• Nie Znaleziono Wyników

Onderzoek naar de veiligheid van de boezemkade in de polder Giethoorn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de veiligheid van de boezemkade in de polder Giethoorn"

Copied!
38
0
0

Pełen tekst

(1)

Giethoorn.

A-77.022

(2)

2. B e s c h r i j v i n g van de p o l d e r , de boezem en de kade 2 2.1. De p o l d e r

2.1.1. De l i g g i n g

2.1.2. O p p e r v l a k t e en p e i l e n

2.1.3. Inwoners en economische b e l angen 2.1.4. Gevolgen van een doorbraak

2.2. De boezem 4

2.2.1. O p p e r v l a k t e en p e i 1 en 4 2.2.2. Mogelijkheden t o t c o m p a r t i m e n t e r i n g 5 2.2.3. D a l i n g van de boezem b i j een doorbraak 5 2.2.4. Gevolgen v o o r de scheepvaart en w a t e r h u i s h o u d i n g 5 b i j een doorbraak 2.3. De kade 2.3.1. De l e n g t e van de kade 2.3.2. B e s c h r i j v i n g van de kade 2.3.3. Vreemde o b j e c t e n

2.3.4. Onderhoud van de kade

6 6 6 13 13 3. Geschiedenis 14

4. B e o o r d e l i n g van de v e i l i g h e i d van de gehele kade 15

(3)

Bijlage nr.

1 5 6 1 0 11 12 13 1 4 15 1 6 17 1 8

Omcchri jving

Situatie, overzicht genomen foto's

Geol ogi cch rapport

LGM

Foto 1

en 2

Foto 3 en 4

Foto 5 en

6

Foto 7

en

8

Foto 9

en

1 0

Foto 11

en

12 F o t o 13

en

1 4

Foto 15

en

1 6

Foto 17

en

18

Foto 19

en

20

Foto 21

en

22

Foto 23

en

24

Foto 25

en

26

Foto 27

en

28

Foto 29

en

30

Foto 3 1 en

32 A3178.360 A4178.495 A4178.496 A4178.497 A4178.498 A4178.499 A4178.500 A4178.501 A4178.502 A4178.503 A4178.504 A4178.505 A4178.506 A4178.507 A4178.508 A4178.509 A4178.510

(4)

1. I n l e i d i n g

I n h e t kader van h e t systematisch kade-onderzoek i s een onderzoek i n g e s t e l d naar de v e i l i g h e i d van de boezemkaden rond de p o l d e r Giethoorn.

Deze p o l d e r behoort t o t h e t Waterschap Vollenhove en l i g t i n de p r o v i n c i e O v e r i j s s e l .

De p o l d e r i s door de T h i j s s e n g r a c h t en de C o r n e l i s g r a c h t i n d r i e a f z o n d e r l i j k e omkade gedeelten gescheiden.

De kaden beschermen dus d r i e t a m e l i j k g r o t e , n i e t d i e p l i g g e n d e gebieden d i e hoofdzakel i j k u i t g r a s l a n d bestaan.

Het onderzoek i s b e p e r k t gebleven t o t een verkenning en h e t maken van een s e r i e f o t o ' s van de kaden langs h e t kanaal

Beukers-Steenwijk, de Beulakerwijde, h e t kadegedeelte l a n g s de r i e t l a n d e n i n h e t westen, h e t S t e e n w i j k e r d i e p en de n o o r d e l i j k e en z u i d e l i j k e kaden l a n g s de T h i j s s e n g r a c h t en de C o r n e l i s g r a c h t .

Bovengenoemde werkzaamheden hebben P I aatsgevonden i n f e b r u a r i van 1978.

Het Laboratorium

voor

Grondmechanica h e e f t van h e t betrokken gebied een g e o l o g i s c h r a p p o r t samengesteld, d a t a l s b i j l a g e 2

i s bijgevoegd.

B i j de r a p p o r t e r i n g i s tevens g e b r u i k gemaakt van gegevens d i e h e t I n g e n i e u r s en A r c h i t e c t e n b u r e a u van H a s s e l t en de Koning beschikbaar h e e f t g e s t e l d , waaronder h e t "ALgemeen p l a n voor de v e r b e t e r i n g van de uitgeveende gronden i n h e t l a n d van Vol 1 en hove".

(5)

2. Beschrijving

v a n

de polder, de boezem en de kade

2.1. De polder

2.1.1.

De

ligging

De polder gelegen ten westen

van

Giethoorn in de provincie Overijssel,

wordt

door de Thijssengracht en de Cornelis- gracht in d r i e delen gescheiden.

Het noordelijke deel wordt i n het noorden begrensd door het Steenwijkerdiep, in het oosten

door

het Kanaal Beukers- Steenwijk en in het zuiden

door

de Thijssengracht.

I n

het westen grenst het noordelijke deel van de polder d i r e kt

aan

de polder Halfweg, De grens

wordt

hier gevormd

d o o r

de Jan

van

Jiassauweg,

Het middelste gedeelte

van

de polder grenst in het noorden aan de Thijssengracht, in het oosten

aan

het kanaal Beukers-Steenwijk, in het zuiden aan de Cornelisgracht en i n het westen aan een gracht

waarachter de r ie t- v l ietlanden genaamd "Achter de Kerk"

1

iggen. Deze gracht s t a a t in open verbinding met zowel de Cornelis- gracht a l s de Thi jssengracht.

Het zuidelijke deel

van

de polder grenst in het noorden aan de Cornelisgracht, in het oosten

aan

het Kanaal Beukers-Steen- w i j k , in het zuiden

voor

een deel aan de riet-vlietlanden van de Beulakerwijde en

voor

een deel d i r e k t

aan

de Beulaker- wijde.

