• Nie Znaleziono Wyników

Bouwen aan de delta: Gerealiseerde waterbouwkundige werken, Inzendingen prof. dr. ir. J.F. Agemaprijs 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bouwen aan de delta: Gerealiseerde waterbouwkundige werken, Inzendingen prof. dr. ir. J.F. Agemaprijs 2015"

Copied!
71
0
0

Pełen tekst

(1)

De afgelopen jaren (2010 - 2015) zijn er in Nederland vele in het oog springende waterbouwkundige projecten gerealiseerd. Aansprekende voorbeelden betreffen onder meer Maasvlakte 2, de Zandmotor, de ontpoldering van de Noordwaard en de omlegging van de Zuid-Willemsvaart. Ook in de lokale watersystemen zijn diverse interessante projecten gebouwd.

Veel van deze projecten hebben zich aangemeld voor de prof. dr. ir. J.F. Agemaprijs, dé prijs voor het beste en meest innovatieve waterbouwkundige project dat daadwerkelijk gebouwd is. Dit boek toont foto’s en projectinformatie, en bevat achtergrondinformatie over de Agemaprijs en essays van experts.

De verschillende projecten geven een fraai beeld van de veelzijdigheid en innovativiteit van de Nederlandse (water)bouwers. Het boek geeft inzicht in de huidige en toekomstige manier waarop deltagebieden kunnen worden ingericht.

ISBN: 978-90-824886-0-9 Redactie:

S.N. Jonkman, A.L. Nillesen, P. Oosterlo, R.P.J. de Kort

BOUWEN AAN DE DELTA

GEREALISEERDE WATERBOUWKUNDIGE WERKEN

INZENDINGEN PROF. DR. IR. J.F. AGEMAPRIJS 2015

Jo n km a n , N ille se n , O o st e rlo , d e K o rt ( re d a c tie ) B O U W E N A A N D E D E LT A

(2)

BOUWEN AAN DE DELTA

GEREALISEERDE WATERBOUWKUNDIGE WERKEN

INZENDINGEN PROF. DR. IR. J.F. AGEMAPRIJS 2015

Redactie: S.N. (Bas) Jonkman A.L. (Anne Loes) Nillesen

P. (Patrick) Oosterlo R.P.J. (Robert) de Kort

(3)
(4)

1

VOORWOORD

Melanie Schultz van Haegen

Bouwen aan de delta, Nederlanders doen het al eeuwen en we zijn er ontzettend goed in. Zo goed dat in veel landen bij overstromingen direct de roep klinkt ‘Bring in the Dutch!’. We helpen graag en veel. Maar liever op een eerder moment: preventief, zodat de overstroming niet plaatsvindt of de gevolgen beperkt blijven. Of, zoals bij de aanleg van het nieuwe Suezkanaal, om een land economisch vooruit te helpen.

Niets is overtuigender dan de Nederlandse aanpak en ons

kennisniveau in de vorm van icoonprojecten aan de wereld te tonen. Regelmatig leid ik buitenlandse delegaties rond op Maasvlakte 2, bij de Zandmotor en Ruimte voor de Rivier projecten. Trots toon ik de veelzijdigheid en innovatiekracht van de Nederlandse waterbouw, en de manier waarop we projecten inpassen in de omgeving met oog voor natuur en recreatie.

We helpen andere landen. We bieden ons bedrijfsleven kansen in het buitenland. En, belangrijk, we helpen ons eigen land vooruit. We doen nieuwe, noodzakelijke kennis op om onze delta tegen het water te blijven beschermen. Ook als de zeespiegel stijgt en het weer extremer wordt. Met maritieme projecten bouwen we verder aan onze positie als logistieke wereldspeler.

De iconen van morgen staan in de steigers. De nieuwe Afsluitdijk bijvoorbeeld en de Marker Wadden. Stuk voor stuk uniek in hun soort. Bouwen aan de delta, het is een traditie van levensbelang.

Drs. M.H. (Melanie) Schultz van Haegen Minister van Infrastructuur en Milieu

(5)

2

01

15

25

37

49

61

05

17

27

39

51

63

07

19

29

43

53

65

11

21

33

41

55

67

13

23

35

47

57

(6)

3

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD

Melanie Schultz van Haegen

DE PROF. DR. IR. J.F. AGEMAPRIJS

INLEIDEND ESSAY: BOUWEN AAN DE TOEKOMST

Bas Jonkman

KUST

MAASVLAKTE 2 WINNAAR AGEMAPRIJS 2015 VERBREDING AMAZONEHAVEN KUSTWERK KATWIJK GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015 DE ZANDMOTOR CADZAND-MARITIEM

NIEUWE BOULEVARD SCHEVENINGEN

VERSTERKING HONDSBOSSCHE EN PETTEMER ZEEWERING VERSTERKING ZEEWERINGEN ZEELAND

ESSAY: MAATWERK Eric Luiten

RIVIEREN

ONTPOLDERING NOORDWAARD GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015 OMLEGGING ZUID-WILLEMSVAART GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015

RIVIERVERRUIMING OVERDIEPSE POLDER RUIMTE VOOR DE WAAL

KEERSLUIS HEUMEN

ESSAY: WATERBOUW: KUNST OF KUNDE?

Han Vrijling

LOKAAL WATERSYSTEEM

AANPASSING BOEZEMSYSTEEM RIJNLAND GREENBOX

ECO-AQUADUCT OLDE MATEN

GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015

BAGGERBUFFER EN SLIBREMMER TWEEDE JULIANASLUIS

ESSAY: HET DOMEIN VAN HET WATERWERK

Anne Loes Nillesen

INTERNATIONAAL

AFZINKEN CAISSONS MOSE PROJECT VERVANGEN RUWE OLIE PIJPLIJN

HOOGWATERBESCHERMING NEW ORLEANS UITBREIDING SUEZKANAAL COLOFON 1 5 9 11 15 17 19 21 23 25 27 29 33 35 37 39 41 43 47 49 51 53 55 57 61 63 65 67 68

(7)

4

Foto:

(8)

5

hechtte hij grote waarde aan het horen van omwonenden en andere betrokkenen en het meenemen van hun inbreng in het project. Hij was een leermeester voor velen en betrok jonge collega’s en studenten in zijn werk.

De Agemaprijs

Ter ere van zijn bijdrage aan de Nederlandse waterbouwkunde is de prof. dr. ir. J.F. Agemaprijs in het leven geroepen. De prijs wordt iedere vijf jaar uitgereikt aan waterbouwkundige werken die voor een aanzienlijk deel zijn ontworpen door een Nederlandse ontwerper of gerealiseerd door een Nederlandse aannemer. De aangemelde werken zijn door een jury beoordeeld op de technische kwaliteit, het innovatieve karakter van het ontwerp, en de mate van integratie van ontwerp en uitvoering. Ook het integrale karakter, d.w.z. de wijze waarop techniek, duurzaamheid, landschap, omgeving, natuur en economie zijn gecombineerd om tot een optimale oplossing te komen, speelde een belangrijke rol bij de beoordeling.

Eerdere winnaars van de prof. dr. ir. J.F. Agema Prijs waren de met hoge precisie afgezonken tunnel voor de Busan-Geoje oeververbinding in Zuid-Korea (2010), de vernieuwende balgstuwkering Ramspol (2005) en de enorme rivierwerken voor de Jamunabrug in Bangladesh (2001).

DE PROF. DR. IR. J.F. AGEMAPRIJS

Introductie

Prof. dr. ir. J.F. (Jan) Agema

De wederopbouw van de infrastructuur in Limburg na de Tweede Wereldoorlog, de sluiting van stroomgaten in de dijk bij Kruinigen in 1953, het ontwerp en de bouw van Europoort, de Stormvloedkering in de Oosterschelde, de afsluiting van de Feni river en de bouw van de Jamuna brug, beide in Bangladesh. Het zijn allemaal innovatieve werken waarbij Jan Agema betrokken was. Ook aan meer recente werken en studies zoals de Tweede Maasvlakte, De Maaswerken en de plannen voor Schiphol in zee heeft hij meegewerkt.

Jan Agema (1919–2011) werd in geboren in Opmeer, Noord Holland. Voordat hij op zijn zestigste werd benoemd tot hoogleraar waterbouwkunde had hij al een lange en gevarieerde carrière achter de rug. Hij begon als leerling timmerman op de ambachtsschool. Zijn eerste baan kreeg hij bij Rijkswaterstaat bij de meetdienst. Al snel klom hij op tot senior posities en na de Watersnoodramp van 1953 leidde hij de sluiting van enkele stroomgaten in Zuid Beveland. Eind jaren 50 ging hij aan de TU Delft civiele techniek studeren om zijn kennis te verbreden. Terug bij de Deltadienst van Rijkswaterstaat, werkte hij aan de realisatie van de eerste Maasvlakte en de havenmond. In 1979 werd hij op grond van zijn grote verdiensten gevraagd om hoogleraar waterbouwkunde te worden aan de TU Delft. Jan Agema was een ontwerper en bouwer die theorie en praktijk verenigde in projecten. In zijn werk dat hij tevens als zijn hobby zag heeft hij bijgedragen aan het ontwikkelen van verschillende vernieuwende benaderingen, zoals het toepassen van probabilistisch ontwerp bij Oosterscheldekering, en het integreren van verschillende functies en disciplines in zijn ontwerpen. Daarbij

De jury

De jury van de Agemaprijs 2015 bestaat uit: Prof.dr.ir. S.N. Jonkman (TU-Delft) voorzitter Ir. G.J.H. Vergeer (SBRCURnet) secretaris Ir. J.P.F.M. Janssen (Rijkswaterstaat) Ir. J.H. van Oorschot (voormalig Volker Wessels Stevin)

Ir. W.O. Molendijk (LievenseCSO) Dr. ir. B. Hofland (Deltares)

Winnaar en genomineerden

Uit achttien kwalitatief hoogstaande inzendingen heeft de jury vijf genomineerde projecten gekozen. Dit zijn:

- Eco-Acquaduct Olde Maten - Omlegging Zuid-Willemsvaart - Kustwerk Katwijk

- Ontpoldering Noordwaard - Maasvlakte 2

De uiteindelijke winnaar van de Agemaprijs 2015 is Maasvlakte 2.

