• Nie Znaleziono Wyników

Rekenen aan bereikbaarheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rekenen aan bereikbaarheid"

Copied!
46
0
0

Pełen tekst

(1)

VK 1103.303 ISSN: LVV rapport 0920-0592

Rekenen aan bereikbaarheid

Maart 1993 Prof.ir. Peter Hakkesteegt

i \

1

\

\

/ / /

y

I

f

Rapp CT VK 9 3 - 2 5

t u Delft

Technische Universiteit Delft

F a c u l t e i t d e r C i v i e l e T e c h n i e k

(2)

SCjOh

^ ó ?

Document vakgroep VERKEER Technische Universiteit Delft

1. Rapportnummer

VK 1103.303

2. Titel rapport

Rekenen aan bereikbaarheid

3. Schrijver

Prof.ir. Peter Hakkesteegt

4. Uitvoerend instituut TU-Delft

Faculteit der Civiele Techniek Vakgroep Verkeer Postbus 5048, 2600 GA Delft 5. Opdrachtgever Samenwerkingproject TU Delft/ Peek Traffic b.v. 6. ISSN-nvunmer LW-Rapport 0920-0592 1 7. Thema Vervoer- en verkeers-planologie 8. Onderzoeksproject Ruimtelijke Infrastructuur 9. Categorie rapport Vakpublicatie 10. Datum publicatie Maart 1993 11. Samenvatting

Bereikbaarheid hangt af van twee factoren: enerzijds van de mate waarin men zekere verplaatsingsweerstanden acceptabel acht en anderzijds van de aantallen personen/huishoudens, voor wie die weerstanden gelden. Die weerstanden zijn essentieel: kleine bieden meer mogelijkheden dat iets bereikt wordt dan grote en omgekeerd. Ze zijn echter niet absoluut; iedere persoon waardeert ze anders en bovendien is die waardering weer gekoppeld aan het soort activiteit, waarvoor men een verplaatsing maakt of wil maken.

Dit maakt rekenen aan bereikbaarheid boeiend en complex. Deze notitie beoogt hieraan een bijdrage te leveren.

Getracht is, in samenhang met het eenduidig definiëren van de belangrijkste begrippen en ze te voorzien van hanteerbare dimensies, een conceptueel model uit te werken om bereikbaarheidsprofielen van bestemmingszones te kwantificeren, rekening houdend met (individue-le) acceptaties van verplaatsingsweerstanden, met concurrenties tussen bestemmingszones en met dé bijdragen van concurrerende vervoersystemen.

Parallel hieraan is een proeve van een computerprogramma ontwikkeld om dit model te operationaliseren en een aantal studie-cases door te rekenen. Dit programma, dat op aanvraag ter beschikking staat, bevat tevens een module om de verkregen resultaten te vergelijkenn met die van traditionele vekreersmodellen.

12. Externe contacten ' — , ...-•.-.^.giiiMi O e U l 13. Aantal blz. 40 14. Prijs fl.

10,--« b i J S ' S t e l t der Civiele Techm^H * ^ ' (Bezoekadres Stevinweg D

^ Postbus 5048

(3)

Vakgroep VERKEER Technische Universiteit Delft

REKENEN AAN BEREIKBAARHEID

Een model ter kwantificering van

de bereikbaarheid van bestemmingszones

en van de effecten van

(alternatieve) vervoervoorzieningen.

Prof. ir. Peter Hakkesteegt

Maart 1993

Inhoud:

1. Introductie 2. De opgave

3. Een begrippenkader

4. De theorie verwoord in stellingen 5. Enkele sub-cases

6. De bereikbaarheid in een studie-case

7. Case met hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen 8. Te verwachten effecten van hoogwaardige ov-verbindingen 9. Discussie

Bijlage A: Enkele beschrijvingen uit de literatuur van de begrip-pen 'bereikbaarheid' en 'bereikbaarheidsprofiel'.

. ^' ^^.;er3!tóit D e i n

Postbus 5048 2600 GA DELFT

(4)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 1.1 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

1. Introductie.

Eén van de thema's, voortvloeiend uit het opstellen van een onderzoek-agenda voor het openbaar vervoer (Baanders 1 9 9 1 ) , betrof het ontwikkelen van een neutraal afwegingsinstruinentarium om bereikbaar-heids-effecten van alternatieve (openbaar) vervoervoorzieningen tegen elkaar te kunnen afwegen.

Met het oog hierop is een conceptueel model ontwikkeld voor de kwanti-ficering van de bereikbaarheid van bestemmingszones, uitgedrukt in User Equivalents, rekening houdend met verschillende vervoerwijzen en met concurrenties van andere bestemmingszones.

Het model is gebaseerd op (individuele) beoordelingen van

gegenerali-seerde verplaatsingsweerstanden, resulterend in verwachtingswaarden voor interacties tussen activiteitsruimten (in bestemmingszones) en personen/huishoudens (in herkomstzones).

Daarbij wordt de concurrentie tussen bestemmingszones verdisconteerd op grond van de relatieve opportunities van die zones en de concurrentie tussen vervoerwijzen op grond van de marktaandelen ervan voor de betreffende verbindingen.

Voor de toelichting is als hulpmiddel een etudie-case geformuleerd (S 2), met als opgave de bereikbaarheid van bestemmingszones te kwantificeren, rekening houdend met de onderlinge concurrentie tussen die zones, de 'inhoud' van herkomstzones en de bijdragen van concurrerende vervoerwi j zen.

Uit de literatuur blijkt dat diverse auteurs tot uiteenlopende definities komen van het begrip bereikbaarheid en/of bereikbaarheids-prof iel. Bijlage A geeft daarvan een overzicht.

Treffend is de omschrijving van Gould: "Accessibility is a slippery notion.. .one of those common terms which every one uses until faced with the problem of defining and measuring it".

En juist om dit laatste gaat het.

Daarom zijn in S 3 eerst de relevante basisbegrippen eenduidig geformuleerd en van hanteerbare dimensies voorzien, waarbij ingehaakt is op de uit de literatuur blijkende voorkeur om het begrip t>ereikbaarheid te beschouwen als een eigenschap van bestemmingszones, aangevende de (locationele) kwaliteit van zo'n zone ten opzichte van (potentiële gebruikers in) de herkomstzones.

Getracht is het concept zo doorzichtig mogelijk en vatbaar voor discussie te houden. Daarom zijn in S 4 de belangrijkste elementen van de onderliggende theorie verwoord in stellingen. Hierbij geldt de verwachting, dat amenderingen van die stellingen wèl van invloed

(kunnen) zijn op berekeningsresultaten, maar niet op het modelconcept. Vervolgens zijn in S 5, 6 en 7 de bereikbaarheid en de te verwachten vervoerrelaties gekwantificeerd voor de beschreven (sub)cases en voor een drietal alternatieve plannen voor hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen, waarvan in S 8 de te verwachten effecten zijn samengevat.

Voor de kwant if iceringen is een proeve van een computermodel ontwik-keld, genaamd ACQUAINT (Accessibility QUAntif ied IN Traceéüsle t e r m s ) . Een kopie van dit programma staat op aanvrage bij de vakgroep VERKEER van de Technische Universiteit Delft ter beschikking.

(5)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - wrt. 1993 - 2.1 Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

De opgave.

Voor de studie-case definiëren we een gebied, bestaande uit een vijftal herkomst- en bestemmingszones, onderling verbonden met verbindingen voor auto vervoer en (weggebonden) openbaar vervoer. Deze verbindingen zijn gedefinieerd met behulp van gegeneraliseerde verplaatsingstijden.

De opgave is nu om voor dit studiegebied de bereikbaarheid van de bestemmingszones te kwantificeren, rekening houdend met onderlinge concurrenties tussen die zones, de 'inhoud' van herkomstzones en de bijdragen van de twee concurrerende vervoerwijzen.

Voor alle duidelijkheid gebruiken we in deze toelichting eerst twee sub-cases.

Sub-case 1: geen concurrentie tussen bestemmingszones, noch tussen vervoersystemen. Dus arbeidsplaatsen in slechts één b e -stemmingszones en slechts één vervoersysteem (bijv a u t o ) . Sub-case 2 : wel concurrentie tussen bestemmingszones

(activiteits-ruimten in alle bestemmingszones), echter nog steeds met één vervoersysteem.

Daarna komen we aan de studie-case, met zowel autovervoer als weggebonden openbaar vervoer tussen alle zones.

