• Nie Znaleziono Wyników

De landing bij Narvik

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De landing bij Narvik"

Copied!
19
0
0

Pełen tekst

(1)

fir,Z=z2

ezirt

uto

tor' voor

-4clio,vpistiyar3mechonla Archlef

)4401celweg 2, 2e28 CD Dolt

,."://tifii3 -Fat ($115 781=

door J. W. SCHRELIDERt 2e Luitepant

De

landing' by Narvik

1._ De Strategische waarde van Narvik.

Zowel de Engelsen als de Duitsers kenden het stategische belang van het' Skandinavische schiereiland. De Duitsers hadden het Zweedse ijzererts nodig of sterker nog, Hitlers zware industrie kon er niet buiten. De Zweedse ijzer-mijnen lagen in de omgeving van Gaellivare, geheel in het. Noorden van het

land.

Einde November bevriest de BotniSche Golf normaliter, zodat het Zweedse

ijzererts dan alleen verzonden kan worden via de Zuidelijker gelegen haven

Oxelosund aan de Oostzee of via Narvik in Noord-Noorwegen. Oxelosund

kon slechts 1/5 verschepen van het Duitse gebruik van Zweeds ijzererts.

's Winters (van November to April) liep de hoof dweg dus via Narvik, waar

de Duitse vrachtschepen langs de gehele Westkust van Noorwegen zich in

neutraal water bevonden. Deze transporten konden daardus ongestoord plaats

vinden. Dit maakte de toestand zeer gecompliceerd voor de Engelsen, die deze

bewegingen maar al te graag zouden stoppen, omdat hetgemis van deze haven de Duitse staalindustrie merkbaar zou schaden.

In een brief van 29 September 1939 maakte Churchill, destijds First Lord

of the Admirality, dit duidelijk aan zijn regering en stelde hierbij voor, op

2 a 3 belangrijke punten langs de Noorse Westkustmijnenveldente leggen om

zodoende de Duitse scheepvaartbewegingen te belemmeren.

Ongeveer terzelfder tijd had admiraal Raeder, Chef van de Duitse Marine-staf, een onderhoud met Adolf Hitler. Hij maakte zijn hoogste chef duidelijk, dat vloot- en luchtbases in Noorwegen zeer belangrijk waren en wel om de

yolgende redelien:

1 e. Controle op de aahvoerlifnen naar de Oostzee.,-, _

2e. De beheersing van de Noord-Atlantische Oceaan dooi vloot- en lueht;

macht in de slag om Engeland, waarvoor toen al plannen waren

uitge-werkt.

Geen mogelijkheid van ,.13ritse mijnenvelden ,aan de Westkust Van NoOr-wegen.

4e,; De ijzeterts-ver"khepingen onder direete cofitrole.

Op 19 December 1939 gaf ,Hitler bevel aan het Opper-Commando planneh uit te werken voor een'invasie in Noorwegen. Voor de goede gang van zaken wil ik er even aan herinneren, dat op de laatste dag van November 1939 de Russische troepen Finland binnenrukten. Een golf van sympathie sloeg over de landen van West-Europa en een Frans-Engels expeditieleger werd gemaakt om via Narvik en Noord-Zweden de Finnen te hulp te snellen.

Noor-wegen en Zweden weigerden echter na eindeloos getalm deze troepen door te

239

Err. .

der Mariniers.

3e.

(2)

klaar-Marinehlad

laten, om hun neutraliteit tegenover Rusland te bewijzen. Duitsland zag al met

schrik een geallieerd expeditieleger te Narvik voet aan wal zetten, waardoor hun ertsverschepingen wel eens zouden kunnen ophouden.

Midden Maart 1940 eindigde de Russisch-Finse oorlog. Finland was ver-slagen en de Russen maakten nieuwe plannen voor de verovering van

Skandi-navie. Ook Hitler's plannen kristalliseerden, maar nog steeds stond er een

ongebruikt expeditieleger in Engeland en het was toen nog niet te voorzien, dat dit expeditieleger van nut kon zijn bij de landing te Narvik.

2. Maritieme schernzutselingen random Narvik.

Op 8 April 1940 legden tussen 4.30 en 5 uur v.m. 4 Britse torpedobootjagers een mijnenveld voor de ingang van het West Fjord, om de ijzerertstransporten

te belemmeren. De 9e April deden de Duitsers hun bliksemsnelle aanval op

Noorwegen en die zelfde dag verscheen huninvasievloot voor Narvik. De twee

Noorse oorlogsschepen, de

Norge-

en de Eidsvold-, die de haven

bewaak-ten, werden na een korte schermutseling door de begeleidende Duitse

torpedo-bootjagers in de grond geboord. Hierna was de bezetting van Narvik niet

moeilijk meer.

De situatie bij Narvik was voor de Engelse Admiraliteit zeer onduidelijk en deze gaf opdracht aan kapitein ter zee Warburton Lee met vijf

torpedoboot-jagers van zijn flotille n.l.

de _Hunter-, de Hardy-, de

Havock-, de

Hotspur- en de Hostile- de West

Fjord te verkennen. Door Noorse piloten

was Warburton-Lee medegedeeld dat daar zes schepen, die groter waren dan de zijne, en een onderzeeboot naar binnen waren gegaan en dat in de ingang

van de haven mijnen -waren gelegd. Ondanks dit alles stoomde hij bij het

aan-breken van de 10e April de haven binnen. Daar aangekomen, vond hij 23

koopvaarders en 5 vijandelijke torpedobootjagers. Bij de eerste aanval werden

6 Duitse koopvaarders vernietigd, terwijl 2 torpedobootjagers tot zinken

werden gebracht en 3 zwaar beschadigd. Bij de tweede aanval werden nog 2 koopvaarders tot zinken gebracht, maar nu kwamen plotseling vanuit de Balangen Fjord en Herjangs Fjord nieuwe Duitse torpedobootjagers opzetten,

die tot de aanval overgingen. De Hardy-, zwaar beschadigd, werd aan de

grond gezet. De Hunter-

zonk, terwijl de Hotspur-,

de Hostile- en de

Havock- zee kozen. De vijand was niet in staat hen tegen te houden. De

overlevenden van de Hardy- gingen aan land; later zijn zij door een

ge-allieerde torpedobootjager gered.

Wat betreft de Duitse

bemanning, zowel van tot zinken gebrachte oorlogsschepen als koopvaarders, deze werden

kort-weg bij de bezettingstroepen van Narvikingedeeld.

Tegen het middaguur van de 13eApril voer onder commando van admiraal

Whitworth het slagschip Warspite-, geescorteerd door 9 torpedobootjagers

en door duikbommenwerpers van de Furious-, de West-Fjord binnen. De

Warspite-, welke geen kust-batterijen aantrof, mengde zich met zijn 15 inch

kanonnen op voor de Duitsers fatale wijze in de strijd. Acht vijandelijke

torpedobootjagers en 1 onderzeeboot werden tot zinken gebracht. Alleen de

voorsteven van de torpedobootjager _Eskimo- werd afgerukt, verder leden

de Engelsen geen verliezen. Men overwoog een landingsdetachement van

matrozen en mariniers aan land te zetten om Narvik, waar op dat ogenblik

geen tegenstand geboden werd, te bezetten. Schijnbaar waren de Duitsers

bij het zien van de Engelse vloot de bergen ingevlucht. Maar dit plan vond

(3)

De landing bij Narvik

toch geen doorgang, aangezien de Warspite- niet langer in deze nauwe

fjord kon blijven door het gevaar van Duitse vliegtuigaanvallen, die later op

de dag ook inderdaad plaats vonden; zodoende trok de vloot zich terug. Admiraal Whitworth seinde aan de Admiraliteit, dat Narvik rijp was voor

een landing op grote schaal en dat er geen vijandelijke oorlogsschepen meer waren, die een dergelijke landing zouden kunnen belemmeren. Dit gebeurde

de 14e April.

