• Nie Znaleziono Wyników

Bresgroei in een zanddijk: Feitenverslag van een proef

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bresgroei in een zanddijk: Feitenverslag van een proef"

Copied!
33
0
0

Pełen tekst

(1)

rijkswaterstaat

(2)

BRESGROEI IN EEN ZANDDIJK FEITENVERSIAG VAN EEN PROEF Rapport : WBA-R-90.041

Cl 90.01

Dienst Weg- en Waterbouwkunde Afdeling advisering waterbouw

ir. A.P. de Looff februari 1989

(3)

BRESGROEI IN EEN ZANDDIJK: FEITENVERSLAG

Feitenverslag van een proef uitgevoerd 13 december 1989 in de Zwingeul te Zeeuwsch-Vlaanderen naar het bezwijkgedrag van een zanddijk.

Inhoud: blz. 1. Inleiding 1 2. Aanleiding en uitvoering van de proef 1 3. De proefopstelling 2 4. De registraties 3 5. Nabeschouwing 5

Bijlagen:

1: De proeflokatie

2: Doorsnedes en aanzichten van de zanddijk 3: Meetopstellingen 4: Stroomsnelheidsmetingen 5: Waterstanden 6: Bresgroei 7: Profielmetingen 8: Foto's

(4)

1. Inleiding

In opdracht van de Technische Adviescommissie voor de Waterkerin-gen, werkgroep C (zandige kusten) is een prototype proef uitgevoerd naar het bezwijkgedrag van een zanddijk t.g.v. overstroming. De proef heeft plaatsgevonden woensdag 13 december 1989 in de Zwingeul te Zeeuwsch-Vlaandereh. De aanleg van de zanddijk en bijbehorend overig grondverzet is uitgevoerd door de Belgische aannemer Depret nv. Dé "directie" namens TAW-C is gevoerd door ir. C. Visser. Metingen zijn uitgevoerd door de Meetdienst Zeeland van de RWS Directie Zeeland en door de meetdienst van Provinciale Waterstaat Zeeland. Videoregistraties zijn gemaakt door J.B. Smit van Provinciale Waterstaat Zeeland en door ir. M. Meulblok van RWS Directie Zeeland. Een uitgebreide fotoreportage is gemaakt door ir. R. Jorissen van RWS, Dienst Weg- en Waterbouwkunde.

Bovenstaande metingen en registraties hebben als basis gediend voor het feitenverslag van de proef.

2. .Aanleiding en uitvoering van de proef

Een streven van de TAW is in 1997 een "leidraad toetsing" te presenteren waarin uitgegaan wordt van een zogenaamde "inundatie-benadering". Hiertoe dient het bezwi jkgedrag van waterkeringen bekend te zijn. Werkgroep C (zandige kusten) heeft in dit kader de taak onderzoeksvoorstellen te doen en onderzoek te begeleiden naar het bezwijkgedrag van waterkeringen met een zandkern.

Tijdens de vergadering van werkgroep C van 24 november 1989 wordt geconstateerd dat in het Zwin op grote schaal met zand gemanipu-leerd wordt om een zandvang te creëren in de Zwingeul. De aanwezigheid van het grondverzetmaterieel ter plaatse biedt de mogelijkheid tot het uitvoeren van een unieke proef: het opwerpen van een zanddam in de Zwingeul bij laagwater met als doel deze bij opkomend getij te laten bezwijken. Besloten wordt tot het uitvoeren van deze proef. Als "directievoerder" namens de TAW, werkgroep C wordt ir. C. Visser benoemd. Visser voert onderhande-lingen met de aannemer, verwerft diverse vergunningen en regelt de meetploegen. Overleg met diverse Nederlandse en Belgische overheden wordt gevoerd door ir. M. Meulblok. De proef wordt uitgevoerd op woensdag 13 december 1989.

(5)

3. De proefopstelling

* Lokatie:

Zwingeul, grens Nederland/België, (bijlage 1)

De Zwingeul loopt vanaf zee in het natuurreservaat "Het Zwin". Bij springtij wordt water tot achter in het Zwin gevoerd; bij doodtij komt het water minder ver het gebied in. De geul heeft een brede inlaat (60 tot 100 m) en meandert het Zwin binnen. T.p.v. de zanddijk heeft de geul een breedte van ca. 50 m. Het niveau van de geulbodem is hier ca. NAP +0.30m. De zuidelijke oever (België) ligt op een niveau van ca. NAP + 3m. De noordelij-ke oever (Nederland) ligt op een niveau van ca. NAP +3.5m.

