partiaalspanningen vanmethylisocyanaat en stikstof en de
~~
kunnen nu berekend worden met behulp van een rekenschema dat besohreven staat in deliteratuur 12 en waarvan de reSultaten in onderstaande tabellen
zijn weergegeven
Tabel 1 . Drukken en molenstromen fenoloondensor
.
K atm mol/s mol/s atm mol/s atm mol/s
Tg Pf cp~
<P'f
Pm cp~ PN2 <:P~N2 453 0.944 8.10 0.960 8.26 4.27 36.74 423 0.3'79 2.945 5.155 1.063 8.26 4.728 36.'74 3'73 0.053 0.390 7.710 1 . 123 8 .26 4.994 36.74 323 0.003 0.023 8.077 1.132 8.26 5.036 36.'74 316 0.002 0.014 8.086 1 . 132 8.26 5.036 36.74 19•
Tabel 2. Massastromen fenol condensor
•
.'\.
,.
k.g/s ...
> T g Mf Mf Mm MN2 453 0.761 0.4'71 1.029 423 0.2'7'7 0.484 0.4'71 1.029•
3'73 0.036 0.725 0.471 1.029 323 0.002 0.'759 0.4'71 1.029 316 0.001 0.760 0.4'71 1.029Tabel 3. Enthalpieen en Enthalpiestromen fenol condensor
•
K < kJ/k.g > < • L k.W > h~f 'i}.
~ .~ • 'J.
Tg hf (. h m '.t hN2 Hf Hf Hm HN2 Htot 453 1380 917 1171 4'78 1050 552 492 2094 423 1289 82'7 1 1 13 445 357 400 524 458 1'739•
373 1140 6'78 1025 391 41 492 483 402 1418 323 995 536 1059 33'7 2 407 499 34'7 1255 316 9'76 516 1042 329 392 491 339 1223Tabel 4. Berekening gemiddeld temperatuurverschil Tm
•
(gemiddelde drijvende kracht warmteoverdracht).K
.
nv
.
kW oe K K- "I k.W/K 10 2 *1/6TTg Hto t .1Htot Tw .6T 6 Htot/2*(1/ T· J + 1 / Tj +1)
•
453 2094 355 40.0 140 0.714 2.'7'7 423 1'739 321 31.9 1 18 . 1 0.847 3.49 373 1418 163 24.5 '75.5 1.325 3.87 323 1255 32 20.8 29.2 3.424 1 .24 316 '1223 20.0 23 4.348•
Totaal 871 ) dHtot/ dT 11.3'7 Tm=
8'71/11.37 '76.6 oe.•
Benodigd koelwater MH20 • (H453-H316)/(Cpw* 6T) = (2094-1223)/(4.19*(40-20))=
=
10.4 k.g/s Q U*A* 6T l n•
20•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Geschatte U (damp + inert gas)13
Vuilweerstand
40 BTU/hr.ft 2 .OF
227 W/m 2
.K
1/Utotaa1 == 1/10- 4 + 1/227 j Utotaal ~ 222 W/m 2
.K
Log.temp.verschil 6Tln :
6
T 1n == (6T max - ~Tmin)/ln(6Tmax/óTmin)(140-23)/ln(140/23)
=
64.8 oe•
Q H453-H316
=
2094-1223 == 871 kWBenodigd warmtewisselend oppervlak :
A == 6~/(U*ÓTln )
=
871*10 3 /(222*64.8) - 60.5 m2Pijpen : 2S mm diameter, lengte 3 m, steek 32 mm in driehoek
Opp. per p i j p : 0.025*3.14*3 == 0.24 m2
Voor 60.5 m2 : 60.5/0.24
=
252 pijpen8enodigde manteldiameter 14 : 0.65 m (292 pijpen, 2 pass).
Damp+gas aan mantelzijde, koelwater door de pijpen
Voor de berekening van het oppervlak wordt in dit geval gebruik
gemaakt van het logaritmisch temperatuurverschi l over de
conden-Sor ÓT1n en niet het gemiddelde temperatuurverschil 6T m omdat
gewerkt wordt met een geschatte warmteweerstand U en de condensor
daarom iets groter wordt gedimensioneerd.
