• Nie Znaleziono Wyników

Optimalisatie van het hydromechanisch gedrag van maritieme constructies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Optimalisatie van het hydromechanisch gedrag van maritieme constructies"

Copied!
38
0
0

Pełen tekst

(1)

OPTIMALISATIE VAN BET RYDROMECHANISCH GEDRAG VAN MARITIEME CONSTRUCTIES.

VWF MT-01185-37

Rapport nr. 740

31 maart 1987

Deift University of Technology Ship Hydromechanics Laboratory Mekelweg 2

2628 CD Delft The Netherlands Phone 015 - 78 68 82

(2)

VWF MT-01/85-37

Titel: Optimalisatie van het hydromechanisch gedrag van maritieme

cons tructies.

Korte naam: Scheepshydromechanica. Zie ook het programmaformulier als

bijiage F.

1. Programma- toelichting

1.1. Korte samenvatting van de oorspronkelijke progranmia-opzet

1.1.1. Doelstelling

Het onderzoeken

en voorspellen van het gedrag van maritieme

constructies in

viak water

en in zeegang met als doel de

optimalisatie van bet ontwerp en/of bet gebruik.

1.1.2. Probleemstelling

Om in een vroegtij dig stadium te komen tot een optimaal ontwerp

van een maritieme constructie is bet van belang om door

experimenten en/of berekeningen de invloed te kunnen bepalen van

hydrodynamische krachten op de al of niet bewegende maritieme

constructie (hydromechanica).

Dit kan zowel betrekking bebben op de viak water situatie als die

in golven.

Voor het eerste geval vormt de

voorwaartse snelbeid in relatie

tot de weerstand of voortstuwing een belangrijke factor.

Vermindering van bet energie-verbruik door verbeterde vormgeving

en verhoging van bet voortstuwingsrendement is daarbij o.a. van

belang. Ook de veiligheid kan met bet oog op de stabiliteit en

het sturen of manoeuvreren van een schip een belangrijk probleem

opleveren.

In bet tweede geval, de situatie in golven, is bet noodzakelijk

bet dynamisch gedrag van de constructie of bet schip te kunnen

voorspellen mede met bet

oog op

de veiligheid maar

ook met

betrekking tot minimaal energieverbruik, comfort van de

opvarenden, sterkte van de constructie en de optimale routering. Hiervoor is bet noodzakelijk mathematische modellen te

ontwikkelen die veelal

door middel van model-experimenten

in

golven in het laboratorium (sleeptank) als ook op ware grootte

(3)

De ontwikkeling van ontwerp-criteria ten behoeve van het

voorontwerp, waarbij rekening gehouden wordt met de te verwachten

zeecondities, is eveneens van belang.

Aansluitend hierop kan ook gewezen worden op het belang onderzoek

te verrichten voor de ontwikkeling van snelle geavanceerde

vaartuigen bijv. planerende en semi-planerende vaartuigen,

draagvleugelboten, catamarans, SES (Surface Effect Ships), SWATH's

(Small Waterplane Area Twin Hull) etc. Hiervoor moeten ook

allerlel dynamische nevenverschijnselen bestudeerd worden zoals

het optreden van

"slaing11, piekversnellingen, waterovername,

mogelijke criteria voor bewegingsziekte.

Ook de ontwikkeling van systemen cm de bewegingen van zeegaande

constructies te dempen of te stabiliseren zijn belangrijk. Verder

kan nog genoemd worden bet onderzoek naar windvoortstuwing,

alternatieve voortstuwers en het gedrag van verankerde of

dynamisch gepositioneerde offshore constructies. Tenslotte wordt

in bet kader van energiebesparing bij de voortstuwing van schepen

onderzoek verricht naar de (optimale) interaktie tussen

voortstuwer (schroef) vormgeving en (hoofd)machine installatie.

De resultaten dienen als basis voor een brede

tecbnisch-economische analyse van alternatieve ontwerp-concepten

zoals de kostprijs (investering), operationele kosten en inkomsten.

1.1.3. Taakstelling

De taakstelling valt onder bet onderzoekaandachtsgebied: Marine

Technologie/Offshore.

De volgende deelprojecten hebben betrekking op de gekozen

taaks telling:

Algemene projecten

Manoeuvreergedrag van schepen

Weerstand en voortstuwing van schepen ook met betrekking

tot windenergieschepen

Geometrie, hydrostatica en veiligheid van schepen e.a.

drijvende cons tructies.

Het gedrag van maritieme constructies in zeegang.

Evaluatie en toepassing van zeegangskriteria in bet ontwerp Energiebesparing bij voortstuwing van schepen.

(4)

De deelprojecten 1 t/m 5 omvatten elk één of meer subprojecten en

worden hoofdzakelijk uitgevoerd door de vakgroep Hydronautica.

De deelprojecten 6 en 7 worden uitgevoerd door de vakgroep Ontwerp

en Exploitatie van Maritieme Objecten (OEMO).

1. 1.4. Onderzoekzwaartepunten

In overeenstemming met de geformuleerde probleemstelling en met

het globale meerjarenplan voor het onderzoek van de faculteit voor 1983 werden de volgende zwaartepunten in volgorde van prioriteit

aangehouden:

l.Ontwikkeling van kleine snelle en geavanceerde vaartuigen zoals

SWATH-schepen, diep-V schepen, catamarans etc.

2.Ondiep water effecten welke van belang zijn voor de offshore

technologie.

3.Optimalisatie van het zeegangsgedrag van verschillende

scheepstypen en ontwikkeling van mathematische scheepsvormen in het belang van computer gesteund ontwerpen (CAD).

4.Energiebesparing door middel van windvoortstuwing op

motorschepen en andere wijzen van voortstuwing zoals wrik- of

visstaartvoortstuwing evenals energiebesparing door.

verbetering van de bestaande voortstuwing aismede door

optimale routering.

1.1.5. Beoogde resultaten

Als beoogde resultaten kunnen genoemd worden:

l.Rapportage van onderzoekresultaten al of niet in internationale tijdschriften of op symposia ten behoeve van toepassing of

verdere ontwikkeling.

2.Computerprogramma's of simulatiemodellen geschikt voor

uitvoering van projecten door/voor derden, voor verdere ontwikkeling of voor parameterstudies ten behoeve van het

(5)

3.Uitvoering van projekten al of niet samen met andere instituten voor derden als kleine werven, bedrijven, ingenieursbureaus, oliemaatschappijen.

4.Technische systemen ten behoeve van de vervaardiging van

maritieme constructies of voor toepassing

aan boord van

schepen.

5 .Maatschappelijke dienstverlening aan instanties, stichtingen of maatschappijen ten dienste van het algemeen belang.

6 . Promo ties

1.2. Samenvattende toelichting op de behaalde resultaten

1.2.1. Algemeen

Voor een overzicht van de behaalde resultaten over de jaren 1984,

'85 en '86 zie bijiage C en D welke zijn opgesteld aan de hand van

de publicatie-overzichten weergegeven in bijiage

A. Voor

toekomstige promoties zie bijiage E.

Gelet op de gekozen taakstelling kan gesteld worden dat blijkens

de behaalde resultaten het onderzoek gericht was op de genoemde

zwaartepunten. Bij

de vakgroep Hydronautica stond

voorop het

onderzoek naar de ontwikkeling van kleine snelle en geavanceerde

vaartuigen zoals diep-V schepen, SWATH-schepen, catamarans voor

zowel viak water als in zeegang.

Voor semi-planerende en snelle deplacementsschepen zijn in verband

met de optimalisatie van het zeegangsgedrag verschillende

parameterstudies uitgevoerd waarbij de inzetbaarheid gebaseerd op

criteria ten aanzien van de vertikale versnelling als uitgangspunt werd genomen.

Het onderzoek naar ondiep water effecten werd voorlopig afgerond

met een presentatie op de 17e Internationale Towing Tank

Conference (ITTC) in 1984. In verband met de maatschappelijke

ontwikkelingen is bij de vakgroep Hydronautica de tijdsbesteding

van het onderzoek op het gebied van energiebesparing enigszins

verminderd, hoewel nog wel verschillende onderzoeken op dit gebied

zijn uitgevoerd bijv. met een modelschroef voorzien van

(6)

Bij de vakgroep Ontwerpen en Exploitatie van Maritieme Objecten

(OEMO) is onderzoek verricht naar verbetering van de conventionele schroefvoortstuwing in relatie met alternatieve

voortstuwings-installaties [hoofdmotor(en)] en vormgeving van het achterschip.

1.2.2. Deelprograimna's

Uitgesplitst naar de verschillende deelprograrnma's (1.1.3.) kan

het onderzoek in relatie tot de bereikte resultaten als

volgt nader worden beschreven:

1 .Algemene pro lecten

Op dit gebied is onderzoek verricht in verband met de aanschaf van nieuwe uitrusting voor de sleeptank: nieuwe golfopwekkers,

nieuwe sleepwagens, modellen fraismachine en traagheidstafel.

