• Nie Znaleziono Wyników

Dilemma's in kennisland. Openingsrede 162e Dies Natalis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dilemma's in kennisland. Openingsrede 162e Dies Natalis"

Copied!
11
0
0

Pełen tekst

(1)

Dilemma’s in Kennisland

1 Ir. G.J. van Luijk

Voorzitter College van Bestuur TU Delft

Dames en heren,

De Technische Universiteit Delft bestaat vandaag 162 jaar. Een univer-siteit die een internationaal vooraanstaande positie heeft opgebouwd op een grote verscheidenheid aan gebieden. En een universiteit die ga-rant staat voor het opleiden van hooggekwalificeerde “Delftse” Ingeni-eurs, en nu goed scoort bij het aantrekken van internationale Masters of Science studenten. De TU Delft is eenerkend powerhouse of techno-logy zowel nationaal als internationaal en is zich nu aan het positione-ren om ook in de toekomst deze vooraanstaande positie te bekleden. Dit is de kern van mijn toespraak vandaag: de toekomst en met name: de toekomst van “Nederland Kennisland”, een onderwerp dat gelukkig niet meer van de nationale politieke en bestuurlijke agenda is weg te denken. Ook zal ik het hebben over de rol van de TU Delft in deze.

Dames en heren,

Het hoeft inmiddels geen betoog: de Nederlandse kennispositie staat er niet goed voor. Nam Nederland een aantal jaren geleden nog een voor-hoedeplaats in op het gebied van kennisontwikkeling en innovatie, nu in 2004, ligt dat dramatisch anders.

(2)

In vergelijking met andere Europese landen en de Verenigde Staten is onze positie in de laatste vijf jaar versneld afgebrokkeld.

Van koploper in Europa zijn we achterin het economische peloton te-recht gekomen. En, om nog even in wielertermen te blijven, als we niet oppassen dreigen we straks met de rode lantaarn opgezadeld te wor-den.

De Nederlandse kennissamenleving is ‘losing momentum’.

Dit is des te verontrustender als we zien wat er in het verre buitenland gebeurt: zeer dynamische regio’s die zich in adembenemend tempo ontwikkelen, ik noem maar het Verre Oosten, met als voorbeeld de re-gio Shanghai, zowel wat bedrijvigheid als ook wat kennisontwikkeling betreft.

Kennis volgt bedrijvigheid, en andersom: bedrijvigheid volgt kennis. Wij zien dat om ons heen dagelijks gebeuren.

Dames en heren,

Wat veroorzaakt deze stagnatie in NL? Ik denk dat dit te maken heeft dat wij als samenleving (en de politiek is daar een afspiegeling van) het moeilijk vinden duidelijk positie te kiezen ten aanzien van dilem-ma’s. Passend bij de bloeiende zeevarende natie die wij vroeger waren heet dat ‘schipperen’. Laveren brengt je wel vooruit, maar als je niet oppast verlies je de race. Als je de race wilt winnen moet je presteren. Presteren is inmiddels in NL een activiteit geworden, die weinig waarde-ring oogst en ook lang niet altijd beloond wordt. De zo noodzakelijke competitiedrang, die ooit in onze genen zat is behoorlijk ‘weg-gemendeld‘.

(3)

Je best doen is in de loop der voorbije jaren ook steeds minder belang-rijk geworden, we hadden het toch goed. Het is dit gedragspatroon, deze set van ‘values’, waardoor prestaties in de vorm van het tot stand brengen van vernieuwing, in de kiem worden gesmoord.

Welke onopgeloste dilemma’s bestaan er zoal in Nederland op het ge-bied van het nationale kennisbeleid? Ik zal er drie behandelen die we vaak horen noemen:

- kiezen we voor het ongebreideld aanbieden van al-fa/gammaopleidingen (zoals nu) of kiezen we ervoor dat bèta- en tech-niek opleidingen worden aangemoedigd?

