r .
I L.l I
l
Eeschouwing van drie processen ter bereiding van
januari, 1972.
J. van Roosmalen D.J.E. Vrolijk
-L Inhoud: Hoofdstuk I 11 111 IV :Bijlagen V
VI
VII Figuren Symbolenlijst Litteratuurlijst S arllGnVa ttino; KonLlusies InleidinGUit~angspuntcn voor het ontwerp (w.o. fysische konstnnten)
Froces
A
PrOC8S :B Proces C pagina 1 2 4 5 10 20 3035
-, J
-1-Eeschoui'ld worden drie processen ter bereiding van epichloorhydrine, waarbi j de nadr-uk val t O~J de m:.lssa- en vmrratebalans.
Korte beschouwinc van deze processen: Proces A:
In een buisreaktar, gevul d Bot een zilver-ijzer katalys2tor, rea-geert gasvormi g allylchloride met zuurstof uit de lucht bi j 10 atm. en 500 K exothermisch onder produktie van epichloorhydrine en de verbrandingsproduJ.:::ten kooldioxide en water.
De produktst:coom wordt gescheiden in een kondensor . De hierbij ontstane vloeistof wordt gedestilleerd, wa~rna het v±ijgekomen allylchloride gereciculeerd vJOrdt en het epichloorhydrine-1Hater mengsel door destillatie gescheiden. Het gas uit de kondensor wordt aclltereenvolgens met water en o.xyleen gestript, waarna het naar de sclloorsteen gaat . Het in o.xyl een geabsorbeerde allylch lo-ride wordt door destillatie ervan gescheiden, waarna het weer naar de reaktor wordt t eruggevoerd.
Proces TI:
In een geroerde autok~aaf reageert een mengsel van allylchlurü1e en aceetal dellycle in het oplosmiddel xyl een bij 10 atm~ en gOOO exothermiscil 1,1et zU'J.rstof ui t de lucht, onder produktie van azi j n-zuur en epichloorhyclrine. Van de vloeibare produktstroom worden allyl chloride en aceetaldehyde gescheiden door destillatie en ge -circuleerd, ten'iijl de rest geëxtraheerd 'vvordt met "'later • De
... ","r"'c~ I
zware fase r die uit verdund azijnzuur bestaat, kan worden o,ge-;\ .... d_ ....
"'I-w2rkt tot j_jsazijn, tervdjl de lj_c:l.'ae f ase gedestilleerd wordt waarbij zuiver epichloorhydrine en xyl een worden gevormd. IJe
,~--l aatstgenoemda wordt gerecirculeerd.
, Van de gasvor;ü C;8 }Jroduktstr oom ui t de reaktor worden acseta lde-hyde er.. all~;-lc:üGride gesclleü,1.en claar r_esp. kondensatie,
IJet xyleen en (~G3tilla-~ic, ~'\.-':,.."';:""""'_._- -FToces 0:
waarna recirc~latie volgt. \ '~_ l·', I f- ..."..., •• /l,A.A Cv.-) :t..
I,·l>-l
Lr
-r ~ , , \ ,I~
, ' ,
-
2-stofperoxid2 , al\;-lchlor-ide en fosforzlwr in cthyl acet2<0,t exo
-t' üerliscn 1 Liet e_"II '2.é~l~ ' OIJ , " -Jr.:°C 1 t ' , , " l , " '
c ) ,en a
lil
.
,
waarQ~.J eplC1LOiJY'_lyaI'1r..eg8VOIT.1l1 \ïorcl t . 'ïan de prod 1~~: t 3troom, wOLlen etl1yle.cet2.2t en allyl -eescheiden door de~tillatie, W~alTIa reciculatie volgt.
~picnlou:rhyc1rine , \:c~'L;r en fosforzuur VlO. rde,~\.n gescheiden i~~ ee12 }r~l'\<oo-<
i ")" P
s~~)ur2.tor. De zware fase, best:'!ande uJ.t 'leIÜc hlool'hydl'ine )n wat8r, '
wordt eede stilleerd, \'/2.arbi j zui,ver epi c~lloorhydrine envm,ter 'Tri j
-komen. Het water worGt gespuid. De lichte fase wordt geöxtr aheerd
met benzeen. IIet in benzeen o:~~Geloste epiclüoorhydrine wOl'd t ge
-wonnen door dcst~latie . Bij de extraktie met benzeen kont een
verdunde fosfo:rzuuro~'üossing vrj. j , die gespuid vv'Ord t.
Het benoGi ede w~tel'atofperoxide is te bereiden uit isopropyl a
l-kohol doo:!: oxidatie met zuurstof ui t de lucht. Hierbij vlordt t e
-V811S aceton c;evornd.
Uitgegaan viel'd van een pl"odu};:tielcapaci t ei t van 20. 0aOton })er
jaar.
Problemen war~n:
- De zil vc~r-i
J
zeI' kc.talysator bi j proces A. De akti vi tei t da2.l t nl. zeer ~mGl t ot ele konver s:Legraad 0, 19 is (lit. 1). Het is/ "
niet bekend hoe l anG deze aktiviteit gehandhc~2.fd blijft.
- Uit de door lito 2 opgegeven waarden o~trent de geproduceerde
hoeveelheden bij proces 3 blijkt dat de konversiegraad groter
dan 1 wordt; de vel%elde waarQe~ zijn dus dubi2us.
- Bij proces C is de levensduur van de carboxylhars onbekend.
- Het artikel en de oktrooien waar van uitgegaan werd (lit. 1,2
en 3) geven geen informatie over bi j:)I'dukten, ui tgezonc1e:cd de
vermelding v~n de verbrandinesprodukten bij proces A.
11. Konklusies:
Proces A is quu grondstoffen het voordeli gst. Het belanGrijk -ste nadeel is echter ae snelle de-aktivering van de katalysa
-tor o
Bij proces E is uitGegaan van dubieuze waarden van de konver
-siegraa~ en se18ktiviteit , ter~ijl bovendien ~en degradatie -prociukt (a~j_ jnZUtlr ) OGt8ta~lt 0
Proces C heeft als oelanGrijl: voordeel de gunstige real~tieom
st2.ncJiC;~leden (éi8 u:cul( is 1 :.:';L!"l. en de teml)eratuur is 25°C).
D2ar8ntecen is de sslektivitajt l acer en i s de levensduur van
-
-3-heid bijprodukt (aceton), doch ~ellicht i s aceton eantrekke
-lijkcr dan azijnzuuro
-r ---t~ H t 0 + <::4>...vlo ""-!flik ... 11l-C ScM'l.ws
1
Wv., I t9CJ.1,- _ _ tC~ cs ~"*
6,; _ I L /) V-l I t1 C(. ---'==---'l ) Et' 1-' t ft .. 1 -.. , . _ . _ -- - - - ' 0 - '''AA- ,I,~ '" /Jl1Z "...N>1' { ,r '
, '
,
'I
-
4
-Epiclll oorhydrine is een ldeurloz2 vloei stof met een Jw.r2.kteris -tieke irri ter ende geur. De Qunwczi6heid van zODel het chlooratoom als de cpoxicroc·~}), \;:;:.H::e bet de Z8C:!:L' ::ceakt i ef zijn, :~18.ken d(~ze
stof cesclLikt voor cllc;'üsclle synt~leses.
Epichl o orllydrine is woini.:; 0 ~:lû sbé~8.r in "'lat er en gl ycerol, sn
volledig men~bcEr Get vel e or~anische stoffen, zoal s 2.lkollOlen,
e stei.s , et11ers, ket onen, t:..tr2c~·1100rkoo13tof en 8.rO~'1é:',ti sche 1\:00
1-wat el'stGffen.
Toxicttei tsccgevens: ~pic:ll..;;jrllydrjne vJerkt sterk irriterend op
de slijnvliezcn vs.n het 00,,'; en de luc~1twegen en, ook in Campvorm,
op de huid door welke het in toxische hoeveelheden opgenomen kan worden.
Epicllloorhydrine is van belang e,ls grondstof voor epoxiharsen,
glycerol verbindingen, cLloorhyul'ine-rubber, terwi j 1 li.et verd2r
toep2.ssing vindt bij crosslinking van katoen en als stabilisa
-tor voor gechloreerde insecticides.
Techni sch wordt epichloorhydrine bereid uit allylchloride en on
-derchlorigzuur, lwtgeen in 19/t7 voor ' t eel'st GeSChiedde in de
, \J\jJ"~ V.S. en in 1957 in :=urope. (li t. 5) . Het proces is duur door het
\~rur'--'I~ ( l aee cllloolTende:·.~ent ( ,Grote calciumchloride produl:tstroom ) ( li t . 6) . Naast de technisc~e berei ding van epichloorhydrine via onderch
lo-rigzuur zi j n op l aborat ori v .. tlschaal de vol(;ende rout e s
C
1. Via waterstofperoxide en een kat alysator (bv. ~04)geprot ccrd:
(lit. 7)
\\Y. 2. Via org2.rÜSCl:le hydroperoxiden (li t. 4)
c
\
;...-
.