Foto 1 geeft een overzicht van de proefopstelling.

* Meet- en registratieapparatuur:

Zowel voor als na het bezwijken is het profiel in de omgeving van de zanddijk ingemeten. Na de proef is dit gebeurd donderdagmorgen 14 december 1989. Na het hoogwater van de proef is er dus nog een getij over de ontgrondingskuil heengegaan voordat deze opgemeten werd.

Tijdens het bezwijken waren in de nabijheid van de dijk aanwezig: peilschaal bovenstrooms

peilschaal benedenstrooms

stroommeters (ottmolens) bovenstrooms stroommeters (ottmolens) benedenstrooms

jalons op de dijk met bekende onderlinge afstand videoregistratie met tijdsaanduiding

fotoregistratie

* De zanddijk:

De zanddijk is met droog grondverzetmaterieel aangebracht tijdens laagwater. De afmetingen van de zanddijk zijn:

- kruinhoogte: NAP +2.5m è NAP +3.Om - bodemligging geul: ca. NAP +0.30m - kruinbreedte: 7 tot 8m

helling buitentalud: ca. 1:1% helling binnentalud: ca. 1:3

lengte v.d. dijk = breedte v.d. geul = ca. 50 m.

In bijlage 2 is de dijk getekend in boven- en zijaanzicht en in dwarsdoorsnede. Ongeveer in het midden van de dijk is over de gehele dijkbreedte een inkeping overdwars gemaakt om de plaats van de doorbraak vast te leggen, (foto 2)

(6)

4 .* De recristraties

De hier vermelde metingen van stroomsnelheid, waterstanden en windrichting/windsnelheidsgegevens zijn afkomstig van RWS, Meetdienst Zeeland, notitie ZLMD-89.N.119.

Meetopstelling stroommeters en peilschalen: zie bijlage 3.

* Stroommetingen:

In de meetpunten A en B (bovenstrooms) werd met één ott-molen de stroomsnelheid gemeten op resp. 60 en 30 cm. boven de bodem, (foto 3) In meetpunt C werd met twee ott-molens gemeten op 30 en 60 cm boven de bodem, (foto 4) De registraties zijn in bijlage 4 opgenomen.

punt A: tot ca. 12u59min. is de stroomsnelheid enkele cm/sec. Vanaf dit tijdstip loopt de stroomsnelheid

snel op tot een , maximum van 3.2 m/s op tijdstip 13ul0min. Na dit tijdstip daalt de stroomsnelheid vrij snel tot 1.75 m/s op tijdstip 13ul4min. Dit is tevens de laatste registratie van dit meetpunt.

punt B: tot ca. l3uO2min. is de stroomsnelheid enkele cm/s. Vanaf dit tijdstip stijgt de stroomsnelheid tot een

maximum van 3.3m/s op tijdstip 3ul0min. Daarna loopt de stroomsnelheid langzaam terug tot ca. 2.9 m/s, op tijdstip 3ul9min. (laatste registratie)

Punt C: 30 cm: één meting bekend: 3.6 m/s op t = 3uO2min. 60 cm: begin van de registratie op t = 3ul0min bij een stroomsnelheid van 1.1 m/s. Deze snelheid neemt

langzaam af tot 0.2 m/s op tijdstip 13u32min.

* Waterstanden:

De meetopstelling is te zien in bijlage 3 en op de foto's 3 (bovenstrooms) en 4 (benedenstrooms). De meetresultaten zijn opgenomen in bijlage 5. Nadat de bres zich gaat ontwikkelen als een stroomgat, is het aan de waterstand van de peilschaal bovenstrooms te merken dat veel water door het stroomgat gaat stromen: In 4 minuten tijd daalt de waterstand ca. 15 cm. Verdere registratie is niet uitgevoerd wegens het omvallen van de peilschaal (tijdstip 13uO3min).

De peilschaal benedenstrooms geeft pas registraties vanaf het tijdstip 13uO5min. Registraties hebben plaatsgevonden tot 13u30min. Het waterstandsverloop toont een grillig beeld. Op het tijdstip 13uO5min kan een van het verhang geschat worden op 60 è 70 cm over 3Om (onderlinge afstand peilschalen) oftewel ca. 2cm per meter.