2.Manoeuvreergedrag van schepen

Op dit gebied was de aandacht vooral gericht op de ontwikkeling

van geavanceerde vaartuigen met het oog op bet sturen. (628-M,

716-S). Ook is een simulatiemodel ontworpen voor bet sturen van

kleine vaartuigen "Minisim" genaamd (679-P) waarmede optimalisaties kunnen worden uitgevoerd ten behoeve van

routering en/of energiebesparing. Verder zijn nog simulatiemodellen ontworpen voor het varen van

vierbaksduwstellen met of zonder koproeren (711-S).

Ten slotte is nog het onderzoek te noemen waarbij experimenteel en via berekening de verdeling van de hydrodynamische krachten over de lengte van bet schip als functie van de frequentie van

de beweging is bepaald voor ondiep water (17th ITTC/603-P).

3.Weerstand en voortstuwing van schepen ook met betrekking tot

windenergie.

Weerstand en Trim van geavanceerde vaartuigen

Vele gerapporteerde onderzoeken hadden betrekking op

experimenten ter bepaling van de weerstand en trim van

semi-planerende vaartuigen als functie van de voorwaartse sneiheid.

(7)

Het ligt in de bedoeling op deze wijze een bestand op te bouwen voor statistisch onderzoek.

Ook is systematisch onderzoek uitgevoerd met semi-planerende

vaartuigen om

de invloed van de t?deadrisett

te bepalen op

weerstand en trim (701,731).

Ten slotte

zijn met het

oog

op bet gedrag in viak water

geavanceerde snelle vaartuigen onderzocht als catamarans (700-S), draagvleugelboten en SWATH's (716-S).

Ware grootte meting

Ter verificatie van bet modelonderzoek zijn ook ware grootte

metingen uitgevoerd bijv. (630-0).

Windvoorts tuwing

Het zeiljacht-onderzoek omvatte experimenten betreffende kiel-rompcombinaties (631-0, 637-P) en verschillende kielvormen (650-P, 701-P, presentatie op een Symposium van de

Society of Naval Architects and Marine Engineering, St

Petersburg/699-P). Simulatiemodellen ter routering van geheel

of gedeeltelijk door de wind voortgestuwde schepen zijn

opgesteld (654-P, 718-P) ook met bet oog op energiebesparing.

Voorts tuwing

Met het oog op energiebesparing zijn proeven uitgevoerd

(640-S), ook voor zeiljachtpropellers (656-P) en tip vleugels

(722-0).

Geometrie, hydrostatica en veiligheid van schepen e.d.

drijvende constructies

Op dit gebied is onderzoek uitgevoerd naar bet te water laten van onderzeeboten (695-0). Ook is een simulatie computermodel

opgezet voor bet te water laten van een offshore jacket vanaf

een drijvende ponton (729).

Het gedrag van maritieme constructies in zeegang

Bewegingen/Geavanceerde vaartuigen

Prioriteit van bet onderzoek lag vooral bij bet gedrag

van

snelle semi-planerende of deplacementsschepen in zeegang (SNAME-lezing 675-P , 616-0, 612, 617) met als resultaat optimalisatie-studies bijv. in verband met de inzetbaarheid

(8)

gebaseerd op criteria t.a.v. de verticale versnellingen

(Workshop MARIN 690-P, 617, 658-0, 664-0, 689-0, 692-S, 696-0, 700-P, 706-0, 726-0).

Ook is onderzoek verricht naar andere geavanceerde vaartuigen

in zeegang bijv. catamarans (635-S), draagvleugelboten

(663-S), SWATH-schepen (715-S, 697-P, 700-S). Rapportage over

onderzoek met een zevendelig model naar de snelheidsinvloed op

hydrodynamische coëfficiënten is in voorbereiding.

Tenslotte dient het uitgebreide onderzoek genoemd te worden

dat met verschillende "Wigley"-modellen is uitgevoerd om de

golfkrachten en hydrodynamische coefficienten d.m.v.

oscillatie te bepalen vooral m.h.o. de snelheidsinvloed.

Rapport getiteld "Dynamic tests with "Wigley" hull forms" is

in voorbereiding.

Op dit gebied wordt samengewerkt met het

M.I.T. te Boston en de Universiteit van Michigan.

Veiligheid/Comfort

Onderzocht zijn mogelijke criteria voor het optreden van

zeeziekte (662-S). In het kader van de maatschappelijke dientsverlenging is ook onderzoek verricht naar het kapseizen van kleine vaartuigen (632-S) en het gedrag van

kustreddingsboten (708-0).

Ook

kan gewezen worden op

de optimalisatiestudies genoemd onder bewegingen in verband met optreden van zeeziekte gerelateerd aan de verticale versnellingen.

Energieverbruik

In verband met energiebesparing is als opdracht een technisch

systeem ontwikkeld om de prestaties van de voortstuwing van een schip te bewaken ("Persus") (606, 627-0, 691-0). Ook kan

genoemd worden het onderzoek naar de weerstandstoename in

golven van een zwaarlading schip (622-0). Tevens moeten hier

projecten t.a.v. windvoortstuwing vermeld worden (638-S,

718-P, presentatie op International Symposium on Windship

Technology, Southampton 1985:654-P).

S lamming

Bijzondere verschijnselen als slamming, die een belangrijke

rol spelen bij het gedrag van snelle geavanceerde schepen in zeegang zijn experimenteel en met een rekenmodel onderzocht

(9)

Golven

Voor de bepaling van de scheepsbewegingen in zeegang moet de

verdeling van de golfenergie als functie van de frequentie en

van de golfrichting bekend zijn. Hiernaar is in 1986 onderzoek

uitgevoerd in het bijzonder met het oog op de

richtingsspreiding (publicatie in voorbereiding) en zijn ook

op zee golfmetingen verricht (698).

Verder is een computerprogramma opgesteld om snel het energiespectrum van een gemeten goifregistratie in het tijdsdomein te kunnen bepalen (621-M).

Stab iii s atie

Stabilisatie of demping van de bewegingen vormde ook een punt

van onderzoek. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van

technische systemen bijv. geregelde flappen (615),

verplaatsbare gewichten (676, 619-S) of gebaseerd op het

Magnus-effect (714-0). Veel onderzoek is ook verricht op het

gebied van de offshore om de bewegingen van een cutterzuiger

met deiningscompensatie op de spud en/of de ladder te bepalen.

Rapportage vond plaats in 1983, terwiji het computer simulatiemodel in 1986 gereed kwam.

6. Evaluatie en toepassing van zeegangskriteria in het ontwerp Zeegedrag

Bij de vakgroep OEMO is een (ontwerp)procedure ontwikkeld die

het mogelijk maakt om in een vroeg-ontwerp stadium

(voorontwerp) de hoofdafmetingen, de vormgeving en de

gewichtsverdeling zodanig (optimaal) te dimensioneren dat goed

zeegedrag wordt gewaarborgd. Dit is

in het bijzonder van

belang voor werkschepen op zee (offshore). Er is een computerprogramma tot stand gekomen. Rapportages hebben plaats gevonden (84-09; 85-04). Een publicatie voor 1987 is in voorbereiding (87-01).

Manoeuvreren

In 1986 is gestart met de ontwikkeling van manoeuvreerkriteria

welke gebruikt kunnen worden in het voorontwerp. Als basis

hiervoor wordt gewerkt aan een systematische analyse van

(10)

Insitute (DM1) te Kopenhagen gedurende

een periode van 23

j aren.

Een eerste rapportage vond plaats eind 1986 (85-05). In 1987 zullen verdere rapportages volgen.

7. Energiebesparing hi] voortstuwing van schepen Grote schroeven

Bij de vakgroep Ontwerpen en Exploitatie van Maritieme

Objecten (OEMO) is in samenwerking met bet bedrijfsleven

onderzoek verricht naar verbetering van de conventionele

schroefvoortstuwing in relatie met alternatieve

voortstuwings-installaties {hoofdmotoren] en vormgeving van bet achterschip.

De behaalde resultaten tonen aan dat belangrijke

brandstofbesparingen mogelijk zijn, in bet bijzonder bij

toepassing van relatief grote schroeven in combinatie met een

direct gekoppelde (zeer) langzaamdraaiende hoofdmotor dan wel

in combinatie met indirect gekoppelde middelsneldraaiende

hoofdmotor(en) met tandwielkast. Daarbij is een juiste keuze

van het bedrijfspunt schroef-motor(en) van groot belang. Tevens is onderzoek verricht naar de toepassing van

verstelbare schroeven in combinatie met een asgenerator (PTO).

Snelle vaartuigen

In 1986 is in samenwerking met de maritieme industrie gestart

met

een onderzoek naar de ontwerptechnische en economische

aspecten van Surface Effect Ships (SES) en catamarans voor een

snelheidsgebied van 30-70 knopen.

Het onderzoek heeft in bet bijzonder betrekking op een economisch vergelijk tussen SES en catamarans voor

passagiervervoer.

Een eerste rapportage vond plaats eind 1986(86-04). In 1987 volgt verdere rapportage.

