S-80 .O39
Opl.ei ding Waterstaatkundig Ambtenaren Rij kswaterstaat S y l l abus (1984-1985)
Cursus Waterkeringen
62
Lijst
van
verstrekte l i teratuur (cursusjaar 1984-1985)
Les
1en
2 : 1.Jaarverslag
TAW1983
2 .
10j a a r Technische Adviescommissie
voor
de Waterkeringen
3.
k a a r t :
Overzicht beheer hoofdwaterkeringen
4.
Waterkaart
R ijkswaterstaat: Overzicht gereglementeerde
waterkeringen.
. -
Les 3 en 4
Les
5en
6 :1.
Ervaring
met taludbekledingen deel
1,
COWjuni 1975
deel
2 , COWs e p t . 1976
deel
3, COWnov.
1977
2.
Aanleg, beheer en onderhoud
van
de grasmat op r i v i e r -
dijken, TAW april 1981.
3.
Bibliografie di jkbekledingen,
COW1979
4.
Leidraad voor de toepassing van a s f a l t
i nde Waterbouw
5.
Leidraad cementbetonnen di jkbekledingen.
6.
Achtergronden
b i jde l e i draad cementbetonnen
d ijkbe-
k
1
edi ngen
.
Les 7
:1.
Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van con-
s t r u c t i e s en vreemde elementen
i n , o pen
n a b i jwater-
keringen,
TAW1976.
2 .
Leidraad
voor
constructie en beheer van v l o e i s t o f l e i -
dingen in en nabij waterkeringen,
TAW1971.
3.
Leidraad
voor
constructie en beheer
van
gasleidingen
in en nabij waterkeringen,
TAW1973.
Les 8 en 9
:1.
Inventarisatie duinvoetverdedigingen,
COW1981.
2 .
Leidraad voor de beoordeling van de veiligheid van
duinen a l s waterkering.
Les 10 en 11
:1.
De
stormvloedwaarschuwingcdienst WW-WH.80.122 .
De waterhoogten
van hedenmorgen
WW-WH.80.16
Les 12
: 1.Technische legger
voor rivierdijken. Een e e r s t e ver-
kenning
CONdecember 1981.
Enkele technische aantekeningen
t . o . v .
de s t a b i l i t e i t
van rivierdijken,
COWoktober 1977.
Les
13en
14 : 1.Invloed
van
de graverij van muskusratten
opwater-
ke
r inge
n2 . I n
vent ari
s a t ie
mus
kus rattens
chade
in
wate rkeri ngen
Les
G2
1 en 2
1.1.
De functie van waterkeringen.
(
soorten
,
typen en dwarsprofiel en)
Inleiding
Waterkeringen vormen
i nNederland een onmisbaar bestanddeel
van
het door de mens gecultiveerde
l a n d .Ze hebben ten doel:
a . Het achterliggend
l a n dt e beschermen tegen overstromingen.
b .
Het begrenzen/opsluiten
van
watermassa's om wegvloeien
of
mengen t e voorkomen.
D a a r b i j
kan
een waterkering worden gedefinieerd a l s een
l a n g -gerekt
1 ichaam
,
veel al voorname1
i j k u it
grond ( zand,
klei
,
veen) bestaande
d a twater keert. Zonder die waterkeringen
zou
o p
meer
d a nde h e l f t van het grondgebied
van
Nederland
p r a k t i sch geen bebouwing en bewoning mogel
i j kz i j n .
Door een voortdurende s t r i j d tegen het water,
w a a r b i jwater-
keringen
i nde vorm van dijken, duinen en kaden een voornaam
strijdmiddel vormen,
z i j nde Nederlanders l e t t e r 1 i j k in
s t a a t geweest
omhet hoofd boven water t e houden.
Hieruit i s een vaderlandse geschiedenis ontstaan, doordrenkt
met verhalen over dijkdoorbraken, overstromingen, heldhaftige
pogingen om doorgebroken dijken t e dichten, afgewisseld met
verhalen
ombestaande dijken t e verhogen en
doorhet aanleggen
van nieuwe dijken
l a n dop
het water t e veroveren.
Door
de voortdurende s t r i j d tegen
h e twater hebben de Nederlanders
zelf
z o d a n i gmet deze bedreiging van het water leren leven
d a thet
doorvelen z e l f s a l s een normale zaak ervaren wordt.
Als d a nbovendien toevallig gedurende meerdere achtereenvolgende
jaren geen extreem hoge waterstanden optreden en dijkdoorbraken
achterwege blijven, gaat men het gevaar van het water z e l f s
relativeren en
u i tde gedachte verdringen. Ernstige overstromingen
z i j n d a n
noodzakelijk
omde gehele bevolking opnieuw t e laten
beseffen dat het bestaan
i nons
laaggelegen land s t a a t
ofv a l t
met de bescherming die deze waterkeringen moeten bieden.
D a a r b i j wordt
vaak onvoldoende beseft
d a tdeze waterkeringen
n i e t alleen bestaan
u i tzeedijken en duinen
omhet
l a n dtegen de zee
t e beschermen maar
ookdoor
vele honderden t o t duizenden
k i l o -- 2 -
en het boezemwater t e beschermen.
tabel lengte waterkeringen: (bi
j l . 1 ) .Dit s t e l s e l
van waterkeringen i s gedurende vele eeuwen ge-
l e i d e l i j k aan gegroeid,vooral
ook o p i n i t i a t i e f van de
p l a a t s e l i j k e bevolking gemaakt,die
d a n ookl a t e r het onder-
houd
en een eventuele aanpassing
aan gewijzigde omstandigheden
moest verzorgen. Hieruit i s de s i t u a t i e ontstaan
d a tde vele
duizenden kilometers waterkering beheerd worden
door een
g r o o t a a n t a l Overheidsinstanties, zoals waterschappen, r i j k s -
en provinciale diensten en z e l f s particulieren, Hierdoor
z i j nook van oudsher een g r o o t a a n t a l personen daadwerkelijk be-
l a s t geweest met de
zorg voor de waterkeringen. De kennis
van deze dijkbeheerders steunde daarbij
vaak
voor een be-
langrijk deel
opervaringskennis,
ook wel van vader op
zoon
overgedragen en/of door vallen en opstaan in de praktijk
verkregen. Het
o n t b r a kveelal aan de mogelijkheid
omde vele
physische verschijnselen die zich op en
rond een waterkering
afspelen, t e kunnen verklaren,
z o d a toverdracht
v a n de kennis
vooral
s c h r i f t e l i j k , moeilijk was.
Ookonvoorziene r e a c t i e s
van de natuur op menselijke ingrepen zoals aanslibbing en
erosie veroorzaakten grote problemen die de technische mogelijk-
heden van die
t i j dt e boven gingen.
Wel werden
soms zeer verdienstelijke en op hoog peil staande
boekwerken geschreven
( o . a . Tractaet van Dyckagie door Andries
Vierlingh) maar
door het gebrek aan basiskennis was het veelal
onduidelijk
o fde verkregen kennis
ookelders onder i e t s andere
omstandigheden bruikbaar was.
Men bouwde dus vaak noodgedwongen
v o o r t op onbegrepen ervarings-
kennis, met
ook a l l e gevolgen
van dien.
