• Nie Znaleziono Wyników

Voorspelling ligging kustlijn Friese waddeneilanden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorspelling ligging kustlijn Friese waddeneilanden"

Copied!
41
0
0

Pełen tekst

(1)

I

I

I

I

I

11

,

VOORSPELLING LIGGING KUSTLIJN FRIESE WADDENEILANDEN

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Notitie ANW-88.16 juni 1988

Auteur: ing. F. IJnsen

Bijdragen:

Programma's: J.M. v.d. Boogert

Databestand: P. Noordstra en D. van Sijp

Bijlagen: 16

(2)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

2

-VOORSPELLING LIGGING KUSTLIJN FRIESE ~DENEILANDEN

INHOUDSOPGAVE

pag.

1. 'INLEIDING 3

2 .BET GEBRIJIltTE WAARNEMINGSMATERIAAL 4

2.1 Strandmetingen

2.2 Onderzochte meetreeksen

3 ONDERZOEKVAN DE W'REElCSEN 5

3. 1 Algemeen 3.2 Trendbepaling

3.3. Tijdreeksanalyse van het restsignaal

4 EX'l'RAPOLATIES IN ENlCELE mNMERlCENDE RAAIEN PER EILAND 10

5 AUTOMATISERING VAN BET ONDERZOEK 12

(3)

I

3

-I

VOORSPELLING LIGGING KUSTLIJN FRIESE WADDENEILANDEN

I

1 INLEIDING

I

I

In het kader van het landelijke project "Nota Kustverdediging" moet in opdracht van de Hoofddirectie van de Rijkswaterstaat een beleidsanaly-tische studie naar de verdediging van de zandige Noordzeekust worden verricht. Op grond van de studie kan het rijksbeleid in deze via een be-handeling door de Tweede Kamer en het Kabinet worden vastgesteld.

De dienst Getijdewateren (DGW) is belast met de realisering van bedoelde nota en alle kustdirecties moeten hierin een bijdrage leveren, zo ook de directie Friesland.

I

I

I

In deze notitie wordt beknopt ingegaan op de methoden van onderzoek op grond waarvan uit het bestaande waarnemingsmateriaal extrapolaties van het toekomstige gedrag van de Noordzeekusten van de eilanden: Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog (overzicht zie bijlage 1) met de nodige reserve kunnen worden verkregen. Deze "reserve" is gekoppeld aan de onvermijdelijke twijfel, welke inherent is aan welke extrapolatie dan ook, want hoe verder men in de tijd extrapoleert, hoe groter de on-zekerheid wordt omtrent de juistheid van de aldus geschatte uitkomsten. Ondanks eerder genoemde statistische bezwaren worden in deze notitie voor de jaren 1990, 1995, 2000, 2010, 2020, 2050 en 2090 de verwachte ligging van hoogwaterlijn (HW-lijn), laagwaterlijn (LW-lijn) en waar mogelijk van de duinvoet (DV-lijn) in enkele kenmerkende raaien van de bovengenoemde eilanden gepresenteerd.

De gevolgde extrapolatiemethodiek wordt hier stapsgewijs toegelicht voor Terschelling aan de hand van tussenresultaten voor enkele kenmerkende raaien.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(4)

I

4

-I

I

2.1 Strandllleti..nqen

I

LW- en DV- lijn op systematische basis eenmaal per jaar door opmetingIn de vorige eeuw is men begonnen om de ligging van de gemiddelde HW-, vast te leggen aan het strandraaienstelsel. De meetraaien lopen in zee-waartse richting en staan loodrecht op een denkbeeldige lijn getrokken langs de RijksStrandPalen. Deze waarnemingen werden verricht in elke KM-raai en daarna ingeschreven in de z.g. "strandmeetregisters". De begin-jaren, waarin deze strandmetingen van start gingen zijn voor:

I

I

I

VlielandTerschelling 18591858 Ameland 1880

I

Schiermonnikoog 1880

I

De traditie van deze jaarlijkse strandmetingen is voortgezet tot en met het jaar 1963. Vanaf dit jaartal werden op uitgebreidere schaal de jaar-lijkse kusthoogte- en dieptemetingen uitgevoerd door middel van water-passingen en lodingen e.d. Deze latere meetgegevens zijn opgenomen in het landelijke databestand "JARKUS". Uit dit bestand konden de bovenge-noemde "traditionele" meetreeksen tot en met het jaar 1986 worden aange-vuld.

I

I

2.2 Onderzochte meetreeksen

I

Ten behoeve van dit onderzoek was het noodzakelijk om homogene en geva-lideerde meetreeksen te verkrijgen. Dit doel is bereikt door diverse correcties op de meetgegevens toe te passen, welke nodig waren als ge-volg van veranderingen aan de raaienstelseIs, welke in het verleden zijn uitgevoerd. Vervolgens zijn de aldus gecorrigeerde meetreeksen opgenomen in het databestand van de directie Friesland. Deze reeksen zijn te be-schouwen als tijdreeksen en kunnen als zodanig voor elke raai afzonder-lijk in de vorm van een grafiek worden gepresenteerd. Zulke grafieken, waarin de jaarlijkse afstanden van HW-, LW- en DV- lijn tot de hoofd-meetlijn (=RSP-lijn) als ordinaten zijn uitgezet tegen de jaartallen als

abscissen, worden ook wel "bliksemgrafieken" genoemd, omdat het verloop van de aaneenschakeling van verbindingslijntjes tussen de punten in de grafiek een dergelijke verschijningsvorm suggereert, zie bijlage 2. Het zijn in hoofdzaak deze bliksemgrafieken, welke in de zin van het be-oogde doel naar de toekomst moeten worden geëxtrapoleerd. Een dergelijke werkwijze vanuit het bestaande waarnemingsmateriaal vereist een grondige studie van het statistische en fenomenologische karakter van de tijd-reeksen. Het zijn dan ook de diverse methoden van tijdreeksanalyse, wel-ke zijn toegepast op de meetreeksen van de KM-raaien van elk eiland.

I

I

I

I

I

I

I

I

(5)

I

5

-I

3 ORDBRZOEit VAR DB MBBTRBEKSBH

I

3.1 Alqaaeen

I

De visuele inspectie van een serie bliksemgrafieken, welke in opeenvol-ging voor een eilandkust onder elkaar worden opgesteld, levert een beeld waaruit een sterke raai- op raaipersistentie blijkt. Diverse maxima en minima in het verloop van deze grafieken blijken zich min of meer regel-matig in de tijd langs de kust te verplaatsen, bijlage 3 geeft daarvan een voorbeeld. Dalende tendenzen (retrogressie of achteruitgang van de kust) ziet men, gerekend langs de kust en in de tijd, geleidelijk over-gaan en stijgende tendenzen (transgressie of vooruitgang van de kust) en omgekeerd. De sterkste en meest kortperiodieke oscillaties in het ver-loop van de bliksemgrafieken treden op in de raaien, welke zich het dichtst bij de zeegaten bevinden. Deze oscillaties verplaatsen zich onder geleidelijke uitsterving (verkleining van de amplitude) en defor-matie regelmatig langs de kust en in de tijd in de richting van het eiland-midden. Dit verschijnsel wordt aangeduid met het begrip ·zandgol-ven".

I

I

I

I

I

I

Teneinde meer objectieve informatie en inzicht te verkrijgen over en in het karakter van deze verschijnselen, zijn op de meetreeksen de methoden van auto-correlatie en kruis-correlatie toegepast. Met behulp van de eerstgenoemde methode is elke raai afzonderlijke onderzocht. Daaruit is bijvoorbeeld gebleken, dat het globale gedrag van veel reeksen het best kan worden beschreven door een lineaire seculaire trend met daarop gesu-perponeerd een relatief lang-periodiek sinus-signaal, dat we hier verder "macro-oscillatie" zullen noemen. De bovengenoemde zandgolven zijn daar-bij te beschouwen als oscillaties van hogere orden met daarop een hoog-frequente stochastische ruiscamponent. Het is deze ruis, welke het

·bliksemachtige· verloop van de grafieken veroorzaakt. Met behulp van de methode van kruis-correlatie kan onder meer een inzicht worden verkregen

in de verplaatsing van de zandgolven als functie van plaats en tijd.

