• Nie Znaleziono Wyników

Dynamisch kustbeheer, de stand van zaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dynamisch kustbeheer, de stand van zaken"

Copied!
44
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)

DYNAMISCH

KUSTBEHEER

De stand van zaken

Rapport W-DWW-96-098

(3)
(4)

DienstWeg- enWaterbouwkunde

Voorwoord

... " .

In deze rapportage wordt verslag gedaan van eeninventarisatie van'dynamisch kustbeheer in depraktijk'. Dezeinventarisatie vormt eenafronding van de eerste fasevan het TAW-C project 'monitoring van dynamisch kustbeheer'.

Deinformatie hiertoe werd verkregen door eengroot aantal beheerderste benaderen. Ditgebeurde deelsvia een telefonische enquête door deStichting Duinbehoud (inopdracht van deTAW-C) en deelsdoor werkbezoeken van Rijkswaterstaat. Vervolgens werd aanvullende informatie over verstuivingsonder-zoekin debuitenduinen geleverd door deUniversiteit van Amsterdam (eveneens in opdracht van deTAW-C).

Debegeleidingscommissie voor het project 'monitoring van dynamisch kustbeheer' is alsvolgt samengesteld:

- H. deLooft (dienst Weg- en Waterbouwkunde) - H.Ebbing (Rijksinstituut voor kust en zee)

-

J.

deRuig (Rijksinstituut voor kusten zee) - H.deKruik (Rijksinstituut voor kusten zee) - D.Rakhorst (Directie Noord-Holland) - R.van Zetten (Directie Zuid-Holland)

-J.van deKolft (Hoogheemraadschap van Delfland) - F. van der Meulen (Universiteit van Amsterdam)

Allen,die aan deze inventarisatie een bijdrage hebben geleverd, wil ikhierbij van harte bedanken. Specialedankgaat uitnaar debeheerders,voor de informatie die zij leverdenen voor dehartelijke ontvangst in hun beheersgebied. Specialedank ook aan HelgaEbbingvan het RIKZ, voor het kritisch doornemen enaanvullen van de inventarisatie.

Ondanks dat deze inventarisatie zocompleet mogelijk beoogt te zijn,ishetgoed mogelijk datergebieden zijn vergeten of dat niet alleinformatie correct is weergegeven. Hierbij speeltookeenrol dat beheerderslangsdekust nietallemaal hetzelfde verstaan onder' dynamisch kustbeheer'.Zo wordt regulier beheer in het Waddengebied ( waarbij soms stuifkuilen in dezeereep worden getolereerd), langs de Hollandse kust soms dynamisch kustbeheer genoemd. Om dezereden heeft deze inventarisatie eensubjectief karakter.

Ik

houd mijvan harte aanbevolen voor commentaar en/of aanvullingen! M. Löftler (dienst Weg- en Waterbouwkunde)

(5)
(6)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Inhoudsopgave

Voorwoord 3

1Inleiding 7

1.1Achtergrond 7

1.2 Doel van dezerapportage 8

1.3 Aan pak van de inventarisatie 8

2 Begrippen van dynamisch kustbeheer 9

2.1 Inleiding 9

2.2 Streefbeelden 9

2.3 Gebruikte begrippen 9

3 Locatiesmet dynamisch kustbeheer 11

3.1 Inleiding 11 3.2 Rottumeroog en Rottumerplaat 11 3.3 Schiermonnikoog 12 3.4 Ameland 14 3.5 Terschelling 16 3.6Vlieland 19 3.7 Texel 21 3.8 Noord-Holland 23 3.9 Rijnland 27 3.10 Delfland 33 3.11 Maasvlakte 34 3.12 Voorne 34 3.13Goeree 34 3.14 Schouwen 36 3.15 NeeltjeJans 38 3.16 Noord-Beveland 39 3.17 Walcheren 39 3.18 Zeeuws-Vlaanderen 39 4 Conclusie 41

4.1 Bekendheid van dynamisch kustbeheer 41

4.2 Stand van zaken 41

4.3 Vraag naar Informatie : 42

(7)
(8)

- ---

--Dienst Weg- en Waterbouwkunde

1 Inleiding

1.1

Ach

t

e

rg

rond

DeNederlandse kustisdynamischengrillig. De afgelopen eeuw isde grens tussen landen water steedsvan plaats veranderd. Afslag enaangroei wisseldenelkaaraf. In de jaren '80 stuitte het verliesvan waardevolle gebieden door kusterosie echter steedsmeerop maatschappelijke bezwaren.Om dezereden hebben regering en parlement in 1990 gekozen voor het

dynamisch handhaven

van dekustlijn, op de plaatswaar deze in1990 lag.Alsdezekustlijnligging dreigt teworden overschr e-den,worden maatregelen genomen, meestalin devorm vaneen zandsuppletie. Door dynamisch handhaven, hoeft in het kustbeheer geen rekening meer teworden gehouden meteen doorgaande achteruitgang van de duinen. Denoodzaak omeen hoge, gesloten zeereep vanuit waterkeringsbelang instand tehouden wordt

daardoor minder. Ook zand dat niet in dezeereepis opgeslagen, maarverder landinwaarts in de duinen is afgezet,draagt bijaan deuiteindelijke veiligheid diehet gehelekustgebied hetachterland biedt. Er kan daarom worden overwogen opeen anderemanier aandacht aan deinstandhouding van dezeereep tebesteden, waardoor devorm minder vastligt. Dit is onder meer mogelijk door minder stuifschermen teplaatsen,minder helm teplanten en minder stuifkuilen af te dekken. Door hetstimuleren van dewerking van wind, zee en vegetatie ontstaat een natuurlijkere zeereep, diemeer dan nu, ééngeheel vormt met het

achterliggende duingebied. Er ontstaan kansen voor herstelenontwikkeling van natuurlijke processen,zoals verstuiving ensluftervorming. Vanzelfsprekend geldt dit niet voor smalleduingebieden, waar verstuiving van zand uit dezeereepactief moet worden bestredenom dewaterkering op sterktetehouden. Ook vanuit andere functies in het duingebied kunnen beperkingen aan verstuivingen gesteld worden. In 'Kustbalans 1995', detweede kustnota. is aangegeven dat "de kansen voor herstelenontwikkeling van natuurlijke processen in dezeereep zullen worden benut (extensivering zeereepbeheer.uitvoering pilotproject Bergen-Schoorl). Terrein- en waterkeringbeheerders hebben hierbij het voortouw. In1998 zal de stand van zaken hieromtrent worden geëvalueerd". In dekustnota worden enkelekustvakken genoemd, waar het beheeraan dezeereep reeds isverminderd. Dit geldt

bijvoorbeeld voor delen van de Waddeneilanden, waar veelalsprakeis van brede duingebieden buiten het dijkringgebied en voor gedeelten van deKop van

Schouwen, deKop van Goereeen Rijnland.Tevenswordt eenaantal mogelijkheden genoemd voor versterking van natuurlijke dynamiek in brededuingebieden. Tussen Bergenen Schoorl wordt binnenkort het pilot project uitgevoerd, voor delocatie Bloemendaal-Kennemerduinen stellen debeheerders momenteel plannen op.Er blijken echter meer initiatieven tezijn.Veelbeheerderslaten almeer verstuiving in dewaterkeringszone toe dan in hetverleden het geval was.Andere beheerders gevenaan eerst nog een aantal vragen, zowel beleidsmatig alswetenschappelijk, beantwoord tewillen zien.Het nauwlettend volgen van deontwikkelingen bijhet toelaten van dynamisch kustbeheer ishiertoe essentieel.

