Energieneutraal wonen
Door Dirk Dubbeling, OTB/TU Delft
De landelijke doelstelling om in 2050 alle woningen energieneutraal te krijgen is onhaalbaar. In 2020 zou redelijkerwijs 16% van die doelstelling al gerealiseerd moeten zijn. Dat betekent omgerekend alle woningen twee labelstappen verbeteren of 3,9 miljoen woningen van G naar B verbeteren of 1,1 miljoen woningen renoveren tot Nul op de meter.
Innovatieprogramma De Energiesprong (Platform31) – de organisatie achter Nul-op-de-meter-woningen – mikt op een aanpak tussen nu en 2020 van 110.000 huurNul-op-de-meter-woningen en 250.000 koopwoningen, een fractie dus van de landelijke ambitie.
Nul op de meter betekent dat een woning na renovatie alle energie opwekt als een gemiddeld huishouden nodig heeft, zonder dat een huishouden meer betaalt dan in de oude situatie. Woningen zijn in tien dagen tot dit concept om te bouwen. Project De Stroomversnelling (vier bouwers en zes woningcorporaties die samen de eerste 11.000 woningen aanpakken) heeft dat uitgewezen. De huurders betalen in plaats van de energierekening een energieprestatievergoeding afhankelijk van de kwaliteit van de gehele renovatie, niet alleen van de opwekking en het verbruik.
De woonlasten zouden echter toch kunnen stijgen als de bewoners alsnog niet zuinig omgaan met hun energie. Om dat te voorkomen is voorlichting door de corporaties aan de huurders nodig. De partners in de Stroomversnelling hebben hun inzet om dat te bereiken contractueel vastgelegd. Ook voor VvE’s zou Nul op de meter mogelijk moeten worden, hoewel deze niet op de kapitaalmarkt kunnen lenen. Wellicht is een woning-voor-woningaanpak mogelijk.
Om het concept daadwerkelijk in een stroomversnelling te laten geraken zijn regelgeving en
financiering nodig. Een wetsvoorstel Energieprestatievergoeding is in de maak en sinds januari 2014 mogen banken een hogere hypotheek verstrekken aan kopers van een Nul-op-de-meter-woning. Deze verhoging dekt echter nog niet de gehele investering.