I

I

I

I

I

I

Verschillende procedés van lopende middelen zijn vervolgens toegepast om de signalen (tijdreeksen, bliksemgrafieken) te ontdoen van ruis om zo-doende in het aldus gefilterde en gladgestreken verloop de maxima, mini-ma, stijgende en dalende takken beter zichtbaar te kunnen maken en naar de tijd te detecteren, zie bijlage 4. Deze aanpak maakt het onder meer mogelijk om in een tweedimensionaal veld de belangrijkste transgressie-en retrogressiegebiedtransgressie-en van de HW-, LW- en DV- lijn als functies van plaats en tijd weer te geven.

Bijlage Sa geeft voor de HW-lijn van de kust van Terschelling daarvan een voorbeeld. Op de ene as zijn de raaien 5 •••29 uitgezet en op de an-dere de jaartallen 1858 ••• 1986 (plaats en tijd). Uit de gladgestreken bliksemgrafieken zijn per raai de relatieve maxima en minima ontleend en in het diagram weergegeven.

I

I

I

I

(6)

I

6

-I

Het verloop van deze extrema omsluit de genoemde gebieden van vooruit-gang en achteruitvooruit-gang. We zien dat de transgressiegebieden zich in hoofdzaak manifesteren in de kustgedeelten, welke onder invloed staan van de zeegaten en uit welke richting de z.g. "zandgolven" zich naar het midden van het eiland verplaatsen.

I

I

I

Het middendeel van het eiland vertoont vanaf ca. 1870 tot heden in de raaien 14•••21 een retrograad gedrag: de kust gaat daar dus geleidelijk achteruit (lange-termijn effect).

Bijlage Sb, geplot met behulp van de computer, geeft ongeveer hetzelfde beeld, doch iets gedetailleerder, omdat hierbij een minder sterk glad-strijkfilter is toegepast op de oorspronkelijke signalen. De verplaat-sing van de zandgolven komt hier duidelijker tot uiting dan op bijla-ge Sa, doch de ruis is nog niet bijla-geheel wegbijla-gefilterd. Elk eiland heeft in dit opzicht zijn eigen karakteristiek, waar we in deze notitie om rede-nen van beknoptheid niet verder op in kunrede-nen gaan.

I

I

I

3.2 Trendbepaling

I

Wanneer men volgens de regelen der kunst een tijdreeksanalyse wil uit-voeren, dient de te onderzoeken reeks eerst van zijn trends te worden ontdaan. Een veel gebruikte methode daartoe is het transformeren van de oorspronkelijke reeks naar een verschilreeks. De elementen van zo'n nieuwe reeks bestaan uit de onderlinge verschillen tussen de opeenvol-gende meetwaarden van de oorspronkelijke reeks. De verschilreeks bestaat dus uit positieve en negatieve afwijkingen voor respectievelijk stijgen-de en dalenstijgen-de tenstijgen-denzen.

I

I

I

I

Het gemiddelde van bovengenoemde afwijkingen is, wanneer dit positief is, een maat voor de helling van de lineaire stijgende trend in de oor-spronkelijke reeks en, indien dit gemiddelde negatief is, voor de hel-ling van een lineaire dalende trend. Het niveau van zulke trends is ver-der bepaald door het gemiddelde van de oorspronkelijke meetreeks. Op de verschilreeks kunnen diverse methoden van tijdreeksanalyse worden toege-past om eventuele periodieke componenten op te sporen en het aandeel van de stochastische ruis te bepalen. Omdat een meet reeks meerdere trends kan bevatten, welke in werkelijkheid niet per se lineair van karakter behoeven te zijn, is in dit onderzoek een andere werkwijze gekozen, waarbij er van uitgegaan is om in eerste instantie een niet- lineaire trend aan een meetreeks aan te passen en naar de toekomst te extrapole-ren. In tweede instantie zijn daarop voor raaien, welke daarvoor in aan-merking komen, significante oscillaties van hogere orde(n) gesuperpo-neerd.

I

I

I

I

I

I

Gelet op de bevindingen, welke voortvloeien uit het in de vorige para-graaf beknopt omschreven oriënterend vóóronderzoek, is voor de algemene trend in de bliksemgrafieken een model geconstrueerd, waarin de parame-ters uit het waarnemingsmateriaal zelf moeten worden geschat.

(7)

t~

~"'-~~K .{II'

W_J.

Lj

,

s

l!.-

cUs

ee.t....

~ll'

~

'oteAc..{

-

t:1"-

l

S

0o

"

~

otM

~

e

..

~

.

.>,

e.,Q....I....

k.

~

(....

l.;:

~

f..~r S'~ ~~i ..~

'i~

~~ ) ....

olt

~

~0{

..e...:

IAL~

r

~

~fL

.

lt..-\.

\}r;=r

1c1~

e..A-

.

4-

to~·

~

_"cI....t-.

L-S

~

klA-E-~t-( {~ ~ ~~

~'{~

~

cU.d

VI$Qt (~(~)

ex.~

r(T[~

'

~

~~

~..v(

~e~'l4v~~lvr

~'S

H.

è_.

\M...LÁ

~

~(V

~

tVvi-~

~et~

~

4

'

~

~ot

k

u

c-c.-f"

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(8)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

7

-Dit hypothetische model bestaat uit een interactief of intern geassoci-eerd samenstel van een lineaire seculaire trend en een relatief lang-periodieke sinusoïdale macro-oscillatie. De lineaire seculaire trend in dit samenstel is verdedigbaar op grond van de hypothese van voortdurende gelijkmatige kustvoortgang aan de uiteinden van de eilanden en een idem dito achteruitgang in de middenmoot. Volgens deze hypothese bestaat voor de Waddeneilanden de neiging dat de uiteinden zeewaarts uitgroeien en de middenmoten daarentegen retireren. Dit geldt met name voor de relatief lange eilanden Terschelling en Ameland. In dit verband zij nogmaals ver-wezen naar de bijlagen Sa en Sb.

De aanname van de macro-oscillatie als bestanddeel van het model vindt zijn oorsprong in het holle of bolle verloop van de bliksemgrafieken van een aantal raaien enerzijds (zie als voorbeeld bijlage 2, waarbij er sprake is van een dergelijk gebogen verloop op langere termijn met de bolle zijde landwaarts gekeerd) en in een compensatieneiging ten aanzien van het effect op de kust van de lineaire seculaire trends anderzijds. Wat laatstgenoemd effect betreft, zou men zich voor kunnen stellen, dat de kust van de eilanden in toenemende mate U-vormig zou kunnen worden, wanneer alleen en uitsluitend dit lineaire aandeel van het model werk-zaam zou zijn. Op den duur zou een eiland zoals Ameland of Terschelling in twee of meer delen uiteen kunnen vallen. Bij deze eilanden is echter een labiel evenwicht kunstmatig in stand gehouden door menselijke ingre-pen in de natuurlijke morfologische processen. Deze ingreingre-pen bestonden in het koppelen door middel van stuifdijken van de veel kortere morfolo-gische eenheden, waaruit die eilanden zijn opgebouwd~ daardoor zijn on-natuurlijk lange eilanden ontstaan met thans een zwak U-vormig kustver-loop.

Om paal en perk te stellen aan verdere retrogressie z1Jn zandsuppleties noodzakelijk, zoals op Ameland reeds eenmaal is uitgevoerd. Kennelijk is de zandvoeding van de middenmoot van een eiland door zandgolven onvol-doende om een stabiel evenwicht in stand te houden. In dit verband kun-nen de langperiodieke oscillaties worden opgevat als macrozandgolven, welke de retrogressie slechts ten dele kunnen compenseren.