I n

het westen grenst het zuidelijke deel van de polder aan een gracht waarachter eveneens riet-vlietlanden liggen.

Deze gracht,

zou

indien de droogmaking

van

de polder Dwars- gracht volgens het ontwerpplan was uitgevoerd, de Cornelis- gracht verbonden hebben met de Beulakerwijde.

Thans s t a a t de gracht, alleen met de Cornelisgracht in d i r e c t e open verbinding.

2.1.2. Oppervlakte en peilen

De polder Giethoorn heeft een lokale waterstaatkundige oppervlakte

van

1390 ha en i s zoals al eerder i s vermeld in d r i e gedeelten gescheiden d ie allen afzonderlijk z i j n omkaad.

(6)

Het noordelijke gedeelte

van

de polder heeft een oppervlakte van ongeveer 830 ha, het middengedeelte

van

ongeveer 360 ha en het zuidelijke gedeelte van ongeveer 200 ha.

Het polderpeil i s vastgesteld

op

NAP

-

2,40

m.

Het maaiveld in het noordelijke gedeelte

van

de

polder

Giethoorn l i g t d i r e k t achter de kade langs het Steenwijker- diep,

het

Kanaal Beukers-Steenwi j k en de Thijssengracht

tussen

NAP

-

0,8

m

en NAP

-

1

m.

Het

maaiveld in het midden van de polder l i g t

op

ongeveer NAP

-

1,5

m.

I n

het middengedeelte l i g t het maaiveld tussen NAP

-

0,7

m

en NAP

-

1 , 4

m ,

waarbij

een gemiddelde maaiveldhoogte van NAP

-

1 , l

m

kan

worden aangehouden.

Het

maaiveld in het zuidelijke gedeelte l i g t gemiddeld

op

NAP

-

1 , 3

m.

De

bemaling van de twee ten

noorden van

d e Cornelisgracht gelegen poldergedeel ten, vindt plaats

door

middel

van

een

gemaal

halverwege

l a n g s

en uitslaand

op

de Cornelisgracht.

De

twee noordel i j ke poldergedeel ten z i j n derhal ve verbonden

door

een gronddui ker

onder

de Thi jssengracht.

De

bemaling

van het

zuidelijke gedeelte

wordt

normaal

ook door

het

gemaal

van

de twee noordelijke gedeelten onderhouden. Hiervoor i s onder de Cornelisgracht eveneens een grondduiker aangebracht, die echter b i j veel waterbezwaar gesloten

k a n

worden.

Om

b i j veel waterbezwaar

t o c h

t e kunnen lozen, i s , tegenover het

gemaal

van

de twee noordelijke gedeelten

met

c a p a c i t e i t

van

115 en 35

m

/min en opvoerhoogten van 1 , 6

m

in het zuidelijke deel een hulpgemaal ge-

p l a a t s t , d a t een c a p a c i t e i t heeft

v a n

35 /min b i j een opvoerhoogte

van

1 , 6

m.

3

3

2.1.3. Inwoners en economische belangen

Het

aantal inwoners in het noordelijke gedeelte van de polder Giethoorn zal naar ruwe schatting i n de

b u u r t van

de 200 liggen.

Het

a a n t a l

inwoners in het midden en zuidelijke deel zal in d e

b u u r t

v a n

respectievelijk

de

100

en

de 40 liggen.

De

polder bestaat

voor

het grootste gedeelte u i t grasland en akkerland.

(7)

h e t m i d d e l s t e deel van de p o l d e r .

Verder l i g g e n i n de p o l d e r enkele wegen voor p l a a t s e l i j k verkeer en i n h e t n o o r d e l i j k e deel de p r o v i n c i a l e weg van S t e e n w i j k naar B1 o k z i j 1.

2.1.4. Gevolgen van een doorbraak

Na een eventuele doorbraak van een d e r boezemkaden van h e t n o o r d e l i j k e deel van de p o l d e r Giethoorn, z a l ook de p o l d e r Halfweg inunderen.

De Jan van Nassauweg d i e de s c h e i d i n g tussen beide p o l d e r s vormt, kan s l e c h t s water t o t NAP

-

0,8

m

keren.

Beide p o l d e r s inunderen t o t ongeveer NAP

-

0,75

m.

Na een e v e n t u e l e doorbraak van een der boezemkaden van h e t midden- o f z u i d e l i j k e deel van de p o l d e r Giethoorn, z a l de

inundatiehoogte i n beide g e v a l l e n ongeveer NAP

-

0,65 m bedragen.

B i j de berekening z i j n de volgende aannamen gedaan:

-

De o p p e r v l a k t e van de boezem bedraagt c i r c a 5000 ha.

-

De stand van de boezem b i j doorbraak i s NAP

-

0,6 m.

-

De boezem i s n i e t gecompartimenteerd.

-

Geen r e k e n i n g i s gehouden met h e t eventueel doorstromen naar de o v e r i g e gedeelten van de p o l d e r v i a de aanwezige gronddu i kers.

-

Met s l o o t b e r g i n g van de p o l d e r i s geen r e k e n i n g gehouden.

-

De b i j 2.1.2. g e s t e l d e o p p e r v l a k t e n en gemiddelde maaiveld-

hoogten z i j n aangehouden.

Na een doorbraak van de kade z a l , wanneer met bovenstaande inundatiehoogten r e k e n i n g gehouden wordt, gevaar o n t s t a a n voor de i n de v e r s c h i l l e n d e a f d e l i n g e n aanwezige b e v o l k i n g . Bovendien z a l aan de v e e t e e l t , de akkerbouw en aan de bebouwing schade toegebracht worden.

