\
•
..J
-1. Inleiding 1.1 historieI N HOU D.
1.2 productiecapaciteit en toepassingen 1.3 keuze van het proces en procesgrootte1.4 plaats van het proces in het fabrieksschema. 2. Het proces.
2.1. chemische aspecten 2.2. physische aspecten 2.3. processtudie
2.3.1. Productie van methylmethacrylaat 2.3.1.1. zwavelzuuradditie
2.3.1.2.
methacrylamidevorming 2.3.1.3. verestering2.3.2 Zuivering van het ruwe methylmethacrylaat
2.3.2.1. Het overstomen van methylmethacrylaa't
2.3.2.2.
De extractie2.3.2.3. De methanol terugwinning
2.3.2.4.
De methylmethacrylaat destillatie2.4.
Materiaalstromen2,5. Warmtestromen
2.6. Soort en grootte van de apparaten 2.7. Materiaalkeuze
2.8. Blokschema 2.9. Beschrijving
2.10. Inhibitie der methylmethacrylaatpolymerisatie. 2.11. Literatuur opgave.
---~---~---
--o
\~
\
Het Ontwerpen van een processchema voor de productie van methylmethacrylaat.
I lITL"8IDI NG
1. 1 ~istorie en processen
~oewel de oudste bereidingen van acrylaten en methacrylaten teruggaan tot
1850,
3)
16) begon pas in de twintiger jaren het systematisch speurwerk naar een industrie~l toepasbaar proces.otto Röhm begon in
1927
in Duitsland en in1931
in Amerika met de productie van acrylaten uit aethyleencyanohydrine en eenalcohol met behulp van H
2
S0
4
volgens:ne acrylaten werden en worden nog steeds als tussenlagen toe~epast voor veiligheidsglas, en het feit dat copolymeren van acrylaten en aethylmethacrylaat hiervoor het best geschikt bleken, was indirect de aanleiding voor de productie van
methylmethacrylaat.
De commerci~le productie van aethylmethacrylaat in
1933
uit acetoncyaanhydrine was de springplank voor de bereiding van methylmethacrylaat.nit bleek n.l. uitstekend geschikt om d.m.v. blokpolymerisatie tot doorzichtige platen verwerkt te worden, die als onbreekbaar alas een welkome toepassing in de oorlogsindustrie vonden , in hoofdzaak als geschutskoepels en cockpitramen.
Gelijktijdig werd zowel in Duitsland als in de U.S.A. in
1936
met de productie begonnen volgensOB
-( CH3 ) 2 C (OH) CN ::a (CH3) 2°
C(OH)C~
OCH3
C(OH)CN+
CH 30H· methyl-alpha-hydroxyisobutyraat(~H3
1 2 C (OT-I) C~
gr;H3
P205 0 --.... CH2 =C (r;H 3 ) C::!:
OCH3 'd- - - -
-
- -- - --'0
Tegelijker
tij
d
slaagd
e C
rawfor
d
9)
van de Impe
r
i
al C
he
m
i
ca
l
Industr
ie
s er
in
1933
in,
om, eveneens uit
ac
etoncy
aa.rl.1vdrill
e,
In
.
aa
r nu me;; ge
c
o H
2
SO 4 via
het
meth~rylalïlide,methylmeth
a
c
r
y
la
a
t
te be
r
e
i
den
vol~ens 0(
e
1-/
J)
1.
clo:Je
N
I!!-
fIt.~i./
>
c'JlJ.
=
cic
1-/3)
c
~
A/
J-
!t.
-I-C
HJ
Óti
..J..HJ. .)
- 7
I d O
~tflz
=
C{CHJJ-
c,:::
OC.HJDat dit een be
t
ere methode was, bleek in 1945 uit B.l.O.S. en
C.I.O.
S
.
2)7) en 8) rapporten. De Duitse
Röhmen Haas had het
patent vrijwelletterlijk
g
e
c
opieerd.
Nu tot 1961 toe blijkt deze methode
n
og de enig gebruikte in
Duitsl
an
d bi j Röhm en Haas
'Engeland
b
i
j I.C.I.
U.S.A.
bij Rhom and Haas Co.
U.S.A.
bij Du Pont
4)
Ook American Cyanamid hoopt in 1963 met een productie van
15.000 ton/jaar volgens de acetoncyaanhydrine methode te starten.
Vermeldenswaardig is hierbij dat Escambia in 1960 4)6)12)
een proeffabri
e
k met een productie van
Z50
ton/jaar gebouwd heeft
voor een volkomen afwijkend proces n.l.
(C
li
J)
-
C "" C !I
L#1::r--
{é!l~,
C!
iJ1I )
c. -é.
~
iI-7
C
11,
~ e.(e.'f~C ~:
isobutyleen
Z
ij hoopt in 1963 een fabriek
t
e openen met een
productie-capaci tei t van
(
1
~
on/
jaar 4)
.
Het essentiele hiervan is dus dat Escambia uitgaat van een
"petrochemical" en het gebruik van duur HON
-1.2. Productiecapaciteit en toepassingen van methylmethacrylaat
4)
6) 17)
\ __ J
Gordon 4) geeft
geschatte
productiecapaciteiten van o.a. methacrylaten
over 1962 voor U.S.A.
'Rohm anti Haas
135.000.000 lb.
Du Pont
75.000.000 lb.
Americancyanamid
30.000.000 lb.
'Escambia
25.000.000 lb.
265.000.000 lb.= 120.000 ton / jaar.
begin 1963
Salkind 6)
17)
geeft toepassingen.
Metnylmethacrylaat
is een betrekkelijk hard materiaal met
opmer-kelijke optische kwaliteiten o.a. een grote doorlaatbaarheid voor
ultraviolet licht, o.a. toepassingen in ziekenhuizen en sanatoria;
verder niet vergelend, dit in tegenstelling met het veel goedkopere
polistyreen , en uitstekend weerbestendig.
Het materiaal is
gemakkelijk
te zagen, boren en warm te vervormen,
bijv. door vacuumtrekken, moeilijk breekbaar, echter wel gevoelig
voor scherpe organische oplosmiddelen.
Wanneer b.v. door buigen te
grote
spanningen optreden zal dit
op de lange duur merkbaar worden door fijne haarscheurtjes aan het
oppervlak ( crazing ), die de lichtdoorlaatbaarheid sterk beïnvloeden.
~J
De toepassingen zijn te verdelen in 4 grote groepen naar hun
bereiding,
a)
gegoten
platen(cast sheet)
b) perspoeders
c) emulsies
blokpolymerisatie.
parelpolymerisatie.
emulsiepolymerisatie.
d)
oplossingen in organische oplosmiddelen, oplosmiddelpolymerisatie.
ad.a.) geschutskoepels, vliegtuigglas, uithangborden, reclamemateriaal,
daklicht voor fabrieken, windschermen, afscheidingen,
ad.b.) kunstgebitten, autoindustrie, te weten aohterlichten,
instrumentenbord, versieringen, remlichten,
verkeers-lichten, brilleglazen, knoppen en stationssohalen voor
radio 's.
ad.o.) emulsieverven voor buiten, al of niet gecopolymeriseerd,
versterking van papier,
textielapprêts en leerverven.
ad.d.) verfindustrie voor chemicalienbestendige verven.
1.3.
Keuze van het proces en
prooesgroo~1
.4.
Uit
1.1.
blijkt dat er slechts
2
processen in aanmerking komen
u.I.
a) uitgaande van acetoncyaanhydrine
b) uitgaande van isobutyleen
waarbij zowel in
~ropaals in de U.S.A. nog vrijwel alleen
volgens het acetonoyaanhydrineprooes geproduoeerd wordt, terwijl
het andere prooes in
1962
nog in het proefstadium verkeerde.
Wij
kiezen dan ook het aoetonoyaanhydrineprooes en wel
15
.
000
ton per jaar zijnde, de nieuwe produotie eenheid van
Americanoyanamid, en wel als continuprooes, zoals het heden
ten dage bij Röhm en Haas
U~A.wordtuitgevoerd.
4)6)16)17)12) en 13).
Plaats van het proces in het fabrieksschema.
Röhm en
~aasin Duitsland 2)7)8), zowel als in U.S.A.6)16) en 17)
gaan uit van acetonoyaanhydrine; in Duitsland aangekooht van
verderweg gelegen fabrieken; in Amerika gemaakt in hetzelfde
bedrijf, maar in een andere eenheid.