Als gevolg
van het g r o o t aantal beherende i n s t a n t i e s met ieder
z i j n eigen beperkte financiele mogelijkheid werd een meer
systematisch onderzoek
naar de verschillende aspecten die b i j
een waterkering een rol spelen, onvoldoende
aangepakt. Het
hoe en
waarom een waterkering, veelal opgebouwd u i t
opzich
losse elementen zoals
z a n d ,k l e i , veen, al
d a nn i e t afgedekt
met steen, a s f a l t en
grasmat, i ns t a a t i s om gedurende kortere
o f
langere t i j d een
g r o o t waterstandsverschil t e keren, bleef
- 3 -
Ook
erkende deskundigen waren hierdoor
i nf e i t e slechts in
beperkte mate
i ns t a a t om bepaalde, op zich goede
ofz e l f s
b r i l j a n t e gedachten en ideeën, wetenschappel
i j kt e staven
en daardoor aannemelijk t e maken voor anderen. De kennis
om
waterkeringen aan t e leggen en t e beheren en onderhouden
i s
dan ookheel
l a n gsterk ambachtelijk gebleven,
w a a r b i jwerd voortgebouwd op de ervaringskennis.
Zo werd
voor
de hoogte
van
de waterkeringen uitgegaan
van
de hoogst bekende waterstand
plus nog
wat
voor
g o l f o p l o o pe t c . , t o t d a t o p noodlottige wijze
ervaren moest worden d a t deze hoogte onvoldoende was.
De
p r a k t i j kheeft ook geleerd dat de bereidheid om
u i tzichzelf
bestaande waterkeringen t e verhogen
oft e versterken veelal
afwezigi s en
i nf e i t e afgedwongen moet worden met een catestrophe.
Als we ons beperken
t o t de
20eeeuw,
d a nzien we het volgende
beeld
( b i j l . 2 ) .Rond
de eeuwwisseling worden e r voorstellen gelanceerd
voor
gehele of gedeeltelijke a f s l u i t i n g van de Zuiderzee. Het
bleef
b i jplannen t o t d a t in
1916het gebied
rondhet IJsselmeer
getroffen werd door een grote overstroming. Mede hierdoor
werd de beslissing geforceerd t o t de aanleg
v a n de Afsluitdijk.
I n 1939
werd wegens een toenemend onbehagen over de veiligheid
tegen de zee
i n ZWNederland de
z g n .Stormvloed Commissie
ingesteld. Ondermeer
doorhet werk van Wemelsfelder werd
voorgesteld om de hoogte van een waterkering t e gaan baseren
op frequentie beschouwingen en n i e t langer op basis
van
hoogst bekende stand. Aanbevolen werd
om b i jde kruinhoogte
u i t
t e
gaanvan waterstanden die behoren
b i jeen stormvloed
met een frequentie
van
MO-^
per j a a r .
Het o p grote schaal versterken van waterkeringen op basis
v a n
deze aanbeveling kon, mede
doorde
o o r l o g ,n i e t
t i j d i gaangepakt worden z o d a t
b i jde
Stormrampvan
1februari
1953de bekende catestrophe o n t s t o n d met
ruim 1800doden.
De toen ingestelde Deltacommissie adviseerde om voor de basis-
hoogte van de dijken
u i tt e gaan van een frequentie van
rond10-4pper
j a a r ,
welke werken sindsdien
i nuitvoering
z i j n .Daar-
naast
v i n d teen belangrijke kustverkorting plaats door het
- 4 -
Voor
de riv ie re n i s een ander beeld t e schetsen. I n de 20e eeuw hebben nog in 1926 belangrijke overstromingen p l a at s- gevonden b i j een afvoer van 12.500m
.
Ook d a a r eeno n t -
wikkeling
v a n
een ontwerphoogtevoor
de kruinaan
de handv a n
de hoogst bekende waterstand t een zeker waakhoogteof overhoogte
voor
golfoploop e t c .Mede
naar
aanleidingv a n
de gebeurtenissen in 1953 inZW Nederland
wordt
in 1956 overeengekomenom
de rivierdijken verder t e verzwarenz o d a t
ze bestand z i j n tegen afvoerenmet een frequentie
van
3xiO-4 perj a a r
(18.000m
/ s e c ) , maar rond 1977 teruggebrachtt o t
8 ~ 1 0 - ~ perj a a r
(16.500m
basis
van
het adviesvan
de Commissie Rivierdijken (Becht).Ook
voor
de boezemkaden was een calamiteit noodzakelijkom
meeraan-
dacht t e krijgen.
In
januari 1960 brak b i j Amsterdam een boezem- kade door waardoor Tuindorp Oostzaan onderwater
kwam
t e staan. Indirect was d i t aanleidingom
u i t e i n d e l i j k t e gerakent o t
een systematisch onderzoeknaar
de veiligheidvan
boezemkaden.3
3 3
sec)
o p
Nu
wil ik nog even terugkomeno p
de beheerssituatie en de gevolgen d ie d a t gehad heeft.Zoals gezegd i s het beheer
van
de waterkeringen verspreid over vele kleinere en grotere diensten en i n s t a n t i e s . Afgezien van de boezemkaden i s er eenk a a r t
waarop d i t in grote l i j n en s t a a t aangegeven ( z i ek a a r t
Overzicht beheer Hoofdwaterkeringen).In
de beheerssituatie i s de l a a t s t e jaren een sterkeo n t -
wikkeling t e besparen en wel in de
vorm
van het samenvoegenvan
kleine waterschappen
t o t
grote eenheden.Naar
aanleidingvan
verschillende n o ta ' s over de toekomstvan
de water- schappen i s verderook
een b e l e i d s l i j naanvaard
dat het beheerv a n
waterkeringen in principe eent a a k
i svan
water- schappen ( b i j l . 3 ) .Het
g r o o t
aantal beheerders met een r e l a t i e f bescheiden financieel draagkracht heeft e r in het verleden mede toebijgedragen d a t geen wetenschappelijk onderzoek
naar
bepaalde technische verschijnselen over meerdere jarenvan
de grondkon
komen.De Del tacommiscie werd hiermee geconfronteerd en heeft d e s t i j d s een aanzet
voor
verschillende onderzoeken gegeven. Deze waren echter primair veel meer g er i c h to p
de specta-- 5 -
c u l a i r e , hydraulisch ook
zo
moeilijke afsluitingswerken. Ten
aanzien van grondmechanische en grondwaterstromings-
technische aspecten, alsmede velerlei aspecten
van be-
kledingen gebeurde e r
ookhet nodige maar na het opheffen
van de Deltacommissie kwam d i t onderzoek reeds snel op
het tweede
p l a nt e staan, ondanks de aanbeveling v a n de
Deltacommissie om d i t onderzoek met spoed
v o o r t
t e zetten
en
u i tt e bouwen.
Na de overstroming van
T u i n d o r pOostzaan i s
d i tpraktisch
ook
gesignaleerd en
d a theeft u i t e i n d e l i j k
i n 1965geleid
t o t het i n s t e l l e n van
d eTechnische Adviescommissie voor
de Waterkeringen
doorde Minister
van
Ven
W( z i e boekje
10
j a a r
TAW).Aan
de
TAWwerd
b i jhaar
i n s t e l l i n g opgedragen om de
Minister op verzoek
o f u i teigener beweging t e adviseren
over a l l e zaken d i e een waterkering aangaan, zoals aanleg,
vormgeving, samenstel1
i n g ,onderhoud
,
technisch beheer en controle.
Daarbij werd ook a l s voorname t a a k gezien
om het technisch weten-
schappel i j k onderzoek t e stimuleren en t e coördineren en bestaande
kennis o p het gebied van waterkeringen t e bundelen en om een onderzoek
in t e s t e l l e n
naar de veiligheid van bestaande waterkeringen.
Daartoe werden een 10-tal werkgroepen ingesteld, die na
korte termijn behoefte bleken t e hebben
aan een permanent
werkorgaan. Daartoe i s
i n 1969het
COWingesteld, dat dus
ten dienste s t a a t van a l l e beheerders van waterkeringen
i n
Neder1
and( z i e jaarverslag
TAW).
Na
deze algemene inleiding terug naar de meer praktische
benadering van waterkeringen.
Opde kaart: 'daterkaart
Rijkswater-
s t a a t
,
gereglementeerde waterkeringen i s globaal van de voor-
naamste waterkeringen aangegeven welke hoogte deze bezitten.
