der
A-73.008
nr.
1 2 34
5
6
7a
tekeningnr.
A2.71.88 A5.71.73 A5.73.28 A1.74.170 A1,.74.171 A1.74.172 omschrijving. S i t u a t i e dwarsprofielen. Dwarsprofiel 1t/m
6. Dwarsprofiel 7 t / m 9. Bij 1 agen L. G.M.
-onderzoek.Rapport
L.G.M.
CO-21733-0-1.Foto
1 t / m 3.Foto 4 t / m 6.
1. Inleiding.
2. Beschrijving
van
de polder, de boezem en de kade.3. Geschiedenis
en
toekomst.4.
Grondonderzoek.5. Geologie.
6. Maatgevende boezemstand. 7. Stabil iteitsonderzoek.
8. Beoordeling
van
de veiligheidvan
de gehele kade. 9. Samenvatting.1
2 6 7 12 1 4 15 16 181.
Inleiding.In
het
kader
van
het
systematischkade-onderzoek
is
eenonderzoek
ingesteld
naar
de veiligheidvan
de boezemkade van de Aalkeet- Buitenpolder. Deze behoortt o t
het Hoogheemraadschap van Delf- land en l i g t in de provincie Zuid-Holland.De
kade
beschermt eengroot
diep1 iggend agrarisch gebied met enige bebouwing en de rijksweg E-36.Het onderzoek i s uitgevoerd in de kaden l a n g s de Zuidbuurt, de Boonervliet en de Bommeer. Er i s een verkenning uitgevoerd, de bestaande geologische
en
bodemkundige gegevens z i j n geanalyseerd en gegevens omtrent onderhoud en gedragvan
de kade werdenver-
zameld.
Voor
het onderzoekvan
de kade l a n g s de Boonervliet en de Bommeer i s gebruik gemaaktvan
een reeds eerder uitgevoerd onderzoek.Het
grondmechanisch onderzoek en de rapportering hierover i s ver- r i c h t doorhet
Laboratorium voor Grondmechanica ( L . G . M . ) t e Delft.Er
i s tevens gebruik gemaaktvan
gegevens, d i e de Tech-nische Dienst
van
het Hoogheemraadschapvan
Delfland beschikbaar2. Beschrijving
van
de polder, de
boezem
en de kade.
2.1.
De
polder. 2.1.1. Ligging.De Aalkeet-Buitenpolder l i g t
ten
westenvan
Vlaardingen en Kethel. In het westen grenst de polderaan
de Boonervliet. De noordpuntvan
de polder wordt gevormd door een z i j t a kvan
de Bommeer. In het oosten grenst de polder aan de Broekpolder, die met zand i s opgespoten. I n het zuiden l i g t g e d e e l t e l i j k een binnenkadet o t
het gemaal en g e d e e l t e l i j k een boezemkade langs de Zuidbuurt.2.1.2.
Oppervlakte
en
peilen.De
waterstaatkundige oppervlaktevan
de polder i s 395ha.
Het zomerpeil
van
de sloten l i g t op N.A.P.-
2,68m;
het winter- peil op N.A.P.-
2,73m.
2.1.3. Economische belangen.
De
polder bestaat hoofdzakelijk u i t agrarisch gebied. In de zuidwest hoekwordt
tuinbouw beoefend.Van west
naar oost loopt Rijksweg 20 (E-36) door de polder.Het
aantal inwonerswordt
op minder dan 100geschat.
2.1.4. Gevolgen
van een
doorbraak.Bij een doorbraak
van
een boezemkade van de polder komt e r1,lO ä 1,15
m
water in de polder t e staan. Hierbij i s geen rekening gehouden met de slootberging. De gemiddelde maaiveldhoogte i s ge- steld op N.A.P.-
2,30m.
Tijdens inundatie
van
de polder zal derijksweg
a l s vertrager fungeren eneen
van
de twee polderdelen t i j d e l i j k droog houden. In de rijksweg z i tmaar
één coupure t e r hoogtevan
de kade langs de Boonervliet. Hier k a n het water van het ene polderdeel i n het andere stromen.Bij de
bovenstaande
inundatieberekening i s e rvan
uitgegaan d a t de boezemscheidingen n i e t gesloten z i j n .2 . 2 .
De
boezem.
2.2.1. Oppervlakte
en
p e i l e n ,De reeds genoemde boezemwateren
staan
onder
normale omstandig- heden metelkaar
en
met
de overige Delflandse boezemwateren in open verbinding. Het boezempeilwordt
zoveel mogelijk gehouden op N.A.P.-
0,40m
(Delflands P e i l ) .Door
meteorologische invloedenkan
het peil wisselen van N.A.P.-
0,50m
t o t
N.A.P.-
0,25m.
