• Nie Znaleziono Wyników

Ontgrondingen rond pijpleidingen op slibhoudend zand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontgrondingen rond pijpleidingen op slibhoudend zand"

Copied!
264
0
0

Pełen tekst

(1)

April 1993

>f!~~;f

T

Delft

Technische Universiteit Delft

Ontgrandingen rand pijpleidingen

ap slibhaudend zand

Ir. E.T.J.M. van der Velden

Stichting voor de Technische Wetenschappen

faculteit der Civiele Techniek

Vakgroep Waterbouwkunde Sectie Waterbouwkunde

(2)

ONTGRONDINGEN ROND PIJPLEIDINGEN OP SLIBHOUDEND ZAND

Ir. E.T.J.M. van der Velden

Stichting voor de Technische Wetenschappen Utrecht

Technische Universiteit Delft Faculteit der Civiele Techniek Vakgroep Waterbouwkunde April 1993

(3)

Samenvatting

Het transport en de erosie van mengsels van zand met 10 tot 30% slib is onderzocht. Zowel het transport in de algemene zin als de erosie rond pijpleidingen is in

beschouwing genomen.

De transport karakteristieken van zand waar zich slib in bevindt verschillen van die van zuiver zand. De critische bodemschuifspanning neemt toe voor een toenemend percentage slib. Het transport vormt niet een evenwicht zoals dat bij zuiver zand gebeurt maar neemt langzaam toe in de tijd.

De erosie karakteristieken rond pijpleidingen op een zand-slibbed wijken eveneens af van die op een zuiver zand-bed. Als gevolg van de verhoogde critische bodemschuif-spanning vindt pas erosie plaats bij hogere stroomsnelheden. De erosie is zeer

plaatselijk. Afbankelijk van het soort slib in het zand vindt een geringe, zeer plaatselijke, korrelsgewijze erosie plaats (kunstmatig kaoliniet-zandmengsel) of een broksgewijze, onregelmatige erosie (natuurlijk zand-slibmengsel afkomstig van de Oestergronden op de Noordzee).

De aanwezigheid van een spoiler op de pijp stimuleert de erosie rond pijpleidingen op een zuiver zandbed. Ditzelfde geldt voor pijpleidingen op een zand-slibbed; de erosie vindt bij enigszins lagere stroomsnelheden plaats en de uiteindelijke erosiekuil is breder. De stroomsnelheden onder en achter de pijp worden niet extra versterkt door de vin in een andere stand dan de gebruikelijke recht omhoog staande stand te

(4)

INHOUD 1. 2. 3.

4.

Inleiding Sedimenttransport 2.1 Algemeen

2.2 Sedimenttransport niet-cohesief materiaal 2.2.1 Principe

2.2.2 Sedimenttransportformules voor niet-cohesief materiaal 2.2.3 Critische bodemschuifspanning

2.3 Sedimenttransport cohesief materiaal 2.3.1 Principe

2.3.2 Erosieformules cohesief materiaal 2.3.3 Critische bodemschuifspanning 2.4 Sedimenttransport niet-cohesief materiaal

gemengd met cohesief materiaal (slibrijk zand)

Proeven sediment transport 3.1 Inleiding 3.2 Experimentele opzet 3.3 Instrumentatie 3.3.1 Snelheden 3.3.2 Concentraties 3.3.3 Verhang 3.3.4 Saliniteit

3.4 Analyse afgetapte sediment-water monsters 3.5 Eigenschappen van het gebruikte bodemmateriaal

3.5.1 Mineralogische samenstelling 3.5.2 Granulometrie

3.5.3 Consolidatie 3.6 Meetprocedure

3.7 Beschrijving en verwerking meetresultaten 3.7.1 Stroomgoot A

3.7.2 Stroomgoot B

3.8 Conclusies omtrent sedimenttransport van zand-slibmengsels

Zelfingravingsproces pijpleidingen op zee

4.1 Algemeen

4.2 Zelfingravingsproces in niet-cohesief materiaal

4.3 Uitschuring rond pijpleidingen op een niet-cohesieve bodem 4.3.1 Begin van uitschuring rond pijpleidingen

4.3.2 Uitschuring rond pijpleidingen

1 -1 4 4 4 4

5

6

6 6 9 10 13 19 19 19 24 24 25 26 26

27

27

27

29

30 34 37 37 47 50 52 52 52 53 53

55

(5)

4.3.3

Berekening uitschuring rond pijpleidingen

4.4

Effect van een spoiler

4.5

Uitschuring rond pijpleidingen op een cohesieve bodem

57

59

60

5.

