L
.
.
• 1 ~ j , ' /. TOELICHTING BIJHET FABRmKSSCHEMA TER BEREIDING VAN UREUM.
F.I.M.van Haaren T 4
Oude De lft 55
Delft.
I , I I I I
I
I , 1 I I / / I / , Ii'
r
-
.
-:
I I I ,.
~
.
n oPs
' ~ ,i
I..
: j'
i
z -~, , I I1 , J II1;
i
I 'I..
1 , 1 1 1 ijl
1 I I I ' I----,I
I,
Ir ! 11I . 1 I I I1•
.
---~ --- -- -!l- --- - ---T ---I I I I~1
I
..
ii
,
Ol z '" n 0 - - --L -- - --- C~~----21 -_ __ _ _ _I
1
-~
---__t_II
I
'
'"
~r----~~~---. ~ ~ ~ --~ ---:,# ---:/,~f " ... ,,',"I~
~----~---~
/
·
T
/J
~
~----
---~•
.
.
Erratum.
Op pagina 30 staat vermeld dat volgens lit.45 de hoogte van de priltoren 12.000 mme is .Deze afmeting is ook in de tekening weergegeven.
Nadat verslag en tekening gemaakt waren, is uit mondelinge mededelingen van het S.B.B.van de Staatsmijnen onlangs gebleken d,a.t in dit bedrijdr een priltoren in ge-bruik is met de volgenJeafmetingen:hoogte 32.000 mm en een diameter van 10.000 mm.Deze veel grotere hoogte zou hen in staat stellen niet alleen een gestolde korrel beneden in de toren te verkrijgen maar tevens een harde korrel, die niet
mee~ aan elkaar gaat kleven •
Deze wijziging moet dus op pagina 30 aangebracht worden omdat het prillen hierdoor verbeterd wordt.
Voorts is er niet in het verslag op gewezen dat bij stagnatie in het bedrijf overal in de apparaten door afkoeling stolling kan optreden.Een variant op dit schema is dan ook i.p.v.één productieeenheid van 120 ton per dag er drie kleinere ~aast elkaar te bouwen,~eder met een capaciteit van 40 ton per dag.Dit zou als verder voordeel hebben)naast het beter kunnen opvangen van storingen, dat de totale
productie-\ productie-\, productie-\ " capacite it gemakkelijker aan de marktbehoefte kan aangepast
\ •.. ( .':'
-
\\ ' .
~t.!...-i)\rAll)~ worden zowel bij inkrimpen als vergroten van de productie.
Het S.B.B. van de Staatsmijnen b.v.heeft drie productie eenheden van 50 ton per dag. Zij gaan deze nu opvoeren tot 75 ton per dag en bouwen er een naast met eveneens ~ 75 ton per dag.
Deze opbouw heeft wel een voordeel maar is niet nOOdZakeli~~~Q..e1~ Dit laatste is dan ook slachts als een mogelijkheid naar voren
I Doel.
De opdracht bestaat uit het ontwerpen eh berekenen van
een processchema ter bereiding van ureum,CO(NH2)2.Het
- - - -
-
- --•
2.
II Algemene Inleiding.
Bereiding.
Het ureum is een van de eerste sy~hetisch
be-reide organische verbindingen.Na de ontdekking door Rouelle,
Vauquelin en Prout werd deze stof door Wöhler in 1828 bereid
volgens: 2 KOCN + (NH4)2S04 __ K
2S04 + 2 NH40CN (1)
door indampen van deze oplossing verloopt de reactie:
NH400N --?
H2NO~~
~~
H2N-8-NH2 tlit.l) (2)Deze bereidingswijze is echter nog slechts van historisch
belang.
Deze s,ynthese heeft de eerste stoot gegeven voor
de ver;dere snelle ontwikkeling van de preparatieve organische chemie.Enkele van de later gevonden bereidingsmethoden van ureum zijn o.a. : (lit.l,2,3,5)
l.uitgaande van fosgeen en ammoniak
Cl / Mh
O~o + 2 NH
3 -. 0 ::=
°
+ 2 HOI (3)'Cl '\. ~lh.
2.door hydrolyse van cyanamide:
H
2N -C::
'\'.
-
-
ii
-
-
-
.
~
- - _.
--
ÊqH-.J
~L
H2N-Ç:::NJi OH .. '. J1-,>
H2Nq NHö
2 (4)'.een industrieel proces is CO2 inleiden in een
suspensie van calciumcyanamide is water,waarbij de hoofdreacties zijn: CaON2 + CNN~ + 4.de meest 002 + ~O -~ CNNH2 + CaB0 3 H20 > NH 200NH2 H SO
eenvoudig~ g~ondstoffen coor de
be-reiding zijn wel CO2 en NH
3;onder druk en
~~
~
~
__ ot:~~
~
0~
<
:2
--=3
~
O:C
~
~~4
ammoniumcarbamaat.
Het aldus gevormde carbamaat kan on~eden :
C
~
~
-> NH +C
~
~H2
->C~OH
"ONH 3 "'-OH '\ OH
4 c arbaminezuur
NH
at-
OH ~ (EN-::.c-=o
'OH HN::CO + NH
3
HOC=-N ) --' H N-Ç,-NH 2 Ö 2 (7) (8) (9 ) (10)Door de grote ontwikkeling,die de hoge druk techniek heeft
doorlopen is nog slechts het laatste proces op het oogenblik
van industrieel belang.Hier immers zijn de grongstoffen
re-latief het goedkoopste en bovendien wordt het ureum in een meer zuivere vorm verkregen (lit.5 )
Eigenschappen van ureum.
Structuur.
Volgens lit.3 is de stuctuur:
HN;C~3
;hier zouo
N 5 covalenties hebben.Deze structuur-hypothese is daarom ook
verlaten. volgens lit. 4 moeten we hier de
z.g.zwitterion-e
<!lm
2structuur veronderstellen: o-C~ .Deze vindt tevens een
NH
bevestiging in physische en chemiscfie metingen.
Thermische Stabiliteit.