(maalpeil).Het maalpeil k a n op sommige plaatsen van de boezem overschreden worden. B i j de berekening
van
de s t a b i l i t e i tvan
de kade i shiermee rekening gehouden. Hiertoe i s een maatgevende boezemstand bepaald.
Een
verantwoording hiervan i s in hoofdstuk 6 uitgewerkt. De boezem heeft b i j een standvan
N.A.P.-
0,40m
een oppervlaktevan
670 à 680ha.
2.2.2. Mogelijkheden
van
compartimentering.De boezemwateren
rondom
de polder z i j n van de r e s tvan
Delflands boezemt e
scheiden door boezemscheidingen in de Nieuwe Waver, De Zijde, De Harnasch Watering,De
Look Watering en De Gaag. Een extra boezwmscheiding i s gemaakt in de Zuidbuurt n a b i j de Boonervliet ( z i e 2.3.3. ) .2.2.3. Boezempeilverlaging b i j een doorbraak
en
eventuele gevolgen hiervan.Wanneer ervan uitgegaan wordt, dat de gehele polder zal i n u n - deren, d a a l t de boezem 0,75 m. Ook hier wordt uitgegaan van het n i e t gesloten z i j n
van
de boezemkeringen.Deze boezemdal ing kan moei1 i jkheden opleveren
voor
de schepenmet
een grote diepgang.De waterhuishouding van het Westland zal worden verstoord. Zowel lozen a l s inlaten van
water
zal problemen gevenvoor
d i t tuin-bo uwgeb i ed. 2.3.
De
kade.2.3.1. Lengte
van
de kade.De lengte
van
de kade langs de Zuidbuurt i s 925m;
langs de Boonervliet 2,5 km; langs de Bommeer 240 meter.2 . 3 . 2 . Beschrijving
van
de kade
aan
de handvan
de
gemeten dwarsprofielen.De
dwarsprofielen1
t o t
enmet 5
zijngemeten
over de kade langs de Boonervliet,van
het gemaalt o t
deBommeer.
Dwarsprofiel 6 l i g t ophet
stukje kade langs de Bommeer.Dwarsprofiel 8 en 9 liggen beide langs de Boonervliet; de eerste ten zuiden
van
de rijksweg en de tweede ten noorden hiervan. Dezea c h t
profielen vertonen grote gelijkenis.Over
dekade
l a n g s de Zuidbuurt i s één dwarsprofiel gemeten(dwarsprofiel
7 )
(foto 1).De
vorm van
d i t profiel wijkt nagenoeg niet a fvan
de overige profielen ( z i eook
2.3.3.).2.3.3. Beschrijving
van
de kade.De boezemkade langs de Boonervliet i s uniform
van
profiel (foto 2 ) . Dit bleek a l u i t de dwarsprofielen,maar
ook op andere plaatsen komen geen andere profielvormenvoor.
De kade i s geheel bekleedmet
eengrasmat
(foto 3 ) .Het
stukjekade
langs de Bommeer,d a t
qua
profiel hetzelfde i s , heeft een mindergoede
grasmat
(veel onkruid, r i e t , h a k h o u t en dergelijke) (foto 4,5).Op de kruin
van
het kadegedeelte tussen de rijksweg en het gemaal l i g t op de kruinvan
de kade een voet/fietspad, bestaande u i t een enkele r i j betontegels van 0,30m
breedte.Vanaf de boerderij de Vliethoff
t o t
de rijksweg l i g t e rvoor
de kade eenmet
r i e t begroeid vlietlandvan
5.00m
breed (foto 6 ) . Het buitentalud i s van oorsprong onverdedigd (foto 7). maar op vele plaatsen i s puin gestort tegen de golfaanvallen, die veroor-z a a k t
wordendoor
de steeds toenemende pleziervaart (foto 8 ) .Op de hoek
van
de Boonervlieten
de Bommeer i s het buitentalud verdedigddoor
perkoenpal en metdaarvoor
puin.Het buitentalud l i g t onder een helling
van
1:2. Dwarsprofiel 4 i s op een plaats genomen, waar het buitentalud afgekalfd i s . Het binnentalud heeft een hellingvan
1 : 2 à 2:5. Ter plaatsevan
de profielenkomt
alleen b i j profiel 6 een teenslootvoor.
De kruin- hoogte varieërtvan
N.A.P.-
0,lOm
t o t
N.A.P.+
0,lOm.