Vervolgens introduceren we een drietal alternatieve plannen voor hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen met (meer) concurrerende verplaatsingstijden (A, B en C ) .

Schematisch kan zo'n studiegebied er dan als volgt uitzien:

\^\ personen/huishoudens activiteitsruinten — weggebonden vervoer ^— hoogwaardig openbaar vervoer »

1

4

^ r

t»U: BHïï 2

^ l

jam

i\

:-\ fHCI Win 3

n

l

B L

L

's

ji;

Van deze voorgestelde verbindingen dient gekwantificeerd te worden de effecten op de bereikbaarheid en de bijdrage in de mobiliteitsge-leiding, c.q. de mogelijke verschuiving in de modal split.

(6)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 3.1 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Een begrippen-kader.

Om te kunnen rekenen aan bereikbaarheid dienen de basisbegrippen eenduidig gedefinieerd en van hanteerbare dimensies voorzien te zijn. Nu zijn begrippen voor ruimtelijke ordening, mobiliteit, vervoer en verkeer vanuit uiteenlopende gezichtspunten te ontwikkelen. Het

verdient aanbeveling dit te doen met het oog op het functioneren

van de maatschappij.

Onderstaand is dit uitgewerkt, met kortheidshalve een beperking tot personenvervoer. Maar ook voor goederenvervoer zijn overeenkomstige begrippen van toepassing.

Het functioneren van de maatschappij.

Van Dale beschrijft 'maatschappij' met: de samenleving, de wereld,

omgang en verkeer der mensen.

In dit kader preciseren we dit met; de verzameling van personen en/of (bedrijfsjhuishoudens, die reeksen van bezigheden uitoefenen of acti-viteiten verrichten ten behoeve van hun sociaal/economisch functione-ren.

Elke bezigheid vergt een zekere tijd. Per tijdsperiode zijn er dan ook maar een beperkte hoeveelheid bezigheden te ontplooien. We definiëren:

Het activiteitenpatroon van persoon/huishouden is de verza-meling van opeenvolgende activiteiten per tijdsperiode.

De voornaamste opgave voor de ruimtelijke ordening en de vervoerkunde is het scheppen van condities om ieders activiteitenpatroon tot ont-plooiing te laten komen.

Daarmee komen we aan het functioneren van de maatschappij, waarvoor we formuleren:

Het functioneren van de maatschappij is afhankelijk van de mate waarin personen/huishoudens hun activiteiten patroon

tot ontplooiing (kunnen) brengen, e.g. de daarvoor benodigde activiteitsruimten (kunnen) benutten.

Activiteiten vinden plaats in 'ruimtelijke eenheden', zoals woningen, fabrieks- of kantoorgebouwen, winkels, maar ook in musea, parken, recreatiegebieden, op straat, terrasjes, etc. Voor elk van deze ruim-telijke eenheden geldt het begrip: activiteitsruimte .

Derhalve definiëren we:

Een activiteitsruimte is de ruimtelijke eenheid, waarin acti-viteiten worden ontplooid.

Dorpen, steden, agglomeraties, provincies of landen, zijn op te vatten als verz2unelingen van technische/natuurlijke ruimtelijke eenheden, dus activiteitsruimten, voor reeksen van handelingen of bezigheden.

Zodoende is de activiteitsruimte te beschouwen als het basiselement voor de ruimtelijke ordening en kunnen we definiëren:

Ruimtelijke ordening is het rangschikken van activiteits-ruimten, gericht op de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving, terwille van die samenleving.

(vrij naar prof. ir. N.A. de Boer)

Hetzelfde geldt voor de ordening van vervoer- en verkeerssystemen, die met verbindingen ervoor zorgen dat activiteitsruimten Jberel/obaar zijn.

(7)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 3.2 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

3.2 B e r e i k b a a r .

V a n Dale beschrijft 'bereikbaar' m e t : wat bereikt kan worden. In dit kader associëren we dit met Tiet gebruik van activiteitsruimten. Activiteitsruimten liggen soms naast elkaar, maar veelal op afstand; ze zijn in elk geval geografisch gescheiden.

Daarom is voor d e overgang tussen e e n (hoofd)activiteit in d e e n e activiteitsruimte e n e e n volgende in e e n andere, steeds e e n

'verplaatsing' nodig.

ledere verplaatsing om elders activiteiten t e o n t p l o o i e n vergt e e n o f f e r : het overwinnen v a n d e v e r p l a a t s i n g s w e e r s t a n d .

Dit offer wordt ervaren als tijd, kosten e n d i s c o m f o r t / i n s p a n n i n g . In d e praktijk blijkt d e factor tijd v a a k d o o r s l a g g e v e n d t e zijn; in veel modellen worden d a n o o k d e overige componenten omgerekend naar d e dimensie 'tijd' e n d e totale weerstand uitgedrukt in gegeneraliseerde verplaatsingstijd [ T C ] .

Eenvoudshalve doen w e dit hier o o k .

De waardebepaling v a n t e verwachten o f f e r s is sterk subjectief e n geschiedt o p grond v a n ervaring m e t of informatie over d e v e r s c h i l -lende beschikbare vervoerwijzen voor d i e v e r p l a a t s i n g .

Hierbij gelden basisveronderstellingen:

* iedere persoon maakt e e n keuze uit alle m o g e l i j k e a c t i v i t e i t e n o p e e n dusdanige wijze, dat d e som v a n het nut v a n d e g e k o z e n activiteiten, verminderd roet de weerstand van d e daaun^oor benodigde verplaatsingen, gemaximaliseerd w o r d t .

* iedere persoon beoordeelt o p zijn eigen w i j z e d e g r o o t t e v a n het nut e n v a n d e verplaatsings-weerstand.

Hieruit volgt, dat een verplaatsing naar een zekere activiteitsruimte slechts tot stand komt indien d e (subjectief b e o o r d e e l d e ) m e e r o p brengst van de activiteit aldaar opweegt tegen d e (subjectief b e o o r -d e e l -d e ) verplaatsingsweerstan-d.

O m g e k e e r d kunnen w e stellen:

Indien een persoon/huishouden van een activiteitsruimte gebruik maakt, dan kan de betreffende verplaatsingsweerstand beschouwd worden als een voor persoon/huishouden en activiteit acceptabe-le verplaatsingsweerstand.

D i e n t e n g e v o l g e is d a n die activiteitsruimte v o o r per soon/huishouden èn activiteit b e r e i k b a a r .

D e r h a l v e definiëren w e :

Een activiteitsruimte is voor een persoon/huishouden vanuit een herkomst bereikbaar, indien de verplaatsingsweerstand er naar toe acceptabel is.

Het begrip i^erei/dbaar duidt erop, dat activiteitsruimten kunnen worden gebruikt; het beschrijft d e potentiële interactie tussen p e r s o n e n / huishoudens e n activiteitsruimten.

Öf ze daadwerkelijk gebruikt worden (de actuele interactie) hangt af v a n d e activiteitenpatronen v a n p e r s o n e n / h u i s h o u d e n s .

Per definitie geldt echter:

Een persoon/huishouden kan slechts die activiteitsruimten gebruiken, welke bereikbaar zijn, dus binnen acceptabele verplaatsingsweerstanden liggen.

(8)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 - 3.3

Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Acceptatiewaarde van de verplaatsingsweerstand.

Met het groter worden van verplaatsingsweerstanden worden activiteits-ruimten minder bereikbaar. Dit kunnen we ook anders formuleren:

Naarmate verplaatsingsweerstanden toenemen, worden ze minder acceptabel.

Omdat iedere persoon op zijn eigen wijze het nut van een activiteit en de grootte van de verplaatsingsweerstand beoordeelt bestaat er geen ai>5oiute waarde, die aangeeft welke weerstand wel en welke niet acceptabel is. Wat voor de een opgaat hoeft niet voor de ander te gelden.

Daarom introduceren we een Acceptatie-functie voor verplaatsingsweer-standen {Acceptable Cost Function), die aangeeft het relatieve aandeel personen/huishoudens dat een weerstand (voor een zekere activiteit) acceptabel vindt.

We definiëren:

De acceptatie-waarde van een verplaatsingsweerstand [hCj^] geeft aan het aandeel personen/huishoudens, waarvoor een

weer-stand [TC] geen belemmering vormt om een activiteitsruimte te gebruiken.