(9)
(10)

Het werk aan de Nederlandse delta is nooit af. Toch lijken de tijden van grootschalige systeemingrepen zoals de Deltawerken en Afsluitdijk achter ons te liggen. Sommigen klagen weleens dat “we” te veel plannen maken, maar er te weinig bouwen. Een nadere blik op de afgelopen vijf jaar waterbouwgeschiedenis (2010 – 2015) geeft een ander beeld. Met de Tweede Maasvlakte is een nieuw stuk land aan Nederland toegevoegd. De Zandmotor is uitgegroeid tot een icoonproject voor de Nederlandse kust. Met Ruimte voor de Rivier is het rivierengebied op een nieuwe manier ingericht.

De achttien inzendingen voor de prof.dr.ir. J.F. Agemaprijs 2015 vormen de basis voor deze publicatie. De inzendingen geven een fraaie dwarsdoorsnede van uitgevoerde werken langs de kust, rivieren en ingrepen in het lokale watersysteem. Enkele buitenlandse projecten geven een beeld van de activiteiten van onze ontwerpers en baggeraars over de grens. Aansprekende internationale voorbeelden zijn de Nederlandse bijdrage aan de bescherming van New Orleans na orkaan Katrina en de aanleg van het Suezkanaal. Maar juist ook binnenlandse projecten die bij een minder groot publiek bekend zijn, zoals het innovatieve eco-aquaduct bij Olde Maten, geven inzicht in het vernuft van de Nederlandse waterbouwers en ontwerpers. De meeste projecten komen voort uit een heldere maatschappelijke vraag, zoals havenuitbreiding of betere bescherming langs de kust of rivier. Een klein deel van de behandelde projecten is te karakteriseren als een voornamelijk technisch hoogstandje, zoals het afzinken van de caissons van de stormvloedkering bij Venetië, en de verbreding van de Amazonehaven. In veel gevallen worden vormgeving en inrichting sterk gestuurd door verschillende maatschappelijke functies en wensen. Een goed voorbeeld is Kustwerk Katwijk. De wensen van de badgast, parkeerder, en bewoner zijn gecombineerd in een harde waterkering die tevens dienst doet als parkeergarage en is ingepakt als duin. De nieuwe Boulevard in Scheveningen en de nevengeul bij Nijmegen geven een impuls aan de ruimtelijke kwaliteit en de economie in deze stedelijke gebieden. Ook in de toekomst zullen lokale overheden zoeken naar mogelijkheden om ruimtelijke “meekoppelkansen” te verzilveren bij ingrepen in hoogwaterbescherming. Natuurontwikkeling lijkt een steeds belangrijker plaats in te nemen in de eisen aan en vormgeving van de ingrepen, zoals blijkt bij de Zandmotor en de ontpoldering van de Noordwaard. Het eco-aquaduct bij Olde Maten is zelfs speciaal gebouwd vóór de Natuur.

Vooruitkijkend naar de komende jaren staan er weer grote en uitdagende ingrepen op het programma waarbij Nederlandse (water-) bouwers en ontwerpers hun vaardigheden en creativiteit kunnen zullen laten zien. Voorbeelden zijn de aanpassingen van de sluizen bij Terneuzen en IJmuiden, de opknapbeurt van de Afsluitdijk, en het maken van een begin met de meer dan 1200 kilometer benodigde dijkversterking in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook de transitie naar duurzame energie zal leiden tot de aanleg van vele windmolens op zee. Al deze projecten zullen vragen om technisch solide oplossingen, die goed zijn geïntegreerd in de omgeving en aansluiten bij maatschappelijke wensen. De inzendingen in dit boekwerk bieden inspiratie voor de komende jaren.

Prof. dr. ir. Bas Jonkman is hoogleraar integrale waterbouwkunde aan de TU Delft en adviseur bij Rijkswaterstaat. Hij was voorzitter van de jury van de Agemaprijs in het jaar 2015.

BOUWEN AAN DE TOEKOMST

Bas Jonkman

INLEIDEND ESSAY

(11)
(12)

9

(13)
(14)

11

MAASVLAKTE 2

WINNAAR AGEMAPRIJS 2015

ROTTERDAM

De afgelopen decennia kende de

Rotterdamse haven een forse groei waardoor de grenzen qua beschikbare ruimte in zicht kwamen. De overheid beschouwt de haven van Rotterdam, evenals Luchthaven Schiphol, als één van de belangrijkste pijlers onder de Nederlandse economie en wilde de verdere ontwikkeling niet belemmeren; zodoende werd besloten tot capaciteitsuitbreiding. In 1993 werden de eerste concrete

uitbreidingsplannen gepresenteerd door de Gemeente Rotterdam. Na jaren van plannen maken en bijstellen kreeg de uitbreiding gestalte in de vorm van een grootschalige uitbreiding van de bestaande Maasvlakte door landaanwinning in de Noordzee. Het project Maasvlakte 2 is en wordt ontwikkeld, gerealiseerd en geëxploiteerd voor rekening en risico van het Havenbedrijf Rotterdam. Hiervoor heeft het Havenbedrijf een masterplan ontwikkeld, aanleg- en gebruiksvergunningen verkregen, klantcontracten gesloten en aannemers geselecteerd voor de aanleg. Aanbesteding vond plaats op basis van een Design, Construct & Maintain (DCM) contract waarin aanleg (2008-2013), instelperiode (2013-2018) en onderhoud (2018-2023) zijn ondergebracht. De aannemer kreeg een zo groot mogelijke ruimte voor creatieve oplossingen door het eisenpakket zoveel mogelijk in functionele termen te beschrijven. De aanleg is op tijd, binnen budget en volgens de vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen gerealiseerd.

De aanleg van Maasvlakte 2 is tussen 2008 en 2013 uitgevoerd door aannemerscombinatie PUMA, een joint venture van Boskalis en Van Oord. In 2015 wonnen opdrachtgever en -nemer met de aanleg van Maasvlakte 2 samen de Agemaprijs.

De bestaande kustlijn bij de Maasvlakte werd 3 kilometer zeewaarts verlegd door de aanleg van een 11 kilometer lange zeewering. De nieuwe kering bestaat uit een blokkendam met achterliggend stenig duin in het noorden, en strand en duinen aan de west- en zuidzijde. Voor de blokkendam zijn 20.000 ‘kubussen’ van 40 ton uit de originele kering van de eerste Maasvlakte hergebruikt. Hiervoor is de Blockbuster ingezet, een speciaal voor dit project ontwikkelde hydraulische kraan die de blokken met een nauwkeurigheid van enkele centimeters plaatste.

Door de aanleg van de nieuwe kering werd een gebied van 2.000 hectare toegevoegd aan de Rotterdamse haven en groeide de totale oppervlakte van het havengebied met 20% tot 12.000 hectare. Achter de nieuwe kering werd zo’n 700 hectare zee omgezet in land door zand op te spuiten; de bassins die ontstonden werden vervolgens op de juiste diepte gebracht. In het project werd in totaal 240 miljoen m3 zand opgespoten met

een maximale weekproductie van 4,3 miljoen m3. Op termijn is de helft van het nieuwe

gebied bestemd voor diepzee gerelateerde bedrijvigheid; de overige ruimte wordt gebruikt voor zeewering en infrastructuur zoals vaarwegen, wegen, spoorlijnen en pijpleidingen. Wanneer in de toekomst de marktvraag naar nieuwe terreinen groeit, worden nieuwe haventerreinen opgespoten. Het totaal aan uitgeefbaar terrein kan daarmee van de huidige 700 naar maximaal 1.000 hectare uitgroeien. De nieuwe havenbekkens hebben een diepte van 20 meter waardoor ze bereikbaar zijn voor de nieuwste én toekomstige generaties containerschepen.

Het project had een dubbeldoelstelling: zowel het havengebied als de leefomgeving

Opdrachtgever

Havenbedrijf Rotterdam Opdrachtnemers Joint venture PUMA: Boskalis en Van Oord

Maasvlakte 2 is a major expansion of the Port of Rotterdam. Through land reclamation, the overall size of the port has grown with 20% to 12.000 hectares. The new port basins are accessible for the newest generation of large container ships. PUMA, a joint venture of Boskalis and Van Oord, was contracted by the Port of Rotterdam for this mega-project. Several innovations were included in the project, such as the re-use of old breakwater blocks, the design of a stony dune and the use of new contract mechanisms. This impressive mega-project integrated engineering, economy, landscape and ecology and has won the Agema-prize in the year 2015.