De complete fabriek van Röhm en Haas te Houston geeft een
interessant beeld hoe uit methaan (aardgas) en lucht, de hele
acrylaatchemie opgebouwd kan worden.
Bijlage
1.~1Zo
maken zij de grondstoffen voor methylmethacrylaat,
te weten methanol en acetoncyaanhydrine als volgt:
-v
methanol uit methaan met behulp van zuurstof uit gecomprimeerde
lucht.
acetoncyaanhydrine uit:
1· HON verkregen via NH
3
uit lucht en waterstof en methaan uit aardgas.
2~
aceton; vermoedelijk wordt dit aangekocht, want de schrijver laat
dit ook in de flowsheet volkomen in het duister.
Het acetoncyaanhydrineproc
e
s verloopt als volgt:
Men leidt blauwzuurgas in een sterk gekoelde reactor (-20°0.)
die aceton en een alkalische katalysator bevat
(
NaOH of NaCN\
waarbij onder warmteafgifte ac
e
toncyaanhydrine ontstaat.
JNa neutralisatie van de katalysator met behulp van H
2
S0
4
of H
3
P0
4
wordt deze
afgefilt~eerden de acetoncyaanhydrine door destillatie
gezuiverd van water, aceton en blauwzuur tot een product met
een zuiverheid van
98~.Rendement
94~.. )
'-'
2 HET PROCES
2.1. Chemische aspecten
Het proces verloopt in 3 trappen.
A)
Uit acetoncyaanhydrine en 100% H2S0 4 wordt een complex gevormd volgensc:.
H3
I _ c.-oH I eHJ J I-IJC - C - 0 -S031{ IeN
acetoncyaanhydrine (!...~oNtlz. .
acetoncyaanhydrine-zwavelzuurcomplex hierbij komt 60.000 ,k~al/k I acetoncyaanhydrine vrij bij 1000C.volgens> mo
Crawfort. 9) Het proces verloopt quantitatief en de reactie is volgens Kline 7)8) in 20
à
30 min.bij 800 voltooid.Men gebruikt 40
à
50% overmaat 100% H2S04• 2)7)8) en 9) om a) de enorme warmteontwikkeling op te vangen
b) om de viscositeit van de vloeistof te verlagen: het complex uit aequimoleculaire hoeveelheden is n.l. zeer visceus.
B) Het cyaanhydrine-zwavelzuur complex splitst bij verhitting zwavelzuur af onder vorming van methacrylamide 9) volgens:
C
1-13
CHz.
CH'I. IJU
c-CH~
-7.c
-C.HJ+
J-
lz.
W
I..
/
.c:.."7 } J C.-::;:;()~
() " N HJ@.H$OL!f) C.:::'''''I-h 7methacrylamide methacrylammonium ion De reactiesnelheid hangt sterk af van de reactietemperatuur; zij neemt n.l. snel toe met de temperatuur evenals nevenreacties, onder andere destructieve afbraak door geconc.zwavelzuur.
Voor discontinueproductie kan men het best werken bij 120
à
1300C. met een rendement van 95% bij een reactieduur van 30 min. toenemendtot 96% bij een reactieduur van 60 min.
Voor continu. productie is 1500 de optimale temperatuur. Bij een reactieduur van 130 sec. wordt een rendement van 98% verkregen.
Bij nog hogere temperaturen bijv.1600 verloopt de reactie nog sneller n.l.in 49 sec.maar de nevenreacties zi jn dan ook toegenomen, zodat het rendement tot 96% zakt. Crawfort gebruikt 0,03% Cu of CUS04 als polyme-risatieinhibitor voor het amide.Het btutowarmte effect v.d. reactie bij
...
' )C) De verestering. Men voegt aan het mengsel methanol toe
50 à 100% overmaat, waardoor het methacrylamide veresterd tot methylmethacrylaat.
eH?.
/f C-CH3I
c~oNI/
I.
.
C
1Iz.
11
C. -éJb
+LN
Hf)
HSoc.j
.
/C. -:;
0 OC.Hj .Crawfort 9) geeft een veresteringsduur van 12-15 uren, Kline 7) en 8) 2
à
3 uur.Reactietemperatuur volgens Crawfort 100oC., volgens Kline 92oC. Over de rea ctiewarmte is weinig of niets bekend.
De verestering op zich zelf zal als de meeste veresteringen geen
Jt/rrtlif:
groot warmte effe~t hebben, maar de vorming an NH
4) HS04 uit NH
3 en H2S04Yen water, zijn zodanig groot, dat geen verwarming van de verestrringsketel nodig is.
Men voegt n.l. water toe ( evenveel molen als H
2S04 ) om verlies van methanol onder vorming van mono-en dimethylsulfaat te voorkomen.
· 2.2.
Physische aspecten.
Noch van aRetoncyaanhydrinezwavelzuurcomplex, nocq van methacrylamide en methylmethacrylaat zijn G en S waarden bekend, zodat niets te zeggen valt over evenwichtsligging.
Gelukkigerwijs is over reactiesnelheid en evenwichtsligging uit de literatuur genoeg bekend om toch op redelijke basis een processchema te ontwikkelen.
Wat de zuivering van het ruwe methylmethacrylaat betreft: aangezien de voor ons waardevmlle stoffen methylmethacrylaat en methanol, kookpunten
van resp. 100 en 650C. bezitten, ligt het voor de hand deze van de
zwavel-zuuroplossing te scheiden m.b.v. stoom.
Om het 3 componentensysteem methylmethacrylaat-water- methanol te
'../scheiden door destillatie is moeilijk omdat MM. zowel met methanol een
min.azeotroop geeft bij 640 als met H
20 bij 83
0
C. Er moet dus toch
ge-wassen worden. Daarom is het aantrekkelijker eerst met water de methanol
te extraheren en hieruit de methanol door destillatie terug te winnen en
daarna de waterige MM fase eveneens door destillatie te scheiden in de binaire azeotroop water- methylmethacrylaat en puur methylmethacrylaat.
Kooi 5) geeft de mengbaarheidskrommen bij 50 en 2SoC., zodat de
extractie grafisch, zowel als rekenkundig kan worden berekend. Alleen
het laatste gedeelte van de kromme tussen 93 en 100 mol
%
MM is onbekend.Verder zijn de dampvloeistof evenwichten van methanol-water en
methanol-methylmethacrylaat bekend, zodat hieruit activiteitscoefficienten te berekenen zijn. Van het stelsel water-methylmethacrylaat is alleen het
- kookpunt en de samenstelling van de binaire azeotroop bekend.
Hieruit zijn ( zie later) de activiteitscoefficienten voor dit
systeem benaderd om de methylmethacrylaat-waterdestillatie te kunnen doorrekenen.
2.
J
•
Pl·WC2;S0TUD 1.2;.2.3. 1. Productie van methyl~eth8crylaat.
I
,_/
Jl.angezien zie 2.2. door Det on"core~~en van volGoenc:.e Gegevens weinig voorspeld, laat stoan bere~end kan worden, van de in
2.1. genoemde bereidingsfaoen, werd uitgegaan van de uit de
literatuur verz8111elde ;;egeve~ls, zie b ij lage 2.
J
.
1 . 1.e~ ge~ozen per ~or:
1 00 ~:mol acet oncyaanhydr ine
150 kmol zVJavelzuur 150 kmol natel'
170
kr:101
methanolAan de l1and van deze gegevens vJer6 }let Geheel doorGerekend,
waarna tenslotte om de geprojecteerde 15000 ton
nethylmetha-crylaat te ver~~rij:;en, het voluoende oleek om van 20 lClnol
acetoncyaanhydrine uit te c;aa~l, zodat alle gevonden 'Naarden iaet
0, 20 werden vermenigvuldiGd.
2.3.1. 1. De zï'Javelzuuradditie wordt uit~evoe2:'d in een reactorvat I tenp.
30
°c
~
.
p =760 ,Lrrl1.1~vJik
,
verl~
?-ij,2 tij d , 30 n'Ün., r~n~eme!l'~
.100;8'reaC·Clewar,:xce 60000 1ccal/ lCLlol Qcel;oncyaanhyul1ll1e OlJ 80 C.
2.3.1 .2
de
2.3.1.3.
