• Nie Znaleziono Wyników

De destruktieve verwijdering van mierezuur uit azijnzuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De destruktieve verwijdering van mierezuur uit azijnzuur"

Copied!
47
0
0

Pełen tekst

(1)

He

~~,..,'IM.

7:;).~. ~'i'1.

(2)

DE DESTRUKTIEVE VERWIJDERING VAN MIEREZÛUR UIT AZIJNZUUR.

N.Bijloo

Daltonstraat

J4a

SCHIEDAM

(3)

I

-1-I.

Samenvatting.

Van een aantal katalysatoren werd nagegaan or zij gebruikt konden worden in een proces, waarbij mierezuur geheel wordt ontleed en azijnzuur, dat als hoordcomponent in de proces-stroom aanwezig is, niet reageert.

Onderzocht werden de activiteit, de selectiviteit, de

stabi-l i t e i t en de bestendigheid tegenover azijnzuur van de

kataly-satoren.

Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek werd een voor-ontwerp gemaakt van een installatie om mierezuur uit azijn-zuur te verwijderen als onderdeel van een azijnzuurrabriek. Het ziet er naar uit, dat de selectieve ontleding van mierezuur met B.T.S. als katalysator een zeer bruikbare methode i s om mierezuur uit àzijnzuur te verwijderen.

i I

i

J

(4)

.' II. Inhoud.

I.

II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI.

XII.

XIII. Samenvatting. Inhoud. Inleiding.

Beschrijving van de gebruikte apparatuur.

Experimenten.

Conclusies uit de experimenten. Een azijnzuurfabriek.

Procesgeschrijving van de mierezuurontleding.

1 2

3

5 8 13 llJ 15

Conclusies uit het voorontwerp. 16 Beschrijving van de apparaten en berekeningen.

17

Massa- en energiebalans. Lijst van symbolen.

Litteratuur. 22

23

24

Appendices. 25 Appendi x A. Azijnzuur/mierezuur-scheidingen. 26

Appendix B. De katalytische activiteit van

metalen bij de mierezuur-ontleding. 28 Appendix C. Computerprogramma ter berekening

van de verdamper. Figuren.

29

39

(5)

111. Inleiding.

111-1. Azijnzuurzuivering.

In hoofdstuk VII wordt een korte beschrijving gegeven van de produktie van azijnzuur door oxidatie van butaan in de vloeistoffase. Deze produktiemethode levert een aantal bijprodukten die destillatief niet moeilijk af te scheiden zijn tot een fraktie met azijnzuur, water en mierezuur overblijft. De kookpunten van deze stoffen zijn respekti-velijk 118, 100 en;Ol oCr en een ternaire azeotroop maakt verdere scheiding bijzonder moeilijk. Een aantal mogelijk-heden wordt genoemd in appendix A. Destillatieve scheiding van azijnzuur en water is goed mogelijk, zodat verwijdering van mierezuur langs andere dan destillatieve weg de oplossing kan brengen.

Het door mij verrichte onderzoek heeft een nieuwe mogelijkheid tot onderwerp, namelijk de selektiev& katalytische ontleding van mierezuur. Aangezien ui t andere onderzoeken

(t::)

is geble-ken, dat de CO-shift over een koper-op-zinkoxide-katalysator via een oppervlakte-formiaat verloopt, is allereerst naar dit type katalysator gekeken.

111-2, Katalytische ontleding van mierezuur.

Koper is een van de meest geschikte metalen voor de kata-lytische ontleding van mierezuur. Waarom dit zo is wordt verklaard in appendix B.

De ontleding van mierezuur aan metaaloppervlakken is

voor-namelijk een dehydrogenering:

Dit in tegenstelling tot de ontleding op oxiden, waarop naarmate deze meer zuur zijn meer dehydratatie optreedt:

(6)

Men kan zich het reactie-verloop op koper alsvolgt voor-stellen (2) HCOOH ~ HCOOH d ~ a s HCOOH d ~ HCOO-d + H+ a s <ç--a s ads HCOOH d + HCOO-d ~ HCOO-d + H2 + CO2 a s a s a s

De laatste stap is in het geval van koper snelheidsbepalend. De orde van de reactie is ongeveer nul tappendix B ).

111-3. Eigenschappen van acetaten en formiaten.

In verband met de stabiliteit van de katalysatoren moet met de ontledings-, smelt- en sublimatie-temperaturen van de acetaten en formiaten van de in de katalysator voorko-mende metalen rekening gehouden worden.

a. Zink.

• Zinkacetaat sublimeert bij ca. 240°C.

• Bij 200°C. is de dampspanning ca. 150 mm.Hg. • Het hydraat ontleedt bij ca. 200°C.

b. Koper •

• CuI-acetaat is sublimeerbaar.

Het ontleedt in aanwezigheid van water ( ~ Cu

20 + azijn-zuur )

• CulI-acetaat smelt bij 115°C. en kookt bij 240°C. • Het wordt bereidt door bij 230°C. azijnzuurdamp over

CuO te leiden. c. IJzer.

• IJzeroxide vormt slechts in aanwezigheid van water een gehydrateerd complex acetaat.

d. Formiaten.

Bij de gebruikte reactie-temperaturen zijn geen stabiele formiaten mogelijk.

Uit het bovenstaande blijkt, dat men er voor moet zorgen, dat het koper tijdens de reactie zo veel mogelijk als

me-taal aanwezig is. Zinkoxide kan moeilijkheden geven als het niet voldoende door de andere bestanddelen van de kata-lysator wordt gestabiliseerd.

(7)

IV. Beschrijving van de gebruikte apparatuur. IV-l. Eerste opstelling. ( fig.

a. gasreiniging.

Tijdens de proeven werd gebruik gemaakt van de gassen waterstof, stikstof en helium. Deze gassen werden ont-daan van zuurstof: water stof door het over Deoxo te leiden; stikstof en helium door het over B.T.S. in reduceerde vorm te leiden. Daarna werden de gassen ge-droogd over moleculaire zeef 5A • .

b. gasdosering.

De dosering van waterstof en stikstof werd uitgevoerd met reduceerventielen in combinatie met roestvrijsta-len capillairen. De dosering van twee heliumstromen ging met Brooks-flowregelaars met een gemeenschappelij-ke Conoflow-voordrukregelaar. De grootte van deze

gas-stromen kon worden gemeten met rotameters of een zeep-vliesmeter. Een heliumstroom voor de analyse werd gere-geld met een Conoflow-drukregelaar en gemeten met een zeepvliesmeter.

c. azijnzuur- en mierezuur-dosering.

Azijnzuur en mierezuur werden gedoseerd door de onder b genoemde heliumstromen met respectievelijk azijnzuur en mierezuur te" verzadigen. De zuren bevonden zich in met Rashig-ringen gepakte kolven, waar de helium door~

heen borrelde. De kolven waren opgesteld in Tamson-wa-terbad-termostaten. De meegevoerde hoeveelheden waren dus instelbaar door de regeling van de heliumstromen en van de temperaturen van de termostaten. Voorbij de ver-zadigers werden de heliumstromen samengevoegd.

d. reactor.

Gebruik werd gemaakt van een buisreactor van

5

cm. lengte en

7

mmo doorsnede. De reactor bevond zich in een zoutbadtermostaat, dat het eutectisch mengsel van KN0

3

,

NaN0

3

en LiN0

3

bevatte.

e. analyse.

Het volume van de produktstroom werd gemeten met een zeepvliesmeter. Met een Rathfisch~monsterkraan werden monsters uit deze gasstroom genomen, die met een

gas-o

chromatograaf met een Porapak-Q-kolom bij 180 C werden geanalyseerd. Door titratie van de gasstroom met NaOH

(8)

werd de hoeveelheid zuur bepaald. f. tekortkomingen.

Vooral de gaschromatografische analyse vertoonde hinder-lijke gebreken. Door lekkages moesten de proeven meerdere malen worden afgebroken. Ook was kennelijk de grootte van de monsters niet geheel constant. Daarom werd de chro-matograaf vooral gebruikt voor het bepalen van de azijn-zuur/mierezuur-verhouding en werden de absolute hoeveel-heden daaruit en uit de titraties berekend.

Aan de overigens goed werkendezoutbadtermostaat kleeft het bezwaar dat bij uitvallen van de elektrische stroom het stollende zout uit het bekerglas barst. Dit ongeluk

heeft mij inderdaad eenmaal getroffon. De ravage was

aan-zienlijk, vooral doordat de stroomvoorziening weer op

gang gekomen was.

De dosering van azijnzuur en mierezuur leverde

proble-men op bij de proeven met B.T.S. als katalysator. Bij

de grootst mogelijke dosering werd mierezuur nog

volle-dig omgezet. Dit was aanleiding tot de bouw van een

tweede opstelling.

IV-2. Tweede opstelling. ( fig. 2 ) a. gasdosering.

Tijdens de activering van de katalysator werden

stik-stof en waterstof gedoseerd door middel van

reduceer-ventielen en roestvrijstalen capillairen. b. vloeistofdosering.

De van tevoren samengestelde vloeibare voeding werd met een doseerpomp naar de reactor gepompt.

c. verdamper.

De voeding werd voorverwarmd, verdampt en op reactie-temperatuur gebracht in een roestvrijstalen spiraal met een lengte van 1 m. en een inwendige diameter van

1 mme Deze spiraal bevond zich in een zoutbadtermostaat, samen met de reactor.

d. reactor

Twee uitwisselbare reactoren waren beschikbaar; beide met een lengte van 16 cm.; de ene had een diameter van 1 cm., de andere van 2 cm.

e. drukbeveiliging.

(9)

drukveiligheid opgenomen, die zich opende bij 0,5 at. drukverschil ten opzichte van de buitenlucht, waardoor de verpompte vloeistof in een opvangvat terecht kwam. f. analyse.