Vissersvaartuigen

Eind 1986 is in

samenwerking met bet Rijksinstituut voor

Visserijonderzoek (RIVO) een onderzoek gestart naar de

ontwerp-technische en economische aspecten van Nederlandse

(11)

Bij dit onderzoek wordt in het bijzonder aandacht besteed aan

de inzetbaarheid ten behoeve van

ontwikkelingslanden. Energiebesparende maatregelen zijn in dat kader zeer relevant. Het onderzoek wordt gesponsord door het CMO.

1.3. Inbreng inonodiciplines

De deelprojecten 1 t/m 5 als genoemd onder 1.1.3. en 1.2.2.

hebben hoofdzakelijk betrekking op Scheepshydromechanica en

Navigatiekunde. De

uitvoering van de

desbetreffende projecten

vond plaats onder verantwoordelijkheid van de vakgroep

Hydronautica met als voorzitter prof. ir. J. Gerritsma.

Door deze vakgroep zijn wel onderzoeken verricht ten behoeve van

het ontwerp bijv. parameterstudies of systematisch onderzoek van

snelle planerende vaartuigen. De bedoeling van deze projecten is

het toeleveren van informatie betreffende de hydromechanische en

nautische aspecten van het scheepsontwerp.

De deelprojecten 6 en 7 eveneens genoemd onder 1.1.3. en 1.2.2.

hebben betrekking op de toepassing van zeegangskriteria in het

ontwerp en op de energiebesparing bij voortstuwing.

Deze projecten worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de vakgroep Ontwerp en Exploitatie van Maritieme Objecten (OEMO)

met als voorzitter Prof. dr. ing. C. Callin. Voor de inzet per vakgroep zie onder 1.6.

1.4. Plaats van het onderzoek en wetenschappelijke relevantie

De wetenschappelijke relevantie van bet onderzoek blijkt vooral uit de afstemming van bet onderzoek op bet door de Faculteitsraad van de Maritieme Techniek in 1983 aanvaarde Globale meerjarenplan

voor bet onderzoek van de Faculteit.

De zwaartepunten en prioriteiten aangegeven

in dit plan zijn

reeds geformuleerd in hoofdstuk 1.1.4. Ook kan gewezen worden op

verschillende samenwerkingsverbanden die zijn aangegaan voor

diverse projecten waarvoor

in verband met

de

plaats van bet

onderzoek vooral genoemd kunnen worden (zie ook onder 1.5.)

- MIT-USA

onderzoek 'tWigley" -modellen

- University of Michigan - Tokyo University of

(12)

S

- Coordinatie Maritiem Onderzoek - Snelle geavanceerde

(CMO) vaartuigen

- MARIN, Wageningen - Snelle deplacementsschepen

Verder

is van belang op

te merken dat het onderzoek eveneens

gebaseerd was op aanbevelingen van buitenlandse en internationale

onderzoekorganisaties welke zijn weergegeven in:

Proceedings 16th International Towing Tank Conference (ITTC), September 1981, Leningrad, USSR, volume 2 page 300 t/m 302.

Proceedings 17th International Towing Tank Conference (ITTC) September 1984, Goteborg, Zweden, volume 2 page 409-416.

The Status of Naval Seakeeping Research, Report 0 EW-l6-79,

Department of the Navy, United States Naval Academy, October

1979, page 146

Versiagen van de ttConference on Behaviour of Ships

in

restricted waters", Varna, Bulgarije, November 1982.

University of New Castle upon Tyne, Dept. of Nay. Arch. & Shipbuilding.

Chalmers University of Technology, Goteborg, Sweden Eight Graduate School (WEGEMT).

Ship Design and Fuel Economy 1983.

1.5. Maatschappelijke en industriêle relevantie

De maatschappelijke en/of industriële relevantie van het

onderzoek blijkt uit

de

vele projecten die

in opdracht voor

allerlei kleine en grote bedrijven zijn uitgevoerd, maar eveneens

uit verschillende onderzoeken die in een samenwerkingsverband met

grote instituten of ministeries zijn verricht.

Een overzicht van deze projecten is gegeven in bijlage B met in tabel 1 de maatschappelijke/industriele projecten en in tabel 2

de projecten uitgevoerd in samenwerkingsverband met instituten

(13)

1.6. Programmaleiders, medewerkers, inzet

In de onderstaande tabel is de inspanning per medewerker, wp in vaste dienst, le geldstroom aangegeven.

Tabel 3: Inspanning personeel le geldstroom, WP-vast

Programmaleider voor de vakgroep Hydronautica is Prof. ir. J.

Gerritsma en voor de vakgroep OEMO Prof. dr. ing. C. Gallin.

Jr. J.M.J. Journée heeft in '85 en '86 meer tijd besteed aan

onderwijs wegens overname van colleges Prof. ir. M.C. Meijer en het starten van een nieuw college X2 MT1.

Huidige

opgegeven bi,j '85 '86 '87

rositie Naan aarivraag

(geschat)

UHD Ing. W. Beukelman

1 0.5 0.4 0.6 0.5

KD Prof. ir. J. Gerritsma

J 0.2 0.2 0.3 0.3

UD Jr. J.M.J. Journée

I 0.6 0.4 0.4 0.6

UD Jr. J.A. Keuning

Vk1D

0.9 0.8 0.9 0.9

KD Prof. ir. J.A. Korteweg

0.2 0.2 0.5 0.6

KD Prof. ir. M.C. Meijer

0.4 0.4 0.3

-UD ]Ing. A. Versluis 0.8

0.8 0.8 0.7

3.6 3.2 3.8 3.6

KD Prof. dr. ing. C. Gallin

0.4 0.4 0.4 0.4 UD Dr. ing. L.K. Kupras 0.4 0.4 0.4 0.4 UD Ing. J. Punt

J

0.4 0.2 0.2 0.2 1.2 1.0 1.0 1.0 Totaal 4.8 4.2 4.8 4.6

(14)

3) Ing. A. Versluis is per 1 juni 1986

overgegaan op 0.8 dagtaak totaal

wat voor deze taakstelling een vermindering tot 0.7 inhoudt.

2) Prof. ir. M.C. Meijer is per 1 juni 1986 in de VUT gegaan en levert

geen bijdrage meer voor de taakstelling.

Ing. J. Punt is als voorzitter van de Universiteitsraadscommissie voor

Onderwijs en Onderzoek (VRCOO) en als lid/plaatsvervangend voorzitter

van de Universiteitsraad zeer betrokken bij

de bestuurlijke

activiteiten op centraal instellingsniveau, waardoor zijn mogelijke

inzet voor de taakstelling verminderde tot 0.2.

Prof. ir. J.A. Korteweg gaat per 1 maart 1988 met pensioen en levert

daarna geen bijdrage meer voor de taakstelling.

Indien geen compensatie wordt gegeven voor het wegvallen of verminderen

van de inspanning als hierboven genoemd dient

voor 1988 rekening te

worden gehouden met een afname van 1.0 plaats. De omvang van de WP-inzet

komt dan op 3.8.

De inzet van het NWP gedurende de jaren '85 en '86 en de geschatte inzet

voor '87 is weergegeven in tabel 4.

Tabel 4 Inzet NWP

De geplande NWP-inzet bij indiening van de taakstelling was:

11.4 voor directe ondersteuning

2.8 voor indirecte ondersteuning (overhead)

Totaal 14.2 NWP-plaatsen Vakgroep

'85 '86 '87

(ge-schat)

Direct ()ierhe&1 Totaal Direct Overhead Totaai Direct Overhead Tot.aal

Hydro-nautica

(15)

S

De gemiddelde NWP-inzet over '85 en '86 is geweest 8.8.

Door inkrimping van personeel als gevoig van de TVC-operatie en toename van de

omvang van de onderwijstaken (practica en oefeningen) is de NWP-inzet

voor de

taakstelling beduidend lager geweest n.l. een reductie van 5.4 NWP plaatsen.

Deift, 26 maart 1987

Prof. ir. J. Gerritsma,

voorzitter vakgroep Hydronautica

Prof. dr. ing. C. Gallin, voorzitter vakgroep OEMO

(16)

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. BIJLAGE Al HYDRONAUTICA 1984

600-P

Gerritsina,J.

Weerstand, stabilitelt en sneiheid van zeiljachten (1-2). Schip en Werf 51(1984) no's 15 en 16, blz.245-255 en 261-266.

603-P

Beukelman ,W.

On sway damping and added mass in shallow water. 17th ITTC proceedings

Volume 2, page 188 and 189, 8-15 Sept

1984, G6teborg, Sweden. 610

Gerritsma, J..

Scheepsbewegingen in zeegang. Deift, Laboratorium voor

Scheepshydromecha-nika. 1984, 50 biz. Ook in Schip en

Werf 51(1984) no's 11 en 12, blz.175-182 en 191-197. Lezing voor de "Zee-gangsdag", Deift, 1 maart 1984.

610-A

Gerritsma, J.