Vanuit
de h i s t o r i e
v a l tvaak
tussen de verschillende typen
waterkeringen
i nde verschillende delen
van ons
l a n dmeer
ofminder grote verschillen waar t e nemen maar schetsmatig
z i j n
ze wel t e karakteriseren. Laten we daartoe a l l e r e e r s t
g r o f
de dwarsprofielen bekijken, en daarbij nagaan hoe de
benaming van de verschillende delen i s .
B i j
zeedijken
( b i j l . 4 )krijgen we t e maken met een buiten-
- 6 -
op stormvloedpei of ontwerppeil. In Friesland ontbreekt vee
d i e berm vanwege de hoge ligging
van
de wadden
o fkwelders
waardoor
ook
de golfhoogte beperkt i s . De berm heeft vooral
een functie
om de golfaanval c.q. de golfoploop t e beperken.
De buitentaluds kunnen variëren van
1 : 4 à 1:5t o t
1:9;het
al
binnentalud heeft veelal een helling
van ca.
1 : 3en een kruin-
breedte van minimaal
2 ä 2,5m.
De aanval b i j een zeedijk vindt veelal plaats
door golfslag
o p het buitentalud; vandaar een zware verdediging met daarboven
gras.
S i jeen binnentalud
van
1:3 wordtook b i j overslaand
water vooreerst weinig
o fgeen problemen gezien.
Vervolgens rivierdijken ( b i j l .
5 ) .Vanouds veel s t e i l e r opgezet, zonder buitenbermen maar wel
vaak
met een weg bovenop de dijk.
Door
verhogingen in het
verleden zijn de taluds
vaak zeer s t e i l geworden
t o t aan
1 : 2
toe.
Vanwege stabiliteitsproblemen z i j n ze
soms a a nde binnenzijde
van een meer
of minder zware berm voorzien. Aan de buitenzijde
kan p l a a t s e l i j k over een beperkte hoogte een verdediging zijn
aangebracht
./Vervolgens
nogde boezemkaden
( b i j l . 6 ) .Veelal smal met s t e i l e buitentaluds en s t e i l e t o t flauwe binnen-
taluds. Probleem z i t hier in de r e l a t i e f hoge constante water-
stand tegen de kade met vaak maar
25 à 40cm uitwatering.
Hierdoor wordt zeer veel
van de s t a b i l i t e i t van het binnen-
talud geei
s t .
Dit
ook omdat boezemkaden veel worden aangetroffen in gebieden
met een uitermate slappe
g r o n d s l a g , w a a r b i jveen, k l e i ,
zanden z g n , antropogene ( d o o r de mens aangebrachte)
g r o n din
onbekende laagdiktes en
opbouwaanwezig z i j n ,
Tenslotte
nogde duinen
( b i j l . 7 ) -Dit i s een flexibele verdediging, waarbij dus t i j d e n s een
storm een deel van het
d u i nmoet kunnen afslaan.
Daardoor
w o r d t het
s t r a n d opgehoogd zodat de
g o l f s l a gw o r d t afge-
remd en een zeker evenwichtsprofiel ontstaat.
- 7 -
Type w a t e r k e r i n g Te keren Waterstands- Duur Snelheid v a r . F r e q u e n t i e hoogte G v e r s c h i l H T w a t e r s t . d h / d t
Teneinde het overzicht enigszins compleet t e maken
nogeven
aandacht voor de typische benaming die men
b i jzee en r i v i e r -
dijken k a n tegenkomen
( b i j l . 8 ) .Stroom G o l f s l a g aanval
Waterkeringen
z i j ndus lichamen om water
t e
keren.
D a a r b i jworden ze afhankelijk
van
het type, onder zeer verschillende
uitwendige omstandigheden belast. Een grove indicatie
van
deze Omstandigheden
i svermeld in onderstaande tabel.
z e e d i j k beneden r i v i e r boven r i v i e r r e s e r v o i r d . meerdi j k boezemkade kanaaldi j k onzeker onzeker onzeker bekend v r i j onzeker bekend bekend g r o o t g r o o t g r o o t g r o o t v a r i a b e 1 v a r i a b e l var i abel k o r t k o r t v r i j l a n g l a n g l a n g 1 ang 1 ang g r o o t g r o o t k l e i n k l e i n k l e i n k l e i n k l e i n zelden zelden zelden vaak vaak vaak vaak k l e i n g r o o t g r o o t geen geen geen geen g r o o t g r o o t m a t i g k l e i n/mati gi m a t i g k l e i n k l e i n I I I I I I
1
G1 obal e i n d i c a t i e u i twendi ge omstandigheden
Volgende keer
z a lworden nagegaan hoe al deze factoren het
trace, de vormgeving en de samenstelling van een waterkering
LEGENDA
e. ~ o e . ~ . . zeedijken 2 950 k m
---
meer- en kanaaldijken boezemkaden 5 LOOO km 0". r eser vo i rd ij ken. . . a
....
overgangsgebied t 120 km % 750 k m 2 800 k m1
A L i 81.001 1I
II
I
I1
! I i I I !GEBEURTENISSEN EN DATA WATERKERINGEN
1892 STAATSCOMMISSIE AFSLUITING ZUIDERZEE
1.902
-
190
7
D
I
VERS E WETSONTWERPEN
1.916 STORMVLOED ROND ZUIDERZEE
1918 WET TOT AFSLUITING ZUIDERZEE
1939
I
NSTELLEN STORMVLOEDCOMMISS I E
1953 STORMRAMP
LU IDWEST NEDERLAND
1958
DELTAWET u O - ~ )
1926 ZEER HOOG WATER
OP RIJN EN ZIJTAKKEN
VERHOGING KRUIM OP BASIS HOOGST BEKENDE STAND
1956 BESLUIT TOT VERZWARING RIVIERDIJKEN
(
3 ~ 1 0 ~ ~
1
=18
IO O O M ~ / S
1978
( 8 ~ 1 0 - ~ ) = 1 6
,500ri3/s
1960 OVERSTROMING TU I
NDORP OOSTZAAN
1965 INSTELLING TECHNISCHE ADVIESCOMMISSIE VOOR
DE
WATERKERINGEN" (TAW)
1972 SYSTEMATISCH BOEZEMKADE-ONDERZOEK
BEHEER WATERKERINGEN
1
,
WATERSCHAPPEN (HOOGHEEMRAADSCHAP)
(POLDER)
(POLDERDISTRICT)
(D I J KRI NG)
2,
PROVINCIES
3
IRIJKSWATERSTAAT
4, GEMEEENTEN
5, PARTICULIEREN
ONTWIKKELINGEN T ,A
IV, DE BEHEERSSITUATIE
_1
I I1963
STUDIECOMMISSIE WATERSCHAPPEN
19
7 4
RAPPORT: HET WATERSCHAP EN Z I J N TOEKOMST
1975
ADVIES: BEHEER NOORDZEEKUST
(D I
EPDE LVE
RS
COMM
I
SS
I
E
1
2
1 9 7 7 REGERINGSNQTA
:
NAAR EEN NIEUW WATERSCHAPSBESTEL?
1977
REGERINGSNOTA:
HET BEHEER VAN DE WATERKERINGEN LANGS
DE NEDERLANDSE KUST
i
, ’ .
P
‘ \ \ \Les G2 l e s 3 en 4
Tracé-bepal i n g
De e e r s t e gedachte i s d a t t r a c é b e p a l i n g t e n behoeve van nieuwbouw n i e t v e e l z a l voorkomen.
D a t k l o p t want nieuwe i n p o l d e r i n g e n o f a f s l u i t i n g s w e r k e n z i j n g e r i n g . H e t komt t o c h v o o r .
Denk maar aan Deltadammen, i n p o l d e r i n g e n t . b . v . Sche en Markerwaard.
