• Nie Znaleziono Wyników

Onderzoek naar de veiligheid van de Groeneveldsche polder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de veiligheid van de Groeneveldsche polder"

Copied!
169
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)

Onderzoek naar de veiligheid van d e Groeneveldsche polder. A-75.004

(3)

Inhoud

-

Blz.

1. Inleiding 1

2. Beschrijving van de polder, de boezem en de kade

2.1. De polder 2.1.1. Ligging

2.1.2. Oppervlakte en peilen

2.1.3. Inwoners en economische belangen 2.1.4. Bestemmingsplannen

2.1.5. Gevolgen van een doorbraak 2.2. De boezem

2.2.1. Oppervlakte en peilen

2.2.2. Mogelijkheden tot compartimentering 2.2.3. Daling van de boezem bij een door-

braak

2.2.4. Gevolgen voor de scheepvaart en waterhuishouding bij een doorbraak 2.3. De kade

2.3.1. De lengte van de kade

2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de gemeten dwarsprofielen 2.3.3. Beschrijving van de kade

2.3.4. Vreemde objecten

2.3.5. Onderhoud van de kade

2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 5 7 9 10 3. Geschiedenis 11

4. Geologische beschrijving van het gebied 12 4.1. Overzicht van de geologische ge-

schiedenis 12

4.2. Samenvatting 13

5. Grondonderzoek 14

5.1. Keuze van de te onderzoeken dwars-

prof ielen 14

Uitvoering en resultaten van het

grondonderzoek 14

5.2.

5.3. Metingen van het freatisch vlak 22

biliteitsonderzoek. 22

(4)

Vervolg Blz.

-

Inhoud 6. Maatgevende boezemstand 2 3 7. Stabiliteitsonderzoek 24

8. Beoordeling van de veiligheid van de gehele 27 kade

(5)

Bijlagenlijst Groeneveldsche polder Bij 1. nr. Omschrijving 1 Situatie 2 Lengteprofiel 3 Dwarsprofielen 1 t/m 6 4 Dwarsprofielen 7 t/m 1 1

5 Bijlagen L.G.M. brief CO-22911-0/18 (vooronder zoek)

6 Bijlagen bij geologisch rapport L.G.M. 7 Stabiliteitsonderzoek L.G.M. rapport CO-229110/43. 8 Foto 1 t/m 3 9 Foto 4 t/m 6 10 Foto 7 t/m 9 11 Foto 1 0 t/m 12 1 2 Foto 12 t/m 15 Tek.nr. A2/75.026 A3/75.090 A6/75.027 A5/75.043 A4/77.403 A4/77.404 A4/77.405 A4/77.406 A4/77.407

(6)

- 1 -

1. Inleiding

In het kader van het systematisch kadeonderzoek is een onderzoek ingesteld naar de veiligheid van de boezemkade van de Groeneveldsche polder. Deze be- hoort tot het Hoogheemraadschap van Delfland en ligt in de provincie Zuid-Holland.

De kade beschermt een diepliggend agrarisch gebied. Het onderzoek is uitgevoerd in de kaden langs de

Zweth, de Groeneveldsche of Monsterwatering en de

Zijde. Er is een verkenning uitgevoerd, waarbij onder- meer één lengteprofiel en dwarsprofielen zijn gemeten, de bestaande geologische- en bodemkundige gegevens zijn geanalyseerd en gegevens omtrent onderhoud en gedrag van de kade werden verzameld.

Het grondmechanisch onderzoek en de rapportering hier- over is verricht door het Laboratorium voor Grond- mechanica (L.G.M.). Er is tevens gebruik gemaakt van

gegevens, die de Technische Dienst van het Hoog- heemraadschap van Delfland beschikbaar heeft ge- steld. Dat laatste zijn vooral gegevens omtrent de geschiedenis en het onderhoud van de kade.

(7)

- 2 - 2. 2 . 1 . 2 . 1 . 1 . 2 . 1 . 2 . 2 . 1 . 3 .

Beschrijving van de polder, de boezem en de kade

De polder

Ligging.

De ten noordoosten van de Lier liggende polder heeft een waterstaatkundige oppervlakte van 2 6 6 ha en wordt in het noordwesten begrensd door de Zweth, in het

noordoosten door de Groeneveldsche

of

Monsterwatering, in het zuiden door de Zijde en in het zuidwesten

grenst de polder rechtstreeks aan de Oude Lierpol- der. Hier wordt de grens gevormd door de Noord Lier- weg.

Oppervlakte en peilen.

De Groeneveldsche polder heeft een waterstaatkundige oppervlakte van 2 6 6 ha. De maaiveldhoogte variëert van N.A.P.

-

0,l m tot N.A.P.- 1 , 9 m. Het zomerpeil in de pol- der bedraagt N . A . P . - 2 , 1 2 m en het winterpeil N.A.P.-2,32 m. Tussen de Zweth en de noordoostelijke ombuiging van

de Noord Lierweg liggen enkele percelen, welke bui- ten de poldergrens vallen. Sommige percelen be-

horen tot het boezemland terwijl de rest door middel van duikers bij de polderbemaling zijn opgenomen.

Inwoners en economische belangen.

De Groeneveldsche polder v a l t onder de gemeente De Lier en Schipluiden.

In het gehele zuidelijke en zuidwestelijke gedeelte van de Groeneveldsche polder wordt veel tuinbouw onder glas bedreven.

Het overige gedeelte, dat is ten noorden van de Groeneveldsche weg en de secundaire weg no 1 2 , die het zuidoostelijk polderdeel van zuidwest naar noord- oost doorsnijdt, is hoofdzakelijk grasland.

Het aantal inwoners in de polder zal naar ruwe schattinuen in de buurt van de 400 lissen.

(8)

- 3 - 2 . 1 . 4 . Bestemmingsplannen Bestemmingsplannen m e t b e t r e k k i n g t o t d e p o l d e r z i j n h o o f d z a k e l i j k d e t e verwachten u i t b r e i d i n g e n van d e tuinbouw o n d e r g l a s . 2 . 1 . 5 . Gevolgen van e e n d o o r b r a a k B i j e e n e v e n t u e l e d o o r b r a a k van de boezemkade z a l d e Groeneveldsche p o l d e r t o t c i r c a N,A.P.r0,85 m i n u n d e r e n . B i j d e b e r e k e n i n g h i e r v a n z i j n d e v o l g e n d e aannamen gedaan. a ) D e boezem

i s

n i e t gecompartimenteerd. b ) M e t s l o o t b e r g i n g î s geen r e k e n i n g gehouden c ) D e o p p e r v l a k t e v a n d e boezem i s 6 5 0 h a b i j e e n

d j D e Oude L i e r p o l d e r i n u n d e e r t n i e t mee i n verband s t a n d van N . A . P .

-

Q , 4 0 m.

m e t d e aanwezigheid van e e n binnenkade d i e v o l g e n s d e t o p o g r a f i s c h e k a a r t o p N.A.P.

-

0 , 5 m l i g t . In- u n d e e r t d e Oude L i e r p o l d e r e c h t e r m e e , dan z a l d i t door d e aanwezigheid van d e kaden l a n g s h e t Verlengde S t r i j p k a n a q l t o t h e t n o o r d - o o s t e l i j k d e e l b e p e r k t b li j v e n

.

door de z u i d o o s t e l r j k e p u n t l o o p t geen w a t e r k e r e n d vermogen h e e f t .

e ) D a t de O o s t h u u r t s e weg en de Groeneveldsche weg d i e

N a e e n e v e n t u e l e d o o r b r a a k van de kade z a l e r op d e eerste p l a a t s a a n z i e n l i j k e s c h a d e o n t s t a a n aan d e t u i n - bouw o n d e r g l a s d i e ongeveer 2 / 5 d e e l van d e p o l d e r b e s l a a t . Ook z a l a a n d e v e e t e e l t en d e bebouwing i n d e p o l d e r g r o t e s c h a d e t o e g e b r a c h t worden,

2 . 2 . D e boezem

2 , 2 , 1 , Oppepvlakte e n pe$,len

D e boezemwateren rond de G r o e n q e l d s c h e p o l d e r be- h o r e n a l l e n t o t h e t boezemgebied v a n D e l f l a n d e n s t a a n h i e r m e e o n d e r normale omstandigheden i n open v e r b i n d i n g ,

(9)

- 4 -

650 ha bij een boezemstand van N . A . P .

-

0,40 m. De boezemstand varieert van N . A . P .

-

0,30 m tot N . A . P .

-

0,50 m. Het maalpeil is N . A . P .

-

0,25 m. Het boezempeil wordt zoveel mogelijk op N.A.P.

-

0,40

m

gehouden maar meteorologische omstandigheden kunnen het peil tamelijk snel doen oplopen.

Een verantwoording van de maatgevende boezemstand wordt in hoofdstuk 6 gegeven.

2.2.2. Mogelijkheden tot Compartimentering

Bij een eventuele doorbraak kan het boezemgedeelte waarin de Zweth, de Groeneveldsche of Monsterwate- ring en de Zijde liggen, van het overige boezem- water worden afgescheiden door een negental keringen te sluiten.

Deze zijn de volgende; volgens Delfland genummerde keringen:

D7

-

D6

-

D5

-

D9

-

D11

-

Di3

-

D14 en D8a-b. 2.2.3. Daling van de boezem bij een doorbraak

Bij een doorbraak van de kade langs de Zweth, Monster- watering en de Zijde, zal indien niet tot comparti- mentering ia overgegaan de boezem met circa 0,45

m

dalen.