De hoog-t e
van
profiel 2 l i g t Q P N.A.P. - 0 , l O m , terwijl die van de pro- fielen 5 en 9 op N.A.P. t 0.10 m l i g t . Het buitentalud i s p l a a t - s e l i j k verdedigd met puin d a t t o t enkele meters in de boezem door- l o o p t .die in redelijke
s t a a t
verkeert.Ter
plaatsevan
profiel 6wordt
degrasmat
onderhroken dooron-
kruid en h a k h o u t . B i j de profielen 8 en 9 l i g t e r een voetpad, bestaande u i t betontegel s
,
op de kruin.Dwarsprofiel 7 i s genomen i n het kadegedeelte l a n g s de Z u i d b u u r t . Het binnentalud van d i t profiel i s i e t s s t e i l e r ( 2 : 3 ) . De kruin- hoogte l i g t op ruim N.A.P.+ 0,20
m
en het achterland l i g t op onge- veer N.A.P.-
1,50m.
Dit l a a t s t e i s ook het geval b i j profiel 9 ,terwijl b i j de andere profielen het achterland op N . A . P .
-
2,50 m l i g t .In of b i j de teen
van
de kade langs de Boonervliet i s geen sloot aanwezig. Op de meeste plaatsen i s wel een greppeltje aangebrachtvoor
de afvoer van overtollig kwel- of regenwater. Langs de Bom- meer i saan
de teenvan
de kade wel een s l o o t aanwezig, die echter gedeelte1 i j k dichtgeslibd i s .Op het kadegedeelte langs de Bommeer en de Boonervliet t o t het ge- maal i s op enkele plaatsen kwel geconstateerd.
De kade langs de Zuidbuurt geeft een veel rommeliger beeld. Op de kruin
van
de kade l i g t o p sommige gedeelteneen
0,40m
breedgrindpad en op andere gedeelten een 2,50
m
breed puinpad (foto 9 ) .Over een lengte
van
ongeveer 7,OOm
l i g t e r boezemland met een breedtevan
50m
voor
de kade. Hierop s t a a t op sommige plaatsen bebouwing.Het buitentalud i s onverdedigd, alleen b i j het gemaal i s e r een betonnen damwand aangebracht. Plaatselijk i s e r een teensloot aanwezig
en
deze l i g t dan direct aan de teen. De grasmat waarmee het binnentalud en een gedeelte van het buitentalud i s bedekt, wordt op veel plaatsen onderbroken door h a k h o u t en onkruid.2.3.4. Vreemde objecten.
Zoals reeds i n 2.3.3. is vermeld, bevindt zich op
het
binnentalud en de teenvan
de kade hogebegroeiing,
die een goede groeivan
de
grasmat
onmogelijk maakt.Over de Zuidbuurt 1 iggen een 5 - t a l bruggetjes
naar
boerderijen o fbebouwing, die o p , aan of achter de kade staan. Van deze bruggetjes verkeren e r enkele in slechte s t a a t , terwijl de kruin van de kade t e r p l a a t s e
van
de landhoofden meestal enkele decimeters lager i s .3.
Geschiedenis
en
toekomst.
3.1. Geschiedenis.
Over de
geschiedenisvan de polder en
dekaden
i s weinig bekend. Welkan met
zekerheid worden gezegdd a t
de kade in het verleden nog nooiti s
afgeschoven ofdoorgebroken.
De bema1 ing vond vroeger p l a a t s
door twee
windschepradmol ens. Beide z i j n intussen vervangendoor
gemalenmet
dieselmotoren,gekoppeld
aan
centrifugaalpompen,met
een waterverplaatsingvan
40m
/perm i n u u t
(de zogenaamde Groote molen i n 1873eerst
nog door een stoomschepradgemaal )
.
3
3.2. Toekomst.
Er bestaan
plannenom
de Aal keet-Binnen-en
Aal keet-Buitenpolder a l s recreatiegebied t e bestemmen. Dit p l a ns t a a t
bekend onder denaam
Likkebaard.De polder heeft het plan om de kade langs de Boonervliet, vanaf het gemaal t o t aan de hoek b i j de
Bommeer,
op t e hogen. Ook zal het buitentalud verdedigd worden.Verder
i ser
eentracg
van
een
toekomstigeautoweg
door de pol- der gepland, die via een tunnel door het Scheurnaar
het Bot- lekgebied l o o p t . De aanleg van deze weg was ten t i j d e van de verkenning nog n i e t zeker.4.
Grondonderzoek.
4.1.
Keuze
van
de
te onderzoeken
dwarsprofielen.Bij de keuze
van
de doorhet
L.G.M. t e onderzoeken dwarsprofielen i svan
de volgende gegevens gebruik gemaakt:a.