(9)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde

1.2

Doel van deze rapportage

Om beheerders te ondersteunen bij het volgen van de effecten van dynamisch

kustbeheer, isbijde technischecommissievoor dewaterkeringen, werkgroep

zandige kust (TAW-C) het project 'monitoring van dynamisch kustbeheer' gestart.

Devoorliggende rapportage brengt verslag uit van de eerstefasevandit project. De doelstelling hiervanis:"het geven vaneenoverzicht van verschillende initiatieven en

ervaringen met dynamisch kustbeheer" . Het gaathierbij nietalleenom dezeereep, maarook omde daarachterliggende buitenduinen (tot ca.2km landinwaarts). Voorts wordt in het kader van hetmonitoringsproject gewerkt aaneen handleiding

'monitoring', diehalverwege '97gereedzalzijn.Hierin wordt een overzicht

geboden van parameters eneenvoudige meetmethoden diebeheerderskunnen

kiezen.Dehierinbeschreven methoden zullen worden getestinenkelepil

ot-monitoringprojecten.

Naasthet ontwikkelen vaneen instrumentarium, zal deRijkswaterstaat (DWW en

RIKZ) de ervaringen en resultaten van dynamisch kustbeheer zoveel mogelijk

verzamelen,evaluerenen publiceren. Op dezewijze kaneenieder kennisnemen

vandeverschillende kanten vandynamisch kustbeheer.

1.3 Aanpak van de inventarisatie

Deinventarisatie van initiatieven enervaringen met dynamisch kustbeheer is als

volgt tot standgekomen:

* Er is, inopdracht van TAW-C, eenenquête uitgevoerd onder beheerdersvande

waterkering en van hetduingebied door deStichting Duinbehoud. Hiertoe werd

ineerste instantie eenaantalvragen naar debeheerders opgestuurd, waarna er

telefonisch contact werd opgenomen. Op dezewijzewerd op uniforme wijze

veelinformatie verzameld.

* Aanvullend hieropisdoor DWW en RIKZeenaantalwerkbezoeken afgelegd aan

enkele kustgebieden. Hier werd extra achtergrondinformatie verzameldover

ervaringen, mogelijkheden en problemen.

* Inopdracht van deTAW-C, heeft deUniversiteit van Amsterdam opeen rijtje gezetwelk onderzoekernaarverstuiving in debuitenduinen wordt gedaan (en

waar).

Zoalsreeds eerder naar voren kwam, is als grensvoor het gebied dat deze inventarisatie beslaat,een zonevan ca. 2 km landwaarts van de strandpalen

(10)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

2

Begrippen van dynamisch kustbeheer

... " .'" .

2

.

1 Inleiding

Tijdensde inventarisatie kwam naar voren dat er veelverwarring bestaatoverhet wat en waarom van dynamisch kustbeheer.Wat wordt eronder verstaan en welke streefbeelden horen hierbij.Ook bestaaner vraagtekens bijveel gebruikte

begrippen als'buitenduinen' en 'wash-over'. Om dezereden wordt in dit hoofdstuk wat informatie en definities gegeven,zoalsdiebijde inventarisatie zijngehanteerd.

2

.

2 St

r

eefb

e

elden

Er blijken veelideeën tezijnoverstreefbeelden van' dynamisch kustbeheer' .De één ziet het synoniem aan deontwikkeling vaneenslufter, de ander aande toename van het verstuivingsproces. De één zieteen bepaaldeind beeld voor zich, de ander vindt dat denatuur maar zelf moet uitmaken in welke richting eengebied zich ontwikkelt. Eigenlijk komt het neerop devolgende visies over het doel van natuurontwikkeling:

1. Het ontwikkelen van bepaaldstadium in de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap. In depraktijk betekent dit dater zulkemaatregelen worden

genomen, dat een bepaaldstreefbeeld (bveenslufter) wordt bereikt en/of behouden.

2. Het nabootsen van de ontwikkelingsgeschiedenis zelf. Er wordt eengeschikte uitgangssituatie gecreëerdom natuurlijke processen deresttelaten doen. In de praktijk betekent dit het stoppen vanstringent onderhoud/beheer, eventueel aangevuld met enkele initiërende maatregelen om denatuurlijke processenop gangte helpen. Eigenlijk ishetstreefbeeld "een duingebied waar natuurlijke processen vrij spelhebben".

Bij 'dynamisch kustbeheer' wordt uitgegaan van detweede, 'procesmatige' visie op natuurontwikkeling. Uiteraard wordt er hierbij wel nagedacht over wat de

veranderingen zullen zijnalsdieprocessengaanoptreden, vooral in hetgeval dat initiërende maatregelen worden genomen. Maar dezeprocessen hebben eengrote mate vanonvoorspelbaarheid.

2.3 Gebruikte begrippen

Dynamisch kustbeheer

Kustbeheer, waarbij zoveel mogelijk ruimte wordt gegevenaan natuurlijke processen.

Verstuiving

Zandtransport onder invloed van dewind; landschapsvormend proces. Primaire duinvorming

Ontwikkeling van nieuwe duintjes in eenaangroeikust, onder invloed van zand, wind en vegetatie. Meestal begint dit met devestiging van hetzouttolerante

(11)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde

Biestarwegras, waarachter zand kanaccumuleren. Buitenduinen

Duinen, waar deinvloed van dezee (zout, zanden wind) sterk merkbaar is. Er komen verstuivingen voor en devegetatie is overwegend laag (pioniervegetaties en lage struiken).

Gekerfde zeereep

Grillig gevormde zeereep metstuivende toppen en dalen.

Stuifkuil

Door dewind uitgestoven laagtein het duinterrein. Primaire duinvallei

Vochtige duinvallei, die oorspronkelijk in verbinding stond met dezeemaar waarvan de opening isverzand. In deloop der tijd veranderen deomstandigheden van brak in zoet.

Secundairevallei

Tot op hetgrondwater uitgestoven kuil in het duinterrein. Doorgaans staat devallei in dewinter onder water en zijn decondities in dezomer veel droger.

Slufter

Een zoute ofbrakkeduinvallei, verbonden met dezeedoor een opening in de voorste duinenrij waar dezee dagelijksvia eengeulenstelsel het achterland

binnendringt. Er zijn slechts twee 'echte' slufters in Nederland, waar de zee dagelijks binnendringt, nldeSlufter op Texel en het Zwin in Zeeuws-Vlaanderen.

Slufterachtig gebied

Deelsbegroeid,zandig gebied in dekuststrook, waar het zeewater regelmatig via eengeulenstelsel binnendringt. Voorbeelden hiervan zijn tevinden op de

oostpunten vaneenaantal Waddeneilanden. Wash-over

Vlakkezandige gebiedenen lageduinen in dekuststrook, die minimaal eensperjaar door zeewater worden overstroomd.

Kwelder/schor

Met grassen begroeide strookin de getijdezone, dieniet meerdagelijksdoor de vloed wordt overstroomd.

Plaat/slik

Het nog niet met grassen begroeide, dagelijks overspoelde maar ook dagelijks droogvallende deel van de getijdezone (wad).

(12)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

3

Locaties met dynamisch kustbeheer

'" .

Figuur 1 -Rottumeroogen Rottumerplaat

3

.

1 In

lei

d

i

ng

In dit hoofdstuk wordt aangegeven waar, zover bekend, langsdekust ruimte wordt gelaten aan natuurlijke dynamiek. Hierbijwordt eenkuststrook met een breedte van ca. 2 km in beschouwing genomen.