De wiskundige gedaante van deze Acceptatie-functie zal uit onderzoek moeten volgen, (zie Onderzoek/Analyse Gebruikersindex)

Het aantal mogelijke gedaantes ervan kan worden ingeperkt op grond van de volgende overwegingen;

1. In de verplaatsingsweerstand [TCj .] bestaat een grenswaarde [TCg] waaronder het gebruik van een activiteitsruimte niet wordt beïn-vloedt door het verschil in verplaatsingsweerstanden.

Onder deze grenswaarde is de acceptatie-waarde 100%.

2. Boven de grenswaarde T C ^ T C Q leidt een vergroting van de verplaat-singsweerstand tot een lagere acceptatie-waarde.

Derhalve moet de functie monotoon dalend zijn.

3. De verhouding F(a.TCi i)/F(TC5 ,) is niet constant voor alle waarden van TCj -,.

Op grond van deze overwegingen mag verwacht worden dat de Acceptable Cost Function een verloop zal hebben conform fig. 3.3

Voor elk type activiteit zal een specifieke functie gelden.

1.0 0.8 0.6 0.4 0.2 0.0 AC — • TC i.i figuur 3.3 Verloop Acceptabel Cost Function

Stel de verplaatsingsweerstand naar een activiteitsruimten heeft de waarde TC^. Bij een bovenstaand verloop is dit voor 60% der personen/huishoudens acceptabel. Dan is die activiteitsruimte voor dit deel van de betreffende populatie bereikbaar.

(9)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 3.4 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Deze acceptatie-waarde kan beschouwd worden als een verwachtingswaarde voor interacties tussen p e r s o n e n / h u i s h o u d e n s (in h e r k o m s t z o n e s ) en activiteitsruimten (in b e s t e m m i n g s z o n e s ) .

Die interacties kunnen op twee manieren worden bezien;

1. vanuit d e personen/huishoudens, d i e a c t i v i t e i t s r u i m t e n (kunnen) gebruiken;

2. vanuit de activiteitsruimten, die door personen/huishoudens (kunnen) worden gebruikt.

Voor beide gezichtspunten gelden zowel actuele- als potentiële interacties, zodat er vier basisbegrippen nodig zijn om ze te beschrijven.

Bezien vanuit personen/huishoudens beschrijven we de interac-ties met de begrippen mobiliteit en Iiereik en bezien vanuit activiteitsruimten met de begrippen gebruik en bereikbaarheid.

Mobiliteit. Definitie.

Van Dale beschrijft 'mobiliteit' met: beweeglijkheid, vlugheid. In dit kader preciseren we dit met: de eigenschap (beweeglijkheid) van personen/huishoudens om (nieuwe) activiteitsrvimten te gebruiken. Naarmate men meer verschillende activiteiten (bijv. per dag) ontplooit is m e n m o b i e l e r , e n omgekeerd.

D e r h a l v e geldt a l s definitie;

De mobiliteit van een persoon/huishouden is het aantal per tijdseenheid gebruikte activiteitsruimten.

Ter toelichting zijn d e activiteitenpatronen v a n twee p e r s o n e n t e v e r g e l i j k e n .

Persoon A stapt 's m o r g e n s d e deur uit om naar zijn w e r k t e gaan, reist een flink eind, zit de hele dag o p kantoor, komt 's avonds t h u i s , eet, kijkt naar d e b u i s e n gaat (moe maar v o l -d a a n ) naar b e -d .

Persoon B gaat idem dito naar zijn werk, maar gaat tussen d e middag even d e stad in, doet o p weg naar huis wat boodschappen, komt t h u i s , e e t , gaat in d e avonduren m e t d e partner naar kennissen om gezamenlijk d e schouwburg t e bezoeken, drinkt na afloop ergens wat, brengt d e kennissen naar huis, komt thuis en gaat (moe maar voldaan) naar bed.

Het behoeft weinig betoog; d e mobiliteit v a n persoon B is veel groter dan v a n A, o o k al zou A o p d i e dag e e n veel g r o t e r e afstand hebben afgelegd d a n B .

In dat geval is alleen d e /ciioAietragre v a n A groter d a n v a n B .

1 Mtroon A

1

1 woning » .. —1

. L

^

1.

.

^n*

kennis 1 1 u * p k

1

tinkel

1

binnen stad

J

- schouwlxjrg

1

e afé

(10)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 3.5 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Omdat voor de overgang tussen een (hoofd)activiteit in de ene activiteitsruimte en een volgende in een andere steeds een afstand moet worden overbrugd, kan de mobiliteit worden uitgedrukt in het aantal verplaatsingen van een persoon/huishouden.

Dan geldt als definitie;

De mobiliteit van een persoon/huishouden is het aantal

ver-plaatsingen per tijdseenheid.

Mobiliteit geeft aan de actuele interacties van personen/huishoudens met (elders gesitueerde) activiteitsruimten.

3.4.2 Nobiliteitsprofiel.

Een profiel is een algemene typering, een karakteristiek.

Onder mobiliteitsprofiel derhalve te verstaan de typering van de mobiliteit, dus van de actuele interacties per tijdseenheid tussen personen/huishoudens en elders gesitueerde activiteitsruimten, respectievelijk tussen herkomstzones en bestemmingszones, waar nodig uitgedrukt in aantallen verplaatsingen.

UA(j,{): used activity-units of

J(j,i): aantal verplaatsingen UACj.a) A J(j,a) I best. B zone UA(j,b) J(j,b> herkomst zone (j) UA(j,c) J<j.c) best. C zone

Mobiliteit herkomstzone = £ UA^ ^^ of S J^^

fig 3.4.2 Mobiliteitsprofiel

3.5 Bereik. 3.5.1 Definitie.

Een persoon/huishouden kan slechts die activiteitsruimten gebruiken, welke men kan bereiken.

Van Dale beschrijft 'bereik' met: een omtrek die men kan bereiken.

In dit kader preciseren w e die omtrek als bepaald door acceptabele verplaatsingsweerstanden en de binnen deze omtrek gelegen activiteits-ruimten als bereikbaar.

De verzameling van deze activiteitsruimten is dan te beschrijven met het begrip Jberei^c.

Naarmate er binnen die omtrek meer activiteitsruimten gelegen zijn, dus het bereik groter is, neemt de potentie tot het ontplooien van activiteiten toe en omgekeerd

(11)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 3.6

Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Die potentiële interactie, dus het bereik, hangt af van minimaal twee factoren:

1. aantal/omvang van activiteitsruimten, uit te drukken in activity-units [AUj];

(bijv. (X) m^ wo/branche of (y) arbeidsplaatsen/functiecategorie);

2. de mate waarin verplaatsingsweerstanden acceptabel zijn [AC].

Het bereik van een persoon/huishouden of van een herkomstzone is derhalve het produkt van beide factoren.

Dit produkt drukken we uit in Activityunit-Equivalents.[AE]. Hiervoor geldt:

AE: L AU, * AC,- ,.

Derhalve geldt als definitie:

Bereik van een persoon/huishouden is de som van potentiële

interactie met activiteitsruimten, uitgedrukt in Activityunit

Equivalents.

2 Bereikprofiel.

Onder het bereikprofiel te verstaan de typering van de potentiële interacties tussen personen/huishoudens en elders gesitueerde activiteitsruimten.

Elke activiteitsruimte/bestemmingszone (i) levert een bijdrage aan het bereik van personen/huishoudens in herkomstzone (j), naar rato van de acceptatiewaarde van de verplaatsingsweerstand.

Ter toelichting een voorbeeld van het bereik van werkgelegenheid in een zekere functiecategorie.

Beschouw:

* een herkomstzone (j);

* zones met A(i) arbeidsplaatsen in functiecategorie FC(k) en met verplaatsingsweer-standen, die voor AC(J) werkers in deze categorie acceptabel zijn.

AC(1)=20X

A(2)»2.000

A AC(2)=100X

• AC(4)s25X

A(4)=8.000

Het betreffende werkgelegenheidsbereik van (personen/huishoudens in) deze herkomst-zone is dan:

10.000*0.20 • 2.000*1.00 + 5.000*0.80 + 8.000*0.25 = 10.000 AE

Bereik kan worden onderscheiden naar vervoersystemen, bijv. per auto/collectief openbaar vervoer/fiets/te voet.

(12)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 3.7 Technische Universiteit Delft p r o f . i r . P e t e r Hakkesteegt

3 . 6 Oebruik/bezoek. 3 . 6 . 1 D e f i n i t i e .

Het functioneren van activiteitsruimten is afhankelijk van de mate waarin ze door personen/huishoudens benut worden.

Deze mate van benutting geven we aan met het begrip gebruik.

