Rapport nr.: N-87
Datum:
5 juli
1972.'Samenatting: zie biz. 3
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
LABORATORIUM VOORWERKTUIGKUNDIGE MEET- EN REGELTECHNIEK
Totaal aantal pagina's; 34 Schrijver: Ir. W. Veldhuyzen
Titel: ")nderzoek naar het gedrag van de mens als bestuurder van een
Dit rapport geeft een beschrijving van het onderzoek in de periode van i oktober 1971 tot 1 juni 1972 met betrekking tot de aanvraag bij het Delftsch Hogeschcoi Fonds van:
Prof.ir. T. Gerritsma, Onderafdeling der Scheepsbouwkunde. Lector Dr.ir. H.G. Stassen, Afdeling der Werktuiqbouwkunde.
Samenvatting:
Bij de besturing van supertankers speelt het dynamisch gedrag een belangrijke rol, hierbij is in het bijzonder de grote
tijdkon-stante en het koersonstabiele gedrag van deze schepen van groot belang. 0m een beter inzicht in de bestuurbaarheid van deze grote schepen te verkrijgen is een onderzoek naar het stuurgedrag van de roerganger opgezet. Hierbil wordt getracht orn door middel van een mathematisch model van het qedrag van de roerqancjer voorse11inqen te doen over de dynamische eicjenschappen van het gehele systeern, n.1. de roergänger-supertanker. In het kader van bovenstaand
onder-zoek zijn een aantal metingen uitgevoerd aan een bestaande manoeu-vreersimulator, nadat gebleken was dat uit registraties van eerder verrichtte experimenten uitgevoerd door TNO-IZF niet tot resultaten kon worden gekornen. Deze experimenten zijn uitgevoerd met de manoeu-vreersimulator van TNO-IWECO. Twee verschillende categorieën proe-ven zïjn uitgevoerd. De eerste categorie proeproe-ven bestond uit het op koershouden van een 220.000 t.d.w. tanker in beladen en in ballast toestand voor de periode van een half uur. Tijdens de tweede cate-gorie proeven werd als taak aan de roerganger opgedragen orn een in de tijd wisselende koers nauwkeurig te volgen. flok deze proeven zijn met gerioemde supertanker in beide beladinqstoestanden uitgevoerd en hebben jeder ongeveer veertig minuten geduurd. De proefpersonen wer-den betrokken van de Hogere Zeevaartschool te Rotterdam.
Voor de beschrijving van het gedrag van een roerganger kunnen twee soorten modellen onderscheiden worden: lineaire- en niet-line-aire modellen. In het eerste geval wordt een model beschouwd dat
uítgaat van een lineair verband tussen de aangeboden informatie aan en het gegenereerde stuursignaal door de roerganger (resp. de koersaf-wijking en de stand van het stuurwiel als funktie van de tild) ; in
het tweede geval wordt van een dergelijke veronderstelling niet uit-gegaan. Uit de reeds eerder vermelde oroeven kan nu naqegaan worden welk type model de beste beschrijving van het gedraq van de roergan-ger levert.
Op grond van de uitgevoerde proeven is nu een niet-lineair model Opgesteld. De parameters in dit model zijn voor een aantal proeven bepaald (geschat); overigens moet hierbij opgemerkt worden, dat deze schattingen niet 'zuiver" waren. Een rekerimachine orogramma waarmee wel een zuivere schatting van de parameters verkregen kan worden is thans vrijwel voltooid. Binnen enkele maanden kunnen de resultaten hiervan verwacht worden.
Op grond van de voorlopige resultaten kunnen echter een aantal konklusies voorzichtig worden getrokken.
Het op koershouden van een 220.000 t.d.w. tanker in viak water blijkt voor geen enkele proefoersoon een probleern te ziln. Opmerkelijk is echter dat vrijwel iedere proefpersoon hiervoor een eigen strategie ontwikkelde.
Er zijn twee proeven uitgevoerd in niet vlak water n.l. bij
wind-kracht .8 . 9 Beaufort. Hierbij bleek dat dan bi-i een niet voldoende geoefende roerganger zeer gevaarlijke situaties optraden.
Verder bleek uit deze proeven dat de grote tijdkonsante van een supertanker van meer invloed op het stuurgedrag van de roerganger is dan het koersonstabiel ziln van het schip.
-3-i-i7
-4-Inhoud:
Inleiding biz. 5
Literatuur
Algemene opzet van het oriderzoek Proeven
Het model van de roerganger van een
super-t anke r
Parameter-s chatting
Resultaten en konklusies Referenties
Appendix I : Het model voor de
beschrij-ving van het gedracj van het schip
Appendi.,x II : Het testsignaal
I. INLEIDIN.
Na de tweede wereldoorlog is er een tijdperk aangebroken,
waarin steeds grotere tankschepen werden gebouwd, o.a. als
ge-voig van de sluiting van het Suezkanaal. floor de voortdurende
toenarne van de afmetingen, in het bijzonder de lenqte en de
breedte en in mindere mate de diepqanq, gepaard cjaande met een
steeds vollere vorm van deze schepen, zijn de stuur- en
rnanoeu-vreer eigenschappen van de hedendaagse supertankers aanzienhijk
anders dan van de tankschepen die enkele tientallen laren
gele-den gebouwd wergele-den.
Hierbij spelen twee aspekten met hetrekking tot het
dyna-mische gedrag van deze tankers een belanqrijke rol, namelijk de
koersstabiliteit en de grootte van de tijdkonstanten. De vroeger
gehouwde tankschepen zijn doorqaans koersstabiel, d.w.z. dat er
een éénduidige relatie bestaat tussen de stand van het roer en de
hoeksnelheid van het schip in stationnaire toestand. De hedendaagse
mammoettankers zijn in beladen toestand vaak koersonstabiel. In
dit geval is er voor kleine roerhoeken qeen éénduidig verband
tus-sen de stand van het roer en de hoeksnelheid van het schio in
sta-tionnaire toestand. In figuur 1
wordt aan de hand van de statische
karakteristieken het koersstabiel en het koersonstabiel ziln van
een schip nader geillustreerd.