Een eerder, door hetCentrum
uitgevoerd grondonderzoek i n zes profielen langs de Boonervliet en de Bommeer.b. De resultaten
van
de verkenning (2.3.2.en
2.3.3.).c.
De
geologischeen
bodemkundige informatie over het gebied. Volgenshet
bovenstaande i s de kade in de volgende gedeelten t e splitsen:4.1.1.
De
kade langs de Zuidbuurt heefteen
i e t s wisselend profiel eneen
tamelijk hoog achterland.4.1.2. De kade langs de Boonervliet heeft
overal
nagenoeg hetzelfde pro- f i e l . Het eerder uitgevoerde grondonderzoek wijst u i t d a t de kade ook qua grondsamenstelling n i e t veel i n lengterichting verschilt. Volgensde
geologische beschrijving i sh e t
echter mogelijk d a tenkele
plaatselijke afwijkingen kunnenoptreden
ten
gevolgevan
oude geulen (gevuld
met
grof materiaal), die de kade kruisen. Er i s getracht om één profiel (profiel 9 ) inz o ' n
geul t e onder- zoeken.4.1.3. De kade langs de Bommeer l i j k t qua afmetingen op de kade langs de Boonervliet.
Er
l i g t echter wel een sloot direct aan de teenvan
de kade. De grondsamenstelling
v a n
de kade verschilt ook niet veelvan
die langs de Boonervliet.Omdat reeds een zestal profielen
waren
onderzocht en de kade u n i -form
van
profiel en samenstelling l i j k t ,kon
met
de keuze van nog drie profielen grondonderzoek worden volstaan.Langs de Zuidbuurt werd profiel 7
onderzocht
en profiel 8 en 9langs de Boonervliet.
Het
L.G.M. heeft over d i t onderzoek gerapporteerd in brief CO-21733-0/20, die i n onderstaande hoofdstukken i s verwerkt.4.2. U i t v o e r i n g van h e t grondonderzoek.
4.2.1. Door h e t L.G.M. i s h e t volgende veldwerk uitgevoerd: 3 middelzware sonderingen nos. 7-1, 8 - 1 en 9-1,
8 continuboringen 29 mm nos. 7 - 1 en 7-2, 8 - 1 t o t en met 8-3 en 9 - 1 t o t en met 9-3.
Het aantal en de s i t u e r i n g van deze boringen i n de uitgekozen p r o f i e l e n wordt i n overeenstemming met de afmetingen vastgesteld; i n p r i n c i p e ëën t e r p l a a t s e van de k r u i n van de kade, ëën h a l v e r - wege h e t t a l u d en ëën b i j de teen van de kade.
De continuboringen i n de k r u i n worden met middelzware sonderingen gecombineerd,
Van de continuboringen z i j n i n h e t l a b o r a t o r i u m de volumegewichten p e r h a l v e meter l e n g t e bepaald. Tevens z i j n de grondsoorten beschreven en de b o o r r e s u l t a t e n gefotografeerd. Aan de u i t g e l e g d e en i n de
l e n g t e doorgesneden grondmonsters z i j n met behulp van een hand- penetrometer de vastheden van de d i v e r s e grondlagen gemeten. De penetrometerwaarden ( p ) z i j n g r a f i s c h weergegeven naast de boor- p r o f i e l e n .
De r e s u l t a t e n van de boringen z i j n getekend i n de dwarsprofielen op de b i j l a g e 4D1.
De r e c u l t a t e n van de sonderingen z i j n met de b e t r e f f e n d e boringen op de b i j l a g e n nos. 4S1 t o t en met 4S3 weergegeven, w a a r b i j de gemeten conusweerstanden en de p l a a t s e 1 i j k e w r i jvingsweerstanden i n kg/cm tegen de d i e p t e i n m t e n o p z i c h t e van N.A.P. z i j n u i t - gezet.
De b i j l a g e n nos. 4F1 t o t en met 4F8 bevatten f o t o ' s van de boor- r e c u l t a t e n .
Op b i j l a g e 2 z i j n de boringen ingetekend i n d w a r s p r o f i e l 1 t o t
en met 6. Deze boringen z i j n door h e t Centrum uitgevoerd.
De kade i s (volgens h e t L.G.M.-onderzoek) u i t de volgende m a t e r i a l e n opgebouwd :
De P l e i s t o c e n e zandige f o r m a t i e werd met de uitgevoerde sonderin- gen n i e t b e r e i k t . A l l e d r i e sonderingen moesten t e n gevolge van h e t o v e r s c h r i j d e n van de i n d r i n g c a p a c i t e i t van de sondeerapparatuur worden beëindigd i n h e t zandige gedeel t e van h e t C a l a i s - t r a j e c t op N.A.P.-11 à 12 m.
