De zaak Van der Kloes
laat-negentiende-eeuws mortelonderzoek in Delft
Quist, Wido
Publication date 2016
Document Version Final published version Published in
TNO – NVMz studiedag
Citation (APA)
Quist, W. (2016). De zaak Van der Kloes: laat-negentiende-eeuws mortelonderzoek in Delft. In TNO – NVMz studiedag : Mortels technisch en bouwhistorisch bekeken (pp. 64-73)
Important note
To cite this publication, please use the final published version (if applicable). Please check the document version above.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy
Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim.
This work is downloaded from Delft University of Technology.
64
De zaak Van der Kloes: Laat-negentiende-eeuws mortelonderzoek in
Delft
Wido J. Quist
Faculteit Bouwkunde, TU Delft
In 1882 werd Jacobus Alida van der Kloes (1845-1935) benoemt als leraar
bouwstoffen aan de toenmalige Polytechnische School (P.S.) in Delft. Met de
overgang van P.S. naar Technische Hoogeschool (T.H.) in 1905 werd Van der
Kloes gepromoveerd tot hoogleraar. Hij bleef de leerstoel
Kennis en onderzoek
der Bouwstoffen
bezetten tot aan zijn pensionering in 1915. Prof. Van der Kloes
is vooral bekend van zijn magnum opus
Onze Bouwmaterialen
, dat in 1893 zijn
eerste druk beleefde. Dit meer dan 1000 pagina’s tellende volume kreeg een
tweede – bewerkte - druk in 1908 en een derde – bewerkte – druk in 1923-1925.
De tweede en derde druk van
Onze Bouwmaterialen
waren niet meer in één
band gebonden, maar gescheiden naar onderwerp gebonden in 6 volumes. In
vele architectuurhistorische en bouwhistorische boeken en rapporten wordt
gerefereerd aan Van der Kloes in algemene termen als autoriteit op het gebied
van bouwmaterialen aan het einde van de negentiende en het begin van de
twintigste eeuw. Minder bekend is Van der Kloes’ internationale carrière en dat
deze vooral gebaseerd was op onderzoek naar metselmortels.
In deze bijdrage wordt allereerst ingegaan op de persoon Van der Kloes en de
context van de P.S. en T.H. waarin hij werkzaam was en daarna wordt dieper in
gegaan op zijn (laboratorium)onderzoek naar mortels en de stelling(en) die hij
hierover nationaal en internationaal innam.
2Korte biografie
Jacobus Alida van der Kloes (Fig. 1) is op drie juni 1845 geboren te Doesburg en,
bijna negentig jaar oud, op dertien januari 1935 overleden in Delft. Hij trouwde
in 1873 met Clasina Jacoba Brouwer in Bolsward. Ze kregen drie kinderen die
allen in Dordrecht geboren werden (Louize Maria, 1874; Constantina Elizabeth,
1876; Jan, 1877).
Volgens Tjaden (1925, p. 214) bereide Van der Kloes zich naast het Gymnasium
voor om daarna aan de P.S. te gaan studeren. Vermoedelijk deed hij dit – zoals
vele van zijn tijdgenoten – door het volgen van tekenlessen in de avonduren. Na
het behalen van zijn diploma ging hij echter niet in Delft studeren, maar ging hij
werken bij Staatsspoorwegen. Hier werd hij binnen een jaar gepromoveerd tot
'opzigter 5
eklasse’ (anoniem 1864) en werd hij naar Wijhe gestuurd om daar
leiding te geven aan de constructie van de spoorlijn. Hierna werkte hij in Hengelo
2 Deze bijdrage is een gedeeltelijke vertaling en bewerking van “J.A. van der Kloes (1845-1935. A professional biography of the first Dutch Professor in Building Materials.” Dat tijdens het 5th International Congres on Construction History in juni zal worden gepresenteerd in Chicago.