Ureum is een kleurloze gekristalliseerde stof,die
smelt bij 132,7
°c
(lit.6).Bij normale druk boven zijnsmelt-punt verwarmd omtleedt ) het.Uit de thermodynamische beschouwingen
van E.Lienhard (Iit.? )volgt dat bij deze ontleding het practiscl
onmogelijk is water af te splitsen,omdat vóór debJldratatie
het ureum reeds gesplitst is in NH
3 en cyaanzuur.
NH2CONH2 - ' - > NH
3
+ HCNO (LL)HNCO Î'J""H2C ONH2 -.> H2NCONHCONH2 (12)
~
- - - _
.
_.__
. - - --4.
Het cyaanzuur kan echèèr ook polymeriseren:
3 NOOH -> (NCOH)3 (13)
Bij de verschillende bewerkingen van ureumoplossingen
moet met deze storende reacties rekening worden gehouden. Toepassingen.
Het hoge stikstofgehalte van zuiver ureum (46
%7
maakt deze stof uitermate geschikt als meststof.Vooral daar de
vervoerskosten per ton N relatief het laagst zijn (70 kg
ureum komen overeen met 100 kg (NH4)2S04).Een tweede gunstige
eigenschap is de goede oplosbaarheid van ureum,waardoor het
mogelijk is de meest moderne mestmethode met vloeibare stoffen
toe te passen.Een voordeel is dat ureum zelf niet corrosief is.
Als uitgangsmateriaal vindt het in de chemie zeer
vele toepassingen o.a.in de thermohardende plastics b.v.
ureumformaldebyde en ureummelamine harsenfin de verfindustrie, pharmaceutische industrie (veronal),bij de bereiding van
hydrazine.tanqásta.finishmateriaal in de textielindustrie,
kleefmateriaal.als breker van water-olie emulsies in de
olie-industrie en ter isolering van rechte ketens van koolwater-stoffen om het octaangetal te verhogen.
Het ureum kan ook door bijmenging in veevoeder
rechtstreeks in het dierli ;k organisme opgenomen worden
als aanvulling op eiwitarm voedsel.Dit betekent in feite een verkorting van de stikstofcyclus.
Het overgrote deel van de geproduceerde hoeveelheid
ureum wordt echlter gebruikt als meststof.hierbij is het
van belamg het biureetgehalte zo laag mogelijk te houd_n, omdat dit op vele planten (b.v.citrusplanten) een schadelijke
invloed heeft,en bij verwerking tot harsen
dè!~
een ongewenste3
In het voorgaande zijn enkele methodes ter
berei-ding van ureum aangegeven.Het fosgeen is zeer vergiftig en
duur.Reden waarom een proces volgens
(3)
niet toegepastwordt.De prijs van de cyaanamiden en het relatief hoog
per~entage verontreinigingen bij dit proces zijn overwegende
bezwaren.
Alle moderne ureumfabrieken zijn dan ook steeds
gebouwd volgens het reactieschema
(7),
(8),(9) en(lO) • De voornaamste producenten in de jaren 1920-1935
waren Dupont&
de Nemours en de Badische Anilin undSodafabr~~.~erst na
1935
zijn er vele nieuwe processenontwikkeld o.a. door het SBB van de Staatsmijnen,Pechiney, Inventa A.G.,Ohemical Oonstruction Oompany,Montecatini enz. Alvorens deze processen nader te bespreken zullen eerst enkele algemene aspecten bezien worden.
Het proces uitgaande van ammoniak en koolzuur kan
men indelen in
3
fasen:A.Reactie van 002 en NH
3
onder hoge drut totammonium-carbamaat,waarbij dit laatste ten dele overgaat
in ureum en water
B.Verwijdering uit de oplossing van ureum de
hoe-veelheden CO2 en NH
3
die geen product gevormdhebben.
O. De ureumoplossing wordt verder geconcentreerd en
~--- , - - - - '
-6.
A.
Bij normale temperatuur en druk stelt hetvereen-voudigde evenwicht:
+ (lA- )
zich slechts langzaam in.Temperatuursverho~ing heeft hierop een
zeer gunstige werking (lit.IO)
Katalytische werking op deze instelling hebben
~ bij lagere temperaturen kolen, Na2S04, (NH4 )2003 en(NH4)2S (lit.ll:
De toename van de reactiesnelheid is echter bij hogere tempera-turen zo groot dat toepassing van katalysatoren geen zin meer heeft. (li t8 )
Het evenwicht ligt bij een molverhouding NH
3/002=
2/1 in een temperatuurtraject van 150 tot 200 oe bij 40 à 50
%
omzetting.Hierboven heeft de temperatuur nog slechts geringe invloed op het evenwicht, uiteraard wel op de snelheid van instellibg.
Een temperatuur boven de 200 oe is zeer bezwaarlijk omdat (lit.12) de corrosie dan zeer snel toeneemt en de druk om de gassen vloeibaar te houden en de ontleding van het
carba-maat volgens reactie (7) naar links tegen te gaan, zeer veel
moet toenemen.Lit.13,14,17,16 en 18 geven alle. aan een zeer
snelle toename van de ontledingsdruk met de temperatuur.
De evenwichtssamenstelling wordt tevens sterk bepaald
door de ladingsdichtheid of anders uitgedrukt door de druk.
Door Kawasumi en anderen {lit.14
.n
21 )is duidelijkaange-toon~at
bij toenemendeladingsdicht~eid
het evenwicht naarde kant van ureum verschoven wordt,Dit kan ook geschieden
door de molverhouding NH
3/002 groter dan 2 te maken (lit.13,
14,20 en 21).Het heeft geen zin de molverhouding groter dan
L:
6 te maken ;volgens 1it 22 en29
zou het zelfs mogelijk zijn002 quantitatief om te zetten in ureum bij een verhouding12/1.
I
'
Î\ ; ; l ,tc
Lt
\..
' ,
' , ' \'I,;:I.I'((;"/I\'~
') ( r' " t • , ••
7.
Voor een industrieel proces is dit echter onrendabelftemeer
daar CO2 een goedkope grondstof is.Het hoger rendement van
ureum kan afgeleid worden uit het aangegeven reactieschema; tevens kunnen we als verklaring aanvoeren de wateronttrekkende werking van de grote overmaat vloeibare ammoniak.
