,
.
".o
'.
, ïo
o
., ( .o
o
,
l _-i' 't "•
Nr: 2503Laboratorium voor Chemische Technologie
Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van ·
.
...
"r.I1
.
.•.
Q ••• ~.~.j!.~W.tê ... . onderwerp:...
Jê.Q!@~J;~~~I~...
f!p. .... ?X!?~~.~~.~~~... .
..
adres: Houtdui:fstraat 55 2623 ER Delft opdrachtdatum : juli'80
ver~lagdatum: april '81 (..'
. «' 5", • je * ' at'(; ( ( ( ( (
o
o
o
o
- - - -Inhoudsongave Samenvatting Conclusies 1.Inleiding2.Uitgangspunten van het ontwerp 3.Motivatie keuze reactorsysteem 4.Beschrijving van het proces 5.::assa- en warmtebalans 6.Specificatie apparatuur 7.Kostenbeschouwing
Li teratuurlijst Symbolenlijst
Appendix 1. Model voor de isomerisatiekolom Appendix 2. CSi-IP-programma
2.
3.
4.
5.8.
13.
21. 26. 31. 34. 35. 36. 39. IJ
Laboratorium voor Organische Chemie Julianalaan 136 Postbus 5045 2600 GA Delft
kncv
congres '80
utrecht
KOOLHYDRATEN
ALS CHEMISCHE GRONDSTOF
W~rkgro"p H.van B.kkuf'l -A.P.G. Kl.boom. Laboratorium voorOrgoni"ch. Chemi. Afd.ling Sch.ikundig. Tl'chnologi". Tt'chnilch. HogUChool Oellt
WINNING SCHEIDING - BEREIDING
CH,OH
~
:t
HO~O CH~-O HO HO H,OH HO 20-30 hydrolyse enzym of H+inuline (uil aardpeer en dahliaknol)
(In $om.nweorklng m.t prof.A.FuCh5 .n. dr.P, Kooiman)
"high Iruclou syrup·
CH,OH
I
C=O
OH
Scheiding /
glucose - fructose mengsel ---~
HO!
OH CH,OH
(uil suiker ol zelmeel) zeoliet Ca X
Van formaldehyde naar koolhydraten
nCH,O
-
base H,Oals zoelsIal
Selectiviteitsverhoging van de formose - reactie door
gelijktijdige hydrogenering of oxidatit!'
FOSFAATVERVANGERS IN WASMIDDELEN
oxidatie I
{
-7-
0- CH,-COO-)ncoo
-kool hydra ol
carboxy meothy leri n9
Synthese,calciumcomplexering ('H. üc. 170 en kation
NMR) en toepassing in combinatie met zeoliet NaA ...
KATALYTISCHE OMZETTING VAN KOOLHYDRATEN
CH,OH HO~O, HO~OH OH Plot Rh 0.31'01 KOH H,O, 25°, N, CH,OH HO~OH HO~COO OH H, H,C=O HO
i
OH OH OH CH,OH H,C=O HOi
OH OH OH CH,OHdehydrogenering van glucose tot gluconzuur reactie goot op voor oUe reducerende suikers
CH,OH
C=O
OH HO! OH CH,OH PI ol Rh 0.31'01 KOH H,O, 25°, N, HOCOO-i
OH OH OH CH,OH HOtransferhydrogenering invertsuiker naar
gluconzuur, sorbitol en mannitol
CH,OH
C=O
i~eHO$ ~ OH OH CH,OH PI -H,O, 60°,20 alm H,i
CH~~H OH HO HO CH,OH CH,OHi
OH OH OH CH,OHgelijktijdige f'nzymotische isomerisatie en (sf'lectieve)
tructose- hydrogenering naar mannitol
( in somenwf'rllIng m.1 prof. J.A.Ro.ls) HOiCH'OH HO OH OH CH,OH HO CH,OH
i
OH OH OH CH,OHo
, ( ;re
( I ( (o
o
o
o
--- - - _ .2
-In dit fabrieksvoorontwerp wordt het proces bekeken waarbij
glucose-stroop via isomerisatie en hydrogenering wordt omgezet in mannitol
en sorbitol. Per jaar wordt 5.380 ton 45 °Brix glucosestroop omgezet
en 1100 ton mannitol en 1f86oton 70% sorbitolstroop geproduceerd.
~
Gekczen werd voor een systeem waarbij isomerisatie en hydrogenering
ln gescheiden reactoren plaatsvinden. De voeding wordt eerst omgezet
ln een 50:50 mengsel van glucose en fructose. Tijdens de hydrogenering
van dit mengsel wordt de stroop voortdurend rondgepompt. Het
reactie-mengsel bestaat uit ca. 55% mannitol en 45% sorbitol als 45 °Brix stroop.
De besparing per ton mannitol in vergelijking met het klassieke proces is berekend als functie van de glucoseprijs. Bij een prlJS
van fl. 1.12 per kilo glucose zijn beide processen even duur. ~.
-\ \ \ '
o
(; ( ( ( (o
o
o
o
--_. - _ . _ - -- - - .-3-1. De belangrijkste kostenbesparingen zijn de goedkopere grondstof
en de lagere investeringen met name voor de opwerkingssectie.
Om een nauwkeuriger schatting van de tweede factor te maken, zal het onhlerp van de opwerkingssectie meer gestructureerd moeten worden.
2. De katalysatorkosten in het n1euwe proces zijn erg hoog.
Toe-pass1ng van een goedkopere hydrogeneringskatalysator (koper op
silica) en een kleinere isomerisatiereactor kan voordelen opleveren.
3. Het n1euwe proces 1S vooral voordelig 1n landen met een lage
glucose prijs.
4.
Bij dit voorontwerp zlJn enkele niet in de praktijk getoetstevooronderstellingen gemaakt. Om het proces mogelijk te maken moet :
- een hydrogeneringskatalysator op ideale drager beschikbaar zlJn.
- een gelijkstroom isomerisatiekolom met actief kool sectie
1n praktijk mogelijk zijn.
- de nahydrogenering bij 130 oe een k
1 groter dan
0.286
(1/h)hebben.
5
.
Op laboratoriumschaal zullen de experimenten bij voorkeurgedaan moeten worden aan het systeem met gescheiden reactoren.
6.
Er zullen gegevens moeten komen over de levensduur van dehydrogeneringskatalysator. '0
Ó
L
I-
\\
1:.- _.-,
--
~L ~---,
-'
-
I, ~Cf-e
\
\.-
J-.
c
( ( ( ( fo
o
o
o
- - - -. 1. Inleiding -L -IDe hexitolen sorbitol en mannitol ZlJn zoetsmakende stoffen die in
verschillende plantengeslachten aangetroffen worden. Deze stoffen
worden in het lichaam minder snel geassimileerd dan de overeenkomstige
hexosen.
Sorbitol wordt gebruikt als suikervervanger in levensmiddelen voor
diabetici en , vanwege het feit dat de stof niet door de
micro-orga-nismen in de mond gefermenteerd wordt, in tandpasta's en snoepgoed.
Verder dient sorbitol als grondstof voor vitamine C en enkele
emul-gatoren. Mannitol wordt vooral gebruikt als inert bestanddeel in
ge-neesmiddelen en kauwgom. Mannitol is niet hygroscopisch en heeft minder
bijwerkingen dan sorbitol, zodat er een redelijke markt bestaat voor
het duurdere mannitol. Een produktie van zo'n 1200 ton per jaar is goed
te verkopen en ook het bijprodukt, een 70 procent sorbitolstroop, is dan
zonder veel problemen af te zetten.
Sorbitol kan worden bereid door elektrochemische reduktie of
kataly-tische hydrogenering van glucose (lit 2,11). Katalykataly-tische hydrogenering
van invertsuiker levert een mengsel 25 % mannitol en 75 % sorbitol.
'" V'
I
'-Mannitol kan verder nog bereid worden door isomerisatie van sorbitol
(8).