65
aan de tekeningen en de realisatie van het eerste fabrieksgebouw van Stork, in
Voorschoten aan de dorpskerk en in Amsterdam aan het Noordzeekanaal. In
1871 werd hij benoemd tot gemeentearchitect te Bolsward (anoniem 1871) en in
1873 werd hij directeur van Publieke Werken te Dordrecht (anoniem 1873). In
Dordrecht was hij in ieder geval betrokken bij de bouw van een ziekenhuis, het
plaatselijk gymnasium en de watertoren (Van der Kloes 1878ab, 1881).
Fig. 1. J.A. van der Kloes in 1895 (Uit: anoniem 1895), 1905 (Uit: P.S. 1905) en 1925
(Uit: Tjaden 1925).
Op 1 augustus 1882 werd Van der Kloes aan de P.S. benoemt tot leraar der
bouwstoffen. Blijkbaar had het veel tijd en moeite gekost om deze positie te
creëren, want prof. G.J. Morré schreef in zijn jaarverslag over 1870-1872 al dat
hij graag een dergelijke positie zou willen hebben binnen de afdeling Bouwkunde
(Annema 1973). Met de overgang van P.S. naar Technische Hoogeschool (T.H.)
werd Van der Kloes gepromoveerd tot hoogleraar. Hij bleef de leerstoel
Kennis
en onderzoek der Bouwstoffen
bezetten tot aan zijn pensionering in 1915. Hij
werd opgevolgd door prof. Chr. K. Visser, voormalig onderdirecteur van de
afdeling publieke werken te Amsterdam. Ondanks dat hij was gepensioneerd was
Van der Kloes volgens Tjaden (1925) tot aan zijn tachtigste verjaardag nog
dagelijks in het laboratorium te vinden.
Kennis en onderzoek van bouwstoffen
Toen Van der Kloes in 1882 werd aangesteld werd er aan de P.S. opgeleid tot 6
diploma’s: technologie civiele techniek, bouwkunde, scheepsbouwkunde,
werktuigbouwkunde en mijnbouwkunde (Westendorp et al. 1930, p. 11).
Organisatorisch behoorde de leerstoel
Kennis der bouwstoffen
bij Bouwkunde,
maar Van der Kloes gaf ook les aan studenten van de andere richtingen. In 1882
waren de colleges van Van der Kloes onderdeel van de examens B1 (steen, hout,
rijshout, riet en stro) en B2 (metalen, glas, metselspeciën en mortels,
stukadoorwerk en diverse andere materialen) en C1 (riolering, waterleidingen,
66
bekeken blijkt dat de inhoud van de vakken en de positie daarvan in het
curriculum nauwelijks veranderde tot 1905.
Fig. 2. Plattegrond (boven) en luchtfoto (onder) van het T.H.-complex in de binnenstad
van Delft (Uit: NL-HaNA, TH Delft tot 1956, 3.12.08.01).
Aan het einde van de 19
eeeuw was het onderwijs en onderzoek aan de P.S.
geconcentreerd in een aantal gebouwen aan de Oude Delft en de Westvest in de
historische binnenstad van Delft. De situatie aldaar wordt door Van der Kloes zelf
treffend beschreven in het Gedenkschrift van de Koninklijke Akademie en van de
Polytechnische School 1842-1905:
'Tot college-zaal werd een zolder bestemd met
aangestreken pannendak, slecht verlicht en 62 treden hoog gelegen. Deze werd
voorzien van daklicht, een glazen plafond en een beschieting, het beloop der
PILIBERT-gebinten volgende. Het lokaal kreeg daardoor het aanzien van een
67
omgekeerde schuit en den bijnaam van De Adder, naar het in die dagen
verongelukte pantserschip van denzelfden naam. Een afgeschoten voorportaal
zou dienen tot berging van monsters en andere hulpmiddelen bij het onderwijs
en het verrichten van proeven; het bleek voor het laatste weldra ten eenenmale
ongeschikt.