Met behulp van de kleinste kwadratenmethode, toegepast in de vorm van een multiple regressiemodel, is voor elke raai het stelsel liniaire trend met macro-oscillatie aangepast aan het waarnemingsmateriaal. Met behulp van deze regressiemethode kunnen de volgende parameters worden geschat:

helling van de lineaire seculaire trend

niveau idem

amplitude van de macro-oscillatie periode

fase

idem idem

(9)

I

8

-I

I

I

Omdat het model zodanig is geconstrueerd, dat alle vijf genoemde parame-ters onderling geassocieerd zijn (compensatie-beginsel), is aangenomen, dat de meest optimale aanpassing plaatsvindt bij de maximale waarde van de multiple correlatiecoëfficiënt.

Dit betekent dat bij een zeer grote serie perioden, opklimmend van 3 tot b.v. 500 jaar, bijna 500 multiple correlatiecoëfficiënten moeten worden berekend, welke in een diagram tegen de bijbehorende perioden worden uitgezet. Voor de meeste raaien kan daaruit de optimale periode bij de hoogste waarde van de multiple correlatiecoëfficiënt worden gedetec-teerd, zoals dat op bijlage 6a wordt gedemonstreerd.

Bij een aantal raaien kan als gevolg van een divergentie-effect de opti-male combinatie echter niet worden vastgesteld. In zulke gevallen zijn

I

I

een zeer groot aantal perioden mogelijk bij een vrijwel horizontaal

ver-I

tb

.

o

y.

)

....

loop op het hoogste niveau van de multiple correlatiecoëfficiënt;

bij-\ tfVi-~ ,;- lage 6b geeft daarvan een indruk. De oorzaak van een dergelijk

ver-~\~ )~~~.~schijnsel kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan de te korte duur

I

'(

~

/,.;

van de meetreeks ten opzichte van de te determineren periode van de aan

~ te passen macro-oscillatie (zie ook hoofdstuk 4). Omdat in deze gevallen de computerberekeningen geen uitsluitsel kunnen geven, zijn de gevraagde perioden met de hand geïnterpoleerd tussen die, waarvoor dat wel moge-lijk is.

I

I

Nadat alle overige parameters zijn berekend, wordt het stelsel van

secu-laire trend met macro-oscillatie aan het waarnemingsmateriaal aangepast en naar de toekomst geëxtrapoleerd en door de computer geplot (voor-beeld: zie bijlage 7)

I

I

3.3 Tijdreeksanalyse van het restsignaal

I

I

Wordt van een meetreeks het stelsel van lineaire seculaire trend met macro-oscillatie afgetrokken, dan ontstaat een restsignaal, dat verder onderzocht moet worden op periodieke bijdragen van hogere orden dan die van de macro-oscillatie. Dit restsignaal bestaat uit positieve en nega-tieve afwijkingen voor ieder jaar met verwachting van het gemiddel-de

=

O. Op deze afwijkingen kunnen verschillende methoden van tijdreeks-analyse worden toegepast. Bijlage 8 geeft enkele voorbeelden van derge-lijke restsignalen.

I

I

Met behulp van een spectraal-analyse is eerst nagegaan, welke

fluctua-ties in het restsignaal wèl en welke niet als ruis beschouwd kunnen wor-den. De spectra, voor elke raai

één,

worden daartoe cumulatief weergege-ven en op basis van de toets van KOLMOGOROFF en SMIRNOV worden daarin de 95%-ruisbanden aangebracht.

Wanneer voor een bepaalde raai het cumulatieve spectrum binnen deze ruisband verloopt, kan worden gesteld, dat het spectrum gelijkmatig ge-vuld is met ruis en dat er geen sprake meer is van deterministische bij-dragen; op bijlage 9a zijn enkele dergelijke gevallen afgebeeld.

I

I

I

I

(10)

I

9

-I

Wat Terschelling betreft, is daar sprake van bij de raaien welke zijn gelegen in het midden van het eiland. Bij de overige raaien, waarin de

invloed van de zeegaten merkbaar is ziet men de cumulatieve spectra "buiten de oevers treden" (buiten het 95%-ruisinterval, zie bijlage 9b). Voor die gevallen is er dus nog sprake van deterministische com po-nenten in de restreeks.

I

I

Met behulp van het normale (dus niet-cumulatieve) spectrum en het aut o-correlogram worden vervolgens de meest aannemelijke perioden van die oscillaties gedetecteerd. Met de aldus vastgestelde perioden van hogere orde als gegeven, worden met behulp van de kleinste kwadraten methode de best passende sinusoïdale oscillaties aangepast, waarbij naast de beken-de periobeken-de nog beken-de amplitubeken-de en fase worbeken-den geschat. Ook daarvoor is een model ontwikkeld. Deze bewerking kan zoveel malen worden herhaald, tot-dat ook de spectra van de betreffende raaien gevuld zijn met alleen ruis. De gevonden significante oscillaties van deze hogere orden worden tenslotte bij die raaien, waar daar sprake van is, gesuperponeerd op de eerder gevonden seculaire trend met macro-oscillatie en naar de toekomst geëxtrapoleerd. Bijlage 10 geeft enkele voorbeelden van een dergelijk samengesteld geval.

I

I

I

I

I

I

In deze notitie kan nog niet worden gerapporteerd over de analyse- metho-de, welke in de eerste alinea van deze paragraaf is beschreven omdat deze nog niet is uitgevoerd. Het is namelijk niet ondenkbeeldig, dat met behulp van de beschreven methoden van tijdreeksanalyse op het verschil-signaal de hiervoor beschreven periodiciteiten van macro-oscillaties en die van hogere orde(n) mogelijk beter vastgesteld kunnen worden zonder

het bezwaar van het divergentie-effect en de daardoor noodzakelijke handmatige ingrepen in het geautomatiseerde analyse-proces. In verband daarmee dragen de extrapolaties, welke in het volgende hoofdstuk worden

gegeven, een voorlopig karakter.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(11)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

10

-4 VOORLOPIGE EXTRAPOLATIES IN ENICELE KENMERKENDE RAAIEN PER EILAND

Teneinde te voldoen aan de opdracht, welke in de inleiding aan de orde is gesteld, worden in dit hoofdstuk volgens de hiervóór beschreven pro-cedures voor enkele kenmerkende raaien per eiland de extrapolaties gege-ven van de ligging van HW-, LW-, en DV- lijn.

De raaien zijn als volgt geselecteerd:

de beide uiterste raaien van de onderzochte kustsegmenten (behalve ter plaatse van de zeegaten)i

een raai in het midden van een kustsegmenti

bij lange kustsegmenten zijn twee raaien verdeeld over de lengte van het segment meegenomen.

Per eiland worden in zo'n zestal raaien de voorspellingen gegeven van de ligging van bovengenoemde lijnen voor de opgegeven voorspelmomenten. Aan deze verwachtingswaarden wordt toegevoegd de breedte van de 95% marge

(breedte

=

4 x standaardafwijking) als gevolg van het stochastisch ruis-aandeel.

Op de bijlagen 11 tlm 13 zijn voor het kustvak Terschelling de voorspel-de lijnen van LW, HW en DV getekend in een 8-tal geselecteervoorspel-de raaien. Als aanvullende informatie is de standaardafwijking van de resterende ruis gegeven, terwijl de 95%-marge als band rond de voorspelde lijnen is getekend.

Op bijlage 14 zijn vervolgens, alle berekeningsresultaten voor de be-schouwde Waddeneilanden in een overzichtelijke tabel samengevat.

Op bijlage 15 is de voorspelde ligging van de DV-lijn voor de vier Waddeneilanden getekend voor de voorspelmomenten 2000, 2020 en 2090.