,
, 3 a. Vie, aceetaldehyJe en zuurstof met een kat alysator(Lit. 6)
zonder kat alysator (lit. 2}
3
b•1"0 11 "
Bij deze twee rout es bestaat de kans op openbreken van de
epoxigroep o.i.v. zuur (zgn. zuurs:plit sing) (li t. 8) . 11\.\l\"z"
4 a. Via azi jnzuur en waters,t ofperoxide·. waarbi j pel'azi jnzuur in
situ Gevormd wordt.
"b V· . . t t f , "
~ • la aZ1JDzuur en wa -ers 0 peroxl ae waarbij het perzuur van te
voren gevonnJ wor~t (l i t.G).
4c • Vl· a a. Zl'. ;lnzuur en vvat e:cst ofperoxi de w2.2rbij het pel'zu.ur in situ
wor dt c;evormd D.c;t r~u al s k8.talysatol~ niet zViéivel zuur, zoals bj.j
a b
4
en4
,
mU2r (vas·t) polystyrcensulfonzuur.Bi j de eerstE: t wee üiet.i.lOclen bestaat de kans o}"") zuur spl i tsine ,)
. . t crwi jl bij
a
R
t ; eede de kn~s op explosies aan~ezi6 is (bv. bij ,"L~ -L ' l:~ ·~ mol ::'.i r e 'v'~ 1- V8.l10,
4
i s ! "-: 11(-;t detono.t:Î. c,':e bj. cd , uc:c'. ';:!.. : 'l t ·(l_1 '..l C. "Ö )) • G'--
5-Voordelen van de beraidingen ~~rrrbjj ~ct perzuur in situ
wordt c;evorud t . 0 . 'I. cJ.8 nethocle VI G.8.:cb i j liet apD.I't vlorelt c;evorl:icl:
- l agere uateriaalkosten
- l agere investerinGskosten
- l aGere ko'..:.lin;ZGtosten
5. Via waterstófperoxidè en een vastè carboxylha~~ . (lit. ])
voor de v8.ste vorm VB.rl het· zuur weinig kans op zuursplitsing.
6. Gasfase-oxiclatie m8t zuu.rstof ui t de lucht o. i . v. een Ag-l~atÇ li t1)
Uit deze
Ec
t
~
o
den w~rden
de routes ]b, 5 en 6 gekozen voor ditontwern en wel om de vol~ende redenen:
]b: Het Fr8.DSe patent geeft hoopvol le resultaten te zien (lit. 2)
5
IIet Hederlandse patent evenzo.6 Dit i s qua crondstoffen de eenvoudigst e bereiding (alleen
lucht en allylchloride nodiG, ~fg2zien van de katalysat or)
De juiste katalysat or zal echter nog gevonden moeten worden.
IV.
Uit~angspunten voor het ontwerp:Uitcegaan werd van een lJroduktiekapaciteit van 20.000 ton per jG.2.r
waarbij een jo.a:L' ~esteld is op L.OOO ërur. Do..ar de ayparatuul',
z02,l s de stilla tiekolormnsn, extrakti ekoloIYJ:1en e. d. ni et berekend
is, is er van uitgesaan dat de scheiding in deze apparaten zich
voor 100
%
voltrekt. Voorts zijn de hoeveelheden en de 2arcl derbijp:codukten niet bekend, zodat deze niet Ül rekening gebracht
zijn. Tenslotte is voor proces A als uitgangspunt voor de pr oces-omstandi gheden, konversiegraad, enz. genomen een publikatie van
T. Kiryu en H. Komatsu (lit. 1), voor proces TI een ~rans patent
(lit. 2) en voor proces C een Hederlands patent (lit.
3).
Fysische konst anten:(zie voor de betekenis van de symbolen de symbolenlijst) .
Aceet aldellyde (AAl.;
M
=
44,05
Kookpunt (1 atm.): 20,8°c54,7
atm. 461 K=
166,0 k,T/l;](ll (ljt. 9) ( L)=
-
11 C; G lr.J / '10 1 (1 it. 'l) = 27, 20 l;.J/
1:1
°
1. (1 i t 0 9) - .- - . _ --- -- -- -- -- -- -- _._. - -6-Cp (L)
=
0,09G03 kJ/ ~ol K bij OOC Cp (G)=
31,05 - 121,5 T / 103 - 365,8 T2 / 107 kJ/mol IC Allylcllloride (AC): M=
76,53 Kookpunt (1 atm. ): 45,10C 20 ) ~4
=
0,9379 kg/ m..J Pc=
46,5 atm. Tc=
513 IC llHc~ (G)=
-
1852 kJ/mol (lit. 11) Cp (G)=
15,64+
24,29 T - 1,357 T2 / 1o
tt. of- 0,02930 T3 / 106 kJ/molr
( li t. 1 2)Cp (L)
=
0,1006 kJ/molK bij OoC~Hv
=
26,82 kJ/nol bM
=
39,95C p
=
0,519 };:<.T/rnol K bij 25°C (konstant verondersteld)Kooldioxide:
M
=
446Hf~
=
393,51 kJ/mol (lit. 9)Cp (G) = 0,03713 kJ/:rlOl K OIJ OOC
Zie voor Cp als f( T) fig. 4
Zie voor de oplosbaarheid van kooldioxide in water fie. 6
Epichloohydrine (E) : 1\1
=
92,53 Smeltplli~t: - 25,60C Kookpunt: 116,56 oe~
2~
=
1, 1804 kg/m3 Pc=
49,1 (geschat) Tc=
600 K (geschat)61Ic~ (L)
=
1770 lcJ/rJol (het verbrandincsprodukt IlCl opc;elost inwater in een verhouding 1 / 600)
.1 H
=
43, 3 5 kJ / lil ol (1 it. 1 3 )v
C fL)
=
0,1322 lrJ/raol Y bij 25°C (lit. 13)P ?
C (G)
=
-
16,13 + 32,93 T / 100 - 1,921 T~P
Zie voor Cp aJs f(T) fig. 3
Zie voor de olJlosbü:;_rheicl V2.D epichloorllydrine
1 keT/mol V
r,T
=
88, 1°
Kookpunt (1 atd.): 77,060C 0 20 --°
9003 1·c
"
/
rr
3 r 4 - , - ..L~G J. t Fe=
37,8 atm. Tc=
523,3 IC -7-Cp (L)=
0, 1 7°
kJ / mol Fbi j 25 ° C Waterstofchloride: M=
36,46 C (G)=
0,02912 kJ/mol K pAbsorbtiewarmte in water bij een molaire verhouding van HCl / H
20
=
=
1 / 600 en 25°C: 74,5 lcJ/r:lOl (lit.? ).
ZiE: voor een gr2.fisclie weergave van de absorbtiewarmte als funktie
van de hoeveelheid w2.ter figo 7.
VJater: lVI
=
18,02 Kookpunt: 100,00C Fe=
218,3 atm. T=
647,3 K c°
flEfs = - 285, 9 kJ/mol L\H v=
40,66 tdl v b=
43, 89, ,
,
,
,
,
ClH 25=
41,09 vC 90(L)
=
0,07515 kJ/mol K bij OOC (lit. 9)P Cp (L)
=
0,07599 kJ~nol K gemiddeld tussen°
en 150°C Cp (G)=
Cp (G)=
Cp (G)=
Cp (G)=
33,56 J/molK bij 298 Y 33,58 J/mol K bij 300 K 34,25 ~T/mol K bij 400 IC 35, 17J/mol E bi j 500 K Waterstofperoxide: r.1=
34,02 Kookpunt (1 atm.): 150,20C Ir°
-1 () r 9 1J/
I (1 --1- 1 ~ ~ !,. -fs=
-
uo, J"C mo liJ. ( I AI-~=
0, 05159 kJ/mol (lit. 9)Cl! b(L)
=
0,08933 kJ/IliOl L (lit. 9) (onafhankelijk Véln de tenp e-ratuur verondersteld)-
r-I
r-, ' - ' Azi jnzut:.1.' (AZ): r,T
=
60,05 KOJkpunt: 117,90Ce
2~
=
1,049 kG/ m3 Pc=
57, 1 a tEl .• Tc = 594,8 K L1 I-Ifs°
=
484,9 kJ / r.wl óHcso=
876,2 " LlHV=
23, 68 kJ/nol (lit. (lit. (lit. b Cp (L)=
0,1 234 kJ/L10l K Cp (G)=
0,0665 " Lucht: C - L' -9) 11) 9), ,
S21Uenstellinc van droge lucht:
Ar 0,9 70 CO2 0,03% N 2 78,1
r:;
O2 20, 9 ~s,
,
Cp
=
1,02 J/g bij 10 atm. en 200°C (lito 11)~tikstof: 1\:
=
28,02 Cp (G)=
29,12 J/mol K bij 298 K, ,
29,13, ,
29,25,
,
29,28 Zu.urstof: M=
32,00 P c=
50,5 atm.,
,
,
,
, ,
300 K 400 K 500 K (lit. 15) T c=
154,4 K Cp (G)=
34,60+
10,79 T / 10 4 - 785400/T2·kJ/mol K (lit. 18)° .