(15)
(16)

13

Juryoordeel - Agemaprijs

“Met de aanleg van de tweede Maasvlakte is een nieuw stuk Nederland op de kaart gezet. Circa 2.000 hectare nieuw land, 11 kilometer nieuwe zeewering en 4,5 kilometer kademuren zijn aangelegd.

Het werk is in opdracht van het havenbedrijf Rotterdam ontworpen en uitgevoerd door de combinatie PUMA (Boskalis en Van Oord). In het oog springende onderdelen zijn het stenig duin en de nieuwe blokkendam die met speciaal ontwikkeld materieel (de Blockbuster) is aangelegd.

Dit mega-project heeft nationaal en internationaal de aandacht getrokken, het bezoekerscentrum Futureland en de nieuwe recreatiestranden worden zeer goed bezocht. De jury was zeer lovend over de technische kwaliteit van het ontwerp.

Diverse innovaties in de techniek (stenig duin, hergebruik blokkendam) en de contractering zijn succesvol toegepast. Het project is binnen tijd en budget gerealiseerd en diverse optimalisaties hebben geleid tot opbrengsten voor opdrachtgever, bouwers en de toekomstige beheerder. Ontwerp en uitvoering gingen hand in hand.

Het betreft volgens de jury een daadwerkelijk integraal project waarin techniek, landschap, ecologie en economie zijn verweven. De jury kwalificeerde dit als een uitzonderlijk project en volledig “in de geest van Jan Agema”. Dit project verdient hiermee de prof. dr. ir. J.F. Agemaprijs van het jaar 2015.”

in Rijnmond moesten ontwikkeld worden, waarbij zowel economische en waterbouwkundige als landschaps- en ecologische aspecten gecombineerd dienden te worden. De buitencontour van Maasvlakte 2 is gestroomlijnd, zodat er minimale effecten zijn voor milieu en scheepvaart.

De eerste terreinen op Maasvlakte 2 zijn inmiddels in gebruik voor containeroverslag. Ook zijn er reeds activiteiten op het gebied van offshore industrie. Duurzaamheid komt onder meer tot uiting in de selectiecriteria waaraan bedrijven die zich hier willen vestigen moeten voldoen: zo wordt er gekeken naar luchtkwaliteit, geluidshinder en

achterlandverbindingen. Foto: Uitreiking van de Agemaprijs tijdens de Waterbouwdag 2015. V.l.n.r.: Dirk Hamer (Van Oord), Gijsbert Kant (Havenbedrijf Rotterdam), Mark Moens (Boskalis), Wilma Klaren-Agema, Bas Jonkman (TU Delft).

(17)
(18)

15

VERBREDING AMAZONEHAVEN

ROTTERDAM

De Amazonehaven is een havenbekken op de Rotterdamse Maasvlakte waarmee zowel een containerterminal van ECT als een terminal van bulkoverslagbedrijf EMO wordt ontsloten. In de periode 2012-2014 werd het havenbekken vergroot om ook de nieuwste generatie containerschepen met een capaciteit van 18000 TEU (Twenty Foot Equivalent Unit) te kunnen ontvangen, en zo de ECT Delta Terminal een vergelijkbare bereikbaarheid te geven als de overige terminals op de oude en nieuwe Maasvlakte. Het havenbekken werd met 55 meter verbreed tot in totaal 310 meter. Bulkoverslagbedrijf EMO moest vanwege de uitbreiding 23 hectare inleveren en nam ter compensatie een terrein van 11,5 hectare aan de Mississippihaven in gebruik.

Achter de bestaande kademuur werd een nieuwe kademuur van 2,5 kilometer lengte gebouwd. Voor de bouw van deze nieuwe kademuur werd een speciaal betonmengsel gebruikt dat niet gekoeld hoeft te worden. Het werd gestort met behulp van een bekistingssysteem dat hydraulisch over de kade werd verplaatst. Nadat de kademuur gereed was, werd circa 3 miljoen m3 grond

tussen de oude en nieuwe kademuren afgegraven.

De bestaande kade werd gesloopt met behulp van explosieven omdat reguliere sloopmethodes met bijvoorbeeld een kraan onder water geen betrouwbare, constante rendementen kunnen garanderen. Daartoe werkte de aannemer, een consortium van Van Oord en Besix, samen met deskundigen van de Koninklijke Militaire School uit Brussel en experts van de Belgische firma Wolf. Voorafgaand aan de daadwerkelijke sloop zijn uitgebreide tests uitgevoerd in de Belgische Ardennen en de Amazonehaven om trillingen en zettingen in de omgeving in kaart te

brengen en de veiligheid van een bij de haven aanwezige 380 kV hoogspanningsleiding te borgen.

Voor de daadwerkelijke sloop van de oude kade werden 13.000 boorgaten aangebracht en gevuld met dynamietstaven van 2,5 tot 5 kilogram. Per dag werd tot 2.500 ton gewapend beton ton aan kademuur opgeblazen waarbij de springladingen in het kader van de veiligheid stapsgewijs werden ontstoken. Om de stabiliteit van de bestaande wand tijdens het werken met explosieven te garanderen is voor de te slopen wand een grondverbetering en een steunberm aangebracht. Het toepassen van explosieven bleek een efficiënte en veilige sloopmethode, waarmee een veel kortere doorlooptijd werd behaald dan met traditionele technieken mogelijk was geweest.

Opdrachtgever

Havenbedrijf Rotterdam Opdrachtnemers

Combinatie Amazonehaven: BESIX en Van Oord

The Amazonehaven is a harbour basin in the Port of Rotterdam. The basin was expanded between 2012 and 2014, in order to allow the existing ECT Delta Terminal to receive the newest generation of large container vessels. The width of the basin was extended by 55 meters, to a total width of 310 meters. As part of the enlargement, an entirely new quay was constructed; the old one was demolished by means of innovative use of explosives.

(19)
(20)

17

KUSTWERK KATWIJK

GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015

In 2003 stelde Rijkswaterstaat vast dat op tien plaatsen langs de Nederlandse kust de duinen of dijken verstevigd moesten worden om een ‘superstorm’ te kunnen weerstaan. De waterkering van Katwijk, die door het centrum van de badplaats aan de Noordzee liep, behoorde tot deze tien zogeheten Zwakke Schakels. Om het achterland te beschermen tegen hoogwater en ervoor te zorgen dat het centrum volledig binnendijks gebied werd, is in het kader van project Kustwerk Katwijk een zogenaamde dijk-in-duin aangelegd langs de boulevard. Dit is een waterkering met het uiterlijk van een duin en een stevig dijklichaam onder het duinzand als kern. Door dit ontwerp is de kering lager uitgevallen dan mogelijk is in het geval van een hoogzandig duin, en heeft Katwijk zijn verbinding met het strand en zee behouden. Vanaf oktober 2013 is 2,5 miljoen m3 zand

opgespoten om de kuststrook met 80 tot 100 meter te verbreden. De 900 meter lange dijk-in-duin is opgebouwd uit zand, geotextiel, een splitlaag en basaltonzuilen. De kruin van de dijk is relatief breed, zodat eventuele toekomstige aanpassingen zonder grote gevolgen kunnen worden doorgevoerd. Binnendijks van de dijk-in-duin constructie is over een afstand van 500 meter een parkeergarage aangelegd, met meer dan 650 parkeerplekken. Door de duinverbreding ontstond de noodzaak voor een 100 meter lange verlenging van het uitwateringskanaal van Katwijk.

Het nieuwe duingebied biedt ruimte voor recreatie en natuur. Zo zijn er verschillende wandelpaden en rustplaatsen aangelegd in de stijl van de familiebadplaats Katwijk. De lokale bewoners en ondernemers hebben actief bijgedragen aan dit ontwerp. Het ontwerp van het duinlandschap was gebonden aan een aantal strikte

randvoorwaarden, zoals de beperkte hoogte van de kering, het schaalniveau van de duinen en de draagkracht van het dak van de parkeergarage. Als gevolg hiervan heeft het duin geen volledig natuurlijke verschijningsvorm, maar door de hulp van een ecoloog en duinenexpert is het toch gelukt om een aantrekkelijk duinlandschap te creëren.

Door de gezamenlijke financiering en organisatie van het project door de opdrachtgevers was het mogelijk de kustversterking te combineren met de bouw van de parkeergarage en de herinrichting van het duingebied. Het project werd als één ‘Engineering & Construct’ contract in de markt gezet.

Tijdens de aanleg is ernaar gestreefd de overlast zoveel mogelijk te beperken. Zo vond de zandsuppletie tijdens de wintermaanden plaats, en werd de parkeergarage

grotendeels prefab aangeleverd. Tijdelijke voetgangersbruggen hielden het strand bereikbaar. Door omgevingsfactoren zoals de aanwezige archeologische waarden was project Kustwerk Katwijk een complexe inpassingspuzzel op een klein stukje land.

Opdrachtgevers

Hoogheemraadschap van Rijnland Gemeente Katwijk Opdrachtnemers Ballast Nedam Rohde Nielsen Ontwerp Arcadis Royal HaskoningDHV OKRA Landschapsarchitecten WB de Ruimte

In the year 2003 it was found that Katwijk, a beach resort with a dike within the city centre, was one of the weak spots of the Dutch coastal defence system. The solution was the recent construction of a relatively low ‘dike-in-dune’ along the local coastline. This multifunctional structure allows preservation of the connection between the city and the beach, provides additional space for recreation and nature and offers an underground parking space for 650 vehicles.

