LANDSCHAPSOECOLOGISCH ONDERZOEK
SLIKKEN VAN FLAKKEE
Interim rapport
13-73
rijkswaterstaat - deltadienst milieu en inrichting bibliotheek en documentatie postbus 439 4330 AK Middeiburg <tDeelrapport Vegetatie
Rijkswaterstaat Deltadienst afdeling milieuonderzoek 's Heer Arendskerke Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders wetenschappelijke afdeling LeiystadDo vo;jc'catie van do Slikkon van Fla'ikoa in 1972. Sijla^e b i j liet Interim--rapport
I.;uidc;c]iap8"0ocologisch Ondcrzoek Slikkcn van Flakkee.
nota 73-13 April 1973
Drs. K.L.F. Saeijs Rljkav/aterstaat, Deltatlienat, Afdoling Kilieu-Ondersock •a-Hoer Arondskerke.2 . l-rt!TB0D5! VAIf Oltt)ERZOEK
--}. LiWCJlllUVBiG VAST IlJiJT PLAF.MTOEK OP !DE SLIKKEN ¥ffl Is'LAKKEE IK 1 9 7 2 .
3 . 1 Di'3 VlXJUTAi'IlJ VAtf IIE1' AQUATISCHd DEEL V J 1 HilT BISKKEN, GEENZKND AAH UK SLlIiEKH V M i'LAKKEE.
2 . 2 D'£ ViiGUl'Ai'lJ-l VAI^ Dlii VOOEIIAL1GS OJIBiOOEIDE SLUHvLF Krf LE
OVJiaGAJtlGSZONE HAM Ill'lT YOOiaiALIGE CCIIOI1. 3 . 2 . 1 DiJ OlWiEaOIHd
3 . 2 . 2 . D i i VOOia-IALIGU SJ/IiaQJH1 (lIID3)li2TZ6lTJ3)
3 . 2 . 3 DiJ OVJ^GAiiGSZOITi; YA1 IIKT SLBC IIAAll EET QCITOR EH 1IJ1T
6 6
3 . 5 "JJJJS VJ&m'MTBJ VA11 35E VOOPJ-ULIGii SClIOiLRKH 3 . 3 . 1 D13 SCHOKllAHDZOiSTiil
3 . J . 2 BK MIDDENSCHOSZOHS
3 . 3 . 3 HET 2TIE0? 0I-IEAD13 P ^ L V M IIST VOOEMALIGE OUDi) SCHOH 3 . 3 . 4 DU OI'IKABM VOOili-IALIGE OLDE SCHOEEEH, i n o l . WKILAKDJB,
AKKER8.
4 . DE VEGETATIE OP 3)E ZONE VA1T M! DIJKV0I3T EH OP DE L I J K 5 . SAKI3NVATTING
6 . TABELLEIT. 7 . LI'IERATtTOfR
8. BIJLAGEN :
VEGETATXEKAART NOOKDELIJK HEEL
11 ZUIDBLIJK "DETAXLKAAR3?EH YAH DRIE "KEY-AREAS".
6 7 9 10 12 16 18 20 21 2k 35 rijkswaterstaat - deftadienst milieu en inrichting bibliotheek en documentatie posfbus 439 4330 AK Middelburg
Bit doolra^^orfc ia eosi bijla^e b i j hot i n t e r i n r a p p o r t Landschapsoecolo^iGcIi Ondor;;oek op do S15Jdt.cn van Flakkee in 1972.
De VGGotatiobesohrijvint; on -kartorin^ van de Poldor van Struijck ia tot stand £;ekomen door Drc# J.C.
Snit-Do ve;;etatiekaartcn aijn c;enafi!;t i n sanonv/erkliis net de lie or D.H. 0'onlr.er van de Iloctkundi^e Dicnct van do Uijks-v/aterstaat on zijn cetokend door de hocr G.J. de lloor.
Voorfcs i s dank vcrschuldl&'d aan de heor K, Hook en i n c . Iv.O. Pavlicek, v/olko con belan^-rijke bijdra^s leverdon r e s p o c t i o v e l i j k aan he b vorzauelen en verv;orken van de
Afdeling Mi April 1973*
OVERFLAKKEE S tampers -plaat voormaligss schornen of omkode weilandjes omkade aKKertjcs voormallgc slfkken zandd«p6t
Slikkcn van Flakkee na de afsluittng in 1971
1. IMfLEIDING.
Het vcgvallen van. hot getij in het Grevelingenbekken in -1971 hceft voor 1/010 oi'ganisinon verstrekkende gevolgen. Het v;aren o.a. de gotijdo;:;cl;oiiden organismen, die "van de veranderlngen te lijden haddcn.
Uitgestv-okbe aandplaten vielen droog on vcrloren binnen enkclo dag en oe hierop levende plant en™ en diaccnwereld. Op hogere platen begon cpoedifj daarna een prooes van wind-eroaie, doordat de gronden tiltdroogden en door afweaigheid van een 'beschorinend plantendek. 'i'ex' vas11 o^'cing van de grond wer&on mengsels van granon en mecr-jari^e c^'"'836^1 in^esaaid en vrerd over grote oppervlaJcten stro in
x'echte, loodrceoht op elkaar staando "banen, inge'dgd (dambordpatroon) • Ook werdon a tuifsoherraen geplaatst.
Voor de oorapronlcelij3{-.e veeetafcie op de schorren (kwelders) betekent het wegvallen van het getij ook grote veranderingen. Het effect hiervan op de vegetatie lijkt na een jaar, oppervlakkig gezien, niet
7,o groot. Toch vonden ex reeds belangrijke veranderingon plaats. Het weg-vallen van het getij betekent voor de oorspronkelijke vege-tatie in de getijdozone na kortoro of langere tijd het einde. Be vcr-waohting leoft, dat dit op bepaalde plaatson aanmerkelijk langer
zal duren dan op andere, zodat de kenmerken van de oorspronkelijke vegetatie daax* nog geruime tijd waarneembaar sullen Eijn.
In het algeraeen gesteld constateert men, dat de veranderingen in de vegetatie sneller en meer spectacnlair verlopen naarmate de oorspron-kelijke invlood van het getij hierop groter was.
In 1972, dus een jaar na afsluiting, v;erden nog vele vegetatietypen aangetroffen, bij welke de kenmerken van de oorspronkelijke vege-tatie nog duidelijk aantoonbaar waren. Deze vegevege-tatietypen konden nog worden ondergebracht in de verbonden, assooiaties en sooiaties
als vermeld in tabel 1 (pag.24 ) ,
Toch zijn dit jaar ook al duidelijke reacties van de vegetatie ge-constateerd. 2onder naar volledigheid te streven worden hierna enlccle duidelijke reacties van de vegetatie in 1972 op het wegvallen van het getij genoemd.
Op de voormalige slikken en aandplaten vestigden zich over grote oppervlakten iieekraal en Schorrekruid, waarvan de abundantie door-gaans nog zeer gering was.
Op de zgn. Spartina-duintjes (nieuwvorming) vestigden zioh ook vele eoorten
-I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
.2-soorten waarvan er zich. eon aantal reeds op het oorspronkelijke
sohor "bovonden, soalo Zeeaster, Strandkweek, Rood awenkgras»
Geraii-do schijnspiirrio e,a
Bmaar ook veel nleuwe vestigingen.
In de schorrand-zSne vestigden zich op de open plaatsen Geran&c
s olii jnspurri e.
In do kommon van de middenschor-zCne hebben Zeeaster on
Sehorre-ki'uid een belangrijke areaal-uifbreiding ondergaan op plaatsen waar
Engels alijkgras is afgestorven. Voor Bngels slijkgras veranderdon
de omstandisheden (a'eratie, andere watcrhuishouding
1e.d.) zo, dat
de grens van haar levonsmofi'elijkheden daar werd oversohr©den.
De mineralisa-fcie van de afgestorven planten leverde eohter veer de
noodzakelijke voon-raaxden voor soo3:ten als Schorrekruid on Zeeaatcr.
In de krelcen ontv/*iklcelden aioh vele soorten, waarvan hier zi^n ver~
meld Zeekraal, Gewoon kwoldergras, Schorrekruid, Engels elljkgras,
O"bione
rRood zw©nkgras, Strandleweek, Engels raaigras en Krulmoa
(zie tabel 7» pag»29).
Tevens treft men over het gehele voormalige schor on tussen de
in-geaaaide delen op de voormalige, onbegroeide slikken aanzienlijke
aaiatallen plantensoorben aan, vfelke er vrooger niet voorkwamen uoals:
Meidoorn, Duindoorn, Vlier, Zwarto populier, diverse Wilgen- en vole
andere soorten (zie tabel 8, pag. 30 ) .
De anthropogene factor is reeds lang voor de afsluiting in de
oor-spronkelijke vegetatie raerkbaar. Buiten de in oultuur gebrachte
omkade en meest hogere delen van de schorren, zoals weilandjee en
akkortjes, noemen we als voorbeeld van menselijke invloed de
begrep-peling en de beweiding van de schorren.
De begrazing werkt selecterend, Bepaalde soorten, zoals Zilte rus
en Zeekraal worden niet gegeten. Andere soorten, zoals Gevoon
kwel-dorgras, Pioringras, SoodKwen,kgrae, Engels gras, Larasoor en Enf;ol«
slijkgrae ktmnen beweiding goad tot redelijk verdragen en kunncn
zich handhaven of uitbreiden. ?Jeeaster, Strand zoutgras, Zeeweegbree
en Obione verdragen beweiding slecht.
Zeer intensievo bevreiding is voor de meeste eoorten funest. Door
overbeveiding treft men op verscheidene plaatsen op hat eohor veldjec
met Zeekraal tussen de Kweldergras-velden aan, welke groeien op
kaal-gevreten plekken. Door beweiding treedt ook differentiatie op door
-
-3-solectieve vraat (be^razingsgradionten), evenals door faeces.