In een Liebig-koeler werden de condenseerbare stoffen van de gassen gescheiden. De vloeistof werd regelmatig

afgetapt, gewogen en met een gaschromatograaf met

inte-grator geanalyseerd. De gassen werden met NaOH gewassen,

passeerden een cold-trap en .verlieten -tenslotte via ean

(10)

V. Experimenten.

V-1. Experimenten met de eerste opstelling. proef 1. katalysator deeltjesgrootte samenstelling hoeveelheid activering temperatuur voeding

G66B (

Girdler ). 0,25 - 0,35 mmo 60,4

%

ZnO; 33,8

%

cuo;

Fe20 3 ; A1203 ; Cr 20

3

;

Ni; Si; Mg.

1 g. tussen lagen kwartsparels. reduktie met ca. 2

%

waterstof in stikstor bij 140o

c.

180oC. 1 ml./s. helium;

-6

/

7,2.10 Mol. s. mierezuur; -6 / 3,0.10 Mol. s. azijnzuur. verloop van de proef :

Gedurende ca. 20 uren na het begin van de proef werden zowel azijnzuur als mierezuur totaal omgezet. Daarna liep de activiteit snel terug tot nagenoeg nihil. Reactivering gaf een geringe en kortstondige opleving, evenals het

'nachts afsluiten van de reactor. proef 2. katalysator deeltjesgrootte samenstelling heoveelheid activeri~g temperatuur voeding

G66E (

Girdler ). 0,25 - 0,35 mmo

45%

ZnO;

)5%

te20);20% CuO.

0,5 g. tussen lagen kwartsparels. reduktie met ca. 2% waterstof in stikstor bij 140o

c.

o 220 c. 1 mI. helium/s.;

-6

/

7,2.10 Mol s.

-6

/

3,0.10 Mol s. mierezuur; azijnzuur. verloop van de proef:

Aanvankelijk werden zowel mierezuur als azijnzuur voor oen groot deel omgezet. De activiteit daalde echter tot

L

na een dag een. stationaire toestand werd bereikt. De produktstroom bevatte:

1 ml./s. helium;

1,0.10-

6

MOl./s. mierezuur;

-6

/

(11)

De conversie bedroeg: -6 / 6,2.10 Mol. s. mierezuur = -6 / 0,2.10 Mol. s. azijnzuur = 87

%;

6,7%.

In de produktstroom werd door middel van een druppel-reactie een zeer kleine hoeveelheid aceetaldehyde aan-getoond.

proef 3.

Bij deze proef werd dezelfde hoeveelheid katalysator gebruikt als bij proef 2.

temperatuur: 220oC.

voeding 1 ml./s. helium;

3,0 MOl./s. azijnzuur. verloop van de proef:

De reactor raakte verstopt ( d.w.z. de drukval over de reactor werd groter dan 300mm.Hg.) voordat behoorlijk kon worden gemeten.

proef

4.

Deze proef is oen herhaling van de vorige, echter met

een nieuwe hoeveelheid katalysator, 1/1 verdund met kwarts-parels .

verloop van de proef:

De reactor raakte verstopt voordat kon worden gemeten. proef

5/6.

Deze twee op gelijke wijze uitgevoerde proeven zijn her-halingen van proef

4,

echter met reactietemperatuur=180oC. verloop van de proeven:

Verstopping van de reactor voordat kon worden gemeten. De gebruikte katalysator werd onder een microscoop beke-ken. De kwartsparels hadden een oranje-rode kleur gekregen en de ruimten tussen de deeltjes waren opgevuld met een witte kristallijne stof. De rode kleur moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan de afzetting van een laagje koper; de witte stof kon niet anders zijn dan zinkacetaat.

proef 7/8.

Deze beide proven werden op gelijke wijze uitgevoerd. katalysator deeltjesgrootte samenstelling hoeveelheid activering metanol-synthese-katalysator. 0,25 - 0,35 mmo Cr 20

3

,

ZnO, CuO.

0,5 g., gemengd met kwartsparels. reduktie met 2% waterstof in stikstof

(12)

bij 140°C.

temperatuur 180°C.

voeding 1 ml./s. helium;

3,0 MOl./s. azijnzuur. verloop van de proef:

Onmiddellijke verstopping nadat de azijnzuur aan de heliumstroom werd toegevoegd.

proef

9.

katalysator deeltjesgrootte samenstelling hoeveelheid activering temperatuur voeding B.T.S. ( B.A.S;F. ) 0,25 - 0,35 mm. 30~f CuO, silica.

0,5g.,gemengd met kwartsparels.

reduktie met 2% waterstof in stikstof bij 140°C. 180°C. 1ml./s. helium; -6 / 1,7.10 Mol. s. azijnzuur; -6 / 0,5. 10 Mo l . s. mierezuur. verloop van de proef:

In het begin van de proef werd geen mierezuur gedoseerd. Er werd toen een voortdurend verminderende hoeveelheid azijnzuur omgezet (of geadsorbeerd ). Het daarna toege-voegde mierezuur werd gedurende enkele dagen totaal om-gezet. Azijnzuur werd niet meer meetbaar omom-gezet.

proef 10.

katalysator B.T.S. ( B.A.S.F. )

deeltjesgrootte : 0,25 - 0,35 mmo

hoeveelheid 0,5 g.,tussen lagen kwartsparels.

activering Reduktie met een

waterstof/stikstof-mengsel met een van 2 tot 100% oplopend waterstofgehalte bij 150°C. temperatuur 180°C. voeding 1,9 ml./,. helium;

6

-6

/

1, .10 Hol. S . mierezuur; -6 / 5,0.10 Mol. S. azijnzuur. verloop van de proef:

In het begin van de proef werd geen mierezuur gedoseerd. Azijnzuur werd niet meetbaar omgezet. Na 20 uren werd

(13)

be-gonnen met de dosering van mierezuur. Dit werd volledig omgezet. Hierna werd de mierezuur dosering steeds hoger opgeschroefd door stoppen van de heliumstroom door de azijnzuurverzadiger, opvoeren van de temperatu~r en de heliumstroom van de mierezuurverzadiger. Steeds werd de mierezuur volledig omgezet. De proef moest worden beein-digd, toen bij een poging de dosering verder op te schroe-ven vloeibaar mierezuur in de reactor kwam. Na deze proef werd besloten verdere proeven met een tweede opstelling uit te voeren.

V-2. Experimenten met de tweede opstelling. proef 11. katalysator deeltjes hoeveelheid activering temperatuur voeding B.T.S. ( B.A.S.F. )

hele pellets (cylinders,

3

mmo dik,

4

mmo doorsnede ).

30 g.

reduktie met een stijgende concentratie waterstof in stikstof ( 2-)00% ) ~ij 160o

c.

220oC.

30 ml./hr. vloeistof. verloop van de proef:

De eerste gehele dag bestond de voeding uit enkel miere-zuur. Dit werd totaal ontleed, d.w.z. in de koeler werd niets ( dus ook geen water) gecondenseerd en er werd-geen meetbare hoeveelheid gas geproduceerd.

Gedurend~ de gehele volgende dag bestond de voeding uit

enkel azijnzuur. Afgezien van het eerste uur werd alle azijnzuur in de koeler teruggewonne~. Het produkt bleek minder mierezuur te bevatten dan de pro-analyse voeding. De volgende dag bestond de voeding weer alleen uit miere-zuur, dat opnieuw totaal werd omgezet. De proef werd hier-na afgebroken, omdat de verdamper verstopt raakte.

proef 12.

katalysator B.T.S. ( B.A.S.F. ) deeltjes hele pellets.

hoeveelheid 25 g.

activering door een vergissing werd de katalysator

slechts ca. 1 hr. met 2% waterstof behandeld. temperatuur 220oC.

(14)

geli,j-ke gewichten azijnzuur en mierezuur. verloop van de proef:

De omzetting van mierezuur was in het begin klein, maar na ca. 1 hr. werd weer alles omgezet. Gedurende 15 hele dagen werd mierezuur totaal en azijnzuur totaal niet

.

omgezet.

Verdere proeven zijn gedaan door A.v.Eenenaam, die hierover zelf zal rapporteren. Vooruitlopend op zijn rapport wil ik alleen vermelden, dat zijn resultaten erop wijzen, dat waar-schijnlijk een gedeelte van de ontleding door dehydratatie verloopt. Echter zou dan water moeten worden gecondenseerd, wat bij proef 11 niet het geval was.

(15)

VI. Conclusies uit de experimenten.

Uit de experimenten kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. De CO-shift katalysatoren G66B en G66E zijn niet geschikt om mierezuur te ontleden in aanwezigheid van een grote hoeveelheid azijnzuur. Ook van andere metaaloxide houden-de katalysatoren kan men verwachten, dat zij slecht be-stand zijn tegen azijnzuur.

2. B.T.S. biedt wel goede perspectieven en verder onderzoek aan deze katalysator zal zeker goed besteed zijn.

3.

B.T.S. wordt door het bij de ontleding gevormde waterstof in gereduceerde toestand gehouden en eventueel(proef 12) verder gereduceerd.

(16)

VII. Een azijnzuurfabriek.

Fig.

J

is een schematische voorstelling van het reactorge-deelte van een azijnzuurfabriek gebaseerd op de oxidatie van butaan in de vloeibare fase. In de reactor wordt bij hoge druk lucht door de vloeistof geblazen, waardoor deze wordt geoxideerd. In de decanter worden de produktfasen ge-scheiden.Ook vindt hierin de butaantoevoer plaats. De gas-fase bevat stikstof en butaan. Deze worden met een absorber/ stripper-combinatie (kolommen I en II ) gescheiden. Een

butaanrijke vloeistoffase wordt gerecirculeerd. De produkten bevinden zich in een waterige fase, waaruit in kolom 111 butaan wordt verwijderd.

Fig.

4

is een schematische voorstelling van een bestaand scheidingsgedeelte. De mierezuur-ontleding berust op kata-lytische oxidatie. Om geen azijnzuur te verliezen wordt met ondermaat lucht gewerkt, zodat de verwijdering niet volledig is en een recirculatie toegepast moet worden.