Toch duurde het eenige jaren, er met knijptang en schroeven de middelen
loskwamen om op de binnenplaats achter het hoofdgebouw een kleine
werkplaats te bouwen, 6 bij 8 M. groot. Steenen en pannen daartoe werden door
belangstellende fabrikanten om niet geschonken.
De Afdeeling, het stiefkind er P.S., groeide intusschen na de eerste moeilijke
jaren gestadig tegen de verdrukking in. Het onderwijs kwam meer en meer op
hechter grondslagen te staan; de verzameling bouwstoffen, met zoo goed als
niets begonnen, bereidde zich altijd door uit. Nu en dan kon de een of andere
toestel voor proeven worden aangeschaft, soms ten deele op crediet, als het
jaarfonds niet geheel toereikend bleek; zelfs kwam er electrische beweegkracht
in het werkplaatsje.
Onderwijs en onderzoek bleven zich voortdurend aan de practijk der
bouwvakken aansluiten. De proefnemingen hadden hoofdzakelijk betrekking op
mortels en metselwerk, op bereiding van hout tegen bederf, op herkenning der
houtsoorten onder den mikroskoop enz. Vele proeven bleven achterwege of
werden gestaakt door gebrek aan help; immers tot voor korten tijd bleef een
vaste bediende in de Afdeeling tot de vrome wenschen behooren.
De college-zolder bleef altijd door (ruim 22 jaren) in gebruik, doch ten slotte
nam de belangstelling, d.w.z. het aantal toehoorders, op zoo onrustbare wijze
toe, dat verandering niet lang meer uit kon blijven.
Niettegenstaande het geheele beschikbare oppervlak met banken en tafels
was bezet en planken en stoelen de looppaden versperden, moesten zij, die het
laats kwamen, zich tevreden stellen met een plaats buiten de open deur der
‘zaal’. Doch als de nood op het hoogst is, is redding nabij! Gelukkig verhuisde de
Afdeeling Natuurkunde en Electrotechniek in 1904 naar betere lokalen en kon de
Kennis en het Onderzoek der Bouwstoffen de ledige plaats innemen.'
68
Fig. 3. a. Het laboratorium voor kennis en onderzoek van bouwmaterialen op de
binnenplaats van het TH-complex; b. Het interieur van het laboratorium; c. De
houtcollectie in de hal voor de collegezaal; d. Collegezaal nr. 16 voor bouwmaterialen.
(Uit: P.S. 1905).
Met de overgang van Polytechnische School naar Technische Hoogeschool wordt
de afdeling bouwstoffen verder bestuurlijk verzelfstandigd en wordt deze
gekoppeld aan civiele techniek in plaats van bouwkunde. De afdeling blijft tot
1917 in de binnenstad van Delft waarna het verhuist naar een semipermanent
gebouw aan de Mijnbouwstraat. Deze verhuizing vond plaats onder prof. Chr. K.
Visser, de opvolger van prof. Van der Kloes.
Mortelonderzoek
Vanaf zijn aanstelling aan de P.S. te Delft doet Van der Kloes vele mechanische
en chemische proeven op mortels en mortelbestanddelen. Hij publiceert hier
regelmatig over in
De Ambachtsman
. In de eerste druk van
Onze
Bouwmaterialen
wordt voor het eerst een samenhangend geheel gepresenteerd
dat alle grondstoffen voor mortels behandeld; hoe ze gemaakt worden; wat hun
kenmerken zijn en hoe ze samengesteld zouden moeten worden tot mortels.
Hierin klinkt reeds de opvatting van Van der Kloes door dat de meeste
mengverhoudingen zoals die op dat moment worden voorgeschreven, niet juist
zijn. Naar de mening van Van der Kloes zijn de meeste van deze mortels te vet,
wat leidt tot
muurkanker
.
69
Fig. 4. Apparaten voor mechanische beproeving van mortelmonsters uit het laboratorium
van Van der Kloes (Uit: Onze Bouwmaterialen 1893).