2.2. De boezem

2.2.1. Oppervlakte en p e i l e n

De boezemwateren rond de p o l d e r Halfweg behoren t o t h e t boezem- gebied van h e t Waterschap Vollenhove en staan hiermee i n open

(8)

verbinding.

De t o t a l e oppervlakte van de boezem bedraagt c i r c a 5000 ha.

Het peil van de boezem wordt in de zomermaanden zoveel mogelijk gehouden op NAP

-

0,7 m en i n de wintermaanden op NAP

-

0,8 m. Bovendien ontvangt het Waterschap Vollenhove h e t water van:

1

-

de Steenwijker A en haar bovenbeloop 2

-

het Waterschap Nijeveen-Kolderveen.

Het Meppelerdiep

wordt

door het nieuwe gemaal Zedemuden t e Zwart- s l u i

s

bema1 en.

B i j buitengewone omstandigheden kan het Meppelerdiep via een aflaatwerk t e Beukers lozen

op

de boezem van het waterschap Vollenhove.

2 . 2 . 2 . Mogelijkheden t o t compartimentering

De boezemwateren van het Waterschap Vollenhove z i j n volgens de waterstaatskaart n i e t t e compartimenteren.

2.2.3. Daling van de boezem b i j een doorbraak

Bij een eventuele doorbraak

v a n

de boezemkade rond h e t noordelijke deel van de polder Giethoorn, zal de boezem 0,15 à 0,2 m dalen.

Indien een van

de

andere delen van de polder wordt geinundeerd, zal de boezemdaling i n beide gevallen n i e t meer dan 5 cm

bedragen.

2.2.4. Gevolgen voor

de

scheepvaart en waterhuishouding b i j een doorbraak De gevolgen voor de scheepvaart en waterhuishouding zullen na een eventuele doorbraak

van

een der boezemkaden zeer gering z i j n .

(9)

2.3. De kade

2.3.1.

De

lengte van de kade

De

t o t a l e lengte

van

de boezemkade van de

polder

Giethoorn bedraagt ongeveer

22,2

km.

Deze i s onder t e verdelen in de kaden

rond

het noordelijke deel, het middengedeel t e en het zuidel i j ke deel.

De

kaden

in het noordelijke deel

van

de polder langs het Steenwi j kerdiep, het Kanaal

Beu

kers-Steenwi j k en de

Thijssengracht hebben een lengte

v a n

respectievelijk 3,2,

4

en 1 , 7 km.

I n het middengedeelte heeft de kade langs de Thijssengracht een lengte

van

ongeveer 1 , 7 km, l a n g s het Kanaal Beukers- Steenwijk ongeveer 2 , 6 km, langs de Cornelisgracht ongeveer 1,8 km en

langs

de gracht

aan

de westzijde

v a n

d i t polderdeel

1 , 7

km.

I n

het zuidelijke gedeelte

van

de polder heeft de kade

l a n g s

de Cornelisgracht een lengte

v a n

ongeveer 1 , 8 km, langs

het Kanaal

Beukers-Steenwijk 1 , 3 km, langs de Beulakerwijde 1 , 6 km en

l a n g s

de gracht

aan

de westzijde 0,8 km.

2.3.2. Beschrijving

van

de kade Het noordel i j ke gedeel t e .

De kade langs

het

Steenwijkerdiep heeft vanaf de Jan van Nassauweg over de

eerste ongeveer

1 , 3 km

een

v r i j brede

kruin met hierop een 3

rn

brede asfaltweg. Het v r i j bolle buitentalud heeft een breedte

v a n

ongeveer 2,5

m

en

een

in goede s t a a t verkerende

grasmat

met t e r hoogte van de water- l i j n een rietkraag, en een perkoenrij

met

puin.

Ook het binnentalud i s v r i j bol met

op

een afstand van

onge-

veer

2 m u i t de kantweg een hek ( f o t o l ) .

De

p l a a t s

en richting

v a n

de f o t o ' s i s

o p

b i j l a g e 1 aangegeven. P l a a t s e l i j k , z o a l s

ook

t e

zien i s

o p

f o t o 2,komt e r

t e r

hoogte

van

de waterlijn

wat

begroeiing

voor

en soms i s de oever

door

de op

het

kanaal voorkomende scheepvaart min of meer ernstig aangetast ( f o t o 3 ) .

Ter hoogte van de boerderijen komen nogal

wat

bomen in het binnentalud van de kade

voor

en t e r hoogte van de derde

(10)

zandpad. Het buitentalud heeft hier een helling

v a n

ongeveer met t e r hoogte van de waterlijn

ook

hier een perkoenrij en p l a a t s e l i j k bomen of struiken welke

k o r t

voor de verkenning waren gesnoeid. Ook in d i t kadegedeelte, waar f o t o 3 genomen i s , i s het buitentalud p l a a t s e l i j k uitgespoeld. Op de kruin l i g t , naast het hierboven vermelde z a n d p a d , een ongeveer 1 , 5 m brede groenstrook, waarin over bepaalde lengten bomen staan, en een eveneens nog

op

de kruin gelegen

1

m

breed r i jwiel-pad met een asfal tverharding ( f o t o

4 ) .

Halverwege d i t kadegedeelte s t a a t langs de kade in de polder een huis

op

kruinhoogte ( f o t o 5 ) .

De poldergrens l i g t

op

een afstand

van

ongeveer 100

m

voor

het

p u n t

waar het Kanaal Steenwijk-Ossenzijl en het Steen- wij kerdiep samen komen.