Door de .faeces konion bv. Spiesaielde en Pijn goudscherm voor. (3eef~
In veiland.jes \telko reeda lane in cultuur zijn, zoals de Polder van 31 z-uyck, vexsehllt do vegetatio belangri;jk van de omringende half-natuurlijko schorren.
Hot plan'i.cndek op heli sanddepdt is voor een groot deel tot stand gokoncn door insaui van oenjarice on enkele raee-njari^e eras sen.
ri'och komen hier soorton voor, wclke elders op de Sllkken van Flaldcoo
niet voorkomen, noals llode klaver, Hopklaver, Klein tiraotheegraB, Enoyhorik, Sclir,po::u!'.lin£j en \/ifbol,
lie I plantendok op do ho^or rclef;on voormalige clikkcn io voornamo-lijk tot stend ;;c];:or;en door het inaaaien van nenc'SclG van HocC'o no» iintjels raaigras, Yeld'beeradcras en L'.oo;d zwenkgras of Gernt in com™
"binatie met deze soorten en/of lUetzwenigrae, HuwToeemclfiTas, Fiorin-ei'an en/of Witte klaver. Bovendien Kijn er nogal wat soorten met het stz'G of het graan/gras-menci'sel meegevoerd. Op versohillende
plaatsen is dit inengsel door te hoge zoutconoentratie van het "bodon~ vocht niet opgekomen. Op andere plaatsen kwamen slechts planten op, op zandrichelB, ingevangen in de strobanen, welke enkele centimeters hoger lagen dan de (te zoute) omgeving.
De vegetatle op de noordelijk van het aanddepdt gelogen Bohorren verschilt in uiterlijk niet aozeer door verschil in
soortenssjnen-stelling van de zuidelijk van hot zanddepSt gelegen schorren, aln wel door de aax-d van de' patronen. De vegetatie op het noordelijk
schor is in het algemeen fijnlcorreliger. Toch komen op het nooi'de-lijk en het auidenooi'de-lijk schor wel soorten voor, die tot dat deel be-perkt aijn (tabel 8, pag. 30 ) . De verschillen worden bovendien, veroorzaakt door aanvesigheid van een bekaad en beveide somerpoldcr aan de zuidkant van de Slikken van Flalckee en door de ingezaaide delen van de slikken.
In het hierna volgende deel wordt eerst de methods van onderaoek behandeld en vervolgens een beschrijving van de vegetaties in de ondersoheiden aSnes,
2. METHODE
2 . l-MIIODK VAIT Oin)JiRZO)i!K,
Bij het systematise]! onderaoek van het plant end ek van de Slikken
van F.lakkoe I D de volgende verkwijze gevolgd s
1 ° ) . Analyse van plantendek en vegetatie d.m.v# opnaaen volgenD
de mothode van Brann-Blanquet.
2 ) . Verwasking van de verkrogen gogevene in vegotatietabellen,
voornamelijk op dominantie.
3 ) • Onderschexden van vegotatietypen mot dominante soorten
?cornbinaties van begeleidende eoorten en vergelijkend
litera-tuurondorzoek, voora,l i.v.m. de oorspronkelijke aituatie •
voor de afsluiting.
4 ) • False Colour-luchtfo-oo-intex'pretatie (schaal 1 i 5*000)*
Hitwerking in saoenwerking met de Meetkimdige Dienst v a n
Ii i Jk awat o i*s t aat.
Diverse malen werden de uitgevrerkte gegevens door de Afd, M.O.
af'aonderlijk of saraen met de Keetkundige Dienst in het veld
gecontroleord.
5 ) . Als resultante van bovonstaande onderaoekingen, word ecn
vegetatiekaart 1 : 5*000 vervaardigd op basis van dominanto
en begeleidende soorten. V a n enkele proefgebieden werden
detailkaarten vervaardigd, door false colotLrnegatieven (1 :
5.000) to vergroten en de vexkregen zwart-wit afdxukken
(1 : 1.000) op patronen te karteren. D o patronen werden in
hot veld op dorainante en begeleidende soorten onderscheiden.
6 ° ) . l
1en overvloede werden basis- en detailkaarten in het veld
gecontroleerd.
7 ° ) . TJitzetten van permanente raaien (p.E.'s) in de voormalige
sohorrevegetatie en permanente quadraten ( P . Q ' s ) , v o o m a m e
-lijk in het ingezaaide plantendek.
8 ° ) , Yegetatielmndige begeleiding van het micro-reliefonderzoek.
D e punten 7°) en 8°) aijn in dit interimrapport niet verder
I
I
I
I
I
Hi
• 3 ;I
I
I
I
I
CDI
oI
I
I
H PI
WATER OEVEHZONE o H I w C3 O O O o HI o a N O s o DIJKTOET Bd j afwaaii'ng Bij opwaaii'ng verhang oversp door oeldBij opwaaii'ng door con dunno laag water over-spoeld.
(Hoger dan h e t hoopjite
niveau van h e t Meer),
vallend
i
i_
droog vallend Bij op-wuaiing niet door water ovor-RpooId. Niet overspoelde middenzone niet ingozaaid wel ingezaaid wel opgeko-. opgeko-. men m e t Spartina duin-tjesZone van het
voor-malig primair schor
Zone van de voormalige schorrand
ZSne van het voormalige achor met oeverwallen en kornmen
niet omkaad Zone van het voormalige
oude schor
omkade, eweide dolen en
akkertjes Zone van de dijkvoet
Dijklichaam
A
Wator-l i j n
O,?O-N.AP.
Oa,
CO a M O i U - Q "or definitioa van de onderscheiden KOIIOEJ v/ordt vcrwoaen naar het deolrapport leamorphologie.
t
o M O Hi OS H re w En3* lSSCimijy.OTG YM EBJT PLATOtroEK OP Ml SLIKKBH TO FLAIQCBB Iff
Men kan een onderscheid maken in anthropogeen planten&ek (ingczaaide
delen ran het voormalig s i l k , stuifsohenn, zaw.ddepSt, onikade dolen)
en min of meor natirarlijke vegetatie vanaf het Aquatisch deel met
submerse plantengroei, tot en met hot dijkllchaam. Elkc zSne van
het ondcrzookgebied (zie Eoneringsschema Slikken van I'lakkee) kan
gekarckteriseerd worden door een eigen plantendek c.q. vefjetatie,
wolko hierondor kort vrox-dt "beschreven.
V/aax- moc'elijk wordt de •boachrGven oonheid ondergo'bracht in of
her-leid tot een bokende en Ijeschreven veg'etatie-eenh.eid (= syntaxon;
aoals verbond, ar»;sociatie e t c . ) .
In detekst wox'don afkortingen gebruikt van de belanc^igk^te sooi'tcn
voor do desbetrefrende vo^etatietypen. Yoor de botekonis van de?.e
afkortingen ssij korctheidchalve vorweKen naar tabel 9 (pag* 3^ ).
VAIT.
. m o i y , M M , .
QRiaiZEi'P)
AATTP.E SLIEKiaTVM PLARXEPi.
* ™J ' ' ' " " • • - • • — •[ - ' I •• I , - | |- • | • | • p i , ,t | t| •
Op het met opporvlaktewater bedekte deel van de Slikken van Flakkee
worden submerge becroeiingen van Zeegras (3ostera marina) a
fen. Deze zi^n niet nader ondersocht.
2 . 2 I)R 7EGT3TATIB YM HE VOOjffMALIGE OirajSGRQEIDB SLIKICF1IT IW SB OTTF!RG
i.AITGS-H3TO Y001IMALIGE SCHOR.
Op de p e i - i o d i e k d r o o g v a l l e n d e of r e g e l m a t i g o v e r s p o e l d e a8ne werd
nog gecn b e s T o e i i n g met ho{;ere p l a n t e n
BB YOORT-IALIGTii GLIlGCiilT
Op dat deel van de middenzQne welke slechts b i j aanhoudende en/of
sterke oplandige wind bedekt raakt met een laagje water, werden
schaars verspreid polletjes Zeekraal (Salicornia europaea) en Schor
rekruid (Suaoda maritima) wa.o,re;enomGn. Ochorrokruid s Laat op klcine
(aeolieche of fIvrviofyene) verhogingen in het veld.
Op heb niet ovorspooldo on niot iaiC'Gsaaide deel van de middensSne
werd meestal, bchalve ^oekraal en Gchorrekruid, ook iingols slijk™
gras (Spartina^townsendii) aangetroffen.
Op het grootste deel van het niet overspoelde en wel ingezaaide
s l i k van de middenaSne kwam het plantendek t o t stand door insaai
met 45n- en meerjarige grasmengsels (aie tabel 2 (pa^. 25 ) voor
-en -data -en -Label 5 (pa£. 26 ) met o-en soort-en-
soorten-lijot van hot in^ezaaide dool van de middencSno).
Uit opnamen in de ingozaaidb opgokoiaen delen blijkt, dat diverse
sad en -ho-baij not het zaaimensael, hetzij door bet inschijven van
etro of op audere wijze aangovocrd- er eo3a geschilct milieu hobben
Do in tabel 3 (pa£> 26 ) met * semerkte soorten word en vrijwel
uitioluitond aansetx-off en op kleine terreinverhoeincen, die ont- •
etonden na het insohijven van stx-o.
De Kieeste van de in tabel 5 genoemde eoorten koraen versp^eid en
in kleine tot zecx kloino aantallen (1™1O) voor. Rlechts
Rcvik-lose kenil].e, Schte kainillc, Ctraatc^aa, Zwaluwtong, Peraikhxiid
en Goliorrekruid gx-oeiden in grotere aantallen (25-^00) •
Boor de hog© saliniteit van het bodemvooht kunncn er vel
halophy-ten groeien.
De ovorigo soorton kvraraen eleohta seer spaarzaam voor op de
ter-reinonoffenheden (aandheuveltjes), ontstaan bij het inschijvon
van stroToanen (darflbordpatroon).
label 4
waarnening van een slecht opgekomen inge
aaaid deel.