0,1 - o, r ["/sa z'J
N-87-5-2.Figuur 1. De relatïe tussen roerhoek () en hoeksnelheid (r)
voor een koersstabiel (la) en een koersonstabiel schip (lb)
in
stationnaire toestand.
Vaart een schip in een stationnaire toestand, dus met een
konstante hoeksnelheid (b.v. een draaicirkel) en wordt het roer
op een zeker ogenblik van stand veranderd, dan is de grootte van
de tijd.kortstanten een maat voor de tijd die het schio nodig heeft
orn de nieuwe evenwichtstoestand te bereiken. De huidige 200.000
tons tankers hebben tijdkonstanten die ongeveer 3 à 4 maal
zogroot zijn als die van eeri gewoon vrachtschip.
-6--Bij de besturing van het schip door de mens suelen boyen-staande aspekten een zeer belangrijke rol. Het reqelqedraq van
de mens als bestuurder van een supertanker is sterk afhankelijk van o.a. de dynamika van het schip en de stuurrnachine, van het type en de vorm van de aanwijsinstrumenten (bijvoorbeeld het korn-pas) en het vaargebied (havens en vaarqeulen)
0m bij het ontwerp van een schip of een haven niet een groot aantal proeven met de mens als bestuurder uit te hoeven voeren orn statistisch de juiste inforrnatie te verkrijgen, is het onderzoek naar het recjelgedrag van de mens als bestuurder van een
super-tanker oprezet. Het doel is orn m.b.v. een mathematisch model van
de mens een optimale oplossing met betrekking tot de bestuurbaar-heid van supertankers te vinden, waarbij naderhand met enkele proe-ven m.b.v. bijvoorbeeld een rnanoeuvreersimulator de gevonden
o-lossing gekontroleerd kan worden. Hierbij wordt voorlooig in het midden gelaten wat onder een optimale oplossing verstaan moet wor-den.
II. LITERATUUR.
In de afqelopen decennia is vrii veel onderzoek verricht aan de mens als regelaar van n of ander systeem. 7eel van
deze systemen hadden betrekking op de lucht- en ruimtevaart. De hierhij een rol spelende tijdkonstanten ziln doorqaans klein (in de orde van sekonden). In dit verband rnoet het werk
van o.a. McRuer qenoernd worden ri] , die het oedrarT van de mens
als regelaar beschreef m.b.v. de heschrilvende funktie methode
(figuur 2) . Hierbij wordt het uitganqssiqnaal v(t) van de mens (bilvoorheeld de stand van het stuurwi;1 of de stuurknuppel) ae-splitst in twee delen n.l.: een deel y (t) dat qekorreleerd is met het ingangssignaal i(t) en een deel n(t) dat onqekorreleerd is met dit signaal. Dit laatste deel wordt de restruis qenoemd.
i(L)_(_..)
eL)
LNE4:.E c'vg-3NIt16S
V.J4-VFST Rui ,
L__
-
_M±1E___
N-87-7-'iguur 2. Het model van de menseliike reqelaar or)renomen in een gesloten keten.
)p deze methode berust het werk van Stuurman [2].
M.h.v.
eensimulator heeft hil proeven uitgevoerd, waarbi neqen
proeFperso-nen drie verschillende scheproeFperso-nen moesten besturen: een kustvaarder, eeri normaal vrachtschip en een tanker. Voor de beschrivinq van het gedrag van het schip is qebruik gemaakt van de eerste orde verge-hiking van Nomoto:
T5 4f + 4' = (1) waarin: 4' = deviatie, = roerhoek, T = tidkonstante, K: = versterkingsfaktor.
z()
Sy STEEII!-o7 -g-.
De waarden van de parameters K5 en T
zi-n geqeven voor de drie schepen in onderstaande tabel.
Type T
(sek) K (sek1)
s
s
Tabel I: ')e waarden van
de parameters in de eerste orde verqe-liikinq van Nomoto bu de door Stuurman
uitcTevoerde proeven.
De proefoersonen waren zes leerlinqen van de Hoqere
ee-vaartschool te Rotterdam en drie
loodsen.
Een van de konklusies
van Stuurman is, dat voor kleine sche-pen de beschrijvende
funktie methode qoed bruikbaar
is. \Toor
gro-tere schepen (tankschepen) zou een niet-lineair
model wellicht de voorkeur verdienen. Kustvaarder 10 0,1 Vrachtschip 25 O,fl4 Tanker 40 0,025
N -
87-9-III. ALGEMENE OPZET VAN HET ONDERZ)EK.
In de inleiding van dit rapport is reeds het doel van het onderzoek aangegeven (zie biz. 5). In eerste instantie qaat het er dus om een mathematisch model op te stellen, dat het
gedrag van de mens als bestuurder van een supertanker beschrijft voor een aantal situaties. Hierbij ziln de volgende veranderli-ke grootheden in beschouwing genomen:
de dynamika van het s chip
(afhankelijk van vorm, grootte, beladingstoestand, etc.), de uitrusting van de brug
(het al dan niet aanwezig zijn van extra aanwisinstru-menten zoals een hoeksnelheidsmeter)
de topologie van het vaargebied
(vaargeulen, kanalen, waterdiepte orider de kiel van het schip enz.),
de opdrachten die aan de roerganger gegeven worden
(dit kunnen zijn: koersorders of roerorders; koershouden of koersveranderen)
Voor het opstellen van een mathematisch model wordt uitge-gaan van registraties verkreqen uit proeven met een manoeuvreer-simulator. Begonnen is met de bestudering van het meest eenvou-dige geval n.l. het op koershouden in volle zee van een 220.000 t.d.w. tanker zowel in beladen als in ballast toestand. Hierria zal het onderzoek worden uitgebreid met het vergelijken van bo-venstaande resultaten met die van proeven met qrotere en klei-nere schepen. Gehoopt wordt dat hiermee een inzicht verkregen wordt in het gedrag van een roerqanger afhankelijk van de grootte
van het schip. Voorlopig wordt hierbij gedacht aan schepen van 100.000 tot 500.000 t.d.w. Een hierbij optredend orobleem is dat van dit soort schepen nog geen mathematisch model voor het dyna-misch gedrag van het schip tijdens het manoeuvreren beschikhaar
is. I-let boveristaande heeft betrekking oo het koershouden van het schip in open zee. Daarnaast is het gewenst ook het manoeuvreren van schepen in het onderzoek te betrekken. Hierbii wordt dacht aan manoeuvreren zowel in volle zee als in beperkte vaargebieden zoals bijvoorbeeld havens, kanalen en vaarqeulen.