Uit de sondeerresultaten b l i j k t ,
d a t
debovenkant
van
het meer zandige gedeeltevan
de
Calais-formatieop
ca.
N.A.P.-10m
l i g t . Het topniveauvan
het k l e i t r a j e c tvan
deze formatie werd in de profielennos.
7en
8 op een dieptevan
N.A.P.- 5,50m
bereikt, hetgeen derhalve overeenkomt met de verwachtingen Het p r o f i e lno.
9 bevindt zich d u i d e l i j k in een kreek, d i e l a t e r met f i j nzand
opgevuld werd.Deze
kreek heeft z i c h , zoals u i t de h i e r gemaakte sondering no. 9-1 b l i j k t , ca. 1,50m
i n de kleilaagvan
Calais ingesneden t o t een diepte
van
N.A.P.- 7,OOm.
De laag
van
het Hollandveen werd in a l l e onderzochte pro-f i e l e n over het algemeen vrijwel geheel uitgeschuurd. Voor
zo
ver veen overgebleven i s , i s d i t p l a a t s e l i j k sterk met klei vermengd. De bovenop o f i n de p l a a t s van het veen aangeslibde Duinkerke- Afzettingen z i j n in de profielennos.
7 en 8 door k l e i , of klei met zandlaagjes vertegenwoordigd, en in het profiel no. 9 door f i j nzand.
Wat
de aanwezige dunne veenlaagjes i n de Duinkerke-Afzet- tingen b e t r e f t , k a nhet
veenlaagje in boring 8-1 p l a a t s e l i j k in een komgevormd
z i j n ; de overige veenresten bestaan vermoedelijk u i t verslagen veen.Onder de kruin
van
de kaden i s opgebracht materiaal aanwezig, dat i n het profiel no. 7 u i t zand, en in de profielen nos. 8 en 9 hoofdzakelijk u i t k l e i bestaat.Voor
een nauwkeurig beeld van de grondopbouw wordt verwezen naar de bijlagen.4.2.2.
De
boringen in profiel 1 t o t en met 6 reiken maximaal t o t het niveau waar het Hol landveen kan worden verwacht.Een dik veenpakket van ca. 1,50
m
v i n d t men in boring D van het profiel no. 2. Overigens werden alleen zeer d u n n e , onregelmatig verspreide veenlaagjes aangetroffen òf een veenlaagwerd
j u i s t aangeboord. In a l l e profielenoverheerst
in de boringen onder de kruin zandig materiaal,met
in hetbovenste
gedeelte i e t s puin. De boringen gemaakt op het talud enaan
de teenvan
de kaden ver- tonen hoofdzakel i j k k l e i i g e gronden, plaatse1 i j k met zandlagen of organogene resten.4 . 2 . 3 . Uit de resultaten
van
de onderzochte profielen b l i j k t , dat de kaden een v r i j heterogene opbouw hebben, waarin zowel in dever-
t i c a l e a l s in
de
horizontale r i c h t i n g onderlinge v a r i a t i e s in de lagenvoorkomen.
In a l l e profielen (behalveno.
9 ) overheersen slappe lagen gevormddoor
klei of veen.Over
het algemeen g e l d t ,d a t
in de boringen onder de kruin meerzand
voorkomt,
dani n
de boringen i n het t a l u d of aan de teenvan
dekade.
Volgens sondering
no.
7-1 i s deze zandophoging b i j profiel 7 nog- al losgepakt; de gemeten conusweerstanden liggen tussen 3 en 82
kglcm
.
Een duidelijke afwijking i n de grondopbouw werd in het profiel no. 9 gevonden. In d i t profiel werd
onder
een 1 à 2m
dikke opper- vlakte-kleilaagt o t
een diepte van N.A.P.- 7,OOm
een homogeen zandpakket aangetroffen. De conusweerstandenvan
d i t pakket(een
kreekvulling) lopent o t
maximaal 60 kg/crn op met een gemid- deldewaarde van
20 kg/cm2.In de profielen 1
t o t
en met 6 i sonder
de kruint o t
een variërende dieptevan
1 à 2,5 rnwat
puin aanwezig.I n het kadedeel langs de Bommeer, waarin profiel no. 6 i s gelegen,
werd
kwel geconstateerd.Verder
zoumen
kwelkunnen
verwachten i n de profielennos.