PI ant end ek in een Gerst/fjras-veld met geringe opkomst.
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Vooxkomen
Hordoum vulgar©
Loliuin perenne
Matrioaria maritima
inodora
Matricaria reoutita
Poa annua
P^^ccinellia maritima
Salicornia enropaoa
Sper^ularia media
Stiaeda maritinaGerst
Sngels raaigras
Reukloze kamille
Echte kamille
SJeekraal
Gerande
schijn-spurrio
Sohorrekruid
fl;overal,maax' zeex*
spaarzaam op"stro»
banen"
juv.; idem
1 Juv.ex.op strobaan
15 fl.ex.op etrobanm
fl.;overal op
stro-banen
2 juv.exemplax'en
juv.ovex'al verspreid
6 fl.ex.verepreid
30
2.2.5 DE QYEaGMGSZOHli! V M HBT SL1K HAIR HE'J SCH01 EH H33T
In de overgangsz&ne van hot slik naar hat cchor stonden ten tijde
van de afsluiting polletjes Engels slijkgras (Spartina-x townsondid
-
•8-Deze kunnen stuivend zand invancen. Daardoor ontstaan lcleine duintjes, de zgn. "Spartina&uintjes". Doae Spartinaduintjes zijn aspectbepalend
TOOT: de overhangss8ne, Vooral na de afsluiting van het
Grevelingenbek-ken heeft deao ontwikkeling zich versterkt voorgedaan, omdat door fixatie van het pail van het oppervlaktewater in het meer, grote delen van het voormalig slik permanent droogviclen on oppervlakkig uitdroogdon vraoxdoor de verstuiving van het aand 'bij afwezigheid van een boscherHien-do veg'Gtatie toenam, De "beataande vegetatie kon het zand in het alge-meen invangen en vaatleggen, waardoor raeer en vaak gxotcre duintjes ontstonden dan voox de afsluiting. Ook do Sohorrandvegetatle on de kreken in clese z6ne vin^en veel aand in.
Ora te grote instuivin^ in de sohorren en eventueel over de di,jk te voor-komon, werd over een groot deol van deao a&ne een Btuifecherm geplaatctj dat ook sand
invinc-Eovendien ontstonden zeer lokaal, tarchaan- of paratool-duintJeB («ie deelrapport Geomorphologie). Veelal verstoven dergelijke duintjes op den duur veer. In het inffOKaaide getied zijn enkolo duintjes bekend, vvelke geen Spartinadiiintjes kunnen vrorden genoemd. Verondersteld wordt dat dit "barchaanduintjos zijn, die door snelle kieming van het inge-waaide (o:C ingezaaide) aaad, verden vastgelegd.
Op de Spartinaduintjes hebben aich ca. 60 plantonaoorten gevestigd. Sleohts enkele soorten komen op meerdere standplaatsen abundant voor. De bedokking varioert dan van 5 tot 75 cp*
Q?abel 5 geeft een overzicht van de abundant voorkomende planten-soorten op de "Spartinaduintjes",
De bedekking is hoger dan 5 /J doch lager dan Wetenschappelijke naam Aster tripolium Atriplex hastata Funaria hygronetrica Puooinellia dists^ns Puncinellia maritima Puooinellia oapillaris Salicornia europaea Seneoio vulgar!s Spartina x totmsendii Suaeda maritima Hederlandse naam Zeeaster Spiesmelde Krulinoe Stomp kv;eldergras G owoon kwe1dergraG Bleek kvreldergras Zeekraal Klein kruiskruid Engels sli^kgras Klein echorrekruid
75 £.
Bedelckingsgraad
2 tot 4
tot 2 tot 2 2 tot p 2 tot 3 tot 2 tot 2 2 tot 5 tot A 1 tot 25-75
5-25
25
5-50 5-50 5-25 5-25 5-5075
5-25
Eet-Jlet antliropogcna plant endek van inge^aaide del on van de Spartina™
duintjes, vex-ochili van do ooi'sproE&elijke ve&otatie, aowol in
BOOX1-tenfjancnctcll-ing en -aantal als in absolute aantallcn en dioh'thoden.
Dc in^cKasldo ::oorten vertonen oen hoge boue^cingfigraad (25 - 75 /*)»
terwijjl van de nog aanwessigo coortea. van de oo-vnpronkelijke vegotatio
do nate van voorkomen aansienlijk is afgenomon (zio tab el 6, pa^
1. 2 8 ) .
De r.one van liet stuifschexrn loopt zowol door de overhangsM&ne ale
door hot nie'b ovorcpoeldo deel van de niiddena6ne. M t scherm van
a?ija5iout heeft verstuivonci. a and in^evangen, vuarop een groot aanial
aaden tot ontkieraing is gokomon. De floristicohe samenstelling van
dit plantcndelc sal in 1973 na&er worden onderz.ocht.
In de ovcz'gangs^i&ne treft raen plaatselijk nog net ^pj?imair &ohor'' aan,
Daas:
1vraar niet duidelijk tsprake ia van het aaneengecloten schor, doch
oolc niet van een groeporing van spartinaduintjefj in het overgangs™
gebied van de voormalige slikken naar de sohorren, spreekt men van
een primair achor. Do vegetatie erop kan aeer uiteenlopend van nainen™
Btelling zijn. Gedeeltelijk zijn do primairo sohorren ingezaaid mot
de eerder "beachreven graan/grasmengBels. Voox het overige vortoont
do vegetatie bolangrijke overeonlcomaten met die welke hierna in de
schorrandzo'ne wordt beschreven. I-lnkele soorten-coraMnaties, welke in
het .primair sohor worden aangetrofTen aijn :
S a S A
Sa Su A
p
p
p
A
S
Sa
Sa
B
E
S
P.d.
A
IWB, Yoor verklaring van de aflcortingen, Hie tabel 9»
3.3 DE TEGHgAglE ? M DE YOOKMALIGE SCHOIUIEH.
In de hioronder volgende tekst worden in de vcrschillende adnes de
vegstatie-eenheden besohreven welke onderscheiden zijn. De
vegetatie-eenheid is naar de soort welke er dominant in voorkomt (aToimdantle
4~5) genoemd. Yoor de integratie is steeds een vegetatie code-ommmer
toegevoegd.
De Yerbonden en Aasooiaties waar het 'betrerfende vegetatietype toe
-10-"benoort of het raeest asji vei"want i s , aijn te yinden in
"Plantenge--meensohappen in Ifederland" WecthoiT en ])en Held, Uitg
1. H.V. V.J.
'Biieme & Cie - Zutphen / 1969,,
Yolledifjheidshalve wordt voor de eebruikte afkortingen verwosen na&r
tabol 9,
5-
3-1
In de SchorraiidsSne kan men "twee torreintypen onderscheiden, n l . het
2!wiklandBoha,p, dat eon lni.ltie r e l i e f en een bedekkinc van min&er
100 ^'J vertoont on ecn meer naar "011111611 ^elegen gebied, waarin
k minder relief en vollodige "bedekkinff door de vegeiatie
In de EcliorrandzSno \70rdcn. als dominantc soorien aancetrorfens Gevoon
kweldergras (Puccinellia maritina), Seeaater (Acter tripolium),
Oliione (Halimione portulacoides), Ensela slijkeras (Spartina x
•towisendii), Geran.de schijnspurrie (Spergularia media), 2eekraal
(Salicornia europaea) on Krulmos (Funaria hygrometrioa).
In de ineeaaaide delen uiteraard de craan/grasmengsels.
In de hieronder volgende tekst volg'^ een besohrijving van de vef;eta,"
tietypen, de dominante en begeleidende soorten. en andore
bijzondcr-heden*
Pominantie van Puoginellia mar.itima..(v^ie.'batj,,ec_pd
ie
iiii^
i)
i.
(Vei'Toond 24Aa. Puccinollion maritimae)
P A H Su * Ass.24 Aal Pucoinellieturt maritiraae
P i E Su S *
P A H Su S Li S p ' Li duidt op hoge Saliniteit
(zuiverste vorm)
P A S Li Sp * *
P A Sp*» Sp i s op op'en pleldcen gegroeid.
P S ( A H Li Sp) +** Ass. Pucoinellietuia maritimae ***
P_ S ( A Li Su) *** met kenmerkon van h e t Spartinetiiia
P S A (H SU) **+ townsendii sondor P I . en T r i .
P S A ( Su) ***
p A S Su Bit ia een Aster tripolium variant
van het Puooinellietum maritimae
agrostietosum, want Aster is
Bubdominant.
-Be met * gomerkte combinaties zijn overgangsstadia tussen het
Puccincllietum raar.it imae (Ass.24Aal) en het Halirnioneturn portulacoidis.
(Ass.2AAa;j). Door beueiding on vertrapping degenereert het
Halimx-onctuxi portulaooidio en ontstaat deze i'ase van hot Pucoinellietum
maritinae.
Afhankelijk van standplaata- en andere factoren, ontvikkelt hot
Puoclnellieturn maritimae zlch tot diverse subassociaties, varianten
en facen (aie Beoftink, 19^5)*
De met ** geinerkte combinaties vertegenwoordigen een Aator
tripo-lixinwvariaixt, welke bevjeiding slecht verdraafjt. In de Sohorrandss&no
komt Aster tripolixun in de onboweide delen dan oolc algeineen en
plaat-solijk selfs eubdominant voor, terwijl daar waar bocraEiing
plaatti-vindt de Aster cleohts spaarsaara voorkorat.
3)0 aanweaigheid van Liraonimn vulgare duidt tevens op een hoog
zout-gehalte (Saliniteit 5.000-10.000 mg. Cl"/l).
BiJ de met *** gemerktc combinaties ie het niet uitceslotsn dat we,
althans in 1971, to maken h ebb en, met een Spartinetum townsendi.i
(Ass,14Aa2), met kennerken van het Pucoinelliotum maritimae.
Gemcensohappelijke ta:ca van beide associaties Kijn A-Su-P-II en Li.