Wij zijn nu gekomen aan het begin van de operatie Narvik. Maar voordat

wij hier definitief toe overgaan, willen wij eerst nog enkele opmerkingen

maken.

De landing bij Narvik was de eerste gecombineerde operatie in de 2e

wereldoorlog, waar tanks aan land werden gezet. Een operatie dus waar vloot, leger en luchtmacht nauwgezet moesten samenwerken. Wij zullen zien, dat tegen elke regel gezondigd werd. De grootste fouten werden wel gemaakt in de bevelvoering, de planning, het laden, enz. Wij willen hier nu niet verder

op vooruit lopen, maar er alleen op attent maken, zodat deze fouten in het

hierna volgende beter naar voren zullen komen.

3. Voorbereidingen voor de operatie Narvik. Insluiten der stad door

ver-overing van steunpunten aan de f jorden rondom Narvik. Inleiding.

Toen de Duitsers hun veldtocht in Noorwegen begonnen, riep de Noorse regering, die uit vrees voor Duitsland nog al koel tegen de Geallieerden was

geweest, deze hartstochtelijk om hulp.

Men besloot Narvik op de Duitsers te heroveren om,de plaats als operatie-basis voor leger en vloot te kunnen inrichten. Tevens zou men enkele neven-landingen op de Noorse Westkust uitvoeren o.a. te Trondheim, Bodo en Mo om de Duitse opmars over land te vertragen, opdat de Geallieerden tijd zou-den hebben het gebied rondom Narvik ter verdediging in te richten.

De troepen, die door de nederlaag van Finland waren vrijgekomen, en een kerndetachement, dat met het oog op Narvik achter de hand was gehouden, konden spoedig gereed zijn. Zij hadden echter gebrek aan vliegtuigen, lucht-afweergeschut, anti-tankgeschut, tanks, transportmiddelen en ook oefening. Bovendien was het Noordelijk deel van Noorwegen geheel bedekt met een laag sneeuw, zo hoog als geen dezer soldaten ooit gezien had. Ook waren er geen sneeuwschoenen of ski's en nog minder skilopers aanwezig. Zo begon

deze campagne. Bevel voering.

Op 5 April had generaal-majoor Mackesy het commando op zich genomen

van het expeditieleger voor Narvik, terwij1 admiraal Lord Cork het commando

over de zeestrijdkrachten in dit gebied voerde.

De beide bevelhebbers kregen natuurlijk hun bevelen, maar van

verschil-lende superieuren. Generaal Mackesy schriftelijk van het War Office en

Lord Cork mondeling van de Admiraliteit. Deze bevelen verschilden jets van

elkaar omdat zij uitgegeven waren door twee verschillende instanties, Dit leidde ook al dadelijk tot een verschillende zienswijze in de operatie en tot

een impasse tussen de bevelhebbers van leger en vloot. Wij zien hier dus het gemis van een gemeenschappelijke bevelhebber, die absoluut noodzakelijk is

(4)

-Marineblad

bij een dergelijke operatie. Op 20 April pas, toen men ,clit nadeel zeer begon te voelen, werd Lord Cork tot gemeenschappelijk bevelhebber van land-. zee- I

en luchtstrijdkrachten benoemd.

c. Troepen.

Intussen waren ook de troepen aangewezen:

Op 7 April vertrokken uit Scapa of Flow 2 compagnieen Scots Guards.

Het vlaggeschip van dit convooi was de kruiser Southampton-, waar aan

boord Generaal Mackesy en zijn staf zich bevonden.

Op 12 April vertrok uit Rosyth een convooi, waarop de 24e Britse

Brigade plus divisietroepen waren ingescheept. Hiervan was het vlaggeschip

de kruiser Aurora- met aan boord admiraal Lord Cork.

Binnen een a twee weken zouden deze troepen gevolgd worden door 3 bataljons Alpenjagers en andere Franse troepen, o.a. eenheden van het

Franse Vreemdelingen Legioen.

Ook de 146ste Britse brigade werd klaargemaakt om eventueel

ver-scheept te worden.

De Franse troepen en de Alpenjagers waren inderdaad de 28e April

aan-wezig in Noord-Noorwegen. De schepen waren niet tactisch, maar econo-misch geladen, omdat men dacht gewoon aan kaden te kunnen lossen. De bemanningen van voertuigen waren niet op het zelf de schip, waarop zich het voertuig beyond. ingescheept. Ook was het een nadeel, dat de

bevel-hebbers op verschillende schepen waren n.l. op de Aurora- en de

Southamp-ton-, zodat de bevelvoering zeer stroef uitgevoerd werd. Het radio-verkeer

functionneerde slecht tussen deze schepen.

d. Aankomst te Harstad.

Aangezien men geen aanvalsplan geformuleerd of zelfs ernstig overwogen

had, mede door gebrek aan inlichtingen, zette men koers naar Harstad, een

kleine plaats op het eiland Hindo in de Vaags Fjord. Deze fjord ligt 15 mij1 ten Noorden van de Ofoten Fjord, waaraan ook Narvik ligt.

In de morgen van de 14e April kwam de Southampton- voor Harstad en generaal Makesy kreeg hier de volgende inlichtingen van de burgemeester

en de commissaris van polite. Waarschijnlijk zou het Noorse hoofdkwartier zich te Bardu bevinden: hier was ook een vliegveld, weliswaar onder 4 voet

sneeuw. Twee a drie Noorses,bataljons moesten in de omgeving van Sjoevein

zijn aan de Sags Fjord, een kleine fjord, die uitloopt in het Zuidoostelijk deel van de Vaags Fjord. De Duitsers waren ongeveer 5000 man sterk en vooruit geschoven elementen lagen te Gretangen, ongeveer 10 mij1 ten Oosten van

Sjoevein. Met deze inlichtingen besloot generaal Makesy in de Sags Fjord met de Scots Guards te landen en contact te maken met de Noorse

strijd-krachten. Dit lukte en er werd besloten hier te blijven .totdat de hoofdmacht

zou arriveren.

Om drie uur 's middags van de 14e April was er bericht gekomen van Lord

Cork. Hij: stelde voor, mede door de gunstige berichten die de

Warspite-had uitgezonden, een landing bij Narvik te forceren met de mariniers, die aan

boord van de verschillende oorlogsschepen, on. Warspite-, waren en de

2 comp. Scots Guards. Als verzamelpunt,hoemde hij de Tjeli Sond.

1.

.2.

(5)

De landing by Narvik

De berichtgeving had echter vertraging door de slechte atrnosferische

om-standigheden en hierdoor kon de ontmoeting op het vastgestelde uur niet plaats hebben. Lord Cork stoomde toen door naar Harstad met de grote troepentransportschepen Reine del Pacifico- en de Monarch of Bermuda-,

die de 24e brigade meervoerde met bijbehorende divisietroepen. Na de ont-scheping van de Scots Guards in de Sags Fjord stoomde ook de

Southamp-ton- naar Harstad op.

qe ontmoeting had plaats op de 15e,April en een conferentie werd belegd.