Methylisocyanaat-condensor :
Gegevens: Ptot == 6.17 atrn
CP';;
'
== 8.26 mol/scp
'N"2
== 36. 74 mol / sT == 316 K
•
•
•
•
•
•
Tabel 5. Drukken ,molenstromen en massastromen
methylisocyanaat-condensor
K atm mol/s mol/s atm mol/s kg/s
Tg Pro <p~
CP~
PN2CP~2
M
m 316 '1 . 132 8.26 5.716 36.74 0.471 293 0.454 2.918 5.342 5.716 36.74 0.166 273 0 .173 1 .059 7.201 5.997 36.74 0.060 253 0.054 0.324 7.936 6. '116 36.74 0.018 233 0.013 0.0?7 8.183 6.157 36.74 0.004Tabel 6. Enthalpieen en Enthalpiestromen methylisocyanaat-condensor K < kj/kg > < kW > ht hL. ht2 • <J- • L. .<,t • Tg m Hm Hm HN2 Htot 316 1042 329 491 339 830 293 996 498 305 165 152 314 631 273 957 458 283 57 188 291 536 253 916 418 262 16 189 2?0 475 233 8?6 378 241 4 177 248 429
Af
te voeren warmtestroom ~.
r Q-
H316-
H233=
830-429=
401 kW kg/s kg/s M ro MN2 1.029 0.305 1.029 0.411 1 .029 0.453 1.029 0.467 1 .029Voor het verwijderen van methylisocyanaat uit de productstroom is
een koelmachine noodzakelijk met als koelmiddel freon en een
• koelcapaciteit van 401 kW.
•
•
•
22•
•
- -- - - -- - -
-•
•
•
,I
.
•
II
.
•
Bijlage 3Berekening van de verwarming van de ingaande carbamaatstroom en
van de hulpstroom stikstofgas.
Gegevens ingaande carbamaatstroom
~~ol
=
8.34 mol/sT s '"" 186 °C
Daar de voor de berekening van deze verwarming benodigde smelt-warmte en warmtecapaciteit van N-methyl-fenylcarbamaat niet bekend zijn werd van beide parameters een schatting gemaakt met behulp van literatuurmethoden.
De smeltwarmte van een organische verbinding kan benaderd worden
met onderstaande vergelijking uit de literatuur 15 :
R/2*~~/3 == 1.986/2*(359)4/3 ==
2534 cal/mol ~ 10616 j/mol
De warmtecapaciteit kan voor organische vloeistoffen worden
bena-derd door haar gelijk te nemen aan de helft van het molgewicht van de verbinding 16 ;
Cp(carb) == 0 .5*M car b
=
0.5*151 = 75.5 cal/mol.K ==316.3 J/mol.K == 2095 J/kg.K Benodigde warmtestroom
Q =<P~01*
(6Hsm + Cp*6T) :::8.34*(10616 + 316.3*(180-20)) 511 kW
Massastroom stoom mstoom •
=
511/1980 == 0.26 kg/sLog. temp.verschil 6Tln == (166-6)/ln(166/6) == 48.2 °C
Geschatte Utot 13 : 150 BTU/hr.ft 2 .oF
=
852 W/m 2 .KWarmtewisselend oppervlak A
=
511*103/(852*48.2) ::: 12.4 m2 Benodigd vat: diameter 1.50 m, hoogte 1.30, oppervlak 13.2 m2De verwarming van de stikstofstroom wordt in twee trappen
gerea-liseerd teneinde een zo economisch mogelijk gebruik van energie
in het proces te bewekstelligen
\, t
•
.
i
.
I
•
•
•
I
.
Gegevens stiKstofhulpstroom : 4>modN2) == 36.8 mol / s ;'N 2 = 1. 03 kg / sZle voor verdere gegevens betreffende de stikstofhulpstroom
bij
--lage 2
Voor de eerste trap van de verwarming (-40 oe
tot 38 Oe) wordt
gebruik gemaakt van de koelwaterstroom (10.4
kg/sJ die
beschik-baar komt bij de partiele condensatie van fenol en die bij
de
uitlaat een temperatuur heeft van 40 oe
N2 :
Q
=
H313 - H233 = 334-248=
86 kWm
*e *.t.T = H313-H233 w pw w.t.T w = 86/(4.19*10.4)= 2 oe
Geschatte U (gas/water)13 = 10 BTU/hr.ft
2 . O
F
= 57 W/m2.K
Log.temp.verschil 6Tln
=
(78-2)/ln(78/2)=
20.7 oeWarmtewisselend oppervlak
A
== 86*10 3 /(57*20.7) = 72.9 m2 .