(21)
(22)

19

DE ZANDMOTOR

Voor de kust van Zuid-Holland ligt de Zandmotor, een kunstmatig schiereiland dat geheel uit zand bestaat. Onder invloed van wind, golven en stroming verspreidt het zand zich geleidelijk noord- en zuidwaarts langs de Nederlandse kust. Het idee is dat kustversterking op deze manier duurzamer en natuurlijker kan worden uitgevoerd in vergelijking tot de gebruikelijke vijfjaarlijkse zandsuppleties die op verschillende plaatsen langs de kust worden uitgevoerd. Door het in één keer storten van een grote hoeveelheid zand wordt een herhaaldelijke verstoring van de zeebodem voorkomen. De Zandmotor zorgt voor kustonderhoud, nieuwe natuur en een dynamisch recreatiegebied.

Het schiereiland is in 2011 aangelegd in de vorm van een haak van twee kilometer lang en een kilometer breed. Aan weerszijden zijn twee onderwatersuppleties gedaan. Het zand voor de Zandmotor, in totaal 21,5 miljoen m3,

is door sleephopperzuigers op 10 kilometer afstand van de kust gebaggerd.

Sinds de aanleg is de Zandmotor smaller en langer geworden, waarbij de lagune, geulen en zandbanken in een dynamisch proces continu van vorm veranderen. Het meeste zand verplaatst zich naar het noorden, een kleiner deel komt zuidelijk van het schiereiland terecht.

Kennisontwikkeling staat centraal bij de Zandmotor. Verschillende instellingen en bedrijven verzamelen en analyseren data. Het onderzoek gebeurt op veel verschillende thema’s: van morfologie en hydrologie tot ecologie en bestuurlijke aspecten. Voor het verzamelen van data is de Argusmast gebouwd, een 40 meter hoge mast uitgerust met camera’s die vastleggen hoe de vorm van het schiereiland verandert. Ook worden een radarinstallatie, vliegtuig en jetski’s ingezet

om data te verzamelen. De eerste goed onderbouwde conclusies over de werking van de Zandmotor worden in 2016 verwacht. De kennis en ervaring wordt gedeeld met het buitenland, om zo ook mogelijke internationale toepassingen van het concept te verkennen. Recente waarnemingen laten positieve effecten zien op het gebied van kustveiligheid, kennisontwikkeling, natuur en recreatie.

De verwachting is dat de Zandmotor voor 35 hectare aan extra aangroei van duinen bij de Delflandse kust zorgt. Er zijn nieuwe leefgebieden bijgekomen voor dieren en planten, zo zijn zowel het aantal soorten als het totale aantal bodemdieren en vogels toegenomen. Voor recreanten biedt de Zandmotor een breed spectrum aan gebruiksmogelijkheden. Naast badgasten en wandelaars zijn er voor het eerst in het gebied ook kitesurfers te vinden.

Opdrachtgevers Rijkswaterstaat Provincie Zuid-Holland Opdrachtnemers Boskalis Van Oord

The Sand Motor (Zandmotor) is an artificial peninsula along the coastline of the province of South Holland. It is based on the principles of “Building with Nature” and represents a large scale experiment in coastal management - the first of its kind. More than 20 Million m3 of sand was deposited near

the existing shoreline in a mega-nourishment. The idea is that the island will dissolve gradually as a result of waves, wind and currents, thereby depositing the sand along large sections of the Dutch North Sea coast. Several research programs have been set up to measure and understand the development of the Sand Motor over the coming years.

(23)
(24)

21

CADZAND-MARITIEM

Om de zwakke kuststrook in Zeeuws-Vlaanderen tussen Breskens en Cadzand-Bad te versterken zijn een aantal projecten gestart. Met het project CADZAND-Maritiem is invulling gegeven aan de benodigde kustversterking bij Cadzand-Bad door de aanleg van een nieuw duin en het versterken van bestaande strekdammen. Door de integrale aanpak van de opgave en de toepassing van innovatieve technieken is de kust daadwerkelijk veiliger geworden, en zijn de ruimtelijke kwaliteit en recreatieve mogelijkheden verbeterd waardoor de badplaats een stevige impuls heeft gekregen. In totaal is er ongeveer 1 kilometer kust versterkt, een ingewikkelde opgave op deze hydraulisch en morfologisch actieve plek. De bestaande strekdammen zijn langer, hoger en steviger gemaakt. Ter plaatse van het uitwateringskanaal zijn de twee strekdammen extra lang gemaakt (300 en 400 meter) en verder uit elkaar gelegd. Zo ontstond er ruimte voor de aanleg van een jachthaven met 125 ligplaatsen en een havengebouw met restaurant.

De strekdammen bestaan uit fijn materiaal, met daar overheen breuksteen en

zogenaamde Xblocs: gemakkelijk te plaatsen golfbrekerelementen, gemaakt van beton. Voor het produceren van Xblocs, een Nederlandse uitvinding, is minder materiaal nodig dan voor andere typen golfbrekers. Tegelijkertijd is de lege ruimte tussen de elementen goed voor het onderwaterleven. Voor dit project werden de blokken in Zeebrugge, België geproduceerd in afmetingen van 1,70 en 2,30 meter en over zee vervoerd naar Cadzand. Dit reduceerde de verkeershinder in de omgeving. De werkzaamheden aan de strekdammen werden zowel vanaf zee als land uitgevoerd. Vóór de bestaande dijk is een nieuw

duin aangelegd, en vervolgens is met zandsuppleties er voor gezorgd dat het strandoppervlak ongewijzigd bleef. Op basis van het ruimtelijk ontwerp is het natuurlijke karakter van de omliggende duinen

doorgetrokken naar het bebouwd gebied. Op het duin zijn nieuwe duinpaden aangelegd met verschillende rust- en uitzichtpunten. Rond een nabijgelegen gemaal is de openbare ruimte opnieuw ontworpen, weggebruikers hebben nu een weids uitzicht over de nieuwe haven en de Noordzee. Voor het project werd een bijzondere publiek-private samenwerking aangegaan. Ondernemers zagen kansen in het

opwaarderen van twee strekdammen om zo een jachthaven te realiseren. De meerkosten werden betaald uit private middelen.

Opdrachtgevers Waterschap Scheldestromen Gemeente Sluis Yacht@Cadzand-Bad Opdrachtnemers Combinatie Cadzand-Bad: BAM en Martens en Van Oord

The existing coastal defences between Breskens and Cadzand-Bad in Zeeuws-Vlaanderen were identified as one of several weak spots in the coastal flood defence system. Artificial dunes were constructed and two breakwaters were extended and reinforced to improve the sea defences at Cadzand-Bad, a local beach town. At the same time, these interventions provided the opportunity to develop a marina and improve the towns’ spatial quality and attractiveness for tourism.

(25)
(26)

23

NIEUWE BOULEVARD SCHEVENINGEN

Door de aanleg van een nieuw dijklichaam en toepassing van zandsuppleties is de kust ter plaatse van Scheveningen voor de komende 85 jaar weer bestand tegen ‘superstormen’. De versterkte zeewering beschermt niet alleen Scheveningen maar ook de stad Den Haag en grote delen van de Randstad. De kustversterking gaat gepaard met een kwaliteitsverbetering in het gebied. De nieuwe zeewering is namelijk gecombineerd met een vernieuwde boulevard die het populaire Scheveningen-Bad over een afstand van anderhalve kilometer verbindt met het rustige Dorp en Scheveningen-Haven. Opvallend zijn de golvende lijnen in het ontwerp die de loop van de oude duinen en de huidige bebouwingslijn volgen en zo een wisselend uitzicht op de kustlijn bieden. Dit creëert de ruimte die nodig is voor het nieuwe dijklichaam en het extra zand. De dijk, op het hoogste punt twaalf meter hoog, is opgebouwd uit verschillende materialen: de onderste laag bestaat uit hoogovenslakken die zijn afgedekt met geotextiel. Op deze laag zijn betonzuilen geplaatst die bij de teen en kruin zijn vastgelegd met gietasfalt, en die zijn gestabiliseerd door de tussenliggende holtes te vullen met stenen en in te wassen met zand. Aan de uiteinden van de dijk zorgen diepwanden voor aansluiting op de bestaande zeewering.

De boulevard kent meerdere niveaus waarmee de verkeersstromen van voetgangers, fietsers en auto’s worden gescheiden. Twee voetgangersbruggen verbinden de hoger en lager gelegen delen. Aan de aanwezige kiosken, kunstwerken en loopbruggen zijn specifieke eisen gesteld om te voorkomen dat ze de zeewering beschadigen in het geval van een storm. Langs de route doen referentiepunten zoals monumenten dienst als ontmoetings- of

rustplaats. Het verbrede strand biedt ruimte aan sportevenementen en strandpaviljoens. De nieuwe boulevard geeft een impuls aan de ontwikkeling van de badplaats. Sinds de oplevering van het project hebben zich al nieuwe initiatieven aangediend op aangrenzende locaties.

Opdrachtgevers Gemeente Den Haag

Hoogheemraadschap van Delfland Rijkswaterstaat

Opdrachtnemers Van den Biggelaar F.L. Liebregts Ontwerp

Manuel de Solà Morales Ingenieursbureau Den Haag

Scheveningen is a prominent Dutch beach resort near The Hague. It was found that the existing coastal defences were insufficient to provide protection against severe storms from the North Sea. The beach front was redesigned: a new dike was constructed and combined with a beach nourishment. By using a clever design, the dike has been integrated with a new multi-level boulevard that separates transport modalities and connects the popular beach with the old town centre and port of Scheveningen.