* Windrichting tijdens de proef: zuidoost * Windsnelheid tijdens de proef: 6 tot 8 m/s.

(7)

* Video- en fotoregistraties:

Aan de hand van een videoregistratie met tijdsweergave (nauwkeu-righeid: minuten) volgt hier een chronologisch overzicht van de proef:

water begint in inkeping te lopen (foto 5) water stroomt over de dijk heen; bresgroei in

hoofdzaak in dwarsrichting op de dijk;

overlaatwerking (foto 6) bresbreedte 2.Om (foto 8) 2.3m (foto 9) 2.9m

3.2m

3.5m (foto 10) bres heeft voorzijde van de dijk bereikt; vanaf dit tijdstip ontwikkelt de bres zich als een stroomgat bresbreedte 6.7m 7.3m (foto 11) 8.2m 8.5m (foto 12) 10. Om 10.7m 12.3m (foto 14) 16.lm (foto 15) 23.5m (foto 16) Verwijdering van het restant van de zanddam aan

NL-zijde om stroomaanval aan Belgische NL-zijde te

verminderen (foto 17) De schatting van de bresbreedte is gedaan aan de hand van de positie van de op de dijk geplaatste jalonstokken (ingetekend in bijlage 7 ) . Deze jalonstokken zijn op de foto's goed zichtbaar, echter op de videobeelden zijn ze nauwelijks te onderscheiden. Om nu toch een inzicht van de bresgroei in de tijd te krijgen is de tijdsregistratie van de videobeelden gekoppeld aan de fotoreportage. Ten gevolge van wisselen van fotorolletjes en het ontbreken van referentieafstanden op de foto's (bv maar één jalonstok zichtbaar) zijn er een aantal langere intervallen waarin de bresbreedte niet bekend is. In bijlage 6 is de bres-groei in grafiekvorm weergegeven.

* Profielmetingen:

Het profiel van het gebied rond de zanddam is twee maal ingeme-ten: a) voor de proef (bijlage 7.1) b) na de proef, donderdagmorgen 14-12-'89 (bijlage 7.2) In bijlage 7.1 zijn de lokaties van de jalonstokken ingetekend. In de bijlagen 7.3,4 en 5 zijn de dwarsdoorsnedes van drie raaien getekend, ter indikatie van de ontwikkeling van het profiel t.g.v. de dijkdoorbraak. ca. ca. ca. ca. 12u45min 12u50min00 12u52min00 12 12 12 12 12 53 53 54 55 56 00 30 30 00 12u57min30 12 12 12 12 13 13 13 13 13 58 58 59 59 00 01 03 09 20 00 30 00 30 15 00 30

(8)

5. Nabeschouwing

Bresqroei;

Er zijn twee fasen te onderscheiden in de groei van de bres: Fase 1: (foto's 5 t/m 10)

Water stroomt over het dijklichaam; de dijk fungeert als over-laat. Initieel treedt erosie op aan het binnentalud van de dijk. Het dijklichaam wordt hier over de volle hoogte tot aan het maaiveld weggespoeld. Vervolgens schrijdt de erosie voort door de dijk heen totdat over de volle breedte van de dijk een bres tot op het maaiveld is ontstaan. De breedtegroei van de bres in deze fase bedraagt ca. 0.5 m/min, (bijlage 6)

Fase 2: (foto's 11 t/m 17)

Als aan het eind van fase 1 geen sprake meer is van een overlaat begint de fase van de stroomgatontwikkeling. De bres groeit door het afschuiven van grote schollen zand aan weerszijden van de bres. De breedtegroei van de bres in deze fase bedraagt ca. 1.7 m/min, (bijlage 6)

Ontqrondinq:

Uit bijlage 7 blijkt dat zowel aan de Nederlandse als aan de Belgische zijde ontgrondingen hebben plaatsgevonden. Blijkens bijlage 7.3 en 7.4 heeft aan de Belgische zijde t.p.v. de dam een achteruitgang van de oever plaatsgehad van 5 è 7 m. Uit bijlage 7.4 en 7.5 is te zien dat aan de Nederlandse zijde, bovenstrooms van de dam een achteruitgang van 5 è 10 m heeft plaatsgehad. Wat de ontwikkelingen zijn geweest beneden het niveau van ca. NAP + 0.5m is niet bekend; wegens de aanwezigheid van water kon niet gemeten worden.