Het duidt op de actuele interactie van activiteitsruimten met

per-sonen/huishoudens (in herkomstzones).

Veelal worden activiteitsruimten niet afzonderlijk beschouwd, maar

als deel van een verzameling, de bestemmingszone.

Zodoende geldt als definitie:

Het gebrxiik van een bestemmingszone is de actuele interactie met herkomstzones, uitgedrukt in aantallen gebruikers (perso-nen/huishoudens) per tijdseenheid, waar nodig gerubriceerd naar categorie.

Omdat voor het gebruik een verplaatsing nodig is kan, in analogie met de mobiliteit, het gebruik worden uitgedrukt in het aantal ver-plaatsingen, waar nodig gerubriceerd naar vervoersysteem.

In veel gevallen zijn Jbezoe/cers van een bestemmings zone o o k gebruikers. Dit geldt vooral voor binnensteden. O o k als zij daar alleen maar 'vertoeven', zonder de voorzieningen daadwerkelijk t e gebruiken, zij kunnen geacht worden deze bestemmings zone te gebruiken. Het aantal gebruikers van bestemmingszone (i) uit herkomstzone (j)

[Uj •] is te relateren aan het aantal personen/huishoudens in zone [PHj].

Daarvoor definiëren we het begrip: user-index [UI^ • ] , welke aangeeft

het aantal gebruikers van zone (i) per eenheid van'personen/huishou-dens in zone ( j ) .

Hiermee wordt de user-index een generale maat voor actuele interacties van een herkomstzone met bestemmingszones, waarvoor geldt:

"i.i UI 1.J PH j*

3.6.2 Gebruikersprofiel.

Onder gebruikersprofiel te verstaan de typering van de actuele interacties tussen activiteitsruimten/bestemmingszones en herkomst-zones, uitgedrukt in aantal gebruikers [ U ] , respectievelijk de gebruikersindices [UI] per vervoersysteem.

Het gebruikersprofiel geeft dus informatie over waar welke gebruikers vandaan komen en welke vervoerwijzen zij benutten en welke verplaat-singsweerstanden ze accepteren. herkomstzone A herk.

0

zone U(i,a) T Ul(i,a) U(i,b) UI(i,b) bestemnings zone (i)

U(i,j): aantal gebruikers zone (i) uit herkomstzone (j) UKi.j): gebruikersindex herkomstzone (j) U(1,c> 4 UKi.c)

Gebruik bestenningszone (i) = 2(0^ ^*{i^ ^,*l}^ ^i f i g 3 . 6 . 2 G e b r u i k e r s p r o f i e l p e r v e r v o e r w i j z e

(13)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 3.8

Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

3.7 Bereikbaarheid.

3.7.1 Definitie.

Activiteitsruimten kunnen slechts gebruikt worden, indien ze

bereikbaar zijn. Naarmate dit voor meer personen/huishoudens geldt neemt de potentie tot gebruik toe en omgekeerd.

Deze mate van bereikbaar valt te beschrijven we met het begrip

bereikbaarheid. Het duidt op de potentie tot gebruik van activiteits-ruimten.

Bereikbaarheid is te beschouwen als een maat voor potentiële

interacties tussen activiteitsruimten in bestemmingszones

en personen/huishoudens in herkomstzones.

Öf activiteitsruimten daadwerkelijk benut worden, bepaalt het activi-teitenpatroon van personen/huishoudens.

De potentiële interacties, dus de bereikbaarheid, van activiteitsruim-ten hangt af van minimaal twee factoren;

1. de mate waarin verplaatsingsweerstanden acceptabel zijn [AC]; 2. het aantal personen/huishoudens [PH], voor wie die

verplaatsings-weerstanden gelden.

Bereikbaarheid is het produkt van beide factoren.

Dit produkt drukken we uit in User-Equivalents.[UE], met: UE. r PH. * AC, ,

Elke herkomstzone (j) levert een bijdrage aan de bereikbaarheid van activiteitsruimten in zone (i).

Zodoende geldt als definitie;

De bereikbaarheid van activiteitsruimten in een bestemmingszone

is de som van potentiële interacties met personen/huishoudens

in herkomstzones, uitgedrukt in Oser-Eguivalents.

3.7.2 Bereikbaarheidsprofiel.

Onder bereikbaarheidsprof iel te verstaan de typering van de potentiële interacties tussen activiteitsruimten in bestemmingszones en personen/huishoudens in herkomstzones.

Ter toelichting een voorbeeld van het bereikbaarheidsprofiel van een bestemmingszone met werkgelegenheid in een zeker functiecategorie:

Beschouw:

* een bestemningszone (i) met werkgelegenheid in functiecategorie FC(k); • herkomstzones met I(J) personen in die functiecategorie, waarvoor de

verplaat-singsweerstand voor AC(i,j}X der individuen acceptabel is. 1(1) 100.000 / De be 100.C «r/i i^-^n* ' tC(i,3)=80X 1(3) 50.000 reikbaarhei 00*0.20 + 2 d van 0.000< 1

. 1

bestenningszone (i) bestenningszc '1.00 + 50.00Ü me (i) is dan *0.80 + 80.00 I(2)^20.000

1

T AC(2)=100X

Ó*0

.25 = 100. I(4)=80.000 000 UE )=25X

Het bereikbaarheidsprofiel kan worden onderscheiden naar vervoersyste-men, bijv. per auto/collectief openbaar vervoer/fiets/te voet.

(14)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 3.9 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

3.8 Relaties en d i m e n s i e s .

In generale zin gelden voor ieder p e r s o o n / h u i s h o u d e n en voor iedere activiteitsruimte/zone zowel potentiële als actuele interacties. Potentiële interacties duiden op mogelijk gebruik, actuele interacties duiden o p d a a d w e r k e l i j k gebruik.

Samenvattend volgt uit het v o o r a f g a a n d e ;

* bereikbaarheid: de potentiële interactie tussen activiteitsruimten in een bestemmingszone en p e r s o n e n / h u i s h o u d e n s in herkomstzones, uitgedrukt in User Ec[uivalents [UE];

* gebruik; de actuele interactie t u s s e n a c t i v i t e i t s r u i m t e n in een bestemmingszone en p e r s o n e n / h u i s h o u d e n s in herkomstzones, uitgedrukt in U s e r s [ U ] ; * b e r e i k : de potentiële interactie tussen p e r s o n e n / h u i s

-houdens in een herkomstzone en activiteitsruimten in bestemmingszones, uitgedrukt in A c t i v i t y u n i t Equivalente [ A E ] ;

* m o b i l i t e i t : de actuele interactie tussen personen/huishoudens in een herkomstzone en a c t i v i t e i t s r u i m t e n in bestemmingszones, uitgedrukt in Used Activityunite

[UA] of in verplaatsingen (journeys) [ J ] . Schematisch kan dit worden weergegeven m e t :

relaties en dimensies interacties potentieel actueel te rekenen vanuit: bestemming(szone) (i) bereikbaarheid User Equivalents UE(i) = r AC(i,j) * PH(j) gebruik Users U(i) = I Ul(i.j) • PH(j) herkomst(zone) (j) 1 bereik 1 Activityunit Equivalents

AE(j) = I AC(j,i) * AU(i) 1

•obiliteit 1

Used Activityunits 1

ZUA(j,i) 1

I

(15)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 4.1

Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

4. De theorie verwoord in stellingen.

Om het conceptueel model voor het kwantificeren van de bereikbaarheid van bestemmingszones zo doorzichtelijk mogelijk te houden, zijn de belangrijkste elementen van de onderliggende 'theorie' verwoord in stellingen.

stelling 1

:

Bereikbaarheid is te beschouwen als een maat voor de potentiële

interacties tussen activiteitsruimten in bestemmingszones en

personen/huishoudens in herkomstzones.

Potentiële interacties worden bepaald door de mate waarin verplaat-singsweerstanden voor personen/huishoudens acceptabel zijn. Daarvoor is geïntroduceerd een Acceptatie functie voor verplaatsings-weerstanden (Acceptable Cost F u n c t i o n ) .

stelling 2: De waarde van de Acceptatiefunctie

[AC]

geeft aan het relatieve

aandeel personen/huishoudens, waarvoor een weerstand

[TC]

geen

belemmering vormt voor het gebruik van een activiteitsruimte.

Per type activiteit geldt een specifieke Acceptatiefunctie.