- kiezen we ervoor dat Nederlandse universiteiten elkaar beconcurre-ren (zoals nu) of moeten ze juist samenwerken?

- kiezen we ervoor dat Universitair onderzoek een fundamenteel we-tenschappelijk karakter heeft(zoals nu) of zijn de Universiteiten ook verantwoordelijk voor het doen toepassen van de resultaten van dit onderzoek?

Dan zijn er nog wat achterliggende vragen: zien we nieuwe kennis als een wonderpil die aan alle huidige economische kwalen een einde maakt, of is innovatie een veel bredere kwestie die ons allen op veel manieren raakt? Van het lager onderwijs tot Universiteit, van starter tot de businessstrategieën van het bedrijfsleven en tot economisch over-heidsbeleid.

En bovenal: zijn wij in NL in staat om consequent uitvoering te geven aan de besluiten die wij in deze moeten nemen?

(4)

Dames en heren,

Laat ik het rijtje even afgaan: ALFA/GAMMA of BETA

Scholieren van het VWO kiezen en masse voor het volgen van niet-exacte wetenschappelijke opleidingen. Met die opleidingen is overigens niets mis, een pluriforme samenleving heeft behoefte aan pluriform talent. Uit oogpunt van de toekomstige kennisbehoefte als economische motor voor de Nederlandse samenleving is dit jarenlange dominante keuzepatroon mijns inziens echter verontrustend. Hoeveel meer juris-ten, economen en maatschappijwetenschappers heeft Nederland no-dig? De aanwas in deze richtingen is nu al meer dan 13000 per jaar (tegenover plm 4500 N&T). We weten dus allang wie de kenniswerkers in de komende 25 jaar zullen zijn. Onduidelijk is welke internationaal concurrerende activiteit, welke nieuwe bronnen van inkomen voor de economie van Nederland hiermee op lange termijn kunnen worden ge-genereerd.

Nederland bevindt zich in Europa op de één na laatste plaats wat be-treft het aantal afgestudeerden in bèta/techniek. Dit terwijl de Neder-landse economie een nijpende behoefte heeft aan exact opgeleide ken-niswerkers. Zowel voor de industrie als voor de zakelijke dienstverle-ning.

U zult niet verbaasd zijn als ik zeg dat wij voorstander zijn van onor-thodoxe maatregelen om bètastudies te stimuleren. Mits betaalbaar, natuurlijk.

Dit lijkt dus helder, maar wat zien we gebeuren? In de stukken die re-cent naar de 2e Kamer gestuurd zijn betreffende de studieprofielen op

de VWO scholen, worden juist voorstellen gedaan tot een aanzienlijke vermindering van de studie-uren op het gebied van exacte vakken. Het kennisaanbod van het VWO en de vraag t.a.v. basiskennis van de technisch/bèta universitaire opleidingen, maar ook de medische oplei-dingen komen hierdoor ver uit elkaar te liggen.

(5)

CONCURRENTIE

Recent is de discussie geopend over een nieuwe wijze van financiering van universiteiten. Er zou meer moeten worden ‘gedynamiseerd’, dat is code voor: ‘herverdeeld’, teneinde het Nederlandse onderzoek te ver-sterken. Hoe: in de breedte of in de diepte is niet duidelijk. Niets tegen prestatie gerelateerde prikkels natuurlijk, maar wat is er precies mis? De pure kennispositie van NL is internationaal gezien nog uitstekend! De essentiële vraag als we specifieke prestaties willen stimuleren is: welke onderscheidende kennisgebieden achten wij nu écht van belang voor onze kennissamenleving, en hoe richten we die in. Ik constateer dat dit nieuwe verdelingsinstrument bedacht wordt zonder deze vraag te beantwoorden. Of gaat het hier misschien toch weer om de verde-lende rechtvaardigheid?