(27)
(28)

25

VERSTERKING HONDSBOSSCHE EN PETTEMER ZEEWERING

PETTEN

Ook de Hondsbossche en Pettemer zeewering was een van de tien Zwakke Schakels langs de Nederlandse kust. In korte tijd werd een tijdelijke oplossing gerealiseerd om de kering te versterken: langs het buitentalud van de Hondsbossche zeewering werden betonblokken aangebracht om het oppervlak te verruwen en zo de golfoploop af te remmen. De Pettemer zeewering werd tijdelijk versterkt met stalen damwanden. Initieel staken deze damwanden zo’n 70 centimeter uit boven de kruin, intussen is de bovenste helft verwijderd en resteert een onzichtbaar deel tot 50 centimeter onder de kruin. Als langetermijnoplossing werden de Hondsbossche Duinen aangelegd, een permanente zandige, zeewaartse versterking van dit kwetsbare stuk kust.

De basis voor het ontwerp van de

Hondsbossche Duinen ligt in het gebruik van natuurlijke dynamische processen: erosie en sedimentatie, verstuiving, begroeiing en successie op het land. In de vooroever werd ruimschoots zand aangebracht zodat pas na 10 jaar nieuwe suppleties nodig zijn. Door deze aanpak krijgt onderwaternatuur langdurig de kans om zich te herstellen en ontwikkelen. In totaal is 35 miljoen m3

zand op de kust aangebracht door vijf sleephopperzuigers. Door het ontwerp te optimaliseren op basis van de beschikbare korrelgrootte van het zand in het wingebied werd een grote reductie in CO2-uitstoot

behaald. De vooroeversuppletie werd aangebracht door het zand te rainbowen en te storten. De strandsuppletie werd aangebracht met behulp van een anderhalve kilometer lange leiding, een zogenaamde zinker, die werd afgezonken op de zeebodem. Bij de aanleg van het nieuwe duin is

gekozen voor een rijke variatie in beplanting en hoogteligging. Onder leiding van

ecologen is een ontwerp gemaakt waarin de natuur maximaal de kans krijgt zich te ontwikkelen. Zo is het middenstuk van de versterking volledig ingericht als natuurlijke vochtige duinvallei. In een proces van verstuiving, instuiving en begroeiing met helm en duinstruweel worden vitale duingemeenschappen gevormd. Het toekomstig onderhoud is beperkt tot het bijsturen van deze natuurlijke processen. Het versterken met behulp van zand biedt ook nieuw perspectief voor recreatie en toerisme. Bij Camperduin kon er tussen de nieuw aangelegde en bestaande duinen een lagune worden aangelegd die volstroomt bij vloed en leegstroomt bij laag tij. Dit levert een uniek stukje strand op, dichtbij strandtenten en bijvoorbeeld geschikt voor gezinnen met kleine kinderen.

Het ontwerp en onderhoud voor 20 jaar werden op de markt gezet in een Design, Build & Maintain contract. De opdracht werd binnen tijd en budget gerealiseerd door de aannemer met de economisch meest voordelige inschrijving qua techniek, onderhoudsfrequentie, natuur, recreatie, hinderbeperking en omgeving. Opdrachtgevers Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Rijkswaterstaat Opdrachtnemers Van Oord Boskalis Ontwerp West 8

A government study in the year 2003 found that the Hondsbossche and Pettemer sea defences, coastal defence works along the coastline north-west of Amsterdam, did not provide sufficient protection against flooding. Short-term as well as long-term solutions were therefore designed and implemented. Short-term improvements included the installation of sheet pile walls in the existing coastal dike. The long-term solution was the construction of new dunes, the Hondsbossche Duinen. The new dunes do not only provide flood protection but also opportunities for nature and recreation.

(29)
(30)

27

VERSTERKING ZEEWERINGEN ZEELAND

In 1996 bleek uit landelijk onderzoek van Rijkswaterstaat dat de conditie van de stenen bekleding van veel Zeeuwse zeeweringen zo slecht was dat deze moesten worden vervangen. Veel stenen waren te licht en liepen het risico uit te spoelen bij een storm van de geldende waterveiligheidsnorm van 1:4000 per jaar. In 1997 werd daarom in Borssele het startsein gegeven voor de vernieuwing van 325 kilometer dijkglooiing, het grootste project in Zeeland sinds de Deltawerken.

Na het versneld aanpakken van de meest urgente dijkvakken is er vanaf 2001 gekozen voor een structurele aanpak. Een breed onderzoeksprogramma werd opgezet om de onderbouwing te leveren voor vernieuwende oplossingen. Onderzoek naar fundamentele zaken als golfbelastingen en toepasbaarheid van nieuwe bekledingen legde de basis voor nieuwe inzichten en eisen. Zo zijn er zogeheten eco-toplagen ontwikkeld om planten en dieren weer een plek aan en op de vernieuwde dijkglooiingen te geven. Door de gladde dijkstenen van ruwe toplagen te voorzien kunnen wieren zich gemakkelijker hechten. Ook is een speciale lijmsoort ontwikkeld waarmee steentjes aan elkaar kunnen worden geplakt, met als resultaat een poreuze steenklomp die golven dempt en waarin kleine dieren zich goed kunnen verstoppen. Een deel van de Oesterdam tussen Tholen en Zuid-Beveland is uitgerust met dit product.

Vernieuwend is ook de aandacht voor duurzaamheid, waarbij de nadruk lag op het beperken van de CO2-uitstoot die vrijkomt bij

het produceren van beton, een veelgebruikt materiaal. Meewegen van het aspect duurzaamheid in aanbestedingen leverde resultaten op. Zo werden er duurzame betonzuilen ontwikkeld waarbij de nadruk lag

op het zo milieuvriendelijk inrichten van de hele productiecyclus.

De ingrepen aan de zeeweringen raken ook de ruimtelijke kwaliteit, en soms is er maatwerk nodig om geen afbreuk te doen aan de omgeving, bijvoorbeeld door het behoud van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen of elementen. Zo werd in

Hoedekenskerke het wachthuisje van de oude Provinciale Stoomboot Dienst behouden, door het twintig meter te verplaatsen. De Muralt-muurtjes, die na de stormramp van 1906 op veel dijken werden aangelegd, zijn nu nog te vinden in de buurt van Burghsluis. In Breskens werd de kwaliteit van een fraaie wandelroute versterkt door de dijkverhoging uit te voeren in de vorm van een loopbrug met een glazen wand die een waterkerende functie heeft.

De dijken kunnen voor de komende 50 jaar weer mee, al zullen de trajecten die in 1998 als eerste zijn aangepakt over zo’n 30 jaar al aan de beurt zijn. Om de opgebouwde expertise op het gebied van zeeweringen en bekledingen te behouden, wordt de opgedane kennis digitaal gebundeld en wordt het projectbureau in een nieuwe vorm voortgezet. Opdrachtgevers Rijkswaterstaat Waterschap Scheldestromen Opdrachtnemers Grontmij Haringman Betonwaren Arcadis Miramap Royal HaskoningDHV GMB SinkeGroep QuattroExpertise Van Hese Infra LievensCommunicatie Hakkers

Hillblock

Dikes in the Province of Zeeland, The Netherlands, have been reinforced to protect the province against flooding. The revetments of many dikes along the Eastern Scheldt and Western Scheldt estuaries were not strong enough to withstand the forces during extreme storms. A total length of 325 kilometres of dike has been reinforced by replacing or reinforcing revetments.

(31)
(32)

Nederland is een staatkundige uitsnede, geprojecteerd op een geomorfologische macrogradiënt tussen De Kempen en de Noordzee. De topografische kenmerken van een groot deel van ons land – zeker het deel dat eigenlijk water wil zijn – zijn ontegenzeggelijk verbonden aan de eeuwenlange geschiedenis van uitvindingen en maatregelen om Hollandse have en goed te beschermen tegen overstroming. We leven in een delta die bewoon- en bewerkbaar wordt gehouden dankzij een megastructuur van civieltechnische prothesen: dijken, dammen, stuwen, sluizen, pompen, boezems en overlaten. Nu de klimatologische condities veranderen is een fysieke update van die structuur noodzakelijk. Dat werk wordt voorbereid en uitgevoerd in het kader van het Deltaprogramma. Het zal enkele decennia gaan beslaan en tientallen miljarden euro’s gaan kosten. Vanwege die existentiële wederkerigheid tussen waterbeheer en landschappelijke kwaliteit is het zaak de werkzaamheden vorm te geven op basis van de vraag met welke ruimtelijke ambitie we de uitvoering daarvan gepaard willen laten gaan.

Een terugblik op onze waterstaatsgeschiedenis leert dat de schoonheid van het Nederlandse landschap het resultaat is van een bepaalde manier van werken. Op de schaal van de fysieke, hydrologische beperkingen zijn met relatief bescheiden technische middelen en eenduidige spelregels, meestal gebaseerd op

enkelvoudig en herkenbaar opdrachtgeverschap, lange tijd dezelfde combinaties van maatregelen doorgevoerd. De oogstrelende patronen en objecten die daaruit zijn ontstaan en waarvan we onderdelen hebben weten bij te schrijven op de UNESCO-Werelderfgoedlijst, vormen als het ware de onbedoelde, maar hoog gewaardeerde bijvangst van een in wezen utilitaire traditie. In het licht van de actuele opgave de waterstaat van Nederland te herzien is het nuttig om vast te stellen dat de factoren die tot die kwaliteit hebben geleid geen van alle nog werkzaam zijn. De versneden maatvoering van de projecten, de bestuurlijke en juridische complexiteit van de plan- en besluitvorming, het meervoudige opdrachtgeverschap, de onbegrensde technische mogelijkheden, ze zijn allemaal debet aan het feit dat de landschappelijke kwaliteit in de grote projecten niet meer vanzelf tot stand komt en dus apart moet worden ingebracht en geborgd. We zien een groeiende populatie architecten en landschapsarchitecten die idealiter hand-in-hand met technici ontwerpen aan het nieuwe gezicht van laag-Nederland.