In zijn algemeenheid geldt dat verplaatsingsweerstanden minder acceptabel worden naarmate ze toenemen. Dit betekent;

stelling 3: De Acceptatiefunctie heeft een dalend verloop.

stelling 4i

Voor het verdere verloop van deze Accepatiefunctie gelden een tweetal hypothesen, waarvoor nog nader onderzoek nodig is:

1. In de verplaatsingsweerstand [TC] bestaat een grenswaarde [TCg], waaronder het gebruik van een activiteitsruimte nauwelijks of niet wordt beïnvloedt door het verschil in verplaatsingsweerstan-den.

Voor TC £ TCj, geldt: AC^^ = 1.0

2. In de verplaatsingsweerstand [TC] bestaat een waarde [TCj], waarvoor de Accepatiewaarde 0.10 is. (ACyj-.j) ^ 0.10)

Tussen T C ^ T C Q en TC^TCj heeft de Accepatiefunctie een S-vormig verloop.

Het verloop van de Acceptatiefunctie kan benaderd worden door

en

normaalverdelings-functie, 'gefit' door de waarden

AC.

AC TC{2)'

die voldoet aam

TC(0) AC, j « EXP-(TC. - - TCn)2/B 1.0 0.8 0.6 0.4 0.2 0.0 TC„ TC, -• T C . 1.J

(16)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 4.2 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Kiezen we voor T C Q - 10 min. en TC2 = 60 min. dan volgt: B = 1086. Tabel 4.1 geeft bij deze keuze enkele waarden voor AC^f..

Tabel 4.1 Enkele waarden voor AC bij T(0) « 10 min. en T(2) = 60 min.

TC: AC: 5 1.00 10 1.00 15 0.98 20 0.91 25 0.81 30 0.69 35 0.56 40 0.44 45 0.32 50 0.23 55 0.15 60 0.10 70 0.04 Stelling 5t stelling 6'.

Personen/huishoudens zijn t e rubriceren naar herkomstzones per verplaatsingsweerstand, zodat geldt:

ledere herkomstzone (j) levert een bijdrage aan de potentiële interacties met een bestemmingszone (i), welke evenredig is met het aantal personen/huishoudens [PH] in die herkomstzone en de mate waarin de betreffende verplaatsingsweerstand acceptabel is.

[AC. j]

Deze bijdrage heeft als dimensie; User-Equivalent [UE], waarvoor geldt:

UE i.J PH. * AC,^^.

Alhoewel de beoordeling van verplaatsingsweerstanden subjectief is, zal naar verwachting uit onderzoek blijken:

Er zijn homogene groepen personen/huishoudens te onderscheiden, die voor een zeker type activiteit een (min of meer) gelijke acceptatiewaarden hebben voor verplaatsingsweerstanden.

Elke groep levert dan een specifieke bijdrage aan d e potentiële interactie, volgens: UE UE S.1.J ^«8.J * ^^«.i.j-1.J S UE 0,1,J en; Zodoende geldt:

stelling 7: De bereikbaarheid van een bestemmings zone (i) is de som van de potentiële interacties met herkomstzones (j), uitgedrukt in User-Equivalents.

stelling 8:

Voor een zekere activiteit zijn meestal in verschillende bestemmings-zones activiteitsruimten aanwezig. Daardoor ontstaan er voor personen/ huishoudens keuzes aangaande het gebruik van activiteitsruimten en dus concurrenties tussen bestemmingszones.

Zodra voor een zekere activiteit de verplaatsingsweerstanden vanuit een herkomstzone naar meer dan één bestemmings zone acceptabel zijn, dan zijn die bestemmingszones voor die activiteit onderling concurrerend.

Er zijn dan te onderscheiden:

- Initial User Equivalents: aiemgevende de potentiële inter-acties tussen herkomstzones en elke bestemmingszone afzonderlijk. - Multi Related User Equivalentst aangevende het deel van de Initied User Equivalents, waarvoor bestemmingszones onderling concurrerend zijn;

- Single Related User Equivalentst aangevende het deel van de Initial User Equivalents, waarvoor bestemmingszones niet concurrerend zijn.

(17)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 4.3 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

De verwachting dat personen/huishoudens e e n zekere bestemmingszone zullen gebruiken is afhankelijk v a n d e opportunity v a n d i e bestemmingszone in verhouding tot d i e v a n andere b e s t e m m i n g s z o n e s . stelling 9: De opportunity van een bestemmingszone voor een herkomstzone wordt

bepaald door het produkt van de omvang/aard van de activiteitsruim-ten in (de 'attractiviteit' van) de bestemmingszone èn de acceptatiewaarde van de verplaatsingsweerstand met die herkomstzone. De concurrentie tussen best«nningszones kan derhalve beschreven worden met de relatieve opportunities.

Met behulp van een distributie van de Multi Related User Equivalents naar rato van deze relatieve opportunities kan de concurrentie tussen bestemmingszones worden verdisconteerd.

stelling 10: De concurrentie tussen bestemmingszones vanuit een herkomstzone kan worden gekwantificeerd met behulp van de distributie van de Multi Related User Equivalents van die herkomstzone, naar rato van de relatieve opportunities van bestemmingszones.

V e r b i n d i n g e n kunnen gevormd worden door e e n enkelvoudig of e e n m e e r -voudig vervoersysteem, bijv. a u t o - e n o p e n b a a r v e r v o e r .

stelling 11: Zodra herkomst- en bestemmingszones met een meervoudig vervoersys-teem zijn verbonden, ontstaat er concurrentie tussen vervoerwijzen. Er zijn d a n t e onderscheiden:

- Initial User Equivalents: aangevende de potentiële interacties tussen herkomstzones e n bestemmingszones m e t e l k vervoersysteem afzonderlijk.

- Multi Transportable User Equivalentst aangevende het deel van de Initial User Equivalents, waarvoor vervoersystemen onderling concurrerend zijn.

- Single Transportable User Equivalents: aangevende het deel van de Initial User Equivalents, waarvoor vervoersystemen niet concurrerend zijn.

Zie ter verdere toelichting: S 5.2

De onderlinge concurrentie tussen vervoersystemen kan worden weergegeven met de zogenaamde verplaatsingstijdfactor [FJT]( de gegeneraliseerde verplaatsingstijd middels de ene vervoerwijze gedeeld door die middels de andere).

In deze gegeneraliseerde verplaatsingstijd zijn tevens te verdis-conteren effecten van eventuele flankerende maatregelen, zoals res-trictief parkeerbeleid, prijsmechanisch rijden, spitsvignetten, etc. stelling 12: Het marktaandeel [HS^] van vervoerwijzen (m) op een zekere verbinding

kan worden beschreven met behulp van de verplaatsingstijdfactor [ F J T ] .

Voor het verloop van het marktaandeel voor het openbaar vervoer gelden de v o l g e n d e hypothesen:

* e r is e e n w a a r d e F J T Q , waarvoor MS^^ e e n m a x i m a l e w a a r d e heeft, (Stel MSo,^^,, = 7 0 % )

* e r i s e e n w a a r d e FJT2, waarvoor MS^^ e e n w a a r d e heeft v a n 1 0 % (MS,j,(2, = 0.10)

(18)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 4.4 Technische Universiteit Delft p r o f . i r . P e t e r Hakkesteegt

Tussen FJTQ en FJTj heeft de marktaandeelfunctie (Market Share

Function) een S-vormig v e r l o o p .

stelling 13> Het verloop van de marktaandeelfunctie van het openbaar vervoer kan benaderd worden door een normaalverdelings-functie, 'gefit' door de waarden behorend bij FJTQ en FJT^, die voldoet aan:

met: MS '.J a * EXP-(FJTj j - FJTo)'=/C MS_ fMS^« S 1.0] 0.7 0.1 0.0 FJT„ FJT,

figuur 4.2 Verloop Market Share Function.

— • FJT_

Kiezen we voor F J T Q « 1.00 en FJTj = 2.50 dan volgt; C -^ 1.156. Tabel 4.2 geeft bij deze keuze enkele waarden voor MSpj^.

Tabel 4.2 FJT:

HS:

1.00 0.70

Enkele waarden voor NS bij FJT(O) = 1.00 en FJT(2) « 2.50 1.20 0.68 1.40 0.60 1.50 0.56 1.60 0.51 1.70 0.46 1.80 0.40 1.90 0.35 2.00 0.29 2.20 0.20 2.50 0.10 3.00 0.02

Met behulp van een distributie van de Multi Transportable User Equi-valents kan de onderlinge concurrentie tussen die vervoerwijzen worden verdisconteerd.

stelling 14: De concurrentie tussen vervoerwijzen kan worden gekwantificeerd met behulp van de distributie van Multi Transportable User Equivalents, naar rato van de marktaandelen van die vervoerwijzen op de betreffende verbinding.