Zoals eerder is opgemerkt, moeten deze verwachtingen met de nodige re-serve worden beschouwd omdat de duur van de tijdvakken, waarin de waar-nemingen zijn verzameld, eigenlijk te kort zijn om er met voldoende be-trouwbaarheid conclusies ten aanzien van de toekomst aan te kunnen ver-binden. Dit geldt des te meer voor meetreeksen, die periodieke componen-ten bevatcomponen-ten, zoals de onderhavige. In een aantal raaien worden namelijk extra polaties verricht met behulp van een model, waarin de periode van de macro-oscillatie aanzienlijk langer blijkt te zijn dan de duur van het tijdvak, waarin de waarnemingen zijn verzameld.

Aan de statistische regel, die zegt, dat het tijdvak, waarover de~ tar-nemingen zich uitstrekken, minstens twee maal zo lang moet zijn~ de periode, welke de meetreeks bevat, wordt in veel gevallen bij lange na

e,AAcLui

Oa

l

W".tA

-niet voldaan. Hierdoor wordt het detecteren van de juiste periodiciteit ~

vrijwel onmogelijk gemaakt, nog afgezien van de mogelijkheid, dat er in ~

I

plaats ~,

dat werkelijkheid sprake kan zijn van quasi-periodieke oscillaties in van reële, zoals die hier zijn verondersteld. Het gevolg kan zijn

schommelingen op onjuiste gronden naar de toekomst heeft geëxtrapoleerd.

.

I I

(12)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-

"

-Het risico zal daarom moeten worden geaccepteerd, dat de kwaliteit van de voorspellingen in overeenstemming is met de aard en het karakter van de vraagstelling. Desondanks bestaat de mening, dat aan de analyse van de meetreeksen beter een objectieve arithmische en mathematisch-statis-tische ruggegraat kan worden gegeven dan in het geheel geen.

Het stellen van een aantal hypotheses bij de gevolgde extrapolatie-methode was hier onvermijdelijk. Deze kunnen blijven bestaan, totdat het aantal dissonante resultaten in de toekomst een dusdanige omvang heeft gekregen, dat er noodzaak kan ontstaan om die hypotheses te herzien en in een volgend stadium zo mogelijk door betere te vervangen. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn, wanneer het onderliggende waarne-mingsmateriaal zich ver-n-voudigd heeft, met n=minstens 2.

Een andere mogelijkheid tot herziening en bijstelling zou kunnen zijn, dat een beter gefundeerde extrapolatie-methode wordt ontwikkeld en toe-gepast. In dit verband zou ook kunnen worden gedacht aan een fysisch model, dat na toetsing aan het bestaande waarnemingsmateriaal voor het beoogde doel toegepast kan worden.

Ook kunnen zich in de toekomst ontwikkelingen voordoen, zoals een ver-snelde zeespiegelrijzing en/of de invloed van een klimaatschommeling, die zich zodanig doen gelden, dat een streep wordt gehaald door de ver-wachtingen van de ligging van de toekomstige kustlijn. Het is de toe-komst, die het zal leren.

~

(13)

I

- 12

-I

5 AU'l'aIAT'ISERtNG VAN BET ONDERZOEK

I

I

Zonder automatisering van de benodigde hulp-, reken- en tekenprogramma's was een onderzoek op een dergelijke analytische basis volstrekt onmoge-lijk geweest. In deze notitie zijn in beknopte zin globaal de stappen aangegeven over de rechtstreekse weg, die leidt van de meetreeksen naar de extrapolaties. Dat bij dit onderzoek talrijke zich vertakkende dood-lopende wegen zijn ingeslagen (experimenten) zij hierbij verder nog ver-meld. Voor elke weg, zowel voor het rechtstreekse pad als voor alle

an-dere experimenten met de meetreeksen, zijn door J.M. v.d. Boogert

pas-sende computerprogramma's geschreven in FORTRAN 77.

Bijlage 16 geeft een overzicht van alle reken- en tekenprogramma's,

wel-ke bij dit onderzoek zijn toegepast en die hij in de vorm van "recepten" ontving van de auteur dezes.

Door D. van Sijp en P. Noordstra zijn de meetreeksen uit de strandmeet-registers na het aanbrengen van de nodige correcties alsmede de relevan-te gegevens uit het JARKUS-bestand ingevoerd in het voor dit onderzoek opgezette databestand.

Op bijlage 16 is tevens de gevolgde werkwijze aangegeven in de vorm van

een stroomschema.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(14)

I

- 13

-I

Bijlagen

I

OVerzichtssituatie onderzocht kustgedeelte van de Friese Waddeneilanden.

I

2 BliksemgrafiekenTerschelling. voor LW, HW en DV in raai 1000 van het kustvak

I

3 Verplaatsing van maxima en minima in de bliksemgrafieken vanuit het Zee-gat van het Vlie langs de kust van Terschelling.

I

I

4 Gladgestreken tijdreeksen van LW, HW en DV in de raaien 700, 1100, 2000 en 2900 van het kustvak Terschelling.

5a Transgressie en re(tro)gressie van de HW-lijn in de raaien 500 tlm 2900 van het kustvak Terschelling.

I

5b Idem 5a maar met een minder sterk gladstrijkfilter.

I

6a Verloop van de multiple correlatiecoëfficiënt voor de onderlinge relatie tussen de parameters voor seculaire trend en macro-oscillatie in de tijdreeks voor HW met herkenbaar maximum.

I

6b Idem 6a maar met een quasi maximaal verloop.

I

I

7 Extra polatie van de HW-lijn met behulp van seculaire trend met macro-oscillatie in de raaien 700, 1100, 1500 en 1900 van het kustvak

Terschelling.

I

8 Restsignalen van geanalyseerde tijdreeksen HW in de raaien2700 en 2900 van het kustvak Terschelling. 700, 900,

I

9a Cummulatieve dichtheidsspectramet ruis zonder deterministische bijdragen.restsignaal geanalyseerde tijdreeks HW

I

9b Idem 9a maar welke met deterministische bijdragen van hogere orde

compo-nenten.

I

10 Geëxtrapoleerde HW-lijn met behulp van seculaire trend macro-oscillatie en hogere orde oscillaties in de raaien 600, 800, 2600 en 2800 van het kustvak Terschelling.

I

I

11a + b Voorspelde ligging LW-lijn voor een 8-tal geselecteerde raaien van het kustvak Terschelling.

I

12a + b Voorspelde ligging HW-lijn voor een 8-tal geselecteerde raaien van het kustvak Terschelling.

(15)

I

14

-I

I

13a + b Voorspelde ligging DV-lijn voor een 8-tal geselecteerde raaien van het

kustvak Terschelling.

I

14 OVerzicht resultaten voorspelde ligging van LW-, HW- en DV-lijn ten

op-zichte van de RSP-lijn voor 7 voorspelmomenten.

I

lSa t/m lSd Voorspelde ligging nv-lijn voor de vier Friese Waddeneilanden voor de

voorspelmomenten 2000, 2020 en 2090.

I

I

16 OVerzicht en stroomschema van ontwikkelde reken- en tekenprogramma's ten

behoeve van de extrapolatie van de tijdreeksen van LW, HW en DV tot het jaar 2090.

I

I

I

I

I

I

I

anw-x-S

I

I

I

I

I

I

(16)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

NOORDZEE

o

Groningen Friesland Noordholland Projectcode :W 88.06 0

VERZICHTSSITUATIE

WAODENElLANDE

..,_---.---1

Rapport ANW 88.16 Bijlage

1

R

i

j

kswaters

t

aat

- D

i

re

k

t

i

e

Fr

i

es

l

a

n

d

a

f

d

.

ANW

Di

n

A4 Reg. nr.

(17)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

E E E U UU tntnO OroM N I

o

o

o

\..-_""::.7

~---..

->

-c:

--

_-___

----;:.

