• Nie Znaleziono Wyników

IJsverslag: Winter 1970-1971

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IJsverslag: Winter 1970-1971"

Copied!
16
0
0

Pełen tekst

(1)

IJSVERSLAG

WINTER 1970-1971

UITGEGEVEN DOOR DE RIJKSWATERSTAAT

BEWERKT DOOR DE DIRECTIE WATERHUISHOUDING EN WATERBEWEGING AFDELING HYDROMETRIE STAATSUITGEVERIJ - 'S-GRAVENHAGE - 1972 M:l3fiant 4·6 8224 AC Postbus 17 8200 AA Lelystad

(2)

Inhoud

Voonvoord • 1 Algemeen overzicht . 2 Ifsbczetting en scheepvaartmogelijkheden. 3 Werking ijsberichtendienst . " 2 3 11 15

Voorwoord

t , Met het verschijnen van dit verslag over de winter 1970-1971 wordt de publikatie van de jarenlange reeks ijsverslagen voortgezet.

Ook dit verslag geeftweer een documentatie van deijsbezetting, voor zover van belang voor de scheepvaart. De documentatie bestaat uit tabellen, overzichten, beschrijvingen en toelichtingen, ten einde deze gegevens beter toegankelijk te maken ten behoeve van de scheepvaart, de ijsbe-strijding en het beheer van de openbare wateren.

Het verslag is samengesteld door de afdeling hydrometrie van de Rijkswaterstaat.

De meteorologische gegevens zijn ontleend aan de "Maandelijkse overzichten der weersgesteld-heid", publikatie 94a van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

Ook werd gebruik gemaakt van gegevens van de Ilsberichtendienst van de Rijkswaterstaat. Het hoofd van de afdeling hydrometrie directie Waterhuishouding en Waterbeweging

" t

2

(3)

._-_._---1

Samenvatting

Algemeen overzicht

Deze winter was aan de warme kant. Alleen de laatste tien dagen van december, de eerste week van januari en de maand maart waren kouder dan normaal.

Twee ijsperioden, met in de eerste periode ijsvorming op alle vaarwegen en in de tweede periode ijsvorming in het noorden van het land en op het Llsselmeer. Op de grote rivieren is geen ijs voorge-komen.

De scheepvaart ondervond vrij veel hinder van het ijs.

November Deze maand bracht veel zacht weer en was aan de zonnige maar ook aan de natte kant, vooral ten

noorden van de grote rivieren.

De maand begon met depressieactiviteit. Hierbij werd betrekkelijk warme lucht aangevoerd. In de nacht van 5 op 6 november daalde de temperatuur tijdens opklaringen in het binnenland tot 3 à 6 "C, De volgende dag nam de wind in sterkte af en verminderde de buienactiviteit. 's Nachts daalden de temperaturen tot even boven het vriespunt en ontstond plaatselijk mist, die op 7 november overging in laaghangende bewolking. In de nacht van 7 op 8 november daalde de temperatuur in het binnenland tot beneden het vriespunt. Op 8 november ruimde de wind, in kracht toenemend naar het zuidwesten op nadering van een depressie nabij IJsland. Door het passeren van het frontensysteem hiervan steeg de temperatuur belangrijk en viel er regen. Achter dit front werd met stormachtige noordwestelijke wind polaire lucht aangevoerd, waarin vele buien tot ontwikkeling kwamen, sommige met hagel en onweer.

Na het wegtrekken van de depressie volgden enige dagen met somber regenachtig weer. In de namiddag van 12 november passeerde een koudefront, waardoor polaire lucht toestroomde waarin plaatselijk buien met hagel en onweer. Droog en zonnig werd het op 13 november; de temperatuur steeg tot 8 à 10 "C om in de nacht tot even boven het vriespunt te dalen. Op 14 november werd de wind in ons land zuidelijk met veel bewolking en enige regen. In de nacht daalde de temperatuur in het binnenland plaatselijk tot even onder het vriespunt. Hierna volgden enige dagen met depressie-activiteit en zacht weer.

Op 20 november stroomde koudere lucht toe door het passeren van het frontensysteem van een depressie boven de Britse eilanden. 21 November klaarde het weer op en werd het zonnig. In de nacht daalde de temperatuur op sommige plaatsen weet tot nabij het vriespunt en ontstond op vele plaatsen mist. Het warmtefront van een depressie ten zuidwesten van de Britse eilanden trok op 23 november over ons land met enige regen. De volgende dagen werd het weer beheerst door een krachtig hogedrukgebied boven Oost-Europa. Met een zuidelijke luchtstroming werd droge lucht aangevoerd waarin de temperatuur overdag 12 à 14°C werd en in de nacht tot even boven het vriespunt daalde. Op 27 november kwam de temperatuur op een wat lager niveau. De maand eindigde met depressieactiviteit, waarbij de temperaturen weer wat hoger werden. ' December bracht de eerste drie weken veel zacht weer doch was door de vorstperiode in de rest van de maand gemiddeld aan de koude kant.

De aan het eind van de maand november heersende depressieactiviteit zette zich voort in december. De overdagtemperaturen werden 8 à 9 °C; 's nachts daalde de temperatuur in opklaringsgebieden tot ca. 3 °C. Het weer had tot 8 december een wisselend karakter. Vanaf deze datum brak een periode met rustig weer aan, daar ten westen van de Britse eilanden een krachtig hogedrukgebied was ontstaan. De wind werd zwak noordoostelijk en het was vrij zonnig.

Het hogedrukgebied verplaatste zich op 9 en 10 december langzaam naar Centraal-Europa. Het weer was daarbij in ons land zacht en somber met van tijd tot tijd wat motregen.