Bij deze bespreking deed zich al dadelijk de moeilijkheid voor dat Lord Cork

hoger in rang was dan generaal-majoor Mackesy, die vond dat deze amphibi-sche operatie onder commando van een leger-officier moest staan, hetgeen wrevel bij hem opwekte. Bij de besprekingen werd besloten al de troepen te

ontschepen te Harstad en dit plaatje als basis voor de operatie Narvik in te

richten. De volgende moeilijkheden deden zich hierbij voor:

De wateren van de Vaags Fjord waren zo diep, dat geen der schepen

kon ankeren.

Er waren geen landingsofficieren, die verstand hadden van het ontladen van schepen en het nadeel, dat men economisch geladen had, voelde men zeer.

De huisvesting was een groot probleem. Harstad telde 3000 inwoners

en alleen de administratieve troepen van deze expeditie waren al ± 3000 man sterk.

Er waren 3 kaden, een daarvan had kranen. Een schip kon slechts aan een kade liggen.

Then men met het ontladen bezig was, kwam het eerste van de 140

bombardementen, die de Duitsers de volgende maand zouden uitvoeren. Men

had hiertegen geen voldoende afweermiddelen.

De generaal vestigde zijn hoofdkwartier in een hotel in het dorpje, maar

de admiraal verkoos zijn vlaggeschip als hoofdkwartier. Al 'spoedig kwamen er berichten van de inlichtingendienst binnen. De sterkte van de Duitse be-zetting van Narvik bleek ongeveer 3500 soldaten en zeelieden te zijn, terwij1

ook nog aan de Noordelijke zijde van de Rombaks Fjord te Bjerkvik en

Gretangen 1500 man waren. De verdedigingswerken van ,Narvik waren juist afgemaakt en bestonden uit goed opgestelde mitrailleuropstellingen en kaze-matten. Deze lagen rondom het gehele schiereiland. De Duitsers waren druk

bezig voorraden aan te voeren d.m.v. droppings. De Noorse troepen, die

3 bataljons sterk bleken te zijn, waren 5 mijl ten Noorden van Gretangen met de Duitsers in contact. Te Lodingen zaten nogal wat aanhangersvan Quisling.

Verder bleek de weg BogenBjerkvik volkomen onbegaanbaar te zijn. e. Bogen en Skaanland bezet. Bombardement van Narvik.

Intussen was de Aurora- vervangen door de kruiser Effingham-. Dit

schip.leende zich uitstekend als vlaggeschip en bier hadden dan ook de nieuwe

besprekingen plaats. Men besloot, merle door de verkregen inlichtingen,

Skaanland en Bogen te veroveren en deze plaatsen als verdere steunpunten te gebruiken. Bij het opmaken van het aanvalsplan voor Narvik verschilden de generaal en de admiraal weer van mening. Het denkbeeld van Lord Cork

(6)

Marine blad

was, dat een frontale aanval in landingsboten onder dekking van het

scheeps-geschut zeer zeker uitvoerbaar zou zijn. De generaal was deze mening niet

toegedaan en zei, dat een vlootbombardement geen uitwerking had op de goed verscholen mitrailleurnesten. Het aantal landingsboten vond hij ook niet

toe-reikend. Men kon met deze boten niet meer dan 400 man per uur aan land

zetten en dit aantal was volgens hem onvoldoende tegenover een bezettings-macht van 3000 man. Hij geloofde meer in een aanval over land vanuit het

Noorden (Gretangen) en vanuit het Westen (Bogen).

Wanneer de vijand dan terug gedrongen zou zijn tot achter de Rombaks

Fjord, zou men met opstelling van artillerie te Oiford en scheepsbombarde-menten de aanval op Narvik zeer zeker wel kunnen uitvoeren. Men kon het

niet eens worden en een impasse dreigde. Generaal Makesy rapporteerde zijn bevindingen aan het War Office en Lord Cork aan de Admiraliteit en

vroegen om verdere bevelen. De bevelen kwamen uiteindelijk en hielden in een bombardement op Narvik door alle beschikbare oorlogsschepen met de bedoeling de Duitsers uit deze stad te verdrijven en daarna troepen aan land te zetten. Tevens moest men Bogen en Skaanland bezetten.

Op 23 April werden alle beschikbare oorlogschepen in de Ofoten Fjord geconcentreerd en een bataljon South Wales Borderers van de 24e brigade werd ingescheept aan boord van het reparatieschip Vindictive-, die deze

troepen te Bogen aan land zou zetten.

In de nacht van 23 op 24 April begon het bombardement op Narvik. Men

schoot op afsanden tussen 500 en 5000 yards. De Enterprise-, een der

oorlogschepen, schoot goed en doodde het vijandelijke garnizoen te Ankenes,

ten Zuiden van Narvik. Verder vernielde dit schip het radiostation en de

haveningangen van Narvik. De veerboot zonk en de kaden werden vernield. Het doe van het bombardement werd echter niet bereikt. De Duitsers waren n.l. niet de stad uitgevlucht en de mitrailleurnesten had men niet kunnen vin-den. Zodoende gin gen er geen troepen aan land. Intussen was de .,Vindic-tive- de haven van Bogen binnengestoomd en waren de troepen ontscheept, die zonder enige moeite Bogen bezetten. Ook Skaanland werd op deze wijze

veroverd.

Men zou kunnen zeggen, dat deze acties steeds meer tijd verloren lieten

gaan. Gezien de snelle opmars der Duitsers was dit een belangrijke factor.

Het optreden van generaal IVIackesy was daarom zeer aarzelend te noemen.

f. Geallieerden en Duitsers versterken zich.

De Duitsers zaten in deze periode niet stil. Hun luchtmacht werd steeds

actiever naarmate hun opmars in Noorwegen vorderde. Zij gebruikten nu het

vliegveld bij Trontheim, 350 mij1 ten Zuiden van Narvik. Door de lucht

voerden zij steeds versterkingen aan, n.l. eenheden van de 3e Gebirgsjager-division, die met voorraden gedropped werden te Bjerkvik aan de Noordzijde

van de Rombaks Fjord. De Poolse torpedobootjager Grom- zonk en de Enterprise werd getrof fen door Duitse bombardementen. Toch verloor de

vijand nog 40 bommenwerpers in deze periode.

De geallieerde versterkingen bestonden uit:

1. Schepen:

Twee A.A. (anti-aircraft) kruisers, n.l. de Curlew- en de ,.Coventry'.

(7)

De landing bij Narvik

Twee A.A. boten. (Dit type A.A. boot diende alleen voor verdediging

an havens tegen luchtaanvallen).

Het slagschip Resolution-, dat de Warspite verving.

Vier L.C.A.'s, een moderne L.C.M. en vijf oude M.L.C.'s. (De M.L.C. is een verouderd type L.C.M. Dit schip is bewapend met een 6 inch

kanon, en kan 5 mijlen/u varen met 10 ton voorraden).

2. Troepen:

3 bataljons Alpenjagers, 4 bataljons Polen,

2 bataljons Vreemdelingen Legioen.

Ongeveer de 28e April kon men hierover beschikken. De totale troepen-sterkte in Noord-Noorwegen zou hierbij opgevoerd zijn tot 31.000 man. De Alpenjagers werden naar Gretangen gezonden om de Noren te helpen in hun

strijd tegen de Duitsers, De Noren hadden daar 1 bataljon verloren. Het

Vreemdelingen Legioen werd te Balangen ten Zuiden van Bogen aan land

gezet. De South Wales Borderers te Bogen werden naar Ankenes overgebracht,

direct ten Zuiden van Narvik. Later werden deze troepen afgelost door een

half bataljon Alpenjagers, die beter in de besneeuwde omgeving konden

opereren. Lavang aan de Lavang Fjord werd als basis ingericht. Ook had de Resolution- hier zijn ankerplaats gekozen. Alle locale troepenverplaatsingen.

ongeveer 25.000 man totaal, hadden plaats met de plaatselijke Noorse schepen,

die men te Harstad, Bogen en Lavang had buitgemaakt.