Aanbevelingen voor soortgelijke proefnemingen:

- Plaats dikke (5 è 10 cm), wit geverfde baken op de dijk met con-stante onderlinge afstand van 2 tot 4 m.

- Foto- en videoregistraties zo recht mogelijk voor het stroomgat. Registraties zoveel mogelijk met tijdsaanduiding

- Een fotoreportage is een must voor het uitwerken van de bres-groei. Van een foto is nl. nauwkeuriger te meten dan van een trillend videobeeld.

- Bij de verankering van stroommeters en peilschalen dient reke-ning gehouden te worden met een ontgrondingskuil die tijdens de proef ontstaat. Omdat dit bij deze proef niet voldoende onder-kend is zijn twee ott-molens en een peilschaal losgewoeld.

(9)

BIJLAGEN:

BIJLAGE 1 : De proeflokatie

BIJLAGE 2 : Doorsnede en aanzichten van de zanddijk BIJLAGE 3 : Meetopstellingen BIJLAGE 4 : Stroomsnelheidsmetingen BIJLAGE 5 : Waterstanden BIJLAGE 6 : Bresgroei BIJLAGE 7 : Profielmetingen BIJLAGE 8 : Foto's

(10)

BIJLAGE 1

C H E R E N

(11)

N

3.0+

2.0+

\

Nederland

0.5+

3.0+

2.5+

t

3.0

3.0+

België

Zanddijk bovenaanzicht

schaal ca. 1:500

Bijlage 2.1

(12)

doorsnede D - D 1 3.0+ 8m 2 . 0 + 1 . 0 + -NAP zijaanzicht België 3.0+ 2.0+ 1.0+ -NAP Nederland lOm

zanddijk, dwarsdoorsnede en z i j a a n z i c h t

Bijlage 2.2

(13)

BI-JLAGE 3 . 1 !

rijkswaterstaat

d i r e c t i e z e e l a n d - meet dienst

STROOMMETING ZWINGEUL (dijkdoorbraak) 13 - 12 -1989 Situatie meetpunten gec gex «kk schaal 1 : 3000

|nr.

(14)

Cl w OQ Peilschaal buiten Peilschaal binnen .885~»*-p n.p.— IAP — o in m II in in (M - - — o.e*»o* in r-n in II X

B

0.856* in in II X 2.53* n.pr - 1.C50* m u oo X 1.620 1.385 NAP II X

rijkswaterstaat

directie zeeland -meetdienst

STROOMMETING ZWINGEUL 1 dijkdoorbraak) 13-12-1989 POSITIES MEETPUNTEN g a l g«c ge* a k k schaal 1 : 100 nr. _ _ _ _ _

(15)

m/sek

.

c Q

ELHE

I

IMS

N

o •x.

voq

3.0( 2.00 1.00

12

) 20

12.

I

30

17

rijkswaterstaat

I

I

12

o-o+c

directie zeeland - meetdienst

STROOMMETING ZWINGEUL (dijkdoorbraak! -\

13.

c '\ \ o 1

1

( 1 / o / o

1

DO

1:

c <

<

o v / 'o 0 | I o o 10

l

jee. jez.

13.

20 BIJLAGE 4 . 1

13.

30 m.é.

13.

t.

-schaal dvrs. 1

(16)

m/sek

.

o

ELHE

I

IMS

N

TRO

C

U.Q 3.0( 2 00 1.00

12

C

)

20

I

1?

^0

1?

,0 C 12 )0 pv 13.

I

o I o

I

o o 30

1:

rijkswaterstaat •

directie zeeland -meetdienst c STROOMMETING ZWINGEUL (dijkdoorbraak) c

ooo niiuT* r1 O ^ O q o 1

1

L _

10 ). jee. • I.L i < 13. storif i 20 B I J L A G E 4 . 2 9 13." 30 nu, 13. t. 40 schaal dvrs. nr

(17)

JS/U J Q LU 11 —J

TROOMS

N

0 0

3.0(

2.00

1.00

12 '

c

)

20 * o (

12. '

30 en JO en 30 . bove bove

12

n da boden n d( bodun i L

12

i i i (

13.