Dominan-'cis van Aster jripolium^ve^etatiecod^j £)
iA S Su P (II) Aster tripolium sociatie,
vooraf-gaande aan Puocinellietum
mari-timae of_ Halimioneturn portula™
ooidis, of volgend op Spartinotma
townsendii (aie ook Beeftink,
1965 : pag. 101).
Dominantie van Haliaione portiilacoidis (ve^etatiecode 6^
H P A ADS.24Aa3 Halimionetun
portula-coidis.
dominant ie van. B^artina :;. tovmsendii (vef;etatiecode 3),
(Verbond 14 Aa. Spax-tinion; dominant Spartine,)
S Su ff Li Ass.14Aa2. Spartinet-um townsendii
S, (Su) A ? Li
S_ Bu (P A E) F| A, H, P duidon op invloeden "
S (Sv. P A) van het Puccinellietum maritinac
S, Su P op de oevo:
1van een kreek Li op een hoge _saliniteit: Sp.
groeit op open plekken.
•-I
I
I
1 2
-I £2. 3 ^
u^
s^ croeide oorcpronlcoli^lc optira&al
in hot Pucoinolliet-mn en hot
Arto-• misiet-um, do oh n a de afsluitine
hceft do soort zich gevestigd op
I
allerelci open plaateon, ook in het
Spartineturn.
I
D o n in? n tie van Galioornia curopaca (vo^ctatiecods 1)
(Verbond 8Aa Thexo-Salicornion)
I Ga, Ass.SAal S a l l o o m i e t u m stric^ao
na afsluiting ontstaan op kale
overbeweide, ailte ctandplaatsen
beffrociinson van uitsluitend
Zee-kraal.
•
I (Verbond i6Aa Lolio-Plantacinlon)
Fu Bit is oen kcnaoort van het
I Tiissilaginetum (Ass. i6Aa4)»
• ^omi-nantie van ftrag.n~ftrasmengs.elg in do ingeaaaide delen.
5.5.2 DBjarDDMSOHOTlOTEl.
I In dese s6ne va,n het voormalige schor treft men verschillende sto,nd~
plaatsen asn, elk met een typerende vegetatie nl. Krelcen, Oeverwallen
flj en Kommen.
De kreken en de erin groeiende vegetatie lopen vanai? do vaterlijn tot
• in de z&ne van het oude sohor. Gemakshalve vrorden ae in dit deel van
• het verslag beschreven.
I De vegetatie in de kreken is in 1972 beefrudeerd op drie proefvlakken
van ieder ca. 25 ha. groot. De volgende eoorten kwamon dominant voor
• (ssie tab el ? ) , Zsskraa.1 (Salicornia europaea) (i), Schorrekruid
(Suaeda maritima) (2), Engels slijkgras (Spartina x tovmeiendii) {'$),
Gewoon kweldergraa (Puooinellia maritima) (5), Obione (Halimione
portulacoides) (6), Rood zvenkgras (Festuoa nibra) (7)» Strandkweek
_ (Elytrigia pixngens) (8), Engels raaigraa (Lolium perenne) (12) en
• Krulmos (Funaria hygroraetrica) (19).
-I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
-13-Be begeleidoado sooxten, vrolke abundant voorkomen zijn, behalvo de
hierbovcn ceno oracle eoorton: Geran.de eohijnapxirrie (Gpergularia madia)
( 1 5 ) I i'iorzncrae (Agrostis stolonifera) (21), Akkerdistel (Cirsim
arvense) (23), Veldbeeindgras (Poa pratensis) (29), Zachte &»avik
(Eromua nollic) (52) en Straatgras (Poa ann.ua) (55).
In tab el 7 (p
a£?» 29 ) staat een overzloht van de aangetroff en
oombi-naties, met tussen haakjes oraohter het aantal iaalen dat deze werdcn
aangotroffcn, echter onafhankelijk van de oppervlakto welke 20
bo-dokken.
Op de oeven-rallen kunnen de volgende sporten dominant voorkomenj
Gowoon kv7elder£jrae (Puooinellia maritima), Obione (Halimione p o r t u l a
-ooidee) en Itood Kvrenk^xo^ (l
?estuoa r u b r a ) .
Do ve^etauie van de oeverwallcn werd i n 1972 gokenraerkt door de v o l
-gende soorten combinatiees :
Dominant^e^aj^P^goin maritima
M(vep:etatieo_ode 5).
|(Verbond 24Aa Puocinellion maxitimae)
P (optiiaaal) Ass.24Aa1 Puccinellietum
PP * maritimae
P Sp Su n 1? *
* Met kenmerken van hot Armerion maritimae (Yerbond 24Ab): Gexande
Bohijnspurrie (Spergularia media) en Rood zwenkgras (Postuca rubra
litoralis).
Dominanti.e, van Halimione portulacoides (ve^etatieoode 6),_
E (niet van opname) AEs.24Aa3, Halimioneturn
portula-H P Sp Su * coidis.
H P Su *
H F
* Suaeda maritima is kentaxon van het Suaede-feum maritimae (Ass.9Aal)
dat in de suooesie op de oeverwallen voorafgaat aan het Halimioneturn
portulacoidis.
Dominantie van Festuoa rubra (veA'statiecode 7)»
(Verbond 24Ab. Armerion maritimae)
?_ Ass. 24Ab2 Artemisietum maritimae;
P_ H * op grond van dominantie F«
F Art.*
F Art. A. E.*
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
-l't-* Overgan^sstadia van het Ilaliinionetuin portulacoidis naar het
Arteiaioioturn lnaritimae. Op slilorijke, hoQere (ontwaterdo)- delen van
oevervrallen vestigt zich Zeealsem (Artemisia maritima), op slibarme
delen Hood zwenkgras (pastuoa rubra f. litoralis) ale eerote
differen-ti'firen&e soort, soms vormengd met Strandkweek (Blytrigia pungens),
iSeeactor (Acicr tripoliura) is eon taxon van het Halimionetuni
portu-laooidis.
In de kouacn is de vegotatio het duidelijkst aan het veranderen.
Ket Engels slijkgraa is voor een 1oelan{;rijk deel vorvangon door
Schor-rokruid. Op andere plaataen lean deze soort aich nog redelijk goed
handhaven doch alles wijst erop dat deae soort binncn korte tijd vcr™
vangen zal vrorden.
Op andcrc plaatoen heeft de Zecaster aioh "belan^rijk uit^ebreid, Ha
do besohrijving van de gevonden vegetatie eenhedon wordt hierop nader
ingegaan.
In de kommen kunnen de volgende tsoorten dominant voorkomen; Engels
slijkgras (Spartina x townsendii), Gewoon kweldorgras (Puccinellia
maritima) en Kecaster (Aster tripolium).
De vegetable van de kommen werd in 1972 gekenmerkt door de volgencie
sooi'tencombinaties :
Pominantie van^gpartina _x townsendii (yegetatiecode^^
(Verbond 14ia Spartinion)
^ optimaal Ass. 14Aa2 Spartinettun
^ A townsendii
S, As=Su * Vroeger vond men soms op lets
S_ Su A hogere delen groepjes van ^enkele
S, Su A, Atr. Su, P, H, Tri, Plm, Li
tussen de Spartina
jkxinj^naiitie van Suaeda maritima (ve^etatiecode 2)
(Verbond 9Aa Thero-Suaedion)
Su S A * Ass. 9Aal Suaedetum maritimae
Su A S • In oorspronkolijlce situatie
pioniers-Su A * gemeenschap op vloedmerken
Su A • (Su is nitrofiel!)
De laatste twee combinaties kunnen
ook tot het volcen-de verbond
gere-kend v;orden.
-ium (yoffetatiecpde^ ,4,),
(Yorbond. £AAc Puccinellio--Spei'gularion salinae).
A Su S * Aster tripolium-sociatie (soo. nov.) Beeftink 1965.
VaarschijnlijK was dit een Spsxti-netum maritirnae, waarin Su nieuw en A ptcrk uitgcbreid is.
* Do Comljinatie-verschillen van Suaeda met Aster en Spartina duiden op bclangi-ijke veranderingon in het abiotischo milieu na de afslui-ting. Door de plots eling intensieve aSratie van do bodem eterft Spar-tina x toimsendii over groto oppervlakten maSEsaal af» waarna door mjjaeralisatie van het oz'^anisch matoriaal overvloedig stikstof vrij-komt. Ilierdoor kan Suaeda zich over groto oppervlakton ontwikkelcn. Ook Aster vostlgt zich op (oppervlalclcig) £joaBreerde bodems, Eoven&ien duidt de aanv;ezigheid resp. subdominantie van Aster op een geringe beweiding resp. op het ontbreken daarvan.
As.ter... tripo].ium vond men oorspronlcelijk op slibrijke bodem met voel organisohe stof, doch niet op vloedmerken (Suaeda wel), waardoor ook een hoog vochtgehalte wordt gevmarborgd.
Een Hekox-e mate van ontzilting door neerslag is tevens belangrijk. Beweiding wordt niet verdragen.
Behalv© in kommen. en in de Bchorrandz&ne, kwara de eoort ook voor op lage plelcken bij de dijk, op lage ruggen en kreekoeverwallen.
Suaeda aagitima is een uitgesproken lichtkiemer, die vooral op (voohtige) vloedmerkpaketten kiemt en op plaatsen waar Spartina x townsendii door plotseling toegenoinen aSratie. afsterft, waarna veel stikstof vrijkomt, Pioniersveetigingen van Suaeda hangen sarnen met een geringe a^ratie van de bodem (enkele oentimeters) als gevolg van oppervlakkige verdroging op hoge delen van het slik of lagere delen van het schor, in de overgangszQne, op lage oeverwallen en na de afsluiting ook in en langs kreken.
Spartina :>: tovm^endii groeit optimaal op weko (waterrijke) en slib-rijke standplaatsen in het eu- en polyhalinicum, b.v. lage kommen of kreken, waar bedekking van 95 - 100 °/o kan voorkomen. Op zaadige stand.-plaatsen, aoals in de overhangsz8ne kan Spartina door invangen van
verstuivend zand ook duintjes vormen. Eij toenemende aSratie sterft Spartina af, waarbij vooral Suaeda sijn plaats inneemt.