Om een indruk t e krijgen

v a n

het verloop

van

de kade

na

de eigen lijk e poldergrens, wordt verwezen

n a a r

f o t o 6.

De oeververdediging bestaat hier u i t een betonbeschoeiing. Het achterland l i g t

op

ongeveer NAP

-

0,4

m t o t

NAP t 0,O

m.

s

De kruinhoogte

van

de kade langs het Steenwijkerdiep l i g t over het algemeen tussen NAP

-

0 , 2

m

en NAP t 0,3

m

en het achterland

o p

ongeveer NAP

-

0,8

m.

Over het gehele kadegedeelte langs het Steenwijkerdiep d a t

t o t

de polder Giethoorn behoort komt langs de teen nergens een teensloot

voor.

1:3

De kade langs het Kanaal Beukers-Steenwijk behoort voor het e e r s t e gedeelte

t o t aan

de Leiweg n i e t

t o t

de polder Giethoorn. Het hierop aansluitend kadegedeelte t o t aan het p u n t waar de Blok- z i j l seweg het kanaal k ru ist heeft evenal s het voorafgaande kade- gedeelte een 7 5 8

m

brede kruin, met hierop een ongeveer

2 , 5

m

brede asfal tweg.

Aan de buitenzijde hiervan l i g t nog een ongeveer 3

m

brede grasbem en vervolgens het buitentalud met een helling

van

plaatse1 i j k 1 : 2 5 3. Dit buitentalud

z i j n struiken aanwezig. Ter hoogte van de water1 puin

voor.

Op

ongeveer

1,5

m

u i t de i s begroeid met r i e t en j n

k o m t

over de gehele

k a n t

van

de weg l i g t de engte

wat

binnen- kruin1 i j n , waar tevens de begroeiing

van

het binnentalud

(11)

begint. Deze begroeiing bestaat u i t struiken en een over de gehele lengte aanwezige bomenrij ( f o t o 7 ) .

De kruinhoogte van d i t kadegedeelte l i g t op ongeveer

NAP

i- 0 , l

m

en het achterland tussen NAP

-

1 m en NAP

-

0,4 m.

Het kadegedeel t e , vanaf de de kade krui sende "B1 okzi j 1 seweg" t o t

aan

de Thijssengracht, langs het Kanaal Beukers-Steenwijk heeft een t o t a l e kruinbreedte

van

8 à 10 M met hierop een ongeveer 2,5 à 3

m

brede

klinkerweg welke

op

diverse plaatsen met bitumen i s gerepareerd. De oeververdediging langs d i t kadegedeelte bestaat u i t betonnen damplanken en een houten g o r d i n g ( f o t o 8 ) . De bovenkant

van

de beschoeiing l i g t min o f meer

op

kruinhoogte.

Begroeiing

van

de buitenberm

komt

s l e c ht s p l a a t s e l i j k voor, terwijl het zeer flauwe binnentalud over grotendeels de gehele lengte i s begroeid met struiken en bomen ( f o t o 9 en 1 0 ) .

De kruin van de kade in d i t gedeelte l i g t tussen NAP

+

0 , l

m

en NAP

+

0,3

m

en het achterland d i r e kt achter de kade ge- middeld

op NAP

-

0,7

m.

De kade langs de Thijssengracht heeft vanaf het Kanaal Beukers- Steenwijk

t o t

aan de duiker onder deze gracht d o o r , een ongeveer 6

m

brede kruin met hierop een 4,5

m

brede asfaltweg.

Het buitentalud heeft een helling

van

ongeveer 1:3, met hierin over de gehele lengte hoge bomen.

Het buitentalud i s p l a a t s e l i j k verdedigd

door

een houten be- schoeiing waarachter

op

veel plaatsen de

grond

i s uitgespoeld

I n het v r i j s t e i l e binnentalud

(1:1$ à

21, komen enkele bomen voor, te r wijl zich aan de teen

van

de kade over nagenoeg de gehele lengte een teensloot bevindt ( f o t o 1 2 ) .

Ter hoogte van de grondduiker, die

voor

de bemaling

van

het

noordelijke deel d ien t, l i g t een oude, n i e t meer ingebruikzijnde, draaibrug.

( f o t o 11).

Het kadegedeelte d a t hierop a a n s l u i t , eveneens langs de Thijssen- gracht, heeft

t o t

aan de Jan van Nassauweg een ongeveer 4 , 5

m

brede asfaltweg

op

de kruin.

Aan de buitenzijde hiervan l i g t een ongeveer 4

m

brede gras- berm,

waarop

het tal u d , d a t overigens onverdedigd i s en een rietkraag aansluiten.

(12)

g e l egen a c h t e r 1 and.

A l l e e n aan h e t e i n d van d i t kadegedeelte komen e n i g e bomen i n h e t b i n n e n t a l u d voor.

De hoogte van de k r u i n van de kade l a n g s de T h i j s s e n g r a c h t l i g t tussen NAP

-

0,3 m en NAP

-

t 0,O

m.

Het middengedeel t e

De n o o r d e l i j k e kade van h e t m i d d e l s t e g e d e e l t e van de p o l d e r l a n g s de T h i j s s e n g r a c h t h e e f t vanaf de n o o r d - w e s t e l i j k e hoek t o t aan de grondduiker en d r a a i b r u g een ongeveer 6

m

brede k r u i n zonder verharding.

De buitenberm en h e t b u i t e n t a l u d hebben een b r e e d t e van onge- veer 3

m

d i e b e g r o e i d i s met hakhout en r i e t .

ûe

oever i s

verder n i e t verdedigd.