De l"ethcrylal.lidevoruinc; wordt ui t;::;evoerd in een buisreacto:r 11,
verblijf tijd 130 sec. bij 1500
c
.
p.=760 mI1. 9)De uit reactor I komdnde massastroom wordt in een warmtewisselaar
voo::gewarmd .tot circa 1JP
,Et
'
.. _
C. J,'tet behB-lp van s,t 0 om, en daar-na ln de bUl sreactor ~
<
: ' _
&
4,
j ~ 150c
.
Yl!o","~ ~e4I.1re",de /JO 1ecRea ct iewarT!1te (-2500 lccal,/l:mol add llCt
:f
,'toe.se voe/"'t/ 'Als r endement wordt
98
~ aangenomen9)
De
ver~s~~:r:ing
.
gi~~dt
plaatin
:~
~~~c~Ol:en
IV
enV
,
i~
_
se_:i
e
ge-plaatst, DlJ 100
c
.
en
760 1.1 ..1~~\JlLd.ruL
...De voor de verestering benoc..1i.:;de hoeveelheden nethnol en vJater stromen via ~engtank
111
in0e
reactorIV
,
naa:rbij zoveel mogelijkteruggewonnen methnol gebruikt zal ~orden.
Ve:rblijftijd: hiervoor vinc.1en~"vJe vJ8.arden varie:rend vaD 12
à
15 uurCraYJfo:rd 9) tot
'2.
à
:5
UU1~ lCline 7) Gel:ozen \'Jerd 3 uur.lJa8e]~h211d blee~: clo.t het ".1ethcuol-·,-ié}tel"lle~lGsel met. een temp. van
44
C. binnenl:o;lt en dat het oCtc.rbij nocii:; is O~J de ~~lethacryla[,lidestrooLl tot 8!;0
c
.
te~
.coelen,
ziebijI8~e
.
tt.
3./.3·1
Tenslotte hebjen Dij 2an~ello~en dat de velGende reacties verlopen:
8.) 96 kmol netl12cryla::.lide
+
96
]:1201 :Llethanol+
96
1:1':101 H200
4
96
kmol llethi]Ünethacrylaat+
96
baal (lL.-i4
)
HSO4
iJ) 2 kmol I,lethacrylanide
+
2 2:ülOl LIlethanol + 2 l:mol H20+2 lcmol H2S0
4
2 kmol ülethyloxyisobotel'zlJ,ur + 2 kmol (lE'I
4
)
H004
c) 2 kwol Meth;-;rluethacrylaat + 2 1~["101 ~~I20 = 2 kIilOl nethacrylzuur +
2 kwal lJet~lanol.
d) 2 knol acetoncyaanhycirine zVJavelzuurcomplex 2 kmol acetoncyaanhyd:rine + 2 l:mol IL.J0
4
2
.
3
.
2
.
Z uiver i11[';
V
Ql1
l1et rune
;lethyJ:~~lethacrylaah2
.
3
.
2
.
1
.
2
.
3
.
2
.
2
.
2
.
3
.
2
.
3
.
2
.
3
.
2
.
4
.
Hierto
e
~ordtin
navolLinC
van
2öho
en
Haa
s
4)6)7)3)
door
over-stoneu
de
r.lethyl~lethacry18aten
ue
_~letllanolvan
ele
zwavelzuur
-oplossinG
~esc~eiden. ~82rnaC
e
uethano
l
ceextra
h
eerd uet
~ater.Vervolgens de methanol uit
de
extractfase teruggewonnen door
destillatie
en
ceret
ou_:
_':i.leerd llaar .. !
engtan
lc
111.
Tenslotte het waterbevat"ce::1de
.!l
eth;yLlethacrylaat ceziuverd door
de st
illat
ie
in
2
l~olOLl..iell.Het
oversto
I.1el1
V211 i_18thyl_:let!.lucrylaat.Dit vindt plaats in reactor VI
f.le~behulp van open stoom
.
Aangezien
van
dit
GecoIQpliceer~em
engsel
g
een
enkele activitBits
-coeffici
e
nt
te
voorspellen
is
,
maar wel bekend is dat
bij
92
O
.
nog vrijwel
geen
verda~Jpingoptreedt
,
en
teve~lsbekend
is
dat het
overgestoonde methyluethacrylaat-uethanolmenc;sel slechts vJeinig
water bevat (bij Gewicht)
,
Derd in bijlage 2
.
5.
een
schatting
g
emaakt van
de hoeveelheid
megenooen
waterdamp
,
alsm
ede
van de
b
e
nodigde hoeveelheid
stoo
m
.
H
iertoe
werd
sioml1
van
1
,
5
Qt a
ge1:o
zen
t
=UO
oC
.
om zo
vveiniG
l:loGelijk
warl~teaan
de
evel1eens op -stooI.1tenperatuur afvloeiende
ar:ll
T
lO:cJ.iunbisuli'aa t-zwavelzuur-oploss ins te verlie zeD
.
Dit afvalproduct Ylordt in
de
al~LlOl1iuL1sulfaati'abriekLIe
t
behulp
van
afvalammonial~val1 cie
l-~Cll-oereiding
omgezet in a:
-,
1Yiloniunsulfaat
en als km1staes-C vel"l:ocllt
.
D
e e
xtractie
.
Hi
erbi~
werd eerst gedacht aan extractie met water bij
25°0
.;
later bleek dat het rendabeler is om de extractie
in 2
fasen
te
laten
plaats vinden
,
te weten:
a)
extractie
De
t
b
e
hulp
van
he
t
kete
lpro
du
ct van
de
m
ethanol
-destillatie
.
b)
daar~aextr
a
ctie
met
zuiver
Bater
,
waarna Ge extractfase
(stroom
20) nordt gespuid
.
Voor berekeninGen: zie bijla
g
e 2
.
3
.
2
.
2
.
1
.
De methanol
tel~u~W~1!ling.Hierbij werd ui
~eGaailvall een si!npele methanoldestilla-ciekolom
met
een
kleine reflux omdat:
1
,
het topproduct
een
Grote hoev
eel
heid
water
Dag
bevatten omdat
we in reactor IV en V
verest8re~11et
een
:.1
et
hanol
-water
;-.1
engsel
.
2
.
het
ketelproduct
nog wel
Dat uethy
lnethacrylaat
mag
bevatt~nomdat rle
het
\"Jeer
G
e
bruil:en
als extractievloeistof in de
1
e:z:trac-c iel:oloD
.
Voor berekenincen over Ge destillatiekolom: zie bijlage 2
.
3
.
2
.
3
.
1
.
De
Eleth~lI!1ethacrylaatdestillatie
.
De scheldini?; vlna-r-PJaats in
2
ko
'
lomDen
.
In
de
eerste
kolom
destil-leren
we bij
83
00
.
,
de binaire azeotroop methylrllethacTylaat-H 0 af
als topproduct
•
~-r
et
ketèlyroQuct bestaande uit methylrnethacry!aat
monomeer
en
polymeer
en
eventuele hoockokende
bij
producten
wordt
bij
ver
minderd
e
druk
,
n1
.
200
Eu.1.kw
ik
,
g
esc
heid
en in
vrijrlel
zuiver
n
ono
m
eer
als topproduct en een oplossinG
van
Het
topproduct Eordt
ge~oeld
tot 25
0C
.
Qe
t
behulp
van
koelwater
en
daarna tot 0
C
.
( de
c;evve:1ste
opslagtemB
.
in verband net
polyr:1erisat ie)
net
be~lulpvan
ge~:elvan
-
20
c
.
liet
tgpproduct van
de
eerste
kolo@
wordt
gemengd m
et
koelwater
van 8
C
.
en daarna
g
escheiden
in
de
separator
~II.De bov
e
nlaag wordt
als
stroom
27
teruGgevoerd
als
kolomvoeding
van
d
e
1e
k
olo
n
(
~:oIOI'1X)
en onderlaag
(
stroom 28) \VOrdt
afg
ev
oerd
en
Gespuid
.
s
o o ~ ~ ril 1 760 2 760 3 760(
4
5
67
8 10 11 12113
14 15 16 17 18 19 20 (---"'1 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 760 200 200 200 200.
o o 25 25 80/150 150/86 25 2544
100 100/25 110 110/25 25 25/66 96/39/25 79 79 79 25 25 25 25 100 83 83 83 8 25 25 61 61 61/25/0 72/25 L L L -L L L L LG/L
G L L L L G L L L L L L L G L L L L L G L L L 20 30 10 29,6 10,4 10,4 ~ o r.n >< N Cl) ::r: r-I I ~ ::r:s
• 0 ü.