Practical use of ship motion calcula-tions for design and operation of ships. Delft, Ship hydromechanics la-boratory 1984. 43 blz. Engelse versie van rapport no.610. Lezing voor The

18th Isral conference on mechanical

engineering. Haifa, 27-28 June 1984.

611-0

Roll moments due to free surface cargo tanks. Delft, Ship hydromecha-nics laboratory, 1984. 17 bl.z. Rap-port in opdracht van Lloyd's register of shipping, London.

612

Keuning, J .A.

Comparison of the resistance and mo-tions in waves of a round bilge and hard chine model of high speed dis-placement ship. Delft, Ship hydrome-chanics laboratory, 1984. 38 blz.

613-0

Modelproeven voor de bepaling vnn

weerstand en trim van een rnotorjacht ontworpen door P. Beeldsnijder. Deift, Lahoratorium voor scheepshydromecha-nica, 1984. 29 blz. Rapport in op-dracht van Huisman shipyards b.v.,

Vol lenhove.

615

Wang,L.W.

A study on motions of high speed planing boats with controllable flaps in regular waves. Dclft, Ship hydro-mechanics laboratory, 1984. 61 blz. Oak in ISP Volume 32, No.365, page 6-23, January 1985.

616-0

Beukelman,W.

Seakeeping calculations for high speed round bilge displacement ships sub-series 1. Delft, Ship hydromechanics laboratory, 1984. 164 blz. Rapport in opdracht van Maritime research insti-tute Netherlands (MARIN), Wageningen.

617

Keuning, J.A..

Zeegangsgedrag van geavanceerde sche-pen. Deift, Laboratorium voor scheeps-hydromechanica, 1984. 41 blz. Lezing voor de "Zeegangsdag", Delft, 1 maart

1984, georganiseerd door de Sectie voor scheepstechniek van het Koninkiijk instituut van ingenieurs.

618-0

Bepaling van de slingertijd van het m.s. Alnati op 7 mei 1984. Deift, La-boratorium voor scheepshydromechanica, 1984. 4 blz. Rapport in opdracht van Havenbedrijf der Gemeente Rotterdam.

622-0

Journe,J.N.J.

De weerstandstoename van Mighty Ser-vant I in van voren inkomende golven. Deift, Laboratorium voor scheepshydro-mechanica, 1984. 41 blz. Rapport in opdracht van Wijsmuller engineering b.v., IJmuiden.

623-0

Weerstandsproeven met model 231.

Delft, Laboratorium voor scheepshydro-mechanica, 1984. 25 blz. Rapport in opdracht van Fa. de Vries-Lentsch, Amsterdam.

625-0

Weerstandsmetingen aan een model van de RP-40 (Schottel). Delft, Laborato-rium voor schecpshydromechanica, 1984. 10 biz. Rapport in opdracht van

(17)

627-0

Journte,J.M.J.

Een prestatiebewakingssysteem voci zeegaande schepen met verstelbare spoed schroeven. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1984. 50 blz. Rapport in opdracht van de Stichting Coördinatie maritiem onder-zoek, Rotterdam en van Wijsmuller engineering b.v., IJmuiden.

630-0

Versiag van de ware grootte metingen

met de RP-16 op 22 december 1983 en

10 januari 1984. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1984. 46 blz. Rapport in opdracht van Mini-Ssterie van verkeer en waterstaat,

deling dienst vaartuigen, s'Gravenhag 631-0

Experimental determination of the per-formance of four keel-hull combina-tions. Deift, Ship hydroniechanics la-boratory, 1984. 22 blz. Rapport in op-dracht van Huisman shipyards b.v.,

Vol lenhove.

637-P

Gerritsma,J. and J.A. Keuning

Experimental analysis of five keel-hull combinations. Delft, Ship hydro-mechanics laboratory, 1984. Paper pre-pared for the Seventh Chesapeake

sailing yacht symposium, Annapolis,

5

January 19, 1985. 642-P

Gerritsma ,J.

Toepassingen van de berekeningen van scheepsbewegingen in zeegang. Nautisch technisch tijdschrift "Dc Zee" 13(1984) no.6, blz.150-152.

675-P

Blok J.J. and W. Beukelman

The high speed displacement ship

sys-tematic series hull forms. Seakeeping characteristics. New York, Society of Naval Architects and Marine Engineers,

1984. 21 blz., Presented at the annual meeting of the Society of Naval Archi-tects and Marine Engineers, New York November 7-10, 1984. Paper no.4.

697-P

Keuning,J.A.

Swath motion control following waves. Delft, Ship hydromechanics laboratory

1984. 3 blz. Paper to Swath meeting

1984.

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D.

HYDRONAUTICA 1985

BIJLAGE A2

650-P

Gerritsma,J. and J.A. Keuning

Model experiments with yacht keels. Seahorse Magazine(1985)6, blz.50-60. Ook: Report Ship hydromechanics labo-ratory, Delft 1985, 18 blz.

654-P

Spaans,J.A.

Windship routeing.

In: Windtech'85. Proceedings of the International symposium on windship technology, Southampton 1985, blz.

10. 1-10.36.

Ook in: Journal of wind engineering and industrial aerodynamics (1985)19, blz. 215-250.

655-0

Verslag van de proefvaart aan boord van m.s. "Zuiderdiep". Delft,

Labora-torium voor scheepshydromechanica, 1985. 16 blz. Rapport in opdracht van de Adviesdienst Rijkswaterstaat, Vlissingen.

656-P

Keuning.J.A.

Resistance of sailing yacht propellors In: Waterkampioen (1985)9, blz.54-57. Ook in: Report Ship hydromechanics laboratory, Delft 1985. 12 blz. 657-0

Bepaling van de koersstabiliteit van het m.s. "Wijtvliet" op 19 februari

1985. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1985. 4 blz. Rapport in opdracht van de Dienst Vaartuigen te Rijswijk (Z-H).

(18)

£58-0

Beuke iman , W.

Semi-planerende vaartuigen in zeegang, predictie van inzetbaarheid. Deift, Laboratorium voor scheepshydromecha-nica, 1985. 13 blz. Rapport in op-dracht van het C.M.O. te Rotterdam.

664-0

Beukelman, W.

Ontwerp serie modellen ter bepaling

van de inzetbaarheid op de Noordzee. Deift, Laboratoriurn voor scheepshy-dromechanica, 1985. 27 blz. In op-dracht van het Directoraat-generaal scheepvaart en maritieme zaken, (DCSM)

s 'Gravenhage.

665-0

Weerstandsproeven met model 234 "St. Joseph". Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1985. 13 blz. Rapport in opdracht van de Firma Jac. Linssen b.v. te Maasbracht.

674-P

Gerritsnia ,J

-Onderzoek naar gedrag in zeegang. In: Motorboot (1985)4. biz.22-23. 00k: Rapport Laboratorium voor scheeps-hydromechanica, Delft 1965. 18 hlz.

676

Gerritsma, J.

Stabilisat.ie van het slingeren van een schip door middel van een dwarsscheeps verplaatsende massa. Delft, Lahorato-rium voor scheepshydromechanica, 1985.

51 blz.

681-0

Weerstandsmeting Model 236. Delft, Laboratorium voor scheepshydromecha-nica, 1985. 20 blz. Rapport in op-dracht van P. Beeldsnijder (ontwerper).

684-0

Weerstandsproef met model 238 van "Vripack yachting". Deift, Laborato-rium voor scheepshydroniechanica, 1985. Rapport in opdracht van Vripack

yacht-ing te Sneek.

BIJLACE A3

685-0

Vermogensmetingen aan het slingerdem-pingssysteem van het peilvaartuig

"Zuiderdiep". Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1985. 29 blz. Rapport in opdracht van de Adviesdienst Rijkswaterstaat te Vlissingen.

687-P

Cerritsma , J.

Enkele opmerkingen over de stabiliteit van kleine vaartuigen. Schip en Werf 52

(1985)21, blz.343-347.

Ook: Rapport Laboratorium voor scheeps-hydromechanica, 1985, Delft. 24 blz.

688-0

Resistance tests with model 239.

(Bo-dewes-Millingen by). Delft, Ship hydro-mechanics laboratory, 1985. 16 blz.

Rapport in opdracht van Bodewes-Millingen by te Bodewes-Millingen a/d Rijn.

689-0

Comparison of seakeeping calculation methods for model 9 of the high speed displacement ship series. Delft, Ship hydromechanics laboratory, 1985. 47 blz Rapport in opdracht van het MARIN te Wageningen en de United States Navy. 690-P

Wijngaarden van, A.M. and W. Beukelman

Semi-planing vessels in a seaway, com-parative prediction of operability. Deift, Ship hydromechanics laboratory, 1985. blz. 274-282. Proceedings, Vol.2. Workshop on developments in Hull Form Design, MARIN, 22-24 oktober 1985 te Wageningen.

691-0

Performance surveillance system Persus aan boord van Mighty Servant 3. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechani-ca. Rapport in opdracht van Wijsmuller

te IJmuiden. 693-P

Gei.ritsma,J. and J.A. Keuning

Winglet keels in waves. Seahorse(l985) 3. blz. 23-26.