Langs de b i n n e n k r u i n l i j n staan over de gehele l e n g t e bomen op v r i j k o r t e afstanden van e l k a a r .

Het b i n n e n t a l u d h e e f t een h e l l i n g van ongeveer 1:2 met d i r e k t aan de teen over de e e r s t e 450 m een greppel ( f o t o 1 3 ) .

Na de hierboven genoemde grondduiker en oude d r a a i b r u g ( f o t o 14), l i g t e r op de k r u i n een ongeveer 2,5

m

brede a s f a l t w e g . De 3 à 4 m brede buitenberm en h e t b u i t e n t a l u d hebben nog wel enige b e g r o e i i n g , maar d a t i s i n verhouding t o t h e t voorafgaande gedeel t e minder.

I n de oever, d i e ook h i e r onverdedigd i s , staan t e r hoogte van de w a t e r l i j n bomen ( f o t o 1 5 ) .

Ook h e t b i n n e n t a l u d h e e f t veel minder b e g r o e i i n g dan i n h e t voorafgaande gedeelte.

Het a c h t e r l a n d d a t gemiddeld op NAP

-

1 m l i g t , s l u i t d i r e k t aan op de teen van de kade.

De k r u i n h o o g t e van de gehele kade l a n g s de T h i j s s e n g r a c h t l i g t gemiddeld op NAP

-

0,2

m.

Ongeveer 200

m

voor h e t Kanaal Beukers-Steenwijk g a a t de kade l a n g s de T h i j s s e n g r a c h t weer o v e r i n een groene kade met bomen c.q. hakhout i n zowel binnen- a l s b u i t e n t a l u d .

D i r e k t a a n s l u i t e n d op h e t b i n n e n t a l u d l i g t over d i t g e d e e l t e een t e e n s l o o t ( f o t o 16).

1

De kade l a n g s h e t Kanaal Beukers-Steenwi j k komt grotendeel s overeen met h e t kadegedeel t e l a n g s h e t z e l f d e kanaal maar dan van h e t n o o r d e l i j k e deel. Op de k r u i n l i g t een ongeveer

(13)

3,5 m brede a s f a l t w e g . De h o o g t e l i g g i n g van de k r u i n v a r i e e r t tussen NAP

-

+

O m en NAP

+

0,2 m.

De o e v e r v e r d e d i g i n g b e s t a a t u i t een betonnen damwand met een houten g o r d i n g e r langs.

I n de ongeveer 5 m brede buitenberm komen s l e c h t s p l a a t s e l i j k e n k e l e bomen voor, t e r w i j l i n de b i n n e n k r u i n l i j n bomen o v e r de gehele l e n g t e staan ( f o t o 1 7 ) .

Aan de t e e n van de kade b e v i n d t z i c h o v e r h e t algemeen geen g r e p p e l o f t e e n s l o o t , h e t hooggelegen a c h t e r l a n d s l u i t d i r e k t op de kade aan.

N a b i j de C o r n e l i s g r a c h t l o o p t de kade o v e r een a f s t a n d van onge- v e e r 250

m

a c h t e r een g e d e e l t e van de bebouwing van G i e t h o o r n l a n g s .

Het m a a i v e l d t e r p l a a t s e van deze bebouwing l i g t ongeveer

o p

NAP

-

t O m.

De kade l a n g s de C o r n e l i s g r a c h t h e e f t o v e r de gehele l e n g t e nagenoeg e e n z e l f d e vorm.

Op de k r u i n l i g t een 3,5

m

brede a s f a l t w e g , met e r n a a s t de ongeveer 6 m brede buitenberm waar v r i j v e e l bomen i n voorkomen. Het b u i t e n t a l u d , d a t geheel met r i e t i s begroeid, i s onver- dedigd.

Ook i n h e t b i n n e n t a l u d komen bomen en s t r u i k e n voor, t e r w i j l een s l o o t o f g r e p p e l aan de t e e n s l e c h t s p l a a t s e l i j k voor- komt ( f o t o 18).

Halverwege d i t kadegedeel t e b e v i n d t z i c h h e t gemaal Jhr.Mr. C.H.J.M.

Ruys,

en een onder de C o r n e l i s g r a c h t doorlopende a f s l u i t b a r e gronddui k e r ( f o t o 19).

De hoogte van de k r u i n van d i t kadegedeelte l i g t ongeveer op NAP

-

0,l

m.

De kade l a n g s de g r a c h t , d i e de w e s t e l i j k e grens van h e t m i d d e l s t e deel van de p o l d e r vormt, h e e f t een ongeveer 6

m

brede k r u i n , met h i e r o p een 2,5 m brede a s f a l t w e g ,

d i e na de "Oude Kerkweg" o v e r g a a t i n een zandpad ( f o t o 20 en 2 1 ) . I n h e t flauwe b i n n e n t a l u d , met een h e l l i n g van 1:3 en meer

komen evenals i n de buitenberm en i n h e t b u i t e n t a l u d o v e r h e t algemeen geen bomen en s t r u i k e n voor.

De bomen en s t r u i k e n d i e

op

f o t o 20 t e z i e n z i j n , bevinden z i c h t e r hoogte van de "Oude Kerkweg" i n de kade.

(14)

Aan de teen

van de kade l i g t over

b i j n a

de gehele lengte een

greppel, die

i n

het e e r s t e gedeelte ongeveer

1

m

breed i s .

De

k r u i n

van het kadegedeelte waarop de asfaltweg

l i g t

heeft

een hoogte van

NAP

-

+

O

m

en het gedeelte waarop alleen een

zandpad l i g t

heeft een hoogte

van ongeveer

NAP

-

0 , 2

m.