C)<
20 0,4 19,6 19,6 19,6 - - ~ - --~-- -~--- - -- < [ - - -20,16 34 14,8 14,8 0,96 15 1 ,16 18,684 13,84 4,844 0,008 0,952 0,008 0,056 0,048 0,008 0,008 o N ~ 22,39 30 29,2 7,88 38,68 60 0,27 64,2 56,59 10,274 7,61 2,664 1,292 95,16 94,15 1 ,4 0,01 9,716 8,328 1,388 18,66 0,106 19,944 0,011 0,001 0,01 .1 .• . ;'~,.'" ~ . .: .. " • ' '~II' ;". .: ,".t· ;.
.,', '...
.
.;.'.;
.
~
0,55 19,35 19,32 18,77 0,8 0,25 0,742 0,55 0,192 18,678 0,094 20,192 18,62 11 ,004 9,432 .' 1 ,572 '.~ ., ... :.~6 ,. ' .", 1,516 ' . ' I 0,056 19,8 1 ,8 18,0 0'41 0,03 0,21 I ' I J 'M ~s::
Cl) Cl)~ ~ C) Cl) ;::j "0"0s::
0<
~ P-I 1 ,2 1 ,2 20 30 30 49,6 20,16 22,39 64,55 94,55 42 38,68 91 ,23 20 80 58 29,7 22,07,7
19,98 95,16 95,2 21 ,6 18,63 20,776 17,808 2,96 18,66 1 ,622 20,008 19,811 1 ,801 18,01 0,62 1700 2940 4640 4640 645 403 1683 6323 2547,5 696 4472 1912,5 1715,5 1081 857 635 222 1891 ,5 1713 1734,5 2044,5 1862 1292 1108,5 182,5 336 153,5 365 1980 180 1800 622,5
Warmtestromen
in kW. resp •
M
cal/uur.
In
Uit
b}150
130
a} 1256
1080
c)
59
50
d)137
118
e}
0
0
g)
206
177
f)
500
430
h)479
412
.J
}
69
59
5
i)
90
77
n}
295
254
k)
69
59,5
v}
162
1
3g'>
I}
17
15
w}
349
300
m}
305
262
1584
p}209
179,5
----.IV '
ormlngswarm e
t
1396
1200 in reactor
I
q}7
Bruto oploswarmte
36,5
31 in reactor
IV
r}
203
s}
37
6
174,5
32
3016,5
u}
1 , 51
,53016,5
t=
26
22
*
*
omdat we als nulniveau 25
oC.
gekozen
hebben en stroom 31
o
2.6.
Reactoren. Inhoud
~
hoogte lengte Byzonderheden.-~
t ln . oe . in M3 ln m. in m. in m.
I zwavelzuuradditie 80 2,5 1 ,
°
3,0 2 roerders in dezijwand
11 methacrylamidevorming 135-150 0,13 7,6 6,0 buis reactor van
1 " pijp 111 mengtank 44 2 1 , 1 2,0 roerder IV verestering 100 10 2,0 3,5 2 roerders in de zijwand V verestering 100 1
°
2,0 3,5 idemVI overstomen 100 2,5 1 ,
°
3,0 open stoom)VII extractor I 25 1 ,2 5,0 VIII extractor 11 25 1 ,2 5,0 IX methanoldestillatie 79/ 96 0,5 3,6 7 schotels X methylmethacrylaatdest.I 83/ 100 0,5 6,0 12 schotels XI idem 11 61/72 0,7 3,0 6 pr.schotels p=200 mm Hg.
XII separator 25 0,5 1 ,
°
geen roerderVoor berekeningen: zie bijlage 2.6.1.
Voor verwarmings en koelapparatuur A t / S, zie bijlage 2.6.2.t/m 2.6.5.
2.7.
Reactor I Koeler A Reactor 11 J Buis Koeler B Mengtank MATERIAALKEUZE.Met lood bekleed constructiestaal.
Roerders: silicium gietijzer.
Pomp: silicium gietijzer met Hastalloy B waaier.
Pijpleiding: Hastalloy B.
behorend bij reactor I
pijpen, pijpplaat en verdeelkasten: Hastalloy B.
romp: constructiestaal.
Buisvoorwarmer samengebouwd met buisreactor
binnenpijp: Hastalloy B
buitenpijp: contructiestaal.
als reactor 11
Aluminium: roerder: staal.
Reactoren IV, V en VI: Zle reactor I.
Koeler D zle reactor 11
Pomp Zle onder reactor I
Alle buffertanks, die zwaverzuurhoudende producten bevatten:
met lood bekleed staal.
Condensor E romp en verdeelkasten: constructiestaal
pijpen en pijpplaat: koper i.v.m. damp inhibitie.
Extractoren
VII
enVIII
constructiestaal.Destillatiekolommen
IX
enX:
AluminiumDestillatiekolom
XII
Staal i.v.m. vacuum en afwezigheid van water.Separator
Xlr
Constructiestaal.Condensors L en N ZIe condensor E.
Condensor J Constructiestaal.
~
Buiskoelers
GH en PQ: Constructiestaal Ketelverwarmingen K,M en R: Contructiestaal Pompen Contructiestaal Buffervaten Aluminium. Vacuumpomp Constructiestaal Pijpleidingen Staal2.9.
Beschrijving;
Het proces bestaat uit drie gedeelten,
l e methylmethacrylaat synthese
2e zyivering van het ruwe methylmethacrylaat
3e terugwinning van methanol.
Aangezien de finesses van het proces al in de voorgaande hoofdstukken besproken zijn, zullen wij ons hier beperken tot een globale bewchrijving van het proces. Alle regelingen staan duidelijk op de tekening aangegeven, zodat wij er hier aan voor-bij gaan.
In reactor I vindt de vorming van het acetoncyaanhydrine-zwavelzuurcomplex plaats. De vrijkomende reactiewarmte wordt
afgevoerd in koeler A. Het overstromende complex wordt via een
buffervat en een pomp door de buisvoorwarmer- reactor 11 geperst,
waar het complex eerst opgewarmd wordt tot de reactietemp. van o
150 C. en dan gedurende 130 sec. omgezet wordt in methacrylamide.
De verestering vindt plaats in de reactoren IV en V in serie,
nadat het methacrylamide weer gekoeld is tot 86oC. en uit mengtank
111 de benodigde hoeveelheid methanol en water wordt toegevoe~d.
Mengtanklll dient om ~etteruggewonnen methanol-water mengsel te
mengen met vers methanol
+
water.Aan het eind van reactor V is de synthese van methylmethacry-laat dus achter de rug.
Reactor VI dient om door stoomdestillatie methylmethacrylaat
en methanol van de ammoniumbisulfaathoudende zwavelzuuroplossing ( verontreinigd met bijproducten) te scheiden. De laatste wordt g ekoeld in koeler D om daarna via een buffervat verpompt te worden
'i
naar de ammoniumsulfaatfabriek. J./'" C·),):...:<'
X
--..._---._.~. -',
Het methylmethacrylaat-methanolmengsel dat ook enige waterdamp
bevat, wordt gecondenseerd in Condensor E en gekoeld tot 25 o in
koeler F om daarna bevrijd te worden van methanol .~~ 2 Vijftraps.-~~
extractoren VII en VIII. __
---Als extractievloeistof wordt in de eerste extractor het
De extractfase wordt in warmtewisselaar G H voorgewarmd tot
~
660~n
in de methanoldestillatiekolom IX gescheiden in eentop-product( waterhoudende methanol), dat na condensatie in condensor J
ongekoeld teruggevoerd wordt naar mengtank 111; en in een
ketel-product ( in hoofdzaak water ), dat na voorwarmèn van de voeding
met water verder gekoeld wordt tot 250 C, om als extractievloeistof
voor extractor VII te dienen.