Pijpafmeting : 25 mm diameter, 3 m lengt
e, steek 32 mm in
driehoek .
Oppervl ak per PlJP : 0.025*3.14*3 = 0.24 m
2
Voor 72.9 m2 : 72.9/0.24 = 304 pijpen.
Benodigde manteldiameter14 : 0.65 m (292 pijpen, 2
pass).
Gas aan mantelzijde , koelwater door de pijpen
Door toepassing van het koelwater van de fenol condensor
wordt ca
10 % van de bij de fenol condensatie vrijgekomen warmte
nuttig
besteed voor de verwarming van de stikstofstroom
.
Voor de tweede trap van de verwarming van de stikstofhulpstroom (38 oe tot 180 Oe) wordt weer gebruik gemaakt van stoomverwarming
Ps
= 186 Oe).
., H453 - H311=
493 - 334=
159 kW•
mstoom=
159/1980 0.08 kg/s log.temp.verschil6Tln (148-6)/ln(148/6) -44.3 oe 24•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Geschatte U (stoomjgas)13 10 BTU/hr.ft 2 .OF
=
57 W/m2.KWarmtewisselend oppervlak A
=
159*103 / (57*44.3)=
63 m2.Pijpen: 25 mm diameter, 3 m lengte, steek 32 mm in driehoek
~
Oppervlak per p i j p : 0.025*3.14*3 0.24 mL
Voor 63 m2 : 63/0.24 = 263 pijpen
Benodigde manteldiameter 14 : 0.65 m (292 pijpen, 2 pass)
Stoom aan mantelzijde, gas door de pijpen.
•
•
•
I
.
•
I
I
.
•
I
.
•
•
•
•
Literatuurlijst1) Koenig, Eur.Pat.Appl. EP 54817 (Cl.C07C118jOO) (1982)
2) Reid,Prausnitz en Sherwood, The properties of gases and
liquids, 3rd Ed. (1977)
3) Krimm, Eir.Pat.Appl. EP 48368 (CI.C07C125j065) (1982); Weber, US. 4.123.450 (Cl 260-453P; C07C118jOO) (1978)j
Reichmann, Ger.Offen. 2.756.928 (CI.C07C119j042) (1979)
4) Da1y en Ziolkowski, Int.J.Chem.Kin. 12 241 (1980);
Dalyen Zio1kowski, Austr.J.Chem. 25 1453 (1972)
5) Baker en Gaunt, ,J.Chem.Soc. 5 (1949);
Lovering en Laidler, Can.,J.Chern. 4031 (1962)
Ga) Zie ref 2
6b) Patai, The Chernistry of Cyanates and thei1' thioderivatives,
Inte1'science Publishers,NY (1977), part I, blz 247 ev.
6e) Zie ref 2, blz 227 ev.
7) Chem.Eng.,J. (The Biochem.Eng.,J.) B21 28 (1974)
8) Kern, Process Heat transfer (1950)
9) Wesse1ingh, Collegedictaat Scheidingsprocessen I (rn2),
TH Delft (198'1)
10) Zuiderweg, Collegedictaat Fysische soheidingsmethoden (mS), TH Delft (1980), pag 155
11) Zie ref .2, blz 567 ev.
12) VDI-warmeatlas, VOl-verlag GmbH Ousseldorf (1974), b 1 a d ,.1 c 1 ev.