--,

----c..:-:. - - _ ...

.--_.::::..

_\'

'"

_-",.. ~-">

..~:_----:..~---

-

....

,---'----

\....

...

-.} -:"

_

..

r.:

r'

-7 ",/

-~,

'....

\

-""-...

--,

,

--....

~ ' ...,---~ <, ....

_-

_--~::----... r--":"::'

--

...

----_

...

--':>

I

--~----

----~

__

--;::.-4"' , ...

,

-_

...

'-

;

»

<.._-- ...

~---_.",

--,

--

_

,

..-'_

" I ) I .r-I Ó Ó ~ \" /' ...

-

....

,

,

~

,

"\ i '> I / '" ---...:::: I

---').

,

/

8

o

8

I

F/ri.

3

ZEEWAARTS (-- aPstand in muit hooFdmeetlijn --) LANDWAARTS

Projectcode

W 8806 0

I

B LIK

S E M G RAF

lEK

E N

Verloop

hoogte-

resp.

dieptelijnen

tOY NAP in

de

tijd

Reg .nr.

ANW .L INREG

Rapport

ANW-88

.

16

BijlQge

2

(18)

I

:>00 verplaat.Slng maxImIl en lunlma In ce Dl1"Semgra~~leK

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(/) t-~ < < 31: W W N A I I s::: .

...,

.

....

...J .._) Q.I Q.I E "0 u, o o L .._)

...

:s E s:::

.

....

"0 s::: d .._) lil u, d I I v (/) t-~ < < 31: Cl Z < _J 1200 1980

Kust\laK Terschél UI'Ig

0\ I' o \_ I \ o • ", ,,,,,''. .. 1 \,

"

,\,'" ," .. -..... ,"........ ,... ,,'-,'......_-,' ',' \" ...".. ." ',' "',,~--,..~,-"'-"--'.., -"_'"

,

..,.. -, / 800 iOO A I ... ", ...1' I \

.

I o J -iOO 1860 1880 1900 1920 19iO 1960 1200 1880

KustvaK I"rscnelllng Kaal DUUverplaatsIng lIIaXlmaen mInIma In oe tll lKs"mgra~·leK

800 iOO

~

r---~"--

'---o -iOO 1860 1880 1900 1920 I&tO 1960 1200 I SIlO

Kust.VaK·T"rschél (il'lg RaaI 700 verplaat.slng maXIlIlaen IIIlnlma In oe ollKs"mgra~leK

800 iOO o -iOO 1860 1880 1900 1920 I&tO 1960 1200 I SIlO

KUStVaKlerscnelllng Kaal !lUU verplaatSIng maXIlIlaen IIIlnlllla In oe tll lKs"lIIgra~leK

800 iOO o -iOO 1860 1880 1900 1920 I&tO 1960 1200 ..._---_'"

Kust.vaK TerSChellIng RaaI SOO verplaat.Slng IlIaXIlllIlen mInIma In oe tlllKselllgraFleK

800

iOO

o ........ -...---- ...

----iOO

1860 1880 1900 1920 ISiO 1960 1880

230 cm DV --- 85 CID HII --_ ...

_

...

_

..

_

..._- -105CID Lil

B

L I K S

E

M

G

R

A

F

I

E

K

E

N

Project.code

W

8806

0

Verloop

hoogte-

resp.

diepte

l

ijnen

tov

NAP

in de tij d

Rapport. ANW-88.16 BijLage

3

I

Reg .nr. ANW. L I NREG4

(19)

I

1200

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Cl) l-Q:: < < 3r W W N A I I C ...,

....

-' _.) CII CII E 1J u, o o .J: _.)

.

...

::s E C 600 't00 200 o -200 -'t00 -600 -800 -1000 -1200 -1-+00

.

...

1J C d _.) VI u.. d I I v Cl) l-Q:: < < 3r o Z < _J

.

~ " 1000 800 600 't00 200 o 200 o -200 800 600 't00 200 o -200 -'t00 230 c.DV 85 cm Hit Projectcode

W 8806 0

I

B

Reg.nr. ANW.LINREG4A

LIK

S E M G RAF

I

E

K E

N

Verloop hoogte- resp. dieptelijnen

tOY NAP in de tijd Rapport ANW-88.16 Bijlo.ge

4

(20)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

KM-raai --- __ on_ 0N , ...!__ I__

!._...!_-'_-' __

I_ , I(M- raai ---Gearc:ee rd Ongearc:eerd

=

TRANSGRESSIE (zeewaartse verplaatsing of vooruitgang)

=

RETROGR E SS IE (Iandwaartse verplaatsing of achteruitgang)

=

RELATIEVE MAX IMA ·0

=

BUIGPUNT (dy (maxI

=

.2r.(minl

=

0)

-'d dt dt

=

RELATIEVE MIN IMA ':':

=

I em.

hypothetisch

TERSCHELLING. Noordzeekust. KM-raai 5 t.m. 29 Projectcode:W 88.060

Transgress ie en re tr oçr es s ie van de HW -I ij n in

het tijdvak 1858 t.m.1986 Rapport ANW 88.16 Bijlage 5 A

Rijkswaterstaat

- Direktie

Fr

i

es

l

and

afd

.

ANW

Din A4 Reg. nr.

..

.!

,

on )( o N o

-~

(21)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

---)

----<

o

m

o

m

Terschelling verplaalsingssnelheid HW-lijn 5x5xl Filler

-20-'0 1980 1960 19-.0 1920 1900 c CII s, 1880 ....,Ij A I I I 1860

TRANSGRESSIE

en

RETROGRESSIE

van een dieptelijn In het

tijdvak van 1858 - 1987

Rijkswaterstaat-Directie Friesland aPd. A N W

2020 2000 ---> Raaien 400 "SIlO BOO .1000 1200 .1400 . .1600 1900 2000 2200 2400 . 2600 2900 Project.code

W 8806

0

I

I

Rapport.

ANW-88. 16

I

Bijlage

5 b

(22)

I

I

1.0 1.0 0.8 0.8 0.6 0.6 0." 0." 0.2 0.2 0.0 0.0 1.0 1.0 0.8

-

0.8 0.6 0.6 0." 0." 0.2 _ 0.2 0.0 _ 0.0 1.0 1.0 0.8

-

0.8 ~ C CII 0.6 0.6

.

..

U U. U. 0." CII 0." 0 U CII

.

..

~ 0.2 d _, CII I... I... 0.0 0.0 0 U CII 1.0 1.0 _, a.

...

~ _, 0.8 0.8 :J I: ""- 0.6 0.6 I I I 0." 0." 0.2 0.2 0.0 0.0

I

VERLOOP

COEFFICIENT

van

de MULTIPLE

voor

de

onderlinge

CORRELATIE-relatie

tussen

de

parameters

Project.code

W 8806 0

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Rapport. ANW-88. 16 BijlQ~ 60

(23)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

1.0 1.0 0.8 0.8 0.6 0.6 O.i O.i 0.2 0.2 0.0 0.0 1.0 1.0 0.8 0.8 0.6 0.6 O.i

-

O.i 0.2 0.2 0.0 0.0 1.0 1.0 0.8 0.8 ..> s: CII 0.6 0.6

.

u

..

.

..

U-O.i O.i CII 0 U CII

...

..> 0.2 0.2 d _, CII !... s, 0.0 0.0 0 U CII 1.0 1.0 _, a.

.

..

..> _, 0.8 0.8 :J 1: "'- 0.6 0.6 I I I O.i O.i 0.2 0.2 0.0 0.0

VERLOOP

van

de

MULTIPLE

CORRELATIE-COEFFICIENT

voor de onderlinge

relatie tussen de parameters

W 8806 0

Projectcode

6b

Rapport ANW-88. 16

Reg.nr.

ANW. TREND2A

(24)

I

2200 2000

I

1800 1600 l-tOO 1200

I

1000 ,\ 800 ,,

.-

.