Op basis van de reeks van inzendingen voor de Agemaprijs stel ik vast dat er een nieuw adagium ontstaat dat richtinggevend wordt voor de wijze waarop de waterbouwkundige werken worden ingepast en vormgegeven. Ik vat dat kwalitatieve streven samen als het realiseren van maatwerk. In tegenstelling tot het repertoire uit de afgelopen eeuwen zoeken we – in dialoog met een steeds beter geïnformeerde en zeer kritische samenleving – naar oplossingen die ter plaatse de wensen en noden bedienen. Het generieke karakter van de operationele vuistregels achter het civieltechnische handelen is naar een hoger abstractieniveau gebracht, het niveau van de kansberekening en het risicomanagement. De feitelijke uitvoering van werken wordt nu volledig beheerst door kosten en draagvlak die in alle gevallen andere accenten kent en dus verschillende mogelijkheden biedt. En vooral dat laatste aspect leidt tot een reusachtige verbreding van het civieltechnische repertoire. De specifieke combinaties van wateropgave, maatschappelijke bezorgdheid, bestuurlijke bemoeienis en landschappelijke context maakt van elk project een relatief

introvert universum. Van ruimtelijke ontwerpers wordt verwacht dat ze hun talent en ervaring inzetten om iets bijzonders te bedenken dat als unicum herkend mag worden.

Naar mijn mening moet deze belangstelling voor maatwerk de komende jaren op de voet worden gevolgd en geëvalueerd. We moeten opletten dat die in balans blijft met een veel langere geschiedenis van artistieke terughoudendheid en civiele dienstbaarheid aan de per definitie publieke opgave van hoogwaterveiligheid.

Prof. ir. Eric Luiten is landschapsarchitect. Tussen medio 2012 en 2016 was hij Rijksadviseur voor Landschap en Water en als zodanig betrokken bij de programmering, voorbereiding en uitvoering van waterstaatswerken waaronder Ruimte voor de Rivier, Hoogwaterbeschermingsprogramma, Beatrixsluis en Afsluitdijk.

MAATWERK

Eric Luiten

ESSAY

(33)
(34)

31

(35)
(36)

33

ONTPOLDERING NOORDWAARD

GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015

WERKENDAM

De Noordwaard is een gebied van circa 4.450 hectare dat grenst aan de Brabantse Biesbosch en de Nieuwe Merwede. Als onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier, dat na de overstromingen van 1993 en 1995 werd opgesteld om de veiligheid in het rivierengebied te verbeteren, is de Noordwaard de afgelopen jaren ‘ontpolderd’. Hierdoor kan meer rivierwater worden afgevoerd en zijn bovenstroomse hoogwaterstanden verminderd, met reducties variërend van 30 centimeter bij Gorinchem tot 60 centimeter bij Werkendam. Daarnaast zijn 33 bruggen, 31 pompen en 70 kilometer aan nieuwe kades aangelegd.

Uitgangspunt was dat bewoners in het gebied konden blijven. Om hun veiligheid te garanderen zijn huizen en boerderijen afgebroken en herbouwd op terpen, of beschermd door de aanleg van hoge kades. De diverse ingrepen zorgen voor een overstromingsfrequentie die varieert binnen het gebied: zo zijn er delen die elk jaar 100 dagen onder water staan terwijl andere delen een overstromingfrequentie van eens per duizend jaar kennen. Het gerealiseerde doorstroomgebied is niet langer geschikt voor landbouw zoals die vóór de ingreep werd bedreven, maar de overige delen, met een oppervlakte van 600 hectare, zijn daar nog wel geschikt voor en bieden agrariërs een duurzaam toekomstperspectief. Wanneer het water op de Nieuwe Merwede een peil van 2 meter boven NAP bereikt, stroomt het water via instroomopeningen de voormalige polder in. Veel nadruk is gelegd op erosiebestendigheid en hoogteligging, zodat de polder niet te vroeg of te laat volstroomt. Door toepassing van schuimbitumen kunnen de wegen direct na hoogwater, wanneer de fundering nog verzadigd is, schadevrij bereden worden.

De kern van de kades in het gebied is opgebouwd uit gebiedseigen materiaal dat is bekleed met klei en ingezaaid met gras. Een echte innovatie is de toepassing van een golfremmend wilgengriend waardoor de nieuwe kering bij het Fort Steurgat één meter lager kon worden uitgevoerd en het zicht vanuit het monument op de omgeving behouden kon worden. Deze oplossing is in samenspraak met richtlijnen van het consortium ‘Building with Nature’ tot stand gekomen.

Het was van belang om de natuur in de regio zo min mogelijk te verstoren tijdens de werkzaamheden. Daarom zijn bijvoorbeeld de baggerwerkzaamheden in Lijnoorden met behulp van een ponton uitgevoerd, waarmee grote hoeveelheden grond per schip afgevoerd konden worden. Zo hoefde er minder vaak op en neer gevaren te worden en werd de natuur minder belast. Vervuilde grond werd thermisch gereinigd en hergebruikt, en door een gesloten

grondbalans is het gelukt om het grondverzet (4 miljoen m3) te beperken en een bijdrage

aan duurzaamheid te leveren.

Opdrachtgevers Rijkswaterstaat Waterschap Rivierenland Gemeente Werkendam Provincie Noord-Brabant Opdrachtnemers Combinatie Noordwaard:

Boskalis, Martens en Van Oord, Van Hattum en Blankevoort, Gebr. Van Kessel

The Noordwaard is an area of 4,450 hectares that borders the Biesbosch National Park in Brabant and the Nieuwe Merwede in The Netherlands. To reduce flood risk in the region, the area was ‘depoldered’: in cases of peak river discharge through the Nieuwe Merwede, the Noordwaard serves as an additional channel and retention area, reducing water levels around upstream towns and cities such as Werkendam and Gorinchem. New dikes were built to control inundation frequencies in the Noordwaard area. Furthermore, several farms were rebuilt on mounds to allow local inhabitants to stay in the redeveloped area.

(37)
(38)

35

OMLEGGING ZUID-WILLEMSVAART

GENOMINEERDE AGEMAPRIJS 2015

‘S HERTOGENBOSCH

De Zuid-Willemsvaart is een kanaal tussen ’s-Hertogenbosch en Maastricht. Het kanaal sluit bij beide steden aan op de rivier de Maas en verbindt Zuidoost-Brabant met de rest van Nederland en België. Het nauwe deeltraject bij Den Bosch dat door het centrum van de stad voert, was door de beperkte afmetingen en de vele bruggen een knelpunt voor zowel scheepvaart als wegverkeer, en had door geluidsoverlast en uitlaatgassen een negatief effect op de leefbaarheid in de stad. Om dit knelpunt aan te pakken en de bereikbaarheid van watergebonden bedrijven in Veghel te verbeteren is ten oosten van de stad een omlegging gerealiseerd: het Máximakanaal, met een lengte van 9 kilometer, diepte van 4,2 meter en breedte van 46,5 meter. Door de aanleg van het nieuwe kanaal en de verbreding van de bestaande Zuid-Willemsvaart kunnen schepen met drie lagen containers Veghel nu ongehinderd bereiken vanuit de Rotterdamse haven, met ontlasting van het wegennet als bijkomend voordeel. Naast het het kanaal zelf zijn onder andere 2 sluizen, 6 bruggen, 4 gemalen en diverse aanpassingen aan lokale wegen en waterlopen gerealiseerd. Uitdagende elementen waren het aanleggen van een nieuwe spoorbrug in de spoorlijn tussen ‘s-Hertogenbosch en Nijmegen, een nieuwe brug in de Graafsebaan en een sluis in de dijk bij Empel. Voor de aanleg van de spoorbrug moest het spoorbed over ruim een kilometer worden verhoogd; veel aandacht ging uit naar optimale bouwlogistiek en minimale hinder voor omwonenden. Ook bij de bouw van de brug in de Graafsebaan werd een speciaal trillingvrij en geluidsarm boorpaalsysteem gebruikt om overlast te beperken. In de dubbel kerende sluis Empel werden de grootste enkele draaideuren van Nederland toegepast in een complexe omgeving. Parallel aan het kanaal is een

ecologische verbindingszone gerealiseerd, waarin de nieuw aangelegde beek de “Rosmalense Aa” het hart vormt van een multifunctioneel Kanaalpark.