Indien wel tot compartimentering is overgegaan, zal het afgesloten boezemgedeelte vrijwel geheel in de p o l - der leeg lopen.

Het gecompartimenteerde gedeelte waarin de boven- staande boezemwateren liggen, heeft een oppervlakte van ongeveer 35 ha (uitgaande van de gegevens van Delfland dat het gecompartimenteerde deel O ,5x106 m3 water bevat),

2.2.4. Gevolgen VOOY de scheepvaart en waterhuishouding bi’j een doorbraak.

Bij een doorbraak van de boezemkade van de Groene- veldsche polder zal de scheepvaart, die hoofdzakelijk bestaat uit wat pleziervaart, waarschijnlijk gestremd of fn i’eder geval ernsti’g belemmerd worden.

(10)

- 5 -

2.3. De kade.

2.3.1. De lengte van de kade.

De kade langs de Zweth heeft een lengte van 1,7 km, langs de Monsterwatering heeft de kade een lengte van 3 km en langs de Zijde is de lengte van de boezemkade 1,4 km.

Over een lengte van 1,5 km grenst de Groeneveldsche polder rechtstreeks aan de Oude Lierpolder.

2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de gemeten dwarsprofielen.

De profielen zijn ruwweg representatief voor de op bijlage 1 aangegeven trajecten.

De waterkerende hoogte van de kade ter plaatse van dwarsprofiel 1 ligt op N . A . P .

+

0,30 m. De kruinbreedte bedraagt circa 3,5 m met hierop een ongeveer 3 m brede asfaltweg (foto 1).

Het buitentalud dat onverdedigd is heeft een beloop van ongeveer 1:3 (foto 2). Het binnentalud heeft hier ook een helling van 1:3 met direct aan de teen een circa 3 m brede sloot.

Dwarsprofiel 2 heeft een waterkerende hoogte welke ligt op N . A . P . en een ongeveer 1,5 m brede kruin

(foto 3 ) . De groene kade van dwarsprofiel 2 heeft in het buitentalud een houten palenrij met een bestorting van puin als oeververdediging. Het binnentalud heeft een helling van 1:1,5 met bijna direkt aan de teen een ongeveer 1

m

brede sloot. Langs de binnenkruinlijn staat een in lengterichting sterk achterover hellende afrastering. Het

achterland,dat hier grasland,is ligt op ongeveer N . A . P .

-

1 , 6 m.

Dwarsprofiel 3 heeft een ongeveer 1

m

brede kruin met een waterkerende hoogte van N . A . P .

+

0,20 m. Het buitentalud heeft hier een zelfde oeverver- dediging als dwarsprofiel 2, maar dan met minder puin.

(11)

- 6 -

Het binnentalud heeft hier een helling van 1 : 1 , 5 2 1 : 2 . Op ongeveer 2 m uit de teen ligt hier een greppel (foto 4). Het achterland heeft hier een hoogte van ongeveer N . A . P .

-

1,5 m.

Dwarsprofiel 4 heeft een 1,2 m brede kruin met een waterkerende hoogte van N . A . P .

+

0,lO m.

Het buitentalud heeft een steilste helling van 1:l met hierop aansluitend een puinbestorting. Het onderwaterbeloop heeft een helling van 1 : 3 . Het binnentalud heeft een helling van 1:2 met direct aan de teen een 6 m brede sloot (foto 5). Het achterland ligt hier op een hoogte van ongeveer

N . A . P .

-

1 m.

De dwarsprofielen 5, 6, 7 en

-

8 vertonen veel over- eenkomst met elkaar en hebben een kruinbreedte van circa 1,5 m.

De waterkerende hoogte van dwarsprofiel 5 ligt op N.A.P., van de dwarsprofielen 6 en 8 op N . A . P .

+

0,lO m en van dwarsprofiel 7 op N . A . P .

+

0 , 2 0 m. Het buitentalud is in alle vier de dwarsprofielen door middel van grof puin verdedigd en heeft een onderwaterbeloop van circa 1:2 à 2;5.

Het binnentalud in dwarsprofiel 5 heeft een

steilste helling van 1:1,5, in dwarsprofiel 6 1:1,8, in dwarsprofiel 7 5:14 en in dwarsprofiel 8 1 : 2 .

In dwarsprofiel 6 ligt op circa 5,5 m uit de teen een ongeveer 70 cm brede greppel, terwijl in de dwarsprofielen 5, 7 en 8 geen greppel of teensloot aanwezig is (foto 6, 7, 8 en 9).

In dwarsprofiel 9 en 10 bedraagt de waterkerende hoogte respectievelijk N . A . P . en N . A . P .

+

0,lO m en de kruinbreedte voor beide profielen is onge- veer i m (foto 1 0 en 1 1 ) .

Het buitentalud is door middel van een palenrij en een bestorting van puin verdedigd.

De helling van het binnentalud in dwarsprofiel 9 bedraagt 1:2 en in dwarsprofiel 10 1:1,8.

(12)

- 7 -

in dwarsprofiel 9 op een afstand van ongeveer 1,5 m uit de teen en in dwarsprofiel 10 op ongeveer 5 m uit de teen.

Het gedeelte tussen de teen en de teensloot in dwarsprofiel 10 is zeer drassig doordat de kade nabij het profiel op minstens twee plaatsen een lek vertoonde.

Dwarsprofiel 11 heeft een circa 1 m brede kruin met een waterkerende hoogte op ongeveer N . A . P . (foto 12). Het buitentalud dat onverdedigd is heeft een helling van circa 1:3 en het binnentalud heeft een helling van circa 1 : 2 , 5 . Aan de teen ontbreekt een teensloot of greppel, waardoor de iets lager gelegen teen dan het achterland,bij regenval nogal drassig kan zijn.

2.3.3. Beschrijving van de kade.

Op de eerste 400 m van de boezemkade langs de Zweth ligt een circa 3 m brede asfaltweg. Tussen deze kade en de Zweth liggen buitendijkse boezemlanden, welke door middel van duikers door de Groeneveldsche

polder bemalen worden. De kaden rond deze boezem (ei-)landen zijn vrij laag met een smalle kruin en een onverdedigd buitentalud. Deze kaden zijn niet verder in het onderzoek opgenomen.

Vervolgens strekt de kade, welke overigens geen boezemwater keert, zich over een lengte van 200 m noordwaarts tot aan de Zweth uit.

Deze groene kade heeft in het laagste gedeelte een waterkerende hoogte van N . A . P .

-

0,lO m.

De groene kade langs de Zweth vertoont over een lengte van 100 m het beeld zoals besproken bij dwarsprofiel 2. Hierna wordt tot aan de boerderij Duinzicht de beschrijving behorende bij dwarsprofiel

3 van toepassing. Wel ontbreekt plaatselijk de puinbestorting.

De beschrijving van dwarsprofiel 4 is representa- tief voor het kadegedeelte met een lengte van on- geveer 50 m dat schuin voor de boerderij Duinzicht

(13)

- 8 - l i g t . H e t l a a t s t e g e d e e l t e boezemkade l a n g s d e Z w e t h i s ook w e e r e e n g r o e n e kade m e t l a n g s d e b i n n e n k r u i n - l i j n e e n a f r a s t e r i n g . D e b e s c h r i j v i n g van dwars- p r o f i e l 5 h e e f t op d i t g e d e e l t e b e t r e k k i n g . W e l i s p l a a t s e l i j k d e k r u i n en h e t b i n n e n t a l u d m e t k l e i aangevuld. D e kade l a n g s d e Monsterwatering i s g e h e e l e e n g r o e n e kade. D e e e r s t e 2 0 0 m vanaf d e Z w e t h h e e f t a a n de t e e n e e n g r e p p e l z o a l s ook b l i j k t u i t de b e s c h r i j v i n g van d w a r s p r o f i e l 6 . H i e r n a , m e t i n b e g r i p van d e 1 5 0 m l a n g e inham n a a r

d e b o e r d e r i j Groeneveld, t o t aan de watermolen (gemaal) i s d e b e s c h r i j v i n g van d e kade behorende b i j dwars- p r o f i e l 7 van t o e p a s s i n g .

D e watermolen, m e t d i e s e l g e m a a l h e e f t t w e e water- gangen e n s t a a t op kadehoogte.

D e b e s c h r i j v i n g behorende b i j d w a r s p r o f i e l 8 i s van t o e p a s s i n g o p h e t g e d e e l t e boezemkade vanaf de molen t o t aan de s e c u n d a i r e weg no 1 2 .

W e l h e e f t e e n g e d e e l t e h i e r v a n k o r t g e l e d e n e e n v e r b e t e r i n g ondergaan, h i e r i s n a m e l i j k d e k r u i n e n h e t b i n n e n t a l u d m e t k l e i a a n g e v u l d . D w a r s p r o f i e l 9 h e e f t m e t u i t z o n d e r i n g van d e t e e n - s l o o t b e t r e k k i n g op d e g r o e n e kade vanaf s e c u n d a i r e weg n o 1 2 t o t a a n d e Z i j d e . D e t e e n s l o o t z o a l s b i j d w a r s p r o f i e l 9 b e s c h r e v e n i s s t r e k t z i c h s l e c h t s u i t o v e r e e n l e n g t e van 1 5 0 m. H e t o v e r i g e d e e l h e e f t a l l e e n e e n g r e p p e l . D e grep- p e l o n t b r e e k t t e r h o o g t e van d e op h e t a c h t e r l a n d aanwezige k a s s e n .