1, 3 en 7 ,waar
onderhet
maaiveld eveneens eendoorlopende
zandige 1 a a gvoorkomt.
2
4.3. Metingen
van het
f r e a t i s c h vlak.In de profielen 2 , 4, 6, 7 , 8 en 9 z i j n open peilbuizen g e p l a a t s t om de hoogte
van
het f r e a t i s c h vlak t e kunnen bepalen. De f r e a t i s c h e l i j n in deze profielen s t a a t in b i j l a g e 2en
3 ingetekend. Boven- dien z i j n in profiel 9 zogenaamde geonor peilbuizen gezet om t e controleren ofhet zandpakket
d i r e c tvan
de boezem u i t wordt ge- ï n f i l t r e e r d . Hiertoe z i j n enkele peilbuizen in het betreffende zandpakket g e p l a a t s t , teneinde de waterdrukken h i e r i n te kunnen v a s t s t e l l e n .De peilbuizen z i j n gedurende ruim twee maanden waargenomen. In d i t t i j d s b e s t e k z i j n gedurende een droge
en
eennatte
periodewaarnemingen verricht. Uit de waarnemingen b l i j k t d a t de f r e a t i s c h e l i j n in de natte periode 0,20 m à 0,40
m
hoger
i s gelegen dan in de droge periode.Voor
de s t a b i l i t e i t s b e r e k e n i n g z i j n de p e i l - buiswaarnemingen u i t de n a t t e periode gebruikt. Uit het grote ver- schil in hoogtevan
het f r e a t i s c h vlakmoet
worden geconcludeerdd a t het belangrijk i s om
t e
wetenwat
voor
invloed een s t i j g i n g van het f r e a t i s c h vlak op de evenwichtsfactor heeft.B i j vergelijking
van
peilgegevensvan
de geonorfilters en de boezemstand i s gebleken, d a t e r geen d i r e c t e v e r b i n d i n gvan
hetzandpakket
met de boezembestaat.
4.4.
Keuzevan
de profielen stabiliteitsonderzoek.De opgemeten en bemonsterde profielen tonen, behalve
no.
9 ,onderling grote gelijkenis. Geen
van
a l l e i s uitgesproken s l e c h t te noemen; de binnentaludhellingen z i j n echter tamelijk s t e i lzo-
dat het raadzaam voorkomt tenminste één profiel aan eenstabiliteitsonderzoek t e onderwerpen. Gezien de tamelijk g e l i j k - matige grondgesteldheid l i g t het
voor
de
hand een profiel t ekiezen met een s t e i l binnentalud en een r e l a t i e f diep achterland. Het bovenstaande i n aanmerking genomen, komt p r o f i e l 2 het meest
voor
een stabiliteitsonderzoek in aanmerking.5. Geologie.
In
h u n
brief CO-21733-0/20 geeft het L.G.M. de volgende geologische beschrijvingvan
het gebied,waarin
de polder gelegen i s :Voor de navolgende beschrijving van de polder in het jongste deel
van
het Kwartair ( l a a t Pleistoceenen
Holoceen) i s gebruikgemaakt
van de Geologische Kaartvan
Nederlandno.
37 kwart- bladen It / m
IV, de door Dr.A.W. Vlam opgestelde ''Geulenkaartvan
h e t Westland" (1945) en het door Dr.Ir. W.J. van Liere gepubliceer- de boek "De bodemgesteldheid van het Westland" (1948).
Het
l a a t s t e deelvan
de Pleistocene sedimentatiewordt
gevormddoor
de f l u v i a t i e l e sedimenten van de Kreftenheije formatie. Het topniveau van deze rivier-afzettingen l i g top
ca. N . A . P .-
0,20m.
De
Holocene laagopbouw i n de polderbestaat
in principe u i t tweemariene laagpakketten gescheiden door een veenlaag.
In de e e r s t e periode
van
de zeespiegelrijzing ontstonden de f i j n -zandige en k l e i i g e afzettingen van de Calais-formatie, waarvan de bovenkant op N.A.P.-5 à 6
m
l i g t .De
verlaging van de zeespiegel en de verbeteringvan
het klimaat hadden veenvorming t o t gevolg. Het aldus gevormde veenpakket wordthet
Hollandveen genoemd.Omstreeks het begin van onze j a a r t e l l i n g drong de zee weer binnen en doodde de plantengroei. Bij deze overstromingen werden door de
kracht
van
eben
vloed in het veen geulen uitgeschuurd.De
enkele smallere geulen, die in een meer d i r e c t e verbinding stonden met de open zee, en waarin de eb- en vloedbewegingenhet
s t e r k s t optraden, sneden zich door het veen heen t o t in de Afzettingen
van
Calais.Het
verloopva n
deze vloedkreken verspreidde zich zeer onregel- matig over het l a n d . De f i j n e r e sedimenten werden boven ophet
veen afgezet, terwijl langs de geulen de meer zandige delen ge- sedimenteerd werden. De veenloze kreken z i j n
na
verloop van t i j d weer volgeslibd metzand
en k l e i , waarin verslagen veen kan voor-komen.