Omdat mannitol veel duurder is dan sorbitol zou het gunstig zijn om tot
een hoger rendement aan mannitol te komen. Een van de mogelijkheden is de
combinatie van een selectieve hydrogeneringskatalysator met een
gelijk-tijdige isomerisatie van glucose in fructose. (1,2) De selectiviteit
van de hydrogeneringskatalysator is enerzijds een hogere reactiesnelheid '(,
van fructose ten opzichte van glucose en anderzijds een stereochemische
selectiviteit, dat wil zeggen van het gehydrogeneerde fructose wordt meer ~
dan 50 % omgezet tot mannitol. De isomerisatie kan zowel chemisch
(9)
als biochemisch (1,4,7) gekatalyseerd worden. Bij dit voorontwerp wordt
uitgegaan van metingen van Makkee (1) met platina als katalysator voor
de hydrogene ring en geïmmobiliseerd glucoselsomerase voor de isomerisatie.
\ ... ;-1-.1\;
~
lU osestroop glucoseïsomerase glucose (50% --_>
+
fructose (50%)t
k 1 '.,~
~k3
sorbitol
~50%)
c mannitol (ca.50%)Het doel van dit ontwerp is
. ' .. ~-~ .. "
.~, "
1. een inzicht te krijgen in de rendabiliteit van het proces in ver-gelijking met het bestaande proces.
2. een overzicht te krijgen van de belangrijkste problemen die kunnen optreden bij opschaling van het proces.
o
( ( I ' " ( (0
o
o
o
- - - - --~---~---I-
)
-~. Uitgangspunten van het ontwerp.
1. Om een goede vergelijking met het bestaande proces mogelijk te maken wordt de jaarproduktie ongeveer gelijk genomen aan die van de Chemie Combinatie Amsterdam (CCA) te Gorcum, ca. 1200 ton per jaar (300 dagen). De sorbitolproduktie zal dan ongeveer even groot ZlJn, terwijl de sorbitol-produktie bij CCA ongeveer driemaal zo groot is.
2. Een van de voordelen van het nieuwe proces is de grotere keuze van de
grondstof. Naast invertsuiker kan ook glucosestroop gebruikt worden.
3.
4.
\I
5.6.
De prijs van glucosestroop is lager dan die van invertsuiker. Omdat deze prijs echter nogal verschilt voor glucose uit verschillende bronnen
(mais, aardappel, cellulose) en in verschillende landen (heffing op glucoseisomerisatie) wordt dit als variabele meegenomen.
De glucosestroop moet vrij zijn van eiwitten e.d. omdat dit de
hydro-generingskatalysator vervu~e concentratie van de stroop is meestal
45
°Brix (gewichtsprocenten), dit is ook de concentratie die in dit proces gebruikt wordt. Bij een lagere concentratie zullen de reactoren onnodig groot worden en de selectiviteit slechter, bij een hogereconcentratie wordt de stroop erg visceus en bestaat de kans op precipitatie van mannitol in de reactor.
In verband met de relatief snellere desactivering van de
enzymkata-lysator vinden hydrogenering en isomerisatie in aparte reactoren
plaats. Dit heeft bovendien als voordeel dat de systemen afzonderlijk
geregeld kunnen worden.
Voor de hydrogenering wordt gekozen voor het systeem met platina als katalysator bij 60 °c en 20 atm. waterstofdruk. De platinakatalysator wordt 3 procent op hexose genomen, dit is 3,6 maal zoveel als de door
Makkee gebruikte concentratie.
In verband met corrosie wordt de apparatuur, zoals gebruikelijk ln dit soort processen, uitgevoerd in roestvaststaal AISI 316.
De bela~grijk~te afvalstroom is de zoutoplossi~g vam de regeneratie van de lonenwlsselaars. Deze zal ongeveer 15 m per dag bedragen, het zoutgehalte is dan 23,4 kg/m~ over het gehalte aan koolstofverbindingen valt weinig te zeggen. De lozingskosten zullen vooral door deze kool-stofverbindingen bepaald worden.
In verband met de explosiviteit van waterstofgas zullen rond de hydro-generingssectie de nodige veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen. Aan het eind van elke batch wordt er een hoeveelheid waterstof gespuid.
C:
( ( (c
o
o
-- - -- - - --
-b-~~abel 1. Ei~enschappen van grondstoffen en produkten.
*
Gegevens ui t(13,1
4
)
en van eeA.Diffusiecoëfficiënten.
Og! l 0
10- 10
glucose in water
25
e5·2
*
6.9
*
10-10
zuurstof in water
20
oe2
*
10
-9
waterstof in water
10
oe4.3
*
10 -9
16
4.7
20
5·0
21
5.2
25
4.8
4.5
45
65
0
.
1
7
2
(m~s) (14 )
(mYs)(13)
(m~s
)(14)
(m~s)
(14)
(13)
4.1
6.3
9.4
(15)
ü
o
c
c
0
(o
o
o
- - -1
-Soor telUke warmtenp;ew"i' manni tol gl ucose fructose
1 4.17 4.04 5 4.10 3.93 1.09 1û 4.03 3.81 4.12 15 3.70 4.13 20 3.60 25 3.49 30 3. 37 ,~o 3.27 45 3.18 50 3.10 55 3.03
Verdampingswarmte water bij 180 °c 2000 kJ/kg Vormingswarmten ARf = ( - 6 R
verbr. + 94.383fa + 34.193fb ) voor CaHbOh
C
6H1206 ÖRf = _302.6 (kcal/mol bij 15 °C)
C
6:11406 LlR f =-316.9
Qplosbaarheid van waterstof in water a volume gas (0 °C,1 atm)
volume vloeistof
t (oC) 10003fa mol glucose/kg water 15 25 20 18.83 17.80 15.9 14.4 12.7 10.34 7.79
o
o
0.81.
5
2.5 4.5 8.0Henry-constante van het systeem waterstof/water bij 60°C Hydrogenering§katalysator.
~ halfwaarde tijd fructose 5.75 uur
~r halfwaarde tijd glucose 78 uur
~ \ 'selectiviteit
A
0.651.66% o~ hexose (1)
,.r'
I
~'
\.
\ \)J \ lil reac 1esne t ' l h ' d e1 scons an en t t v,.)or
3
d~ o\ ~~\ 16.13 op hexose kg/m3 k 1 0.032 (1/h) k 2
=
0.152 '- ,.::.: k3 0.282 ~ 0 (.
• v.
.
.r<,_ ." Deze katalysator wordt geacht beschikbaar te zijn in pellets. /""-' ( met een benuttingsgraad van ~, zodat de ~scheiding van de
~ .v~ metaalkatalysator ~ de str&p geen problemen oplevert .
,
.,
. ~.~ .2..-..v
\ \t
Glucoseïsomerase
Maxazyme~
GI-immob van Gist-Brocades bv.straal van de deeltjes
diffusiecoëfficiënt van glucose
evenwichtsconstante bij 60 oe reactiesnelheidsconstante idem desactiveringsconstante idem 0.0006 -11
=
6.7 ] f 10 1.062 - 3 2.023f 10_ 2 2.433f 10(4)
(m~(m /s)
-(1/s)
(1jdag) ·'1 I ,,'"
4
17. ~7c
c
( (o
o
o
-
()-3. Motivatie keuze reactorsysteem
De reactor sectie van dit proces is op vele manieren op te zetten.
We denken daarbij aan continue of discontinue procesvoering en het
al dan niet gescheiden houden van de isomerisatie en hydrogenering.
Hoewel de uitvoering in een reactor goed uitvoerbaar is (1), kleven
er toch wel enige bezwaren aan.
Ten eerste inhiberen de beide reactoren elkaar. Platina versneld de
desactivering van het enzym en de isomerisatiekatalysator verlaagd '
door leaching van eiwitachtige stoffen de activiteit van de
metaal-katalisator .
Ten tweede zal de levensduur vanbeide katalysatoren verschillend zijn,
\
het enzy~ is erg instabiel en kan niet geregenereerd worden terwijl
de metaalkatalysator een langere gebruikstijd heeft en wel geactiveerd
kan worden.
Bij een systeem met twee gescheiden reactoren zijn deze problemen
veel minder en bovendien is het proces dan veel flexibeler.
De mogelijkheid om dit proces continu te bedrijven werd onderzocht.
Hierbij werd aandacht besteed aan de selectiviteit en de totale
con-versie. Als eerste werd gedacht aan een tank voor de hydrogenering
en een buis voor de isomerisatie.