(19)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 - 5.1

Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

E n k e l e s u b - c a s e s . A l v o r e n s d e b e r e i k b a a r h e i d v a n h e t s t u d i e g e b i e d t e k w a n t i f i c e r e n w e r k e n w e t e r t o e l i c h t i n g o p d e e s s e n t i e s v a n h e t c o n c e p t u e e l m o d e l e e r s t e e n a a n t a l s u b - c a s e s u i t . In d e e e r s t e s u b - c a s e is e r g e e n s p r a k e v a n c o n c u r r e n t i e s , n o c h t u s s e n b e s t e m m i n g s g e b i e d e n , n o c h t u s s e n v e r v o e r s y s t e m e n . D a a r n a v o e r e n w e in s u b c a s e 2 d e c o n c u r r e n t i e in t u s s e n v e r v o e r s y s t e -m e n e n i n s u b - c a s e 3 t u s s e n b e s t e -m -m i n g s z o n e s . A l l e c a s e s b e t r e f f e n v o o r a l s n o g é é n verplaatsingsrootief ( w o o n - w e r k ) , z o n d e r d i f f e r e n t i a t i e n a a r f u n c t i e c a t e g o r i e ë n e n v a n e e n u n i f o r m g e s c h i k t a a n b o d o p d e w o n i n g m a r k t , m e t 1 w e r k z a m e p e r s o o n p e r h u i s h o u d e n . S u b - c a s e 1. We g a a n u i t v a n e e n g e b i e d m e t : * 2 0 0 . 0 0 0 w o n i n g e n / h u i s h o u d e n s v e r d e e l d o v e r e e n v i j f t a l z o n e s v o l g e n s : z o n e 1 e n 2 : e l k 7 0 . 0 0 0 e n z o n e 3 t / m 5 e l k 2 0 . 0 0 0 ; * é é n w e r k g e l e g e n h e i d s c o n c e n t r a t i e van 3 0 . 0 0 0 a r b e i d s p l a a t s e n i n z o n e 3 ; * v e r b i n d i n g e n v o o r a u t o v e r v o e r , g e d e f i n i e e r d met g e g e n e r a l i s e e r d e v e r p l a a t s i n g s t i j d e n v o l g e n s t a b e l 5 . 1 . 1 . ( v . v . )

U i t g a a n d e v a n d e waarden v o o r AC.^^ v o l g e n s t a b e l 4 . 1 z i j n dan d e a c c e p t a t i e w a a r d e n v o o r de v e x r p l a a t s i n g s w e e r s t a n d e n z o a l s w e e r g e g e v e n i n t a b e l 5 . 1 . 2 .

tabel 5.1.1 Verplaatsingsweerstanden per auto (min.)

1 2 3 4 5 1 5 2 10 5 3 20 20 5 4 30 30 30 5 5 40 40 40 40 5

tabel 5.1.2 Acceptatiewaarden van de verplaatsingsweerstanden 1 2 3 4 5 1 1.00 2 1.00 1.00 3 0.91 0.91 1.00 4 0.69 0.69 0.69 1.00

5 1

0.44 1

O.U 0.44 0.44 1.00

De s i t u e r i n g van de z o n e s kan e r dan a l s v o l g t u i t z i e n [ ü huishoudens 20.000 I arbeidsplaatsen 70.000 70.000 15 10 v e r p l . t i jd in minuten (auto) 5 5 10

1

20.000 30.000 10 20.000 15 Schema 5 . 1 . 1 S t r u c t u u r g e b i e d s u b - c a s e 1

(20)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 5.2

-Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Opgave A: Kwantificeer het bereikbaarheidsprofiel voor de

werkgele-genheid in zone 3.

Uitwerking: Volgens stellingen 5-7 geldt;

Bereikbaarheid zone 3 = S(PH{ * AC, ,) UE

tabel 5.1.A.1 Bereikbaarheidsprofiel bestemningszone 3 herkomstzone nr 1 2 3 4 5 1 huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 200.000 User Equivalents 1 2 3 18.200 63.700 20.000 48.300 8.800 159.000 4 5 Z 18.200 63.700 20.000 48.300 8.800 159.000

De bereikbaarheid van zone 3 is derhalve: 159.000 UE

Daarvan is de bijdrage uit herkomstzone 1 11%, uit zone 2 40%, uit zone 3 13%, uit zone 4 30% en uit zone 5; 6%

Oixiave B; Kwantificeer de te verwachten vervoerrelaties.

Het totaal aantal arbeidsplaatsen in zone 3 bedraagt 30.000. Dit limiteert het aantal actuele interacties tussen deze bestemmings-zone en de herkomstbestemmings-zones.

Indien de actuele interacties tussen herkomst- en bestemmingszones zich verdelen naar rato van de potentiële interacties, dan zijn de te verwachten vervoerrelaties zoals weergegeven in tabel 5.1.B.1

tabel 5.1.B.1 Actueel gebruik bestemning zone 3 (Users)

nr 1 2 3 4 S £ huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 200.000 1 2 3 3.420 12.030 3.780 9.120 1.650 30.000 4 5 £ 3.420 12.030 3.780 9.120 1.650 30.000

(21)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 5.3 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

5.2 Sub-case 2 : Concurrentie t u s s e n v e r v o e r s y s t e m e n .

W e gaan u i t v a n een gebied conform sub-case 1, echter t e v e n s m e t ; * v e r b i n d i n g e n voor weggebonden openbaar vervoer, gedefinieerd m e t gegeneraliseerde verplaatsingstijden v o l g e n s tabel 5.2.1. (v.v.) * acceptatie verplaatsingsweerstanden openbaar vezrvoer conform tabel

5.2.2

tabel 5.2.2 Acceptatiewaarden van de verplaats i ngsweerstanden 1 2 3 4 5 1 1.00 2 0.91 1.00 3 0.44 0.44 1.00 4 0.23 0.23 0.23 1.00 5 0.10 0.10 0.10 0.10 1.00 tabel 5.2.1 Verplaatsingsweerstanden

per openbaar vervoer (min)

1 2 3 4 5 1 10 2 20 10 3 40 40 10 4 50 50 50 10 5 60 60 60 60 10

O p g a v e A; Kwantificeer het bereikbaarheidsprofiel p e r vervoersys-teem v o o r d e werkgelegenheid In sone 3.

U i t w e r k i n g : Conform stelling 14 komt d e concurrentie tussen vervoer-wijzen tot uiting in de d i s t r i b u t i e v a n d e Multi

Transportable Initial User Equivalents, naar rato van

de marktaandelen v a n d i e v e r v o e r w i j z e n . D e b e r e k e n i n g kent derhalve d e volgende s t a p p e n :

S t a p 1: Bereken alle potentiële interacties v a n d e herkomstzones p e r vervoerwijze afzonderlijk

Dit levert d e Initial User E q u i v a l e n t s p e r T r a n s p o r t m o d e [ l U E ] .

S t a p 2; Onderscheid hierin:

- M u l t i Transportable lUE [MT] - Single Transportable lUE [ST]

S t a p 3: Distribueer de Multi Transportable Initial User E q u i v a l e n t s over d e vervoerwijzen naar rato v a n hun m a r k t a a n d e l e n . U i t w e r k i n g stap 1: Berekening Initial U s e r E q u i v a l e n t s : H i e r v o o r geldt; lUE.- : _ = PH; * A C , ; „.

V o o r d e w a a r d e n v a n AC, , _; zie tabellen 5.1.2 en 5.2.2

i,j,m

tabel 5.2.A.1 Initial User Equivalents per vervoerwijze herkomstzone nr 1 2 3 4 5 huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 bestemningszone 3 auto 18.200 63.700 20.000 48.300 8.800 openb. verv 8.800 30.800 20.000 16.100 2.000

(22)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 - 5.4 Technische Universiteit Delft p r o f . i r . P e t e r Hakkesteegt

Uitwerking s t a p 2: Onderscheid de Multi Transportable en de S i n g l e Transportable lUE

Beschouw herkomstzones 1 en 3 .