600 -t00

I

200 0 -200 -'t00

I

-600 2200

I

2000 1800 1600 l-tOO

I

1200 1000 900 600

I

Cl)I- -t00 ~ 200 < < 0 ::a -200 W

I

wN -'toa -600

'"

I I C 2200

I

.

.r<

...,

2000 -' _.) 1800 GI 1600 GI

I

"0e l-tOO (L 1200 0 0 1000 .J:. 800

I

_.).r< 600 :J iOO e 200 C 0 .r< -200

I

"0 -'toa C d -600 _.) UI

I

(Ld I 2200 I 2000 v 1800

I

Cl)I- 1600 ~ ,..00 < < 1200 ::a 1000 0 Z 800

I

<....J 600 iOO 200 "

I

-2000 -soc -600

I

85ca

B

L

I

K S

E

M

G

R A F

I E

K

E

N

Projectcode

W

8806

0

I

Verloop hoogte- resp. dieptelijnen

tov NAP in

de

tijd

Ro.pport

ANW-88.16

BijlGQ.

7

(25)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-too 200

,

.'.

.

.(~

,

, \t I \ .\

,

,

.

,.

••

,

.

••

J o ,

:

\

t.,

,

.

.," ", " ",', ~\

,

.

'

..

' ,

.

.

~

.

...

,

,

-

.

,

.

\, Y

.

'

-:

-200 --too 200

\.,

-200 --too E C

.

..

1/1 ::I. CII CII L 1J

.

..,

.

..

,.J CII 1J L CII CII 1/1 :::JI ~ d C d CII Cl C d > --too 200

,

...

.

.

..

.,'

"

,

Ir;"',",1, ,,I

.

--

.

.

o

;!~

.

\

,

/

I ,

· .

I I

·.

I'

,

-200 ~ d d C Cl

.

..

1/1 ,.J 1/1 CII IX 200

,.

,'"

.'

..

1 r , "

,

.

..

\ ,

,

,~,

"

A I I I o -200

,:

."

\

,

'

.

,

·

.

"

I

"

'

••

-

! 'I' , \ --too

I

B LIK

Ver

l

oop

S E M G RAF

hoogte-

resp.

diepte

lEK

lij

nen

E N

tOY NAP

i

n de ti

j

d

Reg

.

nr. ANW.LINREGREST

Pro

j

ectcode

W 8806 0

BijlCl~

8

Rapport

ANW-88.16

(26)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

e :J L ,.) U CI.I a. 111 111 1J

.

...

CI.I s: ,.) 0 s: u

.

...

1J CL. CI.I

.

..

,.) d ...I :J e :J U

'"

I I I o o o Projectcode

W 8806 0

I

CUMULATIEF DICHTHEIDSSPECTRUM

Reg.nr.

ANW.SPECTRUMl

van het restsignaal

van

de

geanalyseerde

tijdreeks

Rapport ANW-88. 16 Bijlag. 9

a

(27)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

E :J ~ ,.) U GI a. UI UI

"

.

...

GI s: ,.) 0 s:u

.

...

"

(L GI

.

...

,.) d .J :J E :J U A I I I o o

• • •

• •

• •• • •

••

o

• ••••

• • • •

• • • • • •

••

• •

••

••

Projectcode

W 8806 0

I

CUMULATIEF DICHTHEIDSSPECTRUM

van het

_

restsignaal

van

de

geanalyseerde

tijdreeks

Reg.nr. ANW.SPECTRUMl

BijlCl~ 9 b

Rapport.

ANW-88. 16

(28)

2200 2000 1800 1600 1100 1200 1000 800 600 100 200 0 -200 -100 -600 2200 SI 2000 1800 1600 1100 1200 1000 800 600 (J) 100 I-~ 200 < 0 < :JI -200 W W -100 N -600 A I I c 2200

.

...., .,.. 2000 ....I ,.J 1800 Ol 1600 Ol e 1100 "C u.. 1200 0 1000 0 J::. 800 ,.J 600 .,.. :J 100 E 200 t: 0

.

...

-200 "C -100 c -600 d ,.J 111 u, d I 2200 SI I 2000 v 1800 (J) 1600 I-~ 1100 < < 1200 :JI 1000 Cl Z 800 < ,... ~ 600 100 200 0 -200 -100 -600

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Project.code

W 8806 0

I

I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met seculaire trend,macro-oscillatie

en hogere orde oscillatie

Reg .nr. ANW. L I NREG4D

Rapport. ANW-88. 16

(29)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-1000 IJ) I-~ < < JIt W W N

'"

I I "C c d .0 UI "C

.

..

Ol s: ~ d d .0 ~ :J o s, _.) Ol .0 -1000

.~

If) (7) _.) Ol E c ...,

.

..

-' _.) Ol Ol E "C u, o o s: _.)

.

..

:J E c

.

..

-1000 "C t: d _.) UI u, d I I v ~oo 2000 1~0 1000 --..

_

-

_

.. -"-'"'_ ~o o + ~oo

__

.

--_._---2000 _---_ ..

---

_.-1:500 1000 :500 o

---:500 2:500

-

-

-

--- ---

-

--

~ ----.- ---- _"'---'"' 2000 1:500 1000 :500 ---.-

.-

-

-

-

:::::::::::::::::::::::::::::::::::::

o -500 ~oo .._:::::=:=:=:::=:=:::::=:::::::::::::::::: 2000 1:500 1000 :500

I

IJ) 0 --- --. -:- I-~ < -500 < JIt ~ -1000 < ....J

I

Project.code

W 8806 0

I

I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met macro-oscillatie en hogere

orde oscillatie

Reg.nr. ANW. L I NREG4E

Rapport. ANW-88. 16 BijlC1ge

Cl

1 1

(30)

I

I

I

I

I

I

I

I

1

I

.

1

I

I

I

I

I

I

I

-1000 (J) I-IX < < ~ w W N A I I "0 c d .0 VI "0

.

..

GI J:. ~ e e .0 :. :J o ~ ~ GI .0 -1000

.~

~ 2000 ~ GI e c .

..,

.

...

..J ...> GI GI e "0 U-o o J:. ~

.

...

:J e c -1000

.

...

"0 c e ...> 111 U-d I I v (J) I-IX < < ~ a z < ...J -1000 2:500 --::::=:::::::=:=:::::=:--- -:::::::::.._ -... _----2000 1:500 1000 :500 o -_':_:_:

_

_

:::--.. -500 2500 2000 1500 1000 500 o

---_::::::::::::::_-

- .._--::---:500 2500 1500 1000 ---,-:- ..--7_ ----- ..-..

---,

---

.. - .. - ~-~--- .. _&_- _ .. :::: ::: ~:~~:~:: :-,:':':: :~:-: --- .. - .. - .. ---- - - _ .. - .. _ .. :: -.. --- .. - .. _ ..

---

-"-

--- .. _--...

---500 o -500 + 2500 ...

_-2000 1500 1000

_

..--- ..

_

--.... ",,' ..

---,--...... :500 ...

---

...'..~...'

"

-..

_--~~-_

..

-

-o -500 Project..code

W 8806 0

I

I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met macro-oscillatie

en hogere

orde oscillatie

Reg.nr. ANW. L I NREG4E

Rapport.. ANW-88. 16 Bijlag.

(31)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(/) ... Q!: ~ 2:500 :JI

ttl

2000 N A I I 1000 "0 s: :500 d .c VI 0 "0

.

...

GI -:500 x: ~ -1000 d .c )I: :::l o I.. ...> Q.o .c 2:500 ~ lf) 2000 cr> ...> Q.o e c .

...,

.

...

-I ...> Q.o Q.o e "0 u. o o s: ...>

.

...

:::l e c

....

-1000 "0 c d ...> VI u. d I I v (/)

...