, "
268
.875
kg/m3
=
0.31 m3/h+
0
vrIn dit systeem wordt de selectiviteit vooral bepaald door de
conversie-graad voor fructose in de tank. Als deze laag is, is de conversie
van glucose erg klein zodat er veel glucosé~ln de buis tot fructose
omgezet kan worden. Om toch een ~doende eindconversie te krijgen,
moet de recirculatieverhouding
0 /0
0 dicht bij een liggen. Dit leidtt t o gro t ereactor volumlna. , v r v
Als voorbeeld de berekening voor een recirculatieverhouding van 0.99
~n een conversie voor fructose
U
f
=
0.5.
De katalysatorconcentratielS 0~83% op hexose ~
Het volume van de tank V
t wordt dan
=
_-=3;....,1_0.1205
de converSle van glucose lS dan
= 0
.0
686
= 257
m 3 • 1 of71.4
m3
als kat.3%
") I.· -") !r V [' r L r L 0
o
o
()Door iteratie wordt nu de samenstelling van de uitgaande stroom bere
-kend, gebruik makend van de volgende vergelijkingen :
FO
=
R*F 2 + ( 1-R) *F f GO=
R*G 2 + (1-R)*Gf F 1=
F 0*(1
-~
f)
G 1=
GO*( 1-fg) K' F 2=
(F1 + G1 )*( 1+K') G 2=
F /K2 ' we vinden dan FO=
GO=
9.22 kg/m 3 F 1=
4.61 kg/m 3 3 G 1=
8.59 kg/m F 2=
G 6.60 kg/m 3=
2 met R=
recirculatieverhouding dan uit waarln,
K=
isomerisatieverhouding F 2/G2r;
!=
reactiesnelheidsconstante (1/h)=
benuttingsgraad - void fraction=
0.1 3=
evenwichtsglucoseconcentratie (kg/m ) de evenwichtsconcentratie vinden we met behulp van*
.
met K
=
evenwlchtsconstanteAls we een nieuwe enzymkatalysator gebruiken, dan is de
reactiesnel-heidsconstante bij 60 oe, K
=
1.2 (1/h) en volgt voor de benu~tingsgraad 0.64. We vinden dan voor het volume van de buis 24.23 m • Als
we echter rekening houden met de desactivering van het enzym volgens
het model in appendix 1, moet de buis ongeveer 39 m3 zijn.
De produktstroom heeft nu de volgende samenstelling :
fructose 6.60 kg/m3
glucose 6.60 mannitol
mannitol 303.01 sel A = = 51 %
sorbi tol 221. 16 hexitol
water 651.25
De restsuikerconcentratie is echter nog veel te groot. Totaal mag
er niet meer dan 0.02% (0.108 kg/m3 ) hexose in het produkt aanwezig
zijn. Er is nog een nahydrogenering nodig met een tamelijk lange verblijf tijd. Omdat het om een kleine hoeveelheid suiker gaat, is de selectiviteit niet van belang. We kiezen voor Raney-nikkel als kata-lysator met k
c
( { ( ( (o
o
o
o
-10-De nahydrogeneringsreactor moet voor glucose een conversie
(6.
6
-
0
.1
08)/6
.
6
=0
.
98
,
zodat het volume van deze reactorhalen van
Vtna wordt
rl.
.0
.9
8
=
44
m3
'7 'IVtna='{Jvf* O.
4
1.(
1- .098)
)1. r~
t
u"--~
v~
ç~1
~~~~~JI
.
Als we rekening houden met een kleinere mannitol-sorbitol verhouding
in het produkt, dan kunnen we de conversie van fructose per doorvoer
iets hoger nemen. De recirculatieverhouding kan dan lager zijn, zodat
het reactorvolume kleiner is. Ook als we de buisreactor kleiner nemen,
m.a.w. als we de isomerisatiegraad lager kiezen, gaat dit ten koste
van de mannitol-sorbitol verhouding.
Hoewel er dus nog enige speling in dit systeem zit is de orde van grootte
van de reactoren van die aard dat deze weg toch weinig zinvol lijkt.
Een mogelijkheid om de hydrogeneringsreactor kl einer te houden, is een
uitvoering als trickle-phase reactor.
De voordelen hiervan zijn :
- betere overdracht van waterstof naar de vloeistof.
- kleiner reactor volume
f1
De nadelen zijn :" i /
_
als de benuttingsgraad voor fructose kleiner is dan die voorglucose, gaat de selectiviteit achteruit.
- onder in de kolom is de glucoseconcentratie relatief hoger en
dus de selectiviteit lager.
- slechte menging van de vloeistoffase rond de deeltjes.
- grotere pomp nodig voor gasrecirculatie.
Het is in principe mogelijk dat toepassing van de trickle-phase reactor
tot een aanvaardbaar volume van de hydrogeneringsreactor leidt . De
buis-reactor zal echter van dezelfde orde van groJte zijn. Ook vanwege de vele
onzekerheden in de parameters nodig voor het ontwerp is dit systeem niet
verder uitgewerkt.
Een andere mogelijkheid voor continue procesvoerlng lS een serle van
afwisselende tanks en buizen.
Hierbij kan de verblijf tijd in de tanks gevarieerd worden. In de eerste
tanks wordt de conversie van fructose laag gehouden, als de suikers al
voor een groot deel omgezet zijn kan wat minder selectief gehydrogeneerd
worden. In tabel 2 zien we dit aan de hand van een rekenvoorbeeld
geïllustreerd. De platinakatalysator was
0.83
%,
voor denahydrogenerings-tank zal een volume van
29.5
m3 nodig zijn.In de eerste zes tanks
(1
tlm11)
is dan437.71
kg fructose en91.34
kgglucose omgezet. Dit leverde een mengsel van
247.13
kg sorbitol en287.13
kg mannitol, zodat de hexitolfase58
%
mannitol bevat.We zien dat het totale tankvolume
(69
m3 ) kleiner is dan bij het systeemmet recirculatie en dat het buisvolume zelfs zeer veel kleiner is
(2.7
m3).
Vanwege het grote aantal reactoren is dit systeem echter verlaten, we
(
-
\\-( Tabel 2. Resultaten van het systeem met serieschakeling.
1
~fi
Vti~gi
F. G. V i+1 F. 1=G. 1 1 1 ~,b cA'.\ l+ l+ 'Ippe- 101'1 f 1 0.5 2.57 0.068 134.4 250.4 0.370 192.4 3 0.6 3.86 0.100 77 .0 173.2 0.404 125. 1 5 0.7 6.00 0.147 37.5 106.7 0.436 72.1 7 0.8 10.29 0.228 14.45 55.67 0.466 35.05 ( 9 0.9 23.21 0.400 3.51 21.03 0.494 12.27 11 0.9 23.21 0.400 1.23 7.36 0.494 4.29 3 3 3 3 kg/m3 m kg/m kg/m mc
c
(o
o
o
~) ,..) WATERSTOF ENZYM ( 2 ) .. 20 Stoom GLUCOSES TROOP V 1 VOORRAADVAT H 2 WARMTEWISSELAAR P 3 VOEDlI'GPOMP K 4 ISOMERISATIE~OLOM P ~ RECIRCUL AT IE POM' C 6 COMPRESSOR 8 ':) V 7 HYDROGENERINGSRE.6CrOR C 8 CDfyfll E S SOR V 9 HYDROGENERINGSREACTOR F 10 FILTER H 11 WARMTEWISSELAAR K 12 DEIÖNISATlE~OLOM r--, r--; .--.. V13 BIJFFERIAT v 19 H14 CONTINUE INOAMPER H20 V15 ~RISTALISATOR A, F 21 V~ ~RI STALISATOR
""
V 22 C 17 CENTRIFUGE A, F 23 CS CENTRIFUGE Ao ~ 24 _.- --- -_._--1"-\ 1"-\ ... r ' r-'~
NallO kJCht MANNITOL SORBITOLSTROOPMANNlTOLPROOUKTIE uit GLUCOSE door
BUFFERVAT Iso.1ERISATIE Iln HYDROGENER I NG
DISCONTINtA: Ip.()AMPER
FLUID BED DROGER TltGE Gourts Apr,' 19B1
~RISTALISATOR
Ostroomnr DT4Jn"C).in ·c
o
()r'Ut ., ba raFILTER
L
f
.
( ( ( (c
o
o
()c
-l~-4. Beschrijving van het proce~
Gekozen werd voor een batchgewijze procesvoerlng volgens het onderstaande
prlnclpe.
De platinakatalysatorconcentratie wordt
3%
op hexose genomen, dit isdrie maal ,zo hoog als bij de metingen van Makkee. Het totale volume
aan glucosestroop per run is 15 m3.
