• Nie Znaleziono Wyników

Inleiding: Aandacht voor sturingsvraagstukken rond energie en klimaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding: Aandacht voor sturingsvraagstukken rond energie en klimaat"

Copied!
4
0
0

Pełen tekst

(1)

•• 19 ••

Bestuurswetenschappen ••> 2 •• 2013 i n l e i d i n g : a a n d a c h t v o o r s t u r i n g s v r a a g s t u k k e n r o n d e n e r g i e e n k l i m a a t

Inleiding: aandacht voor

sturingsvraagstukken rond

energie en klimaat

t h o m a s h o p p e , e l l e n v a n b u e r e n & m a u r i t s s a n d e r s

Dr. T. Hoppe is senior onderzoeker bij de Faculteit Management en Bestuur Universiteit Twente (CSTM), dr. E.M. van Bueren is universitair docent aan de Faculteit Techniek, Bestuur en Manage-ment van de TU Delft, drs. M.P.T. Sanders is hoofddocent Bestuurskunde bij Saxion Hogescholen en promovendus aan de Faculteit Management en Bestuur van de Universiteit Twente (Public Administration). Ze treden samen op als gastredacteur van dit themanummer.

Steeds meer bestuurders en politici erkennen het bestaan van het probleem kli-maatverandering en de vermeende oorzaak ervan door menselijk handelen. Om de oorzaak van het probleem aan te pakken, kan worden aangestuurd op het vermin-deren van broeikasgasuitstoot in de energieketen (klimaatmitigatie). Deze opgave is minder eenvoudig dan hij lijkt. Er zijn namelijk verschillende manieren om de broeikasgasuitstoot te verminderen, er zijn verschillende betrokken partijen met ieder hun eigen belangen, en er bestaan afhankelijkheidsrelaties tussen deze par-tijen. Een evolutie of ‘transitie’ naar een schonere (broeikasgasarme) energieketen komt er niet vanzelf. Marktwerking biedt vooralsnog te weinig incentives om op grote schaal zuiniger en schoner met energieproductie en -gebruik om te gaan. Daarbij verschuift het primaat naar het publieke domein. Bestuurders en politici staan daarmee voor de vraag hoe zij klimaatmitigatie en de ‘energietransitie’ in goede banen moeten leiden. In deze complexe situatie ontwikkelen gemeenten en provincies hun eigen energie- en klimaatbeleid. Een niet gering aantal heeft sinds 2007 zelfs de ambitieuze doelstelling gevat om ‘klimaatneutraal’ te willen worden (ofwel: op termijn geen nettoproducent van broeikasgasuitstoot meer te willen zijn).

Hoewel overheden veel aandacht besteden aan de problematiek en het om een complexe bestuurlijke opgave lijkt te gaan, heeft klimaat(mitigatie-)beleid tot dus-ver op relatief weinig aandacht mogen rekenen vanuit bestuurskundige en beleids-wetenschappelijke kringen in Nederland (Teisman & Nooteboom, 2009). En voor zover er aandacht is voor de klimaatproblematiek, betreft dit vooral de

‘adaptatie’-BW 0213 binnenwerk 19

(2)

•• 20 ••

Bestuurswetenschappen ••> 2 •• 2013 i n l e i d i n g : a a n d a c h t v o o r s t u r i n g s v r a a g s t u k k e n r o n d e n e r g i e e n k l i m a a t

kant van het vraagstuk (Klostermann e.a., 2009; Driessen, 2010) ofwel het treffen van voorbereidingen voor de beheersing van de gevolgen van klimaatverandering (met maatregelen als dijkverhoging). Hoewel wij de urgentie van adaptatie naast mitigatie in het klimaatvraagstuk erkennen, zijn wij van mening dat de focus in essentie niet alleen aan het ‘einde van de pijplijn’ moet liggen (adaptatie), maar vooral ook bij inzicht in de diepere oorzaken van het klimaatprobleem en het aan-dragen van structurele oplossingen daarvoor (ofwel: klimaatmitigatie). In navol-ging van Hoppe en Lulofs (2011) willen wij met dit themanummer aandacht vragen voor dit vraagstuk onder Nederlandse en Vlaamse bestuurskundigen en beleidswe-tenschappers. Tot nu toe is (empirische) aandacht voor het thema vanuit deze krin-gen beperkt gebleven tot enkele dissertaties en daaruit voortvloeiende en gerela-teerde publicaties (bijvoorbeeld: Van Bueren, 2009; Hoppe, 2009; De Bruijn e.a., 2013; Sanders & Hoppe, 2013).