Xy 1 een (0 0 X) : I/I == 106, 17 Kookpunt (1 atm.): 144,4°00
2?,
=
0,8802 kg/m3 \ ~. Pc=
36,0 atm. T .. C=
r;30 '- F ü ld1v = 36,02 k,T/I.101 (lit . 15) Cp~
L
)
=
0,1(3?G LJ/lr:wlr
bij JOoC (lito 15)-9-Zie voor F-T-crafieken van de verschillende st0ffen fig. 1 en 2 .
De soortelijke warmten van vlueistöffen werden, voor zover niet gegeven, bij verschillende tenperaturen bepaald m.b.v. de me
-thode van Chow en Brieht (lit. 19). De expansiefaktor die hier
-voor nodig is ~erd bepaald vogens ~atson (lit. 20). (bijlage 1)
De verdampj.ngswarmte Vlas i. h. a. slechts gegeven bi j 1
tempe-ratuur. Voor de berekening bij B.ndere temperaturen werd gebruik
gemaalct van de ".iat son-vergelijkLng (li t. 20) ~ Zie bijl age 2.
De kooktemper2.turen bij andere drukken dan 1 atm. werden, voor
zover niet gegeven, berekend m.b.v. de gereduceerde vergelijking
-r
, ,
-10-v.
Proces A:a) J3esch:cijvin{,' V2.n het pl'oces (zj.e fig. 13):
Lucht vlO:cdt r:;eecllc;d dot d;;;'icpvorni5; allylcllloride uit de ver-damper T l ' op rec~ktietenper3.tuur ge bracht en vervolGens door de
kompressor 01 op 10 abn. ~ebracht. Dit mengsel wordt toegevoeGd
aan recirculerend allylchloride.
In de buisreakbor R1' die gevlüd is met een zilver-ijzer
katél-lysé'.tor, vindt bij 2~270C de reeJ::tte plaats wa[l,rbij niet alle.en
het cewenste produkt epichloorhydrine ontstaat doch ook kooldi-oxide, water en waterstofchloride.
In de vlarmtevrissela2.r Ï1
2 wordt recirculerend allylchloride o
pge-warmd door het produktgCls, dat vervolgens verder wordt af{;ekoeld
en gekondenseerd in HJ 0 J)e niet l;:ondeeeerbare 5asser~ : stikstof,
zuurstof, argon, kooldioxide en waterstof chloride, en het nog
d8Jüpvornig gebleven alJylchloride, water en epichloorhydrine 'dorden ~ door de twee absorptietorens T
2 en TJ geJeid, waarin
achtereen-1.~' volgens waterstofchloride , kooldioxide en epicflloorhydrine in
\~:I':' . /" ---.--- '"'
W,\/d~ .'{, ~ w2.ter, en allyk.:i;loride tn o. xy18en vlOrden r;eabsorbeerö.. Eet
o"1e1'-..
gebleven gas is afgas.
Het allylchloride wordt van het o.xyleen in de destillatietoren
T
4 gescheiden en teruggevoerd naar de reaktor.
De in konc1enso:c }IJ o~tstane vloeistof wordt in een tweetal in serie staande destillatiekolornnen Gescheiden; over de top van T
5 komt allylchloric1e, dat ook \veer n2.ar de reaktor wordt terugc;e-voerd; kolom T6 scheidt het water van het epichloorhydrine.
b) .lJ TIeOT)~elrlü 1 ..L _ 'Yl" VQ~ -ç..J G...I.... l'let "1~rOC.J_ ç 0c~~J Ü cl1e'.1 ~~... !l.c,:,· .
De omstandigheden van de ~asfasG-oxidatie zijn dezelfde als be
-schreven door Kiryu en Kouatsu (l i t. 1), waarbij ook als
kata-lysator de zilvor-i j zer katalysator Vlord t (',-enomen en als reak-ttetGElperatuur 227 oe. Afv.'l. jkend is de lucllt-211ylchloride
verhou-ding, die in cenoemd artikel
25/1
is; in Jit voorontwerp is ce-kozen voor een verhouCinR
2,45/1,
omdat andershet
percentacee~"Lc.t/-.1. '!lloOI~l"!..t..L. d.'~l'r:n _. _ _ ... "n ..1. 11:-'+ ~. >....#u '·ytOnQ"U·>~-·"·'~0 ...:-•. _ . v ~ .. ~\Jt..-,"-,>.J '7;"Î-.J ... '_ :'1~ ~.-> ""·e'l'l.... '110'., ~) \'JO.L"'·u't ( Z"'J'-' Tic:-.J •• G __ .... _;_}. 8,) •
Voor de c1l'ul;: L:. '10 atEl< (;C110r:len (l~iryu Ul'. KOGatsu n3.l~'lOn 1 atm.),
omdat o.~m mc(~r c;--iichJ.oül'1l7c1:c:Lne Ül l~onclGnsor
nJ
{:;oLondensccrdviOrdt.
Ond ClDJ ~ i~: d c Z G VE~:C:3 clü 11 C :lJ :i. s t 0 eh .~1.é1.n(:;(") nOj].,:; n d.s. t d e OJ'll~j e t i; j n(~
/
\ ' ":
\ ) ~..
I I ~ -'n
{JI r . ; ,,~, J'~ . ,..tV ...-11-chloride we.al v,::.n 4/~ vollec1i~'?; verbrandt (dus de selsl:ti vi tej. t i 8
19 __
4.
.
100=
79;~).D
~
9reakties
die pl aatsvinden zijn:p,
H2C=C1CCH 2 Cl
+
.;:;
O2 ~ II2C-Cn
- CïI2Clallylchloride e 1)i c1.11 0 orllyur i ne
c) ReaktienechanisIile en -kinettek:
Kiryu en Komatsu (lit. 1) vond~dat de snelheidsbepalende stap
bi j de e~oxidatie van allylchloride de reaktie tussen de on het
kat alysat orop}!ervlalc geadf]orb8erde atomaire .zuurstof en geadsor
-beerd allylcllloride is:
.;).-r
=
a + bP + cP" + f'P0 2
AC ~
Ook Klugherz en Harriot (lit. 22) vonden dat bij de epoxidntie
van etheen de reaktie op het katalysatoroppe:cvlak
snelbeidsbepa-lend is. Zij veronderstel den dat etheen en zuurstof op hat reeds
met atomaire ZW),-:cstof bedekte kat o.lysatorOlJpe:cvlal{ geadsorbee:L'd
worden. De tweede zU'-lrstofla.J.[; k2n atomair of I:101eh:ul ai.r zi jn:
alleen voor de vonrring van kool dioxide Beeft een reaktievergel ij
-king, volgens welke deze t~eede zuurst ofl aag molekulair moet worden
verondersteld, de beste resultaten.
Omdat nadere gegevens omtrent de konstant en in de
snelheidsver-gelijking ontbreken zijn dezelfde omstandigheden als in lito 1
aangenomen, met de al genoemde verschillen.
d) Reaktie-evemvicht:
De vrije enthalpie van de betrokken stoffen werden bepaald
vol-gens de methode van de groepsbijdrê.!.t3en van van Krevelen en
Chermin (lito 26), zie bijlage 4.
Uit het stabiliteit sdiagrwl (ftg. 10) volgt, dat allylchloride
selek"hef in elücllloorllydrine noet vlorden om[~czet: er i s dus een
~
l{at<.~lys3.tor nodig.
Ui t de berekerür:{; van ue evenvJi chtfJ~ç:on8to.nten bl :L jkt
uu
t beid e reaktics als 2flo~end m0~en worden beschouDd., / I
-
--1"'"'.
I
,_._,
~.