D e kade l a n g s d e Z i j d e t o t aan de O o s t b u u r t s e weg komt g r o t e n d e e l s o v e r e e n m e t h e t b e s c h r e v e n e b i j

d w a r s p r o f i e l 1 0 .

P l a a t s e l i j k i s de k r u i n w a t smaller en l a g e r , ook i s h e t p u i n i n h e t b u i t e n t a l u d p l a a t s e l i j k verdwe- nen.

(14)

- 9 -

Vlak voor de Oostbuurtse weg staat aan de teen een tot woonhuis omgebouwde boerderij met enkele zeer dikke bomen in de kade (foto 13).

Vlak achter de brug, waarover de Oostbuurtse weg de Zijde kruist, looptevenwijdig aan deze weg een inham polderwaarts. Aan de zuid-oostzijde wordt de kade hieromheen gevormd door deze weg en aan de noord-westzijde door een boerderijcomplex (foto 1 4 ) . Het kadegedeelte tussen de Oostbuurtse weg en de secundaire weg no 12 bestaat uit een groene kade met een ongeveer 2 m brede kruin, een betrekkelijk

flauw binnentalud en heeft geen teensloot of greppel (foto 15).

In het buitentalud is puin aanwezig.

De brug waarover de secundaire weg no 1 2 de Zijde kruist heet de Zijdebrug. In de landhoofden zijn geen

schotbalksponningen aanwezig.

De groene kade,vanaf de Zijdebrug tot aan de bocht met de inham, heeft een ongeveer 1,5 m

brede kruin, en een betrekkelijk flauw binnentalud met

i

direkt aan de teen kassen.

In de bocht waar de Zijde zuidwestwaarts afbuigt is het buitentalud onverdedigd en door golfslag afgekalfd.

De kade zet zich over het laatste gedeelte ca. 2 0 0

m

voort langs de inham, en bestaat uit een groene kade en verder zoals besproken bij dwarsprofiel 11.

Het laatste gedeelte waar enkele woningen aan en langs de teen staan maakt de kade deel uit van de tuin.

2 . 3 . 4 . Vreemde elementen.

Op ongeveer 70û m ten noordoosten van de Idoordlier- weg wordt de kade door een dubbele aardgasleiding

gekruisd. Ook staat bij het begin van dit stuk groene kade een automatische waterinlaat.

Even voorbij dwarsprofiel 8 kruist een aardgaslei- ding de kade. Hier ter plaatse zijn zowel in bui-

(15)

-

1 0

-

ten- als binnenkruinlijn stalen damwanden geslagen. Langs de brug zijn diverse leidingen aanwezig en

kruisen een aantal zinkers, waaronder aardgasleidingen, de kade welke voor de brug meer op een loswal lijkt.

Ook na de brug kruisen 2 electriciteitskabels de boezemkade.

Vlak voor de Zijde kruist een PTT-kabel de kade langs de Monsterwatering.

Na de bocht vertoont de kade langs de Zijde ter hoogte van hm 48,4 een dubbel lek.

Bij

hm

4 8 , 6 loopt door de kruin een afsluitbare water- inlaat.

Bij hm 4 9 , 4 kruist weer een gaszinker de boezemkade en is een stalen damwand aanwezig.

Op een afstand van ongeveer 3 m uit de teen van de kade ligt nabij hn 5 1 , 6 een betonnen bunker.

Op de kade vlak voor de Oostbuurtse weg staan enkele dikke bomen, ter hoogte van het huis aan de teen. Voorbij de brug bevindt zich op kadehoogte een boerderijcomplex.

Bij de Zijdebrug komen ook hier weer diverse kade- kruisende leidingen voor, en na deze brug bevindt zich over de kruin een ten behoeve van een tuin- derij een afsluitbare waterinlaat.

2 . 3 . 5 . Onderhoud van de kade.

Het onderhoud bestaat voornamelijk uit het jaarlijks verrichten van herstellingen en kleine verbeteringen.

(16)

-

1 1

-

3 . G e s c h i e d e n i s

D e g e s c h i e d e n i s v a n d e z e p o l d e r v e r m e l d t g e e n d o o r - b r a k e n van d e k a d e n i n h e t v e r l e d e n .

(17)

-

1 2

-

4.

Geologische beschrijving van het gebied

Het L.G.M. heeft een geologische studie en een geo- logische beschrijving van het gebied gemaakt. Te- vens is een kaart en een geologisch profiel gemaakt

(bijlage 6 K 1 en 6 P2).

4.1. Overzicht van de geologische geschiedenis.

Tijdens de laatste ijstijd (in het laat Pleistoceen) werden fluviatiele afzettingen (Formatie van Kref- tenheye) gevormd.

In het begin van het Holoceen begon de zeespiegel- rijzing als gevolg van het afsmelten van het land- ijs door klimaatsverbetering. De nadering van de zee had tot gevolg, dat de grondwaterspiegel werd verhoogd, wat er toe bijdroeg dat veenvorming kon optreden. Het op deze wijze ontstane veen wordt Basisveen genoemd. In dit veenlandschap drong de stijgende zee steeds verder binnen. Er ontstond een marien pakket, dat over het algemeen bovenin uit kleien met plantenresten en onderin uit siltige zanden met kleilaagjes of kleien bestaat (Formatie van Calais). De granulaire samenstelling van deze Calais afzettingen werd bepaald door het stromings- patroon. Door lokale stroomversnellingen konden geulen worden uitgeschuurd, waarna deze met grovere sedimenten werden opgevuld. Op die plaatsen, waar de sedimentatie een rustig verloop heeft gehad, werden kleiige sedimenten a f g e z e t .

De hierna volgende daling van de zeespiegel, gepaard gaande met de vorming van een duinbarriere langs de kust, gaf aanleiding tot nieuwe veengroei. Het aldus gevormde veenpakket wordt samengevat onder de naam Hollandveen.

De hierop volgende serie "sub-atlantische" trans- gressies verliep in vijf fasen vanaf ongeveer 1500 voor Chr. Het produkt hiervan is een vijfvoudige

sedimentaire versie, die met de naam Duinkerke-Af- zetting wordt aangeduid. In elk van deze Duinkerke-

(18)

-

1 3

-

Afzettingen kunnen genetische elementen als stroom- afzettingen (zandig) en komafzettingen (voornamelijk kleiig) onderscheiden worden.

Ook de dikte van deze afzettingen staat in nauwe relatie met het oorspronkelijke stroompatroon. Waar de sedimenten als vlakke overstromingsgronden zijn ontwikkeld, varieert de dikte in de orde van deci- meters; in een geulsysteem daarentegen vindt men

soms dikten van meerdere meters.

4.2. Samenvatting (zie ook bijlage 6 K1 en 6 P2).

Ter plaatse van de kaden komt in principe het vol- gende profiel voor: (niet op schaal).

klei

zandige klei of kleiig zand zand Formatie van Duinkerke

I

veen Hollandveen klei

zandige klei of kleiig zand zand veen zand Formatie van Calais Basisveen Formatie van Kreftenheye.

(19)

-

14

-

5. Grondonderzoek

5.1. Keuze van de te onderzoeken dwarsprofielen.

Om een indruk te krijgen van de samenstelling van de verschillende kadegedeelten zijn een achttal profielen onderzocht. Ieder profiel is min of meer representatief voor een bepaald kadegedeelte (zie beschrijving van de kade,hoofdstuk 2 . 3 . 2 . en 2 . 3 . 3 . ) . Bij de keuze van de representatieve profielen is uit- gegaan van de informatie van het geologische rapport en van de visuele verkenning. De geschiedenis van de kade bood geen informatie die op deze profielkeuze van invloed is geweest.

ûmdat geologisch gezien de kaden gelegen zijn in een gebied waar geulafzettingen voorkomen werd een voor- onderzoek in de profielen 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 nodig geacht.

5 . 2 . Uitvoering en resultaten van het grondonderzoek. Het L . G . M . heeft het volgende veldwerk verricht:

15 continuboringen 29 mm: 2-1 en 2-2; 4 - 1 ; 6-1 t/m 6 - 3 ; 7-1; 8-1; 9-1 en 9-2; 10-1 en 1 0 - 2 ; 11-1 en 11-2. 8 middelzware sonderingen: 2-1; 4-1; 6 - 1 ; 7 - 1 ; 8-1;

9-1; 10-1; 11-1.

Het aantal en de situering van de boringen in de uit- gekozen profielen werd in overeenstemming met de af- metingen en de vorm van de kaden vastgesteld, dat wil

zeggen in het gebied dat voor een mogelijk stabili- teitsonderzoek van belang kan zijn. In principe é6n in de kruin van de kade, één halverwege het talud en één in het achterland van de kade.

Op alle onderzoekpunten in de kruin van de kade werd tevens een middelzware sondering verricht.

Van de continuboringen zijn de grondsoorten beschreven en de boorresultaten gefotografeerd. Aan de uitgelegde en in de lengte doorgesneden grondmonsters zijn met behulp van de handpenetrometer de vastheden van de diverse grondlagen gemeten. De penetrometerwaarden

(20)

-

1 5

-

(p) zijn grafisch weergegeven naast de boorprofielen. De resultaten van de boringen zijn getekend in de dwarsprofielen op de bijlagen 5 D1 en 5 D2.