Kolom IV scheidt tussen water en laagkokende produkten ( methyl-ethyl-keron, ethanol, methylacetaat,etc.

Kolom V scheidt tussen water en de water/azijnzuur/mierezuur-azeotroop; kolom VI tussen azijnzuur en de azeotroop. Ih kolom VII worden de hoogkokende produkt en verwijderd. Kolom VIII is een finisher.

Fig. S l a a t zien hoe de scheiding er komt uit te zien als mierezuur in êdn pass verwijderd wordt. Recirculatie en destillatie van de azeotroop zijn niet meer nodig, zodat de scheiding veel eenvoudiger is.

(17)

-15-VIII. Procesbeschrijving van de mierezuur-ontleding.

Fig.6 is het proces-flow-diagram van de installatie die in fig.5 met "mierezuur-ontleding" is aangeduid.

Pomp Pl pompt de voeding, bestaande uit azijnzuur, mierezuur en water, in de termosyphonverdamper bestaande uit vat V2 en warmtewisselaar lIJ. HJ bestaat uit twee delen: de voorverwar-mer, waarin de voeding op 14JoC. wordt gebracht, en de

reboi-Ier, waar bij deze temperatuur de verdampong plaats vindt. De verdamper werkt bij 2 ata. De damp wordt in warmtewisselaar H4 op reactietemperatuur gebracht, namelijk 220oC.

De mierezuurontleding vindt plaats in reactor R5, waarin zich een gepakt bed van de katalysator B.T.S.bevindt. In de reactor stijgt de temperatuur van de gasstroom met slechts. 4°C.

H4 en R5 kunnen dubbel worden uitgevoerd om de vervanging of reactivering van de katalysator zonder stop mogelijk te maken. De produktstroom wordt in warmtewisselaar H6 gekoeld, waarbij de warmte wordt benut om de ~oedlng van de destillatie die na de ontleding komt op te warmen. In

"7

worden de produkten door condensatie gescheiden. De gasvormige produkten hebben een grote calorische waarde, maar zijn waarschijnlijk niet zonder meer ver-brandbaar. Het kan eventueel worden gebruikt om een volgende lading katalysator te activeren. De vloeistof wordt in H6

op-gewarmd en door destillatie in azijnzuur en water gescheiden. Het proces is flexibel in die zin, dat zonder problemen onder de capaciteit gewerkt kan worden.

(18)

IX. Conclusies uit het voorontwerp.

Het beschreven proces heeft enkele belangrijke voordelen

verge-leken met het proces waarbij mierezuur door oxidatie met lucht

wordt verwijderd.

1. Er ontstaat een veel kleinere gasstroom, waaruit azijnzuur

moet worden verwijderd, voordat kan worden gespuid.

2. Deze gasstroom kan zonder hoge kosten verbrand worden om de azijnzuur te vernietigen.

J.

In de reactor is een geringe warmteontwikkeling, zodat een

ingewikkeld koelcircuit als bij de oxidatie wordt toegepast niet nodig is.

4.

De mierezuur kan in één pass ontleed worden zonder

(19)

X. Beschrijving van de apparatuur en berekeningen.

Voor de berekeningen werd uitgegaan van een voeding van 2,4 kg./s. bestaande uit 94% azijnzuur, 5% mierezuur en 1% water.

1. Pl. Voor het verpompen van de voeding wordt gedacht aaneen centri-fugaalpomp. Bij keuze van een pomp met een gunstige karakteristiek is geen drukbevei~iging nodig.

2. V2+H3. Voor de verdamping van de voeding werd gekozen voor een termosyphon-verdamper. Deze bestaat uit vat V2, waarin vloeistof en damp gescheiden worden (vergelijkbaar met de drum van een stoomketel) en warmtewisselaar H3. H3 bevat zowel de pijpen waar-in de voedwaar-ing wordt opgewarmd als de pijpen waarwaar-in de verdampwaar-ing plaatsvindt. Het verwarmingsmedium is condenserende stoom met een druk van 150 psig. ( =11,2 ata.) en een condensatietemperatuur van 366°F ( =186°C.=459°K ). Dit type verdamper heeft een relatief klein warmtewisselend oppervlak nodig, doordat overal in de pijpen een grote hoeveelheid vloeistof aanwezig is, die bovendien snel stroomt. Barekening: a. voorverwarming. voeding temperatuur inlaat temperatuur uitlaat temperatuur stoom warmte-overdrachts-coefficient van de condenserende stoom warmtecapaciteit voeding dichtheid voeding

viscositeit voeding warmtegeleidbaarheids-coefficient voeding lengte van de pijpen diame ter (inw.)

diameter (uitw.)

warmtegeleidbaarheids-coefficient van de pijpen condensatiewarmte stoom MF = TF = TK = TCON= HU = CPL = RHOL= l-WL = KL = L = DPI = DPU = KP = QC = 2,4 kg./s. 25°C. 143°C. 186°c. 11 .400 W/m2/oC. (3) 2095 J/kgjOC. 1024 kg/m 3 • -4 / 2 3,75.10 Ns m • 0, 17 li/m/oC. 1,5 m. 1 ,5 cm. 2,0 cm. 50 W/m/oC. 2,0.10 6 J/kg.

(20)

warmteoverdrachtscoefficient van de pijpen: HP=KPx2/DPI/ln(DPU/DPI)=23.000 W/m2.

aanname: 10 pijpen parallel. oppervlak van de doorsnede:

-3

2

SI = 1,77.10 m . •

massastroomdichtheid:

GT = MF/SI =1355 kg/m2/s.

stroomsnelheid: GT/RHOL =1,322 mis.

Reynolds-kental: RE == GTxDPI/MUL = 54.200 Prandtl-kental: PR = CPLxMUL/KL = 4,62 Nusselt-kental: NU = REO,8xPHO,4xo,023 = 258,5

Warmteoverdrachtscoefficient van de vloeistof:

Hl = NUxKL/DPI =3000 W/m2/ oC.

overall warmteoverdrachtscoefficient:

UI = l/(l/HU+l/HP+l/HI) = 2160 W/m2/ oC.

effectief temperatuurverschil:

IJ

T = (186 -25) - ( 186 - 1~4 J ) = 1 130 C. In ( ( t86 - 2 5) / ( 186 - 143 ) ) overgedragen warmte: Q = MFxCPLx(TK-TF)

=

0,6 MW. warmtewisselend oppervlak: 2 AI = Q/UI/A T = 2,46 m • oppervlak per meter:

2 API

=

10x1fxDPI /4 = 0,471 m. lengte: LV

=

AI/API

=

5,2 m.,d.w.z. 4 x 1,5 m. · aantal pijpen: NV = 4x 10

=

40 stoomverbruik: Q/QC

=

0,6/2

=

0 , ' kg/Se

=

1,1 ton/hr. b. Verdamper

Voor het berekenen van de ver damper werd een computerprogram-ma geschreven ( appendix C ).

Hiermee werden de volgende getallen verkregen; verdamping per pass: 20%;

aantal pijpen: 122;

(21)

stoomverbruik: 0,94/2 ::: 0,47 kg/se = 1,7 ton/hr; inwendige shelldiameter: J8 cm.

capaciteit: 2,7 kg/se = 9,7 ton/hr.

3. H4. De voedingsstroom die uit de verdamper komt, heeft een

tem-o

peratuur van 143

c.

die verder v rhoogd moet worden tot de reac-tietemperatuur van 220oC. Dit gebeurt in warmtewisselaar H4,

waarin de voeding door de pijpen stroomt en de condenserende stoom eromheen.

MF,

de voedingsstroom, is 2,4 kg/se De soortelijke warm-te van de damp is voor T van 140 tot 180o

c.

gelijk aan 5,J J/g/oC. en voor T van 180 tot 220oC. J,9 J/g/oC. De hoeveelheid over te dragen warmte bedraagt dus:

2400x(5,3x37+3,9x40) ::: 845.000 J/s. = 0,85 MW.

Voor dit opwarmen wordt stoom gebruikt van 600 psig.(=42 ata.). De condensatie-temperatuur van de stoom is 2550C. Aangenoomen is , dat de stoom met deze temperatuur de warmtewisselaar binnen komt, hoewel gewoonlijk oververhitte stoom beschikbaar is.

Effectief temperatuurverschil (hier het logarithmisch gemiddelde):

À T::: ln255-1 4 3) 255- 2 20»

Voor de warmtewisselaar zijn pijpen gekozen met een inwendige diameter van 1;5 cm. toen uitwendige diameter van 2,0 cm.en een

-4

'>

lengte ven 1,5 m. Het inwendig oppervlak per pijp is 1,7J.l0 m .... Van de damp is de viscositeit 1,21.10- 5 Ns/m2 en de warmtegoleid-baarheid 0,075 W/m/oC.

Voor de berekening van de warmteoverdrachtscoefficient van de

werd gebruik gemaakt van de vergelijking: Nu ::: ReO,8 x PrO,3 x 0,023. Als het aantal pijpen

X

gesteld wordt geeft dit: Hi = 53800/xO,8. Hu (stoomkant) =8520 W/m2/ oC.; Hp (pijp) = 25000 W/m2/ oC.;

Dpi/Dpo = 0,78.

overall warmteoverdrachtscoefficient: Ui ::: 1/{1/Hi+O,78/Hp +0,78/Hu).

Voor een regelmatige driehoekige pijpverdeling geldt:

Nt = (jNd2+1)/4, waarin Nt het totaal aantal pijpen en Nd een oneven aantal pijpen op de grootste doorsnede is.

Voor Nd = 15 wordt gevonden; Nt= 169, x= 84 (2 passes) Ui::: 1290 W/m2/ oC.; 2 Ai::: 11,70 m • Q max

=

1 MW. , ,

!