13) Collegedictaat Apparatenbouw voor de Procesindustrie, TH D p 1 f t ('1 978 ) > H Dof d 5 t u I, 4, A P pen d i x A 9
14) Zie Ref 13, Appendix A11
15) Collegedictaat Toegepaste thermodynamica en Fasenleer, TH Delft, hoofdstuk 5.3
16) Zie ref 2, blz 150
, - - - -- - - -- - -
-•
•
Symbolenlijst A oppervlak, m2 C concentratie mOl/m 3•
cp warmtecapaciteit J/mol.K 0 diameter m 0 diffusiecoefficient m2 /s db evenwichtsbeldiameter mê
gasfractie (-
)'Tl
efficiencie (-
)•
h enthalpie kj/kg hr,h s warmteoverdrachtscoefficient W/m 2 .K H hoogte m ~; enthalpiestroom kW 6Hf vormingswarmte kj/mol•
ÓHr reactiewarmte kj/mol 6Hsm smeltwarmte kj/mol Kl overall stofoverdrachtscoefficient m/sf
conversie(
-
)
m verdelingscoefficient(
-
)
•
M,rii massastroom kg/s p druk atm p I I verzadigingsdampspanning atrn p vermogen kW R gasconstante J/mol.K S stripfactor (-
)•
T temperatuur K,oC Tl' l'eactorternpel'atuur K U overall warrnteoverdrachts- W/rn 2 .K coefficientv sg superficie1e gassnelheid mIs
•
vlc vloeistofcirculatiesnelheid misct> rnol rnolenstroom rnol/s
C/>v of
rP
volumestroom m3 /s V volume m3 )J molaire volume m3 /m01•
indexen c N-methyl-feny1carbamaat f fenol•
27•
•
•
g gas(fase)•
1 vloeistof(fase ) rn methylisocyanaat Nq C- stikstof s stoom w water•
I.
•
I
.
•
•
28~.
•
--_.
__
. __ ... _ - - -- - -- --Voor-
,
IN
waarts
.
Massa -en
Retour
UIT
Warmt ebal ans
•
,
•
M
Q
M
M
M
Q
Q
Q
.
'.1 .26
619
Voeding
. ~•
,'.V2
0.26
1012
Stoom
..
..
C ondensas.,t
...
0.26
,
501
@---
0.013
16
~fvalstroQUl...
0.244
952
Stoom
•
R3
Condensaa..t
0.244
469
~~.
,~KoEi.lwater
.-t
H6
10.4
-t?.7
68
Koelwate:r.
' ; ~;','0.76
392
Fenol
..
•
•
t
Freon.
-
401
t
H8
X) --
Fre
on
•
.
0:
0.47
177
•
Ivfethyliso-... I•
Knplwate::r:.
10.4
13553
H11
•
.
10.4
----' 11h_19.koelwater
..
-":_ X) ..nl
.
et
.
.
ge
d~llLenslone.e.rd__
_
._.
_
_
---,_.
__
__
.
.. ,_.
.
•
•
•
II
.
•
•
•
I
.
•
•
•
0.08
12.2
312
0toom
15663
•
Massa in kg/s
Warmte in
kW
Conden
saa
J0.08
154
--.
(V_ ..
1 nl.
LlqlStikstof
, . . . L . .-To t a al
~12.2
15663
Fabrieksvoorontwerp
.
.-'~./--- -,
....
A pparaa t str oom
1
2
3
8
10
, Compo
'
nenten
M
QM
0.
M
Cl
M
0.
M
QCarb
amP
Jl
t
1 26
1141
0.004
3.1:)
-
-
-
-
-
-Fenol
-
-
0.0126 12.0
0.76
1050
0.76
392
-
-Stiksto
f
-
-
-
-
1.03
492-
-
1.03
339
Methyli
s
o-
-
-
-
-
0
,
.47
,
552
-
) ,0.47
491
,
-Totaal:
1 .26
1141
0.013
15.5
2.26
2094
0.76
392
1.5
530
...
14
A Dparaatstroom
1 1
f
C om pon ent en
M
Q
M
QM
QM
Q
M
Q
methyli
s
o
0.47
177
-
-stiksto
f
'
-
-
1 .03
248
Totaal:
0.47
177
1 .03
248
M
i~kg/s
•
•
•
St~om
/C.mpone[ften
sta~t
FVO
2-6 d-=-
B~u~/Hiemst~
•
•
Apparaat No:V2
R
3
V7
V9
Opwarmvat
Bellenkolo
m
Tank
t.b.v
Tank
t.b.v
Benaming,
opslag
opslag
type
Carba
m
aat
Reactor
fenol
methyliso-cyanaat
-•
Abs.of eff. !I:
abs.druk
ab
t:
.druk
abs.druk
abs.druk
druk in bar
1 bar
1
bar
6.2
bar
6.2
bar
•
temp. in oe.
__
180
180
43
-40
-- .-Inhoud in m3
2.3
19.9
125
100
Diam. in m1.5
3
3
2.5
•
1 of h iü mh:
1 .3
h:2.