Tegelijkertijd wordt er alom druk uitgeoefend om Universiteiten met elkaar te laten samenwerken (waar wij overigens een warm voorstan-der van zijn). Echter, alle huidige beleidsinstrumenten stimuleren juist competitie, zo van: I win, you loose.

Ook het voorgestelde instrument: herverdeling door competitie voor onderzoeksgelden binnen Nederland tussen de wetenschappers en over de verscheidenheid van onderzoeksgebieden heen staat haaks op het streven tot samenwerking en zal eerder leiden tot een verzwakking door verdere versnippering dan tot de beoogde versterking en bunde-ling van het Nederlandse onderzoek.

En hoe zit het met de ‘bestaande’ kennisgebieden die we in NL wel no-dig hebben maar die niet de aura hebben van Nano, LST of ICT? Het is echter niet allemaal kommer en kwel: de zojuist goedgekeurde BSIK programma’s bevorderen het samenwerkingsmodel, ook al zie je door de veelheid van partners en de zeer complexe procedures dat ook daar de consensus model prominent aanwezig was bij het opstellen en beoordelen van de voorstellen.

(6)

Veel te weinig brengen wij tot uitdrukking dat de concurrentie op alle gebieden die voor NL belangrijk zijn niet nationaal maar internationaal bepaald wordt

Ik zei het al: het is indrukwekkend en tegelijkertijd angstaanjagend als je de ontwikkelingen in sommige streken ziet.

Wetenschap en economie zijn uiteraard grensoverschrijdend en inter-nationaal. Dáár zullen we mee moeten concurreren! Het stimuleren van de nationale onderzoeksconcurrentie is voor ons land een slechte keu-ze.

FUNDAMENTEEL OF TOEGEPAST

Wetenschappelijk onderzoek is soms een doel en soms een middel: ‘wetenschap voor wetenschap’ en ‘wetenschap voor innovatie’. Het doel van ‘wetenschap voor wetenschap’ is het boeken van vooruitgang in kennis. Het criterium voor toepasbaarheid is hier niet direct aan de or-de. Op veel gebieden neemt Nederland hier een toppositie in de we-reld. Een positie die we moeten koesteren.

Het doel van ‘wetenschap voor innovatie’ is slimmer ontwerpen en slimmer produceren om beter te kunnen beantwoorden aan de vraag van de maatschappij en de vraag van de markt.

De positie van Nederland is hierin veel slechter, met name als we kijken naar de relatief zwakke relaties die er bestaan tussen Nederlandse uni-versiteiten en het bedrijfsleven.

Het is met name dit probleem, dat tegenwoordig – terecht – erg in de belangstelling staat. De verantwoordelijkheid dat kennis ook echt ge-bruikt gaat worden (‘valorisatie’) wordt dan ook steeds vaker bij de Uni-versiteiten gelegd. Echter ook hier zijn alle huidige beleidsinstrumenten gericht op het belonen van het creëren van kennis, niet op het toepas-sen hiervan.

(7)

onder-scheid tussen deze twee ‘arena’s’ wordt gehanteerd. De financierings-conditie voor “wetenschap voor wetenschap” is wetenschappelijke ex-cellentie op wereldniveau. De financieringsconditie voor “wetenschap voor innovatie” is economische waarde. Kies in de fundamentele arena voor deelname aan internationale projecten die nauw aansluiten bij we-tenschappelijke excellentie in ons land. Kies in de innovatiearena voor een intensieve relatie tussen wetenschap en bedrijfsorganisaties via het ontwikkelen van ‘innovatieconsortia’. Tussen beide arena’s moet syn-ergie worden aangebracht door het definiëren van ‘kennisgebieden voor de toekomst’.

BREDERE MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT

Men kan zich afvragen of geld alleen een noodzakelijke en de doorslag-gevende aanjager voor innovatie is. Innovatie is naar mijn mening evenzeer een kwestie van mentaliteit en attitude. Het gaat om het le-ren nemen van risico’s: niet alleen het nemen van financiële risico’s, maar ook de durf om nieuwe conceptuele paden in te slaan en hierop te kapitaliseren.