1

I

I

i

I

I

I

(22)

De drukval werd berekend met :

~p

= 8XJ f

XL/DjfV

2/2 met J f

=

0,02117/Reo,164 (4).

Voor de lengte werd 4 m.genomen, 3m. pijplengte +lm. om voor inlaat uitlaat en verbindingsstukken te corrigeren.

à

P

=

0,3 a tm.

De condensatiewarmte van stoom van 42 ata. bedraagt 1,7 MJ/kg. Het stoomverbruik is dus 0,85/1,7 =

O,S

kg/s.=1,8 ton/hr.

4. R5. De hoeveelheid mierezuur die in de reactor RS omgezet moet worden bedraagt 382 kg/hr. Hiervoor wordt 500 kg. katalysator gebruikt. Uit het onderzoek is gebleken, dat de katalysator aan-zienlijk meer kan omzetten. Er werd een ruime marge genomen om zeker te zijn, dat gedurende een lange periode volledige omzet-ting plaats vindt.

De katalysator

h

~

eft

een dichtheid van 1387 kg/m 3 en een stort

-gewicht van 8J4 kg/m 3 • Daaruit volgt, dat de porositeit

0,4

is. Gekozen is een naar beneden doorstroomde reactor van 1 m. hoogte

en 90 cm. doorsnede. De drukval over het katalysatorbed wordt gegeven door de formule

-12g

= {

1 50 ( 1 - e) 2 x r]xv

L

s

b

e,J

x d2

De constanten in deze formule zijn niet dimensieloos.

Hierdoor moeten de verschillende grootheden in angelsaksische

eenheden worden uitgedrukt. d is de diameter van de peèlets na correctie met een bolvormigheidsfactor. Deze is 0,847.

v is de superficiele gassnelheid. s

Voor de drukval vindt men àp

=

0,02 atm.

Om rekening te houden met vermindering van de porositeit met het verstrijken van de tijd werd in het processchema een drukval van 0,1 atm. gebruikt.

S •. H6. In warmtewisselaar H6 word t warmte ge, .. isseld tussen de reac-torprodukten en de vloeistof uit de ontgasser. De af te koelen stroom heeft een ingangstemperatuur van 224°C. en een uitgangs-temperatuur van 140°C. De uitgangsuitgangs-temperatuur mag niet te laag worden in verband met condensatie in de leidingen.

massastroom: 2,4 kg/Se

warmtecapaciteit: Cp

=

3,9 kJ/kg/oe voor Cp

=

5,J kJ/kg/oe voor warmteoverdracht: 2,4x(J,9x44+S,3x40)

=

180-22SoC. 140-180oC. 0,92MW.

°

De op te warmen stroom wordt van 25 tot 118 C verwarmd en bij

(23)

-die temperatuur gedeeltelijk verdampt. massastroom: 2,J kg/se

CPl = 2,1 kJ/kg/oC.

Voor het opwarmen is dus 2,1 x 2,3 x 93 = 0,445 MW. Voor verdamping blijf dus 0,475 MW. over.

Met behulp van l i t t . 5 werd als effectief temperatuurverschil

o

103 C. gevonden.

Voor warmtewisselaar H6 is gekozen een 1-2 pijpen warmtewisselaar, waarin op de pijpen transversale vinnen zijn aaneebracht om de

warmteoverdrachtscoefficient van de damp, die om de pijpen stroomt, te vergroten. Deze werd grafisch bepaald (6) op

81~

W/m2/ oC.

Voor de berekening van het aantal pijpen en de afmetingen werd l i t t . 7 gebruikt. Voor de geleidbaarheid van de stalen pijpen werd À=38,7 genomen, voor de alluminium vinnen =180,3 kcal/m2/hr/oC.

De pijpen zien er alsvolgt uit:

6({

met: d. = 0,032 m.

bI

= 0,0015

.

\

.

~~

l. R ...:.,t d

=

0,040 m. ~

,,-

0,0025

.

, a CR

-6

=

0,004 m. è R = 0, 10 ~> g

J(l

I

C'I

St

=

0,008 m. (

=

0,002

Of' \

J

;

OR \ " v~~ (', sI

=

0,006 m. h

=

0,03

'

\I/hIv

t

0(;

Hi = 1200kcal/m 2 /hr/oC. . I

h

Ho

=

68,7kcal/m2/hr/o

c.

Het uitwendig oppervlak is 1,74m2 per meter pijp. De efficientie is 85~. m. m. m. m. m.

De berekende warmteoverdrachtscoefficient is21,1 kcal/m2/hr/oC. De hoeveelheid warmte die per m. kan worden overgedraeen is 21,1 x 1,74·x 103 x 0,85

=

3210 kcal/hr. De totale over te dra-gen warmte is 920/4,2x3600 kcal/hr. Het aantal meters pijp is dus 920/4,2 x 3600/3210 = 246, d.w.z. h~t aantal 2 m. lange pijpen is 123. 127 pijpen geven een regelmatige driehoekige verdeling.

6. H7. Voor het condenseren kan een "fin-fan" worden gebruikt. Dit apparaat werd niet berekend.

7. v8. In vat V8 worden de in H7 gecondenseerde stoffen van de gassen gescheiden. De afmetingen ~ijn niet berekend bij gobrek aan gegevens over mist- en schuimvorming.

(24)

XI. Massa- en enereiebalans. stroom nr. totaal

1

8337

2

8337

3

8337

4

8337

5

8337

6

8337

7

7931,5

8

40 5,5

9

7931,5

AZ

=

azijnzuur MZ

=

mierezuur massastroom AZ MZ

7874

381

7874

381

7874

381

7874

7874

7874

7850

24

7850

(kg/hr) enthalpie druk H2

0

CO2 H

2

kJ/kr; ata.

82

°

2,0

82

560

2,0

82

669

1,7

82

364,4

16,6

669

1 ,

6

82

364,4

16,6

537

1,3

82

364,4

16,6

0,2

1,

°

81,5

°

1,

°

0,5

36}~

,4

16,6

35

1 ,0

81 ,5

139

1,

°

Voor mierezuur, azijnzuur en water werd de vloeistof bij

25

0C.

als nulpunt gekozen voor de enthalpie.

Totaal stoomverbruik:

voorverwarming

0,6

MW.

1 , 1

ton/hr. stoom van

1 1 , 2

ata.

verdamping

0,94

MW.

1 ,7

ton/hr. stoom van

1 1 ,2

ata.

oververhitting

0.8,:2

MW. 1.8 tonLhr. stoom van

42

ata.

2,39

MW.

4,6

ton/hr. stoom. temp

0c.

25

143

220

224

140

25

25

25

1 18

(25)

XII. Lijst van symholen.

Ai inwendig oppervlak van pijpen van warmte-wisselaar. Api ATM epI Dex Din Dpi Dpo Dsi g Gt Hi Hp Hu

idem per pijplengteeenheid. druk boven de vloeistof in V2.

warmtecapaciteit van de vloeistof. diameter uitla~tpijp

HJ.

diameter inlaatpijp

HJ.

inwendige pijpdiameter. uitwendige pijpdiameter. inwendige shelldiameter. zwaartekrachtsversnelling. massastroomdichtheid.

warmteoverdrachtscoefficient binnenkant pijp. warmteoverdrachtscoefficient van de pijp. warmteoverdrachtscoefficinnt buitenkant pijp

Ui overall warmteoverdrachtscoefficient betrokken I;>J) de binnenkant vande pijp.

Kl L Lex Lin Mf MUg MUI NV NT p Q Qw T Tk Tcon

warmtegeleidhaarheid van de vloeistof. pijplengte.

lengte uitlaatpijp

HJ.

lengte inlaatpijp

HJ.

voeding.

viscositeit van de damp.

viscositeit van de vloeistof. aantal pijpen voor opwarming.

aarital pijpen voor verdamping. pitch (driehoekig).

warmtestroom.

verdampingswarmte. temperatuur.

kooktemperatuur.van de vloeistof. condensatie temperatuur van de stoom.

Ui overall warmteoverdrachtscoefficient

betrokken op de binnenkant van de pijpen.

W WE

verdampingspercentage (

HJ

) •

verdampingspercentage in de »itlaat dikte. warmtegeleidbaarheid. kinematische viscositeit. dichtheid.

( HJ

)

- - -

- -

- -

-2 m • m. N/m2. J/kg. m. m. m. m. m. 2 mis • kg/m2/s.

\v/m

2

/oC.

w/m

2

/oe.

W/m 2/oC.

w/m

2/ o

e.

wim/oe.

m. m. m. kg/Se 2 Ns/m • 2 Ns/m • m. W. J/kg. Q , 'C.

oe.

oe.

m.

lv/m/oe.

2 m

Is.

i

I

I

I

I

I

I

I

I

l

I l kg/mJ.

_

J

(26)

XIII. Litteratuur.

1. P.Mars, J.J.F.Scholten, P.Zwietering.

Tbe catalytic decomposition of formic acid.

Advances in catalysis vol.14 (1963), bldz. 63.

2. G.M.schwab, A.M.Watson.

Trans. Far. Soc. 60 (1964) 1844-46.

3. Holland. Heat trans~er • tab.P8-10.

JIcinemann Educational Books, Londen(1971). 4. idem bldz. 3 en 12.

5.

Perry. Chemical Engineers' Handbook. McGraw-Hill.

grafiek 10-7cG.

6. V.D.I. Wärmeatlas, Deutscher Ingenieur-Verlag GmbH, Düsseldorf.

fig. GEit.

7. idem hoofdstuk Mbl.

8. Holland, heat transfer, problem 9.

9. J.H. deBoer, The mechanism of heterogeneous catalysis.

iD.

Elseviers Publisld:ng Companie, Am~terdam( 1960) •

bldz. 42-~5.

lJ

.

F.

~C-~

I

J

. r-\) . ;I 1

ï

I

r:... IA..

"""-I~ I l~, A / . / --I I .

(27)
(28)

Appendix A. Azijnzuur!mierezuur scheidingen.