Proeven zelfingraving pijpleidingen

61

5.1

Inleiding

61

5.2

Experimentele opzet

61

5.3

Instrumentatie

62

5.3.1

Snelheden

62

5.3.2

Bodemprofielen

63

5.3.3

Saliniteit

64

5.4

Eigenschappen gebruikte bodemmaterialen en granulometrie

64

5.5

Eigenschappen gebruikte modelpijpjes

64

5.6

Meetprocedure

65

5.7

Analyse bodemprofielen

66

5.8

Beschrijving resultaten

67

5.8.1

Resultaten ontgrondingsproeven zuiver zand

67

5.8.2

Resultaten .ontgrondingsproeven zand-kaolinietbed

68

5.8.3

Resultaten ontgrondingsproeven zand-Oesterslibbed

I

73

5.9

Van model naar prototype

78

5.9.1

Stroming

78

5.9.2

Stroming en golven

84

5.9.3

Scheef aanstromenen

87

5.9.4

Pijpruwheid

87

5.9.5

Schaaleffecten

88

5.9.6

Stroom- en golfgegevens van de Oestergronden

op de Noordzee

91

5.10

Conclusies omtrent de uitschuring rond pijpleidingen

op slibrijk zand

93

6.

Stroming rond pijpleingen

95

6.1

AIgemeen

95

6.2

Stroombeeld rond een pijp

95

6.2.1

Stroombeeld rond een pijp ver van de wand

95

6.2.2

Stroombeeld rond een ruwe pijp ver van de wand

98

6.2.3

Invloed van een wand op het stroombeeld rond een pijp

99

6.3

Stroombeeld rond een pijp met een spoiler vlak boven een bed

102

7.

Experimenten stroming rond pijpleidingen op of vlak boven de bodem

7.1

Inleiding

7.2

Experimentele opzet

7.3

Instrumentatie

7.3.1

Snelheden

7.4

Analyse snelheidsmetingen

11

-103

103

104

104

104

105

(6)

8.

7.5 Beschrijving meetresultaten 7.5.1 Snelheidsprofielen

7.5.2 Stroomsnelheden vlak boven het bed

7.5.3 Invloed van een loodrecht omhoog gerichte vin 7.5.4 Invloed van de stand van de vin

7.5.5 Scheidingsvlak ten opzichte van de pijp 7.6 Conclusies omtrent de stroming rond pijleidingen

op of vlak boven de bodem in een modelopstelling

Samenvating en conclusies 106 106 106 112 116 119 125 127 Literatuur Bijlagen

A.

B.

C.

D.

E.

F.

Eigenschappen van slib

Concentratiemetingen stroomgoot A Concentratiemetingen stroomgoot B Bodemprofielmetingen stroomgoot B Metingen stroombeeld rond pijp

Zeefkromme zand-slibmengsel Oestergronden

III

(7)

1. Inleiding

Pijpleidingen worden veelal gebruikt als vervoermiddel van vloeistoffen of gassen. Op de Noordzeebodem bevinden zich tal van pijpleidingen die het vervoer van gas en diverse vloeibare olieprodukten van en naar de diverse olieboorplatforms verzorgen. Om te voorkomen dat deze pijpleidingen beschadigen is het soms noodzakelijk dat ze in de bodem begraven zijn met een minimale dekking van enkele tientallen centime-ters. Het ingraven van pijpleidingen is een tijdrovende en dure aangelegenheid. Uit onderzoekingen en waarnemingen is echter gebleken dat er een natuurlijk ingravings-proces bestaat waarbij de pijpleidingen naar verloop van tijd (enkele maanden) zonder tussenkomst van menselijk handelen onder de grond verdwenen zijn.

De eerste tijd na het leggen van de pijpleidingen op de zeebodem wordt gecontroleerd of het ingravings-proces daadwerkelijk plaatsvindL In een bepaald gebied op de Noordzee, de Oestergronden genaamd (figuur 1.1) (ongeveer 50 km noordwestelijk van de Nederlandse Waddeneilanden, de vakken K7-K8-K9 en LA-L7 van het Nederlands Continentaal Plat), vindt weliswaar een ingravingsproces plaats, echter het ingravings-proces is van een geheel andere aard dan in de overige gebieden van de Noordzee. Bovendien is het uiteindelijke resultaat slechts een gedeeltelijke ingraving (112 tot 2/3 maal de pijpdiameter beneden het oorspronkelijke vlakbedni-veau).

Analyse van grondmonsters van het desbetreffende gebied tonen aan dat er slibper-centages tot 30% aanwezig zijn.

[Boorkernen afkomstig van de Oestergronden wijzen erop dat het in het desbetreffende gebied gaat om een ongeveer 1.8 m dikke slibhoudende laag van recente ouderdom (minder dan 100 jaar oud) (Behre et al [1984]). De zuidkant van de Oestergronden is ongeveer gelegen op de 30 m dieptelijn (figuur 1.2). De maximale getijstroom-snelheid tijdens een gemiddeld springtij is hier 1

a

1.5kn (0.5

a

0.75 m/s) (figuur 1.2). Slib wat meegevoerd wordt vanuit het zuiden van de Noordzee krijgt hier de kans om neer te slaan; de getijstroomsnelheid neemt af en de diepgang neemt toe waardoor de golven minder invloed op de bodem hebben. Deze beide factoren dragen er hoogst-waarschijnlijk toe bij dat dit slibrijke gebied bestaaL]

De kans dat dit relatief hoge slibpercentage de oorzaak is van de gedeeltelijke

ingraving is groot, echter de precieze invloed van de aanwezigheid van het slib is niet duidelijk.