In dit themanummer bekijken wij wat voor sturings- en beleidsarrangementen overheden gebruiken om klimaatmitigatie te stimuleren, en welke bestuursweten-schappelijke vragen dit oproept. Er staan vier artikelen centraal. Zij vormen een selectie van papers die zijn gepresenteerd tijdens de panelsessie ‘Energy and Cli-mate Governance’ die op donderdag 29 november 2012 te Leuven werd gehouden tijdens het jaarlijkse werkcongres van de Nederlandse Onderzoeksschool voor de Bestuurskunde (NOB). In dit themanummer worden de bijdragen gepresenteerd in de volgorde van de fasering in het beleidsproces: van agendering, ontwerp en plan-ning tot implementatie. Dit laat zien dat er verschillende aangrijpingspunten voor sturing in het beleidsproces zijn

Ellen van Bueren en Bauke Steenhuisen gaan in hun bijdrage in op een belangrijk aspect

van agendering en planning van energie- en klimaatdoelstellingen in het Neder-landse lokaal bestuur: de zogenaamde ‘energievisies’ waarin beleidsmakers de lokale mogelijkheden voor duurzame energie verkennen. De auteurs verkennen de betekenis van het fenomeen ‘energievisie’, conceptualiseren het en beredeneren wat de rol en betekenis ervan is in lokale beleidsprocessen. Het artikel geeft een beeld van de het enthousiasme voor het onderwerp bij gemeenten, maar ook van de onduidelijkheid die er is ten aanzien van fysieke en technologische mogelijkheden voor duurzame energie en de rol van gemeente, markt en burger.

Martin de Jong gaat in op de betekenis en planning van zogenaamde ‘eco-steden’.

Binnen dit duurzame stedelijke planningsconcept bestaat er veel aandacht voor kli-maatmitigatie. Hoewel er in politieke en bestuurlijke kringen hoge verwachtingen bestaan rond deze futuristische en integraal-duurzame stadsconcepten, kan de

BW 0213 binnenwerk 20

(3)

•• 21 ••

Bestuurswetenschappen ••> 2 •• 2013 i n l e i d i n g : a a n d a c h t v o o r s t u r i n g s v r a a g s t u k k e n r o n d e n e r g i e e n k l i m a a t

vraag worden gesteld of dit wel terecht is. De Jong laat zien dat er een grote kloof bestaat tussen een duurzaam ideaal en de weerbarstige praktijk.

Maurits Sanders en Michiel Heldeweg besteden aandacht aan de rol en betekenis van

publiek-private samenwerkingsvormen (PPS) bij de ontwikkeling en implementa-tie van Nederlandse hernieuwbare energieprojecten. In dit geval gaat het om groen gas, een hernieuwbare energievorm die op veel aandacht mag rekenen in rurale gebieden in Nederland. In hun artikel hanteren Sanders en Heldeweg een classifi-catie met een drietal PPS-vormen (Sanders & Heldeweg, 2012). In het artikel wor-den drie cases gepresenteerd waarbij afzonderlijk een PPS-vorm van toepassing is. In de vierde bijdrage aan dit themanummer (door Yoram Krozer) wordt stilgestaan bij beleidsinstrumenten die (onder meer) klimaatmitigatiemaatregelen stimuleren op het gebied van innovatie. Het gaat hier om de evaluatie van financieel-economische beleidsinstrumenten die zijn ingezet door de Nederlandse rijksoverheid. Dit vin-den wij belangrijk, omdat innovatie een kernopgave is in het klimaatvraagstuk (vergelijk Pielke, 2010).

