Onderzoek naar de veiligheid van de boezemkade van de Oude Campspolder

Onderzoek naar de veiligheid van de boezemkade van de Oude Camps- polder

A-77.026

Inhoud

1. Inleiding

Blz.

1

-

2. Beschrijving van de polder, de boezem en de kade 2

2.1. De polder 2

2.1.1. Ligging 2

2.1.2. Oppervlakte en peilen 2

2.1.3. Inwoners en economische bel angen 2

2.1.4. Gevolgen van een doorbraak 3

2.2. De boezem 3

2.2.1. Oppervl akte, pei 1 en en maatgevende boezemstand 3 2.2.2. Mogelijkheden t o t compartimentering 4

2.2.3. Daling van de boezem na een doorbraak 4

b i j een doorbraak 5

2.3. De kade 5

2.3.1. De lengte van de kade 5

gemeten dwarsprof i e l

en

5

2.3.3. Beschrijving van de kade 7

2.3.4. Vreemde objecten 9

2.3.5. Onderhoud van de kade 10

2.2.4. Gevolgen voor de scheepvaart en de waterhuishouding

2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de

3. Geschiedenis 11

4. Beoordeling van de veiligheid van de gehele kade 12

Bi jlagenli j s t Oude Campspolder Bijlage nr. Omschrijving S i tu at ie , dwarsprofielen en r ep re s e nt a ti v it e i t Dwarsprofiel 1 en 2 Dwarsprofiel 3 en 4 Dwarsprofiel 5 en 6 Foto 1 en 2 F o t o 3 en 4 Foto 5 en 6 Foto 7 en 8 Rapport LGM C0-240161/14 Te k a nr. A4/77.413 2%/77.475 2Z/77.476 32/77.477 A4/77.177 A4/77.178 A4/77.179 A4/77.180

- 1 -

1. I n l e i d i n g

I n h e t kader van h e t systematisch kadeonderzoek i s een onderzoek i n g e s t e l d naar de v e i l i g h e i d van de boezemkaden van de Oude Camps- p o l der.

Deze p o l d e r behoort t o t h e t Hoogheemraadschap van D e l f l a n d en l i g t i n de p r o v i n c i e Zuid-Holland.

De kade beschermt een n i e t d i e p l i g g e n d voornamel i j k a g r a r i s c h gebied met langs de S p a r t e l v a a r t en de Oude Campsweg nog enige bebouwing en tuinbouw onder g l a s .

Het onderzoek i s u i t g e v o e r d i n de kade langs de Westgaag o f S p a r t e l v a a r t , h e t Nieuwe biater en i n de kade langs de water- l o o p waarmee h e t poldergemaal met de Westgaag i n v e r b i n d i n g s t a a t .

E r i s i n maart 1977 een verkenning uitgevoerd, w a a r b i j onder meer d w a r s p r o f i e l e n z i j n gemeten, de bestaande geotechnische gegevens z i j n geanalyseerd en gegevens omtrent onderhoud en gedrag van de kade werden verzameld.

Het grondmechanisch onderzoek en de r a p p o r t e r i n g h i e r o v e r i s v e r r i c h t door h e t Laboratorium voor Grondmechanica (LGM). Tevens i s g e b r u i k gemaakt van gegevens, d i e h e t Hoogheemraad- schap van D e l f l a n d beschikbaar h e e f t g e s t e l d .

D i t b e t r e f t voornamel i j k gegevens over de 1 i g g i ng van l e i d i ngen i n de betreffende kaden.

- 2 -

2. Beschrijving

van

de polder, de boezem en de kade

2.1. De polder.

2.1.1. Ligging.

De Oude Campspolder l i g t ten zuidoosten van Maasland en grenst

i n het zuiden aan de Westgaag of Spartelvaart en i n het westen

aan het Nieuwe Water.

Deze wateren behoren t o t het boezemgebied van Delfland. I n het noordwesten, noorden en het noordoosten grenst de polder rechtstreeks aan de Hoefpolder en de Kralingerpolder. De grens wordt hier gevormd door respectievelijk de Nolweg, Oude Campsweg

en

de Burgerweg.

2.1.2. Oppervlakte en peilen.

De Oude Campspolder heeft een waterstaatkundige oppervlakte van 390 ha, waaronder enkele gebieden met een afzonderlijk pei 1 ,welke

samen

80 ha beslaan.

Het zomerpeil wordt zoveel mogelijk gehouden op NAP

-

1,62 rn

en

het winterpeil op NAP

-

1,77 m .