De conversiegraad en de mannitol-sorbitol verhouding in dit systeem
worden vooral be~~ald doo: de flow
0
v en h~t buisvolume Vb' Hoe meerglucose er per tlJdseenheld omgezet wordt ln fructose, hoe sneller
de totale reactie verloopt en hoe meer mannitol er in het eindprodukt
zit.
De buisreactor wordt ontworpen zoals in appendix 1. beschreven, de
reactorvergelijking luidt :
(
Go -G*
~
in
Gl~
-G*Ult
=
2.011
*
Een massabalans over de buis volgt uit het feit dat de som van de
fructose en glucoseconcentratie die op een bepaald moment de buis
ingaat, gelijk moet zijn aan die welke een buisverblijftijd later de reactor verlaat.
F I - F
b
=
G GI
b
Hier~n zlJn Fb' en Gb' de concentr~ties fructose en glucose aan
de ultgang van de bUlS, berekend Ult de ingangsconcentratie F en G
een buisverblijftijd eerder. ~
De massabalansen over de tank worden dan :
~
7'
b
d.F
dt dG dt
=
In appendix 2 zien we een CSMP-programma waarmee het systeem voor verschillende buisvolumina en verschillende verblijf tijden is door-gerekend. We zien dat voor deze combinaties de mannitol-sorbitol
verhouding in dezelfde orde van grootte ligt. Het belangrijkste verschil
is de conversie op een bepaald tijdstip.
L
C
c
(o
0o
o
We gaan ervan uit dat de nahydrogenering zal plaatsvinden in de tank
bij 130 °C. Voor de berekening van de reactietijd zullen we de waarde
van k
1 ?ij 130
°c
moeten weten. We gaan bij een schatting van dewaarde Ult van metingen bij 50 atm.
t(oC) k
1 ( 1 /h) 1000/T -In k1
50 0.014 3.093 4.27
70 0.020 2.913 3.91
80 0.047 2.830 3.06
We nemen aan de de activeringsenergie bij 20 atm. welnlg verschilt
van die bij 50 atm. Door extrapolatie van de data vinden we voor
kJ. bij 130
°c
een ,·marde van 0.35. ( 1 /h) . ~et i s echter mogelijk datblJ hogere temperatuur het reactlemechanlsme anders wordt, waardoor
de activeringsenergie veranderd.
We kiezen voor het buisvolume
5
m3
en voor de verblijf tijd 18 minuten.Het volgende tijdschema kan dan worden toegepast.
De batch wordt begonnen door de glucosestroop via een warmtewisselaar
en de isomerisatiekolom in de tank te pompen. We kiezen de vulsnelneid
zo de aan het begin van de hydrogenering de glucose en
fructoseconcen-traties aan elkaar gelijk zijn.(K'=l). Met behulp van de reactorverge-lijking voor de buis volgt dan~dat de flow 2.85 m3 /h mag zijn, de vultijd
is dan 5.3 uur. Als de tank op druk gebracht is wordt de recirculatie van
gas en vloeistof gestart. Na 18 uur is de samenstelling van het mengsel
mannitol 296.33 kg/m3
sorbi tol 220.12
fructose 8.56
glucose 18.39
water 657.85
De inhoud van de buis wordt nu bij de tank gepompt en de temperatuur
o . .
verhoogd tot 130 C. De bUlsreactor kan nu gebrulkt worden voor de tweede tank. Het volume van de tank is nu 15 m3 vloeistof, welke 3
gehydrogeneerd moet worden tot een restconcentratie van 0.108 kg/m
Als we dit in 18 uur willen bereiken, moet de k
1 minstens 0.286 (l/h)
zijn. Bij 130
°c
zal dit wel haalbaar zijn.De samenstelling van de stroop is dan
mannitol 301.96 kg/:n 3
sorbi tol 241.63
fructose 0.00
glucose 0.11
water 657.25
Dit betekent een mannitol-sorbitol verhouding van 55.5
%,
deze stroop gaat naar de opwerking. De tank word nu klaargemaakt voor een volgenderun. Voor een run zlJn dus twee dagen nOdig, als elke dag een run gestart
r
o
-
\~-De druk val over de buisreactor volgt uit de relatie
Ll
p
L met Ë = 0.3~i ~
~50~~b)~~~) ~
~l = 4.8 (lb/ft.hr) g =.4.2 * 108(ft~hr2)
Als de verhoud1ng hoogte : dlameterficiële massaflow 1065 (lb/ft 2 .hr).
de buis 0.32 atm. zal zijn. Dit zal
De reactiewarmte bij 15 oe bedraagt
zes genomen wordt, is de super-Hieruit volgt dat de drukval over dus geen problemen opleveren.
~H = 302.6 -316.9 ~ -14.34 kcal/mol
r
daar de soortelijke warmten van hexosen en hexitolen nagenoeg gelijk
zijn, wordt alleen nog voor het verschil in oplcswarmte gecorrigeerd.
~H wordt dan ongeveer -11.6 kcal/mol. De totaalaf.te voeren warmte
geaurende een run bedraagt dan 2.2 * 106 kJ in 36 ~ur, welke voor ·20
%
in het eerste uur van de hydrogenering geleverd zal worden. Na 18 uur is de reactiewarmte niet meer in staat de stroop meer dan 0.3 oe/uur
op te warmen, zodat stoom nodig is voor het opwarmen naar 130 oe.
Het warmtewisselend oppervlak in de tank wordt berekend voor dit op
-warmen en we nemen aan dat dat oppervlak voldoende is voor de koeling met lucht in de eerste fase van de reactie.
Stofoverdracht van waterstof naar de vloeistoffase.
De roersnelheid kiezen we zodanig dat de overdracht van waterstof naar de vloeistoffase niet beperkend is. De totale molflow van water-stof ~h door het grensvlak wordt gegeven door :
~h
= Vt·kl·a.(H*-H) met k l a H,H* = stofoverdrachtscoëfficiënt.
.,
=
spec1f1e~grensvlak=
waterstofconcentratie in de vloeistof resp. in de bulk en in evenwicht~h is het grootst aan het begin van de reactie. Het eerste uur wordt er
ongeveer 6600 mol waterstof omgezet.
De evenwichtsconcentratie H* schatten we door aan te nemen, dat de ver~ houding van de oplosbaarheid van waterstof in water en glucosestroop
. . . o . .
n1et veel veranderd met druk en t
3
mp eratuur. B1J 20 e 1S de ~plosbaarhe1d van waterstof in water 0.81 mOl/m en in de stroop 0.46 mol/mDe oplosbaarheid bij 60 oe en 20 atm vinden we met behulp van de Henry-constante, dit levert een waarde van 14.53 mOl/m3 en dus voor de stroop
8.25 mOl/m3 . Als we voor de waterstofconcentratie in de bulk 90
%
van deze waarde nemen, vinden we voor de benodigde kl a-waarde 0.193 (1/s).
- - -
-;
I
r L.. ( ( (
r
-o
o
o
Voor de stofoverdracht van zuurstof naar water ln een beluchte
ge-roerde tank geldt volgens Van 't Riet (17)
hierin zlJn = roervermogen per volume-eenheid van de reactor
=
superficiële gassnelheidDe stofoverdrachtscoëfficiënt is volgens het Danckwerts-model
even-redig met de wortel uit de diffusiecoëfficiënt. Bij 200e is de diffusie-coëfficiënt van waterstof 2.5 maal zo groot als die van zuurstof. We
bere-kenen het roervermogen voor de tank bij een superficiële gassnelheid van
3 (mm/s) een een kla-waarde van :122 (1/s), en vinden dat 80 W/m 3 nodig
is. Voor de hele tank betekent dlt een vermogen van 1190 W.
Het totaal aan reactie- en roerwarmte dat afgevoerd moet worden is
1190*3.6*36 + 2.2*106 = 2.35 * 106 kJ/run
Als we de lucht 20 oe in temperatuur laten stijgen betekent dit, dat
er per Jaar 3.52 * 107 kg lucht nOdig is.
Dimensionering van de warmtewisselaars .
In de warmtewisselaar H2 moet 15 m3 stroop in 5.3 uur opgewarmd worden van 20 tot 60 oe. De soortelijke warmte van de stroop wordt
onafhankelijk van de temperatuur geacht, de correcties zullen kleiner zijn dan de onzekerheid in de waarde.