Ook in: Dc Waterkampioen(l986)5. blz. 186-190.

(19)

694-0

Resistance and trim model experiments for a 120 ft. fast motoryacht. Delft, Ship hydromechanics laboratory, 1985. 18 blz. Rapport in opdracht van P. Beeldsnijder (ontwerper).

695-0

Meetrapport van de tewaterlating van

de Ozb. "Walrus" op 28 oktober 1985. Delft, Laboratorium voor

scheepshy-dromechanica, 1985. 30 blz. Rapport in opdracht van de R.D.M. Rotterdamse Droogdok Maatschappij te Rotterdam. 696-0

Seakeeping calculations for high speed round bilge displacement ships series of 20 models. Delft, Ship hydromecha-nics laboratory, 1985. 216 blz.

Rapport in opdracht van het MARIN te Wageningen.

698

Keuning, J.A.

Wave measurements on a 3.20 m sailing yacht model (first edition). Ship hy-dromechanics laboratory, 1985. Deift.

56 blz.

699-P

Gerritsma, J. and J.A. Keuning. Further experiments with keel hull combinations. Delft, Ship hydromecha-nics laboratory. 1985

The first Tampa Bay Sailing Yacht Sym-posium, Southeast Section of The

Society of Naval Architects and Marine Engineers (SNAME) and the University of South Florida, Bayboro Sailing Team February 1, 1986. St. Petersburg, Florida.

WETENSCRAPPELIJKE PUBLICATIES E.D.

HYDRONAUTICA 1986

700-P

Beukelman, W.

Prediction of operability of fast semi-planing vessels in a seaway. Delft, Ship hydromechanics laboratory,

1986. 29 blz. Presentation at

Uni-versitt Duisburg.

BIJLAGE A4

701

Keuning, JA.

Summary of work done at the Delft Ship Hydromechanics laboratory planing craft and swath. Delft, Ship hydrome-chanics Laboratory, 1986. 25 blz. Presentation at Universitãt Duisburg. 701-P

Gerritsma, J.

Further experiments with keel-hull combinations. Delft, Ship hydromecha-nics laboratory. 1986. Presentation at Universitãt Duisburg.

702-P

Keuning, J.A. and A. Versluis Sail design and panel calculation. Delft, Ship hydromechanics laboratory.

1986. 26 blz. Symposium Yacht-Architecture, The 9th International HISWA-symposium about yacht-design, yacht-building and sailboards, organi-sed by HISWA and Waterkampioen-magazine 13-14 maart 1986, Amsterdam.

703-0

Sleepproeven met de modellen P-28 en P-28A. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanica, 1986. 69blz. Rapport in opdracht van "van Mill" by,

Hard inxve ld-Giessendam.

705

Keuning, J.A.

Roll-metingen aan boord van HMS MAKKUM Delft, laboratorium voor scheepshydro-mechanika. 1986. 11 blz.

706-0

Bepaling van de inzetbaarheid op de Noordzee van een serie semi-planerende vaartuigen. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986. 53 blz. Rapport in opdracht van DGSM-Dienst Vaartuigen te Rijswijk (Z-H).

708-0

Weerstand- en trimmeting van een snelle kustreddingboot. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986. 30 blz. Rapport in opdracht van de Ko-ninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Redding Maatschappij (KNZHRN).

(20)

709-P

Beukelman, W. en J.A. Keuning

Zeegangsgedrag als ontwerpparameter. Delft, Laboratorium voor scheepshydro-mechanika. 1986. blz. 69-93. PATO-kursus, Recente ontwikkelingen in de

Maritieme Techniek, gehouden op 17 en

18 juni in de Aula van de T.U. Deift. 710-0

Meetrapport van twee planerende zee-gaande vaartuigen, P20-TI en P20-Ill. Delft, Laboratorium voor

scheepshydro-mechanika. 1986. 25 blz. Rapport in

opdracht van "van Mill" by te Hardinx-veld-Giessendam.

713-0

Hellingproef motorreddingvlet "Sieg-fried Edmundis". Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986.

4 blz. Rapport in opdracht van de Koninklijke Noord- en Zuid-ITollandse Redding Maatschappij (KNZHRM).

714-0

Beproeving slingerdempingssysteem op basis van het "Magnus-Effect". Delft, Laboratorium voor scheepshydromecha-nika. 1986. 13 blz. Rapport in op-dracht van de Firma Koop.

718-P

Ilagiwara, H. and J.A. Spaans

Practical weather routing of sail-assisted motor vessels. Delft, Ship hydromechanics laboratory. 1986. 47 blz. The Journal of Navigation, Vol. 40, No.1. January 1987. blz.

96-119.

721-P

Gerritsma, J., P. Melissen en

C.T. Nance

De zeilvaart van de toekomst. Delft, Laboratorium voor scheepshydromecha-nika. 1986. 31 blz. Lezingen gehouden

ter gelegenheid van de tentoonstelling "De zeilvaart van de toekomst" bij de stichting "Energie Anders" op 11 aug. 1986 te Hoek van Holland.

BIJLAGE A5

722-0

Experiment met een modelschroef voor-zien van tip vleugels. Delft, Labora-torium voor scheepshydromechanika. 1986 23 blz. Rapport in opdracht van de Rijks Universiteit te Groningen. 724-P

Gerritsma, J., P. Melissen en C.T. Nance

De zeilvaart van de toekomst. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechani-ka. 1986. 8 blz. Publikatie in "Duur-zame Energie", no.4, september 1986. 726-0

High speed displacement hull form se-ries. Calculated influence of the pitch gyradius on seakeeping for the parent model. Deift, Ship hydromecha-nics laboratory. 1986, 52 blz.

Sponsored by the Royal Netherlands Navy, the united States Navy, Maritime Research Institute Netherland (MARIN) and the Royal Australian Navy.

727-0

Meetrapport van een planerend zeegaand vaartuig P20-IV. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986, 9blz. Rapport in opdracht van "van Mill" by te Hardinxveld-Giessendam.

728

Beukelman, W.

Slamdrukken op cylinderoppervlakken bij gedwongen oscillatie. Delft,

Labo-ratorium voor scheepshydromechanika. 1966, 37 blz.

729

Korteweg, J.A. en A. Goeman

Een quasi-statische computer simulatie betreffende het tewaterlaten van een offshore jacket van een drijvende pon-ton ("LAUNCH"). Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986.

37 blz.

730-0

Meetrapport van 3 scheepsmodellen. Delft, Laboratorium voor scheepshydro-mechanika. 1986, 26 blz. Rapport in

(21)

731

Keuning, J.A.

Resistance tests of two planing boats with twisted bottom. Deift, Laborato-rium voor scheepshydromechanika. 1986,

64 blz.

733

Meijer, M.C.

Het stuwpunt en een eigenzinnige cavi-teit. Deift, Laboratorium voor

scheepshydromechanika. 1986, 17 blz. College gegeven bij het afscheid als hoogleraar in de scheepsbouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft op 11 december 1986.

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. HYDRONAUTICA 1987

737-0

Bepaling weerstand, trim en inzinking motorjacht. Delft, Laboratorium voor

scheepshydromechanika. 1987, 18 blv. Rapport in opdracht van "van Mill" by te Hardinxveld-Giessendam.

739-0

Meetrapport van 3 scheepsmodellen. Delft, Laboratorium voor

scheepshydro-mechanika. 1987, 31 blz. Rapport in

opdracht van NACAP Ltd te s'Gravenhage.

APPENDIX 640-P

Mikelis, N.E. and J.M.J. Journe

Experimental and numerical simulations of sloshing behaviour in liquid cargo tanks and of its effect on ship

motions. Delft, Ship hydromechanics laboratory. 1984, 14 blz.

International Conference on numerical methods for transient and coupled problems, 9-13 July 1984, Venice,

Italy.

BIJLAGE A6

606

Journte, J.M.J.

Rapportage inzake de ontwikkeling van een energie klok. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1984,

196 blz.

670-P

Beukelman, W.

Snelle deplacementsschepen in zeegang. Delft, Laboratorium voor scheepshydro-mechanika, 1985.

Lezing voor het KIVI, gehouden op 25 April 1985 te Den Haag.

679-P

Spaans, J.A. and S.A. de Meijer Minisim - A mini vessel manoeuvring

simulator. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1985. 24 blz. Lezing MARSIM, Amsterdam

(22)

HYDRONAUTICA 1984

614-M Onnink, R.

Modeiproeven voor de bepaling van weerstand en trim van een 14 meter

motorjacht met en zonder wig. Deift, Laboratorium voor scheepshydromecha-nika, 1984. 68 blz.

619-S

Bosman, T.N.

Slingerdemping met een verplaatsbaar gewicht. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1984. 153 blz.

Afs tudeervers lag.

621-M

Ooms, J.