N-87-1
0-IV. PROEVEN.
Voor het opstellen van een model voor de beschrijving van het gedrag van een roerganger van een 220.000 t.d.w. tanker waren meer registraties van proeven wenselijk dan reeds ver-kregen waren in een vroeger stadium van het onderzoek (zie [4,
[5]) . In eerste instantie is gewerkt met de resultaten van een
aantal proeven uitgevoerd door het Instituut voor Zintuigfysio-logie te Soesterberg (TNO-IZF) in sarnenwerking met het Instituut voor erktuigkundige Constructies te Delft (TNO-IWECO) en de Tech-nische Hogeschool te Deift. 0m verschillende redenen bleken deze
registraties niet bruikbaar o.a. orndat het uitganqssirnaal van de mens (d.i. de stand van het stuurwiel als funktie van de tijd) niet goed gere gistreerd is; alleen de stand van het roer was aangegeven. Gezien bet feit dat er tussen de stand van het stuur-wiel en de stand van het roer een niet-lineaire betrekking was op-genomen bleek het niet mogelijk te zijn orn uit een stand van het roer de stuurwielkorrekties terug te vinden. O.a. orn deze reden is besloten een aantal nieuwe proeven uit te voeren met de manoeu-vreersimulator van TNO-IWECO. Een beschrijving van deze simulator is te vinden in [5] en [6].
Uitgevoerd zijn twee soorten proeven: in de eerste plaats proeven waarbij het schip op koers gehouden moest worden gedu-rende een half uur; in de tweede plaats proeven waarbij koers-veranderingen van vier graden uitgevoerd moesten worden. Elke proef is vrijwel steeds tweemaal uitgevoerd. De ter beschikking staande tijd was zes avonden (in totaal circa 18 uur) . Hiervan
zijn de eerste twee avonden gebruikt voor de training van de proef-personen en voor het uittesten van de proefopstelling.
De proefpersonen waren vier leerlinqen van de Hoqere Zeevaart-school te Rotterdam. Drie studeerden voor de ranq van eerste stuur-man en één voor de rang van dere stuurstuur-man.
Voor de simulatie van het qedrag van het schip is gebruik qe-maakt van het door Glansdorp ontwikkelle model [7]. Dit model is beschreven in appendix I. Er zijn proeven uitqevoerd met het schip in beladen en in ballast toestand. De qebruikte aanwilsinstrumen-ten op de brucj waren het kompas, de roerstandmeter en in enkele gevallen de hoeksnelheidsmeter.
Dm een vergelijk moqelilk te 'naken tussen een model qehaseerd. op de beschrijvende funktte methode en een niet-lineair model zijn proeven uitgevoerd van 40 minuten waarbij van tijd. tot tijd vier graden van de koers moest worden veranderd. Het testsignaal, d.w.z. het signaal dat de gewenste koers aangaf, werd m.b.v. een digitale voltmeter aan de proefpersoon aangeboden. Dit bineaire testsignaal, waarvan in figuur 3 een gedeelte gegeven is, is verkregen door de som van vier sinussen door een comparator te sturen. Hierdoor werd een signaal verkregen waarvan de energie voor circa 70% bij de fre-kwenties van de oorspronkelijke vier sinuscomponenten lag.
[o] o
-2
N-87
-ii-Figuur 3. Het gebruikte testsignaal.
ij onderzoek aan de mens als recjelaar van een of ander proces wordt veelal gebruik gemaakt van testsiqnalen bestaande uit de som van een aantal sinussen. Bij het onderzoek naar het gedrag van de roerganger van een supertanker is dit niet moge-lijk. Indien aan de proefpersoon een voortdurend veranderende koers wordt opgegeven ontstaat voor hem een onrealistische situ-atie. 0n deze reden is gekozen voor een bineair signaal. In anpen-dix II is beschreven hoe het siqnaal verkrecjen is.
De gereg.tstreerde signalen zijn: de gewenste koers,
de stand van het stuurwiel, de stand van het roer,
de hoeksnelheid van het schip, de hoekversnellinq van het schip,
Deze signalen zijn opgenornen op magneetband en panier.
0m een later te bespreken reden ziln twee proeven uitqevoerd, waarbij het schip qedurende een half uur op één henaalde koers moest worden gehouden, varend in schuin van achter in kornende
golven. De wijze waarop deze golven zijn gesimuleerd is aangegeven in appendix III.
In tabel II is het programma van de uitgevoerde oroeven qeqe-ven. De vier proefpersonen worden hierin aangegeven met de letters
A, 3, C en D. qedurende de avonden stuurden twee proefpersonen
af-wisselend orn de 30 of 40 minuten. Helaas moest op de tweede avond. de proef waarbij proefpersoon D het schip in beladen toestand op een wisselende koers moest houden '.b.v. kompas en hoeksrìelheids-meter als gevoig van tiidsciebrek vervallen.
N-87-12-Tabel II. Overzicht vari de uitgevoerde proeven. Met storingen t.g.v. rjolven.
Met hoeksnelheidsmeter.
De laatste proef van 26-4-72 is wegens tidgebrek niet
uit-voerd.
datum
25-4-72 26-4-72 2-5-72 3-5-72
19.00u. A C A D
beladen toest. beladen toest. ballast toest. beladen toest. koersverand. koersverand. koersverand. koersverand.
**
B D B C
20.00 u. - beladen toest. beladen toest. beladen toest. beladen toest.
koeshouden koersverand. koersverand. koersverand.
A
beladen toest. C A D
koershouden beladen toest. beladen toest. beladen toest.
3 koershouden koersverand. koersverand.
21.00 u. - beladen toest. D
koersverand. beladen toest. B C
koershouden beladen toest. beladen toest.
A C koershouden koershouden
ballast toest. beladen toest. A 1)
koershouden koershouden beladen toest. beladen toest.