In samenwerking met de Stichting voor de Technische Wetenschappen is het hier beschreven onderzoek naar de erosie-eigenschappen van slibhoudend zand in het algemeen en in het bijzonder rond pijpleidingen uitgevoerd. Onder slibhoudend zand worden zand-slibmengsels verstaan met slibpercentages (percentage van het droge stof gewicht) van 5 tot 30%.

(8)

-Het onderzoek is gesplitst in twee delen:

het transport van slibhoudend zand in het algemeen,

de erosie rond pijpleidingen op cen slibhoudende zandbodem.

Als aanvulIing op dit laatste gedeelte is globaal naar het stroombeeld rond pijpleidin-gen gekeken.

m

H

OESTERGRONDEN _ - _ GRENS NEDERLANDS CONTINENTAAL PLAT

o

50 100

===

3 km 53 530 \ \ I I I I 520 I 520 I

<-

....

"

.... 2 60

Figuur 1.1

Oestergronden

Het rapport is opgebouwd uit drie gedeelten, ieder bestaande uit 2 hoofdstukken. In hoofdstuk 2 en 3 worden de transporteigenschappen van sediment behandeld. In hoofdstuk 2 is een overzicht gegeven van de transporteigenschappen van zand, van slib en van zand-slibmengsels. De proeven omtrent de transporteigenschappen van zand-slibmengsels zijn in hoofdstuk 3 beschreven en uitgewerkt.

(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(20)
(21)
(22)
(23)
(24)
(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)
(44)
(45)
(46)
(47)
(48)
(49)
(50)
(51)
(52)
(53)
(54)
(55)
(56)
(57)
(58)
(59)
(60)
(61)
(62)
(63)
(64)
(65)
(66)
(67)
(68)
(69)
(70)
(71)
(72)
(73)
(74)
(75)
(76)
(77)
(78)
(79)
(80)
(81)
(82)
(83)
(84)
(85)
(86)
(87)
(88)
(89)
(90)
(91)
(92)
(93)
(94)
(95)
(96)
(97)
(98)
(99)
(100)
(101)
(102)
(103)
(104)
(105)
(106)
(107)
(108)
(109)
(110)
(111)
(112)
(113)
(114)
(115)
(116)
(117)
(118)
(119)
(120)
(121)
(122)
(123)
(124)
(125)
(126)
(127)
(128)
(129)
(130)
(131)
(132)
(133)
(134)
(135)
(136)
(137)
(138)
(139)
(140)
(141)
(142)
(143)
(144)
(145)
(146)
(147)
(148)
(149)
(150)
(151)
(152)
(153)
(154)
(155)
(156)
(157)
(158)
(159)
(160)
(161)
(162)
(163)
(164)
(165)
(166)
(167)
(168)
(169)
(170)
(171)
(172)
(173)
(174)
(175)
(176)
(177)
(178)
(179)
(180)
(181)
(182)
(183)
(184)
(185)
(186)
(187)
(188)
(189)
(190)
(191)
(192)
(193)
(194)
(195)
(196)
(197)
(198)
(199)
(200)

Cytaty

Powiązane dokumenty

Jeśli w ogóle milczał, wilk zm ienił zapewne temat rozmowy, od­ stępując od bolesnej kwestii wypędzenia z raju i zaczął, być może, mówić coś o

definicje legalne 14 (np. definicje trybu autono- micznego, technologii autonomicznej, autonomicznego pojazdu testowego, kie- rowcy autonomicznego pojazdu testowego, kierowcy,

Wykonaj operacje zeroinserting (różne wartości), powtórzenie, decymacja i opisz co one spowodowały w widmie sygnału... Projektując układ przyjmij inne

Grâce à Zacharie, la mort de Jésus apparaît comme le salut de tous : soldats romains, Juifs, mais aussi témoin oculaire et futurs croyants (cf. Jn 19,35), à condition

Od 1 mar- ca 1977 roku pracował również na Akademii Teologii Katolickiej w Warszawie, najpierw jako starszy asystent, od 1 października 1979 roku jako adiunkt, a od

[r]

essentiel qui permet la mise en emprise de la violence, car « l’enjeu de la violence,.. Arrivée en France et installée dans l’appartement qu’Y. a préparé pour elle, Marie se

However, we notice that all essential features for these samples, such as small magnitude of the effect, sinusoidal phase depen- dence, positive sign, and the long high