Daar ook bij de produktie van azijnzuur door droge houtdestil-latie mierezuur als bijprodukt ontstaat, bestaat het probleem van de azijnzuur!mierezuur scheidine al vrij lang. Hieronder volgt een opsomming van een aantal scheidingsmethoden met de

octrooien die erop verlèend zijn.

1. Destillatie met een sterk zuur.

Aan de ruwe azijnzuur wordt zwavelzuur o~ mierezuur

toege-voegd. Bij de daarop volgende destillatie ontleedt mierezuur. Octrooien: U.S. 1,210,792; Norw. 27,733; Brit. 107,606;

Swed. 4),436; U.S. 3,196,176.

2. Destillatie met een oxidant.

De ruwe azijnzuur wordt overgedestilleerd. Tijdens de

des-t i l latie wordt CrO), K2Cr20

7 o~ KMn04 toegevoegd,

mierezuur wordt ge~±id~erd.

waardoor

Octrooien: U.S. 2,273,459; Ger. 959,456; U.S.S.R. 202,11); D.D.R. 62,)20.

3. Dest illatie met een chemisch inerte toevoeging.

Az~otrope en extractieve destillatie •

. Octrooien: U.S. 2,438,300; U.S. 1,936,172; Brit. 727,078;

U.S.S.R. 136,356; Brit 305,594; Ger. 513,024; Brit 788,9)1. 4. Ge~ractioneerde kristallisatie. Octrooi: Brit. 1,066,0)2. 5. Elektrolyse. Octrooi: Fr. 710,068. 6. Extractiê.

Octrooien: Russ. 43,055; U.S. ),041,37); Fr. 1,431,404. 7. Katalytische dehydrogenering. Octrooien: Russ. 57,862; U.S.S.R. 107,780

t

Ni

)

; .U.S.S.R. 158,874

(

Ni!Cr 2O)

)

;

Ger. 1,270,54) ( Pd, Au, Na(,)Ac

)

.

8. Katalytische oxidatie.

Octrooi: Neth.Appl. 6,504,)62.

Deze methode wordt toegepast bij Konam in Europoort,

de eigenaar van het octrooi.

9. Oxidatie met geozoniseerde lucht. Octrooi: Russ. 54,535.

(29)

10.

Ionenwisseling.

Octrooi: U.S.

3,252,897.

11. Selectieve verestering van mierezuur gevolgd door destillatie.

(30)

Appendix B.De katalytische activiteit van metalen bij de

ontleding van mierezuur. ( l i t t . 9 ) .

De ontleding van mierezuur aan metaaloppervlakken is door veel onderzoekers gebruikt voor fundamenteel werk op het gebied van selectiviteit en het compensatie-effect. Daardoor is over deze reactie veel bekend. Als technisch proces heeft men er echter geen waarde aan gehecht.

Uit onderzoek met infrárood-apparatuur

(1)

is bekend, dat het

reactieintermediair een oppervlakteformiaat is. Zowel de vorming als de ontleding van dit formiaat kunnen snelheidsbepalend zijn, afhankelijk van de vormingswarmte. Is deze hoog, zoals bij ijzer, cobalt en nikkel, dan is het formiaat relatief stabiel, zodat de ontleding traag verloopt. Al bij lage mierezuurdruk is het op-pervlak dicht bezet, zodat de orde van de reactie nul is.

Als de vormingwarmte laag is, zoals bij goud, dan vindt vrijwel geen chemosorptie van mierezuur plaats, zodat de reactie traag verloopt. Het metaaloppervlak is slecht bezet. Omdat de

reactie-snelheid gelijk is aan de adsorptiereactie-snelheid is de orde van de

reactie tot hOGe dr ukken ~~n. Tussen deze uitersten in vindt men

de bruikbare metalen. Dit zijn platina,pall adium, iridium, rhodium,

ruthenium en koper. Bij koper is de vormingswarmte van het for-miaat iets aan de hoge kant, zodat de orde van de reactie niet ver van nul zal afwijken.

I

(31)

Appendix C. Computerprogramma ter berekening van de verdamper.

Het programma is gebaseerd op de methode die in l i t t . 8 wordt

beschreven. De daar gebruikte "trial-and-error"-methode is echter

vervangen door oen snel convergerende iteratie. In statement 8

staan de standaardwaarden van de benodigde gegevens. Door het ge-bruik hiervan dienen per berekeningen slechts afwijkingen

opge-geven te worden. Op bldz.

35

staat een l i j s t van de gebruikte gegevens.

(32)

I

I

~O i

!

0

1

~

I

:

4

- G "

1

0 ~~

.I

0 ~1 0 .~

:

!

$ ] 0

t

' 0

c

ei) 0 Q) 1 2 . 4 b o . r 9. 10 ll · l2 14 17 20 21 .. TERI~OS TERMOS PROCEDURE OPTIONS(M~IN);

O~ NAME(SYSINIPUT SKIP EDIT('UNKNOWN DATA NAME',OATAFIELO)(Ä,X(51,A);

ON ENOFILE(SYSINIGO T~ CALCULATE;

O~ EP.~OR PUT PAGE DATA;

OECLAr.E

ATM OEC FLOAT INITIAL(101]~O),

crl DEC FLU~T INITIAL(209~),

OEX ·o. DEC FLOAT INlTIALC.251 , -.~

OIN DEC FLUAT INITI~L(.l~l,

OPI UEC FLOUT INITI~L(.Ol~),

IJ P 0 [) f C f' l!) \ T' I NI Tl ,\ L ( 0 l) 2 I ,

DTDPS OEC FLOAT I~ITIALI329E-61

DUMP CHARD) INIT('NE:E'I,

KL DEC FLOAT lNlTIALI.l71,

L OtC FLOAT INITIAL(l.51

LEX DEC FLUAT INITIAl(.21

LIN DEC FLOAT INITIAL(.ZI ,

MF O[C FLUAT INITIAL(2.391,

MUG DEC FLOAT INITI4LIIE-~I,

MUL DEC FLUAT INITIAL(37~~-61

NV DEC FLOI\T lNITI~l(Hl),

P . DEC FLOAT lNITIAU.025I,

QW OEC 'FLOAT INITIAL(3~~OOO)

l1iiO(; DEC FLOAT lNlTI.t.L(3oll,

RHQL O~C FLUAT !NITIALIIO~9),

SIGMA DEC FLOAT INITlhLl 1ilE-J . 0 '1, .

TCON DEC FLOAT INITlnL(~Zll,

.TK DEC FLOAT INITIAl( \911 ,

UI UEC FLOAT INITlnL(l700)

;

START:PUT PAGE;

GET DATA;

CALCULATE: PUT SKIP LIST (

'G[B~UIKTE PARAMETERS (OPGEGEVEN EN

PUT SKIP DATAiPUT P~Gf:;

ON ENOFILEISYSINIBEGIN;lF OUMP~'JA'

THEN CALL IHEDUHPiELSE STOP; BEGIN;

DECLARE

AI DEC FLOAT ,

MET STANDAARD WAARDEN AANGEVULD I : ' ) j

ENO; Pt>.GE 2

e

[

~ t .

~

J

:

~

o

f

·

$

t

I

t

0

e

e

,-'I"- ' . " Cf)

,

0 w 0 I

C

0

e

Ij)

e

AP I UtC FLOA T ,

I ,~ OEL TAT Oi:C FLOAT , Cl> •

j O. CDUNT BIN FIXED HJITIALlOB),

I

:l DP~L nEC FLOAT ,

I j 0 DSI OtC FLOAT, $

~

~l~

0

e

I ~ 0 G

I

~

.

.

~

0 $ ,

'.l-... •.•.

"""'''i+

-,U.'N!""·. -,·."+!I> ... '*ll.6 ...

""""

.

'i>ft

.

"nW:""';'·M"'"'."_"'Gi"'°f!"#I'il\ .•

>ik

,

"""'!

"

!!A"""~

...

b"'i

.,

'O(.i\II''''.

~

"

.'':;-.,

f~~!

"

,

~tf

"t..:"'< .. Jl}:".\ii:

!""·"iP.".~

·

'II'\"'I-".tI""·''''''.

'I'

.

Wi

.

!i'li\.1/

. .,..

,-*""t';;"ff

,

~.P

~

... H'."'1';9'.o;W}I'ffi\i!!'fR'4pi(ÇP,fiJ .Y;III>i;:p',,,,t>

.

0

"''''H ... iNli'" ... _

. .

-

... ,.

---_

.

_-= &12"""""fr .·'or .= ... ~.~ ... ~. I

(33)

I

i

:

j

a

·1

1

e

,~ \:)

I

'J

G

1

&

i

'~ 0

J

~

1

0 ~

J

I

.~

:

':~

'

1

~

,~

e

1

l

f()

:1

~ 0

1

'

I

e

i

G

' J TE~MOS DTDL F4CTOR G GTl DEC DEC DEC DEC FLOAT, FLOAT , Fl\)A T FLOAT, INITIALl9.01l, GTIH, GTlL, I , ICTRL 8IT<aI, J, JEX JIN JLl KLAAR Ll ~ .'IC DEC MT OEC HOAT , OEC FLUA T DEC FLL)!\T , BITIB) INITIAL('OOOOOOOO'BI, OEC FLOAT, Dt:C FLUAT FLOAT, DEC Dt::C OCC FLLJAT , FLOAT FLOAT, OEC FLOAT ND NN I\NN, NT NU P n.H , DEC FLOAT, PEALH, PBALL, PHI2 PHI2X PI PI4, PRL ~ RE, ( 151 ! 111 DEC FLOAT, DtC FLllAT DEC FLOAT DEC FLOAT , DEC FLOAT , lNITIALI164üO,467~,14ao,59~,3~Z,12Z.6,~9.6, 2~ol:>, 170"'1,9.61,6.251, INITlAL( 3. Hl,

P.HOTP 1151 DEC FLOAT.