22.00 u. - B D koershouden koershouden
ballast toest. beladen toest. B C
koersverand. koersverand. beladen toest. koershouden*
beladen toest. koershouden*
fo7 z
Op grond van registraties van reeds eerder uitgevoerde proeven is een model voorgesteld voor het gedrag van de roerganger van een supertanker [5]. Dit model berust ot het feit dat het stuurwiel niet continu bewogen wordt maar met discrete staopen, d.w.z. dat nadat het stuurwiel van stand veranderd is, het daarna qedurende een zekere tijd in de nieuwe stand gehouden wordt voordat het op-nieuw verdraaid wordt. In fia. 4 wordt een gedeelte van een regis-tratie van de stand van het stuurwiel (=g) getoond.
N-87-13-V. HET MODEL VN DE ROER(ANGER VAN EEN SUERTANKER.
Figuur 4. Een gedeelte van een registratie van de stand van het
st uurwie 1.
Jorden de tijdstippen, waarop de stand van het stuurwiel ver-anderd wordt, aangegeven met tk en de grootte van de koers (=P) en van hoeksnelheid (=r) op deze tijdstippen met resp. en rkl dan kan de duur van de k-de periode Tk = tk+1 tk voorspeld worden uit
k' rk en de voorafgaande stand van he stuurwiel 6gk-1 volgens:
Ti=A +A
tS+A
r+A
, (2)k o 1 gk-1
2k
3k
waarin Tk de waarde van T1, is, zoals door het model voorspeld wordt en a , a1 , a en a konstanten zijn. De stand van het
stuur-wiel (= geenste sand vn het roer 6 ) in de periode T1, hanqt af
van de voorafqaande stand van het stuuriel =
k-1 en ae koers
en de hoeksnelheid op het tiidstip tk (resp.
k n rk) voiqens:
6g = b0 ± b1 6gk-1 + b2 rk + b3 'k'
waarin 6 de voorscelde waard.e is van 6 eri h , h , h en b
gk qk o 1 2 3
konstanten zijn.
M.b.v. de formules (2) en (3) wordt het gedrag van de roer-ganger beschreven gedacht. In dit model moeten nu de parameters
a en b. (i=o. .. .3) geschat worden. Hiervoor wordt in het
volgen-de hoofstuk een methovolgen-de beschreven.
k4
200
100
In 5 wordt een methode aangegeven orn de parameters in
het bovengenoemde model te schatten. De parameters a, a1 , a2,
a3, b0, b1, b2 en b3 kunnen geschat worden door het minimali-seren van de grootheid E die als volgt qedefinieerd is:
i
T
2
E =
f
E(t) dt, (4)o
hierin is het signaal c(t) het verschil tussen het uitqanqs-signaal van de roerganger (t) en het uitqangssiqnaal van het model r5 (t) en T de rgistratietijd.
In princpe kunnen de waarden van de parameters waarvoor
E minimaal is, gevonden worden door E oartiëel naar de parafleters te differentieren en het resultaat qelijk aan nul te stellen. Hier-door worden een gelilk aantal verqelijktngen verkregen als er on-bekenden ziin. Een nu optredende rnoeilijkheid is, dat het niet op eenvoudige wijze mogelijk is uitdrukkingen voor de partiële of
ge-leiden van E met betrekking tot de modelparameters op te stellen
(zie [5])
Een schatting voor de parameters kan verkregen worden door ge-bruik te maken van de hieronder beschreven zoek methode (zie
fi-guur 5) w9
g)
GAN I-lo c>éL.R? G.
K1T. I(t)
Scut P scwtFiguur 5. Toepassing van een verschil kriterium voor de schat-ting van de parameters in het model van de mens opoenomen in een gesloten keten.
N-87.1
1_715
De direkte zoekmethode
voor het minimaliseren
van een funktie,
zonder de afgeleiden
naar de variabelen te
bepalen, is
voorge-steld door Hoo]ce en Teevers
[31 .In de te minimaliseren
funktie
is in dit geval de
grootheid E, de variabelen
ziin de
modelpara-meters.
Uitgaande van bepaald.e
beqinkondities voor de
toestand van het
schip en een gewenste toestand kan E beoaald
worden als
voor elk
van de parameters een zekere startwaarde wordt toegekend. De
vol-gende stap is het onderzoeken
van de omqeving van de startwaarden
en het bepalen van een richting
in de oarameter ruimte
waarin E
kleiner wordt. Deze stap wordt de zoekstap
stap is het uitvoeren
genoemd. De volgende
van een gerichte beweging
in de gevonden
richting. Hierna
wordt de procedure
steeds herhaald uitgaande
van
het nieuwe punt in de parameter ruimte. De grootte
van de
gerich-te beweging is hierbij afhankelijk van het aantal
voorafgaande
successen in die richting.
Indien geen succesvolle
richtincj rneer
gevonden wordt, wordt
de stapgrootte
verkleind. worden de
stappen
kleiner dan een
gegeven minimum waarde dan
wordt het laatst
gevon-den punt als lokaal
minimum beschouwd.
Tp dit oqenblik is
een
J'ortran progrartuna
voor de schatting van de
modelparameters uit
een registratie nagenoeg voltooid.
ßij het schatten
van parameters in een model
zijn i.h.a. een
aantal aspekten
van belang. Eén van deze
aspekten is de vraag in
hoeverre het kriterium E gevoelig is voor
variaties in de
para-meters. Hiermee verband
houdt de vraag of het
eventueel rnogelijk
is orn een aantal parameters gelijk
aan nul te stellen (en
zo het
model te vereenvoudigen)
zonder dat daarbij
de waarde voor E erg
toeneemt. Het hierboven
beschreven model bevat
acht parameters.
Wellicht zal het moqelilk hlijken te zijn
dit vrii grote aantal
terug te brengen. Met het
bovengenoernde
programma, dat gebruik
maakt van de direkte zoekrnethode, is dit
te onderzoeken.
op vrij eenvoudige wijze
Bij het gebruik
van methoden waarhij
d.m.v. iteratie
een
mini-mum gezocht wordt, is het
veelal de vraaq of
er srake is van
kan-vergentie. Hierover kan
nu nog niets rjezeqd worden
omdat dit
af-hangt van de te
minimaliseren funktie.