$

HPSPEC. A program to calculate the

estimated power spectrum (EPDS) of a

signal. Part 1: Theory. Deift, Labo-ratorium voor scheepshydromechanika, 1984. 35 blz.

624-M

Goeman, A.

Weerstandsproeven met model 213 ten

behoeve van het Laboratorium voor scheepshydromechanika. Delft, Labora-torium voor scheepshydromechanika, 1984. 19 blz.

626-N

Keuning, J.A. en N. Buitenhek

Zeegangsgedrag van de motorschepen "Zeevalk" "RPlS" en "V25". Delft,

)

Laboratorium voor scheepshydromecha-nika, 1984. 54 blz.

628-M

Gerritsma, J.

Experimentele bepaling van de stati-sche stabiliteitsafgeleiden van een

planerend schip. Delft, Laboratorium

voor scheepshydromechanika, 1984.

12 blz.

632-S

Dijkstra, N.

Het kapseizen van kleine vaartuigen. Delft, Laboratorium voor scheepshy-dromechanika, 1984. 122 blz.

Afs tudeervers lag.

634-S

Jong, J.H. de

Parametrische excitatie van de rolbe-weging in zeegang. Delft,

Laborato-rium voor Scheepshydromechanika, 1984. 65 blz. Afstudeerverslag.

635-S

Wtist, J.C.

Onderzoek aande hydrodynamische

cof-ficinten van bulbvormige

dubbellicha-men. Invloed van de breedte en de diepgang. Delft, Laboratorium voor

scheepshydromechanika, 1984. 58 blz.

Afs tudeervers lag.

636-S

Dompeling, R.

Scheeps- en lastbewegingen tijdens lift-on/lift-off operaties in golven en wind. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1984. 62 blz.

Afs tudeervers lag.

638-S

Hoffmans, J.

Prestatie berekening voor het moeder-model van de Delft systematic yacht hull series in golven. Delft, Labora-torium voor scheepshydromechanika,

1984. 91 blz. Afstudeerverslag. 640-S

Schuurmans, S.T.

Validation of the force-field model for effective wake prediction. Delft, Laboratorium voor scheepshydromecha-nika, 1984. 72 blz. Afstudeerverslag. 666-S

Fishler, Y.

A comparative study of seakeeping per-formance for ship operations between a Swath and a Monohull. Delft, Laborato-rium voor scheepshydromechanika, 1984. 69 blz. Afstudeerverslag. RAP PORTEN HYDRONAUTICA 1985 641-M Buitenhek, N. Bedieningsvoorschriften golfmaker kleine tank. (grafieken voor het bepa-len van de golfhoogte). Delft, Labora-torium voor scheepshydromechanika, 1985. 14 blz.

(23)

651-S

Terwisga, Tom J.C. van

Investigation into the optimum pro-pellor for a medium speed surface ef-fect ship. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1985. 120 blz.

Afstudeervers lag.

659-S

Koelman, H.J.

Scheepsvormgeneratie. Delft, Labora-torium voor scheepshydromechanika, 1985. 41 blz. Afstudeerverslag. 662-S

Vermeij, Pieter

Onderzoek en voorspelling van zee-ziekte. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1985. 84 blz.

Afs tudeervers lag.

663-S

Feikema, Gerard, J.

Zeegangsgedrag van draagvleugelboten in langsscheepse golven. Deift, Labo-ratorium voor scheepshydromechanika, 1985. 45 blz. Afstudeerverslag. 677-S

Bolt, Ernst

De stabiliteit van planerende schepen. Deift, Laboratorium voor scheepshydro-mechanika, 1985. 40 blz.

Afstudeer-vers lag.

686-S Holm, R.W.

Stabilisatie van (semi)-planerende schepen m.b.v. regelbare trimfiappen

aan de spiegel van het vaartuig. Deift, Laboratorium voor scheepshy-dromechanika, 1985. 36 blz.

690-S

Walree, F. van

Calculation on the performance of partially cavitating hydrofoils and

their effects on the resistance of

hydrofoil craft. Delft, Laboratorium

voor schéepshydromechanika, 1985. 76 blz. Afstudeerverslag. BIJLAGE A8 RAPPORTEN HYDRONAUTICA 1986 692-S Gelling, J.L.

Inzetbaarheid eurokotters, polair be-schouwd. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 46 blz.

Afstu-deervers lag.

700-S

Oving, A.J.

Resistance prediction method for semi-planing catamarans with symmetrical semi-hulls. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1986. 80 blz.

Afs tudeervers lag.

704-H Onnink, R.

Meetresultaten van de Ocean Vamp, een 40 ft racing sloop. Delft, Laborato-rium voor scheepshydromechanika, 1986.

17 blz.

707-H Goeman. A.

De bepaling van massa-traagheidsmomen-ten van een model. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1986.20 blz. 711-S

Koning-Gans, H.J. de

Simulaties van vierbaksduwstellen met of zonder koproeren. Delft, Laborato-rium voor scheepshydromechanika, 1986. 66 blz. Afstudeerverslag.

715-S

Krikke, Marnix

Een berekeningsmethode voor de domp-en stampbewegingdomp-en van swath-schepdomp-en in regelmatige golven. Deift, Labora-torium voor scheepshydromechanika, 1986. 96 blz. Afstudeerverslag. 716-S

Frijters, C.A.

Een mathematisch manoeuvreer model voor een swath scheepsvorm. Delft, La-boratorium voor scheepshydromechanika. 1986, 22 blz. Afstudeerverslag.

(24)

)

720-S

Brug, P.P. van der

Simulatie van een dynamisch positione-rings systeem. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1986, 91 blz. Afstudeerverslag. RAP PORTEN HYDRONAUTICA 1987 719-S Wulder, J.IL

Digitale verwerking van Sub-Bottom

)

profiler gegevens. Delft, Laboratorium voor scheepshydromechanika. 1987, 87 blz. Afstudeerverslag.

APPENDIX

639-S

Keijzer, Th..A.W.

Oscillatie slingerbeweging door middel van het roer. Deift, Laboratorium voor scheepshydromechanika, 1983. 61 blz.

Afs tudeerwerk.

(25)

BIJLAGE AlO WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. ONTWERPEN 1984

84-01 Gallin, C.

The potential of four-stroke diesel engines in correct ship designs. Paris. Sociét d'études demachines thermiques.

1984. 73 blz. Voordracht voor S.E.M.T. Pielstick symposium, Parijs, 16

okto-ber 1984 en Hongkong, l5novemokto-ber 1984.

84-02 Gallin, C.

Wich bunker fuel engine for smaller ships? Third international congress on marine technology(2). Athens, May-June 1984. Athens, Hellenic institute of marine technology/International mar

i-time association of EastMediterranean, 1984. Blz. 401-412.

84-03 Gallin, C.

Comparison of container ship engines. A slow speed v.medium speed update. Marine propulsion (1984) September. Blz. 26-28

84-04 Gallin, C.

Motoren für Schiffe oder Schiffe für

Motoren? W-Germany, z.u., 1984. 30+25

blz. Titel en tekst ook in het Engels. Voordracht gehouden in Oslo, Okt. 1984. 84-05

Kupras, L.K.

Computer program for determination of required propulsive power at initial stage of ship design. Method of Holtrop and Mennen. 2nd edition. Delft, Afd. der maritieme techniek, vakgroep ont-werpen, 1984. 17 blz.

84-06

Kupras, L.K.

Computer program for wake distribution in preliminary afterbody design. Method of Holden, Fagerjord and Frostad. Delft, Afdeling der Maritieme techniek, yak-groep ontwerpen, 1984. 19 blz.

ONTWERPEN 1985

85-01 Gallin, C.

Economic selection of ship's machine-ry. Marine Propulsion, December 1984/ January 1985. Blz. 12-19.

85-02 (84-04) Gallin, C.

Motoren für Schiffe oder Schiffe für Motoren? MAK toplaterne (1985), Blz.

38-45.

85-03 (84-01) Gallin, C.

The potential of four-stroke diesel engines in correct ship designs. Schip en Werf 52(1985)18, blz. 293-306. 85-04

Kupras, L.K.

Introduction to the twenty year

hind-cast climatology. Delft, 1985.

5Oblz-Afdeling der maritieme techniek, yak-groep ontwerpen.

85-05 Onassis, I.

The controllable pitch propeller. A burden or on advantage for electric power generation?

85-06 Gallin, C.

Engine choice for ships of tomorrow. Marintec China Shanghai, 2-8 December 1985. Conference papers.

(26)

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. BIJLACE All ONTWERPEN 1986

86-01

Gallin, C. and P. Nissen

Simplicity and Low Cost with Advanced Propulsion Plant. Eighth International

Marine Propulsion Conference, March

1986, London. 86-02

Gallin, C.

Costs Aspects for Effective Propulsion.

6th LIPS Propeller Symposium, May1986,

Velthoven.

WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES E.D. ONTWERPEN 1987

87-01

Kupras, L.K.