De resultaten van de sonderingen zijn met de des- betreffende boringen op de bijlagen 5 S1 t/m 5 S 8 weergegeven, waarbij de gemeten conusweerstanden

2

en de plaatselijke wrijvingsweerstanden in kg/cm tegen de diepte in m t.o.v. N . A . P . zijn uitgezet. De bijlagen 5 F1 t/m 5 F15 bevatten foto's van de boorresultaten.

Op de bijlagen 5 V1 t/m 5 V 8 zijn veenprofielen aan- gegeven, die door middel van een makroscopische deter- minatie zijn vastgesteld.

Uit de onderzoekresultaten blijkt dat de Pleistocene zanden van de Formatie van Kreftenheije beginnen in de profielen 2, 4, 6, 7 en 11 tussen N.A.P.

-

1 8 , 5 en

1 9 , 5 n. De resultaten van de sonderingen uitgevoerd in de profielen 8 t/m 10 geven aan, dat hier een oude wadgeul ligt.

Het ontstaan en de opvulling van deze zeedoorgang valt vermoedelijk in de tijd van de 111-de Calais trans- gressie. Omdat deze geul door vaste zanden werd ver- land, kan men niet met zekerheid zijn diepte vast- stellen. Op grond van de bekende geologische gegevens uit de omgeving van deze profielen kan worden aange- nomen, dat de sonderingen vermoedelijk de bodem van

de geul hebben bereikt (dat is omstreeks N.A.P.

-

22 m). Het Basisveen, dat ter plaatse van de geul werd weg- geërodeerd, vormt in de overige profielen een laag van circa 0 , 5 m.

De Calais-formatie bestaat in principe uit vrij slappe kleiige zanden of zandige kleien, die bovenaan door een kleilaag met plantenresten zijn afgesloten. Een uitzondering hierop werd ter plaatse van profiel 6 gevonden. Hier ligt onder de bovenste kleilaag direct een vier meter dikke zandlaag, waarin zeer hoge conus- weerstanden werden gemeten. Uit de resultaten van de

naastliggende sonderingen blijkt, dat dit vaste zand- pakket geleidelijk in de richting van de sonderingen 2, 4 en 7 minder vast wordt.

(21)

-

1 6

-

D e d i k s t e k l e i l a a g m e t p l a n t e n r e s t e n b e v i n d t z i c h i n p r o f i e l 1 0 , n a m e l i j k meer dan 5 m. D i t k a d e d e e l h e e f t h i e r d o o r de s l a p s t e ondergrond. Doch ook i n de p r o -

f i e l e n 8 t / m 11 i n h e t z u i d e l i j k e d e e l van d e z e p o l d e r , z i j n w e i n i g w e e r s t a n d b i e d e n d e l a g e n i n h e t Calais-pak- k e t a a n g e t r o f f e n . Over h e t algemeen kan worden gezegd, d a t d e kaden i n h e t n o o r d e l i j k e d e e l v a n de p o l d e r e e n b e t e r e ondergrond hebben dan d i e i n h e t z u i d e l i j k e d e e l . D a t h e t r e l i ë f van h e t l a n d s c h a p t e r p l a a t s e van d e z e p o l d e r n a de l a a t s t e zogenaamde v r o e g - s u b b o r e a l e t r a n s - g r e s s i e golvend w a s , i s t e z i e n a a n d e o n d e r k a n t van d e Holland-veenlaag. I n p r o f i e l 8 l i g t d e z e l a a g op een d i e p t e van N . A . P .

-

6 , 5 m t e r w i j l i n de o v e r i g e p r o f i e l e n d e o n d e r k a n t van h e t veen gemiddeld op N . A . P .

-

4 m r u s t .

H e t Hollandveen h e e f t onder d e k r u i n van d e kade e e n d i k t e van 1 à 1 , 5 m. S l e c h t s i n d e p r o f i e l e n 7 e n 11

i s d e v e e n d i k t e minder dan 1 m.

U i t d e v e r r i c h t e v e e n d e t e r m i n a t i e b l i j k t , d a t de veen- o n t w i k k e l i n g i n h e t g e b i e d van d e z e p o l d e r e e n r e g e l - m a t i g v e r l o o p h e e f t gehad. D e d i k t e n van de v e r s c h i l - l e n d e v e e n s o o r t e n z i j n , voor zover d e z e voorkomen, on- g e v e e r g e l i j k . H e t veen werd i n e u t r o o f t o t mesotroof m i l i e u gevormd.

Boven op h e t veen bevinden z i c h d e s e d i m e n t e n van de Duinkerke f o r m a t i e . D e d i k t e van d e z e d e k k l e i e n va- r i ë r e n n o g a l t u s s e n l i3 2 m. H e t i s m o e i l i j k om e x a c t e d i k t e h i e r v a n p e r p r o f i e l v a s t t e s t e l l e n , omdat d e z e sedimenten g e l e i d e l i j k i n de b o v e n s t e a a n g e b r a c h t e gronden o v e r g a a n . D e z e d e k k l e i e n z i j n m e t zand en/of humeuze b e s t a n d d e l e n vermengd.

H e t o p g e b r a c h t e m a t e r i a a l b e s t a a t b i j a l l e p r o f i e l e n i n h e t g e d e e l t e d i r e c t onder de k r u i n van d e kade u i t k l e i i g zand, p l a a t s e l i j k m e t p u i n . D e d i k s t e z a n d l a a g van meer dan 2 m w o r d t t e r p l a a t s e van p r o f i e l 8 aan- g e t r o f f e n .

Op d e b i j g a a n d e s i t u a t i e 5 P2 z i j n de p l a a t s e n van h e t k r e e k s t e l s e l weergegeven. D e l i g g i n g van d e z e k r e k e n e n hun v e r l o o p w e r d d o o r d e R i j k s Geologische D i e n s t

(22)

-

1 7

-

in Haarlem gekarteerd. Het onderzoek in profiel 3 van de Oude- en Nieuwe Broekpolder heeft de aanwezigheid van de noordelijke kreek aangetoond.

Bij het kiezen van de profielen voor dit vooronderzoek werd getracht om de profielen 4 en 7 over de kreek

te leggen. Toch is volgens de aangetroffen grondop- bouw in deze genoemde profielen geen kreekopvulling teruggevonden. Dit kan voor profiel 7 verklaard wor- den door het feit, dat dit profiel waarschijnlijk net naast de kreek werd gelegd.

Maar waarom geen kreekmateriaal ter plaatse van het profiel 4 i s aangetroffen is ons niet duidelijk.

Hieruit kan men slechts opmaken, dat deze kreek anders loopt, dan door de Rijks Geologische Dienst werd

geïnterpreteerd. Opgemerkt wordt, dat z i j niet in de kaden en hun directe omgeving konden karteren. Uit het onderzoek in de Oude- en Nieuwe Broekpolder blijkt overigens dat de gevonden wrijvingswaarden van kreekopvullingen over het algemeen gunstiger waren, dan die van de normale grondprofielen met veenlaag. Het één en ander is nog eens in de hierna volgende tabellen verzameld:

(23)

-

1%

-

ORIENTATIE noord-westelijke kade

PROFIEL no. 2

Anthropogene Gronden

Laagdikte

zand kleiig tot klei zandig ca. 2 m Duinkerke Afz. Laagdikte klei zandig of humeus 0,8 m Hollandveen Laagdik te 1,2 m Calais IV Laagdikte

klei met plan- tenresten en

dunne zandlaagjes 0,6 m

Calais I11 en I

Laagdikte

zand kleiig tot klei zandig ca. 14,5 m - Basisveen Laagdikte Waarschijnlijk 0 , 5 m Formatie van Kreftenheije Laagdikte zand beneden N.A.P.

-

19,6 rn 4 zand kleiig met puin ca. 1 m klei humeus 1,7 m 1,2 m

klei met plan- tenresten en dunne zandlaagjes 1,2 m zand kleiig of klei zandig ca. 14 m Waarschijnlijk 0,5 m beneden N.A.P.

-

1 9 , 5 m

(24)

-

1 9

-

PROFIEL no. ORIENTATIE 6 noord-oostelijke kade Anthropogene Gronden Laagdikte Duinkerke Afz. Laagdikte zand kleiig 1,6

m

klei waarschijnlijk 1 m klei zandig 1,O

m

klei met plan-

~

Hollandveen

klei zandig en klei met planten- resten Laagdikte Basisveen Laagdikte Formatie van Kreftenheye 1,7 m waarschijnlijk ca. 0,5

m

zand Calais IV Laagdikte

klei met plan- tenresten en klei zandig ca. 1,7 m

Calais I11 en I

I

zand met klei- Laagdikte

laagjes en zand kleiig

ca. 12,5 m

Laagdikte beneden N.A.P.-

l8,5

m

7 8 zand kleiig ca. 1 m zand kleiig 2,4 m laagjes 1,7 m 0,7 m k l e i met plan- tenresten en dunne zandlaagjes ca. 0,4 m zand kleiig of klei zandig ca. 14

m

waarschijnlijk 0,4 lil zand beneden N . A . P . - 20,2 m 2,5 m 1,4 m

klei met planten- resten en dunne zandlaagjes meer dan 0,8 m klei zandig en I zand kleiig waarschijnlijk 15,5 m waarschijnlijk weggeërodeerd zand beneden N . A . P . - 22,5 m.