Het zuidelijke gedeelte

De noordelijke kade van het zuidelijke deel

v a n de polder,

gelegen langs de Cornelisgracht,heeft op de

k r u i n

een 2,5

à 3

m

brede asfaltweg.

De buitenberm heeft een breedte v a n

2

t o t

4

m ,

waarin slechts

p l a a t s e l i j k enkele bomen voorkomen.

Langs

het buitentalud, dat overigens onverdedigd i s ,

l i g t

over

de gehele lengte een smalle rietkraag.

I n

het binnentalud staan, met uitzondering

v a n een gedeelte

v l a k

na

het gemaal

,

over de gehele lengte bomen

( f o t o

22

en

2 3 ) .

Aan de teen

van

de kade komt slechts p l a a t s e l i j k een teen-

sloot c.q. greppel

voor.

Hier i s het binnentalud het s t e i l s t

5

en zal een helling hebben van ongeveer

1:l

.

I n

het overige kadegedeel t e , s l u i t het achterland direkt

op de kade aan.

Halverwege de kade langs de Cornelisgracht l i g t het

h u l p -

gemaaltje van het zuidelijke deel van de polder ( f o t o

2 4 ) . Ook

bevindt zich hier onder de Cornelisgracht een a f s l u i t -

bare gronddui ker welke de poldersloten van het zuidel i j ke

deel en het middelste deel verbindt. De hoogte van de

k r u i n

van

d i t kadegedeelte

l i g t

tussen de NAP

-

0,2

m

en

NAP -

+

O

m.

Ter hoogte

van

de bebouwing van Giethoorn, nabij het Kanaal

Beukers-Steenwijk,

b u i g t

de kade van de Cornelisgracht

a f

en loopt achter de bovengenoemde bebouwing langs

( f o t o

2 5 ) .

Dit boezemland, dat

m i n of

meer o p kadehoogte

l i g t ,

wordt

door enkele inhammen doorsneden ten behoeve van de hier

gevesti gde jacht haven.

Het kadegedeel t e na de bovenvermelde bebouwing heeft langs

het Kanaal Beukers-Steenwij

k

een zeer brede k r u i n , waarop

een

3

m

brede asfaltweg

l i g t .

De buitenberm heeft een breedte van ongeveer

8

m ,

waarin

over een bepaalde lengte bomen staan.

(15)

langs d i t kanaal, u i t een betonnen

damwand

met een houten

g o r d i n g

e r langs.

In

het flauwe binnentalud komen over

b i j n a

de gehele lengte

van de kade langs het kanaal bomen en struiken

voor,

Een greppel

aan

de teen

v a n de kade komt slechts p l a a t s e l i j k

voor.

De hierbovengenoemde

3

m

brede asfaltweg op de kruin g a a t na

de l a a t s t e boerderij over in een

zandpad.

De hoogte

van de kruin

v a n

het kadegedeelte langs het Kanaal

Beukers-Steenwijk

l i g t

op

NAP

-

t O

m

en hoger. Het achterland

d i r e k t achter de kade l i g t tussen

NAP

-

0,5

m

en

NAP

-

0 , 8

m.

Op

foto

26

i s het kadegedeelte t e zien waar de

3

m

brede

asfaltweg op de

k r u i n l i g t

en

f o t o 27

geeft de s i t u a t i e van

het kadegedeelte

na

de l a a t s t e boerderij weer.

Voor

de kade langs de Beulakerwijde l i g t over de e e r s t e

ongeveer

900

m

vanaf het kanaal breed

t o t

zeer breed r i e t -

vlietland

d a t

met bomen en struiken begroeid

is.

De kruin

zelf heeft hier een breedte van ongeveer

5

m

met hierop

een

2,5

m

breed

zandpad.

Het binnentalud heeft een helling

van

1:l

wilgen voorkomen.

Direkt

aan

de teen l i g t over de gehele lengte

van

de kade een

ongeveer

1,5

m

brede teensloot

( f o t o 28).

Het tweede hierop aansluitend kadegedeelte heeft

i n

grote lijnen

dezelfde

vorm

a l s het voorafgaande gedeelte. Alleen de v r i j

brede strook r i e t - v l i e t l a n d ontbreekt hier over

b i j n a

de gehele

lengte.

Op

deze plaatsen i s dan ook

i n

ruime mate puin aange-

bracht

om

verdere aantasting

van de kade t e voorkomen ( f o t o

29, 30

en

31).

Tijdens de verkenning i s gebleken,

d a t

e r op het water

van de

Beulakerwijde, door de grote oppervlakte hiervan, een dusdanige

golfslag ontstaat, dat indien deze op het puin breekt, het

stuifwater

op

de kruin

van de kade

komt.

Dit

i s ook enigszins t e zien op de hiervoor vermelde f o t o ' s .

De

k r u i n

van

de kade langs de Beulakerwijde, heeft een hoogte

van

NAP

-

0, 3

m

à NAP

-

0 , 2

m.

Het achterland d i r e k t achter de kade

l i g t

op

NAP

-

1 , 3

m

à

NAP

-

1

m.

De kade

l a n g s

de gracht, waaraan de polder

i n

het westen

grenst, s t a a t zoals al in hoofdstuk

2 . 1 . 1 .

i s vermeld, n i e t

5

(16)

d i r e k t met de Beulakerwijde in verbinding.

De kade langs deze gracht heeft een ongeveer

4

m

brede

kruin met hierop een zandpad waarin over grote lengte diepe

spoor-

vorming

voorkomt

( f o t o 32).

In de buitenkruinlijn

s t a a n

over de gehele lengte van d i t kadegedeel

t e

bomen.