In 1909 presenteert Van der Kloes tijdens het 5e internationale congres van het
Internationalen Verbandes für die Materialprüfungen der Technik in Kopenhagen
een paper, getiteld
Die Folgen des Gebraugs unrichtig zusammengesetzter Mörtel
waarin hij de problematiek van mortelsamenstellingen internationaal aan de orde
stelt. Dit heeft tot gevolg dat er een internationale commissie wordt
samengesteld die dit thema verder gaat onderzoeken. Uit diverse verslagen van
deze werkgroep en artikelen in tijdschriften blijkt dat velen een andere mening
zijn toegedaan dan Van der Kloes, maar eigenwijs als hij was lijkt Van der Kloes
hier geen gehoor aan te geven. In het voorwoord bij het mortel-deel uit de derde
druk van
Onze Bouwmaterialen
schrijft Van der Kloes dat de commissie niet echt
goed heeft gefunctioneerd. Waar dat aan lag geeft hij niet aan, maar
vermoedelijk heeft dat zeker te maken met de halsstarrigheid van prof. Van der
Kloes. De voorschriften voor wat, volgens Van der Kloes, goede mortels zijn
veranderen niet sinds het einde van de negentiende eeuw.
Van der Kloes is een zeer sterk voorstander van het gebruikt van tras, omdat het
gebruik van cement in veel gevallen in zijn ogen niet beter is en, door bijmenging
van kalk voor de verwerkbaarheid, vaak leidt tot ongewenste uitbloei. Dit komt
onder andere terug in zijn ‘adviseurschap’ bij de Moeria-tras exploitatie
maatschappij en de samenwerking met Van der Wallen, een chemicus uit Den
Briel om een
schelpkalktrasmeel
op de markt te brengen.
70
Tijdens de presentatie zal verder worden ingegaan op het nationale en
internationale belang van het mortelonderzoek van Van der Kloes en de
argumenten die hij gebruikt om zijn beweringen kracht bij te zetten.
Fig. 5. Mengverhoudingen voor metselmortels met tras en/of cement volgens Van der
Kloes (Uit: Haverkamp 1922).
Referenties
anoniem, 1864. Binnenland. Algemeen Handelsblad, 5 september 1864, p. 10. anoniem, 1871. Het nieuws van den dag: kleine courant, 15 maart 1871, p. 2. anoniem, 1873. De Standaard, 10 april 1873, p. 2.
anoniem, 1895. De Polytechnische School; album bevattende de portretten der docenten en afbeeldingen van gebouwen, laboratoria, teekenzalen, enz, Delft.
Annema, W., 1973. De huisvesting van de Afdeling Bouwkunde aan de TH te Delft vanaf 1843-1971; een bijdrage tot de geschiedenis van de Technische Hogeschool te Delft; Huis Bouwkunde, TH Delft.
Kloes, J.A. van der, 1878a. De gemeentewerken te Dordrecht. I – De waterverversching. Bouwkundige Bijdragen 1878(24):1-32 + 5 platen.
Kloes, J.A. van der, 1878b. De gemeentewerken van Dordrecht. II – Het ziekenhuis. Bouwkundige Bijdragen 1878(24):209-238 + 6 platen.
Kloes, J.A. van der, 1881. De gemeentewerken te Dordrecht. V – Het Gymnasium. Bouwkundige Bijdragen 1881(26):175-186 + 4 platen.
Kloes, J.A., van der, 1893. Onze bouwmaterialen, Maassluis Van der Endt.
Kloes, J.A., van der, 1905. De afdeeling kennis en onderzoek van bouwstoffen. In: Polytechnische School, Polytechnische School, Gedenkschrift van de Koninklijke Akademie en van de Polytechnische school 1842-1905; samengesteld ter gelegenheid van de oprichting der Technische Hoogeschool, 188-192.
71
Polytechnische School (PS), 1905. Gedenkschrift van de Koninklijke Akademie en van de Polytechnische school 1842-1905; samengesteld ter gelegenheid van de oprichting der Technische Hoogeschool, Delft.