(25)

-

20

-

~ ORIENTATIE PROFIEL no. Anthropogene Gronden Laagdikte Duinkerke Afz. Laagdikte Hollandveen Laagdikte Calais IV Laagdikte Calais I11 en I Laagdikte Basisveen Laagdikte Formatie van Kreftenheije Laagdikte noord-oostelijke kade 9

zand kleiig met wat puin ca. 2 m klei zandig 1,8 m 1,2 m ~

klei met plan- tenresten 2 m klei zandig of zand kleiig ca. 13 m waarschijnlijk niet aanwezig zand waarschijnlijk be- neden N.A.P.

-

20,2 m

(26)

-

21

-

ORIENTATIE PROFIEL no. Anthropogene Gronden Laagdik te Duinkerke Afz. Laagdikte Hollandveen Laagdikte Calais IV Laagdikte Calais I11 en I Laagdikte Basisveen Laagdikte Formatie van Kreftenheije Laagdikte zuid-westelijke kade 1 0

zand kleiig met wat puin ca. 2 m klei zandig 1,6 m 1,4 m ~

klei met planten- resten

waarschijnlijk

6 m

zand kleiig tot siltig ca. 9,5 m waarschijnlijk niet aanwezig zand waarschijnlijk be- neden N.A.P.

-

2O,6 m 11 zand kleiig 1,2 m klei zandig 1,70 m klei humeus 0,7 ril 0 , 7 m ~~ ~

klei met pìanten- resten met zand- laagjes

meer dan 1 m klei zandig tot zand kleiig omstreeks 13 m waarschijnlijk ca. 0,4 m ~ zand beneden N.A.P.

-

i8,5 m

(27)

-

2 2

-

5.3. Metingen van het freatisch vlak.

Het freatisch vlak is bepaald door middel van open peilbuizen. De peilbuizen zijn van 3-10 tot 29-12-'75 regelmatig waargenomen. Uit deze waarnemingsreeks blijkt in welke mate het freatisch vlak door neerslag wordt beïnvloed. De h o o p t gemeten freatische lijn is in de bijlagen 3 en 4 ingetekend.

Aan de hand van deze gegevens is een schatting gemaakt van een maatgevende freatische lijn ten gevolge van een langdurig hoge neerslag.

Note:

In het stabiliteitsrapport van het L.G.M. (bijlage 7) is deze maatgevende freatische lijn gekoppeld aan de maatgevende boezemstand.

Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat ver- hoging van de freatische lijn zowel een gevolg is van neerslag als van een verhoging van de boezem- stand. Bij de vaststelling van de maat-

gevende freatische lijn is getracht met beide effecten rekening te houden. Daarbij worden vooral de verho- gingen ter plaatse van het binnentalud sterker beln- vloed door de neerslag dan door een verhoogd boezem- waterpeil.

-

5.4. Keuze van de profielen voor het stabiliteitsonderzoek. Voor een nader stabiliteitsonderzoek komen de pro-

fielen 2 en 9 in aanmerking.

Bij profiel 2 leek dit gewenst vanwege de profiel- vorm en het voorkomen van zware materialen in de kruin van de kade en slappe lagen in de ondergrond.

Voor de keuze van profiel 9 geldt hetzelfde, waarbij nog kan worden opgemerkt dat de veenlaag hier dieper

ligt dan bij profiel 2 . Tevens ligt in dit profiel de gemeten freatische lijn hoger.

(28)

-

2 3

-

6. Maatgevende boezemstand.

In rapport S - 7 1 . 0 9 5 . 2 van het Centrum is een beschou- wing gegeven over het voorkomen van een maatgevend peil o p Delflands boezem. A l s maatgevende boezem- stand is in dit rapport een peil van N . A . P .

-

0 , 1 5 m aangenomen.

(29)

-

24

-

7. Stabiliteitsonderzoek

In hoofdstuk 5.4. is een motivering gegeven voor de keuze van de profielen 2 en 9, waarin een stabili- teitsonderzoek gewenst is.

Een beschrijving van het onderzoek en de resultaten is in rapport CO-229110/43 gegeven. Dit rapport is als bijlage 7 bijgevoegd.

Bij dit rapport kan het volgende opgemerkt worden:

-

De berekeningen zijn uitgevoerd met een hoogst ge-

meten freatische lijn en een maatgevende freatische lijn (zie 5.3.).

-

Alle profielen worden doorgerekend met de in het onderzochte profiel aangetroffen laagverdeling en grondeigenschappen.

Om het gehele traject, waarvoor het profiel represen- tatief is gesteld, te kunnen beoordelen dient reke- ning te worden gehouden met mogelijke afwijkingen in de profielvorm, laagopbouw en grondeigenschappen. Wat betreft de profielvorm en laagopbouw is getracht om op grond van de visuele verkenning en het geolo- gisch lengteprofiel een qua stabiliteit wat ongunstig profiel te kiezen.

Binnen het traject is het echter ook mogelijk dat in een soortgelijk profiel slechtere wrijvingseigen- schappen aanwezig zijn dan in het onderzochte pro- fiel zijn aangetroffen. Om enigszins met deze mo- gelijkheid rekening te houden is in een aantal ge- vallen het onderzochte profiel ook doorgerekend met tamelijk veilige waarden voor de eigenschappen van het Hollandveen en de klei met plantenresten (Calais). Deze tamelijk veilige waarden volgen voor dit gebied uit een inventarisatie van genoemde grondsoorten in Delfland en Rijnland. (C.O.W. S-74.096).

-

Wat betreft de doorgerekende profielen kan het vol- gende opgemerkt worden:

(30)

-

2 5

-

P r o f i e l 2 M e t d e i n d i t p r o f i e l a a n g e t r o f f e n g r o n d e i g e n s c h a p p e n worden d e v o l g e n d e minimum e v e n w i c h t s f a k t o r e n ( n ) gevonden : FL-1 ( h o o g s t gemeten f r e a t i s c h e l i j n ) n = 1,46. FL-2 (maatgevende f r e a t i s c h e l i j n ) n = 1,36. Voor d i t p r o f i e l i s b i j FL-2 nog e e n e x t r a b e r e k e n i n g gemaakt m e t v e i l i g e waarden v o o r h e t Hollandveen

e n d e k l e i m e t p l a n t e n r e s t e n . (FL-2 m e t v e i l i g e waarden: n = 1 , 3 5 ) . Als g e v o l g v a n h e t k l e i n e ver- s c h i l i n d e a a n g e t r o f f e n e n d e v e i l i g e w r i j v i n g s - waarden i s d e e v e n w i c h t s f a k t o r s l e c h t s w e i n i g l a g e r dan d e e e r d e r gevonden 1,36. P r o f i e l 9 M e t d e i n d i t p r o f i e l a a n g e t r o f f e n g r o n d e i g e n s c h a p p e n w o r d t d e v o l g e n d e minimum e v e n w i c h t s f a k t o r ( n ) ge- vonden : FL-1 ( h o o g s t gemeten f r e a t i s c h e l i j n ) n = < 1. D e l a g e e v e n w i c h t s f a k t o r w o r d t v e r o o r z a a k t door l a g e w r i j v i n g s e i g e n s c h a p p e n van h e t v e e n en d e k l e i m e t p l a n t e n r e s t e n ; d e a a n w e z i g h e i d v a n d e z w a r e m a t e - r i a l e n i n d e kop van d e kade e n d e hoge l i g g i n g van d e f r e a t i s c h e l i j n .

Algemeen :

A l l e kaden i n d e z e p o l d e r hebben nagenoeg d e z e l f d e m i n i m a l e a f m e t i n g e n ( e e n s m a l l e k r u i n e n e e n s t e i l b i n n e n t a l u d ) . Een u i t z o n d e r i n g h i e r o p vormt h e t

k a d e g e d e e l t e waarvoor d w a r s p r o f i e l 1 r e p r e s e n t a t i e f g e s t e l d i s . D i t k a d e g e d e e l t e , m e t e e n l e n g t e van o n g e v e e r 4 0 0 rn, h e e f t e e n weg op d e k r u i n e n d a a r - d o o r f o r s e r e a f m e t i n g e n dan üe o v e r i g e kaden.

Voor d e o v e r i g e kaden g e l d t d a t b i j k o r t e e n h e v i g e r e g e n b u i e n , v o o r a l v o l g e n d op e e n d r o g e zomer, e r b i j d e r g e l i j k e s t e i l e t a l u d s g e v a a r b e s t a a t b i j opper- v l a k k i g e a f s c h u i v i n g e n . B e p l a a t s e n waar ä e r g e l i j k e a f s c h u i v i n g e n z u l l e n o p t r e d e n z i j n e c h t e r m e t e e n grondmechaniscn onderzoek m o e i l i j k t e l o k a l i s e r e n . ( H e t kan z e e r p l a a t s e l i j k z i j n ; d e g e v o e l i g h e i d

(31)

-

26

-

h i e r v o o r kan van p l a a t s t o t p l a a t s s t e r k v e r s c h i - l e n ) . I n de o n d e r z o c h t e p r o f i e l e n komt d i t ook n i e t t o t u i t i n g .

U i t e r v a r i n g i s e c h t e r w e l bekend d a t h i e r r e k e n i n g meegehouden d i e n t t e worden. Gezien d e minimale

a f m e t i n g e n v a n de kade zou h e t w a t e r k e r e n d ver- mogen z e l f s b i j e e n d e r g e l i j k e o p p e r v l a k k i g e a f - s c h u i v i n g a a n g e t a s t worden.