De over te dragen warmte per tijdseenheid D bedraagt
D = 15*1195*3.18*(60-20)
5·3
=
4.3*
105
(kJlh)
het benodigde oppervlak volgt uitLlT
1 -Ll
T2 ln(LlT 1 ) ~ T 2 hierin ZlJn U = warmteoverdrachtscoëfficiënt A = Du.ll
T ln met~T1= temperatuursverschil aan de lngang
~T2= temperatuursverschil aan de uitgang
Als we ervan uitgaan dat de stoom van 180 oe condenseerd en als water van dezelfde temperatuur de wisselaar verlaat volgt voor het logaritmisch temperatuursverschil een waarde van 139,4 oe. Rekening houdend met een normale vervuiling zal de warmteoverdrachtscoëfficiënt voor de verwar-ming van molasse met stoom een waarde van 60 tot 80 Btu/hr.sqft.OF hebben. Voor de iets minder visceuse 45 0Brix stroop nemen we 1.6* 106 J/h.m2 . oe. Het warmtewisselend oppervlak zal dan 1.93 m2 moeten zijn.
De koeling van het reactiemengsel gedurende de recirculatie gebeurd met lucht via een koelspiraal in de tank. De af te voeren warmte is niet erg groot, het eerste uur zal ongeveer 40.000 kJ afgevoerd moeten worden. Aan het eind van de reactie is de geproduceerde warmte zo klein, dat het verlies via de wand wellicht niet meer gecompenseerd wordt. Bijver-warming met stoom zal dan nOdig zijn.
L ( ( (
c
o
o
o
o
De koelspiraal wordt ontworpen op het verwarmen van de 15 m3 stroop van
60 tot 130 oe in een uur. We nemen aan dat de soortelijke warmte van de
hexitolstroop niet erg veel verschilt van die van de glucosestroop. De
over te dragen warmte is dan
D
=
15*1195*(130-60) A=
120 -50 üTln 120 ln(150)=
4 *lé
kJ/h = 80 oeEr is een oppervlak nodig van 31 .25 m3, dit is nog wel in de tank tg
installeren. Voor het opwarmen van de stroop is in totaal 6.28 * 10 kJ
nodig. De condensatiewarmte van stoom van 180 oe is 2000 kJ, er is dus
9.42*105 k~toom per jaar nodig.
. . 0
Koellng van de hexltolstroop van 130 naar 100 e komt neer op een over
-dracht van 5.38*10 5 kJ in een uur. De Narmteoverdrachtscoëfficiënt is een
factor vijf lager dan die bij het opwarmen met stoom. Als het koelwater
opgewarmd wordt van 20 tot 40 oe vinden we voor het oppervl ak van H11 :
A = 19.8 m 2
L ( ( [
D
o
Dn
-1&-Beschrijving van de opwerkingssectie
Als de gewenste conversie bereikt is, wordt de hexitolstroop door een
filter gepompt om eventuele restjes katalysator af te vangen. Na
af-koelen tot 100 oe wordt de stroop over een mixed-bed ionenwisselaar
geleidt. Hier worden de aanwezige zouten afgevangen.
De stroop bevat dèyolgende zouten
c alci urnc arbonaat 0.5 g/60 g hexose 180 eq/m3
magnesiumsulfaat natriumsulfiet
3 mmol/l 12
100 ppm zwaveldioxide 6
totaal ca. 200 eq/m3
Van de grootste bijdrage (krijt) zal een belangrijk deel op het filter achterblijven. In verband met organische verontreinigingen, die ook
geadsorbeerd kunnen worden, wordt de kolom toch ontworpen voor 15*200 eq/batch. Om geen last te krijgen van de precipitatie van mannitol en in verband
met de viscositeit, zoeken we naar ionenwisselaars die tegen hogere
temperaturen bestand zijn. Dit heeft ook als voordeel dat de stroop
voor het indampen niet meer hoeft te worden opgewarmd. Om tot lage
rest-concentraties te komen, kiezen we voor sterk zure en basische wisselaars
in een mixed-bed kolom.
Tabel 3. Enkele voorbeelden van te gebruiken wisselaars.
kationwisselaars anionwisselaars
macroporeuze gesul Dowex Bio-rad Lewatl t
foneerde polysty- AG
1-X2 MP500
reenharsen. Q
bulk wet density lb/ cuft 43 - 56 43 44 49-51
moisture content % wght 40 - 50 34-52 70-78 65
swelling % 3 - 6 20 20 1-10
max. temp. OF 250 302 302 160
pH-range o - 14 0-14
dry capaci ty meq/g 4.3-5.2 3 3.5 4.0
wet capaci ty meq/g 1.8-2.3 1.5 0.8 1.2
* Lewatit SP120' Amberlite 200,200c,252 e.a.
De inhoud van een batch bevat 1500 eq kationen en evenzoveel anionen. Als we uitgaan van een capaciteit van respectivelijk 2 en 1 eq/kg
hebben we 750 kg (0.94 m3 ) kationwisselaar en 1500 kg (2.15 m3 )
anion-wisselaar nodig. Het bedvolume is 3.1 m3.
We kiezen als afmetingen een hoogte van 6 meter en een diameter van 81 cm.
De drukval over de kolom wordt op dezelfde manier berekend als bij
de isomerisatiekolom. De deeltjesdiameter is nu echter 0.004 ft. Als de inhoud van de batch in een uur gedeioniseerd wordt, is de drukval 1.2 atm. De kolom wordt geregenereerd door scheiden van de wisselaars met een
w~terstroom, waarbij de wisselaars gel~jk gewassen zijn. De k~tio~
wlsselaar wordt dan gespoeld met 1.5 m 2 m zoutzuur en de anlonWlsse-laar met 2 m natronloog. De totale afvalstroom zal ongeveer 15 m3 per batch bedragen met een 'keuketizout gehalte van 23.4 kg/m3 en een onbekend gehalte aan koolstofverbindingen. Het koolstofgehalte zal de
lozings-kosten voor het grootste deel bepalen.
I
_I
r L r ,
o
o
o
o
Vanuit de ionenwisselaar gaat de stroop naar een geïsoleerd kunststof
vat. Dit vat moet de inhoud van twee batches kunnen bevatten. Vanaf
hier gaat de stroop de kristallisatiesectie in.
De kristallisatie is. in wezen hetzelfde als die bij het bestaande proces.
Het belangrijkste verschil zit in de grootte van de verschillende stromen.
Bij CCA te Gorcwn gaat de kristallisatie ruwweg als volgt:
f
RlAW pro QUl(t
1.Ç°fc,H
fr-sof,.,
S
DÎSC.ONI i HU I----I .. ~~ DISCONT; Nl..(..
I
f4EEI V~TE~
ld.e KRis ,AL
l
~---i.~ c;o°l,., H. / ÇO 'I.:.
S
COtill
tiL(--',-f.lE~fï--=-~8~~M
1\1% S AI
I),,-r~ r<.
"
~i LTfl.~f\T
Het ruwe produkt (25% mannitol en 75% sorbitol op droge stof basis) wordt
ingedampt en in een tank langzaam afgekoeld tot 20 °C waarbij een ruw
pro-dukt, het zogenaamde eerste kristal, precipiteert. Het filtraat wordt
inge-dampt een opnieuw afgekoeld en levert dan het tweede kristal en een 70%
sorbitolstroop die na ontkleuren verkocht kan worden. Eerste en tweede
kristal worden samengevoegd en opgelost in heet water tot een stroop met
50% mannitol en 50%sorbitol. In een continue kristallisatie wordt hieruit
een produkt gehaald met 88% mannitol op droge stof basis (Al) en het filtraat gaat terug naar het begin van de kristallisatie. Het Al-kristal
wordt eenmaal geherkristalliseerd tot de verkoopkwaliteit AO'
Met het nieuwe proces kan gestart worden in de continue kristallisatie en vervolgens de produkten Al en AO' Het filtraat de eerste continue kristallisatie wordt ingedampt en langzaam afgekoeld tot een eerste
kristal in een discontinue kristallisator. Opwerken van het filtraat
tot een tweede kristal leek gezien de kleine hoeveelheid niet meer lonend. Dit filtraat wordt als 70% sorbitolstroop verkocht.
-,
~-c
r-,
-r
f' , )r
-20-..
t;oOf.:. HfiLT~AAT HEEl VilT ER.