"Downtime Analysis of Crane Vessels in

Preliminary Design Stage". (Program

(27)

RAPPORTEN

ONTWERPEN 1984

84-07

Gaay, R. de

Grote langzaam draaiende schroevcn voor containerschepen. (7 - alterna-tieve achterscheepsvormen) Intern rap-port op basis afstudeerproject.

84-08

Petroulakis, I.

Consequences by installation ultra low speed propulsion diesel engines direct -coupled with the propellor. Economi-cal aspect. Deift, University of tech-nology, Department of marine technolo-gy. Panel of ship design, 1984. 69b1z.

Afs tudeervers lag.

84-09 Drenth, F.

Operability evaluation of live diving support vessels. Delft, University of technology. Department of naval archi-tecture, 1984. 64 blz. Afstudeerver-slag. RAP P0 RTEN ONTWERPEN 1985 85-07 (84-02) Gallin, C.

Wich bunker fuel engine for smaller ships? Conference at the Arabic Man-time transport academy; Alexandria, March 1985.

85-08

Veldt, A. in tt

Het uitlaatgassensysteem, technisch en economisch bekeken. Delft, Technische universiteit, 1985. 134 blz., hijlagen.

Afstudeervers lag.

RAPPORTEN BIJLAGE Al2

ONTWERPEN 1986

86-03

Bles, A.M. van der

Alternat ieve voorts tuwings ins tal lat ies

t.b.v. het CARAKA-JAYA project (coaster ontwerp t.b.v. Indonesia). I.s.m.

B.P.P.T(Indonesi) - Tille scheepsbouw

by, Kloostertille, Gesponsord door CMO. 86-04

Oele, M.

Surface Effect Ships and Catamarans voor snel passagiersvervoer. I.s.m. BV. Ko-ninklijke My "De Schelde". (Literatuur studie gereed)

86-05

llarst, C.J. van der

Manoeuvring criteria in preliminary design stage. I.s.m. DM1, Kopenhagen. (Literatuurstudie gereed)

(28)

Tabel 1

Maatschappelij ke/Industriële proj ecten

Bedrij f Proj ect

- Gusto - CMO-Wijsmuller - Huisman - de Vries Lentsch - Linssen St Jozef - P. Beeldsnijder

)

-- Vripack Yachting - Bodewes-Millingen - D. Zaal - Van Mill - Schottel

- Equity and Law

- De Groot en van Vliet

- Damen Shipyards - Skadoc - Fa. Koop - KNZRM - Gusto Engineering Bijlage Bi

Bewegingen van een boorschip

Ontwikkeling van energieklok

sleepproeven

Lijnenplan met ontwikkelbaar oppervlak Berekening zeegangsgedrag patrouillevaartuig. Oscillatie onderwaterschotel Ontwikkeling slingerdempings sytemen

Hellingproef met reddingboot Sleepproef met reddingboot Dynamisch positioneren

(29)

Tabel 2

Prol ecten in samenwerkingsverband

Instituut/bedril f Onderwerp

- WL Bewegingen van

een cutterzuiger met

- Vakgroep Grondverzet deiningscompensatie op

de spud en/of

- TU-Delft de ladder (simulatiemodel)

- CMO

Ontwikkeling snelle geavanceerde - TNO-IWECO, NLR vaar tui gen

- MARIN, KM

- RU-Groningen Modelschroefproeven met tip-vleugels

Bijlae B2

- Directoraat Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken (DGSM) - MARIN-Wageningen - MIT-USA

- University of Michigan USA Oscillatie "Wigley" modellen

- KM Meting in richtingsgespreide

- WL golven met model van Hr. Ms.

"Tydeman"

Parameterstudies i.v.m.

zee-gangs gedrag Rij ksvaartuigen

Beproeving

slingerdempings-sys teem 'tZuiderdiep".

Bepaling koersstabiliteit

'tWij tvliet"

*

4 )Optimalisatie patrouillevaar-tuig Ned. Antillen

Berekening zeegangsgedrag serie

snelle deplacementsvaartuigen

Invloed massatraagheidsstraal op zeegangsgedrag

*

3 )Bepaling "cross flow"zeven delig model

(30)

Instituut Onderwerp

- KNMI Weerrouteren

- KM 1. Berekening zeegangsgedrag

van

snelle deplacementsschepen. Gedrag van SWATH-schepen in

golven.

Ware grootte meting aan boord

van Hr. Ms. "Tydeman"

Li.. Oscillatieproeven met snel

zevendelig model.

- TNO-IWECO Kosten/baten Verkeersbegeleidings-systemen

- Intersite Surveys BV

Processing sub-bottom profiler data

- Lloyds Register, Londen Sloshing proeven

Bilage B3

- MARIN-Wageningen - Intercontinental Transport BV(ICT) - BPPT (Indonesië) - Tille Scheepsbouw B.V. - CMO (Sponsoring)

- National Climatic Center, - Asheville, North Carolina,

USA

Grote langzaamdraaiende schroeven

voor containerschepen

CARAKA JAYA Project

(coaster t.b.v. Indonesië)

- Danish Maritime Insititute Manoeuvring criteria in

(DM1) preliminary design stage

Introduction to the Twenty

Year Hindcast Climatology

- Koninklijke Mij. De Schelde Ontwerp-technische en economische BV (KMS) aspecten van Surface Effect Ships

(SES) en Catamarans

- RIVO, IJmuiden Ontwerp-technische en economische - Werf Visser, Den Helder aspecten van Nederlandse kotters - CMO (sponsoring) < 220 kW

(31)

Instituut Onderwerp

- Ned Lloyd Fleet Services, Rotterdam

- Workship BV, R'dam

- Krupp- M.K. Maschinebau 6 mbH, Kiel, BRD

- Société d'Etudes des

Machines Thermiques, Paris, France

Afkortingen:

CMO Coordinatie Maritiem Onderzoek

KNZHRM Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse

Redding Maatschappij

WL Waterloopkundig Laboratorium

TNO-IWECO Toegepast Natuurkundig Onderzoek

Instituut voor Werktuigbouwkundige Constructies NLR Nationaal Lucht- en Ruimtevaart-laboratorium

MARIN Maritiem Research Instituut Nederland

KM Koninklijke Marine

MIT Massachusetts Institute of Technology, USA

RU Rijks Universiteit

KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut RIVO Rijks Instituut voor Visserij Onderzoek

Bilage B4

De verstelbare schroef, hulp of

hindernis bij het genereren van hulpvermogen

Operability evaluation of live diving support vessels

Energiebesparing bij de

voortstuwing van schepen

(32)

Bijlage Cl

Behaalde resultaten over 1984, '85, '86

Algemene prolecten

Rapport no 641-M RP'85 (1)

[-1

Manoeuvreergedrag van schepen

Rapport no 603-P WRP'84 (1) [2]

628-M RP '84 (1) [1]

679-S RP '86 (1,2) [3,4] 711-S RP '86 (1,2) [2]

716-S RP '86 (1,2) [1]

Weerstand en voortstuwing van schepen ook met betrekking tot

windenergie

Weerstand Geavanceerde

en Trim vaartuigen Ware grootte metingen

Rapport no 613-0 WRP'84 (1,3) [1] Rapport no 630-0 WRP'84 (1,3) [1] 623-0 WRP'84 (1,3) [1] 655-0 WRP'85 (1,3) [1] 625-0 WRP'84 (1,3) [1] 626-M RP '84 (1) [1] 665-0 WRP'85 (1,3) [1,3] 681-0 WRP'85 (1,3) [1,3] Wind-voortstuwing 684-0 WRP'85 (1,3) [1,3] Rapport no 631-0 WRP'84 (1,3) [1,4] 694-0 WRP'85 (1,3) [1,3] 637-P WRP'84 (1) [1,4] 701 WRP'86 (1) [1,3] 650-P WRP'85 (1) [1,3] 731 WRP'86 (1) [1,3] 699-P WRP'86 (1) [4] 614-M RP '84 (1) [1] 702-P WRP'86 (1,4) [4] 624-M RP '84 (1) [1] 721-P WRP'86 (1) [1] 690-S RP '85 (1) [1,4] 724-P WRP'86 (1) [4] 700-S RP '86 (1) [1] 704-M RP '86 (1) [1]

(33)

Bijlage C2 Voorts tuwing Rapport no 656-P WRP'85 (1) [1] 722-0 WRP'86 (1,3) [4] 733 WRP'86 (1) [4] 640-S RP '84 (1) [4] 651-S RP '85 (1) [4]

Geometri, hydrostatica en veiligheid van schepen e.a. drijvende constructies

Rapport no 687-P WRP'85 (1) [1]

695-0 WRP'85 (1,3) [-]

729 WRP'86 (1,2) [2]

Het gedrag van maritieme constructies in zeegang

Bewegingen Geavanceerde scheepstypen

Rapport no 610-A WRP'84 (1) [3] Rapport no 617 WRP'84 (1) [1,3]