D0

rijkswaterstaat

directie z e e l a n d - m e e t d i e n s t STROOMMETING ZWINGEUL ... r dijkdoorbraak)

I

storinq

I

13. 10 gel. gec. 9 « l

13.

0 o

AZL

o \ \ o

f

20 B I J L A G E 4 . 3 o \ \

13.'

0 «... l

13.

t. • 0 .-schaal dvrs.

(18)

CL << ^*. Z > 0 6 Ij c

a

t-or LU i— < *

1

3 0(

2 00 100

12 '

)

IQ

y

V peil: Uui "i • 12. chaa TT 30 12 é * * c 12 y0

" ' i

i

1

13. 00

rijkswaterstaat

directie zeeland - meetdienst

STROOMMETING ZWINGEUL (dijkdoorbraak)

13- 12-1989 .VISUELE PE1LSCHALEN -0 peils omg chaa ïval /

r\

pejtsch; binjnen 13. g e l gec g e i 10 1 • • • * i n at 13. BIJLAGE 5 / 20

13.1'

30 (TM . / 13. • t. •o 1 t . . . : schaal dvrs.

(19)

BIJLAG E 6 0 3 Q U a ? G O 0 3

V

\

\

\

V

e 2:

m/min.

ia fa ^ ia u \ \ \ \ + \ \ \ \ \ + • \ \+ + + \ \ 3 1:

m/rain.

Fase

ca. 0.5

\ + + )

V

\

\

\

C O CS l a O in < N L H CN J LJ-5 0 3 0 3 <U 0 0 0 3

(20)

B I J L A G E 7 . 1

BEGINSITUATIE SCHAAL 1 : 500

( Volume f.o.v. N.A.P.-vlak: 9870 n»3 )

3.53

3.M

(21)

B I J L A G E 7 . 2

EINOSITUATIE SCHAAL 1 : 500

( Volume t.o.v. N.A.P.-vlak: 7010 m3 )

(22)

BIJLAG E 7. 3

raai

4

(1 3 < r < c

raai

i CS 3 O C D C O CD C D L O CV J L O L H C S

(23)

BIJLAG E 7. 4 C O 1 c a o 1 ff c a u i C Q I C Q I. c n e s c c C D C D L H C D C D cn LT. CV J UZ e s

(24)

BIJLAG E 7. 5 IT 3 i . (2 3 0 1 C D C O ' S c s 3 3 o n i U T cn cv ] L H C S

(25)

BIJLAGE 8.1

Foto 1: overzicht

(26)

BIJLAGE 8.2

Foto 3: meetopstelling bovenstrooms

(27)

Ca.

BIJLAGE 8.3

Foto 5: water begint in inkeping te stromen

(28)

BIJLAGE 8 . 4

F o t o 7

(29)

BIJLAGE 8.5

Foto 9

s% oo

\Z 55 OO

(30)

BIJLAGE 8.6

Foto 11

(31)

BIJLAGE 8.7 13H00'00"

F o t o 13

\Yo\oo

(32)

BIJLAGE 8 . 8

3 o

F o t o 15

(33)

BIJLAGE 8. 9

Cytaty

Powiązane dokumenty

Modyfi kacja tego paradygmatu powinna uwzględnić wyniki badań ekonomii behawioralnej, w której kultura jest fundamentalnym elementem otoczenia gospodarczego człowieka.. Taka

Studia Philosophiae Christianae 1/2, 324 1965.. La révolution astronom ique. opuszcza Uniwersytet M arburski i przenosi się do Tubingen, gdzie obejm uje katedrę

Test set The set of objects with known class labels used for estimating the classification error of a trained classifier .... 2.0 A small

Organizacja oraz warunki pracy kancelaryjnej jednostek Policji Państwowej powiatu chełmskiego w latach 1919-19391.. Z akres poruszonego w tytule zagadnienia badawczego, w

Znany był jednak jako leśniczy i to zostało odnotowane nie tylko w metryce jego śmierci, ale również w zapisie metrykalnym dotyczącym jego córki..

Method used: the linear regression analysis (the least squares method) of mean central values of the statistically grouped data. set: ( w/t ;

In Paris, contemporary parks and gardens not only express new forms of nature, they also form part of a green infrastructure network in their own right.. As a series

With the advent of using flexible kites for extracting wind energy and propelling ships, kite design is moving out of the ”comfort zone” and certain design rules of thumb do not