8
1 :4.5
1 :5
Vulling:
*
vloeistof
vloeistof
vloeistof
vloeistof
schote:::'ö-o.o.i:' ~. vaste pakking
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
•
katalysator-type-
,
,
-
vorm•
· ...
·
...
·
...
•
Speciaal te ge-bruiken mat. aantal serie/parallel~
.
I•
FVO
2616
De Bruin/Hiemstra
•
*
aangeven wat bedoeld wordt•
,
•
Apparaat No:C4
T5
lGasco
m
pre
s
-
Gasturbine
Benaming,
s
or t.b.v
t.b.v
•
typeproducten-
stikstof
stroom
te verpompengas/damp-
gas
mediummengsel
•
Capaciteit int/d
t/d
t/d of kg/s~195
89
•
Dichtheid1 . 13
4.7
in kg/m3
Zuig-/persdruk
abs.druk
abs.druk
in bar(abs.of
1
/
6.2
6.2 /1 .5
eff.*)
temp. in°c
in / uit180/180
180/180
•
Vermogen in kl." theor./ prakt.743
/
520
110
/
77
Speciaal te ge•
bruiken mat. aantal serie/parallel•
FVO 2616 De Bruin/Hiemstra
•
*
aangeven wat bedoeld wordt•
•
I
I
!
.
Apparatenlijst voor warmtewisselaars, fornuizen
---•
Apparaat No:H6
H8
H11
H10
Pypenwarmte Freon-koel-. Pypenwarmte Pypenwarmte
. .~-
.. -. .Benaming,
wisselaar
machi:p.~ . ,wisselaar
wisselaar
type
t.b.v. feno
t.b.v
'
.
t.b.v
t.b.v ..
methyliso-
stikstof
stikstof
•
Medium
koelwater/ Freon
/
Koelwater/
Stikstof/
pijpen-/
reactie-
reactie-
stikstof
Stoom
mantelzijde
producten producten
•
Capaciteit, uitgewisselde871
401
86
159
•
warmte in k\if. \{armtewis s elend63
270
--
73
oppevl. in m Aantalpa~àrfê{
11
1
1
•
Abs. of eff.3{abs. druk
abs. druk
abs.druk
abs.druk
druk in bar ~-/
6.2
--/6.2
--I
6.2
6.2/ 3
pijpen-/
•
mantelzijde temp. in / uit in oe40/38
38/180
20/40
--/--pijpzijde---
---
------mantelzijde
180/43
43/-40
-40/38
186/186
Speciaal te ge-bruiken mat.•
•
FVO2616 De Bruin/Hie
ms
t
ra
•
3{aaneeven wat bedoeld wordt
- - -~-~
I-
•
•
•
•
•
•
•
•
•
,8
LeGéNDA•
,j
~; _ 5foo,..,.,.~5.
~
leoe/N._._ j-@---l
(
~
,r
~
I I I4~
sloort> 1.0 €.3 t@---
---
~
I
-
,
-I IQSH~!}~~)~---~--
--~
Pt;ZOCéS5CH(!3MA ~ReIOING vAN METH!:ILJSOC'/ANAATUIT N - METH'tL .. FEN'iLCARöAMAAT
,
I !:f..§ L - - _ _ _ _:J
de bruin 1-1 .. 1-1 /el'1:s1-~ __ ~OQI'1r.s
@-lliD-Q3
Freon,
,
I I _____ -l = == = = -=Ij ~;.
H
DO.$eer 1'I:JlolJ. carbamaoté Ofiwortr7 Vat corbaJrlaat ?>e//en/c.olo,., . . reaJcJ.or Co",pre:s~or [ . I l I Gt!l:sfur61/'1e l'1-1.6
.
Fenol-ko;;:n_!
I'V?
Opvang
val
I
,
Feno/ H (3 /YJeJk;/isos,!anoat . Á:cnden::>or I ),/9 Ol'vonCJ vafI
f'?efh'l/iSoc'IQnoofI
H 10. 5foo"?_ I verM;or"'II"n9. H /1 Wormfe .. lAl, :J:5e1aar.o
Str:oom nr_o
!efP'/D, I:'/c
.