-
-16-Do combinatie Aster-Suaeda duidt op weinig of geen boweidinc, vool
orga-nic oh stof. Dominantio van een van beide soorten is vaarschijnlijk
ai'han-kelijk van de hoovoelheid organisch inaieriaal, nl. hoe wear organisch
stof, cleo te nicer Suaeda maritima en ci.es te mind or Aster tripoliiim. Boido
kunnen in eombinatie met Spartina voorkomen.
Bij Spartina lijkt het ver"band duidelijker dan bij Aster.
In het alfyemeen aijn terreinen met Astor-dorainantie sleohter ontwaterd,
dan die met Cuaeda-dominantie .
Hieronder volgt een schematisoh overzicht, waarin ffepoogd is een relatie
te leggen tiiasen de drie genoende soorten en enkele milieu faotoren, Decs
te meer +, des te gunstiger is de -botreffende factor voor de soort. Ues
te meer - des te nadeliger is de botrei'i'endo factor voor de soort.
Aster
Suaeda
Spartina
Kand + +k l e i / z a v o l
+
++
+ + + O1'C« Btof + +++ 53 Ollt±
+vooht
+
+
++ +++ ?a'eratie
i.
+++
"beweidins
1+
2.5,5 HET NlS
rJ OI-gCApR PEEL TO HET Y00EMAL1GE, GUM..•S
In dit deel uorden als dominante soorten aangotroffen; Engels
(Spartina x townsendii), Gevoon kweldergras (puocinellia maritima), Hood
zvenkgras (Pestuoa rubra), Strandkweek (Elytriga pungens), Ronde rus
(juncua gerardii), Zeeweeg'bree (Plantago maritima).
De vegetatie van het niet omkade deel van het voormalig Oude Schor werd
in 1972 door de volgende soortencombinaties gekenmerlct :
Ass»14Aa2 Spa'rtinetujn tovmsendii
Spartina. x tovmsendii (veffetatieoode 5
(Yerbond 14Aa Spartinion)
S, (optimaal)
S, P (x-2)
S, P
£ 3u Aba?.
S, Atr.
.{3 Tri
Het ontbreken van A en de
heid van P en P duiden op invloed van
begrazinc; P, Atr. en Su op
picks-gewijze bodema'exatie; Atr. op
fluotu-erend aoutgehalte. Tri op brak milieu.
-17-Dominantio van Puooinollia. maritime. (vep;ctatieoode 5)
in- ii m i , • n u« tfni.il .IM.1 i i m m ^ n T.|.|-ip.i niiirniii-n.miiin ir--r. - m mi m -TIWM M. lifrV-rit,..._.. UHI.HI ii ii.iMi..r.iii.,.ipi |tfi irfiii
(Yerbond 2AAa Puccinellion maritinae)
F_ S(r-2) Li Aao.24al Pu.ccinelliet'UB inaritimae.
P_ G {x-2) Li P Overcangon tuocen Spar-kinion-Pucci n e l l i o n (S) en
Puccinellion-Armerion (]?').
24A'b Amerion naritimae)
Z Plm. F plm.Gl.
Do cerate drie combination vex'tegenvroordicon het ver'bond het b e s t c . ? ' Gl. P*
P Li S * ' 1 E * * *
Do tweede drie combinaties zijn QVQV£OM.QQstadia van :
* het Pucoinellion maritimae (p) naar het Araorion (]?, G l . ) .
+ * liet Spartinion (s) naar heb Aracrion ( p ) . Liinoniijuii, een tax on dai in beide verbondon voorkomt, duidt op een hot';;e e a l i n i t e i t .
•** hot Armerion naar het Atriplici-A^opyretfim pun^cntiB (iT'^"0]^);
Strandkvieclc (lillytrigia p-ungenf3), in d i t vexloond, clviidt op ver-storing door &e deponering van organisoh matcriaal ( i n d© ruimcte sin) of door sedimantatie van aand.
v.an J^ljtriKi.p, pun^ens^(Yefi'etatieopdQL 8^ ("Ve^bond 17Bb Anficlicion litoralie)
E ABs.17EbJ Atriplici-Agropyretum E J pungentis (fragm.)
In tegenstelling tot Beeftink, 1965» verwerpon I'/esthoff en Den Held, 1969, Ulytrigia pungene als Terbonds-ta^on. In do associatie komt E in (ken-)com"binatie voor raet Atriplex hast&ta en Aster tripoliuci.
* overcgang van het Ai-merion naar het Angelioion (z.b.); op vloedmark paketten.
DoHiinantie van Junous f;erardii (vn^eitatiieoodei J ) (Verbond 24Ab Armerion naritimae)
Jo P Gl Ass.24Abl Jimcetusi g e r a r d i i . Jc, F Gl I,i
-
-18-pominantie van / \
Ilier vindt een mogelijke ontwikkelinf; plaats van hot Armorion maritinae
(Ax'j i'
1, Gl, J, Li) naar het Sagj.no maTitim&e-Goohle&viQlujn danicae
juncetosura yerar&ii (Ass. SJAal), waarvan de differentie'rende taxa
Junotxs cerardii on Glaux maritima (resp. Zilte rue en Melldcruid) in
oombin&tie met dominerende ZeeweegToxee (Plantago maritima) voorkomeiu
'J)ezo AsKOciatie is kenmerkend voor instabicl© grons-inilioiix, contact"
ztne Eout/nat en zoe-t/droog, dua eon flticiuerend Kout- en voohiifjehalte,
b.v. tegen do dijkvoet aan..
> 3 « 4 3^-:
Q:.;-'JU))-J VOOHKALIGKoiron
SCHOKEE];^ I H G L . V/>;XLAMJKS»M3QS&+
Van do vroegore sonerpolders werd in \
()'J2 alleen de Polder van Stru,yc3:
vrij volledig geSnventarleeerd. Ilier block een {jrote variatie in
plan-tengrooi aanweaig, welke vooral te danken is aan hot in de loop van
onkele t lent all en. jaren kloinschalig en gedii'1'erentieerd ingrijpen van
de mens. Een deel van de kavels is caSfjaliseerd en draagt als ver;etatio
een cultuurgraoland van het type Po'd-Lolietum. And ere kavels vertonen
een patroon van ruggen en greppels, uaarbij vooral Kattedoorn (Ononis
spinosa) karakteristiek is voor de droge plaatsen.
In kleiputten, lange kreekresten en op andere drassige plaatsen is nog
een zilte vegetatie aanwezig met soorten als Ze©kraal, Zilte
sohijn-spurrie, Gewoon kweldergras, Stomp Kweldergras en Zilte rus (Salioornia
europaea, Spergularia marina, Pucoinellia maritima, P. distans en Juncus
gerardii).
Enkele in 1972 geSgaliseerde greppele raakten reetle snel begroeid met
behaarde boterbloem (Ranunculus sardous).
Het HalegorE3 en hex Stellegors zijn beide in 1972 geploegd en gebruikt
voor het verbouven van bieten. Ze aijn door ons niet nader onderzooht,
evenmin als de (half) natuurli^ke tredplanten- -en
waterplantengemeen-schappen, die in een later stadium onder de loupe worden s
e^o^©w.
In de Polder van Struyok v/erden de volgende soortencombinaties aanc©~
troffen :
Ij^gminantie van Loliura perenne (vefi-etatiecofle 1.2)
(Verbond 24Aa Lolio-Plantaginion)
Lo A S S . i6Aal Lolio-Plantaginetum.
Lo Agr. Sp
Lo
rfrif.r.
v* De aanwezigheid van Hordeum secalinum,
Lo Ho * Bellis perennis e.a. spp. wi^st op
over-Lo Bellis * gangen naar het Arrhenatherion elatioris
(7b. 25Ba).
-I
1 9
-Dominantio van Agroctip i-jtolonifera (vefjetatieco&c 21)
(Vorbcmd 24 Armerion maritimae of 25Ba Arrhenatherion e l a t i o r i s ) .
Agr.
Agr* Sp
Agr. Lo
Agr. B
1Po^ip-p-^tip.,.yo^. ,J"'ffl
rg
i1r
lt^.,gGX'arecl
iil
i.._.
T.Cvo/^eta
-bxeoode 10)
(Verbond 24Ab Arraerion raaritimae)
Jgo Agr. ( G l . P . ) ABn.24Abl Juncetum g e r a r d i i .
J g . Gl
J g . G-l. Agx. Sp.
ypoxk.ora.on van
|Qnonis^g^inoos.
mi..(.Y.^.ff.QJf.?-,,^.i.eQ Qd.e 24)
i6Ab AG^opyro-Rvmiioioii c r i s p i )
On. P Ass.i6Ab7 Gemeenschap van Ononis
On. P Lo spinosa en Carex d i s t a n s .
_ On. F Lo T r i f . f r a g . Leoni.aut.
pomi.ny,nti
<e
iivo,n
iPuc/;inell j.a .riiar.itirna_jf veffetatieoodo 5 )
I (Verbond 24Aa Puooinellion maritimao)
P (Sa Sp) Ass.24Aal Puocinellietum maritimae.
p
•
P in. Gl. Agr.
I Dominanti^ van^P^ocj.n^ 25)
(Yerbond 24Ao Puooinellio-Spergularion salinao).
I P.d. Polyg.av. Lo
ABS.24AO1Puocinellietum d i s t a n t i s .
P.d. (pl.m. E.r.)
I
I
I
I
I
I
I
-20-4.
Kg,
Deae zQnc .IK nog n i e t volGoencle oiade^'soclit om dacrovex
1v e g o t a i i o
-gc^ovens to kmmen producer en. Jlon kan cchter do volgende Klasaen
KlaoriG 16 : Plantaginetea major is (Wcegbree-klaBse) Klasso 'IY s Artemisietea vulgar is (Bijvoot-klasse)
KldSBe 20: Koclerio-Oorynophoretea (Klasse der zandige droge
f;2?a Bland e n ) .