Deze is nog niet nader
In [5] worden de resultaten gegeven van een niet zuivere schattingsprocedure van de parameters in het hierboven
be-schreven model. De schattingsprocedure is als volqt: Stel dat de tijdstippen waarop het stuurwiel door de roerganqer van stand veranderd wordt, samenvallen met de tijdstippen waarop de stand van het wiel veranderd wordt volqens het model (dus Tk = Tk voor k = 1. ..N)
In dit geval kan voor het kriterium E (=E1) qeschreven worden:
E1 =
L1
gk -6g)2
Tk.Stel nu : = 1,
= 6gk-1' U2k = rk en U3k = Voor 6 kan nu qeschreven worden:
gk
3
b.u.
. (6)gk . i ik
1=0
Substitutie van verg. (6) in verg. (5) en partiële diferentiatie
naar de parameters b resulteert in een aantl vergelijkinqen waaruit b. (i = 0, 1, 2, 3) opqelost kunnen worden.
De parameters a. (i = 0, 1, 2, 3) kunnen op analoge wijze qeschat
worden door de rootheid E2:
N
E.) = (Tk - Tk
- k=1
N-7
-16-VII. RESULTATEN EN KONKLUSIES.
(7)
te differentiren naar de parameters a. (i = 0, 1, 2, 3).
Tabel III geeft voor een viertal regisraties de op deze wize gevonden waarden voor a en b (i = 0, 1, 2, 3) met de waarden
voor E.. en E....
Tabel III De gevonden waarden voor a. en b. (i = 0, 1, 2, 3)
met behulp van een niet zuvere chattingsprocedure. Registratie a o a1 a 2 a3 E1 i II 60 30 -14 9 -1190 650 33 -87 0,20 0,31 III 12 -4 -31 0 0,21 IV 19 0 4 7 0,35 b b1 b2 b3 E2 I 0,37 0,01 92 3,3 0,22 II 0,75 0,18 129 2,7 0,31 III 1,95 0,09 120 8,5 0,55 IV 3,06 0,00 54 14,6 0,22
[o] Q
-4
r()
0,02 [0/ j 0 -0,0 2 1,0 O t N-byi 7 0 250 500 750 1000 1250 1500 tild [sek]Figuur 6. Registratie eeri 'roef warbij het schip qedurende een half uur on koersgehouden moest worden.
(Reqistratie I)
250 500 750 1000 1250 1500
> tijd Eseki
Figuur 7. Registratie een proef waarbij het schip qedurende een half uur op koersgehouden moest worden.
(Registratie II)
q(é)
Eol ¶ 12 8 4 o to1 -4 -8 0,04 Lo/ekJ O 0,02 1O 1:07 0 1,0
20
-. 750 1000 1250 1500 tiid [sek]iguur 8. Registratie een proef waarb het schip gedu-rende een 11f uur op koerqehouden moest
war-N-8?
-18-0 250
52
7 1000 1250 1500-tijd [sek]
Figuur . Registratie een proef waarbij het schip gedu-rende een half uur o koersgehouden rnoest
wor-den. (Registratie IV)
den. (Pegistratie ITT)
fr
Fr
r
À
LIA A
Ali
I1
I!
I!$!&Y
I
IVJ
A
V
vv
N--7-j
9-De figuren 6, 7, 8 en 9 tonen de registraties van de stand van het stuurwiel (tSg) , de koers () en de hoeksnelheid (r) als funk-tie van de tijd gedurende de proeven waarbij de croefpersonen het schip ap koers rnoesten houden. De eerste twee registraties (fig. 6 en 7) zijn afkomstig van twee proeven met proefpersonen die reeds enige ervaring hadden met het besturen van zeer grote scheDen. De proeven zijn uitgevoerd na een trainingsperiode van één uur op de simulator voor elke proefpersoon. De derde en vierde registratie zijn afkomstig van én proefpersoon n.1. de eerste en derde proef van deze proefpersoon op de simulator. Na de eerste proef is de in-structie gegeven aan de proefpersoon am langere intervals te gebrui-ken. De vierde registratie is het resultaat van de proef na een trai-ningsperiode van één uur.
M.b.v. een zuivere schattingsDracedure op de in hoafdstuk \TI be-schreven wijze zullen de resultaten binnen enkele maanden ter beschik-king kamen. Op grand van de registraties van de nieuw uitgevoerde
proeven, waarvan in de fig. 10 t/m 19 enkele voorbeelden qegeven war-den, zijn echter wel enkele vaarlopiqe konklusies te trekken:
Het ap kaershauden van een 220.000 t.d.w. tanker in vlak water is geen maeililke taak vaar een raerganger en kan m.b.v. zeer ver-schillende strategieën geschieden.
Het gevoig van 1. is dat het vinden van een model met parameters, die niet al te veel spreiding vertcnen vaor verschillende proef-personen, wel eens een lastige apgave zou kunnen ziin. Dit geldt in het bijzonder voor koershouden in viak water.
Het kaershauden in galven kan tat ernstiqe rnaeilijkheden leiden. Kaersafwijkingen van meer dan tien graden zijn waargenamen bij één praefpersoon. Opmerkelijk is, dat een andere praefpersaan, die jets meer geaefend was in het besturen van grotere schepen met het ap koershauden van het schic in dezelfde omstandigheden geen zichtbare moeite had.
De indruk is gewekt dat de problemen met het hesturen van super-tankers waarschijnliik meer het gevolg zijn van de grate tijdkon-stanten dan van de kaersonstabiliteit.
Binnenkort zijn verdere konklusies te verwachten als de regis-traties verwerkt zijn met behuip van een digitale rekenmachine. Ma-gelijk zal dan oak een uitspraak gedaan kunnen warden oser een ver-gelijking van het niet-lineaire model eri een beschrijvende
IHHIIIIUIHUHIUIHII
M..MMMMMM.MUMUMMMMMM
MMMii
¡iiuin.nuuiiiuuiuu
II1IIIIII!IllIÌ!!!iIIuhIIIi!!!
I
PIIIIi!IIIUUIflhIPEIII
.IiiiIIiIIIIIIiiIi
--
-.