,_ J
-12-e) • --,--; . e '_l< ]:;+l' _._ u e'\'-I(... " r:_i.J,. l-u l' 0 ... •
VOOl' de b0}î2lj_11;-: vûn èle r e&kt ie-0nth2l:pie van de epoxiu2tj.e is
uj_tgegaan vall ue v8:L'br2,pchncsenthalpieën:
~Ilrs
0=
~
{nt ( IIHes0
)
i]
real:tu.nten -~
(nj
(Û!es 0ij
produktenepichloorlî.yurine: MI 0 (L)
=
-
1770 kJ/molcs
Deze \'!aarde is gebas8erd op verbranding waarbij een verdu_ude
zoutzuuro:)loGsing (lWl/II
20
=
1/600)(lit. 14) ontsta2t. Deab-sorptieviarElte bedraagt - 74,5 kt.T/nol (zie fig. 7)
6Hcs 0 (G)
= -
1770 ~ 74,5E
o
~H c-, 0
= -
1739 kJ/molvoS
allylchloride: dIl (G)
=
-
1852 l-;:J/molcs
Dus
A
H
0=
-
113 kJ/mol.rs
-Voor de berekening van deze reaktievmr'illten als funktie van de
tenperatuur zie bijlage 50
f) K)Û~Uc.v ",·~" l~-r<,., J'ÜC.. tor' •
De kata13ïsator is 2.s.ngebracllt op een poreuze aluminiurndrager
die een korrelerootte heeft van 5 mrn; hij bestaat uit
zilver-oxide en wat ijzel'oxide en het geheel wordt geaktiveerd door
verwarming bij 150-18000 in een waterstofstroom, tot geen water
meer geproduceerd wordto
g) r:Iassabal ans:
De benodigde hoev0elheid allylchloride is afhankelijk van het
verl ies van allylcllloride en epichlooI~ydrine: voor de berekening
werd daarom aanGenomen dat de hoeveelheid al lylchloride die de
reaktor binnenkomt x r;101/s bedraagt. De samenstelling van het de
reak-tor binnenGtrcmend gas volgt dan uit de verhouding allylclllo
-ride-zu1.a~Gtof en de luchtsC.J:lC::-lstelling.
In cie r90J~tor v:o:n]t '15j{, E~llylc1l1Qricle j.n epichloorhydrine en
4
/,
in vorbrandincsprod~,ten omGezet.
Dit r;::::,sLlenC:3cl \io:.:'dt in een p~::.rtiële lconden30r {';ol~ondcn3e8rd. Voor de bensl(cn:L:::-l:ç V,:}1 de u:i t~;[~::,m(le gc'.s- en vlooistofGtroom is ;:;
C:-' C:-' C:-' <0 r,:r~-i ~l x p. ::: 'Ir , PI_ t I ' V'ccc.. ~.L
-,...
r-.
/ ,
. ~
, ,
-13-x. de molfraktie van de ie komponent
l
Yi " "
in de vloeistoffase is, CRsfase, T. de
l
partiaalslJan2in:; en P tot9,al de tot<':'..le druk.:Je do..;lp~3:9anningen
van de te kondenseren komponenten zijn bij 2500:
p-r~98
=
17 mm Eg .6.298
p H 0
=
23,8 mr:l l'Ig2 2q8
PAO -
=
3 58 El.l11 !'IS ( zie fi g • 1 en 2 )Op basis van deze :93,rti8,alf3pam:.incen kan een eers-w benadering
ven de gass8JLlcnstelline vlorden berekend. De absolute
hoeveelhe-den in de gasfase kunnen nu worden bepaald m.b.v. de bekende
hoe-veelheden en de molfrakties van de niet kondenseerbare gassen.
De hoeveelheden van de komponenten in de vloeistoffase zijn de
verschillen tussen in- en uitstromende hoeveelheden gas. Met
de wet van Raonl t k::m nl. b. v. de gevonden vloeistofs2I.1enstelling
een tweede benadering voor de gas samenstelling worden gevonden
en hieruit weer de vloeistofs2.menstelling. Deze bereLeninc v.;erd
herhaald tot de berekende s8I.ilenstelling van de uitgaande gas- en
vloeistofstroom n8.uwelijks veranderden.
De vloeistofstroom uit de kondensor bestaat uit allylc~loride,
water en epicllloorhydrine, welke in een tweetal destill~tiekolom
men van elkaar Dorden gescheiden. De hoeveelheid epic~loorl~drine
die hierbij vrijkomt is de totale prod~:tieo Deze Doet 20.000ton
per jaar zijn, hetgeen een waarde voor x onlevert.
Bij de berekeninc is aangenomen dat de scheidingen d.m.v. de~-,·
tillatie zibh volledig voltrekken •
Het gas uit de kondensor wordt in toren T2 in tegenstroom met water geleid. Er wordt verondersteld dat alle waterstofchloride,
epichloor~ydrine en kooldioxide, die zich in de gasfase bevinden worden geabsorbeerd (zie voor de 'oplosbaarheid van
epichloor-hydrine en kooldioxide resp. fig. 5 en 6). :De hoeveelheid
w2.ter-d8Jnp die zj.ch in de gasstroom, die de absorbtietoren ve:claat,
bevindt, is afh8,El~elijk van de kOl';,centrat:i.G van het kooldioxic1e,
epichloorhyc1rine en v/2,terstofchloric1e in het watGl' en dus
af-"
hankelijk van de recirculatie en toevoer van het water:
~ de hoeveelheid vJatenls.I'lI'l wordt do.;::~,rom maximaal veronderstelcl,nl.
':J') "
,
~I"
\.
? 3 • 8 1 0~
O. J, 1«
"
d J d t cl -I 1 1 .:~~~"" ' Y
HgO
=
:..,":'~ . U -= ~. t aeze ïl8,Gl' e go.. us 8,._8 (, e v_.OCJ,-' ; c't ... l ff""'! _~. t~..J..., \) ','''11e:0t...,; '.... ... 1 1;·;t ,__ l .., ",..,1 ( ~ t ,-", ·,_ j' l)(',r!-I-",... ,~ u... ,_,-·t)
In eSD t :icecle ~1),;O:L"bt::ictore:'] ';"3 \'!o:r-clt ~lGt L,.lJ.ylchlol~icIe in
") Cl (~
01:.
-I
j
I
I
J
h
II
('
.. , . , , , o['ns l~Ol;lt __ U_.10 \)
=
0, 105;~. -r p;ürdt VGTonLlerstcld dc~t (~ü1e _ 7600é.1JyJcüloLi.. U8 ':,'O:CCL t ~:;e~::. b:.:;orbc::ccl.
Re3J;:tor i.n: H2 1 ,870x mOl/s Real:tor uit: N2 1,870x
°2 O,500x
,
,
°2 0,265x Ar 0,022x,
,
Ar 0,022x COr) : c.. 0,OO1x,
,
CO2: 0, 1 21 x H 2O: O,054x,
,
H2O: 0,134x AC.
.
1 ,00Ox,
,
AC 0,810x HCl: E 0,150x HCl: O,040x Kondensor uit: mOl/s,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
, ,
,
,
(ças: N2 1 ,870x mol/sivloeistof: H20: 0,133x mOl/s °2 0,265x , , AC 0,728x 0,149x,
,
Ar 0,022x,
,
CO2: 0, 1 21 X, ,
H 2O: O,OO1x,
,
AC 0:082x E 0,001x,
,
HCl: 0,040x Absorptietoren T2 uit: gas: N 2 1,870t mol/s °2 Ar H 20: AC : Absorbtietoren uit: 0, 265x,
,
0,022x,
,
0,007x, ,
0,082x,
,
waterfase: E,
,
CO2: 0,121x mol/s E :. O,001x HCl: 0,040x,
,
,
,
N 2 1,870xmol/s 0,265x " 0,022x " xyleen-fase: AC 0,082x mol/s °2 : Ar : H 2°: 0,007 x " X O,002x " Desti~~atiekolüm T 5 Destil12tiekolcfl ~ .L b top: AC : 0,728x nOl/stOT): J1'IO: O,133.x~ " c.
---~---f)
,.
.
\...
-15-De produktie V"tYl 201010 - 6 92,5308.3,6.10 = 0,149x ~ x = 50,37 mol/saDe molstromen lÜ t de 2,Tpn:-caten kunnen nu ongerekend worden in
massastromen (kr;/s) . In llet blol::jesscllena (fig. 13) zijn deze
maas ast romen vOITIel d.
In absorbtietoren T
2 wordt kooldioxide in water geabsorbeerd. De
o~losbaarheid bij 250C bedraQgt 3,30.10-2 mol/l (zie fig. 6) .
:Er wordt 6,09 mOl/s koolc1ioxic1e oPGelost, waarvoor per sekonde
minimaal 185 liter wat er nodic is. Naast het kooldioxide wordt
ook waterstofchloride geabsorbeerd, nl. 2,01 mOl/se De zuurgraad
van de vloeistofstroon die de absorbtietoren verluat bedraagt
als funktie van deze hoeveelhei d vloeistof:
uH
.0water~
i
0,0201 lis 0,1 . 0,201,
,
°
2,01,
,
1 20,1,
,
2 201,
,
3 2010,
,
Om alle kooldioxide te doen oplossen was minimaal 185 l/s water
nodig, de zuurgraad van het water dat de absorptiekolom verlaat
is dus minimaal 2.
In absorptietoren T, zlJn de verliezen aan xyleen en allylchloride
.5
afhankelijk vc:n de gebruikte hoeveelheid xyl een: als Xi de mol
-fraktie in de vloei stoffase en Y
i de molfraktie jn de gasfase
is geldt:
Yx
=
0, 105 ( 1 - xAC )
%
(de molfraktj_e van xyleen in de gai5fasebij oneindige verdunninG is 0,105~)
.0 x (G)
=
0, 105( 1-xAC) O~tot= _
_
~ 16,2(
3_2.