RI,

RL ( 151 DEC FLOAT,

RLX ( 111 DEC FLOAT INITIAL(O,O,O,.04,.O".09,.1~,.19,.23,.31,.~51,

RO, RT, Rw, SEC T, SEX, sr DEC HOA T SIN,

SPI DEC FLOAT,

reAL,

i'(,

\iE DEC FLOAT INI TIAL (0 1~1 ,

e

PAGE 3 0

e

0

:

I

I

el

f

o

r

I

:

!

w

....

~I

I

·1

of

0 c; 0 ~, til

9

I

j

G , I!I

I

I

I

'

j

G

c>

j

() 0

t?, _

....

.

... ' ___

.

,."

_,

'

.

~

' ...

_ ... '

,

... ",...,_

...

,

',."" . .,..".."

,

.

.

.

"

""

.,.",,,,,.,.,M)

,

,,.~

",,,..,,,,.

'" """'''"'

'

'''''' •• ,.'' .... ...,...

,'

''''"

'

,, •• _'

"

r"""''''''''''

'

' ,.,." ••

.

--

----_._-

..

__

. -

--

---

_

.. _ .. _._---_._---- _ .. _---

(34)

---1

G

~

e

,I TERMIJS XTT

xxx

yyy I III O';C FUJAT , nEC FL')':' T DEC r-LOII T I NI Tl AL I .01 ,. 02,.04,.07,.1, .2 .. ~,. 7,1,2,4),

i

22 , CYCLE:PROC;OCL I

;SI=Nr

~S

PI;MT=~TI~S

I

;

j

~ 26 CQUNT=COUNT+IOi IF COUNDIOO TH!:N GOTO HIGHCOUNTi

• 29 RE=MT/(PI~~DIN~MULI;JIN=211lE-S/REW? lb~;

:

e

31 Tli.",L=L iPfl,\L=RIIOL~G"'L-('t:O'~J IN"L IN/DIN,' (MT /SIN 1"'*2/RHOL i

" 33 RE=GTI'~DPI /MIJL ;~IU~l3l-.1~i,E .o.B",pnL",\I.!~;

J 35 RI=DPI/(NIj'i'KLl iRT=L\I+I{O+Rw;

~ "" 3 7 CT 0 L =:~ P PI,· () P 14' 0 t L LH / ( ~I T ie C P L.j: r, TI; '

J' ~ 38 LL=L~DTDPS/(OTDPS-DTDL/D?OLli

: 39 JLI=S'j73C-5/RE*"".261;

'

1

40 TB~L=TBAL-LLi

, 0 41Pe~L=?BAL-LL~~HOL~G-~EO*JLI~LL/DPIOGTI~GTI/RHULi

42 IF KLAAR THEN 08; . 44 W=O;SECT=LL; ~

e

46 PUT OAH,{W,SECT,RE,NU,PBALlSKIP; ~ 1,"1 EN~; ,~ .A "lP, ICTRL='OOOOOOOO'B;

'

1

y ~ 9 DO 1=1 Ta 15 ; , 50 h=2E-l~l-lE-2; ,:' 51 . RE=GT1,"DPI'~r,IiGLI{MUL~:RHOTP(I»);

'A 0 52 NU=6GJE-2~{10~E-2/L*P~LI~ •• 2~~RE**o55.{RHOG/{RHOL-RHOG11**.8*

1 (SIGMA~CPLI~~.~~;

;

1' .ol\ 53 RI=DP{/(NU;'KLli

~ 5~ RT=RI+Rw+no;

; 55 SECT=MT*ÇW $2E-2.~T/(NT*PI*OPI.DELTAT);

,~

e

56 Ir- Sl:CT>TtlhL THCN GO TU LASTSECT;

i 5B TaAL·TB~L-SECT;

~

59 PBAL =PO.~L- SEC Tl,\<G:~RHOTP( I ) -/IEO*JLI*SE:C T 10 P UPHI 2 ( I 1*( GTI* (1 EO-ril I

"'.2/

RHOL;

: 60 IF KLAAR THEN

.

e

61 PUT DATA(~,SECT,RE,NU,PBAL)SK[P;

~ 62 END;

i .sJ I=13;ICTRL='1l11l11l'13;

,

I

Q 65 LAS TS ECT: PS-\l=PflAL-TBr-L*G*HHOTP ( I I-'~EO*JL I.-SEC T IDPI :vPH I 2 (1 I"~ (G TI'" I lEO-W 11"''''2/

RI-iOL i

, 66 IF ICTRL THEN WEc.3;ELSE

1

G 6[1 Wt"ToAL/SECT('2~-2+W-lE-2;

69 IF KLA~R THEN 00;

~ 71 SCCT=TBAL;W=.5tO''IW+HE-IE-21;

14 E~D;

, 75 MG=WE*~T;

~ ~ 76 RE=MT/IPI4*JEX*MULI*II-WEI;

PAGE

"

!

:

!

e I

oJ

" ~

: I

f

Gt

I

I

01

t

.

I I

:1

w tIJ I 0 0 f

ot

t

ct

$ ®

!

'j 4) 73 PUT OATAIW,SECT,RE,NU,P8AL)SKIP; 77 JEX·2117E-5/RE·*.16~;

f

] $ 70 PBAL=PBAL-PH12111~qMT/SEX,,,,(l-WE»·~::~2*'~ED/RHOL*Jt:X*LEXIL)I:X; $

I

I

I )

e

el

i'

~

~

~ 0 0 ' ~ ~

1

,

0 0 '

,

'-... ... A. 4$' •• .; ... ,$512."..., .PCA!iI!' ... i!SSNA.;.';S !iP,,;;:,hllfJt"'~~~!('''ip'rltf(;C' >:,f! \i.,' ".4 r;4>:S*.t<1'I!',.?'.iJt9t!tG'.pi/'?+ ... :, .... l~\ .•. 'I"'· .~ .. ,,\.:o.,,:::( .... tPu;~t=.'!Jilf~.,(J'?JJ.~J~r.'''~'''' k'tóW4,P.Qs;çu;y;p:y:; IY."!J., tot_""'"""";; %#.1&".... .. • • - J . • ...

(35)

~_._---~---.. ~ ® TI::RMOS

J

G

79 j ~ ~ 80 "t 81

.~

e

82 83

1

Bi, 85

1

0 86 1 87

t

c

80 89

1

9<l

~

0 91 92

'1

~

93 ')l) 95

1

96 97 ~ 0 9B

1

0 9'l 100 101 . 102

1

0

10/1 105 .~ 106

j

G

107 10il

1

109 110 ie) 111 ) ! 112

1

0 114 113 ~ 116 J 117 '~

.

121 122

I

G

LU, 125

~

126

;j

® In l 131

1

G

132 13>+ .~ ~~ ~

!

Q

,~

"

ij ~ .

4

paAL=?~AL-(HT/SEX)~~2/RHOL.«(1-WEI~~2/RL(I)·R~OL*AE.WE/

(RHOG" (lEO-KL< I I I )-lEO);

PUT OhTA(HE,MT,HG,NT,PBAL,COUNT1SKIP; END; Q=MF··Q .... ; DELTIIT=TCON-TK; AI=~/(UELTAT*UI1; ilPI=PI"OPHLi NT=AIII\PI; GTI=lE2: XXX=LOG(XXX'; P l',=p llt~ëO: PRL.=CPl"MUL/KL; SPI = 0 r I;' D PI" P I I, ; SI N= i)

r

N '" DIN'~ P

u, ;

SEX=OEX~DëX~PI~; OPDL=-G'>?HOL; RI'I= 1 f:O/23 U i Ru=lEOll1036E3;' FACTOR=(RHOG/RHnL)~*.5~(MUL/HUG1~~.1 DO 1=1 TO 15; W=2E-2"'I-IE-2; XTT=lOG«((1-W)/wI.*.9~FACTOR); 00 J=l Hl 11; IF XXX(J»XTT THEN GO TO VERDER; END; J= 11; VETOER :~JmJ=J-l; YYY=(XTT-XXX(NNNI)/(XXX(JI-XXX(NNNII; RL((I·YYY~ALX(J)+(1-YYY1GRlX(NN~I;

PHI2 ( I I=YYHPH 12X (J)+ (I-VVY I WHl2X (NNN I;

RHOTP(ll=RHQG+RL(!I-(RHCL-RHDG1;

PUT SKIP DATA(~ ,XTT,PHI2(II,RHQTP(II);

ENO;

OV(K:CAll CYClE;

IF P~~L>O THE~ DO;

OOI-lIIILè(PJAL>O); GTIL~GTI;P3All·PBAL;GTr=13E-l~GTI;CALL CYCLE: E"lO: GTIH=GTl;PBALH-PBAL; END: ELS!: 00; DO WHIlE(PUALC-OI;

GTIH=GTI ; PBAlH"'P8J\L;GTI.a15E-2"'GTI ;C.\lL CVClE:

END; GTIL=GTI:PBALLePAAL; END; , I " PÀGE !i I \,.) \,.) I $ ~ G C C 0

e

$ ~. El» 0 0

o

I

t

t

t-i

J

,

i

~

I

f

f

t

i

l i, 1I

o

\1

o

~

o

e

Q

o

~

0 0

(36)

.~ •. ~ 0

~

I

.~

e

1 ~ 0 'I

1 :

.~

ie

1

~i

e

. ~

·

1

~

1

e

.

e

I

1

0

I

~ 0

IQ

1

0

1

~ ~

1

G ~

~

0 ' 1 (1 1

1

1

6)

'

t

e

135 136 138 1/,0 1':2 1',3 11'.: <t 146 1/,7 lJ,A ISO 1~2 1'33 155 157 Uil 159 1·~0 161 162 163 164 165 166 167 1r,r. 169 1.10 171 172 171, TERMOS DJ J~O,l TU 100 WHILE(ABS(P9AL/ATM1>2f-21; GTI=(P~ALL~GT(H-Pb~LH~~TILI/(PóALL-PdALH);CALL CYClE;

IF PSAL>O THEN DO;

P~AlL=PBAL;GTILeGT(; ENO; ELSE DO; pa:'UI=PBAl ;GTlH=GTI; END; E:-'O;

IF KLAAR THEN GO TO OKAY;

CF ICTRL TH~N 00; .