Maar ook b i j v e r s t e r k i n g s w e r k e n komen w i j h e t tegen,
de-Rijnkanaa
b i j v . a l s om bepaalde redenen een ander t r a c é dan de bestaande d i j k gekozen moet worden, z o a l s i n F r i es1 and.
Enkele overwegingen b i j t r a c é keuze z i j n :
1.
K o r t s t e v e r b i n d i n g om k o s t e n t e drukken maar t r a c é moet b e r e i k b a a r z i j n v o o r h e t m a t e r i a a l .2. Zoveel m o g e l i j k van o n d i e p t e n o f z e l f s h o g e ( r e ) gronden g e b r u i k ma ken.
3. L i e f s t bouwen op goede ondergrond i.v.m. s t a b i l i t e i t , z e t t i n g e n en d o o r l a t e n d h e i d onder de d i j k .
4. Tracé kan van i n v l o e d z i j n op stroom en g o l f c o n c e n t r a t i e s , o.a. door r e f r a c t i e .
5. Zoveel m o g e l i j k l a n d w i n s t . 6. M i l i e u en n a t u u r e i s e n .
Voor welk t r a c é gekozen moet worden kan v e e l a l n i e t b i j v o o r b a a t gezegd worden. D a a r t o e zouden meerdere t r a c é ' s g l o b a a l u i t g e w e r k t moeten worden, z o d a t ondermeer de a l t e r n a t i e v e n c o n s t r u c t i e f en economisch tegen e l k a a r kunnen worden afgewogen.
Voor een g l o b a l e v e r k e n n i n g van de ondergrond kunnen w i j op h e t l a n d g e b r u i k maken van systemen a l s b o r e n en sonderen, maar ook door g e o - e l e c t r i s c h onderzoek.
Ook
op
h e t w a t e r kunnen w i j b o r e n en sonderen, o f w e l met b e h u l p van een zgn. boorbak maarop
d i e p w a t e r tegenwoordig ook met de d u i k e r k l o k . van LGM.- 2 -
Vormgev i ng
B i j de vormgeving i s a l l e r e e r s t van b e l a n g
om
na t e gaan wat w i j van de b e t r e f f e n d e w a t e r k e r i n g verwachten, dus tegen welke omstandigheden o f randvoorwaarden h i j bestand moet z i j n .T o t v o o r k o r t werd h i e r b i j a l s u i t g a n g s p u n t genomen de h o o g s t bekende w a t e r s t a n d , vermeerderd met t o e s l a g e n v o o r g o l f o p l o o p , en een zekere waakhoogte.
Voor de z e e d i j k e n i s door de Deltacommissie g e a d v i s e e r d
om
v o o r de w a t e r s t a n d u i t t e gaan van een s t a n d d i e een zekere kans van o p t r e d e n h e e f t (10- / j ) . Vervolgens komen op deze maatgevende hoogwaterstand nog een a a n t a l toeslagen, z o a l s v o o r g o l f o p l o o p , b u i s t o t e n , r e l a t i e v e bodemdaling en z e t t i n g e n gedurende de l e v e n s d u u r ( b i j l . 9 ) . U i t g a n g s - p u n t h i e r b i j i s dus d a t onder deze omstandigheden de w a t e r k e r i n g z i j n f u n c t i e moet b l i j v e n v e r v u l l e n , dus d a t a l l e onderdelen van de c o n s t r u c t i e i e d e r v o o r z i c h i n s t a a t i s de maatgevende omstandigheden t e keren. Daartoe w o r d t van de k e r i n g en de o n d e r d e l e n de t o e l a a t b a r e b e l a s t i n g ( b r e u k b e l a s t i n g ) v e r g e l e k e n met de maatgevende b e l a s t i n g , w a a r b i j dan aan de hand van de v e i l i g h e i d s c o ë f f i c i ë n t een o o r d e e l v o l g t o v e r de v e i l i g h e i d van de t o t a l e c o n s t r u c t i e . Deze methode i s dan van de d e t e r m i n i s t i s c h e b e r e k e n i n g ( b i j l . 1 0 ) .S e d e r t e n k e l e j a r e n
i s
een nieuwe methode i n onderzoek en waar m o g e l i j k reeds t o e g e p a s t , de zgn. p r o b a b i l i s t i s c h e ontwerpmethode.Deze b e r u s t i n f e i t e op een andere aanpak, en wel met a l s u i t g a n g s - p u n t d a t e l k v e r s c h i j n s e l ( b e l a s t i n g ) maar ook e l k e s t e r k t e e i g e n s c h a p een zekere k a n s v e r d e l i n g h e e f t . De k u n s t i s nu
om
de kans t e bepalen d a t de w a t e r k e r i n g ( c o n s t r u c t i e ) b e z w i j k t ( b i j l . 11).Daartoe w o r d t a l l e r e e r s t m.b.v. een zgn. foutenboom nagegaan op welke w i j z e de w a t e r k e r i n g kan b e z w i j k e n o f w e l hoeveel grenstoestanden e r z i j n ( b i j l . 12, 13 en 1 4 ) .
"Een g r e n s t o e s t a n d w o r d t d a a r b i j v o o r één b e p a a l d mechani sme " g e d e f i n i e e r d a l s de grens waarvan h e t o v e r s c h r i j d e n h e t o p t r e d e n "van onacceptabel g r o t e vervormingen i n h o u d t o f i n h o u d t d a t de " w a t e r k e r i n g f a a l t zonder d a t g r o t e vormveranderingen o p t r e d e n . Daarnaast moet i n p r i n c i p e v o o r e l k e g r e n s t o e s t a n d de f a a l k a n s worden b e p a a l d met b e h u l p van de zgn. c o n v o l u t i e - i n t e g r a a l . Het g a a t t e v e r
om
d i t h i e r geheel u i t t e z e t t e n maar i n g r o t e l i j n e n komt h e t e r o p n e e r d a t de kans w o r d t b e p a a l d d a t de u i t e r s t e grenzen van de k a n s d i c h t h e i d van de p o t e n t i ë l e b e l a s t i n g en de s t e r k t esamenval 1 en. 4
- 3 -
Binnen de
TAWi s besloten
omdeze methode verder t e gaan uitwerken.
Hiermee zullen echter vele jaren gemoeid
z i j n ,waarbij mogelijk in
de tussentijd met een zekere mengvorm
van ontwerpmethoden rekening
gehouden
z a lmoeten worden.
De grote moeilijkheid zal daarbij ook zijn
om
vast t e s t e l l e n welk
r i s i c o aanvaardbaar i s . Dit i s een politieke beslissing, waarbij
vermoede1
i j kvele factoren zeer moei 1 i j k t e wegen z u l len z i j n ,
b i j v . de waarde
van mensenlevens.
W
komen
e
n u
toe
aan het genereren
van een dwarsprofiel ( b i j l . 15).
Ruwweg i s de kruinhoogte bepaald
door de MHW-stand
tde golfoploop
waarbij de golfoploop
Zbepaald
wordt door
B
= 8 Hs tga. f
cos6
( i --
)( b i j l .
1 6 ) .z2% I
Dus Z wordt kleiner b i j een flauwer taludhelling. Desondanks
b l i j k t u i t berekeningen d a t de inhoud
van een dijk door deze
lagere kruin n i e t veel beperkt k a n worden, t e n z i j wij
u i t g a a nvan
een zware golfaanval. Een s t e i l
verdediging vergen,
waardoor de voordelen
v a n een kleiner volume weer wegvallen.
Een andere truc i s nog
omeen buitenberm o p stormvloedhoogte
aan t e brengen. Deze beperkt ook weer de
g o l f a a n v a len golfoploop.
Dit i s allemaal af t e leiden en t e berekenen.
Desondanks b l i j k t
d a t o pvele plaatsen zeer traditioneel ontworpen
w o r d t
waarbij wordt vastgehouden aan de eenmaal opgedane ervaring
t e r plaatse.
Naast de hoeveel heid grondverzet speelt .ook de stabi
1i t e i t
v a n binnen-
en buitentalud een grote
r o l .Bij rivierdijken v o o r a l .
Tenslotte kan worden opgemerkt
d a thet genereren
vaneen dwarsprofiel
b i j nieuwbouw veel sterker spreekt
danb i j verzwaring of vertaling
van een bestaande
d i j k .Dan speelt veel meer welke tekortkomingen
e r z i j n en hoe die het beste opgelost kunnen worden.
Nu enkele maten:
t a l u d
k a n
echter weer een zwaardere
buitentalud helling
van
1:4t o t 1:lO
kruinbreedte zeedijk:
2 à3
m.
kruin r i v i e r d i j k :
7 à 8 m(weg erop).
binnentalud: 1:3.
bui tenberm breedte:
?binnenberm alleen
voor r i v i e r d i j k
i . v . m .s t a b i l i t e i t , breedte en
hoogte bepaald.
Daarop ook
inspectie weg
om
materialen
aan
t e voeren,
- 4 -
Samenstel 1 i nq
Vanwege de g r o t e hoeveelheden m a t e r i a a l d i e n o d i g z i j n v o o r een w a t e r k e r i n g z a l men t r a c h t e n zoveel m o g e l i j k t e r p l a a t s e aanwezig m a t e r i a a l t e g e b r u i k e n . B i j de moderne d i j k l i c h a m e n w o r d t op g r o t e schaal zand t o e g e p a s t . U i t g a n g s p u n t i s d a t aan de b u i t e n z i j d e zoveel m o g e l i j k w a t e r d i c h t m a t e r i a a l w o r d t t o e g e p a s t en d a t de b i n n e n z i j d e i n p r i n c i p e d o o r - l a t e n d i s . D i t om t e v e r h i n d e r e n d a t h e t d i j k p r o f i e l g e v u l d w o r d t met w a t e r en d a t h e t b i n n e n t a l u d door a f d r u k k e n van een b e k l e d i n g o f d o o r u i t z a k k e n o f u i t v l o e i e n e r o d e e r t . B i j g r o t e stuwdammen w o r d t ook wel gewerkt met een w a t e r d i c h t e kern, aan w e e r s z i j d e n v e r - d e d i g d door meer t e r p l a a t s e aanwezig d o o r l a t e n d m a t e r i a a l a l s s t e e n en g r i n d .
De w a t e r d i c h t e b e k l e d i n g aan de b u i t e n z i j d e w o r d t v e e l a l gevormd door k l e i van minimaal een d i k t e van 1 m t o t
op
de k r u i n .Het i s ook m o g e l i j k om een w a t e r d i c h t e b e k l e d i n g van a s f a l t r e c h t - s t r e e k s op h e t zand aan t e brengen. D a a r b i j l e t t e n op verweking van h e t zandpakket onder g o l f a a n v a l en v o o r h e t o p b a r s t e n van h e t a s f a l t a l s g e v o l g van w a t e r d r u k . I n F r i e s l a n d i s ook a s f a l t toege- p a s t op een oude k l e i l a a g ; de meningen z i j n h i e r o v e r nog v e r d e e l d . Het b i n n e n t a l u d i n p r i n c i p e van s c h r a l e r e grond met zonodig een d r a i n a g e o f z e l f s een f i l t e r l a a g a l s de b u i t e n b e k l e d i n g n i e t d i c h t genoeg i s .
D i t s p e e l t v o o r a l b i j r i v i e r d i j k e n , waar de hoge b u i t e n w a t e r s t a n d v e e l l a n g e r aanhoudt. B i j h e t b i n n e n t a l u d i s een d i k t e van 0,6 à 0,8
m
v e e l a l voldoende. D i k t e v o o r a l b e p a a l d d o o r de m o g e l i j k h e i d t o t handhaven goede grasmat i n d r o g e p e r i o d e n .BEPALING;
KRUINNDOGTE
U
I T G A N W U N T
15 DNTAFELHOOGTE
;
I
(ONTWERVPEIL
+
WAAKflODGTE
=
\ a
+
(,
b + ~ +
cl
+CL)
-
a
HOOG7
E
DNTWE'R'PPEìL
Z E E
d/J
(-
ELDNOMIJCHE
RED.
5
K I V I E R
;8
xlO-''/J
-
b BUISTOTEN EN
BUI
-
OSCILLATIES
CALLE€Y
ZEE)
-
c
GOLFOPLDOT
ZEE
WIND:
3 û d s
j
M I N .
:
û,5m
TDT
2%
Ti
V
IE2
? ?
GOLF
OVEPSLAG
-
d
'RELATIEVE
3OJEMbALtNG
e
ZETTING LDYK
+
ONJEIZCROM
TYDENS
LEVENSbUUR
3YKTAFELHûDGTE
+
KLINK
TYJENS
kANLF6
=
AANKGHOOGT€
K(1IUIN
VODRBKLD
1E:REKENlNC VDDR
1ELY
JTAD
LITT
:
INVENTRRldATiE
VltEv METHDDEN
VDOR
DE
XREKENJNG
IMENSELYK
I
-
IKAT\ISLDICHT
NEIBS
-
FUNCTIE
ISTERKTE
II
I
I
NU
IvDhTì
E
I
I i L i C b
ANALYSE
M,%.V.
FOUTENBOOMTfCHNIEK
-{
FAAL MhNS
I
1M
Abt
SJIC
HT
N€
I
IDS
-
FUNCTIE
PDTENTI
EIE
IiENEI GING
I
RAND
VOOR
WAARDEN
1
THEORETI
SCtl
MDbEL
1
STERKTE
'PA'RAM
ETERSI
4
O V f R
SLA C
AFSCHW
v W C
.
Les 62
5 en 6
C o n s t r u c t i e van b e k l e d i n g e n en v e r d e d i g i n g van w a t e r k e r i n g - b e l o p e n (grasmat, s t e e n g l o o i i n g , f i l t e r c o n s t r u c t i e s , a s f a l t )
De b e k l e d i n g van een w a t e r k e r i n g b e l o o p i s een zeer e s s e n t i e e l geheel voor z i j n w e r k i n g . A l s e r o v e r g e p r a a t w o r d t dan denken we b i j n a d i r e c t aan z e e d i j k e n . E c h t e r ook van g r o o t b e l a n g v o o r r i v i e r d i j k e n , boezem- en kanaalkaden en z e l f s d u i n v o e t v e r d e d i g i n g . i n d e l i n g i s t e maken n a a r t o e g e p a s t m a t e r i a a l o f vorm. r i j s h o u t
-
z i n k s t u k g r a s-
grasmat a s f a l t-
g e s l o t e n b e k l e d i n g n a t u u r - o f k u n s t m a t i g e s t e e n-
open b e k l e d i n g k u n s t s t o f-
f i 1 t e r c o n s t r u c t i e sOp deze b a s i s z i j n een a a n t a l c o n s t r u c t i e s t e schetsen. U i t g a n g s - p u n t moet z i j n de noodzaak t o t v e r d e d i g i n g tegen stroom, g o l f o f h a l i n g en de economie.
Daarom a a n s l u i t e n v o o r o v e r z i c h t b i j 3 n o t a ' s van h e t
COW.
E r v a r i n g m e t t a l u d b e k l e d i n g e n deel 1 r i v i e r d i j k e n S-73.086
deel I 1 k e r i n g e n l a n g s boezemwateren en deel I11 z e e d i j k e n S-73.088.
scheepvaartkanalen S-73.087.
B i j een t o e l i c h t i n g p e r t y p e komen w i j h e t volgende tegen: 1. Boezemkaden en scheepvaartkanalen ( b i j l . 1 7 en 18).
a. w e i n i g scheepvaart o f stroom. b. met meer scheepvaart.
c. met g r o t e scheepvaart. 2. R i v i e r d i j k e n ( b i j l . 1 9 ) .
3. Z e e d i j k e n e n / o f s c h a a r d i j k ( b i j 1
.
20).I n de r a p p o r t e n I , I 1 en I11 z i j n v e e l voorbee c o n s t r u c t i e s gegeven d i e men a l s r e g e l n i e t i n tegenkomen. Ook i n h e t "Handboek Oeverbescherm u i t g a v e van de Nederlandse V e r e n i g i n g Kust- en veel voorbeelden.
den van toegepaste leerboeken zo z a l n g s c o n s t r u c t i es I ' ,
0
.Q H
IWelke s p e c i f i e k e ontwerpeisen v o o r de toegepaste m a t e r i a l e n : 1.
-
z i n k s t u k k e n en z o o l s t u k k e n .M a t c o n s t r u c t i e met onder en boven r o o s t e r w e r k van wiepen onder en bovenlaag, t u s s e n l a a g e t c .
Zonodig onderlaag en wiepen vervangen door doek e t c .
-
Gobimatten en andere m a t t e n met betonblokken op k u n s t s t o f d o e k . Met u i t z o n d e r i n g van de Gobimat z i j n deze l a a t s t e c o n s t r u c t i e s t e duur v o o r k l e i n e r e werken vanwege h e t benodigde g r o o tm a t e r i e e l
.
2. Grasmatten-
V o o r s c h r i f t e n voor zaaibed en mengsels v i a r a s s e n l i j s t . Van b e l a n g waar en i n welke omgeving h e t g r a s moet komen en hoe h e t t o e k o m s t i g beheer e r u i t z i e t . E r z i j n meerdere r a p p o r t e n o v e r verschenen. ( Z i e v e r s t r e k t e b i b l i o g r a f i e d i j kbekl edingen).
B i j werkgroep 9a van de TAW i s een r a p p o r t verschenen o v e r
( z i e r a p p o r t ) .
Nog onbekend wat een grasmat kan hebben. N e i g i n g om t e zeggen d a t g o l f h o o g t e van 1 , 5 à 2 m max. i s . Max. t o e l a a t b a r e stroom- s n e l h e i d nog onbekend.
Vanwege beheer l i e f s t 1:3 o f f l a u w e r . M o e i l i j k h e i d i s waar o v e r t e gaan van harde b e k l e d i n g op g r a s .
"beheer en onderhoud van een grasmat op r i v i e r d i j k e n "
3. A s f a l t
-
Verwezen w o r d t n a a r de l e i d r a a d voor de t o e p a s s i n g van a s f a l t i n de lidaterbouw.A s f a l t b e t o n i s d i c h t , g i e t a s f a l t i s meer open, a f h a n k e l i j k van u i t v o e r i n g . G r i n d en z a n d a s f a l t a l l e e n v o o r t i j d e l i j k werk,
s t e e n a s f a l t.
A s f a l t b e t o n , d i k t e v a r i ë r e n d van 35 t o t 10 à 20 cm a f h . van aanval. C o n t r o l e r e n op wateroverspanning
kan geven zonodig f i l t e r c o n s t r u c t i e .
Maar ook gevaar van b e z w i j k e n onder g o l f k l a p p e n en verweking van de ondergrond a l s zand n i e t goed v e r d i c h t i s ( b i j l . 2 1 ) . Een goede o p s l u i t i n g ( t e e n c o n s t r u c t i e ) i s n o d i g maar ook n i e t t e d i c h t wegens gevaar v o o r w a t e r o v e r s p a n n i n g . Ook aan boven- z i j d e goed o p s l u i t e n .
4. Open b e k l e d i n g
-
n a t u u r s t e e n : zand+
k l e i .d a a r o v e r f i l t e r van doek, r i n d , m i j s t e e t k l e i 1 ag?
daarop n a t u u r s t e e n , z o a l s b a s a l t , d o o r n i k s e , l e s s i n e , noorse steen. O p l e t t e n op goede o p s l u i t i n g , zowel boven a l s onder. B i j damwand l e t t e n op wateroverspanning.
-
k u n s t m a t i g e steen.Verwezen w o r d t n a a r de l e i d r a a d cementbetonnen d i jk b e k l e d i n g e n en h e t t o e 1 i chtende r a p p o r t met achtergronden b i j de l e i d r a a d cement- betonnen d i jk b e k l e d i n g e n .
betonblokken, d i r e c t op k l e i o f op u i t v u l l a a g o f f i l t e r l a a g van m i j n s t e e n , g r i n d e t c .
Onzekerheid b e s t a a t o v e r i n v l o e d van deze t u s s e n l a a g op de s t a b i l i t e i t.
-
k l in k e r s l g r a s b e t o n s t e e n .w e r k i n g van wapening van w o r t e l s .
-
P r e p a c t en s t e e n a s f a l t o f f i x s t o n e .-
f i l t e r d o e k , a l o f n i e t a f g e d e k t met g r i n d o f b r e u k s t e e n . Opbouw dus van f i l t e r . Doel i s k e r n m a t e r i a a l t e beschermen i n l a g e n d i e steeds g r o v e r worden t o t d a t ze s t a b i e l z i j n .Les 62
7
1.4. Go1 foploop-beperkende middelen, o p r i t t e n , coupures en doorvoeren van kabels en l e i d i n g e n
I n de v o r i g e l e s i s reeds t e r sprake gekomen d a t een a a n t a l f a c t o r e n de mate van op1 oop b e ï n v l oedt
.
D a a r b i j hebben we vanzelfsprekend a l l e r e e r s t t e maken met de g o l f b e - weging voor de d i j k ofwel welke g o l f t o t op h e t t a l u d kan komen. De h o o g t e l i g g i n g van h e t voorland i s d a a r b i j van belang daar een hoog voorland eventueel de go1 fhoogte beperkt. Bedacht moet w e l worden d a t b i j hogere waterstanden deze i n v l o e d dan b e p e r k t wordt en de g o l f o p l o o p dus r e l a t i e f s n e l l e r kan toenemen dan met de verhoging van de water- stand overeenkomt. Verder moet zekerheid bes taan o v e r de aanwezi ghei d van d i t voorland i n de toekomst en moet ook de volgende g e n e r a t i e
op
de hoogte z i j n van de v e r d i s c o n t e r i n g van d i t voorland i n h e t ontwerp. De g o l f o p l o o p z e l f kan b e p e r k t worden door h e t aanbrengen van e x t r a ruwheid op h e t t a l u d , i n de vorm van r i b b e l s , u i t s t e e k s e l s e t c .
H i e r d o o r worden wel e x t r a krachten op de g l o o i i n g uitgeoefend. E r moet op g e l e t worden d a t b i j een o o r s p r o n k e l i j k ruw t a l u d , d a t
om
bepaalde redenen gepenetreerd wordt o f v o o r z i e n wordt van een g l a d oppervlak, de go1 fop1 oop z a l toenemen.De g o l f o p l o o p kan ook b e p e r k t worden door de aanleg van een berm, w a a r b i j tegenwoordig v o o r a l de stormvloedsberm wordt toegepast. Als deze berm op een t e l a a g niveau i s ontworpen, kan de w a t e r k e r i n g b i j maatgevende omstandigheden wel eens t e k o r t schieten, waardoor een e x t r a g e v a a r l i j k e s i t u a t i e kan optreden. Het vastleggen van de uitgangspunten van h e t o n t - werp i s van g r o o t belang
om
zonodig ook c o n t r o l e op deze uitgangspunteni n de p r a k t i j k t e kunnen u i t o e f e n e n .
Wat b e t r e f t de aanleg van o p r i t t e n b i j d i j k e n v a l t nog op t e merken d a t erop g e l e t moet worden d a t deze d i s c o n t i n u ï t e i t e n i n h e t b u i t e n t a l u d geen g o l f c o n c e n t r a t i e t o t gevolg hebben. Waar m o g e l i j k moeten deze c o n s t r u c t i e s vermeden worden.
We komen nu t o e aan c o n s t r u c t i e s en vreemde elementen i n waterkeringen. De TAW i s vanaf" h e t b e g i n h i e r i n zeer a c t i e f geweest, mede omdat t i j d e n s de Ramp meerdere doorbraken z i j n opgetreden b i j vreemde elementen en c o n s t r u c t i e s .
Onder constructies kan h i e r b i j een onderbreking
i nhet doorgaande
onderdi jkprodiel worden verstaan
w a a r b i jde constructie de water-
kerende functie overneemt.
B i j
een vreemd element kan gedacht worden
aan een lichaam (vloei-
stof-
en gasleiding)
o fn i e t noodzakelijke i n f r a s t r u c t u r e l e voor-
zieningen
i neen waterkering
aan de gewenste s t a b i l i t e i t en deugdelijkheid
van de waterkering.
Door
de
TAW z i j neen
a a n t a l
leidraden opgesteld
voor de beheerder
die
i nhet algemeen afbreuk doen
*/.
1.Leidraad voor ontwerp, beheer en onderhoud van constructies en
vreemde objecten
i n ,op
en
n a b i jwaterkeringen.
Deze leidraad
i s
van toepassing
op:
-rivierdijken
-zeedijken
-duineri
-waterkeringen
langsboezem+
enandere binnenwateren
(met afzonderlijke r i c h t l i j n voor de berekening van
d u i n -afslag
t . g . v .
een stormvloed)
In
deze leidraad
wordt b i jde uitgangspunten over de veiligheid
beschouwingen gegeven over de veil
igheidsnormen de grondmechani sche
aspecten en aspecten van onder- en achterloopsheid en de bestaande
voorschri f t e n en
1
ei draden.
Daarna g a a t de leidraad
i n opconstructies die een onderdeel van de
waterkering vormen, zoals sluizen en gemalen en op welke aspecten
daarbij g e l e t moet worden.
Ook
stalen damwand, kistdammen,
d ijkmuurtjes
akeermuren
en coupures
komen h i e r b i j aan de orde,
I n
grote l i j n e n worden deze constructies
afgeraden.
en objecten die geen onderdeel van de waterkering vormen, dus de
vreemde elementen zoal
s
bebouwing
,
bepl
a n l i n g
,
wegen
op
en n a b i jwaterkeringen, bruggen en kabels
en
lejdingen en kade en aanleg-
'.s
t e i gers.
In deze leidraad
wordt
ook ingegaan
opde constructies
.7,
7,
Leidraden
voor constructies en beheer van vloeistofleidingen resp.
Deze l e i draden geven a l l e r l e i v o o r s c h r i f t e n en overwegingen voor 1 e i dingen en aanwi j z i ngen voor de cons t r u c t i e en de berekeni ngen. Met name de v e i l i g h e i d s c o ë f f i c i ë n t e n s p e l e n h i e r b i j een voorname r o l .
Een h e r z i e n i n g van deze l e i d r a d e n i s t e verwachten na h e t gereed- komen van een nieuwe berekeningsmethode voor s t a l e n l e i d i n g e n op b a s i s van de p l a s t i c i t e i t s t h e o r i e . T o t zolang w o r d t e r uitgegaan van de e l a s t i c i t e i t s t h e o r i e , w a a r b i j grofweg voor t o e 1 a a t b a r e spanningen 2/3 van de gegarandeerde minimum rekgrens w o r d t aange- houden, t e r w i j l daarnaast nog een schadefactor w o r d t gehanteerd, afhankel i j k van h e t beschermde belang.
Les G 2
8 en 9’-,
1.5.
Di jksverhoging en -verzwaring, kantelen, oevervallen en doorbrakenBij de di jksverhoging of -verzwaring
,
c
.q. waterkeri ngsversterki ng moeten we in f e i t e terugn a a r
de verschillende typen waterkering voor het bestuderenvan
de toegepaste methoden.Alleree r s t de zeedijken. Daarbij
z a l
men a l s regel de glooiing in stand willen houden. Verderwordt
veelal getrachtom
het buitentalud flauwer t e maken en t o t grotere hoogte van een harde bekleding t e voorzien. Daar d i t ook veelal oude dijken z i j n , geheel opgebouwd u i t kleiachtig materiaal,
worden ze veelal gespleten b i j de binnenkr u inli jn. Daarna wordt
zand
aangebracht en de oude ontgraven klei vervolgens zoveel mogelijk gebruik t
a l s afdekmateriaal ( z i e b i j l . 2 2 ) . In gevalvan
bijzondere omstandigheden zoals bebouwing aanvoor
o f ach terz ijd e , natuurwetenschappel i jk e waarden e t c . worden h i e r natuur- l i j k ve le r lei variantenop
toegepast.Bij de duinen krijgen we a l l e r e e r s t b i j de duinverzwaring het systeem
van
strandsuppletie, al dan n i e t met opspuiten van een kunstmatige d u i n aan de voorzijde.Ook
aanvulling aan de achterzijde i snatuur-
l i j k mogelijkmaar
zal veelal stu ite nop
problemen b i j de grondver- werving.In
het u i t e r s t e gevalkan
z e l f s een dijk worden gemaakt, aldan n i e t verborgen.
Daarnaast kennen we reeds van oudsher het maken
van
een duinvoetver- sterking ( z ie b i j l .2 2 ) .
Dit i s in principe s l ec h t s toepasbaar b i j een s t a b i e l ekust,
waarbij deze kust natuurlijkook
op kunstmatige wijze s t a b i e lk a n
worden gehouden, b i j v . met suppletie of door het aanleggenvan
hoofden (Delfland). Of een k u s t l i j n s t a b i e l i s moet vaak u i t een opname over meerdere jaren volgen vanwege de langjarige f l u c t u a t i e s ( z i e bi j l . 2 2 ) .Door het COW i s een in v e n ta risa tie van deze duinvoetverdedigingen gemaakt.
Ten aanzien van de veiligheid van een duin
wordt
verwezen naar de leidraadvoor
de beoordeling van de veiligheidvan
duinen a l s water- kering.Bij rivierdijken vindt de versterking veel al aan de bi nnenzi jde plaats ( z i e b i j l . 23). Dit
omdat
veelal de hoogte van de dijk voldoendei s ,
maar n i e t de s t a b i l i t e i t van het binnentalud, d a t vaak t e s t e i l i s . Ook i s de vereiste lengte om piping t e voorkomen n i e t aanwezig, zodat
een berm moet worden aangebracht.
Versterking-met doorlatender materiaal
danvan
de oude
d i j kom
af-
drukken t e voorkomen. Daarbij worden ook wel bijzondere constructies
toegepast
,
z o a l s kwel schermen waarmee op kunstmati ge wijze de
freatische
l i j n i nde
d i j kverlaagd en de waterspanning onder
de afdichtende kleilaag verminderd kan worden.
Bij
de boezemkaden zien we
d a tnaast het ontbreken
van de ver-
e i s t e hoogte vaak ook de s t a b i l i t e i t van het binnentalud n i e t
voldoende verzekerd i s . Het verleggen van de teensloot en het
flauwer maken van het binnentalud i s vaak de beste remedie ( z i e
b i j l . 23) , d a t
echter vanwege de ui termate slechte ondergrond
vaak
problematisch i s .
Ten aanzien van het repareren
van oevervallen en doorbraken
i smoeilijk i e t s algemeens t e zeggen.
Vaaki s men aangewezen
opi mprovi
sa
t ie .
Bij
oevervallen
i shet natuurlijk e e r s t zaak
omde veiligheid
van het achterliggende land t e waarborgen, vooral a l s de
d i j kreeds beschadigd i s . Het vereist veelal een grote hoeveelheid
materiaal
omweer een stevige aanzet voor het onderwaterbeloop
t e krijgen.
Voor
het dichten
na doorbraken kan
beter verwezen worden
naar
dezeer ruime l i t e r a t u u r die verschenen i s na de Ramp
van
1953.Be wijze waarop een doorbraak moet worden gedicht
h a n g theel
sterk af
van de a a r d van de doorbraak, b i j v .
o fe r een stroomgat
i smet eb en vloed of dat na enige
t i j dde stroming
o p h o u d ta l s het
achterliggende gebied i s volgelopen.
B i j
stroomgaten kan men denken aan het vastleggen
van de bodem
en
danopstorten
a l dann i e t met een kabelbaan
o fschepen of een
s l u i t i n g
m.b.v.caissons. Ook het dichtspuiten i s n i e t onmogelijks
mede door de sterk vergrote capaciteit
van de moderne zandzuigers.
Bij rivierdijken heeft men veelal met een diepe ontgrondingskuil
t e maken,
waar
men in e e r s t e i n s t a n t i e om heen
z a lgaan (wiel)
en wel over de uiterwaard a l s die aanwezig i s ,
d a a r
hiervan
i
Les G2 10 en 11
1.6. Dijkbewaking, b u i tengewone r i v i e r c o r r e s p o n d e n t i e , stormvloedwaar- schuwingsdienst, o p t r e d e n b i j c a l a m i t e i t e n
Ten aanzien van hoogwater d a t de w a t e r k e r i n g e n b e d r e i g t , hebben we e n e r z i j d s t e maken met de zee en a n d e r z i j d s met de r i v i e r e n .
Voor de zee b e s c h i k t Nederland s i n d s 1921 o v e r een zekere waar- s c h u w i n g s s t e l s e l , z i j h e t i n de b e g i n j a r e n op z e e r eenvoudige w i j z e e n z e e r b e p e r k t van omvang. I n de l o o p d e r j a r e n i s d i t uitgebouwd en i n 1953 t i j d e n s de Ramp hoogwater fungeerde d i t s t e l s e l ook, z i j h e t a l l e e n met een waarschuwing d a t e r g e v a a r l i j k hoogwater was t e verwachten, maar n i e t i n welke mate. D i t w a a r s c h u w i n g s s t e l s e l g i n g u i t van h e t KNMI.
Na 1953 werd de noodzaak van een b e t e r waarschuwingssysteem gevoeld en de o r g a n i s a t i e werd opgedragen aan de d i r e c t i e Waterhuishouding e n Waterbeweging van de R i j k s w a t e r s t a a t en v e r d e r i n nauwe samen- w e r k i n g t u s s e n h e t KNMI en de PTT. D a a r b i j v o o r s p e l t h e t KNMI m.b.v.
rekenmodellen de v e r h o g i n g van de w a t e r s t a n d t.o.v. h e t astronomisch g e t i j en waarschuwt zonodig ca. 10
uur
voor h e t b e t r e f f e n d e hoogwater de RWS. H e t waarschuwingsbureau kan dan zonodig b e z e t worden en be- s l i s s e n o v e r waarschuwingstelegrammen voor v e r s c h i l l e n d e s e c t o r e n van ons l a n d met v e r m e l d i n g van t i j d s t i p en a f w i j k i n g t . o . v . a s t r o n o - m i s c h g e t i j . Ook de PTT w o r d t t i j d i g gealarmeerd, z o d a t ook daar v o l - doende b e z e t t i n g aanwezig i som
de stroom van telegrammen door t e geven.Omtrent de v e r d e r e o p z e t van w e r k w i j z e kan verwezen worden n a a r de
Ook voor h e t hoogwater van de r i v i e r e n i s e r een Waarschuwingssysteem. D i t i s gekoppeld aan de d a g e l i j k s e b e r i c h t g e v i n g w a a r b i j de hoog- w a t e r b e r i c h t g e v i ng w o r d t toegevoegd aan de r a d i omededel i ngen van
i e d e r e ochtend. D a a r b i j w o r d t eveneens een v e r w a c h t i n g o p g e s t e l d aan de hand van de verkregen gegevens u i t h e t b u i t e n l a n d . De grenzen z i j n voor R i j n a f v o e r met een s t a n d t e L o b i t h van meer dan NAP
+
15.00rn
en voor de Maas met een s t a n d t e M a a s t r i c h t van meer dan NAP + 45.00
m.
B i j d r e i g e n d gevaar kan dan v e r d e r nog de Buitengewone R i v i e r -
c o r r e s p o n d e n t i e worden i n g e s t e l d . D a a r b i j kunnen ambtenaren van R i jk s - w a t e r s t a a t op l a s t van de M i n i s t e r i n h e t b i j z o n d e r t o e z i c h t houden op de d i j k e n . D i t op grond van de W a t e r s t a a t s w e t 1900.
7.
n o t a WW-WH-80.12.I n
z o ' n geval komt h e t gehele apparaat van waterschappen,
provincies en Rijkswaterstaat
e r
aan
t e
pas
enwordt op uitge-
Les
G21 2
1.7.
Bewaking
van
de hoogteligging, het vastleggen
van
gegevens
van
dijken
Zo op het eerste gezicht i s controle op de hoogteligging
van
een
waterkering het belangrijkste aspect b i j
h e t
beheer, naast toezicht
op
de u i t e r l i j k e s t a a t
van
de kering. W
hebben echter a l gezien
e
d a t
b i j het ontwerpen
van
een waterkering zowel uitgegaan wordt
van
de ui twendige omstandigheden als
van aannamen
omtrent
h e t
gedrag
van de kering
b i jdeze omstandigheden.
Aan
het nauwkeurig Vastleggen
van
deze gegevens en toegankelijk
en
p a r a a t houden ontbreekt
h e t
nogal eens.
Zo
i s het uitgangspunt veelal een maatgevende waterstand. Waar i s
deze waterstand
op
gebaseerd en i s die soms
na
verloop
van
t i j ddoor
bepaalde omstandigheden veranderd?
Wat
waren de ui tgangspunten
b i j
de bepaling
van de golfoploop waarmee in
het ontwerp
gerekend
i s ?
Isde beperkende
f a c t o r
van
een hoog voorland
ofde luwte
van
een eiland nog wel aanwezig?
Ofheeft zich j u i s t een diepe geul
ontwikkeld waardoor de zeegolven verder door kunnen dringen?
Ofi s
meerdere kennis verkregen over het optreden
van
bui-osci
1l a t i e s ?
Deze gegevens zijn n a t u u r l i j k niet al
hoogte
maar
ook
voor
deaanval en dus
bekledingsconstructie.
Maar
ook andere factoren moeten in de
yoor
de s t a b i l i t e i t
van
binnen-
en
bu
een
van
belang
voor de k r u i n -
de benodigde sterkte
van
de
gaten worden gehouden. Zo
i stentalud de waterspanning
i n
het grondpakket
van
belang. Deze kan beTnvloed zijn
door
be-
schadiging
van
afdekkende c.q. waterdichte lagen, onder meer door
graverij
van
dieren.
Maar ook door ontgronding in een uiterwaard
waardoor
het intreepunt voor het water
i nhet z a n d p a k k e t onder de
kleilaag dichterbij i s gekomen,
wat
een hogere freatische
l i j nt o t
gevolg
k a n hebben.
Ookde benodigde lengte
omgevaarlijke zandmee-
voerende wellen t e voorkomen, k a n hierdoor beinvloed worden.
I n