2,4)_1 1.-x AC 100 - 0,105(1 -x
AC) Ti101/ s Uit xAC en .0 AC (L) vüJ{';t da,n.0
z
(L). In fiG. 9 is0
x
(G) t ecen( , :
.
( . r • ,"-
.
,-16-v/orden r-;eabSOTl)eerd).
ç6y
(G) ts de hoevGelheid :~yleen ci.ie cosu~)~lcoJ:<~'-moet ·Norden.
:Eer.,zelfcle berGl;:cYün.r~ k'J.n VO,)l' het al l:-:rlchloride \'10l'c1en uj.tgevoerd
waarbij wel tn D.2nTIerkinc dient te worden genomen dRt er slechts
een beperkte hoeveelhoü1 do"r de absorbti.etoren stroor:1t. De
maxime.le molfro.Jdte v(u·~ het 8.11;;rlc1110rj.de in h2t afgas is
)-~100
=
4,71;;. De hoeveelheid allylc1110ride in def~asfas
e
760
0
'vvordt dC.n bij ver'N2.arlozine; van de.ll1pvornig xyleen:
~AC
C
G
)
=
11,62. 10-3
100 - 4,71 oxAC
molis.
r \
\ J Ook
>6
AC (G) is als funldie VD.n
0
X (L) in fig. 9 ujtcezet. HetI blijkt dat de verloren gaande hoeveelheden xyl een veranderen
!
als deze 35 molls bedraagt.\
h) Y!armte bal 8.11s:
Bij de berekentnc van de warrJte die nodig is of vrijlwmt in de
diverse apparaten is van een 2.&ntal veronderstellinBen uitgegaan.
::'e verdarIlrel~ . T 1 verwarmt vloei baar allylchloride van 25 tot 45°C
en bij deze l aatste temperat~ur vindt verdru~pine plaats. Vóór de
kompressie vlOrdt het allylchloride, {Senlenp met lucht, o2.)(J·evvarGd
tot reaktietemperatuur. Bij de kompressie 'Norcit geen W2TTllte- effel;:t
verondersteldo Het recirculerend allylc~llorj_de , op bet kookpunt bij 10 atm. (1390C) wordt door de gasstroom, die afkomstig is
uit de reaktor, opcewarmd in H
2 tot reaktietemper2.tuur (227°C) Sr is voor de berekening a2.ngenomen dat er geen drukval over het systeem is.
De warmte die in de reaktor vrijkomt wordt door een koelmedium afgevoerd. ])001' de \V8.Ym.tevvisselaar H
2 en }:::ondensor H3 wordt het
rea.ktieTtlengsel afgeLocld tot 25°C 011 in de l aatste gekondenseerd.
VervoJgens wordt de vloeistof in H
4 verwarmd en vindt in T5 on T6
destillatie pléw.ts. :Jo.ar over de 9.:p~aratuurdimensies niets bekend
is zi jn de W2.riCltevlissel aar II4. en de kookketels en kondensors
V2.n de destillatiekolol'llI:1en ni.et apart berekend. 3erekencl Ü]
slechts de \liJr'ute nOL'tj.c on van het I:lengf)ol van. 2::5°C te kOlî18Yl tot
d3I!lpvormiG allylc:ücride V3.n 1390C9 tot vloei baEl' e~icllloorhydri
ne en W3.ter van re~::;:c). 219 en 180°C. Deze benodicde V12.rmte wOl'clt
vcronclcr~telcl in TT -'-1; -l· " c-.... koe1d destillut je ~orclen in "T ~17 cn Hou . 5.11 de (les':"
-I
I.. '
{ ,
( .
" ,
-17-Het gashlencsel uit de k0uJensor wJrdt gedGeltelij]~ geabsorbeerd
in vv2.tsr ; de Vl8TL:te uie lüc:rbij vrijLo''J.t als gevJl(; V2.l1 de \/t:.:.ter,.. stofchlori ue- ubsor ptie wordt ~et het watsr , dat slechts een
kleine t81~~erGttL')_r:3tj .jGing onderg2at, meegevoerd. Eij de bereke-ning van lle absorbti c'v'/2rntei:3 iJi tsecaan van een oneindige
vcr-dun~ünc:; '/2n het "·12.tel·stofclllol~:Lde tn water. (zie ftg. 7).
Absorbtie in T, vinGt plGats zonder warillte~ffekt. De oplossinG
.)
dj,e onder uit cl e toren kOElt , wordt in lI5 opge\Var~'J.d waarbi j 1,-veer
de benodicde W8.I"7:1.te is berel{end door te veronderstellen, dat
z~wel all~lchloride als xyleen tot hun rcsp. kookpunten dienen
te worden O?C8WanaJ , xyleen in de vloeistoffase blijft en ally
l-chloride in de c12.i:r9fc::se overCTc2.t. Het zyleen wordt in H6 afge
-l'.:oeld tot
25°C
.
IIet resultaat van de berekeningen is in een blokjesschema opg
e-nomen (fie.
1
3
).
:;)13 warnt8- stromcn zijn berekend t .o.v. de toes-tsnd waarin ~e verschillende stoffen ztch bevin6en als ze aan
het systeem worden toecevoegd of t .o.v. de toestand waarin ze
het systeem verlo.tcn (epichloürhydrine). ',:,rater vormt hierop een
ui tzondering: de \v8.r~!lte-inlloud ervan is betrokl'.:en op de vloei --bare fase bij
25°C
.
·Berekening van de warnte stror.'l.en:
TI: De re21ctievmrmte bedr:::~act:
50,37
(
.22
.117,
2
+4
. 17
62
)
=
4436
kJ/s1
00
1
00
De re2ktor ~ordt isothelm verondersteld, zodat er zoveel
warmte vvordt afGevoerd als nodig is om het reaktj_emcnGsel
op tenperatuur te houden. De N 2
°
2
Ar warmte stromem zi jn:(
500
-
298).1,/370.5 0
,
37029
,
33
=
,
,
o0
,
265
.
50
,
37
.
30
,
20=
,
,
=
CO 2:,
,
558;kVI
8
1
1,1'7 ;, ..L\.. 1f 5 kW50
kW
H 20: AC, ,
.
0
,
022
.
50
,37.
20
,
4
oO,1 21c50,37. 40, 21 =.
0,13405 0 ,37.34
,
35 =
jOOC.dT.O,810
.
5
0,17
298
P47
kV!'= 763
kW E,
,
.0,1
50
.
50
,
37
=
1
32
kW HC1:(
500
-
2
9
8
)
0,040
.
50
,
37,29
,1
2
-12
kt,V1
648
kW A C O n '1 0 r '\ ~ r" rY7 ,~ '! • : , tJ .:)(), j(. ~ ,l,,{_ = 11 J 5 1:',"// " ( , -1 [, -11')0 : 0,134.50,37043,(9
=
291:- ' )r1'T ). .• f '-T~ 0,1 50.50,37.4J,35=
325 l-I'T .=-.:.; ~d Totale w~r}tc-inhoud: 3402 k0?r komt, binnen: 279 + 900 + 1898 + 119
=
3196 k'.1 (zie T1 ,I-I1 ,C2,I1~;
Er Gaat u:~ t: ) 402 "
?r wordt dus verbruikt: 206 kV!
Dus afgevoerd wordt 4230 kW.
T
1 Op'vv~rming en Verd2.1:1:~;inG V2.n allylchloride (45°0): 0,190.50,37.(0,1181.(318- 29G) + 26,82)
=
279 kWH
1: 'i:aterdamp uit de lucht:
0,054.50,37.43,89
=
119 kWDe lucht en allylchloride worden
N2 (500- 298) .1,870. 50,37. 29,33 02 " .0,500050,37.30,20 Ar CO2: H20: AC :
, ,
.0,022.50,37. 20,74 " .0,001 .50,37.40,21 " .0,054.50,37.34,35 0,190.50,37.,J
OO
c
dT , 316 IJ tot 500=
558=
154=
5
=
°
=
19=
164 900 DC',-rrrpvorrüg 8.11ylchloride (500 K):K ol)gewarmd: kW
, ,
, ,
,
,
,, ,
,
,
kV! 0,810.50,37 ( yOo dT + 27,82 )=
762,7+1135,1=
1898 kV! 298 PACIn H
2 wordt zoveel warmte overgedragen 8.1s nodig is voorvoor het op\":QrBen Véln d21Tlpvormig allylchloride ve.l1 139- 227°0: 0,810.50,37 ~OOO dT
=
362 k',;41
;2
PAO H3: Eet gas de.t Ir3 vel~l8.at neemt als warmte Elee:
AC : 0,082.50,37,27,82
=
11 5 kW E 0,001.50,37.43,35=
2"H20: 0,001.50,37.43,09
=
2 "119k':[
T0 : Erichloorhydrj~e ~orGt Goadsorbeerd dus 2 kW cacn verloren.
L
-< } ,-. l _ .-. .