611-0 WRP'84 (1,3) [3] 658-0 WRP'85 (1,3) [1,3] 612 WRP'84 (1) [1,4] 689-0 WRP'85 (1,3) [1,3] 616-0 WRP'84 (1,3) [1,3] 690-P WRP'85 (1) [1,3] 618-0 WRP'84 (1,3) [3] 696-0 WRP'85 (1,3) [1,3] 674-P WRP'85 (1) [1] 700-P WRP'86 (1) [1,3] 675-P WRP'84 (1) [1,3] 701 WRP'86 (1) [1,3] 705 WRP'86 (1) [1] 701-P WRP'86 (1) [1,3] 709-P WRP'86 (1) [1,3] 706-0 WRP'86 (1) [1,3] 726-0 WRP'86 (1,3) [1,3] 634-S RP '84 (1) [1,3] 636-S RP '84 (1) [3] 635-S RP '84 (1,2) [1] 692-S RP '84 (1) [1,3] 663-S RP '85 (1) [1] 715-S RP '86 (1,3) [1,3] 732-S RP '86 (1,2) [1]

(34)

Rapport no 86-05, M, (1,2,3) [3]

Bi1age C3

Veiligheid/Comfort Slamming Rapport no 664-0 WRP'85 (1,3) [1,3] Rapport no 728 WRP'86 (1) [1] 708-0 WRP'86 (1,5) [3] Golven 632-S RP '84 (1,5) [1,3] 662-S RP '85 (1) [3] Rapport no 698 WRP'85 (1) [4] 621-M RP '84 (1,2) [4] Energieverbruik Rapport no 606 WRP'84 (1,3,4) [4] Stabilisatie 622-0 WRP'84 (1,3) [4] 627-0 WRP'84 (1,3,4) [4] Rapport no 615 WRP'84 (1,4) [1,3] 654-P WRP'85 (1) [4] 640-P WRP'84 (1,2) [3] 691-0 WRP'85 (1,3,4) [4] 676 WRP'85 (1,4) [1,3] 718-P WRP'86 (1,4) [4] 714-0 WRP'86 (1,4) [1,3] 619-S RP '84 (1,4) [1,3] 638-S RP '84 (1) [1,3] 686-5 RP '86 (1,4) [1,3]

6. Evaluatie en toepassing van zeegangscriteria in het ontwerp

Zeegedrag

Rapport no 84-09, 5, RP (1,2,3) [3]

85-04, M, WRP (1) [3]

87-01, M, WRP (1) [2,3]

(35)

7. Energiebesparing bil voortstuwing van schepen Rapport indicatie: WRP - Wetenschappelijk rapport RP - Rapport A - Engelse vertaling P - gepubliceerd in tijdschrift of op symposium 0 - Opdracht M - Intern rapport S - Afstudeerverslag Resultaat indicatie - Rapportage - Computerprogramma/ s imulatiemodel

- Project voor derde

- Technisch systeem - Maatschappelijke dienstverlening Bijiage C4 Zwaartepunt- indicatie - Geavanceerde vaartuigen - Ondiep water/ offshore - Optimalisatie/ mathem. scheepsvorm - Energiebe-sparing Snelle vaartuigen Rapport no 84-01, 84-02, 84-03, 84-04, 84-07, 84-08, 85-01, 85-02, 85-03, P, P, P, P, S, S, P, P, P, WRP WRP WRP WRP RP RP WRP WRP WRP (1,4) (1,4) (1,4) (1,4 ) (1,3,4) (1,4) (1,4) (1,4) (1,4) [4] [4] [4] [4] [4] [4] [411 [4] [4] Rapport no 86-04, Weers tand M, M, M, (1,3,4) (2) (2) [1,4] [4] [4] Rapport no 84-05, 84-06, 85-05, 85-06, 85-07, 85-08, 86-01, 86-02, 86-03, S, P, WRP F, WRP P, WRP S, RP P, WRP P, WRP S, RP (1,3,4) (1,4) (1,4) (1,4) (1,4) (1,4) (1,3,4) [4] [4] [4] [4] [411 [4] [3,4]

(36)

Bijlage D

Overzichtstabel behaalde resultaten

*) Prod. = Computerprogramma/simulatiemodel (2) of Technisch systeem (4) Thema Deelprojekten Wet. publ. Rapp. exci. afs. versi Afst. versi.

Lez. Prod.*) Gem.

inzet WP Hydro-nautica Algemene proj ekten - 1 1 - -3.5 Manoeuvreer gedrag 1 1 1 3 3 Weerstand en voortstuwing 22 5 5 4 -Geometrie, hydrostatica, veiligheid 2 - - -Zeegangsgedrag 29 7 5 7 9 Ontwerpen (OEMO) Evaluatie en toepassing van zeegangscrit. in het ontwerp 2 - 2 - -1.0 Energiebesparing 12 3 5 8 15

(37)

Bijiage E

Toekomstige promoties

Jr. J.J. Blok, MARIN-Wageningen

Onderwerp: Added resistance in waves. Promotor : Prof. ir. J. Gerritsma

Jr. J.A. Keuning, vakgroep Hydronautica, faculteit der Maritieme Techniek, T.U.Delft

Onderwerp: Dynamisch gedrag van snelle vaartuigen in zeegang. Promotor : Prof. ir. J. Gerritsma

Jr. J.H. Wulder, AJO, vakgroep Hydronautica, faculteit der Maritieme Techniek, T.U. Deift.

Onderwerp: Optimal integrated navigation and track reconstruction of marine craft.

le Promotor: Prof. ir. J.A. Spaans 2e Promotor: Prof. ir. H.G. Stassen

Ir. B. van Marlen, RIVO, IJmuiden

Onderwerp: Biologische-, technische- en economische randvoorwaarden in het ontwerp van de trawler van de toekomst.

Promotor : Prof. dr. ing. C. Gallin

H. Hagiwara, Ass. Prof. Tokyo University of Mercantile Marine

(38)

1. Contactadres bij de universiteit

W. Beukelman

Faculteit der Maritieme Techniek

Vakgroep Hydonautica Mekelweg 2

2628 CD DELFT tel.: 015-781859

2. Programmaleider

Prof. ir. J. Gerritsma/Prof. dr. ing. C. Gallin

WP 1 OP WP 1 Wv WP 2 Wv WP 3 Wv

Totaal

In te vullen door beoordelende instantie

oordeel . indentificatie: datum OP Ontwikkelingsplan WV = Wetenschappelijk verslag 7. Onderwerpontsluiting * wetenschapsgebied (ISN) : 3308, 3309, 3319 toepassingsgebied (NABS): N 0754

* trefwoorden in het Engels : Ship Hydromechanics

Bi1age F

PROGRAMMAFORMULIER VOORWAARDELIJKE FINANCIERING

8. Boordeling

* discipline : Constructief Technische Wetenschappen

* subdiscipline

A

V

V

4.5

4.8 4.8 4.8 4.6

5. Titel (max. 20 woorden, geen afkortingen)

Optimalisatie van het Hydromechanisch gedrag van Maritieme Constructies.

6. Korte toelichting (max. 50 woorden, evt. in de vorm van een onderverdeling in deelprogramnia's)

Het onderzoeken en voorspellen van het gedrag van Maritieme

Constructies in viak water en in zeegang door middel van experimenten en/of berekeningen

om daarna te komen tot optimalisatie met betrekking

tot het ontwerp en/of gebruik. 3. Code korte naam MT 01/85-37 S cheepshydromechanica 4. Omvang

bijiage: ja/<

4.2 4.8 1983 1984 1985 1986 gemiddeld 1987 (prognose)

Cytaty

Powiązane dokumenty

Forum towarzyszy akcja memorabilia, której celem jest ustalenie, może lepiej brzmiałoby „uaktualnienie&#34;, metod i kryteriów nakreślonych 20 lat temu przez

Propei]erclvnamometer gemessenen Werten für rieti l'ro- ])e]lCtsehub in Richtung dei- Propellerwe]ie sowie rias \Oni Propeller actfgenominemic Drehmoment. rauBte dic 'oti

The spatial profiles that have been developed in the context of LADM Edition I are described in this paper, while Section 4 is dedicated to present proposed spatial profiles for

(INSTYTUT NAUK HISTORYCZNYCH UKSW, 18.XI. 2013) Pierwsza z cyklu konferencji „W kręgu cywilizacji śródziemnomorskiej” poświecona za- gadnieniu religii w świecie

Czy cena akcji jest związana z wewnętrzną wartością spółki akcyjnej i tym samym, czy istnieją podstawy do przyjęcia bądź odrzucenia hipotezy o półsilnej efektywności

Nagroda może być przyznana za tłumaczenie książki, artykułu lub cyklu artykułów z języka obcego na język polski lub z języka polskiego na język obcy.. Liczymy

1. Prezydium Naczelnej Rady Adwokackiej wyraża w imieniu polskiej palestry stanowczy sprzeciw wobec ocen zawartych w dokumencie Urzędu Ochrony Kon- kurencji i Konsumentów

Innym przykładem dosyć prostego zadania, opierającego się jednak także na materiale autentycznym oraz stawiającego uczących się w sytuacji, z jaką mogliby spotkać się na