Het

buitentalud alsmede een strook

van

ongeveer 1

m

breed langs de waterlijn i s begroeid met r i e t . Het binnentalud,

waarin

vrijwel

geen

bomen

en

struiken voorkomen, heeft een

5

helling

v a n

1:l

à

1

met d i r e k t aan de teen een greppeltje.

2.3.3. Vreemde objecten

Diverse kabels en leidingen kruisen de boezemkaden

van

de polder Giethoorn.

Ook

i s p l a a t s e l i j k bebouwing aanwezig.

2.3.4, Onderhoud

van

de

kade

Het onderhoud

van

de kade bestaat voornamelijk u i t

h e t

j a a r l i j k s aanbrengen

van

herstellingen, het

snoeien

van

bomen

en

struiken, het snijden

v a n

het r i e t en het uitvoeren van kleine ver-

(17)

3. Geschiedenis

De p o l d e r G i e t h o o r n i s de a a n v a n k e l i j k e p r o e f p o l d e r van een reeks p o l d e r s d i e i n de d i r e k t e omgeving zouden worden droog- gemaakt.

Met de e i g e n l i j k e i n p o l d e r i n g werd i n 1928 een b e g i n gemaakt. Voordat de p o l d e r Giethoorn was drooggemaakt hadden v e l e eigenaren gronden gelegen t e n westen van de h u i d i g e p o l d e r . Deze werden b e r e i k t l a n g s v e r s c h i l l e n d e vaarwegen en grachten, d i e h e t gebied van de p o l d e r van o o s t naar west doorsneden.

Ten einde t e voorkomen d a t de bedoelde gronden voor de eigenaren onbereikbaar zouden worden, moesten enkele grachten op boezem- p e i 1 worden gehouden.

Zo bleven de C o r n e l i s g r a c h t en de T h i j s s e n g r a c h t a l s boezem- wateren gehandhaafd en werd de p o l d e r Giethoorn i n d r i e a f - zonder1 i j ke omkade gedeel t e n verdeeld.

Tevens werd 1 angs de westgrens een nieuwe boezemvaart aangelegd

,

d i e de verdere v a a r t e n met de C o r n e l i s g r a c h t en de T h i j s s e n g r a c h t i n v e r b i n d i n g s t e l d e .

De omkadingen werden v o o r z i e n van een z a n d k i s t van 1 m b r e e d t e t o t op h e t v a s t e zand en v e r d e r van een zandbed van 0,6 m, om a l s zandweg t e dienen o f waarop de l a t e r e v e r h a r d i n g aangebracht kon worden.

Het benodigde zand voor deze kaden werd o n t l e e n d aan de aan- l i g g e n d e o f i n de n a b i j h e i d l i g g e n d e boezemwateren en aan de reeds e e r d e r gemaakte zanddepóts aan h e t randkanaal.

Verder werd a l b i j de aanleg van de p o l d e r r e k e n i n g gehouden met de aanleg van de weg S t e e n w i j k - B l o k z i j l .

De aardebaan van deze weg werd over h e t gedeelte, d a t door de p o l d e r Giethoorn gaat, d i r e k t b i j de aanleg van de p o l d e r aange- b r a c h t .

(18)

4.

Beoordeling

van

de veiligheid van de gehele kade

Na

de visuele verkenning en het opstellen van een geologisch

rapport

door het Laboratorium

voor

Grondmechanica i s besloten

om

in

d e

kaden

rond

de

polder Giethoorn geen s t a b i l i t e i t s o n d e r -

zoek t e verrichten.

Enkele redenen hiervoor

z i j n :

a )

Het ruime profiel van de kaden

b )

Het geringe verschil tussen boezempeil en de maaiveldhoogte

d i r e k t achter de kaden.

Gezien het ruime profiel en de geringe kerende hoogte

kan

gesteld

worden

d a t

de kaden

van de polder Giethoorn u i t s t a b i l i t e i t s o v e r -

wegingen

a l s

voldoende v e i l i g beschouwd mogen worden.

Uit

het geologisch rapport

d a t a l s

bijlage

2

i s bijgevoegd, b l i j k t

dat in het kadelichaam,

d a t

hoofdzakelijk

u i t

zand

i s opgebouwd,

een laag veen voorkomt, waarvan de dikte v a r i e e r t tussen de

0 , l

en

0,6

m.

Ter plaatse

van

oude stroomgeulen kan deze veenlaag dikker

z i j n .

Tengevolge

van

deze v a r i a t i e s

i n

de dikte van deze veenlaag

moet rekening gehouden worden met ongelijke zettingen van het

kade1 ichaam.

Deze ongel i j k e zettingen z i j n , evenals spoorvorming in de kade,

tijdens de verkenning geconstateerd.

Het gevaar i s aanwezig

d a t b i j

een hogere stand van de boezem,

de

kade zal overlopen waarbij de grotendeels u i t zand bestaande

kade zal eroderen.

Ook

i s

geconstateerd d a t door de toenemende recreatievaart de

oevers worden aangetast.

Om

deze aantasting tegen t e gaan zal de oever beschermd moeten

worden.

Met

name

moet h i e r b i j vermeld worden dat de kruinhoogte van de

kade langs de Beulakerwijde, met p l a a t s e l i j k een kruinhoogte

van NAP

-

0 , 3

m ,

t e laag

i s

en de kade

van

een n i e t afdoende

oeververdediging i s voorzien.

D i t

vooral ook

i n

verband met de op de Beulakerwijde optredende

go1

f

slag.