Op 11 december ruimde de wind naar het zuidoosten en stroomde iets koudere en drogere lucht toe en klaarde het op. In de nacht daalde de temperatuur op vele plaatsen tot enkele graden onder het vriespunt. De wind ruimde op 13 december naar het zuidwesten en werd wat warmere en vochtige lucht aangevoerd. Daarna ruimde de wind verder naar het noordwesten, waardoor

(4)

voer van iets koudere en onstabiele lucht. Het centrum van het hogedrukgebied boven de Golf van Biscayc verplaatste zich op 15 december naar Frankrijk. De wind werd zwak en tijdens opklaringen in de nacht van 16 op 17 december daalde de temperatuur op sommige plaatsen tot enkele graden beneden het vriespunt. Het rustige en vrij zachte weer handhaafde zich tot 21 december. Achter een koudefront stroomde met krachtige noordwestelijke wind koude onstabiele lucht binnen, waarin naast opklaringen vele buien voorkwamen, sommige met hagel of sneeuw. Op 22 december werd de stroming noordelijker met sneeuw- en hagelbuien in de kuststreken. Overdag kwam de tempera-tuur niet hoger dan 5°C, 's nachts vroor het reeds licht tot matig.

IJsperiode A Op 24 december werd de wind noordoostelijk. Af en toe viel wat lichte sneeuw bij lichte vorst overdag

en lichte tot matige vorst in de nacht, Een lagedrukgebied boven Centraal-Europa breidde op 28 december zijn invloed naar ons land uit. Hierbij nam de wind toe en viel er af en toe sneeuw bij lichte

vorst. In de nacht I'On30 op31december kwam bij zwakke noordoostelijke wind op veleplaatsen in het

binnenland strenge vorst roor.

Januari Deze maand was ondanks de zeer koude eerste week gemiddeld aan de warme kant.

Het koude weer, waarmee de vorige maand eindigde, zette zich voort. Te Eelde werd op 1januari

zelfs -21°C gemeten. Tegen de middag arriveerde een trog boven de Noordzee en stroomde uit

westelijke richtingen wat minder koude lucht binnen. Het weer bleef mistig en er viel sneeuw bij lichte vorst. In het kustgebied dooide het op 3 januari licht, doch toen op 4 januari boven

Centraal-Europa een hogedrukgebied was ontstaan vroor het wederom in het geliele land. In de nacht I'On5op

6 januari daalde de temperatuur plaatselijk tot -16°C.

-Op 7januari viel de dooi in. Door een krachtige zuidwestelijke borenstroming kon het warmtefront

van een depressie nabij Llsland ons land bereiken. De temperaturen stegen tot4 à 7 °C.Na regen en

mist klaarde het op in de avond van 8januari. De temperaturen daalden hierbij tot om het vriespunt. Van Spanje tot in Rusland strekte zich nu een gordel van hogedruk uit, zodat een periode met rustig,

zacht en vrij zonnig weer aanbrak. In de nacht I'On9januari vroor het in het binnenland licht. Op 10,

l l en12januari was het droog en vrij zonnig met 's nachts temperaturen om het vriespunt, overdag

plaatselijk oplopend tot 8à9°C.Later werd de wind zwak en ontstond vooral in het kustgebied veel

mist,' 's nachts vroor het in het binnenland licht,

Op 15januari viel er enige regen en motregen en op sommige plaatsen ontstond mist. De tempera-tuur varieerde overdag tussen 4 en 6°C. Depressies op de oceaan begonnen nu wat meer vat te krijgen op het weer in ons land. Er volgden enige dagen met regen en krachtige wind. In de avond van 28 januari kwamen in het kustgebied enkele onweersbuien voor. De temperatuur steeg overdag tot 6 à 8 °C. In het zuiden werd zelfs op 23 januari 11°C bereikt. In de nacht van 23 op 24 januari en in de ochtend van 26 januari was de wind stormachtig. Op 29 januari nam de wind sterk in kracht af en vormde zich op sommige plaatsen mist. Tijdens opklaringen daalden de temperaturen tot om het vriespunt. Een depressie, die van het Kanaal naar de Noordzee trok, bracht op 30 en 31 januari nog vrij veel regen en motregen.

-Februari

4

Deze maand bracht veel zacht weer en was daarbij aan de sombere en aan de droge kant. De maand begon met koud weer. De temperatuur werd overdag slechts 3à4°C.Een hogedruk-gebied breidde intussen zijn invloed naar het vaste land uit. Op 2 februari was het weer droog en zonnig, terwijl op 3 februari de temperaturen overdag bij noordwestelijke wind 7à 8 °C werden. Daarna volgden enige dagen met zacht en somber weer, terwijl bij wind uit noordelijke richtingen van tijd tot tijd lichte regen én motregen viel. Door het zich verplaatsen van het hogedrukgebied naar Frankrijk kwamen op 8 februari opklaringen voor, waardoor de temperatuur op sommige plaatsen een waarde van zelfs 10°Cbereikte. De wind draaide naar het zuidoosten, doordat het gebied van hogedruk zich op 9, 10 en 11 februari naar Polen verplaatste. De temperatuur kwam op een wat lager niveau, maar het bleef somber en droog. In de ochtend van II februari daalde de temperatuur tot om het vriespunt; later op de dag brak de zon door. Oceaandepressies kregen nu vat op het weer in ons land. Er volgden enige dagen met buiig weer. De temperaturen overdag bleven op een niveau van 7à8 °C. Op 16 februari viel op sommige plaatsen nog wat regen, maar er kwamen ook opklaringen voor; in de nacht vroor het licht.

(5)

De buienactiviteit nam op 22 februari af toen het hogedrukgebied boven Spanje zijn invloed naar het noorden had uitgebreid. Een afzonderlijke hogedrukkern boven Bretagne beheerste van 22 ... 25 februari het weer in ons land. 's Nachts vormde zich misten vroor het licht. Toen het hogedruk-gebied zich op 26 februari wat naar het zuiden had verplaatst, trok opnieuw een koudefront met lichte sneeuwbuien uit het noorden over ons land. De wind ruimde naar het noordoosten en voerde koude lucht aan. Ook op 27 en 28 februari kwamen naast opklaringen lichte sneeuwbuien voor. 's Nachts vroor het licht tot matig; overdag waren de temperaturen omstreeks het vriespunt.