Zoalsreedseerderwerd aangegeven, bleeker tijdens de inventarisatie verwarring te bestaan over debegrippen" dynamisch kustbeheer" en "natuurlijke dynamiek" . In hetWaddengebied vindt natuurlijke dynamiek opeen heelandere schaal plaatsdan langs deHollandsekust. Het regulierekustbeheer. dat daarwordt gepleegden waarbij denodige stuifkuilen in dezeereepaanwezigzijn,wordt langsdeHollandse kust soms dynamisch kustbeheer genoemd. Om dezereden heeft deze inventarisatie eensubjectief karakter.

3.2 Rottumeroog en Rottumerplaat

Rottumerplaat

Rottumeroog

Ro

tt

um

e

roo

g

, extensie

f

ze

er

eepbeh

ee

r

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddenzee-Oost (zeereep); Staatsbosbeheer Typekust: overwegend afslag

Beheer: Rottumeroog wandelt langzaam maar zekeroostwaarts (richting Eemsgeul)en neemt af in oppervlak. Het beheerbestaat uit de aanplant van helm en het plaatsenvanstuifschermen (aan NWen 0 zijde).Omdat dit geenstructurele oplossing biedt tegen het kleiner worden van het eiland, betekent het beheer vooral' stervensbegeleiding'.

Processen: verstuiving, overstroming door zout water Ecotopen: stuifkuilen, kwelder, vochtige duinvallei

Monitoring: In 1995 isdoor de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat een

(13)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

onderzoekafgerond, waarin oudevegetatiekaarten van Rottumeroog- en plaatgeschikt werden gemaakt voor debeschrijving van

vegetatieveranderingen in deperiodevan 1982 tot 1992. Hiertoe zijn kaartengebruikt uit '82, '87 en '92.

Literatuur::• Asmuth, IR. von, 1995. Project Monitoring Rottum; Rottumeroog en -plaatalstestcasevoor het vergelijken van vegetatiekaarten .

Landbouwuniversiteit Wageningen, Rijkswaterstaat, Meetkundige Dienst, rapportnr. MD-GAT 9548.

Rotturnerplaat. zeereepbeheer losgelaten

Beheerder:Rijkswaterstaat, dienstkring Waddenzee-Oost (zeereep); Staatsbosbeheer Typekust: overwegend aangroei, stukjes afslag

Beheer: Rottumerplaat groeit aanen neemt toe in oppervlak.

Er

is afgesproken hetkustbeheer van Rottumerplaat lostelatenen denatuur haargang te latengaan.

Processen:verstuivingen, primaire duinvorming, overstroming door zout water Ecotopen gekerfdezeereep,stuifkuilen, platen, kwelder

Monitoring:In1995 isdoor deMeetkundige Dienst van Rijkswaterstaat een

onderzoekafgerond, waarin oudevegetatiekaarten van Rottumeroog- en plaatgeschikt werden gemaakt voor debeschrijving van

vegetatieveranderingen in deperiodevan 1982 tot 1992. Hiertoe zijn kaartengebruikt uit '82, '87 en '92.

Literatuur • Asmuth, J.R. von, 1995.Project Monitoring Rottum; Rottumeroog en -plaatalstestcasevoor het vergelijken van vegetatiekaarten.

Landbouwuniversiteit Wageningen, Rijkswaterstaat, Meetkundige Dienst, rapportnr. MD-GAT 9548.

3.3 Schiermonnikoog

Schiermonnikoog, zeereep, km 3.4

Beheerder:Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden Typekust: aangroei Beheer: dichten vanstuifgaten, soms plaatsen vanstuifschermen Processen:natuurlijke duinvorming tegen duinvoet, overstuiving Ecotopen: primaireduintjes

Monitoring:procesmetingen zeereepoktober '90 t/rn mei '91

+

vegetatiekartering (voormalige onderzoekslocatie van deUniversiteit van Amsterdam) Resultaten:Gedurendedemeetperiode vond er 3 m3/m aangroeiplaatseneen

hoogtetoename tot 0,5 meter

Literatuur: • Arens, B., 1994.Modellering zandtransport zeereep;conceptueel model. Rapport FGBL-UvAin opdracht van TAW-('

(14)

DienstWeg- en Waterbouwkunde Figuur 2. Schiermonnikoog met strandpaalnummers

Schiermonnikoog

pl15

pi

1

Oosterstr

a

nd

ikoog

Schiermonnikoog,

Hertenbosvallei

,

Kapenglop (landwaarts van

km 3

-

4)

Beheerder: Natuurmonumenten

Beheer: geen

Processen: verstuivingen. De grootste verstuivingen (+ontwikkeling vaneen stuifkuil indebuitend uinen) vonden 30

à

40jaar geleden plaats.

Inmiddels zijndeverstuivingen grotendeels dichtgegroeid (proces: natuurlijke stabilisatie).

Ecotopen stuifkuilen (grotendeels gestabiliseerd).

Monitoring:

E

r

zijnhier diverseonderzoeken gedaan naar verstuiving.

Literatuur: Recentis ereenrapport verschenenoververstuivingen ten noorden van deKapenglop, inhet kader van hetproject integraal Waterbeheer van Waterleiding bedrijf Friesland, Provincie, R.U.G.enNatuurmonumenten.

Contactpersonen dhr E.J.Lammers(prov) endhr. A.c. Grootjans (R.u.G).

Koekkoek. H., 1992. De invloed van verstuivingsprocessen op de diversiteit van het duinlandschap. Eenanalysevanruimtelijke patronen in deNoorder- en Westerduinen van Schiermonnikoog. Rapport FGBL,

UvA, 69 p.

Pluis, J.L.A. & Lammers,

J.

,

1990. Algen in verstuivingsgebieden op Schiermonnikoog. Geografisch Tijdschrift nr.24, 5, 406-413.

Verhagen, L., 1994. Deinvloed vanhetverstuivingsproces opde vegetatie in het duinlandschap; eenanalysevan deprocessenen ontwikkelingen in deNoorderduinen en Waterduinen op Schiermonnikoog. Rapport FGBL, UvA.

Schiermonnikoog

:

extens

i

ef zeereepbeheer (km 7-10,5)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden

Type kust: aangroei

Beheer:

E

r

worden alleenbeheersmaatregelen genomen indien dit nodig is. Dit komt erop neer dat ersinds'90 niets is gedaan. Ten noorden vande stuifdijk heeft duinvorming op het strand plaatsgevonden.

Processen: verstuiving

(15)

DienstWeg- enWaterbouwkunde

Figuur 3

-Ameland met

strandpaalnummers

Ecotopen gekerfdezeereep(grillige stuifdijk), stuifkuilen

Schiermonnikoog, zeereepbeheer losgelaten (ten oosten van paal 10,5)

Beheerder Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden

Type kust: aangroei(geen basiskustlijn vastgelegd)

Beheer: Tenoosten van paal10,5 vindt al sinds dejaren '70 geen beheer van de stuifdijk meer plaats.

Processen: verstuiving, overstroming door zout water, primaireduinvorming (km

18-20)

Ecotopen gekerfdezeereep(grillige stuifdijk), stuifkuilen, primaire duintjes, primaire

duinvallei, kwelder

Monitoring: Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar dekustontwikkeling van het

oostelijk deel van Schiermonnikoog.

Literatuur: • Oppers,M.B., 1994. De geomorfologische gevolgen van de aanlegvan

de stuifdijk op Schiermonnikoog. In M.B. Oppers & A.E.Sanderse: natuurlijke kustontwikkeling op Schiermonnikoog en Ameland, deel1, intern rapport FGBL, UvA 36 p.