Ook zijn er ond4rzoekingen verricht naar het
effect van een overmaat CO2.De opbrengst wordt in dit geval
niet aanmerkelijk verhoogd.
De benodigde reactietijd varieert van 1 tot
2
uurafhankelijk van temperatuur en druk. Gegevens hierover staan in lit.10,13 en 21.
B. Uit het de reactieautoclaaf verlatende
reactie-mengsel moet het ureum afgescheiden worden.Hiertoe is het
nood
-zakeli~k het niet in ureum omgezette carbamaat te ontleden
(react"
(7)
naar links) in NH3 en e02,en dit laatste met
de eventueel aanwezige overmaat NH
3 uit de oplossing te
ver-wijderen. "" ,I
I \ ~i"~ \ Volgens lit .11 is de dampdruk van het carbamaat
A::. '. ~ ,
:Y') " bij 60 oe reeds 1 atmosfeer, Indien we dus bij hogere temp.
\ I , \
, \IW"J..,' \"
gaan werken bij atmosferische druk,dan dissocieert het
carba-/""\-..~ I -~ ~.~ ~ _~ •. - . - . . . •• _
maat (lit.18)Een moeilijkheid hierbij is dat het ureum ge-deeltelijk omgezet wordt in biureet.De snelheid van deze nevenreactie neemt snel toe met de temp.De ontleding van het carbamaat is endotherm.
In de verwerking van het reactie mengsel in deze
fase liggen daarom ook de grootste punten van onderscheid bij de verschillende uitvoeringsvormen.
Het ontwijkende NH
3 en e02 gas kan geregenereerd
worden,d.w.z.NH
---
-8. en NH4N03 oplossingen (lit.23f24f27 en 28).en na zuivering kan het NH
3
teruggevoerd worden in de reactieautoclaaf.Het isechèèr ook mogelijk NH
3 te verwerken tot NH4
-zouten,waar-door de kosten van regeneratie uitgespaard worden (lit.30) Een ver~ere voorwaarde om NH
3
-recycle achterwege te kunnenlaten is dat het 002 als toelaatbare verontreiniging in het gas voorkomt en het in de fabriek vrijwel kostenloos verkregen
kan worden.(b.v.als bijproduct bij de conversiegas fabriek)
c.
De in B.verkregen oplossing wordt ingedamptonder vacuumfwederom om biureetvorming zoveel mogelijk te ver-mijdem.
Afhankelijk van de eisen die gesteld worden kan
het
ureu~uitgekristalliseerd
dan wel geprild worden. Indienhet als grondstof moet dienen voor harsen zal aan kristallisatie
de voorkeur gegeven worden;bij gebruik als meststof zal om
verkooptechnische redenen geprild worden.Een bezwaar bij het
uitkristalliseren is dat hierbij steeds een hoeveelheid
moeder-loog afgevoerd moet worden.Een econ~mische eis is dan ook steeds
bij dit proces dat er een toepassingsmogelijkheid hiervoor
als vloeibare meststof aanwezig moet zijn (lit.~ en 26)
Het prillen berust voornamelijk op ervaring.Héérover
zijn ech.ter talloze patenten verschenen,waarbij een claim
gelegd wordt~ op een bepaalde stof ,die in zeer geringe
hoeveelheden bijgemengd wordt in de ureumsmeltfwaardoor de kwaliteit van de korrel verbeterd wordt.Het SiB.B.van de
Staatsmijnen
meng,~ niets bij en
heefb-
toch een korrel vanuitstekende kwaliteit.
Andere verwerkingstechnieken zijn:
transformatorolie of met ureumkorrels,waarin goed geroerd
wordt.Moeilijkheden worden echter hierbij ondervonden om de
korrelgrootte binnen redelijke grenzen te houden.
In vele gevallen wordt de ureumkorrel van een laag
gemalen mergel of iets dergelijks voorzien om het
aaneen-kitten bij opslag te verminderen.Bij de werkwijze van het
10.
IV Keuze van het Proces.
Een korte bespreking van de bestaande processen volgt hieronder: (lit.8,12,35,36,37)
1.De Badische Anilin und Sodafabriken A.G.heeft verschillende processen ontwikkeld:
a.Bij een reactietem~erat~ur van 180-250 °c en 500-1000 atm. ~et een grote overmaat NH
3 wordt ureum in een autoclaaf gebracht.Bezwaarlijk zijn
de grote construc~ieve moeilijkheden t.g.v.de
zeer hoge drug en de zeer hevige corrosie.In de industrie wordt het dan ook nog niet op grote schaal toegepast.
In de NH
3 enC02 afscheider wordt gewerkt bij een temp.van 60-80 °c en 10-20 atm.De aldus terugge-wonnen NH
3 wordt gerecycled.
b.een ander proces van deze maatschappij heeft als reactiecondities 130-150 °C,NH
3/C02=2/1 en 100-150 atm.Bij een verblijf tijd van twee uur in de reactor is nog slechts 35-40
%
van het carbamaat in ureum omgezet.De NH
3
en CO2 afscheider werkt onder geringe over-druk bij 80-100 °C.De ontledinggeSChiedtJdoo~
de vloeistof voorzichtig te verwarmen dym.v.verwarmde schotels.c.Een variant op bovenstaande methode is de NH
3 en
CO2-gassen gezamelijk weer te comprimeren en in de autoclaaf terug te voeren.Hoge constructie~e
eisen moeten dan gesteld worden aan de compressoren. Deze moeten nl. verwarmd worden om te vermijden
t.g.v.carbamaat-I1 "
vorming.Dit is het zo genaamde hot gas recycle
prodes.Condities :160 °C,125 atm.,NH
3/C02=2/1
en 40-45
%
conversie.Om de moeilijkheden van de compressie
bij dit prodes op te vangen heeft men de volgende
I methode ontwikkeld.NH
3 en CO2 worden in water
geabsorbeerd en vervolgens worden deze gassen in
een drukkolom door verhitting weer uitgedreven.
Hierdoor kan men de gassen natuurlijk ook op druk brengen. Een bezwaar is echter dat er enorme hoe-veelheden water circuleren en dat er in de ap-en àesorptie kolommen hevige corrosie optreedt.