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
5 * SAMEOp do voorualige onbo^rooide olikkcn ontv/ikkolt zicli eon pionior-vo^otatie. . In dit rjcbied cpoelt hot oor-spronkelijko milieu no^ eon relatioi1 yrote r o l , v/aarbij node door d.s la^e lig^in^, con
deal periodic!: overcpoeld v/ordt. In dit :';odoolte bobber, aich .'2oo~
kraal en op kleine (aeolischc of iltivio^orio) vorhojrl.n^en, Schorro-kruicl ^cvoati^'d. De abundantie van de::.e ooorton v;r.c doov^'aans noj scar ^orin^.
Op list niot moor ovorspooldo doel vc.n de slih':on v:ord, naact bovon-£onoG;.idc coorton, oo]-. Sn^clc 3].;'-o'kj.vDc; p.tui^oLroffon.
Eon dool van ds clik.\cn \;ord [jee^u en iu^eaaaid net con zw.c.rx/^roa-l . In dit t e r r a i n z±jn o.a, diverse, van ozw.c.rx/^roa-ldero aanrjovocrdo,
tot kio:::i:2~ sokonen, Vcrwacht nag vro?dont dat oiil-.ole van do
nicuv; ac.n;jetroLTon so or ton hior on clclorc in liot torroin con ^03c!::iJ:l a i l i c u sullen vinden on zich oon lan^e -fcijd sullen kannon
Dit ^eldt ook voosr plantonaoorten, die in do z8no van het
sijn onthiend en die in hot verar.dorde "baaisoilieu ^escliikte stc.nd-plaatsen zulloa kunnen vindon.
0 y e r f;an:; sz 6 n e , i
I n d o o v e r m a n j c K o n e t r e f t u e n d e a g n . " S p a r t i n a d u i n t j o s " a a n : p o l l e n E n ^ e l a slijk^'ras ( S p a r t i n a x t o v / n s e n d i i ) w a a r o n h e e n d o o r i n s t u i v e n d a a n d lileine d u i n t j o s o n t a t o n d e n . Ox^ e n t u c a o n dei;o S p a r t i n a -d u i n t j e s axjn' c a , 6 0 p l a n t o n a o o r t e n gskioncl.
V o o r nar.ien e n a b u n d a n t i o v a n dci:e a o o r t e n ai;j verv/eaon n a a r ta'oel 5 (pag-8 ) .
Bovendien aijn locaal enkele barcliaanduintjes ontstaan, die onder gunGti^s ouotandi^hoCen Csnelle Jiic.dr;.^ van iiaden op het norasnt van ontstaan), in enkele £evoilen wei-den vast^elocd.
A I G clorde n«.tu.urlijke vogotatie-^rocp in dit £°ki-ed v/ordt het primair schor ondarcchoidon, dio v:at aoortonsaiuonstellinc bebroft duidclijk van de bovengenoemde groepen verschilt.
Antliropogene milieux in de over^an^ssSno r:ijn de in^esaaide dslen (ter vastle^/;ing van verstuivend sand) on de siulfscherm-zone, elk met een ^nheel ei^an plantendek.
2 2
-De 7oor_.v.r.Iipe J5c hojvon.
Do aoliorror. (llv/olderc) v;orde:i gekcn-iarkt door eon rijkc variatio a an vo^ctr.tiet^pcn, v/elke i.io:.:enteel editor sterk in verandoring sijn door hot v/e^vrllen van hot ;_;etij, doch tevsns indicatieic zijn voor n i l i o u -v a r i u t i e . Ds noordelijke scliorre:.i rajn f i j n k o r r e l i - e r -van patroon clr.n do :;uIdo 1 ±J^.Q schorron,
Velc, voor til'c ^obied nieuv/o, eoortcn s:i.jn in hot afcelopen Jaar ont-Iriend c:i tot r:a:j:lo;a c;c?"o:.ion. Do nicv.-.'O soortcn z.ijn no^ ^ijna ne;-\;;o::G aapoct bcpalendt Do vo;;otfitie I:an no;; v/ordcn ^'o^onniorkt ala een a^n. Gchorrevo^;e t a t i c 4 Enkcle soorten sijn duidolijk op de torn gives (lilnjjola
slijl:;;rus). Ancloro ooorton broidr;n aich u i t , Sot'cio tor, 3cliorrel:ru:ul, otrcr.cJv.vcok. Do VGrGchoideii]iGid aa;i V:J.;G tf-tio-patroncn doet eon bol^i.;-rijjto difi'orontiatio in liet oiliou vcrv;acliten,
Oe verschillcn in patronen v/crdcn niet mtcccis door liet c.'Gtij voi'klaard,
doch vondon (vindou) varJc hun ooraaak in hot s^n. b a a i s n i l i e u . Dit rechtvaardi^t de verv/achtincj dat ook in de toe3r.oi.iDt ocn crot© variatio aa:i planten^onooncchaojjou ;:c.n wortlcn verv/acht.
In do ar^clopcn tijc1. wordcn clolcn van hot vooruali[;G uclior 5'0*e;;d, of
mot de bulldozer r;eeValiseord, r/aardoor hot roliof voor ecr. bolan^^ijlv deel of ^ehoel verloren gaat, De oorspronhclijJ-ro vegetatie ]:ont hior-door in hot naileel, ten guns to van storin^aplanten als Fiorin^raa, Hood av/enk^ras en Enrols raaia'ras, die hier worclon in^czaaid, of Akkordirjtol, Brandnetel o . a . , v/elke zich hier rjood thuisvoolon on spoutaan op,ola;--.:i. Ket ^evaar ici niet denkbec-ldic dct door voort^aande e g a l i s a t i e bcicstin-men on bespuitingen aanKionlijluv/aardo-vorlieaen optreden.
Afhaaxkelijlc van de nate van beweidinj hoeft 2oeaatcr aich a l dan niet kunnen uitbroidon. Op een onbewoid deol van d© suideli jl;o schorr-on heeft de Seeaater aich fors u
Orol"adei Cultuurland,1 e s .
In de van oudsher orakade, bev/cide delon on akkertjes, tre.Ct nen of jTra^ugntair sporen van de ooi-spronkolijI'-G vo^ot;?.tio.
Hot plantendsk bestaat voornanelijk u i t cultnur^raslrnd-typon en ruder: le vegetatie (storings- en tredplniiten-fjoneenochappen).
Oiul;ado. schorron.
Halsgors en Stollegors aijn omgeset in bouv/land. In de Polder van Struyck s i j n nog interecsante Graslcuidvecotatiea aanvfer:ig v/aarin do v/iscelv/erking tusson meinschalitj% en ^edifferentieerd i n ^ i j p e n van do
liens en de natuurlijke v a r i a t i c in hot f;ebiod tot u i t i n ^ koat.
Verande-ringen ten ^evolgs van de a f s l u i t i n g sullen hier ivaarschijnlijk langaa plaatsvinden. dan in do niet bckade sohorren.
P l o r a vein I'S C l l : ':ou van Fla'irL
I
I
B Vooi^ oen volledifj overaiclit van de i n 1972 aan^otroi'feji
planten-_ soorton i;;Lj vorv/esen naar tab el 8 (prig. 30 ) . Hieronder vol&en nojj;
fl e-niy'O opuorkin^on aan^'aando do f l o r a .
Van de aan^ctroJ:'fen I2f3 verschillendc cioorton ht\
r:;ere planten, zijn
I 8^ sooi'icri 3iiou\/G vcGti^ir^'jen; 7 coorten behoren t o t de hontaoiitxjc
Cowanser-; ';-7 coortoM hobbon. ccr. boperl:;t voorhoriion.
I X3ove"".i.".icn aijn or -Ao;; eni^;e ooorton r/mjotroffen, die 6f door oen
afv;i jl;endo star.dplaata, of door eon nato van Kc3.dsaamhoid t o t do
• bii.jr-'.ondore aoortor: lauuioii '.vorur. 1 fjoi-o.^or.d. lTf.;;"cr;aaja v/orc.t of dene
* soorten isAch aullcn lamnen handhavon.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Tv.hcl 1
Verhondcn en. Association van do ooro"">r
in
Ve .rbond s~ of Associa-tio nuu:.ior Vb,2Aa Vb.GAa Ass.oAal Vb.9Aa Ar.s, 9Aa1 Vb.93a Ass.9Ba1 Vb.14Aa A s s . i U a 2 Vb.173b Asa.17Bb3 Vb,2^Aa Ass.23 Aa1 Vb,24Aa Ass.2ii-Aa1 A s 3 . 2 ^ A a 2 Ass.2^Aa3 Beeftink 1965 Vb.2^Ab Aas^l-Abi Ans.2^Ab2 Vb.2^Ac1 9 7 2 r.o0- ].cr!:onbaar voorkv/a.:io- o p d
"•lan v a n c'.o voorkonoinda Vorboru'.oii e n ArjGOclatioe,
Zoster J.on
-Zoo i*,-.' as-vs rbond Tiicro-Salicornion ••• Z c •?'. ~v; uii - v e r b o n d Salicorr.iotum atric to.c -kjoclaraal-u.co0ciatic TIi e r o - 3 u a o d i o n
-Sch orv eJcrui d- v e r b o n d S n a o d o t ur.i i.iar i t ii.ia
- S c! i o ] * r e 3 ;ru i d- a ^ a o c i a t i e Atriplicion litoralia -Strandueldo-verbond Atriplicotum litoralis -Strandaelde aanociatio Spartin!on -SlijkjraG-vo rbond Spar tine tun tov/nsoiidii jingelicon litoralis -Ho enat-verbond.