Concluderend kan daarom g e s t e l d worden d a t , b e h a l v e h e t k a d e g e d e e l t e waarvoor d w a r s p r o f i e l 1 r e p r e s e n - t a t i e f g e s t e l d i s , de kaden van d e Groeneveldsche p o l d e r a l s o n v e i l i g moeten worden aangemerkt. D e

minimale a f m e t i n g e n van de kaden en d e m o g e l i j k h e i d t o t h e t o p t r e d e n van o n d i e p e g l i j v l a k k e n hebben t o t d e z e c o n c l u s i e g e l e i d ! D i t ondanks h e t f e i t d a t u i t k o m s t e n van d e stabiliteitsberekeningen voor p r o f i e l 2 w a t g u n s t i g e r z i j n dan voor p r o f i e l 9 . Gezien d e z e u i t k o m s t e n i s e c h t e r m o e i l i j k v a a t t e s t e l l e n i n h o e v e r r e p r o f i e l 2 voor e e n b e p a a l d kade- g e d e e l t e r e p r e s e n t a t i e f i s .

Voor h e t k a d e g e d e e l t e , g e r e p r e s e n t e e r d door dwars- p r o f i e l 1, kan o p grond v a n de b r e d e r e k r u i n , de g e r h g e k e r e n d e h o o g t e e n d e wat l a g e r e l i g g i n g van de f r e a t i s c h e l i j n opgemerkt worden d a t b i j e e n e y e n t u e l e o p p e r v l a k k i g e a f s c h u i v i n g n i e t d i r e c t h e t w a t e r k e r e n d vermogen wordt a a n g e t a s t .

D i t k a d e g e d e e l t e kan daarom a l s v e i l i g worden aan- gemerkt.

(32)

-

2 7

-

8 . B e o o r d e l i n g van d e g e h e l e kade

U i t de h o o f d s t u k k e n 2 t / m 7 kan h e t v o l g e n d e o v e r de v e i l i g h e i d van de kaden g e c o n c l u d e e r d worden:

- H e t

k a d e g e d e e l t e g e r e p r e s e n t e e r d door dwars-

p r o f i e l 1 kan a l s v e i l i g worden aangemerkt.

-

D e o v e r i g e kaden van d e Groeneveldsche p o l d e r

moeten a l s o n v e i l i g worden b e o o r d e e l d .

-

D e aanwezigheid van k a b e l s , l e i d i n g e n e n vreemde o b j e c t e n i s n i e t i n de beschouwing o v e r d e v e i l i g - h e i d van de kaden b e t r o k k e n .

D e aanwezige k a b e l s , l e i d i n g e n e n vreemde o b j e c t e n d i e n e n t e worden g e t o e t s t a a n :

a . L e i d r a a d voor c o n s t r u c t i e e n b e h e e r van gas- l e i d i n g e n i n , op e n n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de Technische Adviescommissie v o o r de Waterkeringen

( T . A . W . ) .

b . L e i d r a a d v o o r c o n s t r u c t i e e n beheer van v l o e i - s t o f l e i d i n g e n i n , op e n n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de T.A.W.

c. L e i d r a a d

voor

ontwerp, b e h e e r e n onderhoud van c o n s t r u c t i e s e n vreemde o b j e c t e n i n , op e n n a b i j w a t e r k e r ï n g e n van de T.A.W.

(33)

-

2 8

-

9 . S a m e n v a t t i n g D e G r o e n e v e l d s c h e p o l d e r D e kaden l i g g e n l a n g s d e Zweth, d e M o n s t e r w a t e r i n g e n d e Z i j d e e n h e b b e n e e n t o t a l e l e n g t e van 6 , l krn. I n h e t z u i d w e s t e n g r e n s t d e p o l d e r a a n d e Oude L i e r - p o l d e r . D e kaden b e s c h e r m e n e e n d i e p l i g g e n d a g r a r i s c h g e b i e d . D e o p p e r v l a k t e v a n h e t b e s c h e r m d e g e b i e d be- d r a a g t 266 h a . D e k a d e h e e f t o v e r z i j n g e h e l e l e n g t e nagenoeg h e t - z e l f d e p r o f i e l . D e k r u i n b r e e d t e van d e g r o e n e kade- g e d e e l t e n v a r i e e r t v a n 1 3 1 , 5 m. Over g r o t e kade- g e d e e l t e n o n t b r e e k t de t e e n s l o o t . D e k a d e w o r d t p l a a t s e l i j k beschermd d o o r e e n h o u t e n p a l e n r i j , s t e e n s t a p e l i n g e n of p u i n b e s t o r t i n g e n ; ook komen o n v e r d e d i g d e b u i t e n t a l u d s v o o r . D e s t e i l s t e h e l l i n g v a n h e t b i n n e n t a l u d b e d r a a g t o n g e v e e r 1 : 2 ; d e k e r e n d e h o o g t e v a r i e e r t v a n 1 t o t 2 m. D e k a d e l i g t u i t geo- l o g i s c h o o g p u n t b e z i e n i n e e n g e b i e d waar g e u l a f - z e t t i n g e n kirrnnen voorkomen. I n 6e g r o n d s l a g van h e t k a d e l i c h a a m worden a c h t e r e e n v o l g e n s d e v o l g e n d e l a g e n a a n g e t r o f f e n : k l e i

...

z a n d i g e k l e i o f k l e i i g z a n d zand > F o r m a t i e v a n D u i n k e r k e J v e e n H o l l a n d v e e n Formatie v a n C a l a i s B a s i s v e e n

I

k l e i z a n d i g e k l e i o f k l e i i g z a n d zand v e e n

...

_ _ _ _ - _ - - - ^ - - - zand F o r m a t i e v a n K r e f t e n h e i j e

(34)

-

29

-

Ten a a n z i e n van d e kaden van d e Groeneveldsche p o l d e r kan h e t volgende worden opgemerkt:

Voor h e t k a d e g e d e e l t e m e t e e n weg op d e k r u i n kan o p grond van de b r e d e k r u i n , d e g e r i n g e k e r e n d e h o o g t e e n e e n w a t l a g e r e l i g g i n g van d e f r e a t i s c h e l i j n

opgemerkt worden d a t d o o r e e n o p p e r v l a k k i g e vervorming c . q . a f s c h u i v i n g n i e t d i r e c t h e t w a t e r k e r e n d ver-

mogen wordt a a n g e t a s t . D i t k a d e g e d e e l t e kan daarom a l s v e i l i g worden aangemerkt.

D e o v e r i g e kaden i n d e z e p o l d e r hebben nagenoeg d e z e l f d e minimale a f m e t i n g e n ( s m a l l e k r u i n e n e e n s t e i l b i n -

n e n t a l u d ) . Ten g e v o l g e van d e

-

p l a a t s e l i j k gecon- s t a t e e r d e

-

d r a s s i g e b i n n e n t e e n e n d r a s s i g e p l a a t s e n t e r h o o g t e van d e a f r a s t e r i n g halverwege h e t binnen- t a l u d , kunnen z i c h o p p e r v l a k k i g e vervormingen c . q . a f s c h u i v i n g e n van d e k r u i n v a n h e t b i n n e n t a l u d voor- doen. V o o r a l na k o r t e e n h e v i g e r e g e n b u i e n wordt d e kans h i e r o p v e r g r o o t . H e t w a t e r k e r e n d vermogen van d e z e kaden m e t hun minimale a f m e t i n g e n kan h i e r d o o r worden a a n g e t a s t .

Gezien h e t b o v e n s t a a n d e moeten de kaden van de Groene- v e l d s c h e p o l d e r a l s o n v e i l i g worden aangemerkt.

D e aanwezigheid van k a b e l s , l e i d i n g e n e n vreemde o b j e c t e n i s n i e t i n de beschouwing over de v e i l i g - h e i d van de kaden b e t r o k k e n . D e aanwezige k a b e l s , l e i d i n g e n e n vreemde o b j e c t e n d i e n e n t e worden g e t o e t s t a a n : a . b. C . L e i d r a a d voor c o n s t r u c t i e e n b e h e e r van g a s l e i - d i n g e n i n , op e n n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de Technrsche Adviescommissie v o o r de W a t e r k e r i n g e n (T,A.Fr. 1

.

L e i d r a a d v o o r c o n s t r u c t i e en b e h e e r van v l o e i s t o f - l e i d i n g e n $n, op e n n a b i j w a t e r k e r i n g e n van de T.A.W.

L e i d r a a d voor ontwerp, b e h e e r en onderhoud van con- s t r u c t i e s e n vreemde o b j e c t e n i n , op e n n a b i j

(35)
(36)
(37)
(38)
(39)

c

c-

(40)

stieltjesweg 2

postbus 69

telefoon: (015)-56 92 23'

telex: solab nl 33326

postgiro: 234342

bank: mees en hope nv delft

I

-I%

laboratori

u m

voor

grond mec hanica

delft

A R C ~ ~ E ~ ~ ~ ~ ~ P L A A R

Centrum voor Onderzoek Waterkeringen,

Hooftslcade 1, 'c-Graveahage,

onderwerp : Kade-onderzoek Groenevelqsche polder

bijlagen , :

dicthype : KjC/V&Il

. kenmerk : dt. : 74-12-10 ons kenmerk: C0-22911-0/18 dt. : 75-09-10

Met betrekking tot het systematische onderzoek naar de standzeker- heid van de boezemkaden doen wij 'u hierbij toekomen de resultaten

van het vooronderzoek aan de boezemkaden van de bovengenoemde polder.