De raffinaatfase gaat naar de 2 e extractor VIII. Als
extract-vloeistof wordt hier water gebruikt. De extractfase wordt gespuid
?
en de raffinaatfase wordt via een buffervat verpompt naar methylmethacI~ät
destillatiekolom X, waar het samen met de terugvoer van separator XII
'J gescheiden wordt in een topproduct , bestaande uit de binaire azeotroop
van water-methylmethacrylaat. Ij. J. Jl~f
Deze wordt gecondenseerd in condensor L en daarna door toevoe-o
gen van koud water gekoeld tot 25 C. en gescheiden in separator XII. De lichte fase wordt via een buffertank teruggepompt naar de voeding van kolom X. De zware fase wordt gespuid.
Het ketelproduct van kolom X wordt via een buffervat naar kolom XI gepompt, waar het onder 200 mmo kwikdruk gescheiden wordt in een
topproduct, bestaande uit 99,99
%
methylmethacrylaat. Dit topproductwordt gecondenseerd in condensor N en daarna met water tot 25°C.
af-gekoeld in het bovendeel van koeler P
Q
en daarna met pekel verderafgekoeld tot 00 C. in het benedengedeelte van koeler P
Q.
Via een'- buffervat wordt het naar de opslagtank gepompt waar nog 10 p.p.m.
hydrochinon worden toegevoegd als polymerisatieinhibitor tijdens opslag en vervoer.
Het ketelproduct van kolom XI, bestaande uit polymeer, opgelost ln methylmethacrylaat en verontreinigd door hoogkokende bijproducten en inhibitor wordt gespuid in een open riool.
Bij grotere installaties zal het wel economisch verantwoord zijn
om dit polymeer bij 2400 C. onder afsluiting van lucht, te kraken
om zodoende nog een gedeelte van het methylmethacrylaat terug te winnen.
2.10.
Inhibitie van methylmethacrylaat polymerisatie.
Reactor 11, de buisreactor, is gevuld met dunwandige koperen
ringen, d.
=
10 mmo L=
10 mm., om polymerisatie van methacrylamide 1te voorkomen. zie Cráwfort 9).
Reactoren IV, V en VI worden geinhibiteerd met 0,2
%
tannine, berekend op methylmethacrylaat'invoer in reactor IV.)
De methanolkolom IX als IV-Ven VI:
invoer boven in de kolom. Het ketelproduct van deze kolom beschermt
~
tevens Extractieapparaten VII en VIII.Methylmethacrylaat kolommen X en XI, alsmede separator 12 worden eveneens beschermd met tannine: invoer bovenin kolom X.
Om het geheel niet nog ingewikkelder te maken, zijn deze invoeren niet op de tekening aangegeven.
c
L I TER A T U U R.
1)
Rid~leE.H.
Monomeric acrylic esters, Reifihold New York
(1954)
2) De Bell J.M., Goggin
W.C.
,
Gloor
W
.E.
German Plastics Practici.
Muuray
Printing Company, Cambridge U.S.A.
(1946)
3) Blout E.R.,Hohenstein
W.P
.,
Mark
H.
4) Gordon J.
5) Kooi J.
Monomers
Interscience New York (1949)
Petroleum Refiner 40, 9, 251-60
(1961
)
Recueil des Travaux Chimiques des Pays-Bas 68 34-42
•
-
(1949)
6) Salkind
M
.
Riddle E.H., Keefer R.W.
7)
Kline
G.M.
8)
Kline
G.M.
9) Crawford J.W.C.
10)
Woods
D.E.
11) Sherwood P.
12) Chem.
Week
13)
ibid
14) U.S. Patent
15) Vogel R.
16) Salkind
17) Salkind
Modern
Chemical
Processes
VI 106-119
(1961)
Modern
Plastics 24
11
129
(1947)
Indivestigation of German's plastics plants
J.Soc.Chem. Ind.
64
231
(1945)
J.Soc.Chem. Ind.
66
26-29
(1947)
Petroleum Processing
1
i bid
2.
84
24
117-121
(1959)
23
91
(1959)
2.101.821
384 (1954)
548 (1954)
Die heterogene gleichgewichte. 308-321.
Ind.Eng.Chem. 51
1232-1238 (1959)
"
"
"
51
1328-1334 (1959)
18) Cecil, Carr. en John A.Riddick ,Ind.Eng.Chem.43 692-696
'-
-. "
o . . ~ ••
-lJ~~
I
..
~'al
...
N W .~I
~,.
I
I
I
I/Be
ft.II'f . . .r
METHANE SYNTHETIC z,cqHzSYNTHETIC co, HZ I METHANOL
I
NATUflAL GASI
OXYGEN-J
GE~A\ION GAS METHANOLJ
PURIFICATlOH co, HZ
...
w METHANOL z z ;!~L
CARBON MONOXIOE ~ -~~
I
TEMP~~TlJRE Icq NICKEL elMETHYL +ETHYLI ~METHYL +ETHYL HIGHERj
I
ACRYLATE ACRYLATE ACRYLATE ~ FATTYI
SEPARATION
'r
"1
CARBONYL PLANT NO. I PLANT NO. Z MONOMER PLANT ALCOHOLSw lol
Z Z
COz
C c(
'" '" NICKEL CARBONYL .
~
...
w w 2 2 HZ HZ ACETYLENE COZ ETC r - = - - H Cl) cS j AIRr
OXYGEN --' zI COMPRESSED I AIR 'I I TAIL GAS J TAIL GAS Z
AMMONIA ~
0 c(
x ",.
AIR I 1 SEPARATION METHANE ACETYLENE I 1 PURIFICATION 0 (,) ~
--' w ~ '" .2 . NITROGEN AMMONIA ~ HCN METHANOL
.
-1
-
1
ACE TONE1
CYANOHYDRIN1
.
t
J
~
l
+
t
t
r
I
HYDROGEN CYANIOEr-
I HYOROGEN CYANIDEr-
I
CYANOHYDRIN ACETONEI
CYANOHYDRIN ACETONE I~ IMETHACRYLATEI METHYLI
METHACRYLATE METHYL EII
I I/ETHACRYLATE HIGHER EIPLANT NO. I PLANT NO.Z PLANT NO. I PLANT NO 2 PLANT NO. I PLANT NO. 2 MONOMERS
WASTE ACID HCN WASTE ACID
r.
AI/MONIA• 1
r
WASTE ACID ETHYLENEJ
CYANOHYDRIN I ,er'-ALKYL AMINESJ
I
AMMONiUMI
SULFATEL::l
REPftESENTS FlNlSHlO PROOVCTS..
"
..
...•.
literatuurbron De Bell c.s. 2) Kline
7) 8)
Crawford9)
Gekozen acetoncyaan hydrine 1kmol
1 kmol
1 kmol
11,38 kmol
1,84
kmol1,41 kmol
1,69 kmol
1 ,42
kmol1,5 kmol
1,5-2,0 kmol
2
kmol
,---,I
"
..../.
-
-BIJLAGE
2.3
.1.3.1
Berekening temp. mengtank
111.In stroom 14
112000
kcal/uur
t
=
79°C.
In stroom
6t
=
25°C
.
In stroom 7
t
=
25°C
.
In
112000
kcal/uur
Uit 150 mol H
P
2mol
s . w.18
170
mol
Meth
.
mol s
•
w.1
8,
112,75
mol
MM.mol
S.w.49
zodat (t-25)(150x18+170x18,11+2,75x49)
=
112000
°
BIJLAGE 2.3.2.2.1.
De extractie.
Kooi 5) geeft de mengbaarheidskrommen van het systeem
Methylmetha-crylaat
(A)-
methanol(B)
en H20 (C) bij 25 en 50
0
C.; zie grafiek
i
enl
Natuurlijk kiezen wij tegenstroomextractie in een meertrapsapparatuur
en stellen als eis dat het mol% methanol in de raffinaatfase ' 0,0005
in verband met de daaropvo~nde scheiding van methylmethacrylaat en water.
Door water ( goedkoop; al in het systeem aanwezig en zeer effectief) als extractievloeistof te gebruiken, is het systeem in een eindig aantal
trappen ( ongeveer acht) te scheiden in een raffinaatfase met ca.93,5
mol
%
MM. en 6,5 mol%
water en enkele honderdste procenten methanol eneen extractfase met ongeveer 1% methylmethacrylaat.
Bij het doorrekenen bleek het mogelijk te zijn om het ketelproduct van de destillatie der extractfase te gebruiken als extractievloeistof
voor de 1e extractor in plaats van deze te spuien.