---
--imuniiiiiiiinirniirn niuuiiiin
I NOIVIIINIIUM
NiiiPIINhilhUJII*&iEiMIR MMFI iilIIraIvuIIpuruPJflhul
-
a u
n-
ill -__________ans
Iii lRMMT
':
JLT 11
1'
i
À
A II
k
VTALU MVAPMP
flIUflhulIuuIflhIyAflhIIflhIIIIIuII
I'll"
iuiiiiiiii
¡lululIIlMIl_IuIl
MMMMNMMM.WMMMBM
urni
FIGUIJR IO. GEDEELTE VAN EEN REGISTRATIE VAN DE
MET DE 1LANOEUVREERSIMDLATOR VAN TNO-IWECO.
PROEFPERSOON: A.
OPDRACHT: KOERSVERANDEREN.
S IGNAAL 1: GEWENSTE KOERS, (I EENH. =
4/ ViERKJ1IJKE KOERS,
(I EEE.=
S GEWENSTE ROERSTAND, (i EENH.&
6 STAND VAN }T ROER, (1 EENE.=
5:'r HOEKSNELH.EID, (I EENH.=
6: HOEKVERSNELLING, (1 EEIffi.=
HORI ZONTAAL: 2,5 EENEI. = I MINUTJT.
LAATSTE PROEVEN I GRAAD). 2 GRADEN). 4 GRADEN). ¿4 GRADEN). 0,05 GRAD/SEK. 0,01 GRAD/SEK ).
xjH
oj c
ttjotjU
-xjO
t1Jtc1.. bi i txJ.:. tfltij tJ H :: E ¡iI&IHINII;;1Illllrnn:tII II,IIII rJl ;: :ImIIIII!fflLL:J:1I
IHIII1IIIHlIIiIII'UIUUEULllU!UUi
. .Uh II'
ll UUUIIlIUIUIUIIUIE1UlI.!!.U.
IlIIIUUUiUhIUUEIUU.II...,
rr1iìnt
IlImI iimt'
iii
uUuuijjl...I.I,UI..ii...0 Ui
Eih1llMfflø !IIIlIll!I 'L1 IIIilNillill
II iliO
Hill«»;
11P1!;;i
iimii uLfluI1El II iii1
lHiI
IIIii!il
ii&iUi!U
F;IUiiiiiiUiiiiU.iiii...i...
fflrnIUIffF
iiiiiiPmui i: IIiPU1ulUiiUifluiUiii.i.i,
iii
.iIHIiiui.irilIlu
im
iiii'it
Ii_l uIu.i_ II!!fli ir
:"'i!IIllflIllhlOH :plllllI1
iIH11NllhiiiIIi.UIi
1IDiiiiiui
..IIiiII::!uIIIi
!iii
IIIII !Iui
Hiii
!iui .1
iIIj
i
ii!1IIIIllhImIl'ni
1iEiiiiiiiiIiii IPffNffiuii
IikIIII!iiiii
iJl"1rItInhiti II1I"llPiM' :ii1'
!IIW!I
':iiIiiii
1IMl rri iniiii!!'!ll'1iII ,I.Iiii.
PllIIINIIIII' IIIII'i' lItii IIIHIIIHllhI 1UIIJIIII"II !IH11Pid'
lIIHflhIIHhI'i1iii-1iiJffl
JIIIll tI!IlIUIIIi'IIII! ilii
IIIIIIIuI'!ItfflllflllmIl' 'i
HIHIIH1I1HH1II!!'!iiiIllp1 '!I1lIlIthi!flNiiuii;Hiii!ii i
:- iUIIIIOIUIIHH NIflIH!Iff' :' o1iiiiiiiiiiuiiiii iii
- IIvmHIIIIIÑiiii
'IliIIflhITIuiii
iIiiiiUiiTflpIgllii.iI
IfflI1IjIIImJI'IF ItIMIItmlI1r" IIl',lII' lili iit"or 'ii,,ii,wwiiiii
iii
'ii'iii
"iii'vI "i
!rId
1=-lIHhl'9i
I'IHIUIIINiiii
.iIllfIIllll1I'uIiHId1HhIHl11 'ilbil iVill': ll"',Hkr,iIvlll":,iii,iii,ii;
- iiiflm
9101!IlllhIllhIIIIIi 'IiJIJIIIJIIlJ1 !"!ii1IIOIffl!Im'IJo1Iff'IIIii!, IiI!IIIfl iii
Ipi I 1u;;iIlV' rIu1tlhII __ dliHIIIhumIIlIIIIIItIlIINhI!mII i::imiiiin
irii
i ;. :;;;;;! i' I, .I';nlniIl:Hi;:I...
.!iiíniìuiiiinii
IuITiÌ!IUI!111H1111111fl1
IIIIIIIIIIIIHHIIIUIIIII!P
u
u
iiiiIIIIIIII'
11111
LI
I1JìIr
IJIiiÌliÍItiIuV
I
.. JU&
IIIH iIIIIIIiIIIflhIIIIIfl
A
liii 111111111 i
H
1111111F
111111111
uuuuuuu .u.
l'i
ii Lilt
FIGTJUR 12. GEDEELTE VAN EEN REG-ISTRATIE VAN DE LAATSTE PROFIlEN MET DE MANOEUVREERSIMULATOR VAN ThO-IWECO.
PROEFPERSOON: C.
OPDRACHT: KOERSVERANDEREN.
-IIiIiiiÏiiiiiiin
Hum
a.uaauauuammum
u
-uuIuuI=-uu
ui
pJJjjp'IIIJIIIIiì
mum
Ii1HHhII!IHhIIIiIHhIIHIIIiiÏøHH
i
u
IIIINIiIiiiiI1I!
Iij!!ijupiiIIIIJIIIIII!RIIL
H. Luuua'
---!i!i!ii!LU!IU!U!PJi!!!!1M!
muuu
HHHIIHHIIIHI1IHHHHHIHHIIII
maum
um. ummumu
u
u
_umum
umuuu
u
mu
u
PIGUUR 13. GEDJ1JTE VAN EEN BEGISTRATIE
VAN DE LAATSTE PROEVEN
MET DE
MANOEUVREERSIMTJLATOR VAN TNO-IWECO. PROEFPERSOON: D.