Oppers, M.B., 1994. Kustlijnveranderingen van de oostpunten van Schiermonnikoog en Ameland van de afgelopen anderhalve eeuw. In M.B.Oppers & A.E.Sanderse,Natuurlijke kustontwikkeling op Schiermonnikoog en Ameland, Deel

111,

intern rapport FGBL, UvA. Sanderse,A.E., 1994.Oog om oog; onderzoek naarde ontstaanswijze enontwikkeling vande oogduinen vanoostelijk Schiermonnikoog. In M.B. Oppers

&

A.E.Sanderse,Natuurlijke kustontwikkeling op Schie r-monnikoog en Ameland, deel

11

,

intern rapport FGBL, UvA, 38p

+

bijlagen.

3.4 Ameland

Ameland

pi 1

Ameland, experiment in zeereep (van km 3-4,6)

Beheerder Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden

(16)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Beheer: Dezeereepis in het begin van dezestiger jaren ontstaan door aanleg van eenstuifdijk opeengroen strand. Sinds januari 1995 is het beheerbij

wijzevanexperiment gestopt.

Processen: verstuiving enoverstroming door zout water (doorbraak vandezeereep

van km4.2-4.3 en km 4.4-4.5)

Ecotopen: stuifkuilen, slufterachtig gebied

Monitoring Rijkswaterstaat volgt, insamenwerking met het lokale natuurcentrum, de

ontwikkelingen in duinprofiel, aantal enomvang vanstuifkuilen, opper -vlakte aan kaleplekken, aanzicht zeereep,vegetatiebedekking en de soortensamenstelling van devegetatie.

Referentie: geen,daarhet gebied in de omgeving anders op dewind ligt.

Ervaringen: Hetexperiment loopt nogtekort omveel resultaattezien.Wel is

duidelijk tezien dat hogedynamiek van deplekken waar doorbraak

plaatsvindt, gekenmerkt worden door een relatief hoge rijkdom aan vegetatiesoorten .

Ameland Rietpad, gegraven kerf (ca.

300 meter landwaarts van km 4)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden

Beheer In de fossielezeereepter hoogte van km 4 is in1993 een kerf (stuifkuil) aangebracht metalsdoel 'het opgangbrengen van parabolisering'.

Processen: uitstuiving van dekuil;aanzet

tot

parabolisering; overstuiving van vegetatie.

Ecotopen: stuifkuil

Monitoring: eenmalige procesmetingen (september 1994); grootschalige monitoring

door middel van dwarsprofielen door dekerf (ca.jaarlijks); foto's van vastepunten door het lokale Natuurcentrum

Ervaringen: In februari 1995 werd een deflatie ca. 1200 m2eneenaccumulatie ca.

1300 m2 gemeten.

Literatuur: • Baas,A.

W.

c.

,

1994. Verslagvan het verstuivingsonderzoek op

Ameland; project verstuivingslocatie Rietpad RP3.Verslag keuzevak,

FGBL, UvA.

Boxel, J.H. van

&

Jungerius, P.D., 1991. Ameland. Verstuivingsproject Rietpad. InternePublicatie FGBL, UvA(8 p.)

Boxel, J.H. van &

Jungenus.

P.D., 1993. Ameland. Verstuivingslocatie

Rietpad RP3. Interne PublicatieFGBL,UvA (10 p.)

Boxel, J.H. van &Jungerius, P.D., 1994. Duinen mogen weer stuiven. Waddenbulletin, 29: 88-92.

Boxel, J.H. van

&

Jungerius, P.D., 1996. Experiment parabolisering van

een fossiele zeereep,Ameland. Interne publicatie FGBL, UvA, 25 p.

A

me

l

a

nd

, ex

p

er

i

me

n

t

in

zee

r

ee

p

(

v

an km 20,6-21,6)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden Typekust: afslag

Beheer: In 1965 werd destuifdijk aangelegd (km 21-23). Sindsdien is er voortdurend aan het traject geschaafd door aanlegvan

zandvangschermen aan destrandzijde en helmaanplant in deduinen. Sinds januari 1995 ishet beheer bij wijze van experiment gestopt. Processen: verstuiving en overstroming door zout water (opening in zeereep tussen

km 21.3 en 21.5)

Ecotopen: stuifkuil, slufterachtig gebied

Monitoring: Rijkswaterstaat volgt, insamenwerking met het lokalestudiecentrum, de

ontwikkelingen in duinprofiel, aantalen omvang van stuifkuilen, oppe

(17)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

vlakte aan kale plekken, aanzicht zeereep, vegetatiebedekking en de soortensamenstelling van de vegetatie.

Referentie: als referentiegebied vindt in het kustdeel tussen km 19.6-20.6 op overeenkomstige manier monitoring plaats

Ervaringen: Hetexperiment loopt nog te kort omveel resultaat tezien.Een probleem dat debeheerder ervaart is,dat de troep dienormaal op het strand aanspoelt, nu ookinhet achterliggende gebiedterecht komt.

Ameland, zeereepbeheer losgelaten (ten oosten van km 23)

Beheerder Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden

Type kust afslag, geen basiskustlijn vastgesteld

Beheer geen Processen: verstuiving

Ecotopen: stuifkuilen, gekerfde zeereep

Monitoring De Meetkundige Dienst heeft een pilot-project op Ameland uitgevoerd,

om de mogelijkheden vanremote-sensing voor het in kaart brengen van

landschapsecologischeprocessenen vegetatie-ontwikkeling in beeldte

brengen.Onderzoeksgebieden opoost-Ameland zijn:de on beweide kwelder" deHon", de beweide kwelder" Nieuwlands Reid" en de strandvlakte ten noorden van "het Oerd" (paal20,5-23).

Literatuur: • Janssen, J.A.M. et al, 1995. Het Ameland Schalenproject; de

mogelijkheden van remote sensing technieken voor vegetatiemonitoring ten behoeve van het natuurbeheer. NRSPrapport 95-16 .

Sanderse, A.E., 1994.Natuurlijke kustonwikkeling op de oostpunt van Ameland;de totstandkoming en beschrijvingvan de geomorfologische kartering. In M.B.Oppers & A.E.Sanderse, Natuurlijke kustontwikkeling op Schiermonnikoog en Ameland, DeelIV, intern rapport FGBL,UvA, 30

p.

+

bijlagen.

3.5 Terschelling

Terschelling, Groen Strand, (landwaarts van km 1)

Beheerder Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden Dienstkring Waddeneilanden; Staatsbosbeheer

Beheer: Inseptember-oktober 1996zijn devolgende maatregelen uitgevoerd: De

toegangsweg naardeNoordsvaarder isverlaagd, het dijkje is afgegraven,

desloot in hetnoordelijk deelis grotendeels gedempt en intotaal 3-4 ha. is afgeplagd. Hetgebied wordt extensief begraasd.

Processen: vrijeinvloed van zee, in het zuiden 65 keer perjaar overstroomd,

halverwege het gebied 1-2keer perjaar,natuurlijke afstroom van

overtollig water

Ecotopen groenstrand,duinbeek in kontakt met getijdewerking

Monitoring: Grondwaterstand en waterstand van open water wordt straks

gemonitord. Erisaleengebiedsdekkende vegetatiekartering uitgevoerd. Daarnaast is eensoortenverspreiding van kenmerkende soorten en

soorten van de rode lijstopgenomen. Regelmatig wordt een

soortenopname gemaakt in pq's.