Deze zones l e v e r e n de volgende I n i t i a l User E q u i v a l e n t s p e r v e r v o e r w i j z e ; ( z i e t a b e l 5 . 2 . A . 1 ) .20.000 ,—I \S\ Single Transportable

I I

herk.zone 1

H

.18.200 .8.800

Hl

Multi Transportable herk.zone 3

f-

-\

Hieruit blijkt voor herkomstzone 1:

8.800 lUE zijn Multi Transportable (18.200- 8.800)= 9.400 lUE zijn Single Transportable En voor herkomstzone 3:

20.000 lUE zijn Multi Transportable

Uitwerking stap 3; Distribueer de Multi Transportable ZUE over concurrerende vervoerwijzen naar rato van de

hun marktaandelen.

Bij het bepalen van het marktaandeel [MS] wordt gebruik gemaakt van de zgn verplaatsingstijd-f actor [FJT], welke de verhouding weergeeft van de verplaatsingstijd per openbaar vervoer en per auto.

Uitgaande van tabel 4.2 zijn de waarden voor deze marktaandelen:

tabel 5.2.A.2 Verplaatsingstijd factor en marktaandeel vervoerwijzen zone nr 1 2 3 4 5 verpl.tijden (min) auto 20 20 5 30 40 o.v. 40 40 10 50 60 FJT 2.00 2.00 2.00 1.66 1.50 marktaandeel auto 0.71 0.71 0.71 0.52 O.U o.v. 0.29 0.29 0.29 0.48 0.56

Met behulp hiervan worden de Multi Transportable Initial User Equivalents over de vervoerwijzen gedistribueerd conform tabel 5.2.A.3

tabel 5.2.A.3 Distributie Nulti Transportable lUE herkomst zone 1 2 3 4 5 Nulti Transportable lUE 8.800 30.800 20.000 16.100 2.000 marktaandeel auto 0.71 0.71 0.71 0.52 0.44 o.v. 0.29 0.29 0.29 0.46 0.56 Distributed lUE auto 6.250 21.870 14.200 8.370 880 openb. verv. 2.550 8.930 5.800 7.730 1.120

(23)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 5.5

-Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

Uit de distributie van de Multi Transportable lUE, tezamen met de Single Transportable lUE volgt de bereikbaarheid van de bestemmings-zone per vervoerwijze uit gedrukt in User Equivalents:

tabel 5.2.A.4 Bereikbaarheidsprofiel bestemningszone 3 herkomstzone nr 1 2 3 4 5 S huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 200.000 User Equivalents auto 15.650 54.770 14.200 40.570 7.680 132.870 openb. verv 2.550 8.930 5.800 7.730 1.120 26.130 £ 18.200 63.700 20.000 48.300 8.800 159.000

Otxaave B; Kwantificeer de te verwachten vervoerrelaties.

Indien de actuele interacties tussen herkomst- en bestemmingszones per vervoersysteem zich verdelen naar rato van de potentiële interacties, dan zijn de te verwachten vervoerrelaties zoals weergegeven in tabel 5.2.A.5

tabel 5.2.A.5 Actueel gebruik bestemningszone 3 zone 1 2 3 4 5 £ auto 2.950 10.330 2.680 7.650 1.450 25.070 openb. verv 480 1.680 1.090 1.460 210 4.930 Z 3.430 12.020 3.770 9.110 1.660 30.000

(24)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 5.6 -Technische Universiteit Delft p r o f . i r . P e t e r Hakkesteegt

Sub-case 3: Concurrentie tussen bestemmingszones.

We gaan u i t van een gebied volgens schema 5.1.1

* 200.000 woningen/huishoudens verdeeld over een v i j f t a l zones

volgens: zone 1 en 2; elk 70.000 en zone 3 t/m 5 elk 20.000;

* 100.000 arbeidsplaatsen verdeeld over een v i j f t a l zones volgens:

zone 1 en 2: elk 5.000 en zone 3 t/m 5 elk 30.000

* verbindingen voor autovervoer, gedefinieerd met gegeneraliseerde

v e r p l a a t s i n g s t i j d e n volgens t a b e l 5 . 1 . 1 . ( v . v . )

* a c c e p t a t i e verplaatsingsweerstanden conform t a b e l 5.1.2

| S huishoudens I B arbeidsplaatsen 70.000 5.000 20.000 tsen 30.000 |— 1 70.000 m 4

5.000 BB BB 2

em mi 1

5 15 s 5 10 5 10 10 v e r p l . t i j d in minuten (auto) 15 3

PI

20.( 20.000 30.000 )00 30.000 ra c

Schema 5.3.1 Structuur gebied sub-case 3

OtKiave A: Kwantificeer het bereikbaarheidsprofiel van de bestenmings-zones, rekening houdend met onderlinge concurrenties.

Uitwerking: Conform stelling 10 komt de concurrentie tussen bestem-mingszones tot uiting in de distributie van de ffulti

Related Initial User Equivalents,

naar rato van de

relatieve opportunities.

De berekening kent derhalve de volgende stappen;

Stap 1; Bereken alle potentiële interacties van de herkomstzones met elke bestemmingszone afzonderlijk.

Dit levert de Jnitial User Equivalents [lUE].

Stap 2; Onderscheid hierin de Multi Related en de Single Related lUE.

Stap 3: Distribueer de Multi Related lUE naar rato van de relatieve opportunities van bestemmingszones.

(25)

Vakgroep VERKEER Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 5.7 -Technische Universiteit Delft p r o f . i r . P e t e r Hakkesteegt

U i t w e r k i n g s t a p 1 : B e r e k e n i n g I n i t i a l U s e r E q u i v a l e n t s :

H i e r v o o r g e l d t : lUE, , = PH; * AC, , .

' » J J 1 # J

Voor de waarden van AC.. .: zie tabel 5.1.2 ' f j tabel S.3.A.1 herkomstzone nr 1 2 3 4 5 huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000

Initial User Equivalents bestemningszone 1 20.000 70.000 18.200 48.300 8.800 2 20.000 70.000 18.200 48.300 8.800 3 18.200 63.700 20.000 48.300 8.800 4 13.800 48.300 13.800 70.000 8.800 5 8.800 30.800 8.800 30.800 200.000

Uitwerking stap 2: Onderscheid de Nulti Related en Single Related ZUE

Beschouw herkomstzone 1.

Deze zone levert de volgende Initial User Equivalents naar de bestemmingszones 1 t/m 5; (zie tabel 5.3.A.1)

• •

z

1

J

1

s

1 1

1 •

j i

i 18.200

1 I

1 •

J.. ..1

1

1

1 1

13.800 8.800 0 Hieruit blijkt:

8.800 lUE zijn Multi Related met zone 1,2,3,4 en 5 (13.800- 8.800)= 5.000 lUE zijn Multi Related met zone 1,2,3 en 4 (18.200-13.800)« 4.400 lUE zijn Multi Related met zone 1,2 en 3 (20.000-18.200)« 1.800 lUE zijn Multi Related met zone 1 en 2

Er blijken in dit geval dus geen Single Related User Equivalents te zijn.

Uitwerking stap 3: Distribueer de Multi Related ZUE over de concur-rerende bestemmingszones naar rato van de rela-tieve opportunities.

Distributiefunctie: DUE. . » lüE, , * OPT, i/S(OPT, -)

',J •,J 'fj 'fj

en:

met: DUE OPTj , = AUj * AC, i

^ , ; Distributed User Equivalents voor zone (i) uit zone (j) lUEj j : Initial User Equivalents

voor zone (i) uit zone (j)

(26)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid mrt. 1993 5.8

-Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

tabel 5.3.A.2 Waarden voor de berekening van relatieve opportunities. zone: AU(i) AC(i.j) OPKi.j) stap 3.1 stap 3.2 stap 3.3 stap 3.4 1 30.000 1.00 30.000 * * 2 5.000 1.00 5.000 3 30.000 0.91 27.300 4 5.000 0.69 3.450 * 5 30.000 0.44 13.200 * Z Z(OPT) 78.950 65.750 62.300 35.000 S t a p 3 . 1 : D i s t r i b u t i e 8 . 8 0 0 lUE M u l t i R e l a t e d met z o n e 1 , 2 , 3 , 4 , 5 ; DUE 3 0 . 0 0 0 / 7 8 . 9 5 0 * 8 . 8 0 0 = 5 . 0 0 0 / 7 8 . 9 5 0 * 8 . 8 0 0 = 2 7 . 3 0 0 / 7 8 . 9 5 0 * 8 . 8 0 0 = », 4 - 3 . 4 5 0 / 7 8 . 9 5 0 * 8 . 8 0 0 = D U E / J = 1 3 . 2 0 0 / 7 8 . 9 5 0 * 8 . 8 0 0 = DUE DUE DUE, 1.1 1,2 1,3 3.340 560 3.040 380 1.470