Q!: < < :JI Cl Z < ....J -1000 2:500 2000 1:500

,

, 1000 I,

,

, I, :500 '

.

.r

,

,

, , 0 ,"

,

, I"

.,

.

-:500

-1000 1:500

_

..-.. ---"'-.--- -...

_

..

-_-_ ..._-_ ..

-,

_.

..

-

...-...

_----

-

._.

1:500 1000 :500 o .-' ..---=:=:=:=:=:=:=:=:=:::::::::::::::::::::::: ..._-_ ..-..

_

-

-_

..

-

_

...

_

.. --:500 2:500 2000 1:500 1000 :500 o -:500 Projectcode

W 8806 0

I

I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met macro-oscillatie en hogere

orde oscillatie

Reg .nr. ANW. L I NREG4E Bij lage

Q

12 Rapport ANW-88. 16

(32)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-500 -1000 (/) I-~ < < ::. w w N A I I 'U C ~ .D UI 'U

.

...

Cl! s: s... ~ ~ .D )I: :3 o s... +> Cl! .D -1000 2500

.~

If) en +> Cl! e c .

..,

.

...

....I +> Cl! Cl! E 'U U-o o s: +>

.

...

:3 E C

.

...

-1000 2000 1500 1000 500 o 'U C e +> UI U-~ I I v (/) I-~ < < ::. cz < _J -500 -1000 2500 2000 1500 1000 500 ...-.._:-

_

... o ---_:::::-:::

__

:_::::::::::::::::::::--500 2500 2000 1500 1000 --- ..-... 500

---::~~:::::::~::::::::::::_::::::~~::_::=::::::::::::::::::::::::::::::::::::::

_

o -500 SlgnclCl 2500

_.---

..

_--2000 1500 1000 500 o Projectcode

I

I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met macro-osci

L

latie en hogere

orde osci

l

latie

Reg .nr. ANW. L I NREG4E

W 8806 0

b

12

Rapport ANW-88. 16

(33)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

2000 1:500 1000 :500 o -500 -1000 -1:500 -2000 -2:500 -3000 (J) I-~ < < :Jt UJ W N 2000 1:500 1000 :500 o -:500 -1000 -1:500 -2000 -2:500 -3000 A I I "0 C d .o 11'1 "0

.

..

CII I:. s.. d d J:l )I: ::3 o s, ~ CII J:l 2000 1:500 1000 :500 o -500 -1000 -1500 -2000 -2:500 -3000

_---.,.

Lf) cr> ~ CII E C .

....,

.

..

.J ~ CII CII E "0 CL. o o I:. ~

.

..

::3 E c ... 1:500

-g

1000 d ~ :500 11'1

ca

0 I -500 I v -1000 (J) I-~ < < :Jt a z < -' -1500 -2000 -2500 -3000

_

..

-

..

_---_---

..

_-

-_

.

-..

--_

..-'"' ..

_

..

---::::::::..

-.-:_~~::::--::::::::::::::::=:::::::-..

-..

_..

-2000 Projectcode

W

8806

0

I

EXTRAPOLATIE

met macro-osçillat

van een diepteLijn

i

e en hogere

orde oscillatie

Reg .nr. ANW. L I NREG4E

a

13 Rapport. ANW-88. 16

(34)

I

2000 1:500 1000 :500 0 -:500 -1000 -1:500 -2000 -2:500 -3000 (J) I-1k: 2000 < < 1:500 ::. W W 1000 N A SOO I I 0 "0 -:500 c d -1000 ..0 UI "0 -1:500

.

...

GI -2000 s: I.. -2:500 d d ..0 -3000 )r :J 0 I.. _.) GI ..0

.~

I/) en _.) GI E c .

...,

.

...

..J _.) GI GI E "0 U. 0 0 i: _.)

.

...

:J E c

.

...

"0 c d _.) UI U. d I I v (J) I-1k: < < ::. 0 z < ...J

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

_----

..

_

._--_

..

---._---_

-

---

...

-

__

---

.---- ---

-I

EXTRAPOLATIE

van een diepteLijn

met

macro-osciLLatie

en hogere

orde

osciLLatie

Reg.nr. ANW. L I NREG4E Project.code

VI

8806 0

Rapport ANW-88. 16 Bijla.9.

b

13

(35)

_ _ _

_

.

_ _ - - - -

--0~

~

8

\

-\"J.>~

\. \

VLIELAND TERSCHELLING AMELAND SCHIERMONNIKOOG

JAAR lijn KM-raien kM-raien I<t1aaien-r

van: 38 41 44 47 53 3 25 29

~

.."

.

6 10 13 17 20 23 3 7 10 LW 569 155 81 94 692 492 1439 713 -106~ -45 - 5 448 521 587 577 1990 HW 486 105 -19 5 32 -90 576 403 929 598 -197 -'?--160 -138 395 411 389 339 DV -99 -62 -29 - 1 -139 98 171 -182*-277 -81 *-251 39 91 LW 562 135 80 89 162 9 688 585 1875 707 -61 -15 496 299 723 618 \ I 1995 HW 498 201* -23 - 8 26 -25 -90 600 469 1127 578 -175 -140 453 40" 311~

@

DV -83 -68 -36 8 -48 ..,)

.,...,

...

~.

~

-202 72 -113 -138-4 4 -40*-165 51 151

_?;

LW 541 173 81 86 163 46 612 1043~~153 -172 -12 693 667 2084 709 -191~74 -20 558 228 797 681 2000 HW 496 336* -25 -22 19 -26 1046* 914 179 -'176 -263 -91 621 532 1312 544 -279 '?47-191 -136 508 393* 511 355 DV -95 -72 -46 17 -57 332 554 -343 -390 -288 41 90 -79*-3..,)-19* -55* 58 318 LW 457 ,.,..,.,.

,

~..;

.

85 86 155 1 721 752 1507 743 840 2010 HW 452 716* -22 -54 6 -39 -300 -116 646 626 1317 583 578 DV -82 -76 -69 34* -78 -16 222 LW 341 206 86 92 141 -32 210 -240 -90 700 800 1074 934 710 983 2020 HW 365*1211* -17 -89 2 -22 641 543 768 761 569 697 DV -65 -76 -98 48* -71 -40 -18 241 LW 112 339 42 105 615 675 1138 969 469 926 2050 HW 84 2650*-41~-179 557 534 1620 763 441 893 DV -46 -91 -192 154 13 497* LW 367 415 4 58 407 685 897 1128 2090 HW 251 2991*-119-204 343 605 743 715 DV 1 -163 -248 8eo;J-.I * BIJLAGE 14

G

B(.,

*

•• ar de ~betrau.~ ~ ~

Voorspelde ligging van LW-,HW-en DV-l~jn tov ge RSP-lijn voor ~ voorspelmomenten

\

@

(36)

I

Cl

I

1000

I

-100 4200 HOO <1600 4800 ~ :5200

I

100 0

1

-100

1

...J -200 1:: I 100

1

a.o -0 0 > 0 ..,J -100

1

E C -200

.

...

3400 <1600 ~ 200

1

.dd

...,

100 s, a.o a. 0

1

.::L d -100 > ..,J IJl -200 :l

1

.::L 3400 4200 4400 4800 ~ 5200 s, lelCl.nd c. a.o 200 a. C 100

1

.a.oc

...,

0

.

....

~ a.o -100 ..,J

1

a.a.o -200

.

....

-0 3400 4200 4400 4600 4800 sece :5200 Ol 1.lCl.nd c. C 200

I

·

.

...

IJl ..,J 100 d d ~ 0 a.

I

s,a.o -100 > -200 ~ I I 4400 I

1

I 100 0

1

-100 -200

1

-300 3400 3600 3800 4000 4200 5200

B L I K S

E M

G R A F I

E

K

E

N

Project.code

W

8806

0

I

Voorspelde ligging van

een

dieptelijn

0.

jaar per kustvak

Rapport. ANW-88.16 Bijlage 15

(37)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(l

(IJ

ClI. "'0 > 0 ~ E C

....