Maart Een koude en sombere maand.

lJsperiode B Langs de oostflank van een rug van hoge druk, die zich van Noord-Scandinavië naar het zuidwesten

uitstrekte; werd in het begin van de maand koude lucht aangeroerd. Aanvankelijk vroor het licht tot

matig. Op2maart bracht eenfront uit het westen eenflink pak sneeu\\', waarbij de wincl tijdelijk naar

het zuidoosten ruimde. 3 Maart vond echter bij noordoostelijke wind hernieuwde aanvoer plaats van koude lucht, waarin opklaringen voorkwamen. hl de nacht vroor het matig tot streng. Vooral langs de kust vielen op 4 maart nog sneeuwbuien bij lichte vorst overdag, maar' s nachts huiverde ons land

onder strenge vorst; plaatselijk daalde het kwik zelfs tot -17à-19°C. In de namiddag Vall 7 maart

steeg de temperatuur tot even boven het vriespunt, behalve in het zuidoosten. Tegen de avond begon de hemel op de nadering van een warmtefront uit het noordwesten te betrekken. In de nacht vroor het slechts licht, alleen in Zuid-Limburg daalde de temperatuur tot -11°C. Langzaam trok het warmte-front op 8'maart met enige sneeuw, regen en motregen over ons land, waarmede een einde kwam aan

de koude periode.

De inmiddels zuidwestelijk geworden wind ruimde naar het noordwesten. De temperatuur steeg overdag tot waarden van omstreeks 6°C,om 's nachts in het oosten van het land tot even onder het vriespunt te dalen. Naast opklaringen kwamen op enkele plaatsen hagel- of sneeuwbuien voor. Op 12 maart werd de wind weer zuidwestelijk. De temperatuur bereikte waarden van 8à 10 "C; op 14maart werd zelfs 11°Copgemeten. Daarna volgden enige dagen met depressieactiviteit. De aanvoer van zachte lucht bleef aanhouden. In het zuidoosten werd op 18 maart 13à14°C gemeten. In de loop van de dag van 22 maart trok een koudefront met enige lichte regen' uit het noordwesten over ons land en kwam de temperatuur niet boven 7 °C. Daarop volgden opklaringen en vroor het in de nacht licht. De wind kromp op 23 maart naar het noordwesten; het weer was droog met zonnige perioden. Daarna werd onstabiele lucht aangevoerd met op 25 maart buien met een tijde-lijke krachtige westenwind. De wind ruimde op 27 maart naar het noorden, onder invloed van een depressie, die van het noordwesten boven Denemarken arriveerde. Tijdens opklaringen vroor het 's nachts licht. Op 28 maart kwam aan de buienactiviteit een einde. Een hogedrukgebied breidde zich oostwaarts uit. Hierdoor was het op 29 en 30 maart droog weer met volop zon. Overdag steeg de temperatuur bij oostenwind tot 10à12°C, om 's nachts tot om het vriespunt te dalen.

Samenvatting Een overzicht van de winter geeft figuur 1.

De gemiddelde temperatuur in de maand maart was lager dan normaal, terwijl in de maand december de gemiddelde temperatuur slechts 0.3 graad beneden de normale temperatuur was. In de maanden november, januari en februari was de gemiddelde temperatuur hoger dan normaal.

Een overzicht van de maandelijkse afwijkingen ten opzichte van de over een tijdvak van 30 jaren'

(1931-1960) berekende normale waarde geeft onderstaand staatje:

maand Den Hc1der Eelde De Bilt Vlissingen vliegveld gemiddelde

Z-Limburg van deze 5 stations

november 1970 1.1 1.3 1.6 1.6 2.2 1.6

december 1970 0.3

-o.s

-o.s

-0.2 -0.9 -0.3

januari 1971 0.3 0.3 0,6 0.4 1.1 0.5

februari 1971 1.9 2.3 1.8 1.8 1.4 1.8

maart 1971

-o.s

-IA -2.3 -1.3 -3.0 -1.8

Afwijkingen in graden Celsius van de gemiddelde maandelijkse temperatuur

(6)

UI ::> in

10

...