Behalve het voordeel dat de methanolterugwinningskolom minder scherp behoeft te scheiden, heeft dit nog een voordeel n.l. 1% minder verlies
,~' van methylmethacrylaat en ruim 3% minder verlies van methanol.
In de 2e extractor wordt dan de raffinaatfase geexbnheerd met zuiver
water en de extractfase gespuid.
V~/4~UL Wij moeten nu een keus maken voor de extractsamenstelling. Wanneer
• we (zie ~~) een aantal bekende extractsamenstellingen vergelijken,
dan eisen we: 1e• zo welnlg mogelijk MM.in het extract; het gaat ons
nl. om de raffinaatfase.
2e• zo weinig mogelijk extractiewater i.v.m. de
warmte-huishouding in de destillatieapparatuur, waar de extractfase gescheiden wordt.
Wanneer wij grafisch uitzetten percentage toe te voegen water t.o.v.
1 traps apparatuur en percentage verlies MM. t.o.v. toegevoerd
MM.
tegenpercentage MM. in de extractfase, dan kiezen wij E,x
A=0,010, xB=?,8025
x
C=0,1875, omdat voor E xA=0,018 , xB=0,742~ xCO,2~00, het verlles
aan MM. te groot wordt en voor
E x
A = 0,006 xB = 0,854 xC=0,140 de toe te voegen hoeveelheid
water te groot dreigt te worden.
,.,
e.;J
I"s
j,e.
k
J_~ Wij komen dan via de materiaalbalans van het extractieapparaat en
het doorrekenen van de destillatiekolom tot de volgende cijfers.
F 1
+
S'210 kmol/uur 290 kmo I/uur
xMM = 0,46 0,0043 xM = 0,3524 0,0200 x H20= 0,1876 0,9757 = R 1 100 kmol/uur 0,9386 0,0480 0,0134
+
E 1 400 kmol/uur. 0,01 0,1875 0,8025Omdat de raffinaatfase ~1 op de mengbaarheidskromme moet liggen
moeten de waarden voor x
MM en xM voldoen aan
x
,
'J
Deze vergelijking werd gevonden door de laatste drie bekende raffi-naatsamenstellingen grafisch uit te zetten ( zie b,,~U.t~n grafiek~), waarbij deze punten op bovengenoemde recht bleken te liggen.
Wanneer wij nu het aantal theoretische trappen vast willen leggen, dan kunnen wij dit grafisch dop.n door de coordinaten van punt P uit te
rekenen en dan met behulp van grafiekpapier het aantal trappen te constru-eren. Een kleine tekenfout leidt hier echter tot grote afwijkingen.
Daarom leek het ons nauwkeuriger de trappen te berekenen. Dit geschiedde als volgt:
Uit de materiaalbalans volgt P=190 en (xMM)P= -0,4874 (xM)p=0,0052
(X
H O)p= 1,4822.
2
De lijn door
F
en P snijdt de mengbaarheidskromme in het puntE
1 xMM=0,01 0,8025; dit punt is in evenwicht met raffinaatfase .
R1 X
MM= 0,71
x
M=
0,159 XH
2 0= 0,131. .We bepalen nu het snijpunt
E
2 van de lijn R1P met de mengbaarheids -kromme grafisch als volgt :
Voor de lijn RIP geldt:
X
M = 0,1285 xMM + 0,0678
~ xM = 0,0678 voor xMM=
°
~ x
M = 0,0681 voor xMM= 0,003
We Zlen dat de verbindingslijn tussen deze 2 punten ~e m~n}~;a:heids-kromme snijdt in x
MM=0,002 xM= 0,068 xH20= 0,933 4tt
r ,
JWe vinden nu R
2 met behulp van log !3= 5,152 (x
H20
)
f
-
2,249voor(xH2())~
>
O,75 aà~6
en log13
= 3,5 (xMM)R - 0,557 voor (xMM )R
)
0,60dan is n.l. (xMM)R = 0,889.
Nu bepalen we punt E3 als snijpunt van de lijn R
2P en de mengbaarheidskromme. De lijn R
- -
-1 '
-~/
Deze snijdt de mengbaarheidskromme in punt
E3 x
MM = 0,0008 xMeth.=0,0292
Nu R3 weer met behulp van log;j
We zien dus dat het met iets minder dan 3 theoretische trappen mogelijk
is om de extractie uit te voeren.
x MM x M x H 2
°
Extractieapparaat 11. De materiaalbalans levert F2=
R1 +s
=
R 2100 kmol/uur 475,9 kmol/uur 99,9 kmol/uur
0,9386 0,0480 0,0134
P
='E
2
-F
2
(xMM)p = - 0,2484=
476 1 ,000 -100 0,935 0,0004 0,0646 = 376 kmol/uur + E 2 476 kmo i/uur 0,001 0,01 0,989In dit gebied is de mengbaarheidskromme niet bekend. Wel weten we de waarden voor het stelsel MM-H
20 dus xM=O.
De mengbaarheidskromme moet dus afbuigen,naar deze 2 punten.
We hebben de volgende benaderingsmethode toegepast om het aantal trappen
te "berekenen". Aangezien we de punten ~ steeds verbinden met P,
ver-onderstellen we (xMM)R= is constant en 0,935
=
Verder vindenen (xMM)E 1S constanten 0,001, hieruit volgt:
0,001 -(-0,2485) 0,2495 = 1 (1)
0,935 -(-0,2485) 1,1935
5
--!Je extl-ql2o/e
et-cle
Wlà_rd'll1 /Jf
/
we voor de 1af'!.t t 7izi J I?
"re?]
van _ IJllh,
~
Ie.k
u_
;1
=L:~~~)R=
710 resp.700 en 750.
We
nemen
aan;1=
725~(XC)E
=
725
~
(XA~E
=725 x
g:~~~
(X
C2 )E=0,8(xC2 )R
(2)
(xC)R
(xA R
Uit (1) en (2) volgt (xC )E = 4 (xC)E en na n trappen
n+1 n
voor (xC 1)E = 0,048 en (XCn+1 )E
=
0,0004BIJLAGE
2
.
3
.
2
.
2
.À
.-,"
(
(
,
IMengbaarheidskromme bij 25° in molfracties ; zie \·grafiek nr. Bovenlaag
=
R- fase Onderlaag=
E- faseA B C A B C dichtheid (xc) dichtheid (rr)R d 25/25 (xC) xA E log MM H 20 CH
3
0H MM H 0 2 CH;OH xA E B=(xC)R XA 0·,9335 0,0159 0,0506 0,9404 0,0542 0,0013 0,9626 0,0361 0,9898 27,77 513,3 2,71037 0,8580 0,0550 0,087 0,9387 0,1013 0,0029 0,9153 0,0818 0,9775 28,21 278,2 2,44436 0,7770 0,0930 0,130 0,9360 0,1673 0,0059 0,8541 0,1400 0,9636 23,71 141 ,7 2,15137 0,710 0,1310 0,159 0,9336 0,2239 0,00986 0,8026 0,1875 0,9535 19,03 84,99 1,92937 0,603 0,1760 0,221 0,9303 0,3665 0,0183 0,7416 0,2400 0,9420 1 3,12 35,8 1 ,55388 0,434 0,2900 0,276 0,9251 0,6359 0,0397 0,6708 0,2895 0,9299 7,27 11 ,43 1 ,05805 0,3395 0,3480 0,313 0,9232 0,9219 0,0523 0,6430 0,305 0,9264 5,83 6,324 0,80099 0,239 0,4180 0,343 0,9218 0,4351 0,078 0,6020 0,320 0,9228 4,10 2,859 0,45621 0,128 0,5355 0,3365 2,6289 0,128 0,5355 0,3365 2,63 1°
BIJLAGE 2.3.2.3.1.
Methanol Destillatie.
Gegeven F = 400 kmo I/uur
molaire verdampingswarmte mol.s.w.
methanol
=
A
xA
= 0,1875 8400 kcal/kmol 1 8, 11 kcal/kmoloC.M M
=
B xB = 0,01 7700 kcal/kmol bij 760 mm.Hg.49 kcal/kmol
H
20
=
C Xc = 0,8025 9700 kcal/kmol 18 kcal/kmol. I
---./
, -7' c' A(\" I ,.{ t" ol vi'( L, ;y; L ~ -i ~
t
t' 'We
kiezen nu'2 ketelsamenstellingen t.w. (XA)K= (XB)K= (xC)K= 0,02 0,0043 0,9757 daaruit volgt We kiezen 1 destillaatsamenstelling t.w.(~~)D
= 0,63 en vinden uit de (xB)D = 0,025 (xC)D = 0,345 materiaalbalansWe bepalen nu eerst q voor vloeistof van 25°C.
q= 1. 11 zie bijlage 2.3.2.3.2.
Het blijkt dat de destillatie is uit te voeren bij R=0,30.
Wanneer we de warmtebalans opzetten voor deze destèllatie, zie bijlage 2.3.2.3.3., dan blijkt dat de warmte inhoud van het ketelproduct 372000 kcal. te bedragen. Dit ketelproduct gebruiken we weer als extractie
vloeistof in extractor I bij 25°C.
Wanneer we bijv. 80% van deze warmte terug kunnen winnen door hiermede
~~ de voeding v~br te verwarmten, dan zou dit zeer economisch zijn.
\Mi I r:~ .~/
t
,
(~J,W
In dit geval is eindtemperatuurketelproduct 39°C. eindtemperatuur voeding 66°C. q=
1,03 zie bijlage 2.3.2.3.2.Nu blijkt de destillatie uitvoerbaar bij R = 0,35~
Warm;ebalans ( die bijlage 2.3.2.3.3.) geeft aan, dat we 15% op de toe te voeren ketelwarmte kunnen besparen; dit doen we dan ook.
°C. °C.
Uit de meteriaalbalansen vinden we: F=400 kmo I/uur X
A
= 0,1875 xB 0,01Xc
=
0,8025 19werkliJo n y n+1 D=110 kmol/uur X A=
0,6291 x B = 0,025Xc
0,3459 = 0,2593xn + 0,7407 xD
K=290 kmo I/uur XA
=
0,0200 x B = 0,0043Xc
= 0,9757De schotel temperaturen, de samenstellingen op de schotels en het
theoretische aantal schotels van dit ternaire systeem, werden benaderd met behulp van de volgende veronderstellingen:
1 0 •
De molfractie
MM
varieert tussen 0,5 en 2,5 %;bij de berekeningenwordt daarom gebruik gemaakt
van/1~
uit del -xgrafiek vanmethanol. /X
t.L
HU'
8
!vIM en
2e Voor de molfracties 11ethanol en water wordt gebruik gemaakt van
; - t grafiek van methanol en 1!20 •
;X.<.l
tr
j
.
3e Bij gebruik van de bovenstaande benaderingen blijft geldig
en P a log PA YaP
=
I
/
A
x A = -1904,5+
8 52273
+
t ' voor berekening zie bijlage 2.3.2.3.'.log P = -1877
+
7,913B 273
+
tDe
~
- Xresp.~-
t grafieken werden vervaardigd door uit deliteratuurgegevens met behulp van Pa= yaP = LAxAPA
!
/A
te berekenennadat PA was gevonden uit log P
A=
-~
+
B.f
M
ft!~o 2.3.J...3.e~
2..3.1.3·7
Hieruit resulteren de volgende kolomgegevens; zie bijlage 2.3.2.3.5.
, - /
BIJLAGE 2.3.2.3.2.
Berekening kookpunt van de voeding.
XA =0,1875 x B =0,01
Xc
=0,8025 Er geldtPA=YAP=~AXAPA
Stel T=i~:
1 ,61 3,40i
c
:
1,025A
=1429,7 P B = 422,4Pc
= 384,9 dus t = 82°C.IA
reSP./B
en/c uit grafiek nr.
8
e"g
Berekening q. temp. voeding is 25°C., kookpunt
voedi~g
82°C.nulniveau bij 25°C.
H"-HI
_/ q= 0,1875x8400+0,8025x9700+0,01x7700+(82-25)(0,1875x18,11+0,8025x18+0,01x49)
0,1875x8400+0,8025x9700+0,01x7700
q=
voeding temp. 66°C.; kookpuntvoeding 82°C. nulniveau bij 25°C.
9436+(82-66)(0,1875x18,11+0.8025x18+0,01x49)
=
1,039436
- - --
-BIJLAGE 2.3.2.3.3
Warmtebalams voor methanol destillatie met
F
t p
K tK
D
tn
G=(R+1)D
L=DR
-\1 ':GG+ ( q -1 ) F
L'=L+qP
11Q= G' (HK -H'
K
)Q'= G(H" -H ,)
D D
Qp
QK
QD
400 kmo I/uur
66°C.
290 kmo I/uur
095,7
c.
110 kmol/uur
078,9 C.
148,5 kmol/uur
38,5 kmol/uur
160,5 kmol/uur
450,5 krool/uur
1551000 kcal/uur
q=1,03
H=ü,35
1311500=stroom
tM
kcal/uur
297500=stroom! kcal/uur
372000=stroom k+l
k
c
a
l
/
uur
112000 kcal/uur
Q uit Q + Qp =
Q'
+ QK + Qn
g
eeft
Q
=
1500000 = stroom w
afwijking
l S 3~hVoor berekening diverse Q's zie bijlage 2.3.2.3.'"
q=l,ll
R=0,30
400 kmo I/uur
25°C.
290 kmo I/uur
°
95,8 C.
110 kmol/uur
078,9
c.
143 kmol/uur
33 kmo I/uur
187
.
kmol/uur
477 kmo I/uur
1807500 kcal/uur
1263000 kcal/uur
o
kcal/uur
372000 kcal/uur
112000 kcal/uur
Q
= 1750000
2.3.2.3.4.
BEREKENIN~N
DEB. DIVERSE Q' s. ( , , 9=1,03 Q=160,5(0,02x8400+0,0043x7700+0,9757x9700) = 1551297 Q'=148,5(O,6291x8400+0,025x7700+0,3459x9700) =1311577 QK=290(95,7-25)(0,02x18,11+0,0043x49+0,9757x18) =371832 QD=110(78,9-25)(0,6291x18,11+0,025x49+0,3459x18) =111726 QF= 0,8 x QK = 297500 kcal 9=1 ,11 187(0,0197x8400+0,0043x7700+0,976x9700) = 1807503 143(0,63x8400+0,025x7700+0,345x9700) =1262833 290(95,8-25)(0,0197x18,11+0,0043x49+0,976x18) =372358 110(78,9-25)(O,63x18,11+0,025x49+0,345x18) =111726°
\.J I
"-Gegeven: p tOC. log P T100
T100
21
,
t
2,00000
294,2
0,3399
400
49,9
2,60206
322,9
0,3097
760
64,9
2,88081
337,7
0,2961
1520
84,0
3,18184
357,0
0,2801
3800
112,5
3,57978
385,5
0,2594
\.'7
100
grafiej log P - T geeft een rechte door de 5 punten, zodat
-190f)
log PA
=
273+ + 8,52
Hieruit zijn dus alle waarden van PA bij temperaturen tussen
20
en100
oC. te berekenen. idem PB B= methylmethacrylaat P tOC. log P T100
' r
189
60
2,27646
333
0,3003
279
70
2,44560
343
0,2915
397
80
2,59879
353
0,2833
547
90
2,73799
363
0,2755
760
100
2,88081
373
0,2681
1
1
00
grafiek log P -
-r-
geeft een rechte door de 5 punten zodatlog PB
=
-1877 + 7,913
- - - - -~IJLAQ~~~~~~I~
.-t
.
oe
273+t
PA
p" 'Y
A
Xc
Pc
ic.!c
Y
c
1n . • xA
A
""'
A
Ae
92,9
365,9 2066
0,0531
109,7
0,9469
586
554,9
0,7166
0,98
90,3
363,3 1896 0,0767 145,4 0,4001 2,09 0,9233
532
491,2
0,5999
0,93
88,9
361,9 1809 0,0926 167,5 0,4353 1 , 97
5
0 , 9074
504
457,3
0,5647
0,94
86,6
359,6 1674 0,1257 210,5 0,4831 1,74
5
0,8743
462
403,6
0,5169
0,97
85,
°
358,0 1586 0,1315 208,6 0,5455 1 ,99 0,8685
434
376,6
0,4545
0,92
83,2
356,2 1491
0,1674 249,6 0,5585 1
,70
0,8326
404
336,4
0,4415
1 ,00
82,3
355,3 1445 0,1818 262,7 0,5775 1 ,67 0,8182 390
318,7
0,4225
1 ,01
81
,6
354,6 141
°
0,2083 293,7 0,6273 1
,62
0,7917
379
314,3
0,3727
0,90
80,2
353,2 1343 0,2319 311 ,4 0,6485 1 ,58 0,7681
358
275,0
0,3515
0,97
78,0
351,0 1242 0,2818 350,0 0,6775 1 ,47 0,7182
327
235,0
0,3225
1 ,04
77,8
350,8 1233 0,2909 358,7 0,6801 1 ,44 0,7091
325
230,2
0,3199
1 ,06
76,7
349,7 1186 0,3333 395,3 0,6918 1 ,33 0,6667
310
206,7
0,3082
1 , 1 3
76,2
349,2 1164 0,3513 409,1 0,7347 1,36 50,6487
304
197,0
0,2653
1 ,02
73,8
346,8 1067 0,4620 493,2 0,7756 1,19 50 ,5380
275
148,0
0
,
2244
1 , 1 5
72,7
345,7 1025 0,5292 542,7
0
,7
971
1,11 50,4708
262
123,4
0,2029
1 ,25
71
,3
344,3 974 0,5937 578,2 0,8183 1 ,07 50,4063
247
100,4
0,1817
1
,37
5
70,0
343,0 928 0,6849
635p0,8492 1,01
5
0,3151
234
73,7
0,1508
1
,55
5
68,0
341,0 861
0,7701 663,0 0,8962 1 ,03 0,2299 214
49,2
0,1038
1 ,60
66,9
337,9
765 0,8741 668,8 0,9194 1
,04
0,1259
204
25,7
0,0806
2,39
Berekening:
PAuit
log
P
A
=
-1904,5
273+t
+ 8 52
'
Pe(H
2
O)
uit tabel
IA
resp·pre
mit
YAP:,!AXAPA
en YeP
/exePe
t ~n ·
oe
• 79,0 76,3 74,2 69,6 68,2 67,2 66,0 65,6 65,1 64,8 64,4 64,5 273+t 352,0 349,3 347,2 342,6 341,2 340,2 339,0 338,6 338,1 337,8 337,4 337,5 1287 0,166 1169 0,214 1083 0,257 914 0,439 867,5 0,510 835,3 0,573 798,1 0,676 786,0 0,757 771,0 0,823 762,2 0,879 750,6 0,965 753,5 0,984 Berekening:PA
PB
213,6 250,2 278,3 401,4 442,4 478,2 539,5 595,0 634,5 670,0 724,3 741 ,1 uitlog
0,555 0,613 0,654 0,740 0,774 0,796 0,824 0,848 0,877 0,904 0,965 0,983 1 ,97 1,86 1,785 1 40,
5 1 ,331
,
265
1 ,16 1 ,08 1,05 1 02,
5 1 ,01 1 ,01PA
= -1904z,) 273+t uitlog
PB ::
-1877 273+t 0,834 0,786 0,743 0,561 0,490 0,427 0,324 0,243 0,177 0,121 0,035 0,016 + 8,52 + 7,913I
A
uityAP
=
/
A
x
A PA
I
B
uitYBP
=
/a
x
B PB
380,8 346,3 321 ,3 271,9 258,2 248,7 237,8 234,2 229,9 227,3 223,9 224,7 317,6 272,2 238,7 152,5 126,5 106,3 77,0 56,9 40,7 27,5 7,8 3,7 0,445 0,387 0,346 0,260 0,226 0,204 0,176 0,152 0,123 0,096 0,035 0,017 1 ,06 1 ,08 1 ,10 1 ,28 1 ,36 1 ,46 1 ,735
2,03 2,30 2,65 3,39 3,48BIJLAGE 2.3.2.4.1.
De methylmethacrylaat destillatie (1 ekolom).
We verwaarlozen de in de voeding aanwezige geringe hoeveelheid
methanol en nemen aan dat het met de binaire waterazeotroop verdwijnt.
P
= 108 kmol/uur xIf2'o = 0,065.1
We
kiezen x~M in het destillaat 0,53; (azeotropische samenstellingx = 0,535), zodat xHf O= 0,47 en in de samenstelling vld ketel x
H20=0,0005
zodat x
MM= 0,9995.
Uit de materiaalbalans volgt K = 93,16 kmol/uur
D
=
14,84 kmol/uur.We kunnen de voeding niet voorwarmen of het zou met de
condensor-warmt-emoeie-n --zijn. Dit is nogal lastig, daarom voedingtemperatuur 250C.
d.w.z. q = 1,42; zie bijlage 2.3.2.4.2.
Bij doorrekenen blijkt dat
R
minstens 6 moet zijn, dan is1e werklijn
2e werklijn
Xn = 1,1667 Yn+1 - 0,1667 xD
xm = 0,6157 Ym+1 + 0,3843 x
K
Dampspanningsgegevens van het systeem MM-water zIJn niet bekend,
alleen dat het bij 830 een min azeotroop bezit met samenstelling
x
MM=0,535.
Wij hebben onze benadering daarom gebaseerd op
P
MM otI
P
-1~77
+ 7,913.UI og M~
Daar geen gegevens over het systeem MM-H
20;kend waren,
uit de azeotropische samenstellingJ
MM en H20 berekend
daarna met behulp van Van Laar
f
In
A en ln=
B B werd en de andereJ
A enI
B waarden.Bij het grafisch ui( zetten van deze gegevens blijken de waarden voor x--o
zeer extreem te zijn, daarom werd in deze grafiek in overeenstemming met
de waarden vld systemen H
20-methanol en rnethanol-MM, de meest
waarschijn-lijke krommes getrokken. Deze waarden werden aangehouden bij de
bereke-ningen, die analoog aan de methanoldestillatie verliepen, met dien verstande
dat nu van ketel naar t op ,gewerkt werd.
/
~
rr'
/0Voor kolomgegevens zie bijlage 2.3.2.4.3.
Voor de grootte van materiaal-en warmtestromen; zie de warmtebalans in
De methylmethacrylaat destillatie 2ekolom.
Wij verwaarlozen de in de 2e kolom ontstane geringe hoeveelheid polymeer en nemen aan dat dit al in de voeding aanwezig was. Deze kolom dient n.l. om tiet polymeer en de fracties die hoger koken dan methylmethacrylaat, te verwijderen als ketelproduct.
In verband met de thermische gevoeligheid van zuiver methylmethacrylaat voor polymerisatie, ondanks aanwezige inhibitoren, wordt deze destillatie bij lagere temperatuur dus onder verlaagde druk(200 mm Hg.) uitgevoerd.
Het kookpunt van methylmethacrylaat ligt volgens Crawford 9) bij 61~ ~~~
-1877 0 . - / p; ' ' /
log P ~73 + t + 7,913 geeft 61,5 C. \ We verwaarlozen tevens de geringe hoeveelheid H
20 die nog aanwezig is.
F = 93,15 kmol/uur x MM= 0,9882 xpol,MM = 0,0118 ' - j We ki e z en xp 0 1 MM in des t i 11 a a t n
1.
0, 000 5, z 0 dat x MM = 0, 9995 .In verband met de viscositeit van polymeer methylmethacrylaat kiezen we
xpol.MM in het ketelproduct vrij laag, nl. xPOL.MM
=
0,333, zodat x MM=
0,66)1
,
Materiaalbalans geeft D = 90,05 kmol/uur
I';
en K = 3,1 kmol/uur
Aangezien wij de ketenlengte van de aanwezige ~ymeren niet kennen en in feite dus niets kunnen berekenen wat betreft aantal schotels en temperatuur van het ketelproduct, nemen wij aan
p 1 bij deze temp. is 10 mm kwik
po
ymeer .we vinden dan t
k
=
72°C. en q=
0,8 (zie bijlage 2.3.2.4.2.) Verder blijkt dan bij R= 0,1 al scheiding mogelijk.Activiteitscoeff. werden niet gebruikt, a) omdat zij onbekend zijn
b) omdat zij waarschijnlijk laag zijn, daar monomeer er polymeer verwant zijn.
c) en niet in het minst omdat de grove aanname Ppol= 10 mm H druk
elke verdere verfijning uitsluit. g
1e werklijn Yn+1
=
0,0909 xn + 0,909 xD2e werklijn Ym+1 = 1 ,0392 x
m - 0,0392 xK Voor kolomgegevens , zie bijlage 2.3.2.4.6.