In het slotartikel van het voorliggende themanummer zetten wij als gastredacteu-ren de lessen van de vier empirische bijdragen op een rij. De ervaringen met beleid en sturing ten aanzien van klimaatmitigatie worden in het licht geplaatst van de bestaande literatuur in het veld. Dit leidt tot aanbevelingen voor nieuwe onder-zoekslijnen. Daarbij zijn wij van mening dat bestuurswetenschappelijke theorieën bij uitstek een rol kunnen vervullen bij behandeling van vraagstukken ten aanzien van legitimiteit van klimaatbeleid en –sturing. Dit vinden wij hard nodig, want vooralsnog domineren economische, technologische en socio-technische rationali-teiten in de bestudering ervan.

Literatuur

•• Bruijn, H. de, E.M. van Bueren & F. Kreiken, Framing en reframing in het

klimaatdebat, in: Bestuurskunde, 2012/4, p. 54-63.

•• Bueren, E. van, Greening governance. An evolutionary approach to policy making for a

sustainable built environment, proefschrift, TU Delft, Amsterdam, 2009.

•• Driessen, P., L. van Nieuwaal, T. Spit & K. Termeer, Bestuurskundig onderzoek

naar klimaatvraagstukken, in: Bestuurskunde, 2009/4, p. 7-16.

•• Hoppe, T., CO2 reductie in de bestaande woningbouw. Een beleidswetenschappelijk onderzoek naar ambitie en realisatie, proefschrift, Universiteit Twente, Enschede, 2009.

BW 0213 binnenwerk 21

(4)

•• 22 ••

Bestuurswetenschappen ••> 2 •• 2013 i n l e i d i n g : a a n d a c h t v o o r s t u r i n g s v r a a g s t u k k e n r o n d e n e r g i e e n k l i m a a t

•• Hoppe, T. & K. Lulofs, Toepassing van innovatieve energietechnieken in

woningrenovatieprojecten. Een vergelijkend onderzoek naar klimaatmitigatie-beleid in de praktijk, in: Bestuurskunde, 2011/2, p. 67-79.

•• Klostermann, J., J. Gupta & R. Biesbroek, Multilevel klimaatbeleid in

Neder-land. Mitigatie en adaptatie, in: Bestuurskunde, 2009/4, p. 17-26.

•• Pielke, R. jr., The climate fix. What scientists and politicians won’t tell you about global

warming, New York, 2010.

•• Sanders, M.P.T. & M.A. Heldeweg, Publiek-private samenwerking.

Evenwichts-kunst tussen juridisch-bestuurskundige waarden, in: Bestuurswetenschappen, 2012/1, p. 39-56.

•• Sanders, M.P.T. & T. Hoppe, Groen gasprojecten; energietransitie in ruraal

Nederland?, in: Beleid & Maatschappij, 2013/2 (nog te verschijnen).

•• Teisman, G. & B. Nooteboom, Slotbeschouwing. Bestuurskundigen laten

kan-sen liggen, in: Bestuurskunde, 2009/4, p. 48-57.

BW 0213 binnenwerk 22

Cytaty

Powiązane dokumenty

N a terenie Ziemi Świebodzińs- kiej niemal w niezmienionej postaci w swoisty sposób obchodzili na przykład wesela, pogrzeby i chrzciny, witali się i tytuowali, co było

pro forticinio 24 w iura Masoviae Terrestria, a w przekładzie Macieja z Różana podany jako artykuł dziewiąty i opatrzony nagłówkiem Gdi kogo obvynyąn o zlodzyestwo 25 , regulował

Test 1: We used the ratio r(x, y, t ) calculated from the mean values of Fourier coefficients from 2000 to 2006 to calculate the air temperature in the successive years

(a) The fitted neutron diffraction pattern in the paramagnetic state, (b) the fitted neutron diffraction pattern in the ferromagnetic state with a nuclear structure

He accepted the concept of absolute time and absolute space. To prove the existence of absolute space he perform ed the experim ent w ith a rotating bucket

[r]

A Second Order Perturbation Solution of a Non-Collinear Crack and Its Application to Crack Path Prediction of Brittle Fracture in Weldment. Yoichi SuMi 1

W dwóch sztukach akcję przeniesiono z antycznej Grecji do Polski: Argo Kochana dzieje się w Warszawie, która stała się swego rodzaju „nie-miejscem” 102 ; Łucja i jej dzieci