w u o

NOVEMBER DECEMBER 1970 1971 . JAN UARI FEBRUARI MAART

1

5 10 15 20 ·25 30 5 10 15 20 25 30

I

5 10 15 20 25 30

I

5 10 15 20 25

I

5 10 15 20 25 30

.1

0

I

C

IUILU

..

~~~7~g~D~

LUCHTTEM PERATUUR

I

.J

l

I , , .. :< ,1;1: ::.;;. ~ ,'

...

I '

.,.

" MINIMUIA

.

I

1

III1111

~

I

B

1

0\ ::> 0( ..Q ~IO'O E :z

:; :::1020

",N

~ ...1000

c~ :r 0 9S0 u -::>w .... ~ 960 w :J: 9'0 ffi

~ -10

ee C>

-20

!

20mmTTmmlTlTmlTlTmlTlTml1lTmmlTTTmnTTmnlTml1rrm-v.~ii=~r;~ïTmmTI;~~:;:;:;=;;~:;:;:;~~;~~;~~~~~~~~~~

C>

~ 10m.1t:trtt111itr~tf1:ttttlHiitttmitttttiittttHHitttHHiitttlHiitttH1ttttH1tttl-H1tH+tlli~-Htf-Hi4t+tl+l~1t1-~~-I+~~+ttl-W-l-U41-W-U4t-UU-l+1-llU

~ 0 SNEEUW

I

IX

'"

,z 00:: z:J: ~~ ""

Figuur 1 Meteorologisch overzicht naar waarnemingen te De Dilt

5 •

!~

NOVtMatft cretlol8tllt 1170 tUI JANUARI FEBRUARI NAART

.

.

.. , 8~"

..

..

.

.. ..

..

..

..

.

..

.

..

.. ..

.

..

8

..

..(I.'

.. ..

..

TEMPERATU UR TE DE DI , , GEMIDDELD , ,

....

~..

.

1 ~ , ,

f

, I

[

~ MINIMUM 1 : 1

à

1111111111 I~I , /

..

..

~ ... DI UlID ...n

I

I .... __ ud'lEiIi

(7)

Een gedetailleerd overzicht van het aantal vorst- en ijsdagen gedurende november toten met maart voor de vijf hoofdstations wordt weergegeven in onderstaand staatje:

weerstation november1970 december1970 januari1971 februari 1971 maart1971 totaal vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs- vorst- ijs-dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen

Den Helder 1 0 10 2 9 2 7 0 8 5 35 9 Eelde 3 0 14 6 15 5 12 2 16 6 60 19 De Bilt 0 0 15 7 15 4 12 0 17 5 59 16 Vlissingen 0 0 9 5 7 4 3 0 8 3 27 12 vliegveld Zuid-Limburg 0 0 17 8 12 6 11 16 7 56 22

Overzicht van het aantal vorst- en ijsdagen (vorstdag: minimumtemperatuur onder 0"C)

. (ijsdag : maximumtemperatuur onder 0"C)

Het aantal zeer koude dagen, d.w.z, dagen waarin de minimumtemperatuur meer dan 10 graden onder 0 oe daalde, bedroeg voor

Eelde De Bilt Z-Limburg

december januari maart 2 4 3 2 3 4 1 2 5

De laagste temperatuur in deze winter werd gemeten te Eelde op 1 januari, nl.-21.0 oe.

Tot slot een overzicht van de hoogste en laagste temperaturen van de winter 1970-1971.

1970-1971 maand: .

hoogste temperatuur laagste temperatuur

plaats datum °C plaats datum °C

november 1970 december 1970 januari 1971 februari 1971 maart 1971 Maastricht 24 november 17.2 Kapel1ebrug 3 december 11.9 Maastricht 23 januari· 13.1 Maastricht 11 februari 10.7 Eindhoven 18 maart 13.9 Leeuwarden' 8 november - 5.5 Gemert 31 december -15.2 Eelde 1 januari -21.0 Twenthe 28 februari - 9.6 Wageningen 7 maart -18.7 Overzicht van de hoogste en laagste temperaturen gedurende de winter 1970-1971

(8)

IJsbezetting en scheepvaartmcgeläkheden op de kanalen

8

december 1970 Ijanuari 1971

4!25126!2712s1z9IJoIJIIII 21 JI 41 51 61 71 si 91101"IIZIIJI14iJ51161171ISI19120121Iz"

A. Groningen, Friesland, Drenthe, USPERIODE A

Overijssel

a. Grote kanalen

ç

'~'t"

T

JL,

JlJ

I. Eemskanaal .

Z. Win.schoterdiep ç L L F FD B B A

J. Van Starkenborghkanaal .0 B C OlQ:.o, 1;1 B B B BIBB -Ö·Ö ·Ö Ö·Ö B A

4. Prinses Margrietkanaal ~ C_Gf f frf~l1

~~~~h~r~

~n~UO.ff ~L LF,1;1.1;1I?

f4

5. Johan Frisokanaal . CIOO~M F'MMMMMMMMM~GGGM MIMM MMG !jI?1: 6. Van Harinxmakanaal:

Harlingen-Leeuwarden

C~1~r~_~~~lG~felf~f~ ~

ttf -;

I?_I?B B B B BBA

Leeuwarden-Fonejacht CO F FIFFlG FlFIFF L L L L L F~F F FFD J~

-!!~

7. Houkesloot .. ç:V

f

~r!

~iMM'Mf-f.

MIM MMM M

f f

~ï=n

F_frA

8. Noordwillemskanaal

o

M MMMMMMIMM MIMMMMfMM MMM MMM M M!o'

9. Drentse Hoofdvaart: MMIM Assen-Spiersbrug OM MM MM MM MM MM MM MM MM MM MM M~ Spiersbrug-Meppel . G MMM MM MM MM MM M MD 10. Meppelerdiep lJ

jl~I,~~:~

tr

M M ML F F F F A

IJ. Zwarte Water . ,M ,MMi;

-f

U .f/!

IZ. Zwclle-Hsselkanaal .

IJ. Twentbekanalen.

Zutphen-Enschede . I?Q QDI?Q DQQ .P..P.D D BB BB A

Zijtak naar Almelo.

'~~~f,'

LG G

ç

p~IÏA.P. Q I?~

:R

.I?-Q I? .I?A

b. Overige kanalen J!.ççG OGGMMM MM M M MM M MM M M M M MM Mg gg J;

B. Noord-Holland, Zuid-Holland,

Utrecht, Gelderland

a. Grote kanalen

I. Noordzeekanaal .

2. Zaan. J!.I?p-.I? G D I? I? F_L~LD P-P P~ DB BB BA

J. Noordhollands Kanaal

s

I?DC DG

G

_G.G-p LL

In

DD EE -Ë E P-P ~

4. Balgzandkanaal p-Qg

_H

.Q.QM M MM

gQ

~üj

Qg

y(

PP- D

5. Noorderbuitenspaame en

Zijkanaal C . . ... BB MM 1:.12 .P.,R BB BA _C

s::

~~ .A

6>. Vaarweg Amsterdam-Rotterdam via Gouda: Schinkel, Ringvaart v.d.

Haarlemmenneerpolder, Heimans Wetering, Oude Rijn Gouwe en

Hollandse IJssel

.ç.ç

A.P. .9GG G _L.~.1:.!II.!J.!IJ' PR PR PP PiJl

eI!

~

6b. Vaarweg Amsterdam-Rotterdam via Leidschendam: Schinkel, Ringvaart

v.d. Haarlemmermeerpolder , Zijl, Rijn-Schiekanaal, Delftse Schie en

Delftse Vliet.