De aanbesteding werd in 2009 gestart en in twee Design & Construct-contracten op de markt gezet. ProRail was verantwoordelijk voor de spoorkruising; Rijkswaterstaat voor het kanaal en de overige kunstwerken. Bij de aanbesteding van Rijkswaterstaat is gekozen voor een contract op hoofdlijnen met relatief weinig eisen, waarbij het tracébesluit het uitgangspunt vormde voor de realisatie. Tijdens de aanbesteding werd de eerste selectie uitgevoerd op basis van een plan van aanpak voor de aspecten ‘samenwerking’ en ‘toepassing van de principes van Systems Engineering’. In de tweede fase zijn hier nog de aspecten ‘beperken hinder’ en ‘duurzaamheid’ aan toegevoegd. Door een integrale benadering en een goed samenspel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is het project succesvol verlopen en binnen tijd en budget opgeleverd.

Opdrachtgever Rijkswaterstaat Opdrachtnemers WillemsUnie:

Van Hattum en Blankevoort, KWS Infra, GMB Civiel, Van Den Herik Kust- en Oeverwerken

The South William’s Canal

(Zuid-Willemsvaart), named after King William I of the Netherlands, is a canal in the southern part of the Netherlands. It provides a shortcut in the river Meuse between the cities of Maastricht and ‘s-Hertogenbosch. Recently, a bottleneck in the canal near the city of ‘s-Hertogenbosch was eliminated by constructing this new bypass, the Máximakanaal, named after Queen Máxima. The project included the development of 2 locks, 6 bridges, 4 pumping stations and various smaller works such as local roads and waterways.

(39)
(40)

37

RIVIERVERRUIMING OVERDIEPSE POLDER

WASPIK

Na overstromingen van de Maas en Rijn in 1993 en 1995 lanceerde de Nederlandse overheid een plan om dunbevolkte gebieden langs de grote rivieren in te zetten voor waterberging en zo de stedelijke gebieden te beschermen. In dit kader werd de Overdiepse Polder langs de Bergsche Maas, in de gemeenten Waalwijk en Geertruidenberg, in 2000 door Rijkswaterstaat aangewezen als geschikt waterbergingsgebied.

Boerengezinnen in de polder ontwikkelden in korte tijd een plan waarin moderne landbouw werd gecombineerd met waterberging: het terpenplan. Het plan is samen met de Provincie Noord-Brabant verder uitgewerkt, en werd na 2006 onderdeel van het Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier. Volgens het uiteindelijke ontwerp is de Overdiepse Polder, 550 hectare groot, ingericht als meestromend waterbergingsgebied. Bij extreem hoogwater, iets dat naar verwachting eens in de

vijfentwintig jaar gebeurt, stroomt Maaswater over de bestaande rivierdijk de polder in. De dijk is daartoe over een afstand van 6 kilometer met 3 meter verlaagd.

Aan de zuidzijde van de polder is een vloeiende winterdijk aangelegd waaraan 8 nieuwe terpen van 6 meter hoog liggen. Daarnaast zijn 40 hectare natuurgebied, een suatiesluis (ontwateringssluis), een gemaal en recreatievoorzieningen aangelegd. De oude boerderijen in het gebied zijn gesloopt. Van de 18 boerengezinnen die het plan opstelden, verhuisden er 8 naar een nieuw melkveebedrijf op een van de terpen, de rest stopte of zette het bedrijf buiten de polder voort.

De totale ingreep zorgt ervoor dat de waterstand van de rivier met ongeveer 27 centimeter daalt; dit levert een directe

bijdrage aan het verminderen van de overstromingsrisico’s in ‘s-Hertogenbosch. Voor het verlagen van de bestaande dijk is 500.000 m3 grond afgegraven. Schepen

voerden 600.000 m3 zand van buiten aan

voor de kern van de nieuwe primaire kering en voor de onderste laag van de terpen. Een deel hiervan bestond uit thermisch gereinigd zand. Voor het gehele project is in totaal 3,3 miljoen m3 grond verzet.

Het gebied staat regelmatig in de

belangstelling van internationale bezoekers. Zij zijn niet alleen geïnteresseerd in de fysieke maatregelen maar ook in de manier waarop bewoners en overheid samen tot deze duurzame inrichting van de polder zijn gekomen. Ook in andere Ruimte voor de Rivier maatregelen zijn nadien bijvoorbeeld terpen toegepast zodat minder mensen hun sociale omgeving hoeven te verlaten en het overstromingsgebied zijn economisch waardevolle toepassing kan behouden.

Opdrachtgevers Rijkswaterstaat

Provincie Noord-Brabant Waterschap Brabantse Delta Opdrachtnemers

Aannemerscombinatie De Hollandsche Waard - Overdiepse Polder: Van Oord, GMB en Oldenkamp

ZLTO

Gloudemans Rentmeesters Arcadis

Witteveen+Bos

Following severe floods in 1993 and 1995, the Dutch government took action to avoid similar flood events in the future. The Overdiepse Polder, along the river Bergsche Maas, is one of the areas that was included in the ‘Room for the River’ program. By lowering dike sections, water from the river Maas can flow into and through the area in case of extreme water levels. The project is special because of the relocation of existing farms to mounds (terpen) and the combination of functions such as ecology, recreation and farming in the new areas.

(41)
(42)

39

RUIMTE VOOR DE WAAL

NIJMEGEN / LENT

Ruimte voor de Waal is een onderdeel van het landelijk programma Ruimte voor de Rivier. Het project, in en om Nijmegen, combineert vermindering van de overstromingsrisico’s met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Om dit te bereiken is aan de noordzijde van de Waal, bij Nijmegen-Lent, een 4 kilometer lange nevengeul gegraven, de Spiegelwaal, en een nieuwe waterkering zo’n 350 meter landinwaarts aangelegd. Zo is een langgerekt eiland ontstaan dat fungeert als stedelijk rivierenpark, en dat nieuwe mogelijkheden biedt voor wonen, recreatie, cultuur en natuur. Tegelijkertijd zorgt de geul voor een verlaging van hoogwaterstanden. Drie nieuwe bruggen verbinden het eiland met Nijmegen-Noord. Bij hoogwater – afvoeren vanaf 4500 m3/s,

zo’n 15 dagen per jaar – stroomt water over een drempelconstructie bij Lent in de geul. Op deze wijze voert de nevengeul 1/3 deel van de Waalafvoer af en levert zo een bijdrage aan de waterveiligheid langs het bovenstroomse deel van de rivier, in de vorm van een waterstandsdaling van 34 centimeter bij hoogwater bij Nijmegen en een waterstandsverlagend effect van zeker 10 centimeter bij Lobith. De nevengeul loopt vanaf Lent over een afstand van 4 kilometer parallel aan de Waal, tot aan de Oosterhoutse Plas. Deze verlenging zorgt voor een kleinere benedenstroomse opstuwingspiek en een vermindering van voor de scheepvaart hinderlijke dwarsstromingen.

De nieuwe waterkering bestaat uit een groene dijk en een harde kade, de Lentse Warande. De kade vormt een tribune die in het water verdwijnt en strekt zich uit van de Verlengde Waalbrug tot aan de spoorbrug. Het bestaat uit twee delen: een ondergronds kwelscherm met een lengte van 1600 meter en een L-vormige betonnen wand. De L-wand is gemaakt van 13.000 m3 beton en 2,6

miljoen kilo wapening, en beschermt Lent tegen hoogwater. De constructie is aangevuld met een prefab betonnen bandenlijn en afgewerkt met graniet.

De uiterwaarden, nevengeul, dijken, kade en drempelconstructie lopen geleidelijk in elkaar over. Door zorgvuldige ontwerpkeuzes en materiaalgebruik passen ze goed in het landschap, en ook de vormgeving van de nieuwe bruggen draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit. Onder normale omstandigheden is de drempel bruikbaar voor fietsers en voetgangers, en zorgen duikers ervoor dat er gedoseerd Waalwater door de geul stroomt. De grondbalans laat het duurzame

karakter van het project zien. De klei die werd gewonnen in de nevengeul is deels gebruikt voor de aanleg van de groene dijk, de kade en het eiland, maar ook in andere ‘Ruimte voor de Rivier’ projecten en dijkverbeteringen. Het vrijgekomen zand en grind is gebruikt in het beton voor de kade en bruggen. In totaal is 5 miljoen m3 grond

verzet. Transport door schepen in plaats van vrachtwagens verminderde omgevingshinder en brandstofverbruik. Opdrachtgevers Rijkswaterstaat Gemeente Nijmegen Opdrachtnemers Bouwcombinatie i-Lent:

Dura Vermeer Divisie Infra BV en Ploegam BV

In response to severe floods in 1993 and 1995, Dutch authorities created the ‘Room for the River’ programme. ‘Room for the river Waal’ is one of projects in the programme. It aims to prevent flooding events around Nijmegen, where the river Waal forms a bottleneck. As part of the project, the Waal dike in Lent has been moved, and an ancillary channel has been constructed in the existing floodplains. This effectively created an island and urban river park that offers possibilities for recreation, culture, water and nature.