1)0% S
uW ~o DLI(r
COMTili4 DÎSCCNTi NU
..
t"\W·t.
~ltTR.AAl" S n.% - Hen W~TER.
"
(OHTi NU t1.1H1H"t , o l
De sorbitolstroop moet dan nog worden ontkleurd, dit kan
een actief kool kolom. Over de mate van kleuring is geen
doen, wellicht zal door de lagere gemiddelde temperatuur
lager zijn dan bij het oude proces.
SO~e.·,TOlST~
gebeuren met
voorspelling te
de kleuring wat
De mannitol kan zoals bij CCA gedroogd worden in een fluid-bed droger.
In dit gedeelte van het proces zullen de omstandigheden gelijk ZlJn
aan die bij het oude proces.
Bij het opstellen van de massa- en warmtebalansen is de opwerkingssectie
als een grey-box beschouwd. Een schatting van de ingaande en uitgaande
stromen is gemaakt op grond van gegevens van CCA en oplosbaarheden van
de hexi tolen.
I
t1.04NHiT"OL '---r~ So t(. 8" TOL S rg.oo pI
e-XCES W(4.RMiê 00,,"In het flowsheet zlJn de recirculatiestromen weergegeven. De hierbij
vermelde condities zijn schattingen op grond van gegevens van CCA. Het lS
niet bekend hoeveel er in de verschillende indampers aan water verdampt
wordt en hoeveel er hiervan gebruikt wordt voor de herkristallisatie.
De temperatuur van een oplossing zal ongeveer 100
°c
zijn, dit wordtbereikt door een bijstellen van de hoeveelheid spuiwarmte. Het water dat
de indamper verlaat is immers in dampvorm, zodat de condensatie warmte
de oploswarmte en de voelbare warmte in balans gebracht moeten worden.
Omdat het ruwe produkt bij 100
°c
de opwerksectie ingaat zal de totalekoeling groter zijn dan de opwarming. Hiervoor is een extra stroom
mee-genomen. Om de kostprijs berekening aan de veilige kant te houden is voor
stroom 11 de vaste stofsamenstelling op 50%mannitol en 50% sorbitol gesteld.
-- -
2/-IN
Voor-waarts
Massa -en
Retour
UIT
Warmtebalans
M
Q
M
M
M
Q
Q
Q
voeD
i l'\ (,. [b
't1 ~.>~* va 1.l,1 ~ lP QV ~O.~L,{4(.Lob
~ B·~~ ~ [,0 StOOK COH\)tNS D,~~{1t ~ b2.bo*tp'&
Hl
[@
•
'2. )"
if-(,.0 1 '2.I";It Va b [ fH'2lL M ~K~
'--
--,
I I I ( C li '2. 'f t"\'1Ç~
l.o3> L.\ifLob
...
I I®
!®
I 'Zt~lP~
1·
9
,*LPb
r W~Tclt~\()t=,
.
~•
V
1
I ~ --
-,o.bit
~(,
\6Sb"'klPÇV~
S,\oOIi ~ (.o~ ~è'H)•
0.6
*
LPb
~Sb-;l( IP~
ID
~ HII\.~'-
*
Lob
\.b('j(.-lJ)tJo
\Jt\,,"E"
R.....
10
oe
Wt\Téll \.0'2."*
Lob
122.
~
1,0'3
~ ~ooèo
,
®
KI'!..
lOLATEM
..
(o*l-O
.3 tp j(-tpbo
I-IfX\iOL([ö)
r;
.)lt'*"
vo
bL [ ( ( ( ( 0 0 0
o
-22-\.~ lt1<' t,c_ '2, C>~'*
\,û~..L-Ul
~IOb
~ ~\ol3
t1~KMiT()~ 17.0 05
O.l\*
l.O'
~'~ÇO~~,i~l\.9b*
\()~
e-R ~ I0~ ~
lP
<3 ~p~ I J- b2.>r-J(.
10 O. tiw,.1'elZ
~-Q
OVèltSC.HO,.-I
I L . ---, -~Totaal
~Massa in
kg/jaar
Warmte in
kJ/jaar
Fabrieksvoorontwerp
f\1
f"'\.9
~0
~D~> ,*~'j
I I II
,
I
I II
: I . I I~_ ! J
o
AQparaatsTroom
, Com po n enten
watp1" glucose fructose enzym waterstof zoutenTotaal:
lID-Apparaatstroom
, Componenten
watp1" glucose fructose sorbitol mannitol zoutenTotaal:
M in kg/jaar
Q
in
k:1/;~~r CJu
1M
Q 27*10 3 27 * 103 7.8 :*106 6M
Q
variabel '-J , 1,.,
,..., 2 3M
QM
Cl
M
7 c;~1n3 2.86*106 -- 2.8'2*106 2.42*106 2.42*106 -- ---- --- -_ ._ - -- -- _ ._--17.5*10 3 - -70 *10 3 70 *10 3 - -- -- - - --25 * 10 3 2.1 * 106 5.38*106 1.026*109 5.38 * 106 7 9 10M
Q
M
Q
M
2.89*106 2.89*10 6 2.89*106 0.5 *10 3 0.5 *10 3 0.5 *10 3 1.087*106 1.087*10 6 1.087*106 1. 36 *106 1.36 *106 1.36 *1 Ob 70*10 3 70 * 10 3 ').41*106 ~~~1*109 ').41*106 2.07 *109 ') ~4 *106Stroom /Componenten staat
n I ) 4
Cl
M
2.89*106 1.211E106 -1.211E10b 70 *103 0.342*109 5.38*106Q
M
2.06 *109 ,.-. 5 Q 1.026*109Q
I
i
I II
! ! I I ! c-' N vv I! ~ • I
o
A pparaa tsTroom
, Componenten
mannitol sorbitol glucose waterTotaal:
..
-Apparaatstroom
, Componenten
Totaal:
M
in
kg/
j~ar Qin
k1/i~~ro
o
11M
Q
1.21 *106
1.21 *106
0.5 *103 2.Q2 *106
5.34 *106 2.06 *10 9M
Qo
r"'I ' i ' î 2 ')1 1M
QM
Cl
M
1 . 107* 1 06
0.10*
1 06 0.00h1é 1. 20 z: lQ6
_ --- --- -- -0.5 *10 3 -- - -----~6
*10? __ - - - - ---2
.
~7
*10 6 ..-1.11 *106 2.92 *10 7 1.86 - -*106 - - -1.08 *10- -8 2.37 *10
6
M
QM
Q
M
-Stroom /Componenten
'
staat
-
-
-
---' î n + 270.
- - --- -0.99 *10 9-Q
rM
Q
M
Q
, ,I
I"
N ...c:--(-'26
-Annaratenli~3t vonr reaktoren, kolommen, vaten -~~---.\ -ppara.l t ?o: K4
V
7
en V9 K12 V13 Vl ( Renani~,,:,+.ype Voorraadvat isomerisatie- hydrogenerir:g deionisatie- buffervat
kolom vat kolom
(
,~bs . of eff. ;(
1 bara 1 bara of 20 bara 2.2 bara tot lbara
dr:lk in ~'l.r 20 bara 1 bara (
-.,
in .') tem-p. C 60 60 of 130 100 100 20 Inhoud in ~ 375
5
20 3. 1 30 ( Diam. in m 1'.28 2.33 1.1 D I h i_
.....
...Im
1/6 1/2 1/6 '':""ull i!1é!: ~ ( schotels-aant. vaste paKi<in!!katalysator- Maxazyme platina op ionenwisselaar
-type GI-immob kool
5%
(
-
, ,-
"orm bolletjes pellets bollotjes• :z;oe.r.de;r •••••• 6-bladige
·
...
.
...
Rushtonturbin· ....
.
...
( )
Speciaal te {S
e-brui ken mat. kunststof AISI 316 AISI 316 AISI 316 kunststof aantal
o
serie/parallel
Roervermogen 1190 r,'1
o
o
*
aangeven wat bedoeld wordt-L
Annaratpnlijst vonr reaktoren. kolommen. vaten
-~~---c
:~ npara.l +, '~() :V15 en v16 V22 V19 K24
i<enar:1in.~ • continue discontinue buffervat actief kool
+.ype kristallisato kristallisatcfr kolom
(
•
. 'c cs. ,) f f" r ..f'! _ ~ •
1 bara 1 bara 1 bara 1 bara
druk in ~~Ft ~ ( . ..., tem,? irl
"'c
20 100 naar 20 20 20 Inhoud in ;n 3 ( Diam. in In,
/ h i:: ~-
... ".rulli::~: .~c
schotels-aant.vaste pa!(id!'1.!! actief kool
katalysa:or -1:~: p e
-
.