Een veelbetekende observatie van Luc Soete - hoogleraar internationale economische betrekkingen van de Universiteit Maastricht - is dat wij in Nederland pas bereid zijn risico’s te nemen als we er ons tegen kunnen verzekeren

Het Nederlandse onderwijs – van basisschool tot en met de universiteit – speelt in het aankweken van een meer ondernemende mentaliteit een cruciale rol.

‘Excellence’ moet weer ín raken en gewaardeerd worden. Het betekent niet meer of minder dan het bewerken van een cultuuromslag in onze samenleving. Dit is noodzakelijk, willen wij de concurrentie met andere landen kunnen bijbenen. Kijk eens hoe het bruist en leeft in de nieu-we groeigebieden van de nieu-wereld en contrasteer dat eens met bijv een

(8)

aankomst op Schiphol en het transport naar een kantoor Amsterdam. Dit geeft je soms een mistroostig gevoel dat de toekomst van Neder-land ligt achter ons ligt, en niet voor ons!

Dames en heren,

Het is druk in “Nederland Kennisland”. Er staan vele koks in de Neder-landse beleidskeuken met ieder hun eigen “innovatierecepten”. Het instellen van een Innovatieplatform onder leiding van de Minister President om het innovatieve vermogen van Nederland structureel te versterken kan een stap in de goede richting betekenen om de uiteen-lopende partijen op elkaar af te stemmen, de voorstellen te kanaliseren en om de plannen ook uit te voeren. Hiervoor zijn er in de komende jaren door de overheid ook middelen toegezegd.

Mijn boodschap aan het Innovatieplatform is om snel structurele oplos-singen voor te stellen voor de genoemde dilemma’s, en innovatie weer een integraal onderdeel van onze samenleving, ons denken en onze houding te maken.

Laat men zich hierbij vooral leiden door de noodzaak om nieuwe wel-vaart te creëren en zich niet bezighouden met het verdelen van krim-pende, bestaande welvaart. Deze opdracht gaat dus verder dan hier en daar ad-hoc en eendimensionaal innovatie te stimuleren

– tegelijkertijd dient het Platform zich voortvarend te buigen over onmiddellijk te nemen praktische acties –

(9)

Dames en heren,

Wat is de positie van de TU Delft in het NL innovatiestreven? De TU Delft heeft niet alleen unieke competenties binnen Nederland, maar zij is ook de enige technische universiteit in de regio Randstad. Deze Regio kan bogen op twee mainports van wereldniveau: Schiphol en Rotter-dam en heeft - tesamen met de vele in de regio gevestigde kennisin-stellingen en bedrijven - de potentie uit te groeien tot dé ”Innovatie Valley “van Nederland, dynamisch, ondernemend en innoverend. De TU Delft kan een cruciaal stimulerende rol vervullen in het innovatieve ver-mogen van dit deel van Nederland, met belangrijke economische im-pact en internationale uitstraling.

De TU Delft staat voor een heldere focus op haar onderzoek, opleidin-gen en kennisvalorisatie. In volgorde:

ONDERZOEK

De TU Delft kiest er voor om via haar onderzoek bij te dragen aan de

basic needs onze samenleving, zoals vervoer en mobiliteit, wonen, duurzame energie, slimme productiemethoden, waterbeheersing en informatisering.

De Delftse multidisciplinaire speerpunten zijn innovatiecentra bij uitstek waar wordt gewerkt aan volgende generatieoplossingen, maar met een open oog voor toepassingen voor vandaag en morgen.

ONDERWIJS

De TU Delft kiest voor een vernieuwend en verbreed opleidingenaan-bod, zodat ons technisch-wetenschappelijk onderwijs een aantrekkelijk perspectief biedt voor zowel een brede groep Vwo-scholieren als een toenemend aantal studenten uit het buitenland.