Tjaden, M.E.H., 1925. Ter eere van den 80sten verjaardag van professor J.A. van der Kloes. Het Bouwbedrijf, 1925(2) (6):213-219
Archieven
Nationaal Archief Den Haag. Technische Hogeschool Delft, 1841-1956, toegang nummer 3.12.08.01.
Bijlage: Bibliografie J.A. Van der Kloes
Vertalingen
Kloes, J.A. van der, Gevoelen van professor Dove. Over hetgeen bij de stichting van een nieuwen dom te Berlijn is in acht te nemen, met betrekking tot de akoustiek. In: Bouwkundige Bijdragen, 1871(18), p. 325-332. Translated from the German original in Zeitschrift fur Bauwesen, 1871.
Kloes, J.A. van der, Over de magt der ruimte in de bouwkunst. In: Bouwkundige Bijdragen, 1871(18), p. 135-152. Translated from the German original by R. Lucae in Zeitschrift fur Bauwesen, 1869.
Kloes, J.A. van der, Over den gebakken steen. In: Bouwkundige Bijdragen 1879(25), p. 101-236. Translated and adapted from the German original by R. Neumann, in Zeitschrift fur Bauwesen, 1876, 1877, 178.
Architectuur en bouwen
Kloes, J.A. van der, Hernieuwing der hervormde kerk te Voorschoten. In: Bouwkundige Bijdragen, 1872(19), p. 37-46 + 2 plates. (article dated 14 september 1868).
Kloes, J.A. van der, De gemeentewerken te Dordrecht. I – De waterverversching. In: Bouwkundige Bijdragen 1878(24) p. 1-32 + 5 plates.
Kloes, J.A. van der, De gemeentewerken van Dordrecht. II – Het ziekenhuis. In: Bouwkundige Bijdragen 1878(24) p. 209-238 + 6 plates.
Kloes, J.A. van der, De gemeentewerken te Dordrecht. III – De verschwaterleiding de Polderstad. In: Bouwkundige Bijdragen 1881(26) p. 13-22 + 2 plates.
Kloes, J.A. van der, De gemeentewerken te Dordrecht. IV – De vernieuwing der Roobrug. In: Bouwkundige Bijdragen 1881(26) p. 53-58 + 2 plates.
Kloes, J.A. van der, De gemeentewerken te Dordrecht. V – Het Gymnasium. In: Bouwkundige Bijdragen 1881(26) p. 175-186 + 4 plates.
Rioleringen
Kloes, J.A. van der, Het Liernurstelsel te Dordrecht. In: De opmerker 1875(10), nr. 45, p. 1. Kloes, J.A. van der, Verslag van den stand der fecaliënquaestie en der gemeentereiniging der
gemeente Dordrecht op 1 juli 1876, 1 jan. 1877, 1 jan. 1879, Dordrecht, 1876-1879. Shortened versions of the above mentioned reports have also been published in ‘De Opmerker’: Kloes, J.A. van der, Verslag van den stand der fecaliënquaestie en der gemeentereiniging in de
gemeente Dordrecht, op 1 juli 1876. In: De Opmerker, 1876(11), nr. 46, p. 1-2.
Kloes, J.A. van der, Verslag van den stand der fecaliënquaestie en der gemeentereiniging in de gemeente Dordrecht, op 1 januari 1877. In: De Opmerker, 1877(12), nr. 18, p. 1-2. Kloes, J.A. van der, Verslag van den stand der fecaliënquaestie en der gemeentereiniging in de
gemeente Dordrecht, op 1 januari 1879. In: De Opmerker, 1879(14), nr. 6, p. 1-2. Kloes, J.A. van der, De rioleering van Memphis en het nieuwe riolenplan te Dordrecht, Dordrecht,
72
Kloes, J.A. van der, De theorie van C. von Naegeli in verband met de faecalienkwestie in Nederland, Delft, 1884.