Terschelling,

Noordvaarder, zeereepbeheer losgelaten (ten w

.

van km 1)

Beheerder Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden Dienstkring Waddeneilanden (zeereep);Staatsbosbeheer (overig)

(18)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Figuur 4 -Terschelling met strandpaalnummers

Type kust: aangroei

Beheer: gestopt sinds 1991

Processen: verstuivingen, primaireduinvorming Ecotopen: primaire duintjes

Monitoring: Er worden elk jaar foto' sgemaakt.

Terschelling, dynamisch handhaven van de zeereep (km 1-2)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden Type kust: aangroei

Beheer dynamisch handhaven (niets doen tenzij het noodzakelijk is uit veiligheidsoogpunt)

Processen: verstuivingen, ontwikkeling vanjonge duinen Ecotopen: primaire duintjes

Terschelling, Kroonspolders (landwaarts van km 3-4)

Beheerder: Staatsbosbeheer Terschelling Beheer: gestopt sinds 1985

Processen: verstuivingen, uitstuiving tot opgrondwater Ecotopen: vochtige duinvallei

Terschelling

Terschelling, Eldorado (ca. 500 m. landwaarts van km 7-8)

Beheerder: StaatsbosbeheerTerschelling

Beheer: In 1991, 1992 en1994 zijner tussen de 10ende 15stuifkuilen opengegraven met als doel 'revitalisering vanstuifkuilen' (in het kader van het project' effect gerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring'). Jaarlijksworden nieuwe stukkengereactiveerd: afgraven bodem, verwijderen vegetatie, daarnavrijwel geenonderhoud (soms wordt helmopnieuw verwijderd).

Processen: ontwikkeling vanstuifkuilen,uitstuiving tot opgrondwater, overstuiving Ecotopen: stuifkuilen, vochtige duinvallei

Monitoring: grootschalige monitoring vanstuifkuilen, depositiekarteringen door de

(19)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Universiteit van Amsterdam

ErvaringenEnkelekuilen zijn inmiddels uitgestoven tot op hetgrondwater.

Literatuur: • Boxel,J.H.van

&

Jungerius, P.D.,1991. Verstuivingsproject Eldorado,

Terschelling. EGM project effektgerichte maatregelen droge duinen.

Verslagvooronderzoek fase 1.Rapport FGBLaan Staatsbosbeheer,

Terschelling, ca.10p.

Boxel,J.H. Van

&

Jungerius, P.D.,1994. Duinen mogen weer stuiven.

Waddenbulletin, 29: 88-92.

Meu/en,

F.

Van der,Kooijman, A.M., Veer,M.A.C.

&

Boxel,J.H. van,

1996. Effectgerichte maatregelen tegen verzuring eneutrofiëring in

droge duinen. Eindrapport fase 1, 1991-1995. FGBL, UvA in opd racht

van Dir.NBLF,Min. LNV.

Bolhuis.

A.

Van,1996. Overstuiving stuifkuilen Eldorado.Verslag eigen

onderzoek. FGBL,UvA.

T

e

rschellin

g

, s

t

uifd

i

jk (km 15-20

)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden

Type kust: overwegend aangroei

Beheer: Voor 1991 werd dezanddijk beheerd volgens eenvast patroon. Na1991

ismenovergegaan op een variabel patroon waarmee de rechtezanddijk

langzaamwordt omgevormd tot een natuurlijk ogende zeereep. Grote

stukken met helm begroeidedijk zijn in1991 weggeschoven met behulp

vaneen bulldozer. Landwaarts van dezeereep wordt zand ingevangen

door middel van helmaanplant en het plaatsen vanschermen. De

verstuiving wordt begeleid.

Processen: verstuiving

Ecotopen: rollende zeereep

Monitoring: luchtfoto's en JARKUS metingen. Monitoring van verstuivingen in de

zeereep in 1991 door student.

Ervaringen: Er verstuiven grote hoeveelheden zand.Dit isduidelijk te zien op de

overgang naar het landwaarts gelegen duingebied, waar devegetatie

overstuift. De stuifdijk vertoont een duidelijker reliëf dan voorheen.

Literatuur • RWS,IWACO, SBB,1994. Landschappelijke inpassing zeereep

Terschellingpaal 15-20, 98 p.

Wal,D. van der, 1996. Thedevelopment of aDTM for the

geomorphological engineering of the rolling foredune of Terschelling,

TheNetherlands. Journalof Coastal Conservation (in press).

Ingrid Been,1996. Verstuivingsonderzoek in de zeereep van Tersche

l-ling. Rap.nr. ANW 91.25

T

e

rsch

e

ll

i

n

g,

Bosc

h

pl

aat

, dyn

a

m

i

s

c

h h

a

ndh

a

ven v

l

d zee

re

ep (km 20-26)

Beheerder Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden (zeereep); Staatsbosbeheer (overig)

Typekust: aangroei

Beheer nietsdoen,tenzij maatregelen noodzakelijk zijn voor de veiligheid

Processen: verstuivingen, primaireduinvorming

Ecotopen: stuifkuilen, primairevallei,kwelder

Monitoring: Er worden elkjaar foto' sgemaakt.

Te

r

sche

llin

g, zee

r

ee

pb

e

h

ee

r lo

sge

l

ate

n

(

oo

ste

l

i

jk v

a

n km 26

)

Beheerder: Rijkswaterstaat,dienstkring Waddeneilanden (zeereep); Staatsbosbeheer

(20)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Type kust: aangroei (geen basiskustlijn) Beheer" nietsdoen

Processen: verstuivingen, primaire duinvorming Ecotopen: stuifkuilen, primairevalleien, kwelder

Figuur 5 Omvorming vande stuifdijk opTerschelling

3.6 Vlieland

Vlieland,

strand vlakte

Vliehors, zeereepbeheer losgelaten (westelijk van

km 40)

Beheer" Processen Ecotopen: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden stabiel. Verwacht wordt dat erin detoekomst minder zandaangevoerd zal gaanworden door destrekdam opTexel gestopt sinds1990 verstuiving, overstroming door zout water (2

à

3 keer per jaar) stuifkuilen, kwelder, jonge duintjes

Beheerder Type kust

Vlieland, zeereepbeheer losgelaten (km 40

-

42)

Beheerder Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden

Type kust.: aangroei

Beheer: gestopt sinds 1992 Processen verstuiving inde zeereep

Ecotopen: stuifkuilen, gekerfde zeereep

(21)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde Figuur 6 -Vlieland met strandpaalnummers

Vlieland

pl35

Vlieland,

tussen

'Pad van 30' en 'Pad van 20' (landwaarts van km 46-48)

Beheerder: Staatsbosbeheer Vlieland

Beheer Hier isin1995en1996 met dehandeen kuil opengehaald van 20 m2

metalsdoel verstuivingen op gangtebrengen. Verder wordt er geen

actief beheer uitgevoerd.

Processen: (grootschalige) verstuiving, lokaaltot op hetgrondwater

Ecotopen grootschalige verstuivingen tot 100 m.lang, stuifkuilen (lokaal vochtig)

Monitoring: geenstructurele monitoring.

Er

zijn welgoedeopnames uit 1945 die

gebruikt kunnen worden alsreferentie.

Ervaringen: Nahet in'95 openhalen vangenoemde stuifkuil was nog niet veel

resultaatte zien; daarom isdit in '96 herhaald.

Vlieland, Kooispiek (midden op eiland ter hoogte van km 49.5)

Beheerder: Staatsbosbeheer Vlieland

Beheer Dit deelis afgeplagd met alsdoel devochtige duinvalleien hier teherstel

-len.Door delage grondwaterstand isdit deel nu verder gaan uitstuiven.

Verstuivingen richting bosworden toegelaten. Zandpaden worden,

wanneer nodig, verlegd.