2.Het proces van Dupont
&
de Nemours (lit.31) heeft hetI/ 'I
z.g.hot solution recycle procédé.De NH
3 en CO2 gassen worden
na de ontleding van het carbamaat onder druk in water opgelost en na suppletie van nieuwe hoeveelheden NH
3 en CO2 met het
water weer in de reactor gebracht.De conversie is t.g.v.het aanwezige water bij de reactie kleiner daarom is het nodig een molverhouding NH
3/C02 van 5/1 te nemen,de temp. is
200-210
°c
~ 400 atm.Door de recycle is de conversie 70%
.
Bezwaren zijn de zeer hoge kosten en de corrosie t.g.v.de extreme reactiecondities.
3.Montecatini werkt bij 170
°c
en 160 atm,NH3/C02=3/l eneen watergehalte kleiner dan 25 %~conversie is 68
%.
Voor de verwerking van het reactiemengsel is bij dit proces een voorscheider toegepast, waarin de ureumoplossing van de hoofdmassa niet omgezette gassen wordt gescheiden.Ook hier
12.
De resft ~aa de niet omgezette gassen in de
ureum-oplossing wordt meestal verder verwerkt in een NH~-zout
fabriek of gescheiden waarna het NH
3 alleen gerecycled wordt.
4.Pechiney proces,200 atm.,1800 C,NH
3/C02=2/1,conversie 50
%,
Hierbij circuleert een olie.Een voordeel van de olie ia de
aut0claaf is dat de reactiewarmte door de olie wordt afge-voerd,terwijl korstvorming aan de wand en corrosie sterk
verminderd is.~en bezwaar is echter dat de oarbamaat-olie
brei moeilijk te verpompen is.
Het reactiemengsel wordt gemengd met een ureumoplossing (verdund).Hierdoor gaat het ureum uit de olie.Na soheiding
van de twee vloeistoglagen wordt de carbamaat-olie slu~r.y ,
I
gerecycled. . . [ { 1 . ',. '",~ ~~r_~\,:,.···.·it·\ ", "
5.Inventa proces werkt bij 200 atm.,180-200 °C,NW
3C02 =2-3/1,
conversie 50 %.Voor de gassen,na ontleding carbamaat.is een
scheidingss,ysteem in gebruik m.b.v. NH4N03-oplossing,Alleen
het NH
3 wordt gerecycled en dit geeft geen compressie
moei-lijkheden meer.
Het carbamaat wordt in twee stappen ontleed, wa u ...
door aanzienlijk minder biureet gevormd wordt.
6.Chemioo proces,180 °C,280 atm.,NH3/C02=~/1,conversie 76
%
.
De grote overmaat NH
3wordt hier gebruikt om het rendement te
verhogen en tevens als warmteafvoermiddel,Dus een goede regeling van de autoolaaf is mogelijk.De grote hoeveelheden cirgulerend NH
Voor dit processchema werd voor de reactie het Chemico-proces gevolgd.Hierdoor is geen warmteafvoer van
f de reacter d.m.v. een koelmantel nodig en dU~) treedt geen
k08stvorming op;er wordt een hoog percentage van het
inge-voerde CO2 omgezet.Het oppersen van NH
3
en CO2 afzonderlijktot een druk van 280 atm. is veel eenvoudiger dan b.v.
een mengsel van deze twee bij hot gas en hot solution
re-cycle en het Pechiney-proces.Wel moet er vee~ NH
3
verpomptworden,maar hier staat tegenover dat er minder carbamaat L . t
".v.J ontleed moet worden en lagere pompkosten voem het CO
2•
..
\De grote overmaat NH
3
wordt onder druk afgestript.Een moeilijkheid is echter deze ammoniak in geen geval verontreinigd mag zijn door CO2 .Hierdoor treden
nl.verstop-pingen op in de kolom,condensors en buffervaten t.g.v.
ammoniumcarbamaatvorming.Dit wordt echter volledig onder-vangen door een kleine NH
3
-recycle in de kolom en hetinspuiten van geringe hoeveelheden water in de top van de kolom.
Na deze NH
3
-stripper wordt het carbamaat ontleedvolgens het procédé van Inventa,omdat hier de biureetvorming ze er gering is.
De NH
3
en 002 gassen,verwijderd uit de ureumoplossingword~ niet op een van de boven omschreven wijze i~et reactie
sys~eem teruggevoerd,maar worden in een ammoniumzoutfabriek
geneutraliseerd tot meststoffen.Hierdoor kan op de investeringen
20
%
bespaard worden.De ureumoplossing wordt in filmverdampers onder vacuum
ge~oncentreenè en vervolgens geprild in een toren.De keuze
is op filmverdampers gevallen omdat hierdoor een zo kort
temperaturen bereikt wordt (lit.30).
Dit samenstelsel van de verschillende bewerkingen uit diverse processen combineert zoveel mogelijk voordelen. Daarom is aan bovenomschreven werkwijze de voorkeur gegeven
v.
Plaats van de fabriek en Jaarproductie.De plaats van de ureumfav.riek volgens dit schema
wordt gedacht bij het S.B.B.van de Staatsmijnen te Geleen. Hier wordt vloeibare ammoniak in grote hoeveelheden
ge-produceerd en de benodigde hoeveelheden koolzuur worden
als bijproduct verkregen bij de fabricage van waterstof voor de
ammoniaks.ynthese (conversie van watergas).Op pagina 16 is
de plaats van de ureumfabriek in het productieschema zeer
beknopt weergegeven.
Een maatstaf voor de productiecapaciteit kan men
vinden i~ literatuur 12,waar staat aangegeven dat de
economische productie ligt tussen de 100 en 150 ton per dag.
De huidige capaciteit van het S.B.B.ligt ook in deze
grootte-orde.
Volgens lit 3e zijn er goede afzetmogelijkheden te
verwachten voor ureum;temeer daar deze stof zeer veel
toe-passingsmogelijkheden heeft.In het rapport van de O.E.E.C.
(lit.37) wdrdt eveneens een snelle toename verw~ht van de
export van stikstof-meststoffen uit Nederland.Vanwege de lage
transportkosten per ton stikstof is ureum hiervoor uitermate
geschikt.