(43)
(44)

41

KEERSLUIS HEUMEN

Bij Heumen in Gelderland bevindt zich een sluiscomplex dat de Maas verbindt met het Maas-Waalkanaal. Het kanaal maakt deel uit van de Maasroute, een vaarweg waarvan tussen 2008 en 2018 de capaciteit wordt vergroot met een pakket maatregelen. Daaronder vallen aanpassingen aan civiele werken zoals de oude sluis bij Heumen, die altijd een obstakel voor de scheepvaart vormde doordat er slechts eenrichtingsverkeer mogelijk was. Naast de bestaande sluis is daarom een nieuwe keersluis gebouwd die de toegang tot het kanaal verbetert en daarmee de doorstroming van het binnenvaartverkeer. In de directe omgeving van de nieuwe keersluis is een gebied van ongeveer 7 hectare ingericht voor natuur en recreatie. Zo is er behuizing voor een dassenfamilie gerealiseerd en een recreatieve wandelroute voor bewoners en bezoekers van Heumen. Als keermiddel zal de nieuwe sluis het Maas-Waalkanaal, en daarmee de bewoners in plaatsen langs het kanaal, beschermen tegen hoge waterstanden van de Maas. Normaal gesproken staat de nieuwe sluis net als de bestaande sluis open. Wanneer de waterstand op de Maas te sterk afwijkt van de waterstand in het kanaal, vervult de keersluis de functie van waterkering. De hefdeur van 26 bij 11 meter en een gewicht van 175 ton die tussen twee heftorens hangt wordt in dat geval naar beneden gelaten. De aandrijving bestaat uit een hydraulische cilinder die via kabels en keerwielen met de deur is verbonden. De grootste keerwielen zijn 3,8 meter in diameter. Er zijn hoge eisen gesteld aan het ontwerp: de faalkans is beperkt tot 1/10.000 en er werd een beschikbaarheid van bijna 99 procent gevraagd. De energie die nodig is voor het openen en sluiten van de sluisdeuren, de controleverlichting en andere systemen wordt

opgewekt met zonnepanelen. De sluis is daarmee energieneutraal.

Tijdens de bouw ging speciale aandacht uit naar de detaillering en afwerking van de betonconstructie. Plaatpatronen, centergaten en de vlakke stortnaden zijn zorgvuldig ontworpen en gerealiseerd. Er is voornamelijk gewerkt met paneelbekisting; voor het storten van de ronde hoeken zijn speciale bekistingshoeken gefabriceerd, uitgevoerd met een dunne staalplaat om het beoogde strakke resultaat te krijgen.

De keerwanden zijn onder water uitgevoerd als combiwanden. Boven de watergrens is de schoonwerk betonnen wand zichtbaar. Naast de grondkerende functie vormen ze een ruimtelijk gebaar en dienen ze als geleiding voor de scheepvaart. Ook hier heeft de technische dimensionering bijgedragen aan de architectonische verschijningsvorm: de eisen met betrekking tot veiligheid, levensduur, duurzaamheid en de werking van het keermiddel bepalen de vorm en materialisatie van het kunstwerk.

Opdrachtgevers Rijkswaterstaat Projectbureau Maaswerken Opdrachtnemer BESIX Ontwerp

Quist Wintermans Architekten

A new lock was added in the Maas-Waal canal, which connects the river Meuse with the river Waal near Nijmegen, The Netherlands. The capacity of the existing lock was insufficient to be able to optimally use the channel. The new lock increases the shipping capacity and contributes to flood protection in the region. Architectural and structural design of the concrete structure were combined to create a new landmark.

(45)

42 42

(46)

43 HYD R A U L IC I N F R A S T RUC T U R E D E S IG N

En toen werd plotseling bij Monster de Zandmotor aangelegd. Een prachtig kunstwerk, dat over een reeks van jaren mede door de natuur wordt gevormd. Hoewel over het zuiver economische nut valt te twisten, geeft het een schitterend beeld op luchtfoto’s. Ook is de ontwikkeling spannend omdat de natuur niet altijd de ideeën van de ontwerpers volgt en vindingrijke zwemmers er uitdagingen in zien. De ontwerpwedstrijd rond de versterking van de Afsluitdijk leek de volgende stap in te luiden. Vijf prachtige ontwerpen, waarvan slechts één bij de utilitaire rechte lijn bleef, zagen het licht. Natuurlijke zandduinen aan te leggen in de Waddenzee zouden de golven breken, waardoor de dijk niet verhoogd hoefde te worden. Een ander plan stelde een hele keten natuurlijke eilanden achter de dijk voor. De astronaut Wubbo Ockels wilde de vernieuwde dijk benutten voor duurzaamheid. Zijn plan bevatte een energieopslagbekken, een getijcentrale en een baan voor zijn bus.

De voorkeur van de jury ging echter uit naar een eenvoudige utilitaire versterking volgens de waterbouwkunde en honoreerde geen der inzendingen.

Een kaarsrechte groene dijk kan ook een fraai beeld opleveren. Adriaan Geuze heeft dat al eens met verve toegelicht op de

Waterbouwdag 2007 en recent nogmaals in een tv-programma. Kort geleden verscheen een prachtig boek “Dijken in Nederland” dat die schoonheid in beeld brengt. Het is geschreven door vormgevers en landschapsarcitecten, niet door ingenieurs.

In mei 2015 heeft de Minister van I&M besloten dat de Afsluitdijk een wereldvermaard icoon moet worden. Technisch blijft het een simpele rechte overslagbestendige dijk, maar de kunstenaar Daan Roosegaarde krijgt de kans er een kunstzinnig icoon van te maken. Die kunstuiting komt op het “besteksontwerp” door de landschapsarchitecte Yttje Feddes met Witteveen & Bos. De Provincie Friesland bouwt er een vismigratierivier in, die artistiek een geweldige indruk maakt en diverse landelijke voorpagina’s heeft gehaald. Kortom een ontwikkeling van Waterbouwkunde naar

Waterbouwkunst.

Prof. drs. ir. Han Vrijling is emeritus hoogleraar waterbouwkunde aan de TU Delft en directeur van Horvat & partners.

Ooit bouwden we hutten eenvoudig van vorm, rechthoekig. De meeste ruimte voor het minste geld. Na verloop van tijd waren de welvarendste leden van de gemeenschap niet meer tevreden met deze eenvoudige behuizing, zij wilden zich onderscheiden door hun huizen fraaie vormen te geven en te versieren. Groninger boeren bouwden rijke boerderijen, Amsterdamse kooplieden lieten schitterende koopmanshuizen verrijzen aan de grachten. De Franse en Pruisische koningen bereikten wellicht de top met de Versailles paleizen en het onvergetelijke Sanssouci in Potsdam. De bouwkunde ontwikkelde zich overal ter wereld tot bouwkunst, zodra de welvaart dat toestond.

De stedenbouw vertoont hetzelfde patroon. Niet alleen rechte straten, maar mooie boulevards en chique pleinen sieren de rijke stad. De plattegrond van Amsterdam heeft met haar half-cirkelvormige grachtenstelsel op de kaarten van Blaeu meer weg van een kunstwerk dan van een efficiënt woongebied, dat de loop van het water volgt om kosten te besparen. Niet het water, maar de schoonheid als leidend principe zodra het budget het toelaat!

Ook in de bruggenbouw is het streven zichtbaar. Soms door de esthetica van de pure mechanica, maar ook door het streven naar pure schoonheid. De Erasmusbrug van Ben van Berkel heeft een bijzonder uiterlijk, dat een elegante indruk maakt, hoewel de knik in de pyloon intern tot vuistdikke staalplaten noopt.

De laatste tien jaar zie je ook in de waterbouw een streven naar esthetiek komen. Het begon met fantastische plannen, toegelicht door “artist impressions”, als ware het satellietopnamen. Een hele rij nieuwe eilanden voor de kust om de gevolgen van zeespiegelrijzing te verkleinen. De groene eilanden zouden niet lijden onder economische ontwikkelingen, maar natuurreservaten blijven. Later werd door staatssecretaris Joop Atsma het Tulpeiland gepropageerd als icoon voor de Nederlandse waterbouw, geheel groen met een kunstige kustlijn. Tenslotte het Eiland voor één Seizoen, een cirkelvormig zandeiland omringd door sterren. Het eiland zou in een seizoen naar de de kust spoelen. Al deze plannen gaven aanleiding tot prachtige beelden op de landelijke voorpagina’s en op televisie, sommigen bereikten zelfs de internationale media. De plannen hadden een ding gemeen, een duidelijk inzicht in de baten van de diverse eilanden ontbrak. Op het eerste gezicht leken zij zonder enig praktisch nut afgezien van een opvallende verfraaiing van de Nederlandse landkaart. Het verlangen naar schoonheid kon de zuinigheid niet overwinnen en

ze zijn dus nog niet gebouwd. 43

WATERBOUW: KUNST OF KUNDE?

Han Vrijling

(47)
(48)

45

(49)

Cytaty

Powiązane dokumenty

Bliższa choćby przez to, że trzyma się porządku roku zaczętego od 1 stycznia, w paru miejscach odwołuje się do wymiaru obrzędowego (wspominając Nowy Rok, Zaduszki i

[r]

Skoro więc na Zachodzie, gdzie warunki rozwoju oświaty były zdecydowanie lepsze niż u nas, nie każda parafia posiadała szkołę, to trudno twierdzić, że w Polsce, która leżała

Piotr Raźniak i Monika Grochal (2014) przedstawili wpływ uchwalenia miejscowych planów zagospodarowania przestrzennego (MPZP) na rynek nieruchomości, budowlany oraz dochody

Technologia druku 3D jest w stanie wyprodukować w pełni funkcjonalne części wykorzystując przy tym szeroki wachlarz materiałów: metale, ceramikę, polimery, kompozyty, materiały

It should be mentioned as well that the studied burial ground was located in the place of the prehistoric place o f worship which most probably was intentionally not

Here, we report on additional cases in which there is an asymptotic performance gain over the Ungerboeck type TCM schemes, which we obtained by an automatic

wafer probe and room temperature calibration, measurements showed that the behavior of individual CPW coupled line sections can be represented with standard