J'.f)" MM MF ..FM

M~

_LJ' JE J!:I PP PP IJl

cl2

7. Amsterdam-Rijnkanaal: Amsterdam-Wijk bij Duurstede

Wijk bij Duurstede- Tiel DBA

8. Merwedekanaal S::I-!!BC GG gGG G

a'tli9

g 9M MM MM MG 9 PIQ

9. Amstel-Drecbtkanaal .

.c c

QQ

99

GGGMMMMM MM MM MM Mf DO

10. Hartelkanaal C BB

-a-a·a

D D BIAI

~.J

11. Afgedamde Maas B S::IQQJJ-J.,M~flJ4.L.L_L.kl: fP PP

IZ. Kanaal van Sint-Andries. BB'

IJ. Maas-Waalkanaal B BB B BPIP.lP.i~~

b. Overige kanalen en randmeren .I'S:: P9 92 209 99 IMMM MM M9 99 9!' .1'.1' ff Pi.!!.É

C. Zeeland, Noord-B ra bant, Limburg

a. Grote kanalen

I. Kanaal door Walcheren

2. Kanaal door Zuid-Beveland .

J. Kanaal Gent-Terneuzen 4. Axelse Sassing . 5. Donge DDDMELKFLHDDDDDBA 6. Markkanaal . -~b~~i~~~~bl~~bill~BA 7. Wilhelminakanaal Pj'9'~f9919QG1GPI?1~~~1? I?I?~ 8. Dieze . P!?r~~ 9. Zuid-Willemsvaart: 's-Hertogenbosch-Helmond

"l"~~~iggK~~Kïg~~~~~~~gl

1?J;l Q Helmond-Nederweert-Belg. grens. BB B!

JO. Kanaal Wessem-Nederweert .

mil

j~rv'TJïr""

11. Julianakanaal

b. Overige kanalen çç çç~P~P~~~~~~~:~GJEfllil?~~1?1? I,)B

eI!!

I I I I geen letter betekent blank water

(9)