,
-
var!!! (' ,....
.
. . .
.
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
.
.
.
..
Speciaal te Ce-AISI 316 AISI 316 AISI 316 AISI 316 bruiken :nat.
o
aantalserieh)arallel
o
o
-2&-Apparaat No: P3 c6 en c8 p5
-,
( Benaming,
voedingspomp waterstofrecir vloeistofre
-type culatiecompres circulatiepom~
sor
te verpor.lpen glucosestroop waterstof reactiemengsel
medium Capaciteit in 0.94 18.3 x 10-3 3.87 t/d of kg/s* kg/s kg/s kg/s ( Dichtheid in kg/m
3
1195 1. 47 1195 ( Zuig-/persdruk in bar(abs.of 0.32 bara eff.~) temp. in°c
20 / 20 60 / 60 60 / 60c
in / uit Of of 1"<() 11"<() 1-=1n/1~n Vermogen in kW theor./ prakt. Speciaal te gebruiken ·mat AISI 316 AISI 316 AISI 316
o
o
-- -
29-A noar ... tp.!11 i .;s t voor wrtrmtewisselaars, fornuizen
----
-
-
-
---
-
---I .\ u '::la r"2.:1. t " ,,0 : H2 Hl l H14 H20 , (
:'ena;"'\ir.'~. Voedingsver- koeler continue discontinue
I
I
tyue warmer indamper indamper I I
i
I:·!eè. i,u:r. glucosestroop hexitolstroop hexitolstroop filtraat
( "i:p~:;-/
r.a!1 tel z i .id.e stoom water stoom stoom
Capaciteit,
120 1100
ui tE-'e'.-lisselde
( Wrt:ë:':'ltP. i!". kl,·f. 1 I './a:ë:7:"::·:) 'w' is s e ~ end. :; 1. 93 31.25 nnnevl. i!'1 :.1 ( .\~~:~l ~'7..;ii:êi
I
1 1 1 1 Aos. of ~ ~~ f . '"dr~k :":1 j .:;.I' 1/3 bara 1/1 bara 1/3 bara 1/3 bara
?ijpen- /
/
c
-::antelz.!.j'ietemp. i!1
/
uit 20/60 130/100 100/100 20/100i.r. o~
() piclpzi jde 180/180 20/40 180/180 180/180
mantelzijde
Sl)e~i<lal te ge
-• • 1
mat. AISI 316 AISI 316 AISI 316 AISI 316
orU~Ken
o
:
o
o
(
-30---
-(
/I.pparaat ~!o : Fl0 en en e18
F21 F23
Benaming, filter centrifuge fluid-bed rotatietrornme
type droger filter
( discontinu discontinu
Capaciteit 15 m 3 stroop
153 kg droge
per uur
stof per uur (
Ahs.of eff.
*
2.2 bara1 bara 1 bara 1 bara druk in bar temp. in oe 130 20 20 20 (
"
I
"Tnhoud in m/ ( of a fme t i nr:e n in m*
aan tal serie/parallel 1 1 1 1 ()o
o
*
aangeven wat bedoeld wordt(
c
( ( (')o
I I1
0
7. KostenevaluatieDe kostprijsberekening is opgezet door vergelijking met het oude
proces. Onderdelen die bij beide processen gelijk zijn, zijn buiten beschouwing gelaten.
Procesafhankelijke kosten ( -
=
nleuw ; +=
oud)5.38 miljoen kg 45 °Brix glucosestroop
à floX/kg glucose - fl.
4.63 miljoen kg sucrose à fl. 1.33Jkg + f1. invertase en reactorkosten + fl.
27000 kg minder waterstof verbruik + f1.
484 kg platinakatalysator à 70% van fl. 3000/kg
afschrijving in tien jaar - fl. regeneratiekosten 15% per Jaar - fl.
484 kg Raney-nikkel à 70% van fl. 600/kg
regeneratiekosten
(5.39 1.86) miljoen kg minder sorbitolstroop
+ fl. + f1. 2.421.000 6.150.000 90.000 45.000 100.000 150.000 20.000 30.000 à fl. 1.20/kg - fl. 4.230.000
besparing stoomkosten voedingsvoorverwarming
besparing stoomkosten kristallisatie ')
+ f1.
+ f1.
23.500
12.500
*
Xtotaal besparingen ten opzichte van oude proces + fl. 1.891.000 - 2.421.000~ ') Bij het oude proces wordt de stroop eerst afgekoeld tot kamertemperatuur
voor de demineralisatie en daarna ingedampt. De totale spuiwarmte is bij het oude proces hoger door het grotere vloeistofdebiet, extra stoomver-bruik ca. 500 ton per jaar.
Het vermogen van de recirculatiepompen (~) en het verschil in koelwater-kosten (-) zijn als kleine getallen met negatief teken verwaarloosd.
Investeringen.
Volgens de Lang-methode kan de jaarlast als gevolg van de
inves-teringen berekend worden uit de kosten van de kale apparaten. Deze prijs wordt dan als volgt gecorrigeerd
fundamenten, ondersteuning, montage pijpleidingen
electrische installaties, hulpdiensten indirecte lasten totaal 1.43
*
1.60*
1.50*
1.38*
4.74*
r L -) ) ) ,. "
-32-extra investeringenbuisreactor met roosters en actief koolfilter (wanddikte 10 mm: hoge schatting )
recirculatiepomp ( G*6CrNi 189 of180 prijzen lopen tot ca.
besparingen
warmtewisselaar Hll 20 m3 i.p.v. 150 m3 besparing tankkosten door lagere druk
Tweede discontinue kristallisatie ontbreekt
5
tanks à 30 m3 met roerwerk AISI 316à fl. 150.000 filter rotatietrommel
eerste discontinue kristallisatie kleiner tank factor 4
filter factor 4
aotief kool kolom factor 3 totaal volume indampers kleiner
totaal
18% btw. Totale besparing op kale apparatuur
f1. 100.000 fl. 25.000
-
fl. 70.000-
fl. 50.000 fl. 750.000..
-
fl. 80.000-
f1. 40.000-
fl. 20.000-
fl. 10.000 - fl. 10.000-
fl . 905.000-
f1- 162.900 fl. 1 .068.000De investeringsbesparing is dan 5.061 .800. Bjj afschrijving in 10 jaar en een rentevoet van 10% betekent dat een jaarlijkse lastenverlichting van fl. 810.000
De totale besparing ten opzichte van het oude proces bedraagt 2.701.000 2.421.000 * X G-Ll\COSE ~Ç>ï' C; ,)"0..
f-(
I~~
- .
1.00o
~---~---~--~---;~--~---~---I,E ~ ~,4\H t4f\
/Jcon
,
. +
~OO
I
noo
,I-
- - - ---
-,
u ( lc
c
Clo
o
o
We zien dat de glucoseprijs lager moet zlJn dan 1.12/kg om het
nieuwe proces te kunnen laten concureren met het CCA proces.
In de EEG is de glucoseprijs ongeveer 1.00/kg zodat de prijs van
het produkt volgens het nieuwe proces ongeveer fl.4017/ton zal
bedragen. In de VS, waar de glucoseprijs maar ca. fl O.50/kg 1S,
zal het mannitol ongeveer fl. 3000/ton gaan kosten.
De huidige prijs van mannitol is fl. 4250/ton.
In het nieuwe proces ZlJn nog enkele mogelijkheden voor besparingen.
1. In plaats van platina kan wellicht het veel goedkopere koper op
silica gebruikt worden. (Sel A=O.70). Dit levert eeh besparing
van ongeveer fl. 150/ton.
2. Bij een verkleining van de isomerisatiekolom zouden de besparingen
aan enzymkosten wellicht groter zijn, dan de extra kosten voor pompen
en het verlies aan selectiviteit en reactiviteit.