Deze zeespiegelrijzing verliep in een aantal aparte fasen,
waarvan
de sedimenten
onder
denaam
Duinkerke-Afzettingen samengevatwor-
den.
Na
de e e r s t e van deze fasen kan p l a a t s e l i j k in kommen weerHet laatste deel van de geologische geschiedenis ontwikkelde zich
meestal onder menselijke
of
atmosferische invloeden. Door
hun
werkingen kunnen de bovenste lagen
van
de
laatst ontstane mariene
afzettingen evenals het veenpakket, wat de kwaliteit en de
continuiteit betreft,
vrijsterk aangetast
zijn.Deze mogelijke
plaatselijke afwijkingen van de laagopbouw
zijnniet op het
schematisch profiel (bijlage
4K1)aangegeven, omdat het in ver-
band met het onvoldoende aantal beschikbare gegevens onmogelijk
is een gedetailleerd beeld te reconstrueren.
6. Maatgevende boezemstand.
In
rapport
S 71.095-2van het
Centrum
i seen
beschouwing gegeven overhet
voorkomen
van
een boezemstand, die a l s maatgevend mag worden gezien. Uit d i t rapport b l i j k t d a t een boezemstandvan
N.A.P.
-
0,15m
in de meeste gevallena l s
maatgevend
kanworden
aangenomen.
In
het
gevalvan
de Aalkeet-Buitenpolder b l i j k t d a t het boezem- gemaalaan
het eindevan
de Boonervlietgrote
invloed heeft op h e t p e i l . Volgens een berekening van het WaterloopkundigLaboratorium
kan
de boezemstand b i j een buivan
48,2mm
per 24uur
op N.A.P.-
0,40m
(=boezempeil) worden gehouden.Door opwaaiing
kan
het peil b i j deBommeer, door
een
zuidwester storm meteen
windsnelheidvan
20m/s
p a r a l l e l aan de asvan
de boezem,t o t
N.A.P.-
0,27m
oplopen.Bij de s t a b i l i t e i t s b e r e k e n i n g i s een peil van N.A.P. - 0,25
rn
a l s maatgevend beschouwd.7.
Stabil iteitsonderzoek.
In hoofdstuk
4.4.is een motivering gegeven
van
de keuze van
profiel 2, waarin een stabiliteitsonderzoek is gewenst. Een
beschrijving
van
het onderzoek en de resultaten
zijnin
rapport
CO-21733-0-1 gegeven. Dit rapport is
al sbijlage
5toegevoegd.
Uit de stabiliteitsberekening blijkt dat de stabiliteit
van
het
onderzochte profiel juist voldoende is, Een stijging van het
freatisch vlak heeft nagenoeg geen invloed
opde evenwichts-
factor.
8 . Beoordeling
van
de veiligheidvan
de gehelekade.
Uit
de
hoofdstukken 2t o t
enmet
7kan het
volgendeworden
geconcl udeerd over de vei 1 i ghei d
van
de kade:8.1. De kade langs de Boonervliet en de Bommeer heeft over z i j n gehele lengte hetzelfde p r o f i e l .
Qua
grondopbouw v e r s c h i l t het materiaal d i r e c t onderde
kruin in lengterichting.Het
bestaat meestal u i t klei waarvan het zandgehal t e v a r i e e r t .De
dieper gelegen lagen z i j n echter wel van dezelfde samenstelling. Uit de s t a b i l i t e i t s - berekening b l i j k t d a t het g l i j v l a k j u i s tdoor
deze diepe lagenl o o p t .