Processen: verstuivingen, uitstuiving tot opgrondwater Ecotopen: vochtige duinvallei

Monitoring:

Er

vindt geen monitoring plaats.

Ervaringen: Zowel in het bos als op depaden zijn reedseffecten van verstuiving te

zien.

Vlieland, zeereepbeheer losgelaten (km 49-50)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Waddeneilanden Type kust:: aangroei

Beheer: Hier is alsinds1965 niets gedaan

Processen: verstuiving in dezeereep,primaire duinvoring Ecotopen stuifkuilen , jonge duintjes

(22)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Vlieland, 300-400 meter achter de zeereep (ter hoogte van km 50,4)

Beheerder: Staatsbosbeheer Vlieland

Beheer: niets doen

Processen: kleinschalige verstuivingen diespontaan zijn ontstaan en nog steeds stuiven

Ecotopen: stuifkuilen,vochtige vallei

Figuur7

-Tot op hetgrondwater uitgestovenstuifkuil op Vlieland (landwaartsvan km 47-48)

3.7 Texel

Tot dehelft vande20e eeuw werd op Texel verstuiving zoveel mogelijk tegengegaan. Nadezestiger jarenontbraken demiddelen hiertoe en zijngrote

delen weer gaanstuiven (o.a. rond km 25, bijde slufter). Dit liep uit dehand en het sluftergebied werd bedreigd. Na 1985 werden verstuivingen weer massaal

vastgelegd.

Texel, de Hors, extensief zeereepbeheer (km 4-8)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Texel

Typekust: aangroei

Beheer: Plaatsen vanschermenom de enorme zandaanvoer in dehand tehou

-den.Dedijk langsdeHorspolders wordt beheerden wanneer nodig

ingeplant.

Processen: primaire duinvorming, verstuiving Ecotopen: primaireduintjes

Monitoring: luchtfoto' s

(23)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde Figuur 8 -Texel met strandpaaln ummers

Texel

pi

10

pi 5

Texel. de Geul (landwaarts van km 9)

Beheerder: Staatsbosbeheer Texel

Beheer: gestopt sinds 1970.SBBlaatverstuivingen toetenzij de infrastructuur,

bebouwing of zeldzameduinvegetatie aangetast wordt.

Processen: verstuivingen

Ecotopen: stuifkuilen

Monitoring: In hetkader vaneenonderzoek naar deregeneratie van kwijnende helm

door secundaireverstuiving isde ontwikkeling vaneenstuifkuil tijdelijk gevolgd door deUniversiteit van Amsterdam (eind'92 t/rn begin '94). Er

werden procesmetingen gedaan, profielmetingen, een luchtfotostudie en

onderzoek vandehelmvitaliteit.

Resultaat: In de onderzoeksperiode isde omvangvan de stuifkuil nauwelijks veranderd. Uiteindelijk bereiktehetzand dat door dewind werd

Texel. zeereepbeheer losgelaten (bij km 7 en km 31)

Beheerder: Rijkswaterstaat Dienstkring Texel

Type kust: aangroei

Beheer: gestaakt

Processen: verstuivingen

(24)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

opgenomen, de bovenrand van de kuil niet meer, maar werd grotendeels binnen de kuil verplaatst.

Literatuur: • Rooii-van der Goes,P.C.E.M.& Jungerius, P.D., 1994. Verbetering van devitaliteit van gedegenereerde helm begroeiing door gecontroleerde verstuiving in dezeereep.NIOO, inopdracht van TAW-(' Rapport DWW-546 .

Eleveld,

M.A.

& Wal, D. van der, 1993. Veldwerk Julianadorp en Texel. Oktober 1992 - januari 1993. FGBL,UvA,ca. 10p.

Texel, de Slufter, extensief beheer (km 24.5-25.5)

Beheerder: Rijkswaterstaat Dienstkring Texel

Typekust: afslag

Beheer: Opde plaatshouden van de sluftermond Processen:overstroming door zout water, verstuiving Ecotopen: slufter, kwelder, stuifkuilen

Monitoring:Er zijnde afgelopen jarenallerlei inventarisaties uitgevoerd, o.a. van vegetatie, fauna, vogels, insecten, paddestoelen, (nacht)vlinders, muizen. Tevenszijngegevens bekendvan hoogteligging ('66, '79, '95). Er worden regelmatig luchtfoto's genomen.

Literatuur: Diverse rapportages vande inventarisaties,aanwezig bij Staatsbosbeheer

3.8 Noord-Holland

Den Helder

-

Petten

,

Groote Keeten (km 3-6)

Beheerder:Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen(noord) Typekust: afslag

Beheer: Eris hier inhet verleden uitgebreid geëxperimenteerd met een

zogenaamde rollende zeereep:het landwaarts verplaatsen van de zeereep door gecontroleerde verstuiving. In1996 zijner suppleties gepland van km 1.2-7.9.

Processen:Inhet verledentraden hier veelverstuivingen op

Monitoring In het najaarvan1996 doet deUniversiteit van Amsterdam metingen aan de suppletie tussenkm 1.2en7.9.

Ervaringen:De beheerdermeldt het uitdehand lopen van deverstuivingen

Julianadorp (400 meter landwaarts van km 6,89, in de zanddijk)

Beheerder:Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen (noord) Beheer: Tussen1992en1994ishier geen onderhoud gepleegd. Processen:ontwikkeling vaneenstuifkuil

Ecotopen: stuifkuil

Monitoring:In het kadervaneenonderzoek naar de regeneratie vankwijnende helm door secundaireverstuiving is de ontwikkeling van een stuifkuil tijdelijk gevolgd door deUniversiteit van Amsterdam (eind '92

U

m

begin'94). Er werden procesmetingen gedaan,profielmetingen, een luchtfotostudie en onderzoek van dehelmvitaliteit.

Resultaat: Gedurende de onderzoeksperiode verplaatste de kuil zich in westelijke richting

LLiteratuur:• Jungerius,P.D.& P.C.E.M. De Rooi-van der Goes,1994. Verbetering van devitaliteit vangedegenereerde helmbegroeiing door gecontroleerde verstuiving in dezeereep.Rapport NIOO en UVA, tbv RWS-DWW.

(25)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Figuur 9

-Noord-Holland met kilometerpaalnummers

Noord-Holland

D

en

H

elde

r

-Petten, Groote Keeten (km 8-10)

Beheerder: Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen (noord) Type kust: aangroei (km 8-10)

Beheer: In hetaangroeideel van km 8-10 werd nauwelijks onderhoud verricht. Onlangs ishier een groot aantal stuifschermen geplaatst.

Er

is hier geen dynamisch kustbeheer, omdat dezeereep smal isen verstuivingen tot last zijn voor hetachterland (o.a. bloembollen).

Processen: In het verleden traden hier veel verstuivingen op

Ecotopen: In het verleden washier sprake van een gekerfde zeereep.

Monitoring: B. Arens deed hier in 1992 onderzoek naar zandtransport

(procesmetingen) in het kader van zijn promotie-onderzoek

Ervaringen VolgensdeUniversiteit van Amsterdam groeiden destuifkuilen niet uit,

omdat ze gedeeltelijk volstoven gedurende bepaalde perioden van het jaar.Arensmeet transportsnelheden van 3 tot 10 cm bij storm-events.

Literatuur: • Arens, S.M.,1994. Aeolian Processesin the Dutch Foredunes.