OPDRACHT: KOERSVERANDEREN.
ZIE VOOR DE BETEKENIS DER SIGNALEN: FIGUUR
-
___
IIIIIIUHIIIIHIINRIHIIIHIHIHHH
___
-:iiiiiriiiiiiiiiiiiiiIL..
HhIuliiiliIliHHHhIIlHIHøIII
R_u__R__R..
IRURRRRRRRRRRRRRURRRRRURRR
hIIII!I!IIII!IIIIIP11!11IIPL.
Ra.
a__R
-_uRaRRR_uSRR
Ru__R.
RRR.u.i...SRRRRRRRRRRRERRRRRRRRRRRRR_RRR
IIIIIHRHHHHHHHIHHHIIHHHI
R
R--- ----
-___----___
R.
RRRRR.RRR.R.R.*R.RR.R.RR.RR.R
a_a__aa__a
R..
FIGUUR 1L GEDtTE VAN EEN REGISTRATIE
VAN DE LAATSTE PROEVEN
MET DE MANOEUVREERSIMULATOR VAN TNO-IWECO.
PROEFPERSOON: A.
OPDRACHT: KOERSHOTJDEN.
uau .a
aaaaaau
--ri1::iIIIIijjiIIIIjIjj
a
IUU
a
IHIIIIHHHIHHHHI
IR
dIiiiu
"L
'l'lì
I.
a.aaRa=.
I
-u...
R....
a...
a..
ma - au.
i
R.
--- --
..a_____
Ra_aa
m_ma...
a a
u..
.0
Ra_R.
FIGUIJR 15. GEDEELTE VAN EEN REGISTRATIE VAN DE LAATSTE
PROE1TEN
MET DE
MAN0EUVREERSIMUIAT0R VAN TNO-IWECO. PROEFPERSOON: B.
OPDRACHT: KOERHOIJ DEN.
ZIE VOOR DE BETEKENIS DER SIGNALEN:
I
_UHIIHUH
iiiuiui
O11J111!IF
IP"
u"
N I lE
HhIIIIII
.uuiuuiiî
FIGUUR 16. GEDEELTE VAN EEN
REGISTRATIE VAN DE LAATSTE PROEVEN
MET DE MANOEUVREERSIMULATOR VAN TNO-IWECO.
PROEFPERSOON: C.
OPDRACHT: KOERSHOUDEN.
il
ii n:
R__R RRR
R_R RRRRR
R
FIGUUR 17. GEDEELTE VAN EEN REGISTRATIE VAN DE LAATSTE PROEVEN
IIET DE MJLNOEUYREERSIMULATOR VAN TNO-IWECC. PROEFPERSOON: D.
OPDRACHT: KOEREHOUDEN. ZIE VOOR DE BETEJOENIS
DER SIGNALEN: FIGUIJR lo.
R
V I?
u
uuuuuuuu .uuuuu..uuuuuii
ali!!
INU:iiuhi:::
uuuuuuuui
HI
I IIIIIHHII
u u au U.0
HIIHHIHIIH
uuuiuuuuuuuu
p
iiÌ!f1!
UUUUI [
1._I igj
iiuIltl
U
.
uu
Ii i
i
¡IlIiuiiiuiuuiu
.u...u...uuu.
uuunuuu
j
LiftI1WL
al-.
41EI
a-u
I
u
uuuuuuuuuuu
uauuu.uuauu.0
uaauauuuuuu
u uuuuumuu
uil.
uuuunuiui
lin
i
uuuuu
uu
u
UN
TUYN
a.__fla_V
V Tumuuu-
u
-
u
u
uauuuum
u
u
uuuuuuuuu
FIGUUR 18. GEDEELTE VAN EEN REGISTRATIE VAN DE LAATSTE PROEVEN
ET DE MANOEUVREERSIMULATOR VAN TNOIWECO.
PROEFPERSOON: B.
OPDRACHT: KOERSHOIJDEN IN GOLVEN.
ZIE VOOR DE BETEKENIS DER SIGNALEN: FIGUI3R 10.
N. B. }T HOEKSNELHEI DSSI GNAAL EN IT HOEKVERSNELLINGS-SIGNAAL ZIJN GEFILTERDE SIGNALEN.
FIGUTJR 19. GEDEFTE VAN EIN REGISTRATIE VAN DE LAATSTE PROEVEN ET DE MANOEUVREERSIMULATOR VAN TNO-IWECO.
PROEFPERSOON: C.
OPDRACHT: KOERSHOIJDEN IN GOLVEN.
ZIE VOOR DE BETEKENIS DER SIGNALEN: FIGIJUR lo.
N. B. RET HOEKSNELEEIDSSIGNAAL
EN RET HOEKVERSNELLINGS-SIGNkkL ZIJN GEFILTERDE SIGNALEN.
I
'1-U4IIIII!L.
1:
IrrIiuì!aiÍ
Ii
iiu uu. I
&-/
TÏÏIIliniuur
U
i-'j
II -iJ
___
..=.auU
-t.--I-
a..
* I-¡
!UIHI__
u..
IRIIII
I
a.
iö7
-30-Referenties.
McRuer, D.T. , Tex, H.R.
"A Review of Ouasi Linear Dilot Models" IEEE Transactions on Human Factors in Electronics. Vol HFE - 8 no. 3.
Sept. 1967 p.p. 231 - 249.
2. Stuurman, A.M.
"Modelling the Helmsman : A study to Define
a Mathematical Model Describing the Behaviour of a Helmsman Steering a Ship alonq a Straight Course"
Deift Inst. TN') for Mechanical Constructions. Report nr. 4701 May 1969.
3 Nomoto, K. et.al.
"On the Steering flualities of Ships" I.S.P. Vol 4 Nr. 35 Tulv 1957.
p.p. 354 -
370.
4 . Veld.huyzen, 1.
")nderzoek naar de Reqeltechnische Aspekten van het gedrag van de Roerganger van een Supertanker"
Rapport nr. 310. Lab. voor 7erktuigk. Meet- en Regeltechniek T.H. Delft.
April
1971.
Veldhuyzen, 7. , Lunteren, A. van, Stassen, H.S.