Het is dus verantwoord de jaarproductie van het te
Col«lis • V~~
hw
ko"L f·b~I,;"&N 11--'l N'1'1
c.. kes ,Q.sI
~~I""" I .... ~t
r
t
l
J
. / , - -\r;
~ ~It 1:..",.1:, ' ovelflC" (, \ /1< Ie {lIff' ''q.~ ""I.I~.
H .... ~Ir··l : ~ ... 'ove .. Colo.~) ~o.~ 1:1: ... \ ' " o L-- - - . . . , . . . - -I.:-"- - - --"r---.--- -l NIIJ ir' ---=-,----~ \ ..},--~
===---~
Jlï
--
,
~~~~~
K
~
~~
~
d
~
n
l
'~
-
s
-
+~
lV"ii \. wa ((/(. .... ~-. .... a .. 1z. ,NHJ
)
. ... ,./ ( UfU ') \'''''---'''';&->'" "" '-i ~1-18,4 kmol H20/h 44,2 kTllol NH 3/h 23,8 kmol CO2/h
=
330 kg = 750 kg =1050 kg 19.Deze gashoeveelheid wordt afgevoerd naar de a~moniumzout
fabrieken.
Als vloeistof verlaat de ontleder:
114,8 kmol H2O/h
=
2066 kg ,., / 11,0 kmol NH 3/h 187 kg ( = ~- )y
83,2 kmol ureum/h= 5000 kg 2,4 kmol Carb,/h= 187 kg. -I \ \Carbamaatontleder 2.De vloeistof uit ontleder 1 wordt hier verder bij 70
°c
ontleed.Hierbij ontwijkt als gas :2,3 kmol CO2/h = 100 kg
12,3 kmol NH
3/h = 209 kg 13,8 kmol H29 /h = 248 kg.
OOk deze hoeveelheid wordt afgevoerd naar de ammoniumzout-fabrieken.
Als vloeistof verlaat deze ontleder: 57 kg 161,0 kmol H20/h= 1820kg
0,1 kmol Carb/h= 7,8 kg 83,2 kmol ureum =5000 kg.
Filmverdampers.Bij de concentratie van de ureumoplossing uit de carbamaatontleder 2 moet ingedampt worden onder
/ ';!o i ( ,,0 \ ... tA"...(t v..\\\
vacuum tot 99
%
oplossing verkre6en is.Hiervoor worden Iuwa verdampers gebruik,elk met een capaciteit van 1000 kgH20 pe~~~.Als damp moet dUB afgevo~rd worden:
98,3 kmol H2O/h :: 1770 kg
3,6 kmol NH
3/h :: 61,2 kg 0,1 kmol CO2/h = 4,4 kg Als vloeistof komt eruit:
83,2 kmol ureum/h = 5000 kg 2,8 kmol H20 /h :: 50 kg.
Priltoren.Hierin wordt dus per uur ingevoerd de ureumoplos-sing uit de beide filmverdampers.Door de lucht die ingeblazen wordt ,wordt nog een gedeelte van het water afgevoerd. (Bij het S.B.B.van de Staatsmijnen wordt nl. niet nage~roogd).De grote hoeveelheid lucht die per uur volgens(lit.51 12.000 m1 door ge-blazen wordt,kan zeer gemakkelijk de resterende hoeveelheid
----)
, water afvoeren mede t.g.v. de vrijkomende kristallisatiewarmte.
~
D~
t is ongeveer 45 kg/h.Na het prillen verkrijgen we dus per uur 5000 kg ureum met 0,5
%
water en een biureetgehalte kleihe» dan 1,2%
.
VII Warmtebalans.
Reaotor.Volgens lit.,5 is er in ne reaotieautoclaaf geen warmteafvoer nodig.Constructief biedt dit grote voordelen.
Een berekening van bovenstaand literatuurgegeven kan
slechts bij benadering geschieden.Niet alle thermod~namis~
noodzakelijke gegevens zijn nl. bekend.
We nemen bij deze benadering aan dat vloeibare NH,
en CO2 in de reactor verdampen in een verhouding van 2/1 resp.
In
gedachten verloopt de reactie dan in gasfase.Om 218,8 kmol NH
3 van 20
°c
over te voeren in damp van25
°c
is volgens lit. 6 nodig 510 Btu/lb.Dus in totaal ishier-voor benodigd:218,8 • 17 • 510 • 2,205 • 0,252
=
1.050.000kcal/hVoor het verdampen van C62 is nodig:
54" • 109,4 • 44 • 2,205 • 0,252
=
145.000 kcal/hDe reactiewarmte van:
CO2 (g) + 2 NH
3(g? ~ NH4C02NH2 (s) is -38,4kcàlJa
(lit.42).Hierdoor komen dus vrij
,
109,4.10 • 38,4
=
4.200.000 kcal/hVoor de berekening van de warmte nodig om het carbamaat op te
warmen van 25 tot 175
°c
wordt voor de soortelijke warmt.het gemiddelde genotmen van de s.w. van vast en vloeibaar carbamaat (lit.20).Deze is 36,4 kcal/mol.Dus hiervoor is
nodig: 150 • 36,4 •
10
3 • 109,4 • 10' = 590.000 kcal/hDe smeltwarmte van het carbamaat is 18,5 kcal/mol.Dus voor het smelten is neig nodig:
1 0 ,
9
4 • 18 ,5. 10-3
= 2.016.500 kcal!hWe hebben nu dus carbamaat bij een temperatuur van 1750C.
Voor de berekening van het warmteeffect van de reactie:
~ ")
< , < • ' : \ t . . i
{'(" I
j .,.\1 'I
22. wordt de rekenmethode gevolgd van lit. 43.Hierbij worden
gebruikt :de smeltwarmte ureum 60 cal/gr (lit.44 en 6)
soort.warmte ft 0,32 cal/gr.(lit.6).
Bij 25°C is de reactiewarmte van de reactie:
\NR2 )2CO (s) + tl2G (1) --;> IQ"H2C66NH4 -6,8 kcal/mol.