Voorschriften
Kloes, J.A. van der, Algemeene voorschriften voor de levering en keuring van bouwstoffen en voor de uitvoering en het onderhoud van bouwwerken, opgesteld voor en met medewerking van het genootsch. "Architectura et Amicitia", Leiden, 18941, 19082. Bouwen in de koloniën
Kloes, J.A. van der, Het bouwen in overzeesche gewesten. Afd. 1. Gewinnen, bereiden, aanschaffen en verwerken van bouwstoffen, Leiden Brill 18971, 19052.
Kloes, J.A. van der, Het bouwen in overzeesche gewesten. Afd. 3. Onderwerpen uit den huizenbouw, Leiden Brill 18991, 19062.
Kloes, J.A. van der, Het bouwen in overzeesche gewesten. Afd. 2. Onderwerpen uit de weg- en waterbouwkunde, Leiden Brill 18991, 19062.
Handleidingen
Kloes, J.A. van der, Handleiding voor den metselaar, tevens bevattende eenige aanwijzingen voor den stukadoor, Leiden Brill, 18991, 19022, 19053, 19084, 19135, 19186, 19237. Kloes, J.A. van der, Handleiding (voornamelijk tot zelfonderricht) voor den timmerman, Leiden
Brill 19011, 19052, 19093, 19144, 19195, 19286.
Kloes, J.A. van der & Risch Czn, J.Z, Handleiding voor den metaalbewerker, in 't bijzonder voor den smid, Leiden Brill. 19031, 19082, 19143, 19234.
Kloes, J.A. van der & Beek, D. van der, Handleiding voor den verver en glazenmaker, Leiden Brill. 19031, 19082, 19163, 19284.
Kloes, J.A. van der & Helden, G. van, Handleiding voor den wagenmaker, Leiden Brill 1907. Kloes, J.A. van der, Anleitung für den maurer, zugleich einige anweisungen enth. für den
betonarbeiter und putzer, Berlin, 1913.
Kloes, J.A. van der, A manual for masons, bricklayers, concrete workers and plasterers. Revised and adapted to the requirements of British and American readers by A.B. Searle, London, 1914.
Bouwmaterialen
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen, Maassluis Van der Endt 1893.
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – I Natuursteen, Maassluis Van der Endt 1908. Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – II Kunststeen, Maassluis Van der Endt 1908. Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – III Mortels en beton, Maassluis Van der Endt 1908. Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – IV Hout en andere plantaardige materiale. Isoleer- en
pakkingstoffen, Maassluis Van der Endt 1908.
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – V Metalen, Maassluis Van der Endt 1908.
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – VI Glas Verfwaren Behangsels, Maassluis Van der Endt 1908.
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – I Natuursteen, Amsterdam Veen, 1923. Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – II Kunststeen, Amsterdam Veen, 1923. Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – III Mortels en beton, Amsterdam Veen, 1924.
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – IV Hout en andere plantaardige materialen, Amsterdam Veen, 1925.
Kloes, J.A. van der, Onze Bouwmaterialen – V Metalen, Amsterdam Veen, 1925
Kloes, J.A. van der, Onze bouwmaterialen – VI Glas, verfwaren, behangsels, isoleer- en pakkingstoffen, beproevingstoestellen en het gebruik daarvan, Amsterdam Veen, 1926.
73
Mortels en tras
Kloes, J.A. van der, Zusammensetzung, Bereitung und Gebrauch von Mörteln. In Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1900(5), nr. 8, p. 119-121; 1900(5), nr. 9, p. 136-138 & 1900(5), nr. 10, p. 153-155.
Kloes, J.A. van der, Tras en zeewater, Amsterdam, 1906.
Kloes, J.A. van der, Trass und Meerwasser. Trass et eau de mer. In: Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1906(11), nr. 3, p. 41-48 & 1906(11), nr. 4, p. 53-59.