(10)

Het stroomlijnen van het opleidingenaanbod door het ontwikkelen van een 3 TU Graduate School zal in aanzienlijke mate daar aan kunnen bijdragen.

VALORISATIE (= het creëren van toegevoegde waarde uit kennis) De TU Delft kiest voor een heldere vorm van kennisvalorisatie met drie accenten:

- focus op het aangaan van structurele vormen van samen wer-king met de grote bedrijven en instellingen,

- het bouwen van relaties met het Midden- en Klein Bedrijf

- het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid in haar directe omgeving, onder andere door technostarter programma’s en door in de oplei-dingen zelf aandacht te schenken aan entrepreneurship.

De positie van de TU Delft moge helder zijn.

Zij kiest voor brede, toepassingsgerichte technisch-wetenschappelijke opleidingen voor het ontwikkelen van jong talent met lef en intelligen-tie.

Zij kiest voor het accentueren van multidisciplinair onderzoek gericht op “wetenschap voor innovatie” onlosmakelijk verbonden met concrete maatschappelijke problemen van nu en voor de toekomst.

Zij kiest voor het samenwerken met andere kennisinstellingen, zoals Universiteit Leiden, Eindhoven en Twente, maar ook met de HBO’s uit de regio.

Zij kiest voor het aangaan van strategische allianties met het bedrijfsle-ven en het stimuleren van startende bedrijbedrijfsle-ven.

(11)

In het afgelopen jaar heeft de TU Delft baanbrekende initiatieven ge-nomen in elk van deze terreinen. Wij kiezen duidelijk voor de benade-ring vanuit de inhoud, niet vanuit onduidelijke of ondoelmatige be-stuursvormen. Wij zullen deze lijn blijven volgen, daar is NL ons inziens het meeste bij gebaat.

Ook zullen wij in het komende jaar onze interne processen tegen het licht houden en waar nodig aanpassen om onze taken nog beter te ver-richten en gereed te zijn voor de toekomst.

Dames en heren,

Nederland is ‘losing momentum’. Door samenwerken in plaats van concurrentie, door bundelen in plaats van versnipperen, door te kie-zen in plaats van het sluiten van verwaterde compromissen, door waardering in plaats van nivellering, door lef in plaats van geborgen-heid, door te doen in plaats van te praten, moet Nederland weer op een koers van ‘winning momentum’ kunnen komen. Een land, dat leefbaar en welvarend is en blijft voor de generaties na ons. De TU Delft heeft een ambitie en een programma om aan deze toekomst wezenlijk bij te dragen.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Do jego niewątpliwych zalet oprócz szero- kiej palety różnorodnych ćwiczeń należy sposób przedstawienia najważniejszych gatunków lite- rackich – autorka świadomie unika

Be­ stia podśw iadom ości została nazw ana, zlokalizow ana, należało ją w m ia rę m ożności

In order to contribute to the adequate dealing with social and ethical issues in innovative engineering design practice, this study has focused on the selection of the ‘best’

Wszyscy, zarówno goście jak i gospodarze, rozstawali się z przeświadczeniem, iż Zjazd przyczynił się do dalszego ulepszenia pracy Towarzystwa, które ma już

Uczymy grać w koszykówkę: taktyka, technika, metodyka nauczania koszykówki w lekcjach wychowania fi zycznego.. 1, Indywidualny i zespołowy

Obok dyskusji nad bieżącymi problema­ mi środowiska przedstawiono także stan zaawansowania prac nad przygotowaniem re­ aktywowanego periodyku Z otchłani wieków (pierwszy numer

To­ masza w formalizacji Ojca Bocheńskiego”, Studia Philosophiae Christianae 42(2006)1, 27-35, powtórzony w celu eliminowania błędów, które wkradły się przy

723 — дал1 по- клик на це джерело подаемо в круглих дужках у тс кет i статп з використанням скорочення ГРНП, шеля якого подаемо вказ1вку