1, de situatietekening van de betrokken polder 1:25000 tek.nr, 75-26;

2, dwarsprofielen noc. 1 t/m 1 1 tek.nos. 75-28 en 75-44;

3 , copie van Uw interne rapport "de resultaten van de visuele ver- kenning" *

Voor topogra.fische gegevens'alsmede een geologisch-historisch over- aicht van de kaden verwijzen wij naar onze brieven CO-

en CO-22908-0 t/m CO-22912-0.

, 61-9/110

Verzoeke bij beantwoording datum en kenmerk van deze brief te vermelden.

* Werkzaamheden ten behoeve van opdrachtgevers worden slechts uitgevoerd op voorwaarde dei de opdrachtgever afstand doet van ieder recht. op aansprakelijksteliing en zich verplicht tot vrijwaring voor iedere aansprakelijkheid jegens derden.

(41)

IQ

kenmerk: CO-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

2

-

Omvang onderzoek.

---

In het kadervandit onderzoek zijn door ons uitgevoerd:

15 continuboringen 29 mm nos. 2-1 en 2-2; 4-1; 6-1 t/m 6-3; 7-1; 8-1; 9-1 en 9-2; 10-1 en 10-2; 11-1 en 11-2.

8 middelzware sonderingen nos. 2-1; 4-1; 6-1; 7-1; 8-1; 9-1; 10-1; 11-1.

Het aantal en de situering van de boringen in de uitgekozen profielen werd in overeenstemming met de afmetingen en de vorm van de kaden vastgesteld, dat wil zeggen in het gebied dat voor een mogelijk stabiliteitsonderzoek van belang kan zijn. In principe één in de kruin van de kade, één halverwege het talud en één in het achter- land van de kade.

Op alle onderzoekpunten in de kruin van de kade werd tevens een middelzware sondering verricht.

Van de continuboringen zijn de grondsoorten beschreven en de boor- resultaten gefotografeerd. Aan de uitgelegde en in de lengte door- gesneden grondmonsters zijn met behulp van de handpenetrometer de vastheden van de diverse grondlagen gemeten. De penetrometerwaarden

(p) zijn grafisch weergegeven naast de boorprofielen.

De resultaten van de boringen zijn getekend in de dwarsprofielen op de bijlagen D 1 en D2.

De resultaten van de sonderingen zijn met de desbetreffende boringen op de bijlagen S1 t/m S 8 weergegeven, waarbij de gemeten conusweer- standen en de plaatselijke wri jvingsweerstanden in kg/cm2 tegen de diepte in m t.o.v. N . A . P . zijn uitgezet.

(42)

I

kenmerk: .C0-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

3

-

O p de bijlagen Vl t/m V8 zijn veenprofielen aangegeven, die door

middel van een makroscopische determinatie zijn vastgesteld. Verder zijn bij deze brief de bijlagen Kl en P2 toegevoegd, die met nieuwe gegevens zijn aangevuld.

Het opmeten van de dwarsprofielen alsmede de plaatsbepaling en de waterpassing van de onderzoekpunten werd door Uw Dienst verricht. De tijdens het waterpassen van de dwarsprofielen waargenomen waterstanden in de boezem en in de kwelsloot zijn in de dwars- profielen ingetekend.

. .

Teneinde de onderzochte profielen gemakkelijk met elkaar te kunnen vergelijken, zijn de belangrijkste gegevens in de hiernavolgende tabellen verzameld.

(43)

kenmerk: C0-22911-0/18 d t . : 75-09-10 b l a d :

-

4

-

PROFIEL

NB

Formatie

A N T H R O P O G E N E GRONDEN L A A G D I K T E DUINKERKE A F Z . L A A G D I K T E -KILLANDVEEN L A A G D I K T E C A L A I S I3t i A A G D I K T E CALAIS I I I e n ï L A AGD IKT E ~ BASISVEEN L A A G D I KTE FORM. V A N KREFTENHEI JE - -- ll_lll -> L A A G D I KTE n o o r d - w e s t e l i j k e kade 2 onder d e k r u i n zand k l e i i g t o t k l e i zandig ca 2,O rn k l e i z a n d i g of humeus 0,80 m 1,20 m k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n e n dunne z a n d l a a g j e s 0,60 m zand k l e i i g t o t k l e i z a n d i g ca 14,5 m w a a r s c h i j n l i j k 0,5 m zand

.

beneden 19,60 m

-

N.A.P. 4 onder d e k r u i n zand k l e i i g m e t p u i n c a 1 , 0 m k l e i humeus 1.70 m 1,20 m k l e i met p l a n t e n - r e s t e n en dunne z a n d l a a g j e s 1,20 m zand k l e i i g of k l e i zandig ca 14,O m w a a r s c h i j n l i j k 0,5 m

----

beneden 19,50 m

-

N.A.P.

(44)

kenmerk: CO-22911-0/28 d t . : 75-09-10 blad:

-

5

-

PR

I

EN

TAT

I

E$

n o o r d - o o s t e l i j k e kade

PROFIEL

N I

6 7 8 onder de k r u i n

Formatie

o n d e r d e k r u i n zand k l e i i g o n d e r de k r u i n zand k l e i i g ANTHROPO GE NE GRONDEN zand k l e i i g

LA

A

GD

I

K ï

E

1,60 m ca 1,0 m 2,40 m D U I N K E R K E A F Z . k l e i k l e i z a n d i g 1 , O m k l e i met p l a n t e n - r e s t e n en veen- laagjes 1 , 7 0 m k l e i z a n d i g e n k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n 2,50 m w a a r s c h i j n l i j k 1 , 0 m L A A G D I K T E YOLL A N D VEEN L A A G D I K T E 0 1 7 0 m k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n en dunne z a n d l a a g j e s 1,70 m k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n e n k l e i z a n d i g k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n en dunne z a n d l a a g j e s C A L A I S

IE

L A A G D I K T E ca 1 , 7 0 m ca 0 , 4 m meer d a n 0 , 8 m Z A L A I S 9 1 e n l zand m e t k l e i - l a a g j e s e n zand k l e i i g zand k l e i i g of k l e i z a n d i g k l e i z a n d i g en zand k l e i i g w a a s s c h i j n l i jk 15,5 m ca 12,5 m L A AGD IKT E BASI SVEEN L AA G DI KTE w a a r s c h i j n l i j k 0,4 m w a a r s c h i j n l i j k weggeërodeerd zand

-

w a a r s c h i j n l i j k ca 0 , 5 m zand zand FORM. V A N KREFTENHEIJE beneden 1 8 , 5 m

-

N . A . P . beneden 20,20 m

-

N.A.P. beneden 22,5 m

-

N.A.P. LAAGDI K T E

(45)

.

. , kenmerk: CO-22911-0/18 d t . : 75-09-10 blad:

-

6

-

PROFIEL

N I

Format

ie

ANTHROPOGENE GROND EN L A A G D I K T E DUINKERKE A F Z . L A A G D I KTE HOLLANDVEEN LAAGDIKTE C A L A I S Ip L A A G DIKTE CALAIS m e n J LAAGDIKTE BASISVEEN L A A G D I K T E FORM. V A N K R E F T E N H E I I E LAAGDI KTE n o o r d - o o s t e l i j k e kade 9 o n d e r de k r u i n z a n d k l e i i g m e t w a t puin ca 2,O m k l e i z a n d i g 1 , 8 0 m 1 , Z O m k l e i m e t p l a n t e n - r e s t e n 2,0 m k l e i z a n d i g of zand k l e i i g ca 13 m w a a r s c h i j n l i j k n i e t aanwezig zand w a a r s c h i j n l i j k beneden 2 0 , 2 0 m

-

N.A.P. I

(46)

kenmerk: Cû-22911-0/18 dt.: .75-09-10 blad:

-

7

-

ORIËNTATIE

zuid-westelijke kade

PROFIEL NP

10 onder de kruin 11 onder de kruin

Format

ie

ANTHROPOGENE GRONDEN

zand kleiig met wat puin

zand kleiig

1,20 m ca 2,O m

LAAGDI KTE

DUINKERKE A F 2 klei zandig klei zandig 1,70 m klei humeus 0,70 m LAAG DI K T E l,6O m HOLLA N D VEEN LAAGD í K f E 1,40 m 0 1 7 0 m C A L A I S Ip klei met planten-

resten

klei met planten- resten met zand- laagjes .

waarschijnlijk

6,O m meer dan 1 I O m

L A A G DiKTE

zand kleiig tot

siltig

klei zandig tot zand kleiig C A L A I S m e n I omstreeks 13,O m ca 9,50 m LA AGD I KT E BASI SVEEN

LAAG

DIKTE waarschijnlijk niet aanwezig waarschijnlijk ca 0,4 m I --.- I . F O R M . VAN

KREFTEN H El JE zand zand

waarschijnlijk beneden 20,6 m

-

N.A.P. beneden 18,5 m

-

N.A.P. LAAGQI KTE

(47)

.