Figuur 4

I

maart 1971 ~_G~ ~Lq~ USPERIODE B BBCCgBA I~JG FA G.\j-q=QllA

~~~H

B B(nl~

i-E~gMM912~

iE

DM G!1~ LJ<~~~~~ BBBA

Verklaring van de lettercode:

i!!

BA

j1

A blank water B licht drijfijs

C licht vast ijs

D middelzwaar verspreid drijfijs E middelzwaar opeengepakt drijfijs

F middelzwaar drijfijs in geul of slop

G middelzwaar vast ijs H zwaar verspreid drijfijs

K zwaar opeengepakt drijfijs L zwaar drijfijs in geul of slop M zwaar vast ijs

N ijsdam of kruiend ijs

o verdwijnend ijs, niet meer hinderlijk

lil B B B B B D D D B, B A

1- T

TTT

__ goed bevaarbaar _ _ _ _ vrij goed bevaarbaar - - - - -. moeilijk bevaarbaar

(10)

I-l

<:>

VAARWEG DECEMBER 1970 1971 JANUARI MAART "'OEIUJ ONOe:-

RAPII3-OCVAÄi>VAA~ TOTAAL

15 20 25 30 I 5 10 15 20 25 30 1 5 10 15DAAR BAAR NUMMER

1 EEMSKANAAL

-

-

-

-2 WJNSCHOTERDIEP

-

20

-

20 1 3 VAN STARKENBORGHKANAAL 2

-

2 13 4 PRINSES MARGRIETKANAAL 14

-

14 3 5 VAN HARINXMAKANAAL 11

-

11 4 6 MEPPELEROJEP 4 5 9 6 7 ZWARTE WATER 5 4 9 7 8 ZWOLLE-~SSELKANAAL

-

-

-

-9 TWENTHEKANAAL lEEFDE-ENSCHEDE) 1

-

1 15 10 NOORDZEEKANAAL -

-

-

-11 ZAAN 1 - 1 16 12 NOORDHOLLANDSKANAAL 6 1 7 10 13 DELFTSE SCHIE

-

- -

-

\ 14 R~N-SCHIEKANAAL 3

-

3 11

15 LEIDEN-OUDE WETERING~R~~~'::;;~~~'rcite~~ih, 6 3 9 8

16 ROTTERDAM-ALPHEN(HOLLAN"E ~'SEL EN GO\NiEI 3 - 3 12

17 ALPHEN-AMSTERDAM r.~'~:;"~~~~~K~~AAL 2 16 18 2

18 ALPHEN-AMSTERDAMt'A....

"~~~~:r.~:~~~;~[.~~~

3 4 7 9

19 AMSTERDAM-R~NKANAAL

-

-

-

-20 MAAS-WAALKANAAL

-

-

-

-21 KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND

-

-

-

-22 KANAAL GENT-TERNEUZEN

-

-

-

-23 WILHELMINAKANAAL 11

-

11 5

24 ZUID-WILLEMSVAART

-

-

-

-25 KANAAL WESSEM-NEDERWEERT 2

-

2 14

26 JULIANAKANAAL

-

-

-W2i2'W7fl07,r:l MOEIL~K BEVAARBAAR

"'h'. < <d A ONBEVAARBAAR

(11)

2

IJsbezetting en scheepvaartmogelijkheden

,

Figuur 2 (zie blz. 6) geeft door middel van een kromme van dagelijkse gemiddelde en minimum-temperaturen te De Bilt een globaal beeld van het verloop van de winter. Deze gegevens zijn ont-leend aan figuur 1. Tevens isaangegeven de duur van de ijsbezetting op de voornaamste wateren. Deze winter bestond uit 2 ijsperioden, nl. van 25 december tot en met 25 januari en van 4 maart tot en met 10 maart. De langste perioden dat er ergens op de vaarwegen ijs voorkwam, waren van 24 december tot en met 29 januari en van4 maart tot en met 13 maart, dit is respectievelijk 37 en

10 dagen, totaal 47 dagen.

In onderstaand staatje zijn de tijdvakken aangegeven waarin ijs op de kanalen, de randmeren en het IJsselmeer optrad.

De kanalen zijn hierbij ingedeeld in groepen van provincies.

Kanalen totaal

Friesland

}

24 december oo. 26 januari 34 d,

Groningen

Drenthe 4 maart oo. 11 maart 8 d. - 42 d.

Overijssel

}

27 december oo. 25 januari 30 d.

Gelderland

Utrecht 6 maart oo. 10 maart

-

5 d.

-

35 d.

Noord-Brabant

}

24 december oo. 26 januari - 34 d.

Limburg 4 maart ... 11 maart 8 d.

-

42 d.

Noord-Holland

}

27 december oo. 21 januari 26 d.

Zuid-Holland

-Zeeland 6 maart oo. 8 maart - 3 d.

-

29 d.

Randmeren Gooimeer

}

26 december oo. 22 januari 28 d.

Eemmeer

Veluwe meer 4 maart ... 13 maart 10 d, 38 d .

Llsselmeer (incl. Ketelmeer,

}

26 december oo' 29 januari 35 d.

Zwarte Meer en

-Krabbersgat) 4 maart oo. 11 maart

-

8 d. - 43 d.

(In dit overzicht is geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine kanalen).

Uit het overzicht blijkt, dat de ijstoestand op de kanalen in de westelijke provincies belangrijk gunstiger was dan in de overige delen van het land.

Op bladzijde 10 (figuur 3) vindt men een overzicht van de bevaarbaarheid van een aantal belangrijke vaarwegen. Hierin zijn gegeven de perioden van ijsbezetting, het aantal dagen waarop de vaar-wegen moeilijk bevaarbaar, respectievelijk onbevaarbaar waren, het totaal van beide en het rang-_nummer volgens het laatstgenoemde criterium.

In het overzicht op bladzijde 12 zijn deze vaarwegen volgens rangnummer genoemd.

Hieruit blijkt, dat in het noorden van het land het meeste last werd ondervonden van het ijs. Opvallend is, dat de ijstoestand op het Van Starkenborghkanaal aanmerkelijk gunstiger was dan op het Prinses Margrietkanaal en het Van Harinxmakanaal. Oorzaak hiervan was hoofdzakelijk het vrij intensieve scheepvaartverkeer en het ontbreken van meren op dit traject. Vooral in de provincie Friesland leverde het bijeengeschoven drijfijs op de meren vrij veel hinder op.

(12)

In het westen van het land staken het Aarkanaal en het Amstel-Drechtkanaal ongunstig af ten op-zichte van de omringende vaarwegen. Op2januari bevond zich zowel in het Aarkanaal als in de Heimanswetering middelzwaar vast ijs. Het ijs in de Heimanswetering werd na enkele dagen door tankers gebroken. Door de aanhoudende vorst en het ontbreken van scheepvaart in het Aarkanaal bevond zich daar op6januari zwaar vast ijs. Omdat in de daarop volgende dagen de gemiddelde temperatuur slechts enkele graden boven het vriespunt kwam, duurde het nog tot 18januari voor-dat de scheepvaart weer van dit kanaal gebruik kon maken.

totaal aantal dagen moeilijk en/of onbevaarbaar rang-nummer vaarweg Winsehoterdiep

Alphen-Amsterdam via Aarkanaal en Amstel-Drcchtkanaal Prinses Margrietkanaal Van Harinxmakanaal Wilhelminakanaal Meppelerdiep Zwarte Water

Leiden-Oude Wetering [Zijl en Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder (ged.)l

Alphen-Amsterdam via Heimans Wetering en O. Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder Noordhollands Kanaal

Rijn-Sehiekanaal

Rotterdam-Alphen (Hollandse IJssel en Gouwe) Van Starkenborghkanaal Kanaal Wesscm-Ncderwcert Twenthekanaal (Ecfdc-Enschedc) zaan 1 2 3 4 5 6 7 8 9 20 18 14 11 11 9 9 9 7 7 3 3 2 2 1 1 10 11 12 13 14 15 16

Overzicht bevaarbaarheid van een aantal belangrijke vaarwegen

Beschrljvlng van de ijsperioden

Op 24 december was er een begin van ijsvorming op enkele kleine kanalen in het noordoosten van ons land. Dit breidde zich in de daarop volgende dagen in zuidelijke en westelijke richting uit. Het eerste drijfijs werd 27 december op het IJsselmeer en de randmeren waargenomen. De volgende dag werd voor alle kanalen in de provincie Drenthe een vaarverbod ingesteld.

Door de aanhoudende oostelijke wind was op 30 december zoveel drijfijs voor Amsterdam bijeen-geschoven, dat scheepvaart zonder sleepboothulp ontraden werd. Scheepvaart via het Krabbersgat was moeilijk, zo niet onmogelijk.

Door de aanhoudende vorst breidde het ijs zich op de kanalen viij 'snel uit over praktisch het gehele land. Op I januari was in het noorden en midden van ons land scheepvaart op de kanalen moeilijk of onmogelijk. Alleen in de provincies Zeeland en Limburg kwam nog geen ijs van betekenis voor. Op het IJsselmeer was alleen nog scheepvaart mogelijk voor sterke schepen met sleepboothulp. Deze toestand handhaafde zich tot 8 januari.

Op de zeearmen en de Maas is enig licht drijfijs voorgekomen, dat voor de scheepvaart van geen betekenis was. Op de Waddenzee, het Eemskanaal, het Noordzeekanaal, het Amsterdam-Rijn-kanaal, het Zwollc-Ilsselkanaal en de kanalen in de provincie Zeeland is praktisch geen ijs voor-gekomen.

Op 7 januari viel de dooi in. Door de vrij sterke zuidwestelijke wind was het ijs in het IJsselmeer in beweging gekomen en vormden zich bij de Rotterdamsche Hoek ijsdammen. De scheepvaart werd gevaarlijk en daarom ontraden. De volgende dag vond weer enige vaart plaats van tankers met hulp van sleepboten. Op de kanalen in het zuiden en westen van het land was scheepvaart weer redelijk mogelijk met uitzondering van enkele kleine kanalen. In het noorden waren praktisch alle kanalen nog voor kleine schepen gestremd.

Tot en met IS januari schommelde de gemiddelde temperatuur in het noorden van het land even boven het vriespunt. Hierdoor trad daar slechts langzaam een verbetering van de ijstoestand in. IJsperiode A

(13)

"'"'

lH

IJstocstand op het IJsselmeer en de \Vaddenzee Figuur S

.

!

december '70

I

januari 1971,

I

maart 1971

waarncmingspunt . 26!2712s1291301311 11 21 3141 si 6171 si 911OIll!12113!14jlS!16117!tsI19/20!21122!23!2412S!26!2712SI291 si 6171 si 9/10

IJsselmeer IJSPERIODE A IJSPERIODE D

1. Lemmer ...••••••.•... DH KK K K K N LIH L D À . H A D D D D D A

2. Staveren ...•.... EK KK M M M M MMMA D D D E A D D A

3. Kornwcrderzand , • . • . . . DD FE DE KK M M M M MMMMMMMMM MMM M BH KK KK KE 0 DE A

4. Den Oever ••..•..•..•. GE FE DE M M M M M M M M M M MMM M MM 1\IM FA D D DE A

S. Medemblik •...•.... EK GG A E M MMM1\'1M A E ED DF A DD A 6. Enkhuizen (Krabbersgat) • . . . . DE r\1M MMMM M M 1\1M M MM M MM MM MMDF A L L FE 0 DE DO 7.8. Hoorn ...•.. GG M MM MM M M M M M MMM MM M M MM M MM MK FO CD DD 0 Amsterdam • . . . • • . BG GK KK KK KK KK KK KK KK E E EK KL A D D GA 9. Ketelmeer (Schokkerhaven) . • . . D D EK KK KK KL LL LH BH HD DD DD DA DD DA \Vaddenzcc 1. Nieuwe Statenzijl. . . • • • • . . DD DA GG E E EK KK KK KK KK KK D D 0 FF FO 2. Delfzijl ..•.•... D D D D D D DA D D DA DA 3. Lauwersoog • . . . • . . • 4. Nieuw-Dildt. . . • . . • S. Harlingen ..•...•••. DD A 6. Kornwerderzand. . . • . . . . . 7. Wcsterland (Wieringen). • . . . . 8. Den Oever •.•....•..•.

9. Den Helder (Nieuwe Dicp). . . • .

10. Oude Schild •...•.... D D A

11. Vlieland. . . • . . • : . . DD D D DA

12. Terschelling '. . . • . • • . . . . 13. Ameland .•...•...

14. Schiermonnikoog. • . . • . . . • DD DE E E A DA

geen letter betekent blank water

Verklaring van de lellercode: A blank water

D licht drijfijs C licht vast ijs ,

D middelzwaar verspreid drijfijs E middelzwaar opeengepakt drijfijs F middelzwaar drijfijs in geul of slop G middelzwaar vast ijs

I-l zwaar verspreid drijfijs K zwaar opeengepakt drijfijs L zwaar drijfijs in geul of slop M zwaar vast ijs

N ijsdam of kruiend ijs

(14)

Door de voortdurende oostelijke en zuidelijke wind handhaafde zich op het IJsselmeer tussen Amsterdam en Pampushaven een hoeveelheid vrij zwaar drijfijs. Zelfs voor krachtige schepen was vaart hierin niet mogelijk zonder sleepboothulp.

Op 16 januari ruimde de wind naar het westen, waardoor het ijs op het IJsselmeer in beweging kwam en scheepvaart gevaarlijk werd. De doorgaande vaarwegen in de provincie Friesland en Groningen waren vrij goed bevaarbaar met uitzondering van enkele kanalen. In de provincie Drenthe was nog steeds voor alle kanalen een vaarverbod van kracht. Op de randmeren was vaart tussen Muiden en Harderwijk moeilijk en tussen Harderwijk en Ketelhaven onmogelijk.

Eerst op 20januari was er weer van normale vaart op Amsterdam sprake; dit gold ook voor de rand-meren.Door de zuidelijke wind was ten zuiden van het Krabbersgat en bij Kornwerderzand een strook van 2 à 3 km zwaar opeengepakt drijfijs ontstaan. Aanvankelijk leverde dit nog vrij veel hinder op voor de scheepvaart.

Naar gelang de ijstoestand dit toeliet werd tussen 19 en 22januari het vaarverbod op de kanalen in de provincie Drenthe ingetrokken. Eerst op 29 januari verdween het laatste ijs bij Komwerderzand en het Krabbersgat. Dit betekende tevens het einde van de Ie ijsperiode.

IJsperiode B

14

Na een periode van zacht weer begon de temperatuur eind februari te dalen en de vorst zette op-nieuw in. Dit had tot gevolg, dat op 4 maart op de kleine kanalen in het noordoosten van ons land weer een begin van ijsvorming optrad. Op het Veluwemeer tussen Nijkerk en Ketelhaven leverde het ijs voor de kleine schepen moeilijkheden op.