-"
, '
I •
-1:3-E
5: Het ge.svüIT'1iC; 2,11ylcL.lürtde rvord t met . xyleen op koo1\:
-temperatuur celJ:cacht. De v.:armte nodj.g voor het opwarmen van liet xyleen vi'ordt a e;esteld.
X :
412
AC: 0,082.50,37 ~ C dT
=
298 p 41 kW
In H
4 worden al lylchlorj.de, wateJ en epichloürhydrine op
hun kookIJlJ.nten :~ebr8.cht, en verdampt 0
AC E 412
J
C cl T •°
,
7 28 • 5°
,
J 7 + 27, 8 2 0°
,
7 28 0 5°
,
37=
1 380 k VI 298 402P(
Y
C dT .... 43,35).0,149050,37=
479 kW 29845~
( J
C dT .... 43,89) .0,133050,37=
377 kV!. 298 P-.. ' \
--,.
,.
r' J ~ r )~.
L .,.
,...
.' , -20-Vlo ?roces B:a) Beschrijving VEn het procc's 2.ém de h2.nd V2.n fig. 14:
Allylcl'üoricle en ê:iceetaldehyde, beide opgelost in o. xyleen,
rea-Geren in Je re2.lctor R bij 10 atm. en 900
e
met zuurstof uit delucht. Hierbi.j viOrden epic.i:1loorhydl'ino en azi ,jnzuur cevormd,
naast enice onbekende bijprodukten. De reaktor is een met teflon
beklede, geroerde autoklaaf. lIet gas dat de reaktor verlaat koel t
tot 250
e
en wordt sedeeltelijk gekondenseerd in kondensor li3' lIetgekondenseerde gedeelte wordt teruGgevoerd naar de reaktor. lIet
overgebleven Gas \'lO:cdt j.n kolom T
1 ~ met xyleen, VIClarna
het gas naClr de schoorsteen gaat . De xyleen-o~10s3ing wordt ge
-destilleerd in kolom T2, waarna het vrijkomende allylchloride en
e.ceet&ldehyde terugceleid worden naar de reaktor. Het bodem.produl'::t
xyleen wordt nacr T
1 teruggevoerd.
])e vloeistofstroom die uit de reaktor komt wordt gedestilleerd in
kolom
T
J, waarbij het destillaat, bestaande uit allylchloride en
8.ceetalde.i:wde, teruggevoerd wordt naar de l~2.ktor. Het ketelpro
-dukt wordt, na aflweling, in kolom T
4 ge~xtraheerd met vmter,
waarbij de gevorrade zware fase vnl. bestaat ui t ee::l verdunde
azijn-zuuro~lossing. Hieruit kan ijsazijn bereid worden. Aangenomen is
dat alle bijprodukten met het verdunde azijnzuur als bodemprodukt
van T
4 afgevoerd worden. De lichte fase, bestaande uit
epichloor-hydrine en xyleen wordt gedestilleerd in kolom T
5, waarbij zuiver
epic.i.lloorllydrine vl'i jt omt als topproduJ\:t. Het bodemprodukt xyleen
wordt terugcevoerJ naar de reaktor •
b) Bespreking van het processchema:
De reaktieoI:1stanJicheden, konversiec;raad, sel81:ti vj_ teit,
verhou-c1i:r:gen van ele llOeVeel1.leJen reejetanten en IlroJukten, e:r:z. zt jn
analoog aan die V2n het dtskontinue proces zoals beschreven in
lito 2. Hie:cbJ_j {~eldt een rest:ciktj.e: De o;c;egeven hoeveelheid
allylchloride, 46 C, strookt nl. niet met de opgegeven hoeveelhei~
geprodu.ceerc1 epiclilourhyJrine (er zou vlg. iJet I;atent 0,74 mol
epicbloorhydrine gevormd worc1sn uit 0,60 mol allylchloride).
(Aanceno1nc;n is dus dat het getal 46 onjuist is, het{seen nCi.
tuul'-lijk seensYins het ~e7~1 behoeft
}'Jdus .~. l' ,,) C< u'c, '-' -[;e'~'~r;,-, .l'.).. ,,~ ...-,'<-. <..1..v,.\ ':")'lr 00~ 0(; de J' };onVel'Si egl'è3.c'.d van élllylcll1or:i<Ï.8 () J, 3 ei /.,.), Q"e .L\l-lJn~. V ~(-")".J..~._ ,c'J' C' .'.,_ , ( 11''-'0·. , ' d 'V"tL ... n L'-}, c~ (··e·L'-G.:;.._ ·l'·'-llC'("'.!_.··I J '~'... \,:; -l·r, '-'r7 ... , . )".," f de . "'r>lelr·I--i~T'.,,:,\,; __ . \.. t,_1... v. L ·
-L
r
I • , . , , ,
.
..
I • /, \-21-Als oplos~iddel is o.xyl een gekOZ211 varweGe de relatief l age
dampSI)anr.ing in ver(çeli ,jLing met de andere Elogeli jke
oplosmidde-len. Voor de druk is 10 atm. ge~omen; de enige voorwaarde waar
-aan de druk vlg. üet patent moet voldoen is, dat deze zodanig i s
dat alles in de vloeistoffase blijft; bij 10 atm. zijn de
hoeveel-heden van de verscbillende stoffen in het afgas uiteraard veel
kleiner dan bij lagere druk.
De gasstroom uit de reaktor wordt gestript met xyleen, teneinde
allylchloride en aceetaldehyde terug te winnen.
Daar epichloorhydrine weinig oplosbaar is in water, vverd de pro
-duktstroom geëxtraheerd met \vater, teneinde epichloorhydrine en
xyleen te scheiden van het azi jnzuur. Ook hier werd weer 1 005~
scheiding verondersteld.
De reaktor moet bekleed zijn met teflon, omdat in aanwezigheid
van metalen meer bi jproclukten gevornd vvorden. (Oxidatj_e van
aceets.ldehyde met zuurstof is een radikaalreaktie. Onder invloed
van metalen isomeriseert het hierbij ontstane R02• en ontleedt
daardoor (lit.
23)
).
Daar omtrent de aard der bi .iprodukten niets bekend is, is aanGeno
-men dat alle bijprodul-cten het systeem verlaten als bodemprodukt
van T 4.
Geen aand2.cht is [!;eschonlcen aan r:1oCelijk toe te passen
warmte-uitwisseling tussen koude en warne produkt en / of reaktantswnen.
Wellicht is een aantal warmtewisselaars te kombineren._
c) Reaktiemechanisme:
De reaktie vergelijking is:
. H2C=C}I-C
n
-Cl + II 3C-gH + 02 allylcLlof.ide AC AAp\
-7 H2C-CH-C H2-Cl+
H3C-g-OH epichloorhydrine E AZUit reaktiesnelllsidsexperimenten van de epo~idatie mot org
a-nisch perzuur en olefine is gebleken dat het aanvallende deeltje
bij die reaktie ongedissöciëerd en elektrofiel is. (lit. 24)
Deze epoxidatie bleek t e verlopen door een interaktie van een
oncedi ssociëerd peré.~zi jnzuur-molekuul en de dubbele binding van
r • , " i ,. I I
Î
,
,
! -c.=[;- -C-C-~i .,-O··~' , , , T -7 ,0" , I\
O\:. Jl.J
'Ö
"
-~.~ -(;.=-1.~~ R-C-O-H \toestand van
maximale enercie
:De aarmarae van de qV.é;,si-5-rinc; <looI' de intr8.il1olekulaire
water-st ofbrugvorming in het perzuur is in oVi'jreenstemning met studies
van infraroodspektra van Gi[~ère en OlmoG (lit. 25).
Het f ei t dat de ep'o:~ielgtie ook VGI'loo:çt in een apol air
oplos-middel is een bevestiGing van de jui sthej.d van de aannerüe dat het
aanvallende eleeltje on2;8dissociëerd is.
In di t voorontr:e:cp \'lOrdt echter uitgegaan van aceetaldehyde en
zuurstof i.pov. een organiscnWerzuur. Volgens Adrianov (lit.26)
]v verloopt de epoxidatie nu via acylperoxy-l~adikalen. K:r:~!~_~x:
__
(
lj_ t.6)
_ ",'JY veronderstelt dat bi j de reaktie van zuurstof met aceetaldehyde, '
~
~\..~
'
,tvn)v
welke een radilu3.alreaktie is, intermediair perazi jnzuuront-, '
Jl"V
staat:,IJ
, .
~~
Hierna verloopt de epoxidatie OD dezelfde wijze als hierboven beschreven (l it. 24 en 25).
Als nevenreaktie treedt op: I
2-y-g-
+ 02 ( IIP·
H
O,
, )
-7-C-O-O-O-C-C-
-7
I I I d) Reaktie-evenwicht:,
2 -y-g-OH
(lit. 27)Zie voor berekening van de vrlJe enthalpie~n en de evenwichts-konstanten als funktie van de temperatuur bijlage
4.