Ik wil hier ook even de nevenlandingen aanstippen, die vanuit Engeland

werden ondernomen te Namsos, Mo en Bodo, alle gelegen aan de Westkust

van Noorwegen. De landingen hadden tot doel de Duitse opmars te ver-tragen. De Geallieerden zijn hier niet in geslaagd en al deze onfortuinlijke

expedities zijn uitgelopen op een haastige terugtocht wanneer men in contact kwam met de snel opdringende Duitsers, Geen der landingen werd ook met

overleg uitgevoerd

g. De strijd by Gretangen en Bjerkvik aan de Herjang Fjord.

Begin Mei voelden de Geallieerden zich .sterker en gin gen min of meer

aarzelend tot een of fensief over met het doel Narvik steeds meer in te sluiten.

Het commando bij deze operaties had generaal Berthouart. De 2 bataljons

Alpenjagers konden met behulp van de Noren de Duitsers ten Noorden van Gretangen 2 mijlen terugslaan. De Duitsers hielden echter de hoger gelegen

grond 2 mijlen ten Zuiden van Gretangen vast. Toen de Geallieerden met behulp van een MCL een batterij 75's aan land hadden gezet, trokken de

Duitsers terug op nieuwe stellingen 4 mij1 ten Noorden van Bjerkvik.

Gene-raal Berthouart besloot een landing in de rug van de Duitsers uit te voeren ten

Noorden van Bjerkvik aan de Harjang Fjord. Maar ook hier hadden de

Duitsers stellingen gebouwd in de vorm van goed gecamoufleerde mitrailleur-opstellingen. Hij achtte het daarom van belang, dat eerst tanks aan land gezet

zouden worden, die de mitrailleuropstellingen moesten neutraliseren, aangezien

dit niet vanuit zee door scheepsgeschut kon gebeuren. Twee bataljons

Vreem-delingen Legioen uit Balangen werden voor deze landing aangewezen.

(8)

-Marineblad

De landingsvloot bestond

1 Vier L.C.A.'s.

2 Een nieuwe L.C.M. no. 20.

3 Drie oude M.C.L.'s.

4 Het slagschip Resolution-, dat 5 Franse 13-ton's tanks en de

oude M.C.L.'s meevoerde. De L.C.M. no. 20 en de L.C.A.'s

konden wel op eigen kracht varen.

5

De kruisers Effingham- en Aurora-.

6 Het reparatieschip Vindictive".

7 Het voorraadschip Protector".

Deze laatste 4 schepen werden gebruikt voor troepen en

uit-rustingen.

8 Vijf torpedobootjagers voor beschieting van de kust.

9 Vliegtuigen van de Ark Royal- voor luchtbescherming.

Op 12 Mel waren alle troepen aan boord en hun uitrusting ingeladen. Er

deden zich bij de inscheping geen moeilijkheden voor, behalve dat 200 man van het Vreemdelingen Legioen, die te Balangen achter zouden blijven, erop stonden aan de aanval te mogen deelnemen. Zij wonnen het pleit en zo was er

120 ton goederen meer te laden dan men in eerste instantie verwachtte. De

landingsvloot verzamelde zich in de Tjeli Sond. Om 9 uur 's avonds gaf .de

Effingham' het teken tot de aanval en stoomde het convooi de Ofoten

Fjord binnen voor de aanval op Bjerkvik. In eerste linie lagen 3

torpedoboot-jagers die het bombardement zouden uitvoeren, te weten de _Havelock-,

Somali- en Fame-. Dan volgden de Vindictive- en de Protector- met

aan iedere zijde een torpedobootjager, nl. de Wren" en de Basilisk-. Daar-achter kwam de Effingham-, gevolgd door de Aurora- en de _Resolution-. De kruisers hadden hun laadbomen uitgedraaid, waarin hun landingsboten

hingen; aan elke zijde drie stuks.

Toen de schepen Balangen passeerden, sloten de LCA's en de LCM no.

20 zich bij het convooi aan, met aan boord die eenheden van het Vreemde-lingen Legioen, die de eerste golf zouden vormen. De overige troepen waren reeds eerder op de grote schepen van het convooi gebracht.

Narvik werd bij het passeren onder vuur genomen en de Duitsers, die

dachten dat de landing bij

Narvik begon, vernielden alle laadinstallaties

voor ijzererts. Om 11.40 uur 's avonds, toen de torpedobootjagers 1 mij1 van Bjerkvik af waren, stopte het convooi. De tanks van de Resolution" werden in de MCL's geladen en de landingsvloot verzamelde zich.

Ik wil hierbij opmerken, dat duidelijke voorschriften omtrent een

amphibi-sche operatic toen nog ontbraken; alles ging nog zeer provisorisch in zijn werk

en de gehele landing was nog niet goed georganiseerd en geregeld. De

voor-schriften, die men had, waren verouderd en onvoldoende bekend aan de

corn-manderen de officieren.

Intussen waren de torpedobootjagers met hun bombardement begonnen. In een paar minuten tijds stonden alle huizen van Bjerkvik in lichte laaie door de

H.E. granaten van deze schepen. Tussen de salvo's hoorde men het vuur der

mitrailleurs op de kust en men zag de kogels voor de schepen in het water

slaan. Vele vrouwen en kinderen vluchtten uit de huizen: de Somali- stopte hierdoor het vuur, maar moest later op bevel van admiraal Cork toch het vuur

uit:

(9)

-De landing bij Narvik

weer openen. Het bleek dat de kerk door de Duitsers als munitiedepot gebruikt werd, want toen deze werd getrof fen. ontploften er zeer veel pyrotechnische-en andere soortpyrotechnische-en munitie.

Het plan voor de landing was als volgt:

Eerst zou men drie tanks aan land zetten, juist ten Westen van de pier van Bjerkvik: daarna zouden de LCA's landen onder directe bescherming van de

tanks. Hierna zouden de landingsboten van de kruisers volgen. Het eerste

bataljort Vreemdelingen Legioen moest de spits afbijten en had tot taak land-inwaarts te trekken en contact te maken met de Alpenjagers en Noren, 5 mij1 ten Noorden van Bjerkvik. Het 2e bataljon, dat het eerste zou volgen moest de rechterflank dekken en daarna oprukken langs de straatweg in de richting

Narvik.

De landing zelf verliep vlot, alleen met de tanks had men nog enkele

moeilijkheden. Slechts 1 tank kwam op tijd aan land ten Westen van de pier,

bereikte de hoofdweg en neutraliseerde in de omgeving de

mitrailleuropstellin-gen. De 2 andere tanks, die in langzamere landingsboten geladen waren, kwamen achterop en hier kon de eerste tank niet op wachten. De troepen gingen daarom eerder dan de tanks aan land en drongen het stadje binnen

vanuit het Westen. Een deel der troepen echter ging met de eerste tank naar het Noorden om contact te maken met de Alpenjagers en Noren. Tegelijk met de latere troepenontschepingen kwamen ook de 2 achtergebleven tanks aan

land.