(26)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Zwanenwater buitenduinen

(km 13,5-17,5)

Beheerder: Natuurmonumenten

Processen: ontwikkeling vochtige duinvalleien, spontane kleineverstuivingen Ecotopen: Direct achterdezeereep zijnenkelevalleien tot op het grondwater

uitgegraven (1/4 tot 1/2 ha.per stuk). Deze stuiven niet.

In deZuidduinen (km 15) bevindt zich 1 stuifkuil (30-40 meter lang en 15meter breed). In hetKieftenglop endeHazenkamer 3of4stuifkuilen (20-25 meter lang). Hier liggen een heleboel kleintjes omheen mogelijk wordt dit straks ééngrote kuil.

Monitoring: De spontane verstuiving in deZuidduinen wordt gemonitord.

Ervaringen Er zijn nog geenschadelijke effecten aan de orde geweest,. Alsde kuilen verder uitstuiven verdwijnt een deel van de asfaltweg die gebruikt werd door het Hoogheemraadschap. Natuurmonumenten bepaalt in dat geval, inoverleg met het Hoogheemraadschap, wat er gebeurt.

Hargen/Schoorl

(km 28)

Beheerder: Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen

Type kust: Overwegend afslag, lokaalaangroei

Beheer: Zolanghet niet nodig iswordt er niet ingegrepen. Processen: verstuiving

Ecotoop: In dezeereep bevindt zicheenstuifkuil van 60 bij50 meter. Deze is4 jaar geleden ontstaan engroeit nog steeds.Er vindt uitstuiving tot op de veenlagen plaats.

Parnassiavallei Schoorl, km 30-32

Beheerder: Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizenen Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Type kust: afslagkust, tijdelijk aangroei

Beheer: Dezeereep wordt hiersindsmaart 1994 nietonderhouden. In1995 is gesuppleerd bij Bergen.Landwaarts van dezeereep, in het Buizerdvlak, is onlangseengrootschalig sanerings-annex natuurbouwproject

uitgevoerd, waarbij restanten vaneenkampement uit de oorlog zijn verwijderd.

Processen: Er vindt spontane verstuiving in dezeereep plaats. Het Buizerdvlak stuift momenteel flink.

Ecotopen In dit deel komt dekerf inseptember 1997.

Schoorlse duinen, landwaarts van de zeereep (km 28-32)

Beheerder: StaatsbosbeheerSchoorlseDuinen

Beheer In1990 is er opeenaantal plaatsengeplagd om dedynamiek inde duinen weer opgang te brengen.DePirolavalleiis in 1990 afgegraven rn.b.v. eengraafmachine maar isinmiddels weer dicht. In deGroteZinke polder (N-W Zwarte Blink) isdebovenlaag in1990 afgeplagd inmiddels weer dicht. De Mariavlakte isookafgeplagd in 1990, heeft een tijd gestoven enin denatte periode onder water gestaan. Het Frederiksveldis in 1990 afgeplagd en stuift nog steedsactief. Ten N-W van deplas in de "IJsbeer" iseenstuifkuil (20 meter diep). Dezeblijft stuiven dankzij de bezoekers.500 meter ten noorden van deSchoorlse zeewegontstaat nu spontaan een vochtige duinvallei.

Processen: verstuiving, ontwikkeling vochtige duinvallei Ecotopen: stuifkuilen

Monitoring: Er vindt geen monitoring plaats; eriswel eenfotoarchief van dejaarlijkse

(27)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

ontwikkelingen.

Kokkendal Woudweg, zeereepbeheer losgelaten (km 34.75-35

.

25)

Beheerder: Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen

Type kust 1995aangroei, 1996 deel afslag

Beheer maart1994gestopt, bunkersdiebloot komen teliggen worden verwijderd.

Processen: kleinschaligeverstuiving

Ecotopen: kleine stuifplekken in dezeereep

Monitoring: vanaf maart 1996 ismen begonnen met het meten van dehoogte van de

zeereep.Tot 1999 worden om dedrie maanden en na storm metingen

gedaan(door het Hoogheemraadschap).

Noordhollands duinreservaat (landwaarts van km 32-36 en km 47.5 en

paal 50-51)

Beheerder Provinciaal-Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Type kust: Over langetermijn temaken met afslagkust met namebij: Heemskerk, door deverlenging van deNoordpier en Bergen/Egmond door zandvraag

van deNoordzee

Beheer Op dit moment is eroverlegmet het Hoogheemraadschap,

Rijkswaterstaatenanderebeherende organisaties over de gehelekust tussen Urnuidenen Den-Helder.

Landwaartsvan dezeereep worden verstuivingen nergens meer

vastgelegd. Ertreden opgrote schaalspontane verstuivingen plaats. Het

PWNexperimenteert tevensmet verstuivingen in het kader van natuurontwikkeling. Voorbeelden zijn; "Keetjevan Hopman" (km 34.5,

800 meter van dezeereep) en het Buizerdvlak (km 32). Dezeplekken zijn

gesaneerdenstuiven momenteel.

Met effecten van verstuiving wordt alsvolgt omgegaan:

Paden: deWoudweg (km 35) stuift regelmatig onder en wordt, wanneer nodig, schoongeschoven. In het kader van het plan "Voetspoor" is dan

ook het voorstel om dezeweg meer landinwaarts te plaatsen.

Bossen:aantasting van bossen door verstuivingen wordt getolereerd. Er wordt ineen dergelijke situatie vanuit gegaan dat debossen danopeen verkeerdeplaats zijnaangelegd.

Infiltratieplassen: PWN heeft moeite met het vrijlaten van verstuivingen in dezeereepalsdaar eeninfiltratieveld vlakachter ligt zoalsbijvoorbeeld hetKieftenvlak.

Processen: verstuivingen in debuitenduinen- en middenduinen, ontwikkeling van vochtige duinvalleien

Ecotopen: stuifkuilen enstuifgebieden

Monitoring: door middel van luchtfoto's 1:2500 één maal per 5 jaar. In het verleden

zijner veldmetingen gedaan door dhr.Jungerius (UVA) bij km 50.750 en in hetgebied Woudweg (km 34-35).

Literatuur: • Hulshoff, M. etal,1986. Derelatie tussenerosieprocessenen vegetatie

in deduinen ten zuiden van Bergenaan Zee, rapp. UvA

Hulshoff, M.etal, 1996. Erosie in deduinen bij Gergenaan Zee- de samenhang tussengeomorfologische processen, bodem en vegetatie. Landschap 5(2):83-97.

Jungerius,P.D.et al, 1988. Erosion processes inadune landscape alaongthe Dutch coast.Catena 15:217-228

(28)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

van het Noordhollands Duinreservaat, schaal 1:10.000, rapp. UvA

Ten noo

r

d

e

n v

a

n

ll

m

u

i

den.

z

e

e

r

ee

pb

e

h

eer

lo

sge

l

a

t

en (

km

5

3-

55)

Beheerder: Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen

Type kust: aangroei

Beheer: geen

Processen: primaire duinvorming. De ontwikkeling van de strandvlakte wordt beïnvloed doorrecreatie.

Ecotopen: primaire duintjes

3.9 Rijnland

Midden Herenduin, Du

i

n & Kruidber

g

(l

a

ndw

aa

rts v

a

n km 57-59

)

Beheerder: Natuurmonumenten

Type kust: aangroei

Beheer: In 1992 zijner12stuifkuilen met de shovel uitgegraven met als doel de

revitalisering vanstuifkuilen (in hetkader van het project' effect gerichte maatregelen tegen verzuring eneutrofiëring'). De ontwikkelingen van jonge duintjes op het strand werd gestimuleerd door het gebied af te sluiten voor recreanten. Dit ismislukt: dezeeistedynamisch en het hekwerk bleeksnellerafgebroken danopgebouwd.