De smal l e strook bui tendi j k s gelegen land langs het Nieuwe Water, "Vlaakland" genaamd, l o o s t het overtoll ige water middel s een dui ker in de kade op de polder.

Het maaiveld i n de polder l i g t gemiddeld tussen NAP

-

1 m

en

-

0,8 m, met uitzondering het westelijk deel waar het maaiveld gemiddeld o p NAP

-

0 , 5 m l i g t .

2.1.3. Inwoners en economische belangen.

De i n de pol der gel egen bebouwi ng

,

wordt voorname1 i j k aange- troffen langs de Westgaag tussen de Burgerweg

en

de Herenlaan. Het aantal inwoners i n de polder zal naar ruwe schatting in de b u u r t van de 1000 liggen.

I n het westen van de polder l i g t i n noordzuid-richting Rijksweg 20.

Het over grote deel van de Oude Campspolder i s agrarisch gebied met langs de Westgaag, de Oude Campsweg en de Burgerweg enkele

- 3 -

2.1.4. Gevolgen van een doorbraak.

Na een eventuele doorbraak van een der boezemkaden, z a l de p o l d e r t o t NAP

-

0,6 m inunderen.

B i j de berekening z i j n de volgende aannamen gedaan:

-

Het p o l d e r d e e l t e n westen van RW 20 l i g t minimaal op

NAP

-

0,6 m en h e e f t een o p p e r v l a k t e van ongeveer 80 ha.

-

Het o v e r i g e poldergedeel t e h e e f t een gemiddelde maaiveld-

hoogte van (op) NAP

-

1 m.

-

Dat de Burgerweg t o t NAP

-

0,6

rn

a l s binnenwaterkering d i e n s t doet.

-

Geen rekening i s gehouden met de s l o o t b e r g i n g .

-

De boezem i s n i e t gecompartimenteerd.

-

De boezem h e e f t een oppervlak van 670 ha b i j een s t a n d van NAP

-

0,4 m.

I n de Burgerweg, d i e a l s binnenwaterkering kan dienen, b e v i n d t z i c h t e r hoogte van de Schiewetering i n de K r a l i n g e r p o l d e r een stuw welke b i j veel waterbezwaar d i e n s t doet.

Door deze stuw of i n d i e n de kerende hoogte van de Burgerweg minder i s dan NAP

-

0,6

rn

b e s t a a t h e t gevaar d a t ook h e t wes- t e l i j k gedeelte van de K r a l i n g e r p o l d e r z a l inunderen.

Het maaiveld l i g t h i e r n a m e l i j k op ongeveer NAP

-

1,9

m.

Na een eventuele doorbraak van de kade z a l , r e k e n i n g houdend met de optredende i n u n d a t i e , g r o t e schade o n t s t a a n aan de tuinbouw onder g l a s , v e e t e e l t , eventueel de bebouwing en een mogel i j k gevaar o n t s t a a n voor de b e v o l k i n g .

2.2. De boezem.

2.2.1. Oppervlakte, p e i l e n en maatgevende boezemstand.

De Westgaag o f S p a r t e l v a a r t en h e t Nieuwe Water behoren t o t h e t boezemgebied van D e l f l a n d en staan hiermee onder normale oms t a n d i gheden i n open v e r b i n d i ng

.

De t o t a l e o p p e r v l a k t e van Delflands boezem bedraagt b i j een boezemstand van NAP

-

0,4 m ongeveer 670 ha.

- 4 -

bleteorol o g i sc he omstandi g heden kunnen het pei 1 doen op1 open. In het rapport van het Centrum "Systematisch kadeonderzoek

1972" i s een beschouwing gegeven over het voorkomen van een maatgevende boezemstand op Delflands boezem.

Hiervoor wordt een stand van NAP

-

0,15 m aangehouden.

2.2.2. Mogel i j kheden t o t compartimenteri ng.

Na een eventuele doorbraak van de kade langs de Westgaag o f

Spartelvaart i s het mogelijk door het sluiten van een tweetal boezemscheidingen d i t deel van de boezem t e compartimenteren. Deze twee keringen z i j n :

-

de schotbal kkering in de Westgaag of Spartelvaart nabij het Nieuwe Water.

-

de schotbalkkering i n de Westgaag of Spartelvaart even ten oosten van de Burgerweg.

Na een eventuele doorbraak van de kade langs het Nieuwe Water

i s het noodzakel i j k , indien t o t compartimentering wordt over- gegaan

,

een negental boezemschei dingen t e sl u i ten *

Deze z i j n :

-

de boezemscheiding i n het Nieuwe Water aan de Spartelheul.