Atriplici-A^ropyretun punr-entis -Acaociatio van Spieobladnelde
en Strandkwoek Saginion maritimae -Zeovetmuur-verbond
Safjino naritima-Cochleario tun danicae
-Associatie van Seevotmuur en Doona Lepclblad
Puccinellion maritiwae -ICweldergras-vo rbond PuccinellietuEi naritimae - Kv/oldersras-ascociatie Plant agini-LiiiioniQ turn
-Associatie van Zeav/ee^bree en larasoor
Halimionetun portulacoidis
-ZQ cue Ido - n.G3 o c iat ie
Sociatie van Aster tripoliun
Arno r i o n riar i t iraae
- V o r b o n d v a n S n ^ e l s g r a s J u n c o t u n g c r a r d i i
- A s c o c i a t i e v a n Z i l t e r u s Ar t e i;iis i e t u;:i no,? it iuae » 3 e e a l s e n - a c s o c i a t i e
F u c c i n e l l i o - S p o r g u l a r i o n saliixae
o n k o l i j k o vo^jo br;.tic v;ell"e G Slik^:on v a n I|1la1t!':eo.
Konnoortsn
"jost sr a- s o or ton. Salicornia europaea.
Salicornia ouropaca cap, iitric" Suaoda i.tariti:.ia.
id.
Atriplo;: litoralic, Ilatricaria uaritij.ia i n o d o r a . Atriplex hantata. Spartina-soorten Spartina r,z tovaisondil. ftlytrivia pun:;ens. Elytrivia pungons, Atriplox hastata, Aster tripolium. o«a«tJuncus c^^d-jl^t G 1 au:c mar i t im a, Pi ant a so narltiraa. Puccinollia m a r i t i m a , Ilalimione portulacoide s. id., Linonium v u l ^ a r e , Gl aus: mar i t iraa.
L i m o n i u Q vulgar©.
Halinione p o r t u l a c o i d e s . Actor tripoliun,
Suaeda m a r i t i m a ,
Halinione p o r t u l a c o i d o c . Aracrla r.ari ti:.ia,
Festuca r u b r a , Glaux naritiina. Juncua fjGrardii, A^roatis s t o l o n i f e r a . Arteniaia naritiiaa, Limoniur.i v u l g a r e .
Vb.
Ass.
Verbond
2 5
-" * Saaii;ion;;oolG en -data
(Opgave Bureau DGlta:;;al:on, Domoiaon. Hinioterie van Financion)
Ingcsaaid jiionfjscls per hectare 110 kg Kogge (Socalo ccreale)
10 kg £)ngolc ra.-'.ijraa (iq^Jl.ium perenne 15 &S Voldbooiud^rtsG (Poa pratencia) 15 kg Rood ssv/enkgras (Fostuca rubra) 120 k^ Soj;~;o ( S O C C I G coreale)
9 k£ -jp.^ols ra:.-.i:;ras (Loliuw. porenne) 12 k^;1 Veldbeeitd^raa (Poa pratonciu)
9 kf Hood z;venl;^ras (i^eabuca rubra) 60 kg (2Jouer)[;ci¥8t (Hordoua vul^aro)
10 kg En^els ra;?.i;;ras (Loliuu peren.no) 15 kg Voldbeerndgrcac (Poa pratoncis) 15 k£; Hood awonk^ras (Fcstuca rubra) CO kg (Softer)^orst (llordeun vulsc.ro)
8 kg Enrols raai<;;ras (Loliua porenne) 15 kg Veldbeeiadfjras (Poa pratensis) 12 k^ Hood awen!:^ras (Festuca rubra)
5 kc PdGtawenkgras (Festuca
arundinaooa) 66 kg (Zomer) gerst (Ilordeun vulgare) 10 kg Bxigels raa.±£ra.B (loliuij i^ereiano) 15 kg Veldbeeiudgras (Poa pro.tensis)
15 kg Rood zwenkgraa (Foctuca rubra) 60 kg (Zomer)gerst (Hordeum vulgare)
5 kg Sngels raai^ras (Lolium porenne) 12 kg Voldbeemdgras (Poa pratensis) 10 kg Rood zwenkgras (Festuca rubra)
3 kg iiuw bee:.idgras (Poa trivialis) 5 kg V/it struio^rac (agroatis
stolinifera) 5 kg V/itte klaver (iTrifolium repone)
Zaaidata
16-9-1971
tot
2G-9-1S71
16-9-1971
tot
18-9-1971
18-2-1972
tot
18-^-1972
18-3-1972
tot
18-^-1972
18-3-1972
tot
18-4-1972
18-3-1972
tot
18-4-1972
18-3-1972
tot
18-4-1972
IngeKaaid oppervlak ca 70 lia ca 30 lia93 ha
52 ha
20 ha
10 ha
•
-26-Tabel J>. Op^eko;;:on soorton i n do in
r;oziin.ido delen van do
Sli':-.:c-n van I^la^kce ' )
Aan;je hrof fen soortcn
V/etenschappeli;;he naam
AlopocuruE myosuroides
Atriplc:c spec.
Atriple:c h a s t a t a
Avona c a t i v a
Gapsolla b u r s a - p a s t o r i s
Cirsium arvense
Da c ty 1i a ;•;! o;uor at a
EpilobiuLi hirsutun
1 la i" T* "1 C I T *T p n a i" "1 i~ "i "in *i "io d or* n
H a t r i c a r i a jaatrlcarioideo
* 1 latr ic ar i a re cut i t a
Phleun b e r t o l i n i i
Poa annua
Polygonua avicularo
Polygonum convolvulus
*Polysonui;i p o r o i c a r i a
Rubua cpec.
Salix spec.
Secale ccroale
Senecio vulgaris
Sonchus aspor
Sonclms oleraceus
S t e l l a r i a media
Suaeda maritina
Taraxacum spec.
Trifo3.iun fragiferuni
*Tritlcum vulgars
Veronica a g r o s t i s
1) Alleon de spontane opslag
in^esaaido soorten.
* Zie telcst pag. 9
Kerlerlandse naaa
Duiat
Moldo
Spies r.ieldo
Haver
Herdoratasje
Aldcerdistel
Kropanr
liari.c vfilsenroooje
Schto k a a l l l o
Kloin tinotlieo^rao
Straatgras
Varhsnacras
2waluv/tons
PcrsihJcruid
Braan
V/ilfj
Klein kruiskruid
Huv;e ndhdlaiol
llelkdistol
Vogelrauur
Schorr ela*uid
Paardobloem
Aarbeiklaver
Tarv/e
Ald-;e r - s r e pr i j s
d> 4 O ri p &] :••) o i c ! 01 t CD 0 I i-1 \ f l .j u v .
JUV.
f l . f l .j u v .
f l . f l . f l . f l .j u v .
j u v .
juv./fl.
juv./fl.
juv.
f l . f l . r.: u £ij to hi o I-J f j *•> f ) C1 tl 01 1 ci-Hjuv.
f l . f l . f l .juv.
f l . f l . f l . f l . f l . f l . f l . f l .juv.
juv.
j u v . / f l .
f l .juv*
j u v . / f l .
f l . f l . f l .i s vorneld, d.v/.s. de n i s t - o p s o t t o l i j l c
f l . : bloeiende exemplaren
T ab G 1 6. BOOT t o n 1 i;] G
en de nr.te W o t c n a o h s p ^ l i ^ e nans, Agroatis ctoloniJTora Alop o curus my o curoiu .? G A r :.i s r i a iiiar 1 b inia
Aster tripoXium A t r i p l c x h a s t a t a A t r i p l o x l i t o r a l i s Capoello b u r c a - p a c b o r i c C o r a o t i u n h o I O G 1 0 o i d e c Cha n a e :ie r i 0 n a n £u c t i £ 0 1 :i .u u Ch 0 nop 0 di 11 M ru b r u n C i r e i u n arvonse Cirsiu.m v u l c a r e Cr.epis b i e n n l c S l y t r i v i a pun™ena Ulytric;ia ro^ens E p i l o b i u m a d o n o c a u l o n Epiiobiiuu hiroutur.i 3ri[;cron c".n:\do1"oia
Sx-uca vestodria Foctuca pratensis Poctuca rubra Funaria hygrometrica Galium aparino Haliwione portulacoidea Hordoua oecalinura Hordeum vulcare L e o n t o d o n a u t u n n a l i s Li^ustrun vulgaro Linoniun vulgare Loliua perenne
Matricaria raaritina inodora Matricarici r e c u t i t a llyocotis discolor P a r a p h o l i s a t r i g o a a Plantago coronopus Plantago major Poa annua Poa trivialis Polygonum avicmlare Polygonuia convulvulus Poly^onum persicaria Puccinellia capillaris Puccinellia distcna Puccinellia faociculata Puccinellia naritiraa R a n u n c u l U G a a r d o u s HaplianuG sativuG Sacina procunbena Salicornia europaea Senecio congestus Senecio erucifoliue Senecio sylvaticus S e n e c i o vtilgaris
t voai liet p l a n t o n d e k v a n de "Spcrti van voork.01.10n vr.n do o n d o r s c k o i d e n
He d e r landt; e n a a n Fiorin-ras
Duist
Hngels gras
Zee cater of ^ulte Spier; nolde S t r a n d o e l d e H e r d e r s t a s j e Gev/one H o o r n b l o e n W i l ^ e n r o o G j e I-Jode ;;an^evoet j '• f i p i1] •] '••f !"• /Ci \ Specrdistcl Groot etreepaaad Strandkv/ook Kweck Behlierdo basterdv/edcrd.k Ilario v.'il:;c;ij.-ooGJo Ganadese fijnotraal liruca Be endlangblo em K o o d SY/enl:[;ro.o lirulmos K l o o f k r u i d Gev/ono aoutiuoldo Veld^erct GerGt Ileri'atleeuv/entancl Wilde liguater Lar.isoor E n r o l s raaijjras Eoukloz© k a m l l l e E c h t e jcasiille Veell^Leurig v o r ^ e o t n i j -n i e t j e D u n s t a a r t Kertsiioormvee^bree Grote v/oogbroe iStraat^rac Uuv/b e 0 nd ^r as V a r k e n s g r a s Zv/aluwtong Porzildvruid B l e e k kwelderrjras Bioap k'.ve 1 cTer;;raa 31auv; kv;eldei"^;ras Gev/oon k w e l d o r j r a a Behaarde b o t o r b l o e m U a d i j s L i g s o n d vetriuur Z e e k r a a l M o o r a s a n d i j v i e S m a l b l a d i g k r u i c k r u i d Boskruieltruicl ICLein k r u i s k r u i d lliet na-duintJOG" B o o r t e n . inr;e,.aaid 0
r
f0 - f
0r
r
r
r 0r
r
r
r
0 - f
0 rr
0 r rt
r
r
r
0 0r
r
r
r
r
f
0 0r
r
r
f
r
0r
rr
f
r
r
f ,-or.aaldr
t
r
r
r
r
r
r
rr
0 rf
r
ra
r
ra
r
f
r
Vr
V 0r
r
f
2 8
-t a b e l 6 .