Processen: In totaal 28-30 actief stuivende kuilenin debuitenduinen en ontwikkeling van1vochtige duinvallei in de buitenduinen door uitstuiving. Vlakbij deDuin & Kruidbergerweg is eenspontane stuifkuil dieuitstuift tot op hetgrondwater. Overstuiving van vegetatie.

Jongeduinontwikkeling ophet Kennemerstrand tussen km.paal60tot deIJmuiderslagkm 57.8.

Ecotopen stuifkuilen,vochtige duinvallei

Monitoring grootschalige monitoring vandestuifkuilen (diepte/lengte/oppervlakte); depositiekarteringen en vegetatiekartering (1995)

Ervaringen: Van het terrein van ca. 5 ha.bestaat ca. 1700m2 uit stuifkuilen en ca. 8000 m2uit accumulatiegebied. Er bevinden zich 13 kuilen met een oppervlakte tussen50en500 m2•

Debeheerder meldt dae5bekijken.

Literatuur: • Jungerius, P.D.&Boxel,J.H.van, 1991. Monitoring vaneffectgerichte maatregelen tegen verzuring eneutrofiëring inopen droge duinen, verstuivingsproject Midden Herenduin. Rapport FGBLinopdracht van

Natuurmonumenten, Duinen Kruidberg, 2 p.Boxeletal, 1996 In prep. Kieffer, N.

&

Hampele, N., 1995. Sandaccumulation, vegetation and water around the blowouts, inthe Netherlands coastal dunes.Verslag Erasmus-stage,FGBL,UvA.

Kennemerduinen, km 59

-

60

,

75

Beheerder: Zeereep:Hoogheemraadschap van Rijnland;

Duingebied: PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Type kust: Ten zuiden van km 59,75: afslag.Ten noorden: aangroei (omslagpunt: bij Kattendel).

Beheer: Landwaarts van dezeereep bevindt zich de'Houtglop' .Hierzijn in1988 of 1989 kleine stukjes duinvallei afgeplagd. In1992 of 1993zijn ernog eens grotere stukkenafgeplagd. In hetduingebied worden geen

verstuivingen vastgelegd, zelfsnietlangspaden. In het kader van het

(29)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde Figuur 11 -Zuid-Holland met strandpaalnummers periodevan2 jaar.

Zuid-Holland

Amsterdamse Waterleidingduinen

,

van Limburg Stirumkanaal (landwaarts

van

ca

.

km 72,5-75)

Beheerder: Gemeentewaterleidingen Amsterdam

Beheer: Inmaart 1995 ishet voormalige extractiekanaal'Van Limburg Stirumkanaal' dichtgegooid. Aan dehandvankaarten en veld

inventarisatieszijndevalleienten westen van het kanaal,waar destijds hetzand isgestort, weer uitgegraven. Dit zandisgebruikt voor

herinrichting van hetgebied. Debreedtevarieertvan 50tot 150meter.

Thansvindt geenbeheer plaats.

Processen: overstuiving oververschillendevegetatiestructuren, uitstuiving tot op

grondwater, watererosie, vegetatieaanpassing Ecotopen: stuifvlakte

Monitoring Deuniversiteit van Amsterdam endeGemeentewaterleidingen

Amsterdam monitoren de ontwikkelingen (resp. ontwikkeling reliëf, accumulatie,deflatie, overstuiving vegetatie, samenstellingvegetatie). Ervaringen: Sindsmaart 1995 is een maximale depositie gemeten van1.0meter. De

(30)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

aangrenzende vegetatie (open- of struikvegetatie). Sinds '95 strekken de overstuivingszones zichuit overeen afstand van10m (verstruikt) tot 50 m (open).

Literatuur • Arens,S.M.

&

Deilier. AF., 1996. Monitoring vaneengrootschalige

verstuiving, van Limburg Stirum gebied, Amsterdamse Waterleiding

Duinen. Rapport FGBL-UvAaan RWS-DWW.

Figuur12-Verstuivingsprojectinhet VanLimburgStirumkanaal

De Blink (landwaarts van km 75.50-76)

Beheerder: Gemeentewaterleidingen Amsterdam/Zuidhollands Landschap

Beheer: geen

Processen: verstuiving buitenduinen en binnenduinen

Monitoring: De Blinkisin het kader van het project' effect gerichte maatregelen tegen verzuring eneutrofiëring' gevolgd door deUniversiteit van Amsterdam.

De natuurlijke ontwikkeling werd vastgesteldaan dehand van 5-jaarlijkse

luchtfoto' s.

Ervaringen: De toenamevan verstuiving en de toename vanstruweel leidt tot een

afname vangrazigevegetaties.

Literatuur • Bergmeijer, M., 1981. Processenin kustduingebied 'De Blink',

GemeenteNoordwijk. Intern rapport FGBL,UvA.

Bergmeijer, M., 1983. Blowouts inthe Dutch coastaldunesnear

Noordwijkerhout, TheNetherlands. Rapport FGBL,UvA,27p.

Jungerius,P.D., Verheggen,Al.

T.

&

Wiggers,Al., 1981. The

development of blowouts in'De Blink', acoastal dune areanear

Noordwijkerhout, TheNetherlands. Earth SurfaceProcessesand

Landforms 6, 375-396.

Meuten, F.van der,Kooijman, AM., Veer,M.AC.

&

Boxel,J.H.van,

1996. Effectgerichte maatregelen tegen verzuring eneutrofiëring in

droge duinen. Eindrapport fase 1, 1991-1995. FGBL,UvA inopdracht

van Dir.NBLF,Min. LNV.

(31)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde

Hopman A. enP.D.Jungerius, 1987. Zandverstuivingen in 'De Blink'.

Het Zuid hollandsLandschap1987/3.

Noordwijk, Noordduinen (landwaarts van km 80

-

81)

Beheerder StaatsbosbeheerHollandsDuin

Beheer Ophet terrein van deGemeenteNoordwijk en Staatsbosbeheer is in

totaal 5 ha oude golfbaan afgegraven. Met name op hetterrein van Staatsbosbeheerishet behoorlijk gaanstuiven. Wandelpaden worden

schoongehouden en het deel dat grenst aan het fietspad isvastgelegd.

Processen grootschalige verstuivingen in debuitenduinen

Ecotopen: stuifvlakte Monitoring: geen

Ervaringen: Wandel- en fietspaden stuiven onder.

Wassenaarseslag, Zwarte Duin, nabij Molenaarsberg (ca. landwaarts van

paal 92)

Beheerder:

Beheer:

Staatsbosbeheer Hollands Duin

geen

Processen: verstuivingen inbuitenduinen.

Ecotopen Op enkeleplekken in dit duin zijn kleine stuifkuilen ontstaan. Dezezijn

explosief gaangroeien tot 2500/3000 m2en vervolgens zijn zedicht

gegroeid.

Monitoring: Tussen1986 en1992 zijner om hetjaar gegevensverzameld.

Ervaringen: Deze gegevenszijn nooit verder uitgewerkt eneris geen rapport

verschenen.Uit de gegevensisdeglobale conclusie getrokken dat kleine

kuilen maximaal groeien tot eenomvang van 3000 m2 en vervolgens

dichtgroeien.

Meijendel, lokaal zeereepbeheer losgelaten (km 92-97)

Beheerder: Hoogheemraadschap van Rijnland

Type kust: stabiel

Beheer Lokaalwordt de stormschade niet hersteld (alsinds '90); bijkm 96 wordt de ontwikkeling vaneenstuifkuil in dezeereepgetolereerd.

Processen: verstuