Korte impressie lunchdebat
Door: Pieter Hooimeijer (RLI) en Peter Boelhouwer (OTB/ TU Delft)
De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur heeft in april 2015 het rapport Wonen in Verandering uitgebracht. In dit rapport worden vijf trends benoemd in het wonen:
• Toenemende diversiteit en flexibiliteit in vraag (maar 20% is verhuisd voor een betere woning of buurt)
• Structurele onzekerheden over werk en inkomen nemen toe (huishoudens moeten wendbaarder worden met hun woning)
• De flexibele schil op de woningmarkt neem toe (informele praktijken zijn vaak onzichtbaar) • Innovatie in de bestaande voorraad onvoldoende benut (er kan veel meer)
• Regionale verschillen nemen toe terwijl regionale coördinatie ontbreekt (nog steeds beleidsconcurrentie tussen gemeenten)
Aan de hand van deze benoemde trends heeft het RLI een drietal voorstellen voor verandering gedaan, die zijn omgezet in een stelling voor het debat.
Stelling 1:Flexibilisering
Reactie vanuit de zaal is dat flexibel gebruik van ruimte en vastgoed uiteraard goed is. Hier kan eigenlijk niemand op tegen zijn. Maar: zorg wel dat het geen lapmiddel is voor wat de werkelijke opgave is, namelijk meer productie.
In de praktijk komt het flexibel gebruik van vastgoed nog maar mondjesmaat van de grond. Dit terwijl er wettelijk weinig belemmeringen zijn en er wel degelijk een goede businesscase te maken is. Maar partijen kijken nog teveel naar elkaar. Daarnaast wordt aangegeven dat flexibiliteit ook gezocht moet worden in woonruimteverdeling, bijvoorbeeld het toestaan van inwoning. Ook daar valt nog een wereld te winnen. En hoe tijdelijk is tijdelijk? Er is namelijk een structurele behoefte aan tijdelijke bewoning, daar moeten oplossingen in gezocht worden.
Stelling 2: regionalisering
Kun je uitgaan van een referentiewoning om regionale uitgangspunt te hebben? Aangegeven wordt dat de regio het laagst mogelijke niveau is, omdat op lokaal niveau anders het risico van
overprogrammering of te hoge ambities bestaat. Eigenlijk zijn de meeste deelnemers het eens met meer regionale differentiatie. Discussie ontstaat op het feit of dit door de provincie geregisseerd moet worden. Zijn zij hier wel op toegerust, ook gezien het feit dat er binnen provincies grote verschillen bestaan en woningmarktregio’s ook provinciegrenzen kunnen overschrijden? Ook is er de angst voor nog meer bestuurlijke drukte.
Stelling 3: Eigendomsneutraal beleid
Wil je echt naar eigendomsneutraal beleid dan zal ook de verhuurderheffing afgeschaft moeten worden wordt gereageerd. Verder heeft het ook een effect op de welvaartsontwikkeling, omdat er door bijvoorbeeld renteaftrek een ‘kunstmatige’ marktprijs is ontstaan. Hoe past de nieuwe woningwet in deze ontwikkelrichting? Er worden een aantal stapjes gezet in deze richting, maar je botst op harde ideologische en politieke grenzen.