Het stabi l i teits- diaermn is weergegeven i n fig. 11.
Uit de berekening van ele evenwichtskonstanten blijkt dat beide reakties als aflopend Bogen worden beschomvd 0
Uit het stabili t ei ts-ciiagran 'bl ijkt dat epichloorhydrine-vorming,
wat betreft de V8r[~Jldel'inG van de vrije entho.l lJie, het {çlJ.nsticst
, , I • :
.
e) ~~8akti eVial'nte: De l~eaktievel'celi ,4 ld n<-; is: AC + AA + 0 2 ~ E + AZ AH 0 (L)= -'
876 i<::Jl.wl cs :8: Il~-i (L)=
-
1696 kJ/mol ~s 0 AA : 61-1 ( L)=
-
1 1 68 kJ / In 01 csAC: 6IIcs 0 (IJ) -- 1852 .... L'lI1v
= -
1824 kJ/molDus llH
rs
0
=
-
420 kJ /:201 25Als nevenreaktie treedt op: 2 AA .... 02 -7 2 AZ
Hiervan is dus fj Ers 0
=
-319 kJ / c.101, Zie voor de r82.ktieVlé~rmte als funktie van de temperatuur bi j lage
5.
kt · t ~ (900c) 1· s AIr 0
Bij de rea le empera~uur ~ r
=
- 421, respo - 319 kJ/mol.f) Massabal ans:
Evenal s bij de gasf~se wOrdt het aantal molen AC dat per tijds
-eenheid de reaktor binnenkomt x besteld; de molenstroom aceetaldehydc
is nu 0, 2x ',eh van xyle en 1, 282x mo1/ s (li t 0 2). "lloor de
ZUUT-stofstroom is een 50j,-overmaat gekozen, nl. 0,240x r.101/s.
De lucht bevat 76, Y~ F2 , 20,4~~ 02' 2,2;~ II 20 (RoVo
=
70'fc) en 0,9% Ar.Met het zuurstof uit de l~cht wordt dus mee~evoerd:
0,897x mol/s N2, 0,026x mol/s 1I20 en 0,010x mOlls Ar.
De konversieGraad van allylchloride is 9, 3~ en de selektiviteit
m.b.to epichloorhydrine 80, 5%. Omgezet wordt dus 0,093x mOI/s
allylchlorid8 en gevorEJ.d wordt 0,07 5x epic~lloorhydrine .
De konversiegraad van aceetaldehyde is 77,3510 en de se1ekti vi tei t
m.b.t. azijnzuur is 80,~~. Dus omBezet wordt 0,155x mOl/s aceet
-aldehyde en gevormd wordt 0,1 23x mOl/s azijnzuur.
Naast de azijnzuur-produktie die oI;treedt bij de vorming van
epichloorhydrine vlOrdt ook azi.jnzuur Gevormd door de nevenreaktie •
Deze hoeveelheid is dus (0,1 23x - 0,075x)
=
0,048x mol/seOm de hoeveelheid van de verschillende stoffen die de reaktor
saaen met de lucht verlaten te berekenen, is dezelfde rekenwijze
toegepast als bij de gasfase-oxidatie.(Daar de drukval over het
systeem niet bekend is, is aance~omen dRt de druk overal 10 atm.
I ' /
.
I • - 24 -p, X 1 Y10'
G10'
~ 1 v Y4-0'
0
L4 l ij """4G4
2,tm. c~ rf - .,' 'I / C' nOI/s -- « -, mol/s Hal/s / ~ :; ... "i.v_/ IJ / " ;j AA 8,11 1 ,8 1 ,46 0,017x 1, 23x -- 1,39 1 , 13 0, O'j 3x 0,032x AC 3, 51 36,8 12,91 0,151x 0,756x - - ~3, 61 11,GO 0,136x 0,771x AZ 0,326 5, 1 0, 20 0, 0023:2' 0,1 23:X -- 5,35 0, 21 0,0024x 0,1 23x E 0,398 3, 1 0, Î 2 0,0014x 0,075x -- 3,27 0,13 0,0015x 0,075x H 2°
0,692 1 , 1°
,
08 0,0009x 0,026x--
1 ,13 0,08 0,0009x 0,026x o.X 0,191 52, 1°
2 00 _l j O,012x 55,75x--
55,30 1 ,06 0,012x 1 ,270x 15,76 T=
900C Hoeveelheid ine:ct (:N 2 , 02 en Ar): 0,987x mOI/sAangenomen is dat na absorbtie in xyleen(T
1) geen allylchloride,
aceetaldehyde, epicllloarl1ydrine, azj_jnzuur en water meer in de
e;asfase aanweziG js. :De hoeveelheid xyleen in het afsas is niet
berel-;:end (apparat,,-mr-dinensies en mate VEn recirculatie zijn
niet bekend).(Alleen als aangenomen wordt dat de vloeistoffase
in T1 volledig uit xyl een bestaat is de (maximale) hoeveelhej_d
in het afgas te berekenen. Dan i s
0'
o. X _ (G)=
0,001x mOI/s.)We nenen 2,an dat de scheiclingen in T 3' T 4 en T 5 zich voor 100%
voltrekken. Aldus wordt geproduceerd 0,075x mOI/s epichloorhydrine
en 0,123x mol/s azijnzuur. Aangenomen is een produktiekapaciteit
van 20.000 ton/jo,ar epichloorhydrj_ne. Dus x
=
100,1 mol/seDe mate van verdun~ing van het azijnzuur is niet berekend, omdat
niet bekend is hoeveel water in T
4 nodig is om de extraktie ef
-ficiënt uit te voereno
De mol-stromen zijn vermeld in de tabel op de volgende pagina.
In figuur 17 is de massabaléms (in kg/s) sOJnengevat in een
I •
..
i , . , 1 • T.'olst:::,cm~:;n AA AC Ar AZ E IL..,O c. O, 155x O,093x afgas 0,010x 0,045x 0, SO'!x. 0,0024x 0,0015x 0,0?6x 0,0009x 0,897x 0, 240x 1 . 28 2x 0,013;:: 0,1 36x 0,010x 0,0024x 0,0015x 0,0009x 0,897xO
,
OSOx
0.012x 0,00G3x O,0067x O,097x 0,039x 0,010x 0,0024x 4.10- 5:x: O,0015x 3.10- 5x 0,OOC9x 2.10-5x 0,897xO
,
OGCx
0.012x 10.10-5x T4
bodem H 9 T 1-T2 0,0067x 0,039x 4.10- 5x 3.10- 5x 2.10-5x ~c_1°
7T ~Ir-
A
-
A
-.-r---T
°
--,
C
-
.
O
-
Ü
-
~
7·
-
A
-
'·
r
-
l
)
-,
O
--
3
-
2~
-
(
~
0
--,
0
--
3
-
2~
-
r
+---+---+---+---4--
l
AC 0,039x O,771x 0,771x I Ar 0,010x AZ E o.X4
,1
0
-5)~ _°
, 10L - , . '),x 301 0-5z: 0,075x 2.10- 5x 0,026x 1 , 27 O:.:~ x=
100,1 mOl/s 0,123x 0,1 23x 0,075x 0,02Gx -1 ,270x 0,075x 0,075x 1 • 27°
x 1. 27°
xI •
-
26-1. De re8.1dte viordt u:Lt(';evoel'L'L bij l\:onstante temperatuur: 900C.
Daartoe ~orden de supplette- en recirculatiestromen op~ewarmd
tot 900
e.
2. Bij berekening van de warmte die nodig is om de verschillende
stoffen door desiillatie te scheiden, is dezelfde vereenvoudicing
to~gepast als bij de gasfase-öxidatieo
30
~aar de drukval over het systeem niet bekend is, is ook hieracngel10men dat de druk overal 10 atm. bedraagt (hiervan is gebruik
gemaakt bij het bepalen van de tookpunten; zie voor de
kookpun-ten bij 10 atm. btjlage
3.).
4. D[~ar de 8.a.:cd del-' bt jproàuJcten niet bekend is, zi jn deze niet
in rekening {Sebracllt. ]je \Varr::tè nodiG voor llet opwa:rmen van het
gedeelte van aceetaldehyde, allylchloride en zuurstof waaruit de
bi j prodvJcten Gevormd worden, is 0:9c;eteld bi j de in de reaktor
vrijkomende warmte.
5.
])e hoeveelheid o.xyleen nodig voor de gasabsorbtie in T1 is
niet bekend, zodat de warmtewisselaars H
4 en H5 slechts ge
deelte-lijk berekend konden 'l.'Orden.
6. De vvarmte -stromen
0
w zi jn berel<::end t.o. v o de toe stand waarin
de verschillende stoffen zich bevinden als ze aan het systeem
worden toegevoeGd of t .o.v. de toestand waarin ze zich bevinden
als ze het systeem verlaten (epichloorlwdrine en azi jnzuur) •
Aldus is de \var:mtestrocn van het water betrokken op waterdanp
V8.n 250C (het vlater karnt het systeen als waterdamp binnen),
waardoor
0
w bij de vloeibare toestand een negatieve waardeheeft. H 20
7. Zie voor het blokjessche1!la van de vvarmtebalans fig. 17.
Berekening van de wanntestromen:
opwar;ning t ot 900
e
AA:0
(
e
.