Nadat het 1 ste bataljon het strand en omgeving gezuiverd had van

weer-standskernen, volgde het 2e bataljon met nog 2 tanks. Toch werd dit bataljon

op zijn weg naar het strand plotseling hevig beschoten met mitrailleurs en

moest terugkeren. De Effingham- opende toen het vuur, maar kon de mitrail-leuropstellingen niet vernietigen, omdat zij niet van boord a f waren waar te nemen. Het 2e bataljon werd toen 1 mij1 Oostelijker van Bjerkvik aan land gezet. De 2 tanks wisten hier het mitrailleurvuur tot zwijgen te brengen en de weg naar Oiford te bereiken, waarna de troepen volgden met een landing op het strand 300 yards Oostelijker van het punt, waar de tanks aan land waren

gegaan. Het vuur van het scheepsgeschut werd nu ook meer landinwaarts

gelegd. Al spoedig kwamen er berichten binnen, dat de Alpenjagers en Noren ten Noorden van Bjerkvik goede vorderingen maakten en het was duidelijk, dat de Duitsers in de richting van de Rombaks Fjord terugtrokken. Generaal

Berthouart gaf bevel aan een compagnie Vreemdelingen Legioen de weg naar Bogen begaanbaar te maken. Maar zij waren nog niet ver gevorderd,

of zij ontmoetten een bataljon Polen, dat uit Bogen was vertrokken.

De 13e Mei i's avonds om 7 uur vervoegde generaal Berthouart zich bij admiraal Cork aan boord van de Effingham- en or werd koers gezet naar

Harstad. Op deze reis gaf de generaal nog bevel om de weg naar Oiford snel te

laten verkennen door 25 motor-ordonnansen. Het bleek., dat de Duitsers toen al een algehele terugtocht begonnen 'waren tot achter de Rombaks Fjord, waar

zij omheen moesten trekken omdat de fjord afgesloten was door de geallieerde

torpedobootjagers. Tegen de avond van de 13e Mei was het gehele gebied ten

Noorden van de Rombaks Fjord van Duitsers gezuiverd en was de eerste

amphibische operatie in de 2e wereld-oorlog, hoewel op kleine schaal, volkomen geslaagd.

(10)

NOOR W EGEN

1940

btlITGG L NDINGS.Pc RAT.E9 011aSE L3ICHTLANDINGG/1. ocALLtt LE ROE .PER ATM

LANDIrt 0 -T. TERZ1QTCHT. 0 00° ISM e nirivroen. 00 too Marineblad 3,41, t L, tours puvoRTID. tit APR,. I \ L./ / DAMN. ,P0 Eic/R15,,, T. 1-4/Nel ,

/

kr.%

-LMC.1

,

tSNEI

cc/f

, ---//

,

,

//

.

I/

0 //

1,

/

Meek., KORIRIE ER AEGLAIREsG., // / e eiv.,...e,cicee AIL AM.-Reek TRie.,a // ,/

i

0 //

,

/ / ,..-i / / / / i .2' / // / I, /. / // / 4). / // ,/ 0 / / l / FA R.E El l. Q S). I.. L5 APR._ 1/I1// IC 0

,

// a N0 N / / / N I /1/

\

/ ETLANDO

///,

\

////

\

0/,

\ // ' \

II

1.30(AP A FLOW. \ \ \ \ cs° NARVIK

DV iTAE LA NDING $APRIL. 1-.6CDDJECHT 1.0 At, IL.

1-ZEGGENEGN1I..",AIL

0.ZET 0000. CE AIL.CIRDEN LB NE,

oposcpytrt al., 19,0 . LOFOTEN. 49616 T 62Z, nt. b6.3A P1A/NtsoS T ARV ft ES.GEN 000 AL / /

/

(11)

rj.

CIALLSVIK \ I t). 1.1tLF F Awoo. .5 NJN. ' 171. Yuasv g;*; ), 1401,0,4 rAsto 'BE) 9iro ft.%Nu._ 82.3a.,ta4 t.ana,,S42.. 4 cerste, Taxe

sox*

Laais le 'ate eind-cle.ralLe 2.8 t

- De landing bij Narvik

249'

(12)

-Marineblad

De verovering van Narvik had echter nog steeds niet plaats gehad, hoewel de stad nu van 3 zijden was ingesloten.

4. De verovering van Narvik.

a. Versterking, reorganisatie en aanvalsplan.

De 14e Mel had een nieuwe stafbespreking te Harstad plaats. Hier

ver-scheen generaal Auchinlech, die het commando over alle troepen in

Noord-Noorwegen van generaal Mackesy overnam. Churchill,

First Lord of the

Admiralty, was niet ;tevreden over de gang van zaken te Narvik en op zijn

aandringen was deze commandowisseling uitgevoerd. Men had gehoopt gene-raal Mackesy tot krachtiger optreden te kunnen bewegen. Hiervoor had men

sinds 20 April Lord Cork tot algemeen opperbevelhebber benoemd en de gene-raal bezat dus niet meer de volledige verantwoordelijkheid. Maar ook dit mocht niet baten. Generaal Mackesy bleef allerlei argumenten aanvoeren; deze waren onuitputtelijk, zodat een stoutmoedig optreden achterwege bleef en de hele actie Narvik een grote mislukking scheen te. worden.

De opdracht van de nieuwe opperbevelhebber was Narvik onmiddellijk te veroveren en dit laatste steunpunt in Noorwegen voor de Koning en de

rege-ring te verdedigen. Hi; begon grote versterkingen aan te vragen, omdat hij

zijn strijdmacht tot 17 bataljons wilde opvoeren. Bovendien verzocht hij 200

stuks zwaar en licht afweergeschut, benevens 4 escadrilles jachtvliegtuigen. Hij

kreeg nog niet de helft.

De tijd, waarin men wachtte op de aankomst van deze nieuwe versterkingen,

werd steeds onderbroken door vijandelijke luchtaanvallen. De Eskimo-, een

Britse torpedobootjager, die gezonken was door een torpedotreffer, maar

waarvan de bovenbouw nog boven het wateroppervlak uitstak, was een

gelief-koosd doel van de Duitse vliegers, die schijnbaar nog steeds dachten met een

gevechtsklare torpedobootjager te doen te hebben. Het reparatieschip

Vin-dictive- leek op een peperbus, hoewel het nog geen voltreffer had gehad.

Toch wist dit schip nog bij de algehele terugtocht te ontkomen naar de

Orkney-eilanden. Gedurende deze tijd woedde de luchtslag om Engeland en men had daar elk gevechtsvliegtuig en A.A.-kanon hard nodig. Versterkingen

waren dus uiterst schaars. Hierbij kwam nog de moeilijkheid, dat in

Noor-wegen in de maand April niet boven de 68c N.B. een vliegveld te gebruiken is.

Op 6 en 7 Mei kwamen 8 3.7 inch luchtdoelkanonnen en enkele Bofors

2-pounders aan. Dat is dus 3 weken na de eerste landing. De zware stukken

werden verdeeld over Harstad, Lavang en de troepen. De waarde van de

landingsbotn LCM no. 20 en M.C.L. was niet te onderschatten. Zonder deze boten zou het niet mogelijk zijn geweest deze stukken en munitie en andere

uitrustingen naar de zeer verspreide troepenafdelingen te vervoeren.

Aan het Noorse vliegveld te Bardufoss werd hard gewerkt om de 900 yards

lange startbaan sneeuwvrij te krijgen. Aangezien dit niet op korte termijn

mogelijk was, keek men uit naar een lager gelegen stuk vlak terrein, waar de sneeuw reeds gesmolten was en dat als noodvliegveld dienst kon .doen. Een speciale of ficier n.l. Wing Commander Atcherley, was met dit doel nit

Enge-land overgekomen, en voerde deze taak met groot enthousiasme uit. Een gebied

langs de kust bij Skaanland werd geschikt bevonden. Mensen en materiaal

werden daarheen gedirigeerd om een startbaan aan te leggen, hetgeen er snel

(13)

De landing bij Narvik

3 verloren gingen bij de landing. Op 26 Mei kwam een squadron Hurricanes, waarvan er 4 door de zelfde oorzaak verloren gingen. Intussen was het vlieg-veld Bardufoss ook gereediom gebruikt te worden en de squadrons werden nu

naar dit vliegveld overgevlogen. Men had toen de beschikking over 26

gevechts-klare Gladiators en Hurricanes. Deze toestellen wisten op kranige wijze een plaatselijk luchtoverwicht te verkrijgen. Binnen 14 dagen werden 48 Duitse

bommenwerpers neergeschoten en de Duitse bombardementen werden dan ook

minder talrijk. Dit feit toonde wel weer eens duidelijk aan, hoe belangrijk bij

een operatie de jagerbescherming is.