De volgende dag kwam in het noorden op de kanalen in het algemeen licht drijfijs voor, dat voor de scheepvaart weinig hinder opleverde. Op het IJsselmeer was een begin van ijsvorming. Scheep-vaart op het Veluwemeer tussen Nijkerk en Ketelhaven was praktisch onmogelijk.

Tot en met 7 maart werd de ijstoestand steeds ongunstiger. Het ijs op de grote kanalen in bet noorden van het land leverde weinig moeilijkheden op, maar in de kleine kanalen werd scheepvaart moeilijk of onmogelijk. Tussen de Oranjesluizen bij Amsterdam en het eiland Pampus bevond zich toen middelzwaar drijfijs, wat voor schepen met een machinevermogen van minder dan 200 pk moeilijkheden opleverde.

Nadat op 8 maart de dooi zijn intrede had gedaan, kwam er snel verbetering in de ijstoestand, zo-dat op 10 maart nergens ijs van betekenis meer voorkwam. Een uitzondering hierop vormde bet Veluwemeer waarin tussen Harderwijk en Ketelhaven nog zwaar vast ijs voorkwam. Eerst op 13 maart werd hier het laatst verdwijnend ijs gesignaleerd. Hiermede was een eind gekomen aan de

tweede korte en onverwachte ijsperiode. '

Een dagelijks overzicht van de ijsbezetting en de scheepvaartmogelijkheden op de kanalen is aan-gegeven in figuur 4 (bladzijden 8 en 9). Voor wat betreft de Waddenzee en het IJsselmeer is dit, aangegeven in figuur 5 (blz. 13).

(15)

3

Binnenvaart Nederland

Werking ijsberichtendienst

De berichtgeving voor de binnenvaart is in werking geweest van 24 december 1970 tot en met 29 januari 1971 en van 4 maart tot en met 13 maart.

In deze tijdvakken zijn 23 ijskaarten uitgegeven. Dagelijks werden 807 ijskaarten verzonden, waarvan:

209 aan abonnees,

334 aan publikatie-adressen, 264 aan dienstinstanties.

IJsbericht-geving per radio en pers

IJsberichten ten behoeve van de radio-nieuwsdienst, NOSen pers werden verstrekt van 27 december

1970 tot en met 21 januari 1971 en van 4 maart tot en met 10 maart. De berichten werden om-geroepen bij de nieuwsuitzending van 17.55 uur ('Szondags 18.05 uur).

Internationale ijsberichtgeving voor de zeevaart

Deze berichtgeving is in werking geweest van 29 december 1970 tot en met 18 januari 1971. De berichten werden uitgezonden via Scheveningen-radio en hadden betrekking op:

Delfzijl - Eems, Harlingen - Waddenzee. Van de overige zeehavens werd geen ijs gemeld.

overzicht }'Onde uitgezonden berichten

datum stations Delfzijl Harlingen 29 december 1970 120 000 30 december 1970 120 000 31 december 1970 120 000 1januari 1971 120 000 2 januari 1971 120 000 3 januari 1971 342 000 4 januari 1971 342 000 5 januari 1971 322 000 6 januari 1971 322 000 7 januari 1971 352 373 8 januari 1971 xxx 000 9 januari 1971 301 000 10januari 1971 3 0 1 000 11 januari 1971 310 000 12januari 1971 321 000 13januari 1971 120 000 14januari 1971 1 1 1 000 15januari 1971 101 000 16januari 1971 910 000 17januari 1971 xxx 000 18januari 1971 000 000

Op 8 en 17januari was wegens zeer dichte mist voor het station Delfzijl geen waarneming mogelijk.

De gebruikte code is die, welke is samengesteld door de "Commission for Marine Meteorology of the World Meteorological Organization (WMO)" te Genève. Zij wordt gebruikt in: Finland, Zweden, Polen, Noorwegen, Denemarken, de Duitse Bondsrepubliek en Nederland.

De berichten omvatten de ijstoestand en de bevaarbaarheid van de in het overzicht genoemde havens met hun toegangen. Dagelijks werd van de berichten een afschrift toegezonden aan dienst-instanties te Stockholm, Kopenhagen, Oslo, Helsinki en Hamburg.

(16)

verklaring l'an de cijfercode:

o

scheepvaart niet belemmerd

ijstoestand ontwikkeling l'an het ijs scheepvaartmogelljkheid

o

blank water

1 nieuw gevormd ijs, ijskristallen, sneeuw- of ijsbrij, pannekoekijs of ijskorst

3 verspreid drijfijs, hoogstens 5/8 van de wateroppervlakte bedekt met ijs-schotsen

9 open vaargeul langs de kust x ijstoestand onbekend (b.v, wegens

slecht zicht)

o

ijstoestand onveranderd 1 ijstoestand begint beter te

worden

2 ijstoestand wordt slechter

4 ijs verspreidt zich of drijft weg 5 ijs neemt toe

7 ijs drijft samen

x geen gegevens bekend

scheepvaart voor ijzeren of stalen motorschepen niet belemmerd; voor houten schepen, welke niet tegen ijs zijn beschermd, gevaarlijk

2 scheepvaart voor motorschepen met gering vermogen moeilijk, gevaarlijk voor zwak gebouwde schepen

3 scheepvaart alleen mogelijkvoor sterk gebouwde schepen met flink motorvermogen

x geen gegevens bekend

Cytaty

Powiązane dokumenty

Obser­ wując jeszcze równomierne zazielenienie (zabarwienie) w szystkich kości szkieletu, m ożna stwierdzić, iż w stanie pełnego kostnego szkieletu, przeleżał w tym

Niemniej jednak jest możliwe, a nawet pożyteczne wyobrazić sobie modele euklidesowe, aby się upewnić, czy jakaś gru p a aksjo­ matów nie jest sprzeczna.. Trzeba

Celem części pierwszej pt.: „Perspektywa naukowa&#34; (s. 49-143) jest nakreślenie, tak bezstronnie jak to jest możliwe, naukowej panoramy świata przyrody, od

Jako historyk literatury wierny jest także głoszonemu przez siebie hasłu, że badacz nie powinien się izolować od bieżącego życia literackiego; że - co więcej -

3) W dyskusji pow racał stale problem ustaw ow ych ferii sądowych. A dw okatura poznańska oczekuje podjęcia w tej mierze szerszej akcji publikacyjnej. Brak ferii

es posible gracias al montaje espacial y temporal que también es montaje sintáctico y semántico 1. En primer lugar,.. 1) como relación contrastante de escenas, la segunda de las

'ųŽƐŽǁĂŶŝĞĞůĞŬƚƌŽŶŝĐnjŶĞũĂŬŽĂůƚĞƌŶĂƚLJǁŶĂŵĞƚŽĚĂƵĐnjĞƐƚŶŝĐnjĞŶŝĂǁǁLJďŽƌĂĐŚ͘͘͘