V/o t o na c hap p o 1 i ,i. :o naam
Sicyiiib^iun o f i ' i c i n a l e
Slleno conica
Solanunr ni^rum
Sonchus aaper
Sonchus oloraceuG
S p a r t i n a x fcov/nsoiidii
Spcr^ularia narlna
Sper
t™ularia nodia
S t o l l a r i a media
Bitaoda n a r i t i u a
!Pa.jra::acv-n spec *
Trifoliutt repens
Trifoliun rosupinatun
TriCjlochin n a r i t i a a
Tri bicuw aoctivnu
r
j?uooilar;o far far a
Veronica agrestis
ITedorlandse naam
Gov;one rai:ot
Ko^elailone
Zr/arte nac lit sc hade
Ruw e nio lied 1 s t G 1
I l o l k d i s t o l
Un^elc s l i j k ^ r a s
Z i l t o schij'ncpurrio
Goramlo acliij u c p u r r i e
Vog-Glr-raur
Schorrekruid
Pc.ardobloon
V.'itto klcvor
Forciocho k l a v e r
SchoirrG™ijOut^ra£) j?ar\7oIClein hoofblad
V e r k l a r i n c dor jjebruikto tel:cns *:
r - aeer spaarsaam voorkonond
o = spaaraaaiu voorkonsnd
f - f r e q u e n t , dooh weinig t a l r i j k voor'co:.iond
a = t a l r i j k voo.rl:o/.io:id
d ~ aeer t a l r i j k c » q . doninant * volgons
ITiet in;;ozaaid
r
0 0 0 ar
fr
f 0r
r
r
r
r
I iTansley S: Ghipp
v
:e,aai
r
r
r T fr
0 i rr
or
1926
-29-ta/bcl 7 Aangoi;:i
iedex
1c
Voor vt
turscen
van hei
strcepi
1»Sa
T/2
1/2/5
1/2/6
1/2/6/5/19
1/2/6/19
1/5
1/6
1/6/2
7/6/5
1/6/19
1/7
1/7/3
1/7/5
1/19/6
2=Su
2/1/6
2/1/6/5
2/1/19/6
2/5
2/5/3
2/5/6
2/5/12/19/15
2/6
2/6/1
2/6/3
2/6/5
2/6/7
2/6/19
2/7/6/1
2/7/3/6
?of £ en s oorc o one ortibinat i e s
:a. 25 ha.
in de
jrkla-cin^ vc.n do nummorooflering
ba&kjea net aantal rial en, dat
; oppex-vlcJc. Dominance so or ten
* *
(
6)
'$
2)
2)
1)
2)
D
4
p(9
D
3)
(U)
2)
22)
(5
0
(1)
2/7/19 (1
2/3/6 1
2/12/5 (1
2/19 (12
2/19/5 1
2/19/6 7
2/19/25 1
2/21/19 2
2/33/15 1
J5r
s(1
ri-P (15/1
5/1/6
5/2 (1
5/2/6
5/2/6/19
5/2/19/3
5/3
)
\
5
)
2)
2)
1)
2)
4
2
1
1
5/6 (21)
5/6/1 f
5/6/2
5/6/2/1/3 (
1)
4)
1)
5/6/2/3 (1)
5/6/19 (4)
5/7/2
5/19
5/19/1
5/29/2
5/29/6
1)
3)
1
1
3
kreken var
zie blK.,12
1 drie proefvlakken
« i.ehter
dee;e aangetroff en 1
(bodekklnge
6^H
6/1
6/1/2/19
6/1/5/3
6/1/19
6/2
6/2/1
6/2/19
6/2/19/3
6/3
6/5
6/5/1
6/5/2
6/5/2/19
6/5/7/19
6/5/19
6/7
6/7/2
6/7/2/1
6/7/19
6/19
6/19/1
6/19/2
6/19/5/2
6/19/5
6/19/7
6/19/8
6/32
1^
7/1
7/1/2/3/6
£jraad)> £
(10)
1
1
2
2
( 1
1
(6
(1
(3)
(16)
1)
1)
1)
11)
(11)
(2)
(1)
(25)
(6)
(1)
(1)
(1)
(1J
(1)
C1)
C3)
(1)
van
e Ik e 0 oiab ina t i e,
re'.cC.f onafhankelijk
0 ',i) aijn
ondcr-7/1/6
7/1/6/19
7/2/6
7/5/1
7/5/6
7/6
7/6/1
7/6/1/3
7/6/1/5
7/6/1/19
7/6/2
7/6/2/1
7/6/2/1/19
7/6/3
7/6/19/1
7/6/28/5
G/6»E
,12-Lo
12/2
19/1/6/5
19/2
19/2/1/3
19/6
19/6/1
19/6/2/5
(3)
1
1
1
1
( 1
Q5)
1)
1)
2)
1)
-1 \ ' / *r j(3)
(2)
(2)
(2)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
Zie ook bijlagen nrs, 5»3i 5»^ en 5«5-van dit rapport. Hierin wordt
een dotailkartering van de vegetatie in en buiten de kreken van drie
"KEY-AREAS" weergegeven.
3 0 -Tabel 8 . Flora Hoge Wetenschappelijke soortnaam AgroBtis stolonifera L. Alopecurus myosuroides Huds. Armeria maritima (Mill)Willd Artemisia maritiraa L, Aster tripolium L. Atriplex hastata L. Atriplex hortensis L. Atriplex litoralis L. Atriplex patula L. Avena sativa L. Bellis perennis L. Bidens frondosus L, Bromus mollis L. Capsella bursa-pastoris (L.) Carex distans L, Carex spec. Cerastium holosteoides L. Chamaenerion angustifolium (L.) Scop. Chenopodium album L« Chenopodium rubrum L, Chrysanthemum partheniuradOBemh. Cirsium arvense (L.) Scop,
Cirsiura vulgare (savi) Ten. Cochlearia anglica L,
Cochlearia danica L.
Coronopus squamatus (Forsk,) Aachrs. Grataegus spec.
Crepis biennis L,
Crepis capillaris (L.) Wallr, Dactylis glomerata L.
Elytrigia pungens (Pers.)Tutin
van de Slikken van Flakkee
re pianten Nederlandse soortnaam Fioringras Duist Engels gras Zeealeem Zulte of Zeeaster Spiesmelde Tuinmelde Strandmelde Uitstaande melde Haver Madeliefje Zwart tandzaad Zachte dravik Herderstasje Zilte aegge 2egge Gewone hoornbloem Wilgeroosje Melgansevoet Rode ganzevoet Hoederkruid Akkerdistel Spoerdistel Engels lepelblad Deens lepelblad Grote varkenskers Meidoorn Groot -streepaaad Klein streepzaad Kropaar Strandkweek
1972
(0 <0 O PH*S *
H « F*i • *Ull
H ^ CO -P # 4 * # * * * • * • • * * * va n Flakke e zanddepo t * H to i t *A,
1-.
o <o <D Pi M •& CD rdf.
• tsi
H • t/i -P 4 4 r , * * * * * # * • * • * va n Flakke e totaa l j H CO f * * * # 4 * * * * * * t * 4 * * * • * * * *(vervolg tabel 8) Flora van de Slikkon van Flakkee 1972
-33.-I
Hogere Wetenschappelijke soortnaaraElytrigia repens (L,) Desv. Epilobium adenocaulon Ilausskra. Epilobium hirsutum L.
Epilobium montanum L.
Epilobium obscurura Schreb. Erigeron canadensis L. Eruca vesicaria (L,) Cav. Festuca pratensis Huds. Festuca rubra L, Galium aparine L. Geranium dissectum L, Geranium pusillum L. Glaux maritima L. Gnaphalium luteo-album L, Halimione portulacoides (L.) Aellen Hippophae rhamnoides L, Holcus lanatus L. Hordeura jubatum L. Hordeum murinum
Hordeum secalinum Schreb. Hordeum vulgare Iw
Juncus gerardii Loisl. Lactuca serriola L. Lamium purpureum L, Leontodon autumnalis L. Ligustrum vulgare L, Limonium vulgare Mill.
Lobularia maritima (L.) Desv. Lolium pererme L.
Lotus tenuis W.et K.ex Willd. Matricaria maritima( inodora) {W. Matricaria raatricarioides (Less.) Porter Matricaria recutita L. planten Nederlandse soortnaara Kweek Beklierde bastordwederik Harig wilgoroosje Bergbasterdwederik Donkergroene basterd-wederik Canadese fijnstraal Eruca Beemdlangbloem Rood zwenkgras Kleefkruid Slipbladige ooievaarsbsk Kleins ooievaarsbek Helkkruid Bleekgele droogbloem Gewone zoutmelde Duindoorn Witbol Kwispelgerst Kruipertje Veldgerst Gerst Zilte rus Kompassla Paarse dovenetel Herfstleeuwetand Wilde liguster Lamsoor Zeeschildzaad Engels raaigras Smalbladige rolklaver Keuklozo. kamille Schijfkamille Echte karaille Lakke e iddepo t