De goede resultaten, die de luchtmacht boekte, sloegen over op het leger,

welks moreel bij het zien van eigen toestellen aanzienlijk steeg. De gehele

omgeving van Oiford aan de Noordelijke oever van de Rombaks Fjord werd gezuiverd en men stond bier nog slechts 1 mij1 van Narvik af. In het Zuiden

was de afstand zelfs nog minder. Talrijke verkenningen door torpedobootjagers

en waarnemingen over de Rombaks Fjord leidden bij het kiezen van een

landingsstrand tot de volgende resultaten:

A. Het strand van het Westelijk deel van het schiereiland had enkele

na-delen n.l.:

Het aantal landingsplaatsen was te klein.

Dit deel was zwaar verdedigd door mitrailleuropstellingen.

De toegang tot de stad ging over moeilijk terrein.

B. Het strandgedeelte ten Noorden van de stad had deze bezwaren:

Een zeer langzaam oplopende gradient, waardoor de troepen een flink stuk door het water moesten waden.

De weg, die vlak achter het strand liep, was zeer zwaar verdedigd, ook weer door mitrailleuropstellingen, die flankerend vuur konden afgeven over het strand uit alle richtingen.

Het vijandelijk vuur was niet te neutraliseren door een scheepsbombar-dement.

C. Het strand ten Zuiden van de stad was niet te gebruiken. Dit kwam omdat de fjord. waaraan dit strand ligt, te smal was voor de vlootoperaties, die

nodig zijn bij een dergelijke landing.

D. De enige strook grond, die in aanmerking kwam, was gelegen wat verder

de Rombaks Fjord op en men besloot bier de landing uit te voeren. De

voordelen van dit strand waren:

Van boord zou men elke vijandelijke troepenbeweging kunnen

waar-. nemen door de naar het strand nog al steil aflopende bergen.

Door deze steil aflopende hellingen ontstonden in het Duitse

verdedi-gingssysteem vele dode hoeken.

Goede vuursteun gedurende en na de landing zou hier mogelijk zijn.

De naderingswegen naar de stad waren goed begaanbaar en vrij talrijk.

De moeilijkheden bij al deze verkenningen waren, dat men geen nauwkeurige

kaarten van het gebied bezat, terwijI de gradient en breedte van het strand

slechts zeer ruw te bepalen waren door de grote hoeveelheden sneeuw, die tot aan de oevers van de fjord lagen.

De landing zou ingezet worden met een bombardement door het geschut, dat 251

(14)

Marineblad

ten Noorden van de Rombaks Fjord was opgesteld en -,een

-scheepsbombarde-mentsgroep, die was samengesteld uit de kruisers Cairo- (vlaggeschip), Southampton- en Coventry- en de torpedobootjagers Havelock-, Fame-, Beagle-, Firedrake- en Walker-. Na het bombardement zouden de troepen,

bestaande uit 1 bataljon Noren en 1 bataljon Vreemdelingen Legioen, aan

land gezet worden. De le golf bestond uit 290 man Vreemdelingen Legioen:

zij zouden op zee embarkeren.

De landingsboten zouden daarna een veerdienst gaan onderhouden over de

Rombaks Fjord en op deze wijze de volgende aanvalsgolven overvaren, die op de Noordelijke oever opgesteld waren.

De nadelen waren:

Door gebrek aan landingsboten kon men zeer weinig troepen tegelijk op het strand zetten.

De grote afstand, die deze landingsboten moesten afleggen bracht mee dat

ook het tijdsverschil tussen de golven vrij groot was.

Deze nadelen wogen echter niet op tegen de voordelen, die dit strand bezat en men besloot de aanval de 27e Mei uit te voeren. Tevens zouden de Polen

bij Ankenes tot het of fensief overgaan en een Duitse terugtocht langs de

spoorlijn in de richting van Hundalon afgrendelen.

b. De aanval op het schiereiland.

Om 11.45 uur in de nacht van de 27e Mei hadden de schepen hun posities, die zij gedurende het bombardement moesten innemen, bereikt en begon de

beschieting.

De belangrijkste punten waren:

De spoorwegtunnels, waarin vijandelijke troepen bescherming zochten. De omgeving van de mitrailleuropstellingen.

Verschillende hoger gelegen dominerende punten, die het landingsstrand vanuit het Westen beheersten.

De 'kruiser Southampton- steunde doeltref fend met vuur de opmars der

Polen bij Ankenes. Het grootscheepse bombardement vanaf de Rombaks Fjord

had tevens tot taak de vijand op een dwaalspoor te brengen omtrent de juiste landingsplaats. Het strand zelf werd nog eens "speciaal onder vuur genomen door de Franse batterijen, die opgesteld stonden aan de Noordelijke zijde van

de Rombaks Fjord. Toen dit bombardement begonnen was, naderden de

landingsboten onder bescherming van de A.A. boot Stork- en passeerden vijf

minuten na middernacht op de 28e Mei de lijn van vurende schepen in de

Rombaks Fjord. Gedurende de nadering van het strand werd de 1 e golf

LCA's en LCM's door mitrailleurs hevig beschoten, maar de pantsering der landingsvaartuigen zorgde er voor, dat er geen verliezen geleden werden. Het

kostte slechts weinig tijd, voordat de troepen de hoge grond in de onmiddellijke

nabijheid van het strand bezet hadden. De landingsboten voeren, nadat zij hun

troepen op het strand gezet hadden, met grote spoed naar Oiford terug om

nieuwe troepen te halen.

Wij kunnen hier van een zekere tactische verrassing spreken, want de

Duitsers hadden geen speciale versterkingen naar dit strand gestuurd, wat zij zeer zeker gedaan zouden hebben als zij geweten hadden, dat de Geallieerden

(15)

-De landing bij Narvik

er zouden landen. Ook de luchtmacht van de vijand bleef afwezig op het

kritieke moment; kennelijk was ook deze niet ingelicht.

De landing van de 2e golf had een kleine vertraging door het vuur van een kanon of mortier. dat de plaats van inscheping aan de Noordelijke oever van

de Rombaks Fjord accuraat onder vuur nam. Dit kostte enige doden. Het vuur werd echter spoedig geneutraliseerd door een torpedobootjager.

Ook nam deze een terugtrekkende groep Duitsers op de spoorbaan onder

vuur en maakte vele slachtoffers onder hen.

Morgens om 3.30 uur, uur na de le landing, waren 1 bataljon

Vreemdelingen Legioen en 1 bataljon Noren aan land gezet; totaal 1250 man. Ook 2 Franse tanks, die ingeladen waren in een MCL en LCM aan de Ooste-lijke oever van het Harjang Fjord, werden ontscheept op het landingsstrand. Deze tanks, die ook weer bestemd waren om mitrailleuropstellingen te neutra-liseren, zakten helaas in de zachte grond van het strand weg. Een der tanks kon men lostrekken en 2 uur later weer dienst laten doen, maar de andere zal er nu nog wel staan.

