1
Samenvatting
Zorgstelsels hebben over het algemeen een helder gedefinieerde toegangsstructuur. Niettemin verschillen de toegangsstructuren soms fors per land. Toch moeten er, ongeacht de structuur van het zorgstelsel, dezelfde functies doorlopen worden om van een patiënt met een nieuw ongemak te helpen. Ook de allocatie van deze functies aan personen of instellingen is verschillend per land. De economische en medische prestaties van het zorgstelsel zijn ook verschillend per land. Met deze literatuurstudie wil ik inzicht verkrijgen in de rol van toegangsstructuur in uitkomstmaten van zorgstelsels.
Om dit te bereiken vat ik de toegangsstructuur van de eerstelijns- en tweedelijnszorg van Nederland, België, Frankrijk, Zweden en de Verenigde Staten samen in een stroomdiagram. Deze verschillen contrasteer ik met negen internationaal vergelijkbare prestatieindicatoren. Deze indicatoren zijn: Potentieel verloren levensjaren, ervaren gezondheid, kindsterfte, levensverwachting bij geboorte, aantal general practitioners, aantal medisch specialisten, aantal verpleegkundigen, aantal doktersbezoeken en de zorguitgaven per hoofd van de bevolking. De onderzoeksvraag luidt: “Hoe verschillen Nederland, België, Frankrijk, Zweden en de VS van elkaar in toegangsstructuur en functieallocatie in het zorgsysteem enerzijds, en macro indicatoren anderzijds?”
Het onderzoek is een literatuurstudie. De zorgstelselstructuren zijn afgeleid uit beschouwende stukken over zorgstelsels. Waar mogelijk werd gebruik gemaakt van publicaties in de serie Health Systems in Transition van de World Health Organisation, bij de Verenigde Staten is gebruik gemaakt van andere bronnen. De modelvorming is gebaseerd op de Delft Systems Approach. De indicatoren zijn onttrokken uit de Organisation for Economic Cooperation and Development Health Statistics database. Om de prestatieindicatoren in perspectief te kunnen plaatsen vat ik per land de organisatie en financiering van de zorgstelsels samen.
Uit de analyse blijkt dat Nederland van de selectie landen het enige land is met een formele poortwachtersrol in de eerste lijn. Het doel van de poortwachtersfunctie is het minimaliseren van medisch specialistische zorg om kosten te drukken. Uit dit onderzoek blijkt dat doel niet bereikt te zijn. Wel heeft Nederland het laagste aantal medisch specialisten. In de landen met veel keuzevrijheid van zorgverlener kiezen patiënten toch vaak voor een traject dat start bij een general practitioner. In Frankrijk wordt dit gestimuleerd met een financiële prikkel. De Verenigde Staten hebben een toegangsstructuur die in het model identiek is aan België. België scoort echter op vrijwel alle indicatoren beter dan de Verenigde Staten. Een oorzaak hiervan ligt mogelijk bij de gefragmenteerde organisatie en financiering. Zweden heeft de laagste zorgkosten per hoofd van de bevolking in deze selectie. Zweden is ook het enige land dat een belangrijke rol heeft voor verpleegkundigen in de eerste lijn. Ook is Zweden het enige land dat actief aan preventie en detectie van gezondheidsongemakken doet.