"Modelling the Helmsman of a Supertanker: Some preliminary Experi:nents"
Dreprints for the Eighth Conference on Manual Control, Michigan 1972.
Brummer, '.M.A. , Wilk, W.R. van,
"The Ship Manoeuvring and Research Simulator
of the Institute TN') for Mechanical Constructions" Delft Inst. TN') for Mechanical Const.
Report Nr. 8133/1 Sept. 1970. Glansdorp, C.C.
"Simulation of ul1 Scale Results of Manoeuvrinq Trials with a 200.000 tons Tanker with a Simple Mathematical Model"
Shipbuilding Laboratory of the Delft University. Report Nr. 301 March 1971.
Hocke, R. , Teeves, T.A.
"Direct Search Solution of Numerical and Statis-tical problems"
Tournal of the A.C.M. 1961. p.p. 212 - 219.
Veldhuyzen, W.
"Berekende Spektra van de Sierbewegingen van een 220.000 t.d.w. tanker"
Rapport nr. A - 810 Lab. voor Ñerktuigk. Meet- en Regeltechniek. T.H. Deift.
N-47
-31-7ppendix I.
Het model voor de beschrijving van het gedrag van het schio.
Door Glansdorp [71 is gevonden dat een redelijke beschrijving voor het gedrag van een 220.000 t.d.w. tanker wordt gegeven door de volgende niet-lineaire differentiaalverqelijkinq:
T1 T2 (t) + (T1 + T2) r(t) + a1 r(t) + a2[r(t)]3 = K LT3 (t) waarin r = hoeksnelheid, = roerhoek en a1, a2, T1, T7, T3 eri K konstanten zijn. De belangrijkste qegevens van deze tanker zijn
ge-geven in tabel I. Deze verqelijkinq is de lineaire tweede orde Dif-ferentiaalvergelijking van Nomoto 3 die op voorstel van 3ech is uitgebreid met een niet lineaire term. De grootte van konstanten in dit model wordt gegeven in tabel II.
Tabel T. De voornaanste qeqevens van de 220.000 t.d.w. tanker.
Tabel II. De konstanten in het model van 'Uansdorp voor de beschrijving van het qedrag van het schip.
Voor de simulatie van de stuurmachine is een le orde differen-tiaalverqeliiking qebruikt met een begrenzinq van de roerhoek-sneiheid (t)
T4 (t) + (t) = g(ti
3 °/sec.
waarin
(t) = roerhoek
:g(t) stand van het stuurwiel
T4 konstante = i sec.
konstante dirnensie grootte v.d. konstante
beladen ballast a1 -1 +1 a2 sec2/rad2 80.000 16.200 T1 sec 250 80 T2 sec 10 3 T3 sec 20 6 K sec -0.0434 -0.0471
Lengte tussen de loodlijnen 310 ii.
Breedte naar de mal 46.9 m.
Holte 24.5 m.
Blok coëfficíënt 0.841
Diepgang beladen 18.9 m.
Diepgang voor in ballast 7.3 m.
Diepgang achter in ballast 11
Roe roppe rvl ak 75.3 m
Deadweight 220.000 tons
N-8T32
Appendix II.
Het testsignaal;
Het testsignaal moet voldoen aan de voigende eisen:
De overgangen mogen eikaar niet te snel opvolgen (minimaal
2 à 3 minuten) orn de binding met de werkelijkheid niet te verliezen.
Het testsignaal wordt qemaakt door de sam vari een aantai sinussen door een comparator te sturen. Deze sinussen moe-ten alle de hogere harmonischen zijn van een grondqoif maar mogen geen hogere harmonischen van elkaar ziin. Deze eis
vloeit voort uit de wijze waaroo de parameters in een be-schrijvende funktie model binnen het laboratorium hepaald worden ingeval een deterministisch testsignaal gebruikt
wordt.
I-let frekwentiegebied waarin de componenten van het deter-ministische testsgnaal moeten liggen is onqeveer 0.005 - 0,1
rad/'sek. (Dit voigt uit de qrootte van de tijdkonstanten in het model voor het gedrag van het schip)
De sinussen zi-n gegenereerd m.b.v. een 8-k digitale rekenma-chine (PDP-8) en m.b.v. een DA omzetter uitgevoerd. Uit proeven is gebleken dat een bruikbaar testsignaal kan worden verkregen door de 3e, 5e, 8e en 13e harmonische van een qrondqolf met een
periode van 40 minuten en allen met een qeiijke amplitude door een comparator te sturen. Het resultaat was een signaal steeds vier graden verspringend. Na analyse bleek dat circa 70% van de energie van het testsgnaal aanwezig was bij de frekwenties van
N-/
-33-Appendix III.
Het Stoorsignaal.
Voor enkele proeven was een signaal nodig waarmee de qierbewe-gingen van het schip varend in golven kori worden gesimuleerd.
In 9 zijn voor een aantal kondities van het schip t.o.v. de gol-ven de spektra van de gierbeweqinqen hij de vaart in qoigol-ven t.g.v. windkracht 8 9 op de schaal van 3eaufort uitgerekend voor een scheepssnelheid van 15 knoop.
Voor het samensteilen van een stoorsignaal is uitqegaan van het spektrum voor schuin achterinkornende golven (de hoek tussen de sneiheidsvektor van het schip en de qoiven is qemiddeld 60 gra-den). Dit spektrum is geqeven in fig. 20. (ontleend aan [9J) De keuze juist van dit spektrum is gebaseerd op het feit dat in dit geval de gierbewegingen relatief het qrootst zijn.
Voor simulatie is een signaal in de tijd nodig. Deze kan verkre-gen worden door een aantal (in dit geval 23) sinussen met ver-schillende amplitude en fase op te teilen. De amplitude voigt uit de formule:
= \/2 S. (w ) u
a V yq.' e e
De tasen zijn rondöm gekozen m.b.v. een tabel, uit een uniforme verdeling.
Voor
X 1O p B 7 o ) 5 ÇJ L L. 3 2
7U6
S'a° BEAV.
N-37-34--Figuur 20. Spektrum van de tjierbeweginren van een 220.000 t.d.w. tanker voor schuin achterinkornende qolven, windkracht 8 9 Beaufort en sneiheid 15 knopen voiqens [9].
O j-o