3. De besparingen van de opwerkingen zijn zeer rium berekend en
waar-schijnlijk aan de lage kant geschat. Een beter uitwerken van dit
J ( r , r l () [I Literatuurlijst
1. M. Makkee,A.P.G. Kieboom,H. van Bekkum,J.A. Roels
J. Chem. Soc. Chem. Commun.(1980),930
2. L.i-!. Wright, Sorbitol and Mannitol, Chemtech.(1974), 42-46. 3. J. Wisniak, R.Simon, Hydrogenation of Glucose, Fructose and
their Mixtures, Ind. Eng. Chem. Prod.Res.Dev. 18 (1979)
4. J.A. RoeIs, R. van Tilburg, Temperatuur Dependance of the Stability
and Activity of Immobilized Glucoseïsomerase.
ACS symp.series Miami Beach (1978)
5. A.A. Unver, U.S.patent 3,632,656 jan 4 (1972) assgned to Atlas Chemical Industries Inc.
6 . R.H. Perry, Chemlcal . . Englneers Handbook, 5 th ed. 1 ( 9 ) 73
7. J.V. Hupkes, R. van Tilburg, Produktion and Properties of an
Im-mobilized Glucoseïsomerase, Starch 28 (1976) 356
8. M. Takemura,M. Iijima,Y. Tachino,E. Kawahami. Japan 7426,602
9. H.C.M. Pijnenburg, B.F.M. Kuster, H.S. van der Baan,
Stärke 30 (1978) 199-205.
10. K. Vellinga, The Isomerisation of D-glucose into D-fructose
Dissertatie Groningen.
11.M.A. Phillips, Brit. Chem. Eng. ~ (1963) 767 nd
12. R.A. McGinnis (ed), Beet Sugar Technology, 2 ed,
Beet Sugar Dev. Found. (1971)
( ) . . 4 th
13.R.C. Weast ed , Handbook of Chemlstry and PhySlCS. 7 ed. CRC Cleveland Ohio (1966-1967).
14.International Critical Tables of Numerical Data, Physics, Chemistry and Technology
15.T.K. Sherwood, R.L. Pigford, C.R. Wilke, Mass Transfer McGraw·-Hill Inc. (1975)
16.R.B. Bird, W.E. Stewart, E.N. Lightfoot, Transport Phenomena John Wihly&Sons Inc. New York (1960)
17.K. van 't Riet, Ind. Eng Chem. Process. Des. Dev. ~ (1979) 357-64)
,0 ( ( ( ( (
o
o
o
Symbolenlijst a A C D [) D P P Fspecifiek grens vlak oppervlakte
soortelijke warmte over te dragen warmte diffusiecoëfficiënt diameter van een deeltje concentratie van fructose valversnelling
concentratie van glucose superficiële massa-flow
concentratie van waterstof ln de vloeistof
enthalpieverandering hydrogeneringsreactiesnelheidsconstante desactiveringsconstante stofoverdrachtcoëfficiënt isomerisatiereactiesnelheidsconstante
K*
evenwichtsconstante L P g R R P 1J Vlengte van de kolom
vermogen van de roermoter
recirculatie verhouding
straal van het deeltjes
warmteoverdrachtscoëfficiënt volume
~ oplosbaarheid van waterstof
soortelijke massa dynamische viscositeit volume flow Thiele modulus ~ conversiegraad ~ void fraction benuttingsgraad superficiële gas flow
1/m 2 m o kJ/kg. C kJ/h 2 m /s m kg/m3 m/s2 kg/m3 kg/m2.s mOl/m3 kJ/mol of kg 1/h 1/dag mis 1/h m VI mis
u
l ( ( (c
(o
ADDendix 1. Model vc~~ d~ ;so~erisatiekolom
De isomerisatiekoloE ~ord~ uitgevoerd zoals ln onderstaande teke-nlng weergegeven.
..
....
., fti '2. ~ t1 KUT. Çl~",K\ H. &-AC.'Î ~ F KOOLJ
I
...
~ .-ISO 1-\1: ROS.e- S'T Reop GEOE5C\C.T\
vc;e
ROt'KATA L~ SI\-i'o R.
Eij het opstarten v~ el~e oatch wordt een gedeelte van de enzym-katalysator vernieuwi. CJ een zo goed mogelijke propstroom van de deeltjes te verkrijg~~, wo~den er in de kolom roosters aangebracht. Eet onderste gedeelte V~ è.e kolom bevat een actief kool vulling, om eventuele ei wi tte::: af te va..'1gen.
Een massabalans over ee~ s~nijfje met dikte dh luidt
C/J .dG
v
C/J
v = volUEe5troo~ 7a..'1 de voeding
K(h)=reacties:::e'heidsconstante als functie van de hoogte G(h)= glucose~o~centratie als functie van de hoogte
~ = benuttingsgYaad van de katalysatordeeltjes ( = volucefra~tie vloeistof in de reactor A
= opper-l:ute
van de kolomdoorsnedeDe activiteit van de ~atalysatordeeltjes die zich op hoogte h
lO de kolom bevinde~, vc~gt uit de leeftijd van die deeltjes.
P~s de deeltjes zest:g ~~e::: in de kolom verblijven volgt de eerste orde reactiesnelheidsco:::st~te uit
u
( ( ( ( tio
(î (, .. , .. ' , ... l ' I.Ka
=
reacties~=lheidsconstante van de nleuwe katalysatorH
=
totale hç8gte van de deeltjesstapeling kd=
desacti7e~ingsconstantede benuttingsgraad. ~ volgt uit het poreuze bol model
3 1 î
=
ri' (t~ - (1:"" )'IJ ~gn \{i ,..,
De Thiele-modulus h~gt af v~~ de hoogte h volgens
, -
_.
=
R •P ( 1'"0 h k )
- 0
'""H"".-
dDe :nassabalans gaa~ ~an over ln
=
_ bo
~JH
o~ na enig oowerke~ ~~ , -'. I } - . J{",~p,Vf
Deze massabalans kan ~u geïntegreerd worden, er gelden de vol-gende randvoorwaarde~ : h
=
a
G=
G. :':=1 h=
H G=
G ·..:.it.d~
c
( l:>
-
3&'-G.v.A.~H
clb.
::' d~l
~.d~
5
~
i
~(I-e). \{o.A- f>
'+lV-r~.W''J
(;.._ (,. itRp~
~ ~
Rp'
Pil
·lP
y
~~ 0 0JD
Oplossen van het tweede deel van het rechterlid ge":eurt met behulp van de substitutie ~
!«.h'
x :: Ve ~ ... h :: 0 h :: H dx ::~-
r;::h
dh 2'V
e • x :: 1 ~x =\./e -""
ofwel db::_~1==
cJ.?,
dit levert met behulp van een intergralentabel (14;.
I
.t,
I
)~
1
R
~I
IQaA
~-'t
- : 7 . Ko- - Je.1
. f/lp
P}P
+
zodat de reactorvergelijking luidt :
10
o~p.7f
enig omwerken levert :
Invullen van de data geeft
Als de reactor gevuld is met nieuw materiaal, dan is de waarde van de factor 2,011 gelijk aan 3,24 •
u
o
c
( Cl (n
()o
Cî
Appendix 2. CSMP-programma voor bereking van de concentratieveranderingen
ij T 0:: 1. 1 • :"'i ~ I) P :::: ::.:.: ,. ~ F ! ... Cl I:J oe:: )' .,
:~ J :./ ::: UI :, _!
il i~ l.! F:·- , I'. :.;
+
I': 3 ;. .f< F -} F· ! . IJ k!:*
~ C:i .... 13 P ( I) ~I / l) T0GD1~-Kl~G-FLOW*(G-GB(!') /VT
DhüT:::I<~:;::<i~-::( 1 i 0111
U~::U!: i I<:i. :;:C!+I<:~2:tF;' ::< 1. .. 0111
.lc: I -:-:::~:;
GB( J )~GEt(G-GE' /E!P(~.011~VB/FLOWj
F=INTCRL(F0.DFOT) G~JNrGRL(G0,DGD1) M=INTGRL(MO,DMD1) S=INTGRL(SO,DSD·fl METHUfi !~:ECT U U T F' U T F? U ~ h !' ~::; PAGE GROUP,SYMBOL = (F,G,M,S)
LABEL DE CONCENTRATIES ALS FUNCTIE VAN DE TIJD
LABEL BIJ EEN VERBLIJFTIJD IN DE BUIS VAN 30 MIN
LABEL PLATINAKATALYSATOR 3% OP HEXOSE
TIMER FIN·fIM=36.,OUTDEL=l"DELT=O.02