• Nie Znaleziono Wyników

Woningbouwproductie moet meelopen met de bevolkingsontwikkeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Woningbouwproductie moet meelopen met de bevolkingsontwikkeling"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

Delft University of Technology

Woningbouwproductie moet meelopen met de bevolkingsontwikkeling

Boelhouwer, Peter

Publication date

2016

Document Version

Final published version

Published in

Samen bruggen bouwen

Citation (APA)

Boelhouwer, P. (2016). Woningbouwproductie moet meelopen met de bevolkingsontwikkeling. In Samen

bruggen bouwen: Vijftig visies op de vastgoed markt van morgen (pp. 26-28). NVM.

Important note

To cite this publication, please use the final published version (if applicable).

Please check the document version above.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy

Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim.

This work is downloaded from Delft University of Technology.

(2)

27

Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing systems TU Delft

‘Woningbouw productie

moet meelopen met de

bevolkings ontwikkeling’

Peter Boelhouwer is hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft: “Van

de vastgoedcrisis hebben we geleerd dat het heel belangrijk is dat je

anticyclisch beleid ontwikkelt dat die problemen oplost. Dit in plaats

van alleen maatregelen te nemen om risico’s te beperken.

Rond 2008 is de crisis begonnen. Toen zijn er goede stimuleringsmaatregelen genomen, hetgeen zijn vruchten afwierp rond 2010. Vervolgens hebben we heel veel maatregelen genomen die de vastgoedmarkt juist geen goed hebben gedaan. Je kunt hierbij denken aan beperkingen ten aanzien van financieringsmogelijkheden en het stopzetten en beperken van subsidies. Daarmee zijn we in een negatieve spiraal terechtgekomen en doen we het ook veel slechter dan de ons omringende landen die deze verslechteringen niet hebben aangebracht. Het is dus zaak niet met de golven mee te gaan in je beleid en anticyclisch te reageren.

Woningbouwproductie

Om weer tot een gezonde vastgoedmarkt te komen is een algemene hervorming noodzakelijk. Er zijn de laatste jaren goede adviezen geschreven. Eén daarvan is uiteraard Wonen 4.0 dat mede dankzij de NVM tot stand is gekomen. Dit pleit voor geleidelijk hervormen van de woningmarkt en vooral voor het invoeren van een eigendomsneutraal beleid, waarbij de consumenten zelf keuzes maken en niet de overheid dat doet voor die consumenten. Alleen ontbreekt vooralsnog de politieke wil om dat te doen. Het is treurig om te zien hoe de politiek met Wonen 4.0 is omgegaan.

Daarnaast is het belangrijk dat we de woningbouwproductie laten meelopen met de bevolkingsontwikkeling, want dat is op korte termijn een van de grootste problemen. We bouwen veel te weinig woningen ten opzichte van de groei van het aantal huishoudens. Ook hier geldt dat het Rijk op dit punt vrijwel niets doet. Je ziet nu bijvoorbeeld in Zuidoost-Engeland dat de Britse overheid daar met forse objectsubsidies komt om de woningproductie enigszins op peil te krijgen. Grote locaties werden vroeger altijd voorgefinancierd door de overheid, maar dat is helemaal weggevallen. Zeker in een markt die moeizaam is, kan je dat soort 26

(3)

29

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW

‘Gezonde vastgoedmarkt

vraagt om effectief

kabinetsbeleid’

Hans de Boer is voorzitter van VNO-NCW: “Nederland is een mooi

land, waar het goed wonen is. Door de bank genomen beschikken we

over een aardige woningvoorraad en een prettig woonklimaat. Of het

nu gaat om de oude binnensteden, kleine dorpjes, of Vinex-wijken.

Dat is mede te danken aan de partijen die actief zijn geweest in die

woningmarkt: de overheid, bouwers, en uiteraard de makelaars. Samen

hebben ze iets goeds tot stand gebracht.

Toen kwam helaas de vastgoedcrisis. Die heeft enorm ingegrepen in onze samenleving en in onze economie. Want woningbezit heeft grote invloed op een economie en op een land. Als het goed gaat op de woningmarkt, heeft de schilder, de aannemer, heeft iedereen werk. Er komt dus een enorme bestedingsimpuls vrij. Een tweede effect is het rijkdom-effect. Als mensen hun bezit in waarde zien stijgen, dan zijn ze makkelijker bereid om geld te spenderen. Gaat het in de woningmarkt slecht, dan vallen directe bestedingen weg. Werklieden hebben minder werk en mensen besteden ook minder.

Binnenstedelijke kwaliteit

In het commerciële vastgoed is te veel gebouwd. Daarbij is met name de binnenstedelijke kwaliteit erbij ingeschoten. We zien daar te veel overschot, te veel vierkante meters, en vaak is de kwaliteit daarvan niet best. Dat het zover kon komen, is wellicht veroorzaakt doordat de financiering met vreemd vermogen net iets te gemakkelijk ging. Banken stonden tien jaar geleden in de rij om commerciële vastgoedprojecten te financieren. Vervolgens zie je dat de reactie daarop makkelijk de andere kant op schiet. Dat men voor commercieel vastgoed geen krediet krijgt of dat dit niet verlengd wordt.

Overkill

Die strengere eisen zie je ook in de woningmarkt, bij hypotheken. De loan to value hoeft niet lager dan die nu is, 100% blijft 100% wat mij betreft. En de verplichting om die 100% af te lossen, is ook overkill. Een restschuld van 30 of 50% is op langere termijn geen risico voor hoge schulden of financiële instabiliteit. Het is dus de kunst 28

grote ontwikkelingen niet van de grond trekken. Organisch ontwikkelen, kleinere bouwstroompjes, transformaties van bestaande gebouwen en kavelbouw zijn prima, maar leveren onvoldoende productie op om die enorme vraag op te vangen. Houden we dat nog een paar jaar vol, dan is dat tekort inmiddels zo groot geworden, dat je dat voorlopig ook niet meer inloopt. Het gevolg is dan een permanent verstoorde woningmarkt.

Financiële ondersteuning

Om tot meer nieuwbouw te komen zouden gemeentes om te beginnen realistische grondprijzen moeten vragen. Het Rijk zou ook weer wat in de sfeer van locatie- en objectsubsidies kunnen doen. Eventueel als voorfinanciering, en dit desnoods later terughalen via belastingen. En uiteraard moeten er voldoende locaties beschikbaar gesteld worden via bestemmings- en streekplannen. Er wordt nu sterk ingezet op de stad. Daar is op zich niks mis mee, maar als dat dure locaties zijn die de markt niet oppakt, dan moet je die toch ondersteunen. De Rijksbouwmeester is een warm voorstander van de transformatie van kantoorpanden. Hij pleit er zelfs voor om te stoppen met nieuwbouw en alleen bestaande gebouwen in te zetten. Dat kan alleen als je daarbij financiële ondersteuning biedt, want de eigenaren van die gebouwen doen dat niet zonder meer. Bovendien red je het ook lang niet met al die leegstaande gebouwen, want er zijn er veel die bouwtechnisch niet geschikt zijn of gewoon op de verkeerde plekken staan.

Einde aan verhuurderheffing

Tot slot moet er eind komen aan de verhuurderheffing. Het is natuurlijk bizar dat je in Nederland een sociale huursector hebt die als enige in de hele wereld fors aan de overheid moet betalen. Vergeet niet dat het hier om bijna 2 miljard euro per jaar gaat, geld dat niet geïnvesteerd kan worden. Als er een overschot aan sociale huurwoningen was, zou je dat kunnen doen. Maar gezien met name de instroom van statushouders de komende jaren is daar absoluut geen sprake van. De woningtekorten in Nederland lopen op en gaan vermoed ik richting de 4-5%. Eer je dat hebt ingehaald, ben je tien jaar verder.

Woonvisies

Juist makelaars kunnen gemeenten en overheden in deze problematiek heel goed adviseren. Een makelaar heeft veel up-to-date kennis en hij kan deze ook in gemeentelijke overleggen, volkshuisvestings- en woningmarktoverleggen goed inbrengen. Er moeten nu in gemeenten woonvisies gemaakt worden, die aangeven waar op de middellange termijn behoefte aan is. Met hun kennis van die markt, kunnen makelaars een belangrijke rol vervullen bij het vaststellen van dat gemeentelijke woonbeleid. Je ziet gelukkig ook steeds meer dat in die woonvisies door gemeenten projectgroepen worden gevormd waar naast huurders en corporaties steeds vaker beroepsverenigingen zoals makelaars deelnemen.”

Cytaty

Powiązane dokumenty

Be­ stia podśw iadom ości została nazw ana, zlokalizow ana, należało ją w m ia rę m ożności

Źródło: opracowano na podstawie: J.A. Polakowski, Zarządzanie kosztami działań, WIG-Press, Warszawa 2000, s. Przewaga rachunku kosztów działań nad tradycyjnymi systemami rachunku

Obser­ wując jeszcze równomierne zazielenienie (zabarwienie) w szystkich kości szkieletu, m ożna stwierdzić, iż w stanie pełnego kostnego szkieletu, przeleżał w tym

Wszyscy, zarówno goście jak i gospodarze, rozstawali się z przeświadczeniem, iż Zjazd przyczynił się do dalszego ulepszenia pracy Towarzystwa, które ma już

W latach następnych jego aktywność badawcza była coraz bardziej ograniczana obowiązkami organizacyjnym i (stanowisko dziekana Wydzia­ łu Filologicznego UW, funkcja

Cele operacyjne: Uczeń: • potrafi wyznaczyć kolejne wyrazy ciągu, gdy danych jest kilka jego początkowych wyrazów; • szkicuje wykres ciągu; • wyznacza wyrazy

[...] Innym razem szczęście kąpało te policzki w blasku ta k ruchliw ym , że skóra, stawszy się płynna i m glista, przepuszczała, jak gdyby podskórne