De reactiewarmte bij 175°C is andBrs.De verandering hiervan
wordt als volgt berekend: ((NH
3)2C02 is carbamaat) (NH3)2C02(25°C,s) --~ (NH3)2C02(1500C,s) (NH 3)2C02 (150°C, s) ~-:> (NH3 )2C02 (150°C, 1) (NR3)2C02(1500C, 1) -~(NH3)2C02(1750C,1) (~)2CO (175°C, s) - ' ; > (NH2 )2CO (25°C , s) (NH2)2CO (175°C, 1) -") (NH2)2CO (175 0C ,s) 4,5kcal/mol 18,5 kcal/mol 1, lkc al/mol -2,9 kcal/mol -3,6 kcal/mol -2,7 kc al/mol + ---(NH3)2CO~(250C,s)+(NH2)2CO(1750C,1) ~ (NH3)2C02(1750C,1) + (NH2)2CO(250C,s) +H20(250C,1)+ +14,9 kcal/mol Indien we bij deze reactievergelijking optellen de vergelijking
onder n~rmaalcondities zoals boven aangegeven~ dam verkrijgen
we:
(NH2)2CO(175°C,1)+H20(1750C,1)--> (NH3)2C02(1750C,1) + 8,lkcal/mol Per uur wordt dus door de ontleding van het carbamaat ontwikkeld:
0,76 • 109,4 • 10
3 •
8,1=
670.000 kcal/hNevenreacties die slechts in zeer geringe mate vptreden zijn uiteraard niet mede in aanmerking genomen.
In de reactor wordt dus in totaal ontwikkeld: 4.266.666 kcal/h
670.000 kcal/h 4.870.000 kcal/h Bij de opgenomen warmte moet in rekening worden gebracht de grote overmaat NH
3
die opgewarmd moet worden en die oplossen in hEoplossing met 0,16 gew.
%
H20
komt 45 kca1/kg vrij.In totaal dus: 45.17.437 = 334.000 kca1/hVoor het opwarmen van deze hoeveelheid NH
3 van 20 tot 1750C is nodig: 155.1,13.17.437=1.300.000 kcal/h.
De soortelijke warmte is Vjor NH
3 (1) 1,13 kca1/kg. Voor de overmaat NH
3 is dus in tmtaal nodig: 1.300.000-334.000
=1.10~cal/h.
De warmte opname in de reactor is dus in totaal
4,8.l0~cal/h.
---Deze benaderde waarden tonen dus inderdaad aan dat koeling van de reactor niet nodig is.
Refluxcondensor.hierin moeten 167 kmol NH
3/h gecondenseerd worden bij 45
°c
en 17 atm druk.Lit. 6 geeft voor decendensa-~. ~ ')
(' '11' , j .h-'.
tiewarmte op 466 Btu/lb.Warmteafvoer is dus: -' , .. \ .
167.17.2,205.466.0,252 = 735.660 kcal/h.
Condensor en koeler voor het NH
3-buffervat.Hierim moeten
respectievelijk 430 kmo1 NH3 gecondenseerd en tot 200C gekoeld
worden.~e
condensor is de warmteafvoer dus:430.17.2,205.466.0,252 = 1.900.000 kcal/h.
De afname van de warmteinhoud van vloeibare ammoniak bij de koeling van 450e tot 26 oe is volgens lit.6 47 Btu/lb.Dus
per uur moet in de koeler afgevoerd worden:
- -
-24. NH
3-stripper.Bij de berekening van de warmtebalans stellen
we de enthalpie bij 45 00 gelijk aan 0 voor de voeding d.w.z.
alles in vloeistoffase.
Dan heeft de voeding die bij 175 00 in de kolom komt een
warmte inhoud 'van:
Oarbamaat:26,2.l30.36,4 Ureum :83,2.130.12,5 NH 3enH20:(437 .l7 + 83,2.18)= 8950.1,12.130 Totaal = 124.000 kcal/h
=
135.000 kca1/h =1.307.000 kca1/h + 1,566.000 kcal/hHierbij zijn de oploswarmte~ van het carbamaat en van
het ureum niet in rekening gebracht.Dit is ook niet nodig,
daar deze toch in oplossing blijven.
Warmteinhoud van het in de top geinjecteerde water is(20 tot 4500
Water :50.18.25 = -22.500 kca1/h
De warmteinhoud van het nodemproduct is:
De temperatuur van het bodemproduct is 12000;
Oarbamaat :26,2.!6,4.75 = Ureum :83,2.12,5.75 = NH 3 en H20 :(33,2.l8 + 7,6.17)= 2519.1.75 = Totaal 71.500 kcal/h 78.000 kcal/h 189.000 kcal/h 338.500 kcal/h
De verdampingsw~rmte van het NH
3 uit water met een
samen-stelling gelijk aan die, welke berekend is door het in de
kolom aanwezige mengsel voor dit onderdeel te beschouwen als bestaande uitsluitend uit NH
3 en 062,is volgens lit.6
305 kcal!kg.
De warmteinhoud van de aan de top afgevoerde hoeveelheid NH
3 is dus:
430.17.305
=
2.230.000 kcal!hI
f
2'.
735.000 kcal/h onttrokken.
Indien we de warmteinvoer optellen en de warmteuitvoer uit
de kolom en we trekken dit van elkaar af dan vindt men
hieruit de hoeveelheid warmte die we in de kookketel moeten toeveeren.Deze is 1.760.000 kcal/h.
Oarbamaatontleder 1.De temperatuur van waaruit de
warmte-inhouden van de verschillende stofstromen berekend worden
is 25 °O.De soortelijke warmte van het NH
3-H20 mengsel is ~cal/kg
De warmteinhoud van de voeding is dan:
NH:; en 002 Ureum Oarbamaat Totaal 2519.1.(120-25)= :83,2.12,5,.95 :26,2.36,4.95 =
=
+ 240 .000 kcal/h 106.000 kcal/h 90.500 kcal/h 436 .500 kc al/hOpsoswarmtes en mengwarmtes buiten beschouwing gelaten.
1
t·
Voor het opwarmen tot l~~J~L van de voeding is nodig::...