Men had dus, zoals wij hier zien, bij de bestudering van het strand nagelaten

de hardheid van de bodem te onderzoeken in verband met het gebruik van

zwaar materiaal.

Om 5 uur 's ochtends kwam de eerste Duitse luchtaanval los. Het

nood-vliegveld bij Skaanland zat toen volkomen dicht door laag hangende wolken-velden, zodat geen der Geallieerde vliegtuigen kon opstijgen. Het luchtdoel-geschut moest het toen alleen opknappen. Op het ogenblik was er gelukkig geen behoefte meer aan beschietingen door het zware scheepsgeschut en de

schepen konden de nauwe Rombaks Fjord verlaten. Bij deze zeer hevige

lucht-aanval werd alleen de kruiser Cairo- getrof fen. waarbij 30 opvarenden om

het leven kwamen. Toen de luchtaanval voorbij was. ging ook generaal

Berthouart, bevelhebber der geallieerde troepen, aan land. Ook de veerdienst werd weer voortgezet. De kruiser Coventry- en 2 torpedobootjagers namen

hun oude positie!weer in, terwijl de rest van de bombardementsgroep definitief

werd teruggestuurd naar Harstad.

Om 10 uur 's morgens volgde een 2e Duitse luchtaanval. De vliegers hadden

het toen vooral op de kleine vaartuigen gemunt. Slechts een kleine boot van

de locale dienst in dei fjord werd tot zinken gebracht. Vlak na deze luchtaanval

gingen de Duitsers tot een tegenaanval nit het Oosten over, maar deze werd afgeslagen en om 10 uur namiddags trokken de Geallieerde troepen Narvik binnen. Er werden 400 gevangenen gemaakt.

Ook de Polen bij Ankenes hadden hard gevochten. Zij maakten contact met de Duitsers op de hoge grond halverwege het schiereiland. Na een bitter

ge-vecht moesten de Polen echter terugtrekken. Toen zij dit gedaan hadden realiseerden zij zich plotseling, dat de Duitsers hen tot deze terugtocht

ge-dwongen hadden en zij vielen weer aan. Toen kwamen zij echter tot de

ont-dekking, dat de Duitsers inmiddels teruggetrokken waren en veroverden

Beisfjord aan het einde van de fjord, die Ankenes van Narvik scheidt. Maar zij

- kwamen echter te laat om de Duitsers de pas af te snijden naar Hundalon.

Oostwaarts van Narvik gelegen.

Na zovele teleurstellingen was dan eindelijk Narvik genomen, en het Duitse garnizoen verdreven, maar dit had zich ingegraven in een positie ten Oosten van Beisfjord tot aan de Zweedse grens. De operatie was zonder grote

ver-'s

(16)

-4

Marineblad

liezen uitgevoerd, maar men vroeg zich af, of deze landing niet 4 weken eerder .

ook geslaagd zou zijn. Waarschijnlijk waren de Duitse verdedigingswerken .

dan niet gereed geweest. Na de verovering van Narvik kwam direct de vraag op: Wat nu?'' Zou dit gebied te behouden zijn met de beschilcbare

troepen-macht geheel binnen het Duitse troepen-machtsgebied?

c. De terugiocht.

Een antwoord op deze vradg werd gdgetren door admiraal Lord Cork, die order gaf om -een plan op te stellen voor een algehele teingtocht, een

deugde-lijke vernieling van de ,havenwerken van Narvik en het opblazen van de

spoorwegtunnels van de spoorlijn naar Gaellivare". Voor de oorlogsschepen

en vliegtuigen was het opstellen van een dergelijk plan niet moeilijk, maar

hoe zou men de 31.000 man t troepen, die overal verspreid waren, tij dig kunnen

evacueren met het grote gebrek aan klein transportmateriaal? Het.volgende

plan werd hiervoor ontworpen:

Een transportvloot zou op een rendei-vou op 200 miji uit de kust

stationeerd worden. Elke dag zouden 3 a 4 schepen troepen komen halen op

de ankerplaats ten Noorden van Harstad. De troepen zouden daarheen

ge-voerd worden door torpedobootjagers en andere ldeine vaartuigen.

Op de le Juni begon men met de terugtocht. Elk schip had een bepaald

.reisschema, dat het opkreeg wanneer het langs het hoofdkwartier te

Harstad-voer. Wanneer êen schip zou uitvallen, zou het gehele schema schipbreuk

lijden. Niets mocht te opvallend gebeuren, want de vijand zou anders ingrijpen met zijn luchtmacht en de transportvloot bombarderen. Ook bestond de kans, dat de vaarroutes dan versperd zouden warden door mijnen. Admiraal Lyster, commandant van Harstad, loofde 10 pond aan elke Noor uit, die aanwijzin-

-gen zou kunnen geven bij het opsporen van Duitse mijnen. Een Noor kon

20 pond verdienen toen de Duitsers enkele mijnen in de Tjeli Sond gooiden. Het hoofdkwartier te Narvik functionneerde nu goed en elk deel van Noord--Noorwegen, waar Geallieerde troepen waren, was nu per telefoon of radio te

bereiken. Doordat de Diiitse troepen uit Narvik de bergen in waren gejaagd, was het hun niet mogelijk in contact te treden met de Duitsers in Trontheim.

en reden, waarom de Geallieerde terugtocht zonder moeilijkheden kon

ver-lopen. De vijandelijke luchtmacht was dan ook niet actief en liet zich pas

weer op 7 Juni zien.

Op de .le dag kwamen de torpedobootjagers jets achter Op het reisschema

door de zware deining die er stond, waardoor het ontschepen en inschepen veel langzamer ging dan normaal. De volgende dagen toen het weer goed

*as, liep alles vlot van stapel. Het is bewonderenswaardig te noemen hoe de

-torpedobootjagers en de kleine locale vaartuigen zich door deze moeilijke

7opdracht heensloegen. Dag eri nacht waren zij in de weer onder de moeilijkste omstandigheden. Dit was oak wel nodig, omdat de Duitsers reeds Bodo, dat

Zuidelijk van Narvik is gelegen, gepasseerd waren. Aan de Noorse

bevel-hebbers werd zonder verklaring medegedeeld, dat zij slechts met een troepen-wisseling te doen hadden, maar dat de Geallieerden Noorwegen niet verlaten zouden. Zij werden dus eenvoudig om de tuin geleid, ,alles terwille van een

'volledig doorgevoerde geheimhouding.

- De laatste dag, 8 Juni, werden de op land gebaseerde jachtvliegtuigen

ingescheept op de Glorious-. Dit schip moest toen,- door gebrek aan

brand-,

(17)

ge-De landing bij Narvik

stof, met twee begeleidende torpedobootjagers dadelijk naar Engeland

terug-keren. Echter wisten de Duitse slagschepen Scharnhorst" en Gneisenau"

deze schepen te onderscheppen en brachten hen tot zinken. Het

hoofdkwar-tier te Harstad werd op de Southampton- ingescheept, het schip waar het

ook mee gekomen was. Om 7 uur 's avonds, toen de laatste torpedobootjagers

zich bij de Southsampton- aansloten, werd koers gezet naar voile zee en

de algehele ontruiming van Narvik was een feit geworden.

Wij kunnen zeggen dat deze terugtocht, behalve wat materiele schade, met

succes is verlopen, want geen soldaat, van het uit 31.000 man sterke expeditie-leger was achter gebleven.

d. Verliezen.

In de strijd om Narvik of in operaties nauw er mee verbonden, gingen de

volgende Britse schepen verloren:

Het vliegkampschip Glorious- door het vuur van de Duitse slagschepen

Gneisenau- en Scharnhorst- op 8 Juni.