Kloes, J.A. van der, Tras und meerwasser (trass et eau de mer) sonder abdr. aus der "baumaterialienkunde" xi jahrg. heft 3 und 4, Stuttgart, 1906.
Kloes, J. A. van der, The Consequences of the use of mortar of improper composition. In Proceedings of the fifth congress of the International Association for Testing Materials, 1909, p. 127-128
Kloes, J.A. van der, Die Folgen des Gebrauchs unrichtig zusammengesetzter Mörtel. Vortrag gehalten am 9. September 1909 auf der Kopenhagener fünften Hauptversammlung des Internationalen Verbandes für die Materialprüfungen der Technik. In: Zentrallblatt der Bauverwaltung 1909(29), nr. 82, p. 537-539; nr. 90, p. 586-587; nr. 91, p. 595-596 & nr. 92, p. 639. With comments by Dombaumeister Hertel & A. Hambloch.
Kloes, J.A. van der, Nieuwste onderzoekingen omtrent schelpkalk, Amsterdam Rossen, 1910. Kloes, J.A. van der, Die Folgen des gebrauchsunrichtig zusammengesetzter Mörtel, Leipzig
Baumaterialien-Markt, 1911.
Kloes, J.A. van der, Les conséquences de l'usage des mortiers mal composés, Paris Revue des materiaux de construction et de travaux publics, 1912.
Kloes, J. A. van der, Influence of the composition of mortar and the quality of the stones upon the durability of masonry. Preliminary report drawn up by the Chiarman of the Committee 50. In: Proceedings of the sixth International Congres of the International Association for Testing Materials, 1912, paper XIX3.
Kloes, J. A. van der, Natuur-en Scheikunde in het Metselvak. In: Chemisch Weekblad, 1913(10), p. 402.
Diversen
Druiding, A. & Kloes, J.A. van der, Eenige gegevens voor het ontwerpen en inrigten van gebouwen voor lager onderwijs en gymnastiek. In: Bouwkundige bijdragen 1870(17), p. 113-156 met 15 platen.
Kloes, J.A. van der, Schleif- oder Abnützungsproben. In Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1901(6), nr. 1/2, p. 10-12.
Kloes, J.A. van der, Was wissen wer eigentlich vom Kreosotieren des Holzes? In: Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1902(7), nr. 1/2, p. 21-24; 1902(7), nr. 5, p. 72-75 & 1902(7), nr. 6, p. 91-95.
Kloes, J.A. van der, De afdeeling kennis en onderzoek van bouwstoffen. In: Polytechnische School, Gedenkschrift van de Koninklijke Akademie en van de Polytechnische school 1842-1905; samengesteld ter gelegenheid van de oprichting der Technische Hoogeschool, 1905. P. 188-192.
Kloes, J.A. van der, Fehler und Prüfung des Natursteins. In: Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1907(12), nr. 13, p. 192-198.
Kloes, J.A. van der, Proben auf Druckfestigkeit von Natur- und Kunststeinen. In: Baumaterialienkunde. Les Matériaux de Construction, 1907(12), nr. 19/20, p. 289-295. Kloes, J.A. van der, Proeven op drukvastheid van natuur- en kunststeenen, Amsterdam, 1907. Kloes, J.A. van der, Iets over de opleiding van den Nederlandschen ingenieur, Delft, 1910. Kloes, J.A. van der, De granietgroeven ter zuidkust van Zweden, Leiden, 1910.
Kloes, J.A. van der, Les carrières de granit à la côte méridionale de la suède, Leiden, 1910. Kloes, J.A. van der, Die granitbrüche an der südküste schwedens, Leiden, 1910.
Kloes, J.A. van der, Het bouwen van stuwdammen, Z. plaats z. uitg. 1913.
Kloes, J.A. van der, Verslag omtrent een onderzoek van demerara-greenhearthout, Delft, 1914. Kloes, J.A. van der, Zand en water in den aardbodem, Alphen a/d Rijn, 1933.