LlT mol P25-50 +e
P50-90•
~T) --AC: 0,093xou,530=
79 k\',r o oX: P~Il : 1I 2O: 1'-L,.
.
c:. °2:o
m_ ol is onbekend. 0,0-10x_oO,519.65=
-, 1oor
, (::)~\ 6 .• ,)'-, -, 1 C J. 1 0 - .) .0) -re: -,°
, (..) "n-,,' ?,_I .... . 0 GO c... J ' A I,
10-').
.
61) ) -O~ ~~~ ()~{. J (' J--. dm p :1-
46 J.~'J--=
kW 6 k\'r 170 k\'l O,155x.8,709 = 135 kil--..-._-Voorwaarts uit TI né:8.r Ir 7: AA 0,032xo8,709 - 28 k~ AC 0,771x.8,530
=
659 kW AZ 0,123x.9,148=
113 k~ E 0,075xo9,609=
72 ~V H 2°: ° , ° 26 x. ( 0, 076 0. G 5 - tJ. E v )=
25=
-
101 k1 :,/ o.X:1,270xo13,209=
Voorwaart~3 uit H nC.ar lI
3: 1681 kH ' \1 0,026(0,0760.65 - 43,89)
=
AA 0,013x(8,709 + L'lHv )=
0,013x(8,709+
22,22)=
25 AC Ar=
40 kV! 0,136x(8,53 + 1 kW 24,27)=
447 kW AZ 0,0024x(9,15 + 24,82)=
8 kW E 0,0015x(9,61 + 39,54)=
7 kW H 20: 0,0009x.2,196=
° k~N
2 170 kW 363 02 0,080xJ
C dT=
15 kV,' 298 P o.X: 0,012x.(13,21 + 40,13)=
64 kWIn de reaktor komt vrij 8.o.n reaktiewarL~te 4694 kW. Nodig is voor
verdaI'lping 420 1(/{. Ae.n(..;Emomen is dat de warL1teinhoud van het
p;edeel te V2.n de reaktanten, dat wordt omGezet in bijp:roàuJden, vrijkomt:
20j'0 van het omGezette aeeetcüc1e1l7àe: 0,20.0,155x.8,709
=
27 k\',' 19,5% van llet omeezette allylehloride: 0,19500,093.2,530=
16 kW02: Eodii-S voor de 81üehloorhyclrine- en azijnzm;;.rvorning:
0,075x - 0,5(O,125x - 0,075x)
=
0,100x.Omgezet 1;vordt 0,160 mol/s, dus 0,60 mOl/s vvordt verbruikt voor
de vorming van bi jprodukten. \'i'armtestroom hiervan:
0,60x . }63 C dT
=
11 kW298 P
Totaal dus 54 kW.
Voorts komt vri j kondensatie\varmte van het water: 0, 026x. 41 ,09
=
=
103 kW.Het verschil in v/2.I'r,1te-ü)}l.Oud tussen de real;:tc:Jlt8n en de produktoll
blijkt 2 kW te zijn.
...
TI 3! Afkoeling tot 25°C. AA 0,00G7x.26 ,95=
18 k~ AC 0 0 "'9x 27 , .) • _ , Q2 c == 109 ' ln-~"r Ir AZ 4.10- 5Xc27 ,32=
°
kW E°
kW H20: 0,0009x.41,09=
4 kW o.X:°
kWT 1: "Kondens2.tie" van aceetalc1ehyde, allylc11lol'ide en Vlater.
AA + AC: 1 27 k'.7
H20: 2.10-5x.43,89
=
°
kWVervJan"1ing tot de resp. kookpunten.
AA (98°C): 0,0067x(2,925 + 0,96.7, 23 0)
=
7 }(,'lAC(1390C): 0,039x(2,97 0 + 6,950 + 0,78.9,310)
=
67 1~1AZ, Een Ir
2°:
VI eer y5 w=
°
Binnenkomt: uit T2 uit TI11
AA: 7
+
28=
35 kWAC: 67
+
659=
726 kWo~X: 1,270.13,209= 1681 kW H20: - 4 kW (uit JI
3)
Warmte-inhov.d van de stromen die li3 verlaten:
AA
·
·
AC: AZ·
·
E H2O: o.X: 0,045x.8,709=
39 kW 0,907x.8, 530=
774 kW O,0024x,9,148=
2 kW 0,0015x,9,609=
1 kW 0,0009x.34,0.10-3 .65=
°
kW 1,282x.13, 209=
1694 kWOpwarr:ün,~~ tot do kookpunten
AA (90°C): 0,032x.O,1 6.7, 230
=
4 kW AC (139°C): 0,771x(0,2.6,950+
0,78.9,310) -- 668 1,:\',' AZ (213°C): 0,123x.25,2 := 310 kVl E (219°C): O,075x.27,5=
206 kW H 20 (180°C): O,026x.O,0760090=
18 kWo.x
(260°C): 1,270x. 54,68=
6948 k~Ho:
Aftcelinc tot 25°C.u
H00: - O,02Gx.43,89
=
-
114 k~
-.
,-29
-Ho : Opw2~ninG tot de kookpunten.
:J E 0,075x.36,S5
=
272 kW X 1 270 G~ 009 R629 K'_',", o. ~: , x. ' { , (JO=
'-'
_
H 11 : Afkoeling tot 90 0e
.
AA, AC en o.X: 7620 kV! (zie I-L-r) •30
-VII. I'roces C:
a) BeschrijvinG v all het Jn'oces [',C.I! de Î1o.nd van fiG. 15:
In de vast bed re"~.l:.tor H, gevuld det cL'.rboJ::~rlh(u·s-deel t j es, r ea
-c;c:ert 8.l1ylcllloride net water3tof:pero:dde o. i. v. 2 katalyso.toren:
geconcentreerd fosforzuur en de carboxylhars. Als oplos~iddel wordt ethylacet~nt gebr~ikt.
De druk is 1 atm. en de temperatuur wordt door koeling mot water
(de l'eoJdie i s e~::otherE1) op 25°C ce~lOuden.
Gevormd v:orden epichloo:chydrine, water en eniDe onbekende bi j -produJden. Van de lJrodul-::tstrooEl '.vorden allylc~1l0rid8 en etlWl
-acetaat gescheiden JOOl' destillatie in T1 en teruegeleid naar de
reaktor. Van het overiee gedeelte wordt, na afkoel ing, epic11100
1'-hydrine gescheiden in separator 11. ~ierbij blijft een cedeelte
van het '''later :Ln de zvvare epichloorhydrine-fase. Dit bodenrprodu}::t
wordt gedestilleerd waarbij zuiver epichloorhydrine en water
vrij-~;:S. De lichte fase , bestaande uit Hater, epichloorllydrine en
~' 'V
, zuur, wordt in T
3 ~e~xtraheerd cst benzeen. Van het bodemp
ro-dul~t viOrd t aan[;'enomen dat l18t be staat uit al het water (afkom
-stig van de tO~J van de separator) ~ fosforzuur en al le gevormde
bi jprodul~ten.IIet topproduJ . .;:t van
rr
3 wordt gedestilleerd in TI:-'wa2.rbi j zuiver epichloorhydrine v:h_ jkomt. IIet de stillaat ,
be-staande uit benzeen, wordt terugGevoerd naar T
3 •
b) Bespreking van het processchema:
De reaktieomstandigheden, konversiegraad, selektiviteit, verhou
-ding van de 1l0GvGolheden reaktantcn en produkten, enz. zijn de
-zelfde als die van het proces zoals beschreven in l it o 3.
IIierbij geldt een restriktie: Voor wat erstofperoxide werd een
30;;(;-op10ssin6 Lokozen i. p. v. 50~ in verband met exploiJiogcvéu:.r .
Aldus j s de t emper atuur 250C, de druk 1 atm., de konvc-ol'sieGrc.ad 23~ en de selektiviteit 68%.
De cö.fboxylllar s, dj.e zich in een zure vorm ElOot bevinden, kan zijn een fon01zu~rhars, oon copolymeer van styreen of van sty
-reenderivaten, w:ar 2sn carboxyl~rocren C8bondcn zijn, een co~oly meer van acryl-· of I;18ta,C:cylzuur , e. u •. Hier is toece~~)o.st het
AlTlberl i et sen COlJolymeer vc.n ui vinyl benze'on en mct acTy
l-zuur). De diélEic-cer v[~n de korrels isO, 2-2,0 mm.
~lTet v.Jo.t(~rstof~~Je:L·oziuc vlo:cdt bel'otd dij Ol' 0~cid2.tie V:1J1 i sop].:'0}W1