Profiel 2 kan vanwege z i j n
vorm
en
grondsamenstelling a l s re- presentatiefvoor
de gehele kade worden gezien.De
berekendes t a b i l i t e i t van d i t profiel voldoet j u i s t aan de eisen d i e aan de grootte
van
de evenwichtsfactor moeten worden gesteld. Tevens i s u i thet
onderzoek gebleken d a t de groottevan
de evenwichts- f a c t o r in d i t geval grotendeels wordt bepaald door de cohesie in de lagen, terwijlook
de hoge9'-waarden
i n de diepere lageneen
gunstige uitwerking hebben op de evenwichtsfactor.Uit een s t a b i l i t e i t s b e r e k e n i n g b l i j k t d a t daling
van
de cohesie met 25% s l e c h t s een geringe daling geeftvan
de evenwichtsfactor.Indien de cohesie i n lengterichting van de kade minder zou z i j n dan in profiel 2 , dan l i j k t de daling
van
de evenwichtsfactor n i e t zodanig dat e r verder onderzoekzou
moeten worden uitgevoerd.De
kade kan dus j u i s t a l s v e i l i g worden aangemerkt.De veiligheid van de kade kan hier echter door twee oorzaken wor- den verminderd. Het l i j k t gezien de n i e t overmatige s t a b i l i t e i t
van
de kade, raadzaam aan de volgende punten de nodige aandacht t e schenken:a .
Devaak
dode begroeiing op de kade d i e een goede grasgroei onmogelijkmaakt en
daardoor e r o s i e vanhet
v r i js t e i l e
binnentalud bevordert.
b. De invloed
van
de pleziervaart, zoals haalgolven, afmerentegen de kade en r e c r e a t i e op de kade i s n i e t bevorderlijk
voor
de veiligheid.
Een
aantastingvan
de oeveren
grasmat z i j n de schadelijke gevolgen hiervan.8.2. De kade langs de Zuidbuurt ten westen
van
de beweegbare boezem- kering heeft een i e t s s t e i l e r binnentalud dan de kade langs de Boonervliet. Het achterland l i g t echter op een hoger niveau. De grondsamenstelling verschilt nietvan
dievan
de kade langs de Boonervliet. Het l i g t daarom in de verwachting d a t des t a b i l i t e i t
van
de kade niet minder behoeft t e worden geacht. De r e s t van de kade vertoont echter een heel ander beeld. Devorm
van de kade verschilt van plaats t o t plaats. Ook zijn de afmetingen geringer dan over het eerstgenoemde deel. Geziende resultaten
van
het uitgevoerde stabiliteitsonderzoek langsde Boonervliet mag worden verwacht d a t de veiligheid a l s onvol- doende kan worden beschouwd,
9. Samenvatting.
9.1. Er i s een
onderzoek
ingesteld naar de veiligheidvan
de boezem- kade van de Aalkeet-Buitenpolder (395 ha). De kade l i g t langs de Bommeer, de Eoonervliet en de Zuidbuurt en heeft een t o t a l e lengte van ongeveer 3,5 km.De kade beschermt een g r o o t , tamelijk diepgelegen agrarisch ge- bied met daarin enige bebouwing en de rijksweg E-36. Tevens wordt een groot achterliggend gebied met een gedeelte van de gemeente Vlaardingen beschermd.
9.2. De kade langs de Bommeer en de'Boonervliet heeft over de gehele lengte hetzelfde profiel (kruinbreedte 1,30
m ;
kruinhoogte onge- veer N . A . P . ; helling binnentalud 1:2 à 2:5). De kade i s bijna volledig u i t klei opgebouwd, d i e onder de kruin in minder of meerdere mate met zand i s vermengd. Op sommige plaatsen komt een dunne veenlaag voor.Een s t a b i l iteitsonderzoek heeft uitgewezen d a t de kade j u i s t voldoende veiligheid tegen afschuiven bezit. De berekende mini-
mum
evenwichtsfactor i s 1,33. Het i s , gezien de geringe over- maat aan s t a b i l i t e i t , aan t e bevelen de nodige aandacht t eschenken aan onderstaande factoren d i e h i e r de veiligheid benadelen: a . De pleziervaart t a s t de oevers a a n (haalgolven en afmeren).
Tevens wordt de grasmat b i j de Bommeer beschadigd door r e c r e a t i e op de kade.
b. De vaak in s l e c h t e s t a a t verkerende hoge beplanting op de kade langs de Bommeer h o u d t een goede grasgroei tegen. Dit kan, ge- zien het s t e i l e t a l u d , gemakkelijk e r o s i e ten gevolg hebben. 9.3. De kade l a n g s de Zuidbuurt ten westen van de beweegbare boezemaf-
s l u i t i n g heeft nagenoeg dezelfde afmetingen a l s d i e langs de Boonervl i e t . Ook de grondsamenstelling i s vergelijkbaar.
De
kade kan daarom ookzonder meer a l s v e i l i g worden aangemerkt, t e meer daar het maai- veld op een i e t s hoger niveau l i g t .
De r e s t van de kade vertoont een veel s l e c h t e r beeld. Ze heeft zeer geringe afmetingen en v e r s c h i l t van p l a a t s