De kruiser Effingham- door een ongeluk op 17 Mei.

De luchtverdedigingskruiser Curlew- door bommen te Lavang op 26 -Mel.

6 Torpedobootjagers te weten: de Glowworn-, de Hardy", de _Hunter-, de Acasta'', de .,Ardent" en de Grom" door geschutvuur of torpedo's in

April of begin Mel.

1 Troepentransportschip.

1 Voorraadschip. 1 Tanker.

8 Trawlers.

Beschadigd werden:

De kruisers Suf folk- en ,,Aurora", gebombardeerd respectievelijk op 17 April en 7 Mei.

De luchtverdedigingskruiser Cairo-, gebombardeerd op 28 Mei.

De torpedobootjagers Hotsspur", Eclipse'', Cossack", Eskimo- en

Somali-.

1 Voorraadschip.

1 Tanker.

Aan de Duitse zijde gingen verloren:

De torpebootjagers, Wilhelm Heidkamp' en Anton Schmit-, die op

10 April bij de le aanval op Narvik door het eskader van kapitein ter zee Warburton Lee tot zinken.gebracht werden. Bij de 2e aanval op Narvik op 13 April door de Warspite- gingen verloren de torpedobootjagers Georg

Thiele-, .,Bernd von Arnim", Wolf Zenker-, Erich Geise", Erich

Koellner", Hermann Kunne" en Dieter von Roeder".

3 Onderzeeboten. Beschadigd werden:

De slagschepen: Gneisenau' en Scharnhorst" door gevechten met de

Glorious- en begeleidende torpedobootjagers.

De 8-inch kruiser Hipper- door het gevecht met de Glowworm".

. - 6. -3. 4. , . .

(18)

Marineblad

3. 14 Koopvaardijschepen.

De geallieerde squadrons Hurricanes en Gladiators boekten de volgende

resultaten:

Gladiators: Deze maakten 389 vluchten in de 13 vliegdagen van 22 Mel tot

7 Juni. Zij schoten 26 vijandelijke toestellen neer en verloren zelf 5

toe-stellen bij gevechten met de superieure Duitse toetoe-stellen.

Hurricanes: Dit squadron maakte 249 vluchten in 11 vliegdagen. Zij schoten

11 toestellen neer, maar verloren er zelf 8.

Zoals reeds werd gezegd gingen deze toestellen verloren bij de ondergang van de Glorious-, waarop zij waren ingescheept.

Ik zal niet verder ingaan op de verliezen aan klein materieel, maar deze

waren aan beide zijden aanzienlijk.

Het resultaat van de strijd om Narvik was dus, goed beschouwd, alleen een

zeer deugdelijke vernieling van de haven en een vernielde spoorweg. De

Duitsers hadden echter alle tijd om de herstelwerkzaamheden klaar te krijgen tegen de volgende winter. Immers, over een maand zou het ijs in de Botnische Golf smelten en zou deze weg voor het onontbeerlijke ijzererts weer gebruikt kunnen worden. De operatie Narvik was slechts op een nutteloze

krachtsver-spilling uitgelopen, maar toch had deze expeditie de Geallieerden heel wat

geleerd.

5. Enkele lessen.

lilt het voorgaande kunnen de volgende lessen worden geput:

Het belang van een eenhoofdig commando bij een amphibische operatie.

Wij hebben de moeilijkheden gezien, die tussen Lord Cork en generaal

Mackesy hierdoor ontstonden.

De noodzaak om commandanten duidelijke instructies te geven. De

op-dracht aan Lord Cork verschilde immers van die, welke aan generaal

Mackesy gegeven was. Dit kon ook niet anders omdat hun superieuren niet voldoende samenwerkten. Dit werd in Engeland ook gevoeld en men richtte hiervoor op het Military Co-ordination Committee, waarvan Churchill voor-zitter was.

Het belang van accurate planning door de staven. Het zou beter geweest zijn, dat het opperbevel de voormiddag van de 10e April besteed had met

een bespreking van hetgeen zij met de verovering van Narvik voor ogen had.

Welke schepen, hoeveel vliegtuigen en hoeveel troepen men precies nodig

had om dit afgebakende doel te bereiken. Gedurende de namiddag en nacht

van de 10e April had de opperbevelhebber met zijn staf de plannen nauw-keurig moeten uitwerken zover dit mogelijk was met de toen verkregen inlichtingen Men zou hierdoor veel tijd gewonnen hebben.

Het duidelijk belang van een goede samenwerking van vloot en leger in een amphibische operatie. Ik denk hierbij aan de wrevel die er bestond

tussen admiraal Cork en generaal Mackesy en hoe dit tot een impasse

leidde, waardoor veel tijd verloren ging.

Het belang van tactisch laden. Men zou dan niet weer de moeilijkheden

ondervinden, die men nu te Harstad gehad had.

(19)

-De landing bij Narvik

f. De noodzaak van overwicht in de lucht bij een amphibische operatie.

9. De noodzaak van speciale troepen en materiaal bij een landing op een ver-sterkte kust en de aanpassing van het materiaal aan het operatieterrein. 1k denk hier aan de landingsboten in dezelfde golf, die met verschillende

snel-heid moesten varen. Aan de tanks, die op voor hen onbegaanbaar terrein

moesten opereren.

h. Ten slotte wil ik nog opmerken dat wij ook hier weer gezien hebben; dat een scheepsbombardement niet zoveel uitwerking heeft op goed verdekt

opgestelde bunkers als men wel denkt. In Normandie moesten de

Geallieer-den dit ook weer ervaren. _ . . .

Geraadpleegde lectuur.

1. Churchill Memoires cleel II.

2.. Assault from the sea, by Rear-Admiral L. E. H. Maund

3. The Royal Air Force in the World War, by Captain Norman Mac Millan M.C. A.F.C. -4. World War II, a concise history, by Roger W. Shugg and Lieutenant Colonel H. A.

De Weerd.

5 The Norway Failure, part I The Narvik Operation, by Major Carl W. Hoffman. Marine

Corps Gazette September 1949.

6. Studieboek van de School of Combined Operations", History of Combined Operations, European Theatre.

257 7.

Cytaty

Powiązane dokumenty

opisa³ swoje wra¿enia z podró¿y do „nowych” Niemiec. Artyku³ jest jednoznaczny. Z opisu wy³aniaj¹ siê Niemcy, maszeruj¹ce ku jednoœci w wolnym pañstwie, co oznaczaæ

The Dutch Urban Ground Lease: In a nutshell & the Amsterdam case.. TENLAW Conference,

Jego istnieniu zagroziła jednak budowa zapory na D u n a jc u 1: zmiana przebiegu granicy związana z bu­ dow ą pozbawiła obiekt pierwotnej funkcji; jednocześnie

2 ustawy o zapobieganiu oraz zwal- czaniu zakażeń oraz chorób zakaźnych u ludzi podejrzanym o chorobę zakaźną jest osoba, u której występują objawy kliniczne lub odchylenia

Tak się bowiem składa - i sądzę, że nie przypadkiem - że prawie wszystkie wiadomości, jakie posiadamy o Nicei, pochodzą tylko od dwóch jego uczestników:

Trzeba dodać, że sumienie, podnoszące naszą naturę na poziom mo­ ralny dobra i zła dzięki inteligencji i woli, a przez łaskę przemieniające ją w kierunku

Całość zaś problematyki związanej z tą myślą przedstawia w strukturze siedmiu rozdziałów obejmujących kolejno: postawienie problemu i wyznaczenie teoretycznej płaszczyzny