O
_
Dn.Jk
,'n ot/'''''I. FenolF
Q6
r/e.0Jonlwerp nr 26/6lul,-
1985,
,,1 .. - ,~
Veiligheid
Het onderwerp veiligheid kan voor het in dit fabrieksvoor-ontwerp beschreven proces in twee delen worden gesplitst : a) Veiligheidsaspecten m.b.t. de productie.
b) Veiligheidsaspecten m.b.t. de opslag van met name methyl-isocyanaat
Met betrekking tot het productieproces dient opgemerkt te worden dat door de aanwezigheid van het uitzonderlijk giftige methylisocyanaat in de processtromen, waarbij dit product tevens door de hoge toegepaste procestemperatuur als damp aanwezig is, hoge eisen moeten worden gesteld aan de
gasdichtheid van de procesapparatuur.
Een apart gevaarsaspect wordt gevormd door het ontstaan van vluchtige reactieproducten bij hoge temperatuur tijdens de omzetting in de reactor van N-methyl-fenylcarbamaat in fenol en methylisocyanaat. Een gunstig gegeven hierbij wordt
gevormd door het feit dat de omzetting een endotherme reactie is die sterk wordt afgeremd wanneer de reactorverwarming
wordt uitgeschakeld. Daling van de temperatuur heeft bovendien tot gevolg dat het reactie-evenwioht verschuift naar de zijde van de uitgangsstof hetgeen de vorming van vluchtige producten verder tegengaat. Tevens heeft stilvallen van de hulpstroom stikstofgas tot gevolg dat, door de ongunstige ligging van het reactie-evenwicht aan de zijde van de uitgangsstof, de omzetting en daarmee de vorming van vluchtige producten sterk wordt afgeremd bij uitvallen van de hulpstroom stripgas.
Het belangrijkste gevaarsaspect wat betreft produotie en opslag wordt eohter gevormd door de heftige, exotherme
reactie van methylisooyanaat met water waarbij koolzuurgas en methylamine worden gevormd.
Dientengevolge zal aan kwaliteitscontrole en preventief
onderhoud van de warmtewisselaars voor verwarming en koeling van de processtroom de hoogste prioriteit moeten worden
gegeven. Ook zou overwogen kunnen worden om voor alle verwarmings- en koelstappen gebruik te maken van een hulpmedium zoals bijv. olie en/of freon.
Tevens zal een" voorziening moeten worden getroffen om
eventueel ontstane overdruk op een zodanige wijze te kunnen aflaten dat de daarbij vrijkomende gassen langs een te
voren voorbereide route worden geleid naar een gaswasser die gevuld is met een waterige oplossing van natronloog van
voldoende capaciteit zodat methylisocyanaat kan worden geneutraliseerd en koolzuur kan worden gebonden in de vorm van natriumcarbonaat. Deze gasafvoer dient van een goede terugslagbeveiliging te zijn voorzien teneinde terugslag van waterige natronloog in de installatie te kunnen voorkomen. Als alternatief medium voor deze gaswasser zou tevens een oplossing van fenol in een inert oplosmiddel kunnen worden gebruikt waarbij het gevormde product
• I.. " ' ... ~
voor het proces. Tevens wordt in dit geval de vorming van
koolzuurgas vermeden. Als medium voor deze gaswasser zou in
principe de afvalstroom van het proces, die bestaat uit een
mengsel van fenol en N-methyl-fenylcorbamaat, kunnen worden
gebruikt.
Opslag van methylisocyanaat dient in zodanige eenheden te
geschieden dat in geval van een calamiteit de totale inhoud
van een opslagtank geneutraliseerd kan worden in een
veilig-heidstank van voldoende capaciteit die gedeeltelijk gevuld is
met een neutralisatie-medium.
----~---_ Sfoom. __ _
,--
-
--
-$-~~~T
1~531~~---~
@
iI
@--- ---
--
--
-
--
_
.
~
.
~-++@---,
I I II
4~
sloom
_PQOCES5CHéMA 'bé.ReIOIN(5 VAN M€T/-I!:ILJSoCyANAAT
-UIT N --JVJéTHLfL. - FENttLCAR~/AMA4T __ _ 1.-I I l..-. _ _ _ _
:J
debruin
1-1. 1-1
lel)'/'
~I-
n:,
___
s.foçl'1
@-~
î
freon.. i II
I I ____ ---1_ ____
_
-1
I?efh
----1 l.eGéNDADJ
Do.seer
/n~hQlJ.carhah100l!
Vz
Ofiwor
/YJvat
-< ••
cor6airlaat