---(16/95)436~00
= 73.500 kcal/hVoor de ontleding van het carbamaat is nodig: (39 kcal/mol) lit.8
3
23,8.10 .39 = 930.000 kcal/h
Hierbij is geen re~ening gehouden bij de warmte nodig voor de
-
--ontleding met de iets hogere druk (i.p.v. 1 atm.6,2 atm).Pro-
- - - -
---
-
. . .-centueel maakt dit bijna niets uit.
Wel verdampt er nog 18,4 kmol water.Hiervoor is nodig:
18,4.18.420
=
139.000 kcal!hIn totaal moet in het verwarmde gedeelte dus toegevoerd worden:
1.142.000 kcal/h
Na de ontleding bij 136 00 mag de resterende vloeistof niet
fY'"
. I
al te lang op deze temperatuur blijven.Daarom moet in ~~9~rste
gedeelte van dit apparaat gekoeld worden tot 70°0.
aï-26.
Voor de berekening van de af te voeren warmte nemen wa aan dat alleen de uitstromende vloeistof gekoeld wordt. Voor een temperatuurdaling van 136 tot 70
°c
is nodig:H20 en (114,8.18 + 11,0.17).1.66 ~3 Ureum :83,2.12,5.66 Carb. : 2,4.36,4.66 Totaal = 149.000 kcal/h = 69.000 kcal/h = 6.000 kcal/h 224.000 kcal/h
Carbamaatontleder:2 De warmtetoevoer wordt hier bepaald door de ontledingsreactie en het verdampen van de NH
3 en H20 die als damp ontwmjken.De temperatuur blijft 70
°c.
Voor de ontleding van het carbamaat is nodig:
2,3.103 .39 = 90.000 kcal/h De gemiddelde verdampingswarmte van de NH
3 en H20 tesamen is volgens lit 6.440 kcal/kg mengsel.
Voor verdamping is dus nodig ( 7,7.17 + 13,8.18).440 Totaal moet dus toegevoerd worden
=167.000 kcal/h 257.000 kual/h.
Filmverdampers.In de filmverdamper moet de ureumoplossing
opgewarmd worden tot 120
°c
om te voorkomen dat ueeum uit-kristalliseert.voor de verda~gswarmte van het water nemen we die voor water bij 120°c
en bij een druk van 0,1 atm. Deze is 948 Btu/lb.Verder brengen we nog in rekening de ontledingswarmte van het carbamaat.Voor het opwarmen:
Ureum (s.w.=0,224 kcal/kg,lit20) 83,2.60.50.0,224
H20 en NH
3:e,4.17 + 101,0.18).5o.1 Voor de ontleding carbamaat:
3
0,1.10 .39=
==
56.000 kcal/h 94.000 kcal/h 4.000 kcal/h +1770.2,205.948.0,252
=
935.000 kcal/h Totaal is de warmtetoevJer = 1.089.000 kcal/hPer filmverdamper is dus de warmtetoevoer: 544.500 kca1/h.
PriltorenIndien we aannemen dat allèen_Jde smeltwarmte van het ureum afgevoerd moet worden,dan is de warmteafvoer:
83,2.60.57,8
=
290.000 kcal/b.
Volgens lit.20 is de smeltwarmte 57,8 kca1/kg~en de s.w.0,158Kcall Door afkoelen komt ook nog warmte vrij.We stellen dat
de ureum gekoeld wordt tot 50
°c:
5000.0,158.70
=
56.000 kc al/h Het verdampen van de 45 kg.water neemt aan warmte op:45.2,205.970.0,252 = 24.000 kcal/h
1
In totaal moet dus afgevoerd worden:322~00~I . I , kca1/h door de. 1 1 h . ,~: t, . ('\
::ingeb azen UD. t. - / ; '. i.. ' ·ll.' ,', ." ' \
\\
---, \
VIII Beschrijving van de apparatuur.
In het onderstaande wordt slechts een toelichting gegeven
op het getekende schema.
Buffervaten voor vloeibaar
C62 : Inh<iud is 2500 1. Druk 58 atm. Temp. 20 °c Inw.diam. 650 mme Lengte 7660 mme Wanddikte 50 mme Fabrikant Mannesmann. CO2 14.000 1 8,5 atm. 20 °c 1500 mme 7660 m.m. 20 mme Mannesmann
Reactor.De druk in de reactor is 280 atm en de temp.175 oe. De inwendige diameter is 1000 mm,de hoogte Dl670Qi. mm.,wanddikte is 300 mm.Geen koeling is aangebracht.
-..-..._~
NH
3-stripper.Dit is een gepalte kolom met een hoogte van 8000 mme en diameter van 800 mm.De pakking bestaat uit 2 ti
Raschig ringen regelmatig gestapeld (stacked).De druk is
.---.. -.-..
_._---17 atm en de toptemperatuur 45 °c en de temperatuur van de bodem is 120 °e.De diameter is zodanig gekozen dat
volgens lit.6 er geen flooding optreedt,de hoogte is zodanig
gekozen dat er zeker voldoende H.E.T.P.in ~ijn •
. .-
_.~---Pompen voor CO2 en NH
3
_.
Fabrikant van de gekozen pompen is de Firma Aldrich. 002: plunjer diameter: 1,5
"
NH 3: 2,5 ft slag plunj er 5"
6 ft toerental 100 300 type:quintliplex triplex. debiet 6,3 m3/ h 18,8 m3/hRefluxcondensor.
Werkdruk is 17 atm. en 45 °C.Afmetimgen zijn:diameter 600 mme
lengte 4000 mm •• Er zijn 172 buizen in aangebracht met 1 ft
diameter.Er zijn 2 passes. Gekoeld wordt met nortonwater.
Condensor en koeler voor het NH
3-buffervat.Koeling met nortonwatej
Condensor: diameter lemgte passes buizen buisdiam druk temp. 950 mm 4000 mm 2 422 1 11 17 atm. 45
°c
Carbamaatontleder 1 • Koeler+ 120 mm. 1000mm.