L. d d ...,

!

~

-S' c ClI C ...,

.

...

-' ClI ~ Cl. ClI

.

...

"'0 A I I I I '400 200 0 -200 -'400 600 '400 200 0 -200 -'400 600 '400 200 0 -200 -'400 600 '400 200 0 -200 -'400 1600 800 600 '400 200 0 -200 -'400 800 600 '400 200 0 -200 -'400 1200 1000 800 600 '400 200 0 -200 -'400 800 Projectcode

W 8806 0

I

I

B LIK

S E M G RAF

lEK

E N

VoorspeLde

Ligging.van

een

diepteLijn

1 jaar

per

kustvak

Rapport ANW-88. 16 Bijl<1gt'

b 15

(38)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

..00 200 0 -200 600 ..00 200 0 -200 _J 600 I: :I: ..00 CII '0 200 > 0 0 ..,J e -200 C

.

...

!.. 600 d d .

...,

..00 !.. CII 200 a. ::t. 0 d > ..,J -200 VI :J -"00 s: !.. 600 CII a. C ..00 CII C 200 .

...,

.

...

0 ...J CII ..,J -200 a. CII

....

-"00 '0 Ol C

.

...

600 VI ..,J ..00 d d 200 ...J a. !.. 0 CII > -200 A I -"00 I I I 1000 800 600 ..00 200 0 -200 -"00 -600 600 BOO

B L

I K

S

E

M G R A F

I E K E

N

Reg .nr. ANW. L I NREG5A Project.code

W 8806 0

VoorspeLde

Ligging

van

een

diepteLijn

1 jaar per kustvak

BijlClge

c

15 Rapport. ANW-88. 16

(39)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-' 1:: ::x: Ol U > o .0) E c

...

S-d d ..., S-Ol a. ~ d > .0) 111 :J ~ S-Ol a. c Ol c ...,

...

-' Ol .0) a. Ol

...

U Cl s::

.

..

111 .0) d d -' a. S-Ol > A I I I I 200

B LIK

S E M G RAF

lEK

E N

Voorspelde ligging van

een

dieptelijn

1 jaar per kustvak

o iOO 800 600 200 800 o -200 600 800 iOO 800 200 800 o -200 iOO 800

I

200 o 600 600 100 200 o 800 600 600 100 200 o 800 600 100 200 o Project.code

W 8806 0

Rapport. ANW-88. 16

(40)

I

I

I

I

/

I

I

I

I

I

I

I

I

I

,

,

.

\I ..

I

~R : K

I

ij5

I

I

I

I

I

Cve:-zicr:tvan programma 's die or.tl'likkez:dijn0;:: de afdel~:'1gANW t!:;vde voorspelling !içging die~t~~ijnin 2090.

AtrrCY~ Dl~~ D~sP:ü~~R:J~ KRU!5Va. :"II-i'REG LI:-&134 U};REG4A L!~REE4B

:...rt

~6

4

=:

:..n'RE;;5 1::.<RP. TR:..~2A :'''i:'1\:J:B OC-c:J3 VE.~FLAA-:-S~-B :voorbe21d O:lsch:-iJvinç bijlage Berekengo en"~lottenautocorrelatie op diepte:ijn;eçev~,s

Bepalen liggingdieptelijn tov hoofdmeetlijn

Cont:-cle:"!!.we'1lke jaar-raai combinaties vccrkoeen op besta.'1daa::gemaaktccor DIE?

Aanpass~1 li;~ing ci2ptelijn iVQ verschuiving raaienstel:el

Be~alen ligging dieptelijn tov hooidmeetlijn mèv een • fil:e~ • 4 Berekenen en plotten equivalent her~alingsgetal van Bartels

Berekenen go plotten"kruiscorrelatie op die;::telijngegevensvan raai o~ r~ai (1 raai vast)

Plotten blik5emgrafieken + berekenen relevante statistische gegevens 2

Plott~1 oorspronkelijk signaal of restsignaal ( 1raai met jar~'1 ) 3

Plotten oo:-s~rpnkelijksignaal of restsignaal +gefilterd sig~aal

?er~:2::ensinus aa'1~assing(vJOr restsignaalJ

Plotten oors~ronk=lijksignaal +bereKend :ignaal (bv se:~la:~e trend ~t oscillatie)

LI~RE64C + t:-e~é:ijn I

.1

L

I

NR

E54C

~2tvaste scnaal

LI~~G4D met oetrou~Qaarheidsj~,d

Plott~ corspr~,kelijksignaal (1jaar aet raaien

Plotten :-E3tsignaalIllet vaste schaal

Plotter res:sigraal +gefilterd restsigfiaal met vaste s~,aal Invoere~ ~,itè. volg!!nsJA.qKUS format

B2rei";efi2enn plo::e::ruw speetrun van oors;Jronkelijk sig:aal ~ restsigliáál

Berekene~ en ~:c::en c~mulatief spectr~ met betrouw:aarheidsca1d

Plotter. proiiele:.(JARKUS format )

EereKcne~ sec~:aire trend met oscillatie ~bveen 4 dimensionaal regressie model Plotten mu!tipla correiatiecoefficient met periode beherende bij ~a~imale correlatie Plotter.amplitude van de oscillatie

Berekenen :igging dieptelijn mbv periode gevonden uit ~~2A

Plotten 2 dimEnsionaal beeld van verschuiving dieptelijn per ja.v per raai

4"'8+10 11+12+:3 9a""b 6a+b R~SBO : T8(RA V~r..AAT5 I / IAl.JTOva. T 1 / KRUISVE. I HERE4.A.!., T 6 I S?ECTRUM T .I / SFECTRiJ-r.l

.

..

D!'1 ! ! \ I \ / {lIERr:BESTAND

:

\

:

.

\ • D:E?-:DNiROL I liIEP \ \ / \ \ \ I iREND1 I - I T?3W2A !- I r.-am3 I \ \ LINREG4 I LINREG4A I ---! Lrr-r"\E55 I

LIN'RE5F3i t ---- LINRES4D I

I LrNiEEF'=:STlI UNRE:;';B I LlNRES4E I Dr~2LA.D 1 3 Dplots BIJ LA 6 E 16

----

-

-

-

(41)

--I

I

1

1

1

1

1

1

I

'

1

I

1

I

1

1

1

1

1

I

I

Cytaty

Powiązane dokumenty

between the shape of the trap filling spectra, as derived from the thermoluminescence excitation contour plots, and the excitation spectra for the steady

Przechodząc do omawiania podręcz- ników do nauk historycznych, autorka przedstawia dyskusję, jaka toczyła się nad koncepcją nauczania historii, zanim Towarzystwo do

Daarvoor zijn PDC van do- centen, andere medewerkers en managers van belang (OP03). 234 Veel onenigheid bestaat wel over methoden voor onderwijs en begeleiding van leerprocessen.

próbek zgrzewów wykonanych w warunkach minimal- nych i maksymalnych do dopuszczalnej wartości naprę- żeń wzdłużnych w ściance rury polietylenowej poddanej działaniu

Wykres rozrzutu MMSE po protezowaniu słuchu względem wartości przed protezowaniem (opracowanie własne). MMSE scatterplot after in relation to before

W tablicy 10 podano liczbę dokumentów normalizacyj- nych w programie KT 222/PK 2, liczbę wszystkich aktual- nych, w wersji polskiej i w wersji angielskiej, polskich doku-

Przede wszystkim więc niech czerpie się ją z czytania i roz- ważania Pisma Świętego, ale także karmi się przez studium świętych ojców i doktorów Kościoła oraz

Augustynem, którego życie i dzieło (słynne jest jego tłumaczenie Wyznań, New York 1991) poznał na tyle, by stać się kompetentnym jego znawcą.. Obecne wydanie, jest