Stap 3 . 2 ; D i s t r i b u t i e 5.000 lUE Multi Related met zone 1 , 2 , 3 en 4; DUE^ ^ - 3 0 . 0 0 0 / 6 5 . 7 5 0 * 5 . 0 0 0 « 2 . 2 8 0 DUE DUE DUE 1.2 1.3 1.4 5 . 0 0 0 / 6 5 . 7 5 0 * 5 . 0 0 0 - 380 2 7 . 3 0 0 / 6 5 . 7 5 0 * 5 . 0 0 0 - 2 . 0 8 0 3 . 4 5 0 / 6 5 . 7 5 0 * 5 . 0 0 0 - 2 6 0 S t a p 3 . 3 : D i s t r i b u t i e 4 . 4 0 0 lUE M u l t i R e l a t e d met z o n e 1 , 2 e n 3 DUE S t a p 3 . 4 : 3 0 , 0 0 0 / 6 2 . 3 0 0 * 4 . 4 0 0 - 2 . 1 2 0 5 . 0 0 0 / 6 2 . 3 0 0 * 4 . 4 0 0 » 3 5 0 ., 3 - 2 7 . 3 0 0 / 6 2 . 3 0 0 * 4 . 4 0 0 = 1 . 9 3 0

D i s t r i b u t i e 1 . 8 0 0 lUE M u l t i R e l a t e d met zone 1 e n 2 DUE DUE, 1.1 1.2 DUE DUE 1.1 1.2 3 0 . 0 0 0 / 3 5 . 0 0 0 * 1 . 8 0 0 = 1.540 5 . 0 0 0 / 3 5 . 0 0 0 * 1 . 8 0 0 = 260

tabel 5.3.A.3 Distributie Initial User Equivalents herkomstzone 1 stap 3.1 3.2 3.3 3.4 Z lUE 8.800 5.000 4.400 1.800 20.000 1 3.340 2.280 2.120 1.540 9.270 2 560 380 350 260 1.550 3 3.040 2.080 1.930 7.050 4 380 260 640 5 1.470 1.470

Uit de d i s t r i b u t i e van a l l e lUE v o l g t de bereikbaarheid van de bestem-mingszones, h e t bereikbaarheidsprof i e l , uitgedrukt i n User Equivalents

tabel 5.3.A.4 Bereikbaarheidsprofiel bestemningszones (User Equivalents) zone 1 2 3 4 5 Z 1 9.270 32.500 7.090 17.380 1.910 68.160 2 1.550 5.420 1.180 2.900 320 11.370 3 7,050 24.670 9.590 17.380 1.910 60.600 4 640 2.270 650 25.900 320 29.780 5 1.470 5.150 1.480 6.450 15.540 30.090 Z 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 200.000

(27)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt, 1993 5.9 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

De mate v a n bereikbaarheid kan tevens tot uiting gebracht worden door het potentieel gebruik van activiteitsruimten t e relateren aan het aantal activiteitsruimten in bestemmingszones.

Daarvoor gebruiken w e de berelkbaarheldslndex (Accessibility Index [ A I ] ) , m e t :

A I , = S UE. j / A U ,

Deze bereikbaarheidsindex geeft dus de verhouding tussen de ge-kwantificeerde bereikbaarheid en het aantal Activity Units per bestemmings zone.

Een index kleiner dan 1.0 duidt op onvoldoende bereikbaarheid en werkt door op het te verwachten aandeel niet-gebruikte activi-teitsruimten en dus op het te verwachten aantal aankomsten. Het vergelijk van de indices geeft aan het proportionele verschil in bereikbaarheid.

tabel 5.3.A.5 Bereikbaarheids index per bestemmingszone

Arbeidsplaatsen (AU) Bereikbaarheid (UE) Index (AI) 1 30.000 68.160 2.27 2 5.000 11.370 2,27 3 30.000 60.600 2.02 4 5.000 29.780 5.96 5 30.000 30.090 1.00

Opgave B; Kwantificeer d e t e verwachten vervoerrelaties.

Indien d e actuele interacties tussen herkomst- e n bestemmingszones zich verdelen naar rato van de potentiële interacties, d a n zijn d e t e verwachten vervoerrelaties zoals weergegeven in tabel 5.3.B.1

tabel 5,3.B.1 Actueel gebruik bestemningszones (Users)

nr 1 2 3 4 5 Z huish. 20.000 70.000 20.000 70.000 20.000 200.000 1 4.080 14.300 3.120 7.650 840 30.000 2 680 2.380 520 1.280 140 5.000 3 3.490 12.210 4.750 8.600 950 30.000 4 110 380 110 4.350 50 5.000 5 1.470 5.130 1.480 6.430 15.490 30.000 Z 9.830 34.420 9.970 28.310 17.470 100.000

(28)

Vakgroep VERKEER - Rekenen aan bereikbaarheid - mrt. 1993 6.1 -Technische Universiteit Delft prof.ir.Peter Hakkesteegt

6» De bereikbaarheid In een studie-case,

We gaan uit van een gebied volgens schema 5,3.1 met:

* 200.000 woningen/huishoudens verdeeld over een vijftal zones volgens: zone 1 en 2: elk 70,000 en zone 3 t/m 5 elk 20,000; * 100.000 arbeidsplaatsen verdeeld over een vijftal zones volgens:

zone 1 en 2; elk 5.000 en zone 3 t/m 5 elk 30,000

* verbindingen voor autovervoer, gedefinieerd met gegeneraliseerde verplaatsingstijden volgens tabel 5.1.1. (v.v.) en acceptatie verplaatsingsweerstanden volgens tabel 5.1.2

* verbindingen voor weggebonden openbaar vervoer, gedefinieerd met gegeneraliseerde verplaatsingstijden volgens tabel 5.2.1. (v.v,) en acceptatie verplaatsingsweerstanden volgens tabel 5.2.2

Opgave A; Kwantificeer het bereikbaarheidsprofiel van de

bestem-mingszones, rekening houdend met concurrerende sones en net concurrerende vervoersystemen.

Uitwerking; Door de introductie van een meervoudig vervoersysteem kunnen Initial User Equivalents [ lUE ] zowel Multi Related zijn met concurrerende bestemmingszones, als Multi

Trans-portable met concurrerende vervoersystemen.

Conform de stellingen 10 en 14 geldt dan voor de meer-voudige distributie:

a. over concurrerende zones naar rato van de relatieve opportunities van bestemmingszones;

b. over concurrerende vervoerwijzen naar rato van het marktaandeel van de vervoerwijzen per relatie. Voor de berekening van dit marktaandeel wordt gebruik gemaakt van de verplaatsingstijdfactor.

De berekening kent derhalve de volgende stappen;

Stap 1: Bereken alle potentiële interacties van de herkomstzones met elke bestemmingszone en per vervoerwijze afzonderlijk Dit levert de Initial User Equivalents per Transportmode

[lUE].

Stap 2: Onderscheid hierin;

- Multi Related en Multi Transportable lUE [MR*MT] - Multi Related en Single Transportable lUE [MR*ST] - Single Related en Multi Transportable lUE [SR*MT] - Single Related en Single Transportable lUE [SR*ST] Stap 3; Distribueer de Multi Related lUE naar rato van de relatieve

opportunities van bestemmingszones.

Stap 4: Distribueer deze vervolgens over de vervoerwijzen naar rato van hun marktaandeel.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Innymi słowy, osadził się on w połowie drogi między kinem eksperymental­ nym a popularnym, zaś jego przedstawicieli traktowano jako artystów, którzy zdecydowali

W dzień pojechałem do polskiej wsi Stara Huta, gdzie po mszy w kościele zebra- ła się cała ludność� Wygłosiłem referat o położeniu na frontach i o zadaniach narodu

Zaprezentowane referaty w w ielow ym iarow ym św ietle ukazały drogę tw ór­ czą Zdzisława Zygulskiego, który poprzez studia na U niw ersytecie Jana K azim ierza w

Lozanna, 8. Dawno Pani nam nie odpisujesz. Odpisałem że gotow jestem przyiąc tę katedrę sławianską iesli uda się Leonowi utworzyć ją. Wspomniałem mu o

10— 13 tejże ustawy, mają zastosowanie przepisy o kosztach zawarte w prawie o sądach ubezpieczeń społecznych”... Piśm iennictwo

Janusz Giera Spostrzeżenia na temat funkcjonowania zespołów adwokackich Palestra 21/6(234),