PUT LIST('W~ IS TE GROOT. PROBEER ANDER~ CONDITIES.' )SKIP:

GO TO.HIGHCOUNT;ENO;

IF ABS(MG/MF-1EO)<2E-l THEN GO TO READY;

NT='1F/t~Gt'NT ; GO TU OVER: f\EHY:KLAAR=' 11111111'B: NT=NT+/IoV; ND=SQRT((~EO~NT-1EO)/3EO) ; lJS!=P*(ND+IEOI; DSI=2E-2~(TRUNC(DSI/2E-21+1EO): NfJ=IJSY/P-IEO; M=577E-3*NO+~21(-3: NT='I" (2 l:O"'ND-M) ; NN=2EO~TRUNC((ND+5EO)/4E01; "JT=T?U~;C(NT-NN) ; NT=NT-/\V; GO Tl) OVER;

OKAY:PUT PAGE O~TA;

HIGHCOuNT:END;GO Ta START; END: P",GE 6

G

I

o

I

~

G)

i

Gt

f <)

o

'

;

I

o

t

i

e

I

c,

I

e

r

w +:-I oi \ 0 0 G 0 0 G

e

® 0 ... -- zm 55...... ~-~~~ _ _ _ _ f . . . , . , '#rM' MMDO""C""G w ... ",,,,,,'OY'" _~, .... ~. .. ... ...1

(37)

;j @ .~

1

{}

~

., :~ 0

j

,

1

S '~;1 ]

j

0 ~

1

$ 0 0

r

'. 0 ~

e

J

1

cg

j

1

:

1

0

~

G lO

I

Q

'1 .~ "'" ..", j

~

0 1 GEBRUIKTE PARAMETERS ATM~ 2.02600E+05 OpO= 1.9<;;;99E-02 LEX= 1.<J9999ê-Ol NV= IhOOOOOE+Ol SIGMh~ 1.7~9~9E-02

(OPGEGEVEN EN MET STANDAARD ~AARDEN AANGEVULD I

CPL- 2.0S500E+03 OEX= 2.50000E-01

DTOPS= 1.Gzc99E-04 LIN= 1.99';O:;'}1:-01 p= 2.l,,)999E-02 TeON= 4.59COOE+OZ OU~P='NEE' HF= l.39999E+OO ow= 3.9~000E+05 TK- ~.1COOOE+OZ DIN: 1.~9999E-Ol KL- 1.6')9'19E-01 M'JG= 90<:'~'999E-06 RHOG= ó.L~OOOE+OO UI'" 1.?OUOOE+03; OP!= 1.~9999E-02 L= 1.';OOOOE+OO MUL= 30 7t~9'-i<;E-0.() " RHOL: 1.0~9UOE+03 I w Vl I O l

e

e

e

c

.

1

I O l , 4) 1 $ '

e

e

.

Q 0 Of

C

l

O

l

G

I

o

l

e

El)

t

0

C~

..

,.

~

.

"1iJ.

·.

p~".f

.>Ifi

~

'

"

''

'*""",'''''''{t":"",'

~!1M

~

~

''

'

.. ,"'"","'..,. •.•.. 00 ... +

,

q'i

'.',

!.t:"'4!

,.

~

""

.1"._(

k

,

.• h.'·"f, .... i.' ••... c.I1.I_p. ':_ " ... """ •.• ", " •.• t<:< I.

~'

f

.

""'''.''N'''

.

!jU''

'S!'

l

"",

,,.i)\I!'\.';''

'''$-,,

.

,,,''IJ

.

iq

,,

_."

"""' •

.

"

.

..

.

,,*'" •

".J

..

41,0\ .' • .I . . _ j

~

(38)

;~

j

0 i 0 ,~

1

:

:

()

]

j

@

1

e

,~ ~

t

0 1 . ~ Q j l

j

:

.1

e.

1

1

~

'0

l

e

.~ 41)

"

~

$

~

0 ,~ .~

e

~

~ ~

e

~ \./" 1.OOOOOr:-02 \.1= 3.00000E-02 \./ = :;.0 0000E-02 1<= &. <:'9')<'')[-02 H= 3.<;'<;9<;O;:E-02 11= 1.0SC><;'9ê-Ol \~= 1.2';'<0;<;1::-01 .1= 1 • .l,Q·~';C;E-Ol h= 1. 6~')<;9E-01 w= 1. [l999()F:-Ol \-1= 2.09<;<;<;E-Ol ~:= 2.299 9Q [-Ol \1= 2.I,')<:<;SE-Ol H= Z.ó"uC;QE-01 w= 2.8,)999E-Ol HI:= 2.99<;<;9E-01 COVH= 1: WE= 2.99999E-Ol CC\.:NT= 2: '/E= 2.C;c)<?~9E-Ol CGL.NT= 3: WE= 2.73092E-Ol CGUNT= l~: ' ,iE= 2.1"I'\47E-Ol CGUNT= 5: WE= ?.27é<J2E-Ol r.CUNT= ó: wE" 2.276<:'2E-Ol COUNT= 7: \ol E = 1. n099l,E-OI COUNTe 0: WE: 2.1P-02:ïE-01 CCl.NT= 9: 101= 0.00000E+OO w= 1~00000E-02 w= 3.00000E-OZ w= 5.00000E-02 01= 6.999<;9E-02 w= O.9C;')C;9E~02 01= 1.09<).,0E-01 11:: 1.299<;<;E-Ol w= 1."'9999E-Ol H= l.69.,C;S'E-01 ,1= 1./),?C,9<J;;-Ol .~= 2.00012[-01 HE" 2.180Z0E-Ol COU"JT= 10: xn= 1.9305JE+00 XTT= 9. 29''>l~,E-Ol X TT: I ) . ~i On2 [0-01 XTT= 1.2a')·~,ï!:'-lll XTT=-1.16::l00E-·01 X TT=-3. t 7 / .. O~ E-Ol X T T =-(~. (J 6 2 10 [-0 1 XTTtt-6.31932E-01 XT T=-7. 7200GE-Ol X TT =-'J. 9/; Ol; 3 !:'-O 1 XTT=-1.00~63E+00 XTT=-1.111!ci9E+CO XTT=-1.21032HJO XTT=-1.30,P1E+00 XTT=-1.3S32ZE+OO , MT= 6.75'j09!:'+OO MT'" 8.781ólt:+00 MT:: 1.1"~lüOE:+01 1'1T" 1.~34CIlE+Ol MT- 1.92CJ31E+Ol MT= 1.83009E+01 MT- 1. O~,C;I)l-E+O 1 MT= 1. 36'>56E+0~ MT2 1.103lDE+Ol SECT" SI:CT= SECT= SECT: SECT= SECT= SECT= SECT: SECT= SEG To: 5ECT= SECT:: 2.1~201E-Ol l.~77~~[-OL 1. 3~2!1Çt-Ol 1. 20·;.? IE-Ol 1. 202/~OE-Ol 1.160t·'fl:-Ol 1.12'ï3:1E-Ol 1.0%92E-Ol 1.01f:21E-01 1. 0 :.; 'j l':E- 0 1 1.035t,2c-Ol 9.1tJeE6t:-02 ~H= 1.227101:+01 PHIZ (1)= 3.5327')E+00 PHIZ(Z)= D.~6~69E+OO PHi2(3): 1.2-,l('1!:'+01 PHI2(~)- 1.61~~lE+Ol PH,2(:,)= 2.01011E+01 PHI2(ó)= 2.454~6E+Ol PHI2(1)= 3.103COE+01 PrlI2(D)= 3.7562~E+01 PHI2 (';)= ',.33606E+01 PHIZ(10)= ~.J6~û7[+01 PHI~(11)= 5.91~12c+Ol

PHI2(IZ)- 1.022~EE+Ol

PH I.!. ( t J) = ,1.06:' 11 E +0 1 PHI2(10)= 1.0~1~7E.01 PHIZ(l~)= 9.9966<;1::+01 MG= 2.0265ZI.:+00 MG- 2.6341:-81::+00 MG" 3.~2/~32E+OO MG= 4. 05292E +00 MG .. 't.1S'523t:+OO MG'" ',.16697E+OO MG= 2.3S'J')\)E+00 MG= 2./)6970E+00 MGo:: 2.'~O!j22t+00 RI::= Ki:= RE= RE= RE= Rl= RE= Rt= RE" 2. 2T78lJE +0') ~.0~0~~~+0~ 6oJOOllE+0~ 7.~~~70E+04 ~.13~1~E·04 1.0200 ( +05 1.1/iJ~,) +05 1. 2!, J'r 6 + 0 S 1.3(,1 1", +05 Re: 1.4!,Z2bl:+05 f\E~ 1. 5··.~f.;"jJ~[+O~ Rl:c 1.';'(,,2";:'10+05 ,~G~ 2.675<,OE+OO RHOTP(l'= ~.~1374E+02; RHOTP(2)= 3.79263E+02; RIli1H'())= 3.003<;OE+02; RHJTP(~)= i.61601c+02; ~HnTP(,';) = 2. 32~>Z3E+02; RHurp(6)= 2.0a9~4E+02; rHOTP(7)~ 1.';2117E+02:

RHUTP(Z)= 1.7U168E+02: RHOTP(S)= 1.6~6ï7E+02: hHIJTP( 10): 1.51; 30'iC+02; RHOfP(ll). 1.45139~+02; ~,lh.JTP( 1n- 1.:n5'>H:+02; kH0TP(13)= 1.30118E+02: R!lUTP(h)= 1.230?8ê+02: RHOTP(15)- 1.1~360E+02; 1\T= 1.91227E+02 NT= 1.91227E+02 NT: 1.91227E+02 NT= 1.91227E+02 NT- 1. Ç'122"E+02 NT- 1.91227E+02 NT- 1. 096"'91:+02 NT" 1.09679E+02 NTa 1.09ó7'JE+02 NU" 1.2'i91')t+02 NU" 3.4l>9~~E+OZ NU= 4. '.5533E+02 NU= 5. 06~21,E+02 NU= ::i.\,.:;r:07E+02 NUe 'i.f332j4E+02 NU= 6.1/03U31:+02 NU= 6.', 7/A3E +02 NU>: 6. ï~O';-rE+02 NU= 'I.02~(;U:+02 NU" -(.'0613t+02 NU: 7. ~J';·"3{,·E+U2 NT" 1. Z2000E+02

'.1= O.OOOOOE+OO SECTe 2.311Q6E-Ol RE- Z.961Z~E.0~ NU= l.e0255E+02

w= 1.000DOE-02 SECT= 1.8~S~2E-Ol nE= 5.2~27~~.0~ NU= 4.0J127~+02

W·3.00000[-02 SECT- 1.61617E-01 REa B.190~7E+0~ NU- ~.1~693E.02

w= 5.00000E-02 5~CT= 1.~062J[-01 Rf= 1.0J~2~~+05 NU= 5.b~l~~E+02

~= 6.9SÇÇ9E-02 SECT- lu4~137[-Cl RE= 1.1~1~3E+OS NU= 6.313~2(+02

w= D.9~9~9E-C2 SEC Ta 1.~OO~lE-Ol ~E= 1.JJ~00E+O~ NU= 6./3111E+02

H= 1.OQ0C9E-Ol SECT= 1.36010E-01 REa 1.~3~~~t.O~ NU- 1.1~31~l+U2

j \1= 1.29,,<;<:'[,-01 SECT= 1.}.10')ZE-01 ?,c=

1.61v

ó

~E+

'

)'j

"\jU= 7.'.CU7E+02

j

0 \1= 1.4<;,19'1E-Ol SECT- 1.30:'-:>IE-Ol Rl:" 1.I'd(,Gt:+0~ Nc!a 1.'/<;[,"10[+02

~ w= 1.66ó~OE-Ol SECT= E.31101E-OZ gE= 1.C7.13E+05 NUa U.1165~E+02

~ <O!t. WE= 1. 7~220E-Ol MT" 1. 5952~E+Ol MG~ 2.·(,,/~;::l~ .00 ~~~" 1.22000(+02

, ~ CGUNT: 11:

( , . , <-t .ge4' Si ~~""-",,,~,.,,~~,,""."'U~,""'""""~""""".I:t"~o:r."~".~'~"' .. ""~"Ii.r" • .""~:,.lj,,r'~~ .. ~P~t 9T~.'r .,'I~~ .. ~f~?".t.6 .C"'.i ...• Aj"".{!>""?}fjl .... ~~~

~'-'''---''-'-~'~'-=--'.~~~-~---

_._-PBAl" 9.5'1)692E+03 P8Al= 1.90061E+03 PBAl= 5.0302~E+03 PBAl" 1.032~7E+03 PBAl=~S.25467E+02 PBAl=-6.0016~E+02 PBAl- 6.6008~E+02 PBAl=-3.22336E+03 PBAl" g.4~71BE+02 PBAl- 1.~1~13E+0~; PBAl- 1.2UjZ~ê+O~: PBAl- 1.11B86E+0~: P9AL- 1.03~SOE+0~; PBAl= 9.~771~E+03: PBAl- 6.5~291E+03: PBAl- 7.5~9k~E+03; PBAl= &.~263~E+01: PSAl= 5.36009E+03; PBAl" ~.13300E.03; PBAl= 2.86969ê+03: PBAla 1.47a3l~+03; P8Al- 6.9~539~+02 PBAl= 1.29239E+O~; ~B~l· 1.1~9Z3E+0~: PBAl- 1.02105E+0~: P8Al= B.Sl~74E+03: pgAl= 7.43505E+03; PUAl= 5.D7n02E+03: reAl= ~.20167E+03: PSAl= 2.2Q~A6E+03; PBAl= 1.9~171E+02: PBAL=-1.96663E+03: P8Al=-2.9~31'E+03 I W 0'\ I

-o

e

c

G @

e

1$

o

o

" f

."

e

e

Sf

o

f

o

.1 G ,

1

:

,

~I

t: Cl) .

(39)

1

0 ~

ot

Q .

.,

~ ~

î

~ ~ 4

I

:

1

i

e

J

I

~

1

0

i

c

1

!

O

!

t

0

1

0 1

1

Q

J

0

J

4:} ·1

i

~ i) j

J

.~ ~ 'J

1

~

.1 ~

1

0

1

ct

~

·

l

$ Wr O.OOOOOE+OO H= l.oooaOE-OZ \1" 3.00000E-02 H= 5.JOUOO[-02 \01= 6. 'lS'J<;'JE-02 \01= G.<;';9"'''[-02 \,,, 1. O~() <;SE-Ol 101= 1.ZIj'j<;<;E;-Ol lol: 1.49"99[-01 IJ= 1.6';9<;91:-01

li= 1. ür,C'c<iE-01

101= 2.03LS"·E-Ol \'E= 2.onC~E-Ol . COl.NT= 12; StCT" 2.17b20[-01 SECT= 1.63419E-Ol SEcr= 1.40~12E-Ol SECT= 1.J03?tE-C1 SECT= 1.Z<;013c-01

$ECT= lo2073~E-C1

.StCT= 1.17113[-01 SECT= 1.1~402l-Cl SECT= 1.120/<,[-01 SECI= t.09~1G[-Ol SECT" 1.01H91E-Ol SECT= 4.00jU7E-OZ MT" 1.291BE+Ol Re:" 2.~OE::nE+a/, P.E:: t,.211'JGt+04 RE= t-.61: 1 t(\E+O', Rt:= 0.';·11 :\0l+0', RE" 9.ó:i72.\t+OZ Rt:= 1. O:'S·~:je:+O.~

i<E= 1. 2i.J2.·;~~E+0':i

RE= 1. :H/,'lOt+05 RE= 1.1; 1'7.)/;-(; +05 Kt:: 1 • .5 2 !;-lJ:' t: +05 I-~E= 1.6,n1.3E+05 Rl::= 1. '/3 70';· t +05 MG,. 2.69<.Trt:+00 NU" 1. 3~t'33l::+02 NU" 3.<;9ll11E+02 NU= I,. ~9390t:+02 NU= <j.222t:Oe:+\.l2 NU" 5.635\.l'iE+02 NU= 6.013F,E+\.l2 NU= ~. 370 16E+02

NU: óooTlfJ6E+02

NU" 6. CJ60r j2c+02 N'J: 7.2": l. .:':. E+02 NV= 7.'i3336t::+O.? NU= 7. ?~J260t+02 NT'" 1.22000t:+02 PB'l.l" 1.310fJ.9E+O')Î PElAL" 1.l9~A6E+Ol~; PB<\l= 1.10136E+0'.; PO.IIL= 1. O()qo"r:+O'); P8Al= ~.12~~bE+U3; PB/.l= tl.105?;;E+03; paAl= 7.02~66~+O3; PBAl= 5.81ód~E+03; PBAl= ~.49916E+03; pö.o.l= 3. LOlJïOE+03; PBAl: 1.6'l"OflE+03;

PBAl" 1. 69:>'.9f:+02; PBAl"-6"S332t+OZ I W -..l I

I

$ , fc I

o

f

:

I

~

I

I

o

I

@

r

I

o

t

0

ot

;

(l)

r

'

i

I

et

I S 6) f)

l

:1

t

~.

~

I 0}

f

'

l

. ...,.."..".~_ .... _ - . - . .... --~ ... "' ... _ ... _ ... ,~"'.),.,"'....,"~"""''1~''''~r:''1'':IMl4'''.;,!\.fI''~~ 9il, •. :""'I':.ft,:,!.,)),j):.4"$D:f'\'i?~.~f.i.,,tt.Q,(t,:c:;-;st.~.1!'~ \'~~~,,,,(,ó'. ;""*" 4"'(., ~ Ij ,'.~iJ<\& ... '!!"~_I'IIN.klLti,~. " • ., .. JJ.",.",.«(;jEP,''''if\iÇil5!J.- ,ers 'I ~--... - - - ' "

oJ

Cytaty

Powiązane dokumenty

Jego istnieniu zagroziła jednak budowa zapory na D u n a jc u 1: zmiana przebiegu granicy związana z bu­ dow ą pozbawiła obiekt pierwotnej funkcji; jednocześnie

This code and its logical gates has been implemented using a superconducting microwave cavity mode as an oscillator in reference [ 13 ], but the life-time of the encoded qubit

Bogactwo gatunkowe Coccinellidae zarejestrowanych na Polu Mokotowskim (23 gatunki) było niższe od stwierdzonego w Parku Skaryszewski (26 gatunków) (Ceryngier i

Domy- ślam się, że pański sekretarz, za- miast pilnować swych spraw, zade- nuncjował mnie, że byłem karany sądownie, a więc oświadczam, że prawdą jest, iż byłem

In het geval van het verstevigen van een bestaande koker, door het aanbrengen van een energie-absorberende constructie tegen een tussenwand, moeten niet alleen

Po rozpadzie Związku Sowieckiego zmieniło się niewiele: wprawdzie hi- storycy w Rosji, na Białorusi czy Ukrainie prowadzą badania dotyczące losu sowieckich jeńców

Optimum Additive Concentration for Boundary Layer Ejection For external flow cases, it is cononly accepted to eject highly concentrated additive solution into the turbulent boundary

Dodatkowo rzekomy panteizm ujęty w wierszach Leśmiana (autor wprawdzie posługuje się pojęciem „Bóg-pantera”) dla niektórych badaczy stanowi problem niedosłowny,