O 33 O m

KRU

i N z! r BREEDTE O0 IN m AFSTAND TUSSEN G I N N E N K R U ! N L l J

N

EN INSTEEKSLOOT T A L U D TUSSEN D E KRUIN- E N DE TEEN VAN DE KADE

IN

m

. 3TEl LCTE

1

IELLI N G 3~ I

EN

i AT I

E

OPMERKINGEN 100GTE Nm+ NA.F 1 1 2 ca 1,0 3 4 1,2 5 6 ca 1,5 7 ca 1,5 8 ca 1 , 5 9 ca 1,0

-

noord-

sestelii k geen onderzoek

1:2,2 1 :2 1,lO 1:1,.8 2,oo 0,oo 4,O m geen onderzoek ...

o,

10 2,O m ... . geen onderzoek

o,

10 noord- 3octelijk 7,30 m 1,40

I

1:2,8 geen teensioot 0,20

o,

10 1 :2

1

2,oo a 0,oo 1:2

I

1,80 4,30 m zuid- sesteli jk 1.: 1,8 1,80 7,50 m 1:3 ca I’, 50 1 0 ca 1,0 11 ca l , o

-

0,lO

(48)

E!!!!

kenmerk: CO-22911-0/18 dt: 75-09-10 blad:

-

9

-

1. De Pleistocene zanden van de Formatie van Kreftenheije begin- nen in de profielen 2, 4, 6, 7 en 11 tussen 18,5 en 19,5 m

-

N.A.P. De resultaten van de sonderingen uitpvoerd in de pro- fielen 8 t/m 1 0 geven aan, dat hier een oude wadgeul ligt. Het ontstaan en de opvulling van deze zeedoorgang valt ver- moedelijk in de tijd van de III-de Calais transgressie. Omdat deze geul door vaste zanden werd verland, kan men niet met zeker- heid zijn diepte vaststellen. Op grond van Be bekende geologische gegevens uit de omgeving van deze profielen kan worden aangenomen, dat de sonderingen vermoedelijk de bodem van de geul hebben he- reikt (d.i. omstreeks 22 m

-

N.A.P.).

Het Basisveen, dat ter plaatse van de geul werd weggeërodeerd, vormt in de overige profielen een laag van ca 0,5 m.

De Calais-formatie bestaat in principe uit w i j slappe kleiige zanden of zandige kleien, die bovenaan door een kleilaag met plantenresten zijn afgesloten. Een uitzondering hierop werd ter plaatse van het profiel no. 6 gevonden. Hier ligt onder de bovenste kleilaag direct een vier meter dikke zandlaag, waarin zeer hoge conusweerstanden werden gemeten. Uit de resultaten van de naast- liggende sonderingen blijkt, dat dit vaste zandpakket geleidelijk in de richting van de sonderingen 2, 4 en 7rninder vast wordt. De dikste kleilaag met plantenresten bevindt zich in het profiel no. 10, n.1. meer dan 5 m. Dit kadedeel heeft hierdoor de slapste ondergrond. Doch ook in de overige profielen in het zuidelijke deel van deze polder, nos. 8 t/m 11, zijn weinig weerstandbiedende lagen in het Calais-pakket aangetroffen. Over het algemeen kan worden gezegd, dat de kaden in het noordelijke deel van de polder een betere ondergrond hebben dan die in het zuidelijke deel.

(49)

'

,'r'm

kenmerk: CO-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

10

-

Dat het reliëf van het landschap ter. plaatse van deze polder na de laatste z.g. Vroeg-subborealetransgressiegolvend was, Zien wij aan de onderkant van de Holland-veenlaag. In het profiel no. 8 ligt deze laag op een diepte van 6,5 m

-

N.A.P., terwijl in de overige profielen de onderkant van het veen ge- middeld op 4 m

-

N.A.P. rust.

Het Hollandveen heeft onder de kruin van de kade een dikte van 1

a

1,5 m. Slechts in de profielen nos. 7 en 11 is de veendikte minder dan 1 m.

Uit de verrichte veendeterminatie blijkt, dat de veenontwikkeling in het gebied van deze polder een regelmatig verloop heeft gehad. De dikten van de verschillende veensoorten zijn, voor zover deze voorkomen, ongeveer gelijk. Het veen werd in eutroof tot mesotroof milieu gevormd.

Boven op het veen bevinden zich de sedimenten van de Duinkerke formatie. De dikte van deze dekkleien variëren nogal tussen 1 5 2 m. Het is moeilijk om exacte dikte hiervan per profiel vast te stellen, omdat deze sedimenten geleidelijk in de bovenste aangebrachte gronden overgaan. Deze dekkleien zijn met zand en/of humeuze bestanddelen vermengd.

Op de bijgaande situatie ~2 zijn de plaatsen van het kreekstelsel weergegeven. De ligging van deze kreken en hun verloop werd door de R.G.D. in Haarlem gekarteerd. Het onderzoek in het profiel no. 3 van de Oude- en Nieuwe Broekpolder (ons no. CO-22910-0) .

heeft de aanwezigheid van de noordelijke kreek aangetoond. Bij het kiezen van de profielen voor dit voor-

onderzoek werd getracht om de profielen nos. 4 en 7 over de kreek te leggen. Toch is volgens de aangetroffen grondopbouw in deze genoemde profielen geen kreekopvulling teruggevonden. Dit kan voor het profiel no. 7 verklaard worden door het feit, dat dit profiel net naast de kreek werd gelegd.

(50)

,

gl

kenmerk: CO-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

1 1

-

Maar waarom geen kreekmateriaal.ter.plaatse van het profiel 4

is aangetroffen is ons niet duidelijk. Hieruit kan men slechts opaken, dat deze kreek anders loopt, dan door de R.G.D. werd geinterpreteerd. Opgemerkt wordt, dat zij niet in de kaden en hun directe omgeving konden karteren.

Bet opgebrachte materiaal bestaat bij alle profielen in het ge- deelte direct onder de kruin van de kade uit kleiig zand, plaat- selijk met puin. De dikste zandlaag van meer dan 2 m wordt ter plaatse van het profiel no. 8 aangetroffen.

2 . De vorm van de geobserveerde kaden vertoont overeenkomsten in vele aspecten. De kruin van deze groene kaden heeft een breedte tussen 1,0 m en 1,5 m en ligt practisch op N.A.P. De helling van het binnentalud beweegt zich tussen 1:1,8 (in het profiel 6 )

en 1:3 (in het profiel 11). Het achterland ligt bij alle pro- fielen op ca l ,50 m

-

N.A.P., behaive bij profiel 11 waar dit op ca 1,lO m

-

N.A.P. ligt.

De enige duidelijke verschillen in de kadevorm manifesteren zich in de ligging van de kwelsloot. Bi] de profielen 2, 4 en 9 ligt een sloot direct onder aan het binnenbeloop van de kade, waarbij deze in het profiel 4 zeer breed is, n.1. 6 m. Bij de profielen

6 en 10 ligt tussen de sloot en de teen van de kade een berm van ca 5 m breeäte.'Ter plaatse van de profielen nos. 7, 8 en 1 1 is. geen kwelsloot aanwezig.

3 . De vorm van de kade (smalle kruin, steil binnenbeloop met een teensloot direct onderaan) en de ongunstige grondgesteldheid

(zware opgebrachte materialen in de kop van de kade en slappe samendrukbare materialen in de ondergrond) doen vermoeden dat deze kaden geen voldoende overmaat aan stabiliteit zullen be- zitten.

(51)

$

kenmerk: CO-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

1 2

-

Uit dien hoofde stellen wij'het volgende onderzoekprogramma voor (zie toegevoegde bijlagen D1 en D2) :

a.

b.

c .

d.

Een volledig stabiliteitsonderzoek in het profiel no. 2 in de noord-westelijke kade en in het profiel no. 9 in de noord-oostelijke kade.

Opgemerkt wordt, dat het wat de vorm betreft slechtste pro- fiel 4 niet voor een nader onderzoek werd gekozen, omdat zoals U bekend is, dit profiel slechts een kort deel van de noord-westelijke kaden representeert.

Afhankelijk van de berekende evenwichtsfactoren in de boven- genoemde profielen, eventueel een berekening van de profielen nos. 6, 8 en 11 met behulp van de wrijvingswaarden uit de profielen 2 en 9.

Door middel van handboringen het verloop van de kreek in de omgeving van het profiel no. 4 vaststellen.

In de profielen 2, 6, 8 , 9 en 11 direct peilbuizen plaatsen, om hier zorgvuldig het verloop van de freatische lijn te bepalen.

Opgesteld door:

(52)

*

*

I . kenmerk: CO-22911-0/18 dt.: 75-09-10 blad:

-

13

-

."

Bij deze brief behoren de volgende bijlagen:

O legenda P1 situatie 1:25000 D1 en D2 dwarsprofielen 1:lOO

...

S1 t / m S8 sondeerresultaten V1 t / m V8 veenprofielen

P2 i situatie van het'kreekgebied

' D1 en D2 een voorstel voor terrein- en laboratoriumwerkzaamheden

Cytaty

Powiązane dokumenty

Niestety, pozostałe badane parametry ulegają w czasie starzenia znacznemu pogorszeniu i z tego względu papier ten nie może być stosowany w pracowniach

Mimo że książka obejmuje obszar Wileńszczyzny, brak w niej pol­ skich pom ników z tego samego okresu, niszczonych przez kolej­ nych okupantów ; takie zestawie­

Flint artefacts: 9 – flake with negative flake scars on the dorsal surface; 10 – mesial fragment of blade with scars on the dorsal surface; 11 – partially initial microflake; 12

Odezwa Naczelnej Rady Adwokackiej do wszystkich rad adwokackich. Palestra

[r]

[r]

Z tych wszystkich przyczyn, ważnych dla poznania historii zawodu adw okackiego i zasad jego wykonywania, ale daleko wykraczających tak­ ż e i poza tę

Codziennie musiał wizytować większość szpitali, których w stolicy było podówczas ponad dwadzieścia 106 , a już ich samo rozmieszczenie wskazuje, iż poznał Warszawę