1 21 1 11 17 atm 45-20°c
Hier wordt de vloeistofstroom geexpandeerd van 17 tot 6,2 atm Deze expansie energie wordt gebruikt om liet mengsel zeer
snel door de ontledingszone te voeren.Deze is namelijk zeer hoog verhit met stoom van 20 atm.De snelheid in de pijpenbumdel is ongeveer 50 m/sec.(lit.39).De hoogte van de pijpenbumdel is
500 mm.met een diameter van 600 mm •• Hierop is aangebracht
een kap met een hoogte van 400 mm.Na deze ontledingszone,die
als een warmtewisselaar geconstrueerd is komt een
scheidings-vat voor het splitsen van het gas en de vloeis~of,afmetingen:
1500 mme lang en 800 mm.hoog.
Hierin is aangebracht een koellichaam met 73 buizen van
1 ",afmetingen:1200 mme lang en diameter is 450 mm.Er wordt
gekoeld met nortonwater.
Verdamper aan de NH
3
-stripper.Hier is de toe tevoeren warmte• I
/.î
{
\
is 1'00 mm. en diameter 1000 mm.Hierin zijn aangebracht
450 buizen van I IJ.
Carbamaatontleder 2.Dit is een kDokvat waarin de vloeistof circuleert met een verblijf tijd van ongeveer 6 minuten.
---Er wordt verwarmd met stoom Val 110 Oe om te verhinderen
dat de temperaturen veel boven de 70
°c
komen.Er zijnaange-bracht ;6 buizen van 1 ".Kookvat heeft diameter van ;00 mme
en hoogte pijpenbumdel is ;OOOmm.Het gas-vloeistof
scheidings-vat heeft als afmetingen:hoogte 1000 mm en diameter 700 mm.
Werkdruk is 1,1 atm.
Filmverdampers. Om de gewenste hoeveelheid water af te
dampen worden twee parallel geplaatste verdampers gebruikt,
gebouwd volgens het Luwa ontwerp.Dus met een inwendige rotor
~
die de vloeistofdruppels weer op de wand terug slingert.
Werkdruk is 0,1 atm en de temp. stoom is 200 oe.
Alle afmetingen zijn de vinden in de brochure van de Luwa-verdampers,het typenummer is :p 504.
Aan deze filmverdamper is een valcondensor gebouwd volgens
gegevens van:
\,
~
'
Afmetingen: 9 '-10 ~ e{;cx...-1 t~()O~,
itlDa--Temperatuur van het water en hoeveelheid: ;Lu.l'J
/~.J
~I':
/6 ot',Priltoren.Via een pomp wordt de geconcentreerde ueeumoplossing
boven in de toren versproeid.Volgens lit 45 moet de hoogte
12.000 mm zi~n.Aangenomen is dan een diameter van 20&0 mm.
•
Grondstoffen. I
r'·i
Volgens lit.46 moet ~et vloeibare ammoniak niet meer dan
0,5
-
%
_.
water bevatten. Volgens lit.5 is dit 99,5%
zuivereNH
3
technisch te verkrijgen.Voor het 002 wordt een zuiverheid van 99,9 l' geeist.In dit
proces wordt juist 0,1 tot
3
%
02 gebaseerd op het volumein de gasfase in de vloeibare 002 gelaten danwel
geinjec-teerd uit corrosie overwegingen.Het gehalte 00 moet kleiner
zijn dan 0,1 %,S kleiner dan 1 p.p.m. en inerte gassen
- - - -
-•
Carbamaatontleder 2.
Hier wordt practisch alle carbamaat ontleed,op
0,1 kmolna.Volgens lit
39
wordt zolang de vloeistd:r op!
temperatuur gehouden in het vat dat de eindgewichtsfractie
van NH
3 in de vloeistof 0~03 is .Met lit.6 vinden we dan
weer de gemiddelde samenstelling van de daarbij
ont-wijkende damp-Deze is 0,45 gew.
%
NH3•
Op dezelfde wijze als boven aangegeven wordt
de sa;tenstelling van gas en vloeistof berekend,vermeld
•
34.
X Materialen.
Het mengsel van reagerende stoffen in de reactie-autoclaaf is zeer reactief.Zeer vele materialen zijn hier al toegepast,waaronder,monel,hardlood,zilver,tin •
Volgens het oCDrooi van Stamicarbon Ned.Octr.77.361
(1955)
kan hiervoor met succes gebruikt worden austeniet staal.--~ -- -- - - .
De samenstelling hiervam is ~§=2g
%
_C_r_!~O-l~_.~._ Ni,1,75-4%.
Ma of Zr e4n minder dan 0,1
%
C.De corroderende werkingwordt dan vrijwel volledig opgeheven door 0,1 tot 3
%
02 toe te voegen aan het C6~Volgens dit patent treedt dan ook
in de veràère apparaten en leidingen geringe corrosie op. t \) I ).t.·j)I.,rc., ,
1~1, I
De Aldrich pompen zijn gemaakt van gietjjzer voor NH
3
,envan Al-brons voor het CO2•
De opslagvaten zijn van staal, evenals de pijpleidingen in
dit schema"l ~ a1.c D.--1- ~
c;..rr ()../)
Cl-- <:>./-e-...._De priltoren is van beton geconstrueerd,
•
35. XI Literatuurlijst.
1. P.Karrer, Organic Chemistry (1950)
2. L.F. en M.Fieser, Organic Chemistry (1953)
3. ~.A.Werner,The Chemistry of Urea (1928)
4. N.V.Sidgwick,The organic chemistry of nitrogen (1945) 5. W.L.Faith,D.B.Keyco,R.L.C1ark,Industria1 Chemicals (1957) 6. J.H.Perry,Chemical Engineers 'Handbook (1953)
7. E.Lienhard,Beitrag zur Kenntniss der thermischen
Zerseuzung von Harnstoff,Diss.Zürich,(1954) 8- U11mann,Encyk1opädie der Technischen Chemie
Bnd.8,(1957)
9.Seide11,Solubi1ities of Inorg.and Org.Compounds. 10.M.Bréjacques,Chim.et Ind.60,1,22,(1948)
11.D.R.P.295075 (le14),Bad.An.und Soda Fabr.
12.W.H.Tonn,Chem.Eng.62,10,186, (1955)
13.C.Matignon et ,Ann.de Chimie 9,17,257 (1922)
M.Fréjacques 14.S.Kawasumi,Bu11.Chem.Soc.Japan~, 26,218,(1953) 11 ft