(19)

De h o o g t e l i g g i n g van de kade en de a a n t a s t i n g van de oever moeten g e z i e n worden a l s onderhoudstechnische problemen, welke

los

s t a a n van de s t a b i l i t e i t van de kade.

Om

i n u n d a t i e van de p o l d e r t e voorkomen d i e n e n bovenvermelde onderhoudstechnische problemen e c h t e r wel onderkend t e worden.

De aanwezigheid van k a b e l s , l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n i s n i e t i n de beschouwing o v e r de v e i l i g h e i d van de kaden b e t r o k k e n . De aanwezige k a b e l s , l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n d i e n e n t e worden g e t o e t s t aan d e volgende l e i d r a d e n van de Technische Adviescommissie voor de k a t e r k e r i n g e n .

a. L e i d r a a d v o o r c o n s t r u c t i e en beheer van g a s l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n .

b . L e i d r a a d voor c o n s t r u c t i e en beheer van v l o e i s t o f l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n .

c. L e i d r a a d v o o r ontwerp, beheer en onderhoud van c o n s t r u c t i e s en vreemde o b j e c t e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n .

(20)

Polder Giethoorn

De kaden van de polder liggen langs het Steenwijkerdiep, het Kanaal Beukers-Steenwijk, Beulakerwijde, de Thijssengracht, de Cornelis- gracht en de grachten ten westen

van

de polder en hebben een t o t a l e lengte van ongeveer 22,2 km.

De polder

wordt

door de Thijssengracht en de Cornelisgracht in d r i e afzonderlijke omkade gedeelten gescheiden en wel een noordel i j k gedeel t e , een midden gedeel t e en een zuidel i j k gedeel t e .

Deze d r i e gedeelten

van

de polder hebben een oppervlakte

van

r espectie ve lijk 830, 360 en 200 ha, De maaiveldhoogte v a r i e e r t tussen NAP

-

1,6

m

en

NAP

-

0 , 6

m.

In de polder wordt hoofd- zake1 i j k v e ete e lt en enige akkerbouw bedreven, waardoor de in de polder aanwezige bebouwing voornamelijk boerenbedrijven z i j n .

De kruinbreedte

van

de kade v a r i e e r t tussen

4

m

en 1 5

m

en heeft een kerende hoogte van ongeveer 0,6

m.

Het Laboratorium voor Grondmechanica heeft van het gebied een geologisch rapport samengesteld.

Hieruit b l i j k t d a t in het kadelichaam, d a t hoofdzakelijk u i t zand i s opgebouwd, een laag veen

voorkomt,

waarvan

de d ik t e v a r i e e r t tussen de 0 , l

m

en 0,6

m.

Ter plaatse van oude stroomgeulen

k a n

deze laag dikker z i j n . Tengevolge

van

deze v a r i a t i e s in de d ik t e

v a n

deze veenlaag, moet rekening gehouden worden met ongelijke zettingen

van

het

kade1 i chaam

.

Op grond

v a n

de geologie, de profielvorm en de geringe kerende hoogte

van

de kade, kunnen de kaden u i t s t a b i l i t e i tsoverwegingen a l s vei

1

ig worden aangemerkt.

Tijdens de verkenning i s geconstateerd d a t de kruinhoogte van de kade, niet name die langs de Beulakerwijde, n i e t overal voldoende i s en d a t de oevers

door

de steeds toenemende r e c r e at i e v a ar t worden beschadigd.

(21)

De h o o g t e l i g g i n g van de kade en de a a n t a s t i n g van de oever, moeten g e z i e n worden a l s onderhoudstechnische problemen, welke l o s s t a a n van d e s t a b i l i t e i t van de kade,

Om

i n u n d a t i e van de p o l d e r t e voorkomen dienen bovenvermelde onderhoudstechnische problemen e c h t e r wel onderkend t e worden.

De aanwezigheid van k a b e l s , l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n i s n i e t i n de beschouwing o v e r de v e i l i g h e i d van de kade b e t r o k k e n . De aanwezige k a b e l s , l e i d i n g e n en vreemde o b j e c t e n dienen t e worden g e t o e t s t aan de volgende l e i d r a d e n van de Technische Adviescotilimi s s i e voor de Waterkeringen.

a. L e i d r a a d v o o r c o n s t r u c t i e en beheer van g a s l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n e

b. L e i d r a a d v o o r c o n s t r u c t i e en beheer van v l o e i s t o f l e i d i n g e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n .

c. L e i d r a a d voor ontwerp, beheer en onderhoud van c o n s t r u c t i e s en vreemde o b j e c t e n i n , op en n a b i j w a t e r k e r i n g e n .

(22)
(23)
(24)
(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)

Cytaty

Powiązane dokumenty

S3 Current density-voltage curves of perovskite/silicon tandem solar cell with and without the optimized P2-PDMS attached on the front surface of transparent electrode ITO.. S4 The

Codziennie musiał wizytować większość szpitali, których w stolicy było podówczas ponad dwadzieścia 106 , a już ich samo rozmieszczenie wskazuje, iż poznał Warszawę

Mimo że książka obejmuje obszar Wileńszczyzny, brak w niej pol­ skich pom ników z tego samego okresu, niszczonych przez kolej­ nych okupantów ; takie zestawie­

Flint artefacts: 9 – flake with negative flake scars on the dorsal surface; 10 – mesial fragment of blade with scars on the dorsal surface; 11 – partially initial microflake; 12

Odezwa Naczelnej Rady Adwokackiej do wszystkich rad adwokackich. Palestra

Może on już dziś zapisać na sw oim koncie szereg osiągnięć nie kwestionow anych ani p rzez środowisko adwokatury, ani p rzez opinię spoza tego środowi­

[r]

[r]