-

de boezemscheiding i n het Nieuwe Water b i j de Oranjesluis.

-

de boezemschei d i n g i n de Zweth b i j de Oranjesluis.

-

de boezemscheiding i n de S t r i j p aan de Zwaansheul.

-

de boezemscheiding i n de Holle Watering t e Kwintsheul.

-

de boezemscheiding i n de R i jnerwatering.

-

de boezemscheiding i n de Kerstanjewatering b i j ' t Haantje.

-

de boezemscheiding aan de Knui t s b r u g

.

-

de boezemscheiding aan de Korpershoekbrug,

2.2.3. Daling

van

de boezem na een doorbraak.

Na een doorbraak van de kade l a n g s de ''Westgaag of Spartel- vaart o f langs het Nieuwe Water, zal indien n i e t t o t compar- timentering i s overgegaan de boezem ongeveer 0,2

m

dalen,

- 5 -

I n d i e n wel t o t compartimentering

van

de Westgaag of Spartel- vaart i s overgegaan, zal het afgescheiden boezemgedeel t e voor zover mogelijk geheel i n de polder leeglopen.

Na compartimentering van het boezemgedeel t e , waarin het Nieuwe Water l i g t , zal deze na een kadedoorbraak indien mogelijk, t o t NAP

-

0,9 m dalen.

2.2.4. Gevolgen voor de scheepvaart en de waterhuishouding b i j een

do

o r

bra a k

.

Na een eventuele doorbraak van een der boezemkaden z a l , indien n i e t t o t compartimentering i s overgegaan de scheepvaart weinig hinder ondervinden.

Indien na een doorbraak wel de nodige boezemscheidingen z i j n aangebracht c.q. gesloten, zal de scheepvaart in de gecom- partimenteerde boezemgedeel ten geheel s t i 1 1 iggen

en

zal de

waterhuishouding ernstig worden verstoord,

2.3. De kade.

2.3.1.

De

lengte

van

de kade.

De t o t a l e lengte van de boezemwaterkering welke t o t de Oude Campspolder behoort, bedraagt ongeveer 4,3 krn.

Hiervan l i g t ongeveer 2 km langs de Westgaag of Spartelvaart en ongeveer 1,3 km langs het Nieuwe Water, De lengte van de

boezemkade l a n g s de watergang waarmee het poldergemaal met de Westgaag i n verbinding s t a a t , bedraagt ongeveer 1 km.

2.3.2. Beschrijving van het profiel aan de hand van de gemeten dwars- profielen.

De dwarsprofielen 1 en 2 z i j n gemeten i n elkaars verlengde over de kaden

van

de watergang naar het gemaal.

Dwarsprofiel 1 heeft een ongeveer 0,5 m brede k r u i n met hierop een tegel pad

Het buitentalud heeft t o t aan het boezemwater een helling van

1 : 2 en het onderwaterbeloop heeft hier een helling van 1 ; l e De helling van het binnentalud bedraagt 1 : 2 â 3, en het achter- land d a t d i r e c t hierop aansluit l i g t op NAP

-

0, 8 m.

Hoog i n het binnentalud s t a a t i n lengterichting

van

de kade 5 5

- 6 -

een 0,6 m hoog h e k .

Ter hoogte van de oever, welke overigens onverdedigd i s groeit wat r i e t .

Dwarsprofiel 2 heeft een i e t s bredere kruin, namelijk 0,8 m

en een hol binnentalud met een helling van 1:2 à 3 .

Het

buitentalud heeft

t o t

aan het boezemwater een helling van 1:4.

Ook hier i s de oever onverdedigd. Voor de oever wordt enige rietvorming aangetroffen.

Het achterland, eveneens d i r e c t aansluitend o p de kade, l i g t

op NAP

-

0,8 m.

De kruinhoogte van de dwarsprofielen 1 en 2 liggen op ongeveer NAP

+

0 , l

m.

5

De watergang waarmee het poldergemaal met de Westgaag i n ver-

b i n d i n g s t a a t , heeft t e r plaatse van de gemeten dwarsprofielen een breedte van ongeveer 6

m.

De dwarsprofielen 3 en 4 , gemeten over de kade langs de West- gaag of Spartelvaart z i j n qua vorm nagenoeg gel i j k .

Op de ongeveer 4

m

brede k r u i n l i g t i n beide profielen een 3,5 à 4 m brede asfaltweg.

De hoogte van de kruin l i g t i n dwarsprofiel 3 op NAP

+

0,25

m

en in dwarsprofiel 4 o p NAP

+

0,35 m.

Het buitentalud heeft in dwarsprofiel 3 een helling van 1:l

en i n dwarsprofiel 4, 1:l.

De oever i s i n bei de dwarsprof i e l en onverdedigd

Het binnentalud in de dwarsprofielen 3 en 4 heeft respectievelijk een helling van 1:l en 1:l

en

d i r e c t aan de teen bevindt z i c h

i n beide profielen een i e t s meer dan 1,5 m brede teensloot. I n dwarsprofiel 3 l i g t het achterland op NAP

-

0,6

m

en i n dwarsprofiel 4 op NAP

-

0,5

m.

5

5

De dwarsprofielen 5 en 6 z i j n gemeten over de kade langs het

N i euwe Water.

De k r u i n van de kade i n dwarsprofiel 5 l i g t op NAP en i s onge- veer l m breed.

Het binnentalud heeft een helling welke l i g t tussen 1;l

met m i n

of

meer d i r e c t hierlangs een ongeveer 1

m

brede teensloot. Het achterland l i g t hier op NAP

-

1 m.

De helling van het buitentalud i s 1 ; 2 à Z5, d i r e c t hierop aan- 5 en 1;2,

- 7 -

sluitend l i g t een smalle strook land welke eveneens omkaad i s .

Dit 1 a n d , genaamd "V1 aakland" heeft een maai vel dhoogte tussen

NAP

-

1 m en NAP

-

1 , 2 m.

De kruin van de kade welke d i t land tegen het boezemwater be- schermt i s ongeveer 0,5 m breed en heeft een hoogte van

NAP

-

0 , l

m.

Het binnentalud heeft een helling van 1:3 en het buitentalud met hierin een pui nbestorti ng

,

heeft een gemiddelde hel 1 i n g

van 1:2 5

.

De kruin in dwarsprofiel 6 l i g t op NAP

+

0,25 m en i s ongeveer 1

m

breed.

Het binnentalud heeft een helling van 1:2 met d i r e c t hierlangs een 1,5

m

brede teensloot.

De helling van het buitentalud bedraagt boven de waterlijn 1 : 2

en

hieronder t o t NAP

-

0,9

m

is de helling nagenoeg verticaal. Het achterland t e r plaatse van dwarsprofiel 6 l i g t op NAP

-

0,55 m.

Voor de vorm en de afmetingen van dwarsprofielen wordt verwezen naar de bijlagen 2 t / m 4.

2 . 3 . 3 . Beschrijving van de kade.

De kade langs de Westgaag of Spartelvaart vanaf de Burgerweg

t o t aan RCII 20 kan in grote lijnen representatief gesteld worden aan de dwarsprofielen 3 en 4. Dit kadegedeelte heeft een lengte van bijna 1,5 km.

Vooral in het b e g i n komt langs de teen van de kade y r i j veel bebouwing voor, waarbij de teensloot vaak ontbreekt en het binnentalud Yeelvuldig deel uitmaakt van tuinen en parkeer- s t r o ken *

Ook

komen

hier i n het binnentalud vrij veel op/afritten en diverse soorten begroeiingen voor.

Het achterland l i g t over de e e r s t e 200 m kade op ongeyeer NAP

-

0 , 5 m ( f o t o 1 en 2 ) .

Op ongeveer 200 m ten westen van de Burgerweg l i g t oyer de waterloop van het poldergemaal een vaste b r u g .

De beide kaden langs de waterloop, waarover de dwarsprofielen

1 en 2 z i j n gemeten hebben ieder een lengte

van

500

m.

Voor de oostelijke kade kan dwarsprofiel 1 representatief ge-

- 8 -

De weg op de k r u i n van de kade langs de Westgaag buigt vlak voor

RW 20 van de kade af om RW20 door middel van een viaduct t e kruisen (foto 5 ) .

De kade langs de Westgaag o f Spartelvaart tussen R W 20 en het Nieuwe Water heeft een lengte van ongeveer 450

m

en een 7 à 8

m

Een kleine 100 m na het viaduct komt de al eerder genoemde weg,

nu

ongeveer 6 m breed, weer op de k r u i n t e liggen.

Het buitentalud i s i n d i t kadegedeelte onverdedigd en heeft een helling van ongeveer 1:2.

Langs de binnenkruinlijn z i j n over de gehele lengte jonge bomen gepl ant.

Het achterland l i g t hier m i n o f meer op boezemhoogte en wordt door een teensloot van de kade gescheiden.

Over d i t kadegedeel t e z i j n geen dwarsprofiel

en

gemeten. brede kruin.

In de brug die n a b i j Spartel heul het Nieuwe Water k r u i s t , i s aan de noordzijde een schotbal kkering aangebracht ( f o t o 6 ) .

I n de zuidwestelijke hoek

van

de polder,

waar

de Westgaag

en

het Nieuwe Water samen komen, l i g t m i n o f meer o p kadehoogte een boerderi jcomplex,

De kade die hierop aansluit en waarvoor dwarsprofiel 5 represen- t a t i e f gesteld kan worden heeft een lengte van ongeveer 350 m. Het buiten de polderkade gelegen land, genaamd Vlaakland, i s

over de gehele lengte aanwezig ( f o t o 7 ) .

Ongeveer 70

m

voor de brug waarover de provinciale weg de boezem kruist eindigt het buiten de kade gelegen land.

Voor d i t kadegedeel t e kan dwarsprof i el 6 represen ta t i ef ges t e l d worden.

Nabij de provinciale weg b u i g t de teensloot van de kade a f en

i n het gedeelte tussen de kade en de teensloot staan enkele bomen. Het kadegedeelte ten noorden van de p l a a t s waar de provinciale weg de kade kruist t o t aan het e e r s t e boerderijcomplex, komt

grotendeels overeen met het kadegedeel t e waarvoor dwarsprofiel 5 representatief gesteld i s ,

De lengte van d i t gedeel t e bedraagt ongeveer 300

m.

De greppel langs de buitenteen ontbreekt h i e r echter, terwijl

- 9 -

De boezemkade gelegen tussen het hierboven genoemde boerderij- complex en de Nolweg maakt deel u i t van hooggelegen land. De grasmat verkeert i n een goede s t a a t en i s vrij van bomen en struiken.

Dit kadegedeelte wordt gekruist door de E36.

2.3.4. Vreemde objecten.

Aan de hand van de door het Hoogheemraadschap

van

Delfland beschikbaar gestelde gegevens, met betrekking t o t de ligging en de aard van de i n de boezemkaden aanwezige leidingen en/of kabels kan vermeld worden dat de kade langs het Nieuwe Irlater

vrij

i s

van

i n lengterichting gelegen kabels

en

leidingen. In het kadelichaam langs de Westgaag of Spartelvaart tussen de Burgerweg en RW 20, l i g t over bijna de gehele lengte een elec- t r i c i t e i t s k a b e l

,

een PTT-kabel en een waterleiding.

De waterleiding heeft een diameter van 100

mm

en i s vervaardigd van asbestcement.

Ook i n het kadegedeel t e langs de Westgaag of Spartel vaart tussen RW 20 en het Nieuwe Water l i g t in het kadelichaam i n lengte- richting een el e c t r i c i teitskabel

.

De volgende leidingen en/of kabels kruisen de kade langs de Westgaag of Spartel vaart.

Eén e l e c t r i c i tei tskabel (laag spanning) ,drie telefoonkabel s,

d r i e drinkwatertransportleidingen en een aardgastransport- leiding welke een diameter heeft van 150 m en een druk van

8 bar.

Beide kaden langs de watergang van het poldergemaal worden ge- kruist door een aardgasleiding welke eveneens een diameter heeft van 150 m en een druk van 8 bar.

Ter hoogte van de plaats waar RW 20 de Westgaag kruist, liggen diverse kruisende kabels en leidingen.

Hieronder z i j n diverse e l e c t r i c i teitskabel s , gasleidingen, een PTT kabel en een aardol i e transportleiding.

De kade langs het Nieuwe Water wordt gekruist door een drink- water1 e i di ng

,

een PTT kabel en een el e c t r i ci t c i tskabel

.

I n de kade langs de Westgaag bevinden zich nog een twintigtal boezemwaterinlaten en boezemwateraanzui gleidingen.

-

10

-

baar en wel v i j f door middel van een houten prop en v i j f z i j n

al d a n n i e t aan beide zijden van de kade van een mechanische a f s l u i t e r voorzien.

Bomen en struiken i n de kade komen voornamelijk voor i n het binnen t a l ud van het kadegedeel t e 1 angs de Wes tgaag

,

t e r plaatse van de bebouwing.

In het kadegedeelte tussen RW 20 en het Nieuwe Water staan i n

het binnentalud jonge bomen.

2 . 3 . 5 . Onderhoud van de kade.

Het onderhoud van de kade bestaat voornamelijk u i t het j a a r l i j k s aanbrengen van herstel 1 ingen en het u i tvoeren van kleine ver- beteringen ingevolg de eisen van de keur.

-

11

-

3. Gesc h i edeni s

De Oude Campspolder i s al heel vroeg ontstaan en i s sinds 1611,

volgens de kaart van Floris Balthasars, weinig verandert. Ook toen al werd de polder door de Burgerweg, de Westgaag, het Nieuwe \\later en de Oude Campsweg begrenst.

De bemal ing van de polder geschiedde vroeger door een wind-

schepradmol en, wel ke op deze1 fde plaats heeft gestaan al s het huidige gemaal.

Deze molen brandde op 23 februari 1906 gehee vervangen door een stoomgemaal.

Thans vind de bemal i n g plaats door een diese capaciteit van 35

m

3 /min.

af en werd toen

gemaal met een

De buiten de kade gelegen smalle strookland langs het Nieuwe Water wordt volgens Teixeira de Mattos "Y1 aakland" genoemd. Op 1 januari 1977 i s het b e s l u i t van de Provinciale Staten

van

Zuid-Holland, d.d. 1 7 mei 1974

t o t

reorganisatie van het

water-

schapsbestel binnen Del fland i n werking getreden.

Dit b e s l u i t voorziet i n de opheffing van a l l e binnen Delfland gelegen polders en in het onderbrengen ervan b i j het Hoogheem- raadschap van Del fland.

Het Hoogheemraadschap i s thans verdeeld i n zeven d i s t r i c t e n en het peilgebied de Oude Campspolder l i g t i n het I I I e d i s t r i c t genaamd "Westland-oost"

.

-

12

-

4. Beoordeling van de veiligheid van de gehele kade

De Burgerweg en de Oude Campsweg,welke de scheiding vormen tussen de Kralingerpolder en de Hoefpolder keren geen boezemwater en z i j n derhalve n i e t onderzocht.

Het Laboratorium voor Grondmechanica (LGM) heeft voor het betrokken gebied een geotechnisch lengteprofiel opgesteld.

B i j de keuze van de representatieve profielen i s uitgegaan van

d i t geotechnisch lengteprofiel en de door het COW uitgevoerde visuele verkenning.

De geschiedenis van de kade bood weinig informatie en i s n i e t op de profielkeuze van invloed geweest.

Voor

wat b e t r e f t het geotechnisch lengteprofiel, de keuze van de representatieve profielen, het uitgevoerde stabi 1 i t e i tsonder- zoek en de uiteindelijke beoordeling van de gehele kade, wordt verwezen naar het door het COW en LGM opgestelde s t a b i l i t e i t s - rapport.

Dit r a p p o r t i s a l s bijlage 9 bijgevoegd.

Op grond van d i t onderzoek kan het volgende worden opgemerkt:

-

De kadegedeel ten, gelegen langs de watergang van het polder- gemaal wel ke gerepresenteerd worden door de dwarsprofiel en

1 en 2 kunnen op grond van het in de Dijkpolder verrichte stabiliteitsonderzoek a l s v e i l i g worden aangemerkt,

-

Het kadegedeel t e langs de Westgaag gerepresenteerd door de dwarsprofielen 3 en 4 kan op grond van het i n dwarsprofiel 4 uitgevoerde stabiliteitsonderzoek a l s v e i l i g worden aange- merkt (minimum evenwichtsfactor 1 , 3 1 ) , Wel i s het aan t e

bevelen de n o d i g e aandacht aan deze kadegedeel ten t e schenken, daar de binnentaluds van de profielen 3 en 4 vrij s t e i l

(ca 1:l) z i j n . Een binnentaludafschuiving zal echter door het brede kadeprofiel n i e t d i r e c t aanleiding geven t o t een doorbraak.

-

Het kadegedeelte langs de Westgaag, tussen RW 20 en het Nieuwe Water, kan op grond van het kadeprofiel en het hooggelegen achterland zonder nader onderzoek a l s veilig worden aangemerkt.

-

Het kadegedeel t e langs het Nieuwe Water, dat gerepresenteerd

wordt door dwarsprofiel 5 moet, indien deze kade boezemwater moet keren, op grond van het in dwarsprofiel 6 uitgevoerde

s t a b i l iteitsonderzoek a l s onveilig worden aangemerkt ( m i n i m u m

-

13

-

-

Het

kadegedeelte

eveneens

langs het Nieuwe Water waarvoor

dwars-

profiel 6 representatief i s gesteld, moet op grond van het in

d i t profiel uitgevoerde stabi 1 i t e i tsonderzoek a l s onvei 1 i g

worden aangemerkt (minimum evenwichtsfactor circa 1,2).

-

Het kadegedeelte langs het Nieuwe Water, deel uitmakend van

hooggelegen land en enkele boerderijcomplexen op kadehoogte kan zonder nader onderzoek a l s veilig worden aangemerkt. De aanwezigheid van kabels, leidingen en vreemde objecten i s n i e t in de beschouwing over de veiligheid van de kaden betrokken. De aanwezige kabels, leidingen en vreemde objecten dienen t e worden getoetst aan de volgende leidraden van de Technische Adviescomissie voor de Waterkeringen:

a. Leidraad voor constructie en beheer van gasleidingen i n , op en nabij waterkeringen.

b . Leidraad voor constructie en beheer van vloeistofleidingen

i n , op en n a b i j waterkeringen.

c. Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van constructies en vreemde objecten i n , op en n a b i j waterkeringen.

-

14

-

5. Samenvatting Oude Campspolder

De

Oude Campspolder gelegen ten zuidoosten van Maasland i n de provincie Zuid-Holland, behoort t o t het Hoogheemraadschap van

Delfland en heeft een waterstaatkundige oppervlakte van 390 ha.

De

Westgaag of Spartelvaart en het Nieuwe Water, waaraan de

polder i n het zuiden

en

het

westen

grenst behoren t o t Delflands boezem.

Delflands boezem heeft b i j een stand van NAP

-

0 , 4

m

een opper- vlakte van ongeveer 670 ha.

In het noordwesten, noorden en het noordoosten grenst de polder rechtstreeks

aan

de Hoefpolder en de Kral ingerpolder.

De

grens wordt hier gevormd door respectievelijk de Nolweg, Oude Campsweg en de Burgerweg.

Het

maaiveld in de polder l i g t tussen NAP

-

1

m

en NAP

-

0,8

m ,

met

uitzondering

van

het westel i j ke deel

,

waar

het maai vel d

gemiddeld op NAP

-

0,5

m

l i g t .

Het overgrote deel

van

de Oude Campspolder i s agrarisch gebied met langs de Westgaag, de Oude Campsweg en de Burgerweg enkele t i e n t a l l e n hectaren waarop t u i n b o u w onder glas wordt bedreven. De t o t a l e lengte van de boezemwaterkering behorende t o t de Oude Campspolder bedraagt ongeveer 4,3 km.

Hiervan l i g t ongeveer 2 krn langs de Westgaag o f Spartelvaart

en

ongeveer 1 , 3 km langs het Nieuwe Water,

De lengte

van

de boezemkade langs de waterloop

van

het polder- gemaal i s ongeveer 1 km. Deze kade heeft een 0 , 5 m 2 0,8 m brede kruin op ongeveer NAP

+

0,1

m ,

een binnentalud met een helling

5

van 1 : 2

en

d i r e c t aansluitend aan de teen l i g t op NAP

-

0 , 8 m

het achterland.

Het buitentalud i s over de gehele lengte onverdedigd. De kade langs de Westgaag of Spartelvaart heeft tussen de Burgerweg en RW 20 een 4 m brede kruin met hierop een 3,5 ä

4

m

brede asfal tweg.

De

hoogte

van

de k r u i n l i g t tussen NAP

+

Q,25

m

en NAP

+

0,35

m.

5 Het binnentalud heeft over het algemeen een helling van 1:l Ei 1

met d i r e c t hierop aansluitend over nagenoeg de gehele lengte een ongeveer 1 , 5 m brede teensloot,

Het kadegedeelte eveneens langs de Westgaag, tussen RW 20

en

het Nieuwe Water, heeft een 7 Ei 8 m brede k r u i n

waarop

een 6 m brede asfal tweg 1 i g t u

-

15

-

Langs de teen van deze kade l i g t over de gehele lengte een teen- s l o o t en het achterland l i g t hier min of meer op NAP

-

0 , 4

m.

De kade langs het Nieuwe Water keert over een lengte van ongeveer 650

m

n i e t d i r e c t boezemwater.

Voor de kade l i g t namelijk een smalle strookland, genaamd "Vlaak-

l a n d " dat geheel door een eigen kade i s omringd.

De polderkade heeft een ongeveer 1 m brede k r u i n o p NAP, een binnen- talud met een helling van 1:l

een 1

m

brede teensloot.

Over een lengte

van

ongeveer 70 rn ontbreekt het voor de kade ge- legen land

en

keert de kade d i r e c t het boezemwater. De kruin van deze kade i s ongeveer 1 m breed en heeft een hoogte van NAP t 0,25 m.

Het binnentalud heeft een helling van 1:2 met d i r e c t hierop aan-

sluitend een 1,5

m

brede teensloot.

Het kadegedeelte met een lengte van ongeveer 500

m

langs het Nieuwe Water t o t aan de Nolweg maakt deel u i t van hooggelegen land, enkele boerderijcomplexen op kadehoogte en het weglichaam

van de E36, welke de kade kruist. 5

à 2 en d i r e c t hierop aansluitend

De kade l i g t u i t geologisch oogpunt bezien in een gebied wat

u i t twee geologische formaties bestaat, t e weten: de Formatie van Kreftenheye en de West1 and-Formatie.

Ter plaatse van de kade komt i n principe het volgende profiel yoor van diep naar ondiep, i n ouderdom afnemend.

-

16

-

\

/

1 i thologie

diverse klei-, zand- en veen-gronden

>

Holoceen

-

k l e i , overgaand in

-

zand veen

-

k l e i , zandig t o t zand, kleiig veen

-

-

klei (met plantenresten) veen

-

klei (met plantenresten)

_c

-

k l e i , zandig t o t

-

zand,

kleiig

zand

I_

-

klei (met veenstukjes) veen l i t h o s t r a t i g r a f i e chronologie

-

Anthropogene gronden

-

Afzettingen van Duinkerke

-

Hol 1 andveen

-

Afzettingen van Dui nkerke

-

Hol landveen

-

Afzettingen van

-

Hol 1 andveen Calais

‘i

-

Afzettingen van

1

_-

Basisveen I

West1 and-

Formati e

-

k l e i , s i l t i g en z a n d i g Formatie

-

zand ( f i j n - t o t middel-

korrelig) :,:ten- P i e i stoceen

De Burgerweg en de Oude Campsweg welke de scheiding vormen tussen de Kralingerpolder en de Hoefpolder keren geen boezemwater en z i j n derhalve n i e t onderzocht.

Op grond van het in de Di jkpolder verrichte stabi 1 i t e i tsonder- zoek kunnen de kadegedeel ten gelegen 1 angs de watergang van het poldergemaal a l s vei 1 i g worden aangemerkt.

De kade l a n g s de Westgaag o f Spartelvaart kan op g r o n d van het uitgevoerde stabi 1 i t e i tsonderzoek al s vei 1 i g worden aangemerkt

. . - . - . . - . . . . . . . .

-

17

-

nodige aandacht aan deze kade t e schenken, daar p l a a t s e l i j k het binnentalud v r i j s t e i l (ca. 1:l) i s . Een binnentaludafschuiving zal echter n i e t d i r e c t het waterkerend vermogen van d i t brede kadelichaam aantasten.

Het kadegedeel t e langs het Nieuwe Water met ervoor een strook- land welke eveneens omkaad i s , moet indien d i t kadegedeelte

boezemwater moet keren op grond van het uitgevoerde s t a b i l i t e i t s - onderzoek a l s onvei 1 i g worden aangemerkt ( m i n i m u m evenwichts- factor circa 1,2) a

Het kadegedeel t e met een lengte van ongeveer 70

m

waar het voor de kade gelegen land ontbreekt moet op grond van het uitgevoerde stabiliteitsonderzoek a l s onveilig worden aangemerkt ( m i n i m u m

evenwichtsfactor circa 1,2).

Het kadegedeelte l a n g s het Nieuwe Water, dat deel uitmaakt van hooggelegen land en enkele boeràeri jcomplexen op kadehoogte, kan zonder nader onderzoek a l s v e i l i g worden aangemerkt.

De aanwezigheid van kabels, leidingen en vreemde objecten i s n i e t

i n de beschouwing over de veiligheid van de kaden betrokken. De aanwezige kabels, leidingen en vreemde objecten dienen t e worden getoetst aan de volgende leidraden van de Technische Ad-

viescommissie voor de Waterkeringen.

a. Leidraad voor constructie en beheer van gasleidingen in, op

en n a b i j waterkeringen.

b. Leidraad voor constructie en beheer van vloeistofleidingen

i n , op en n a b i j waterkeringen,

c. Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van constructies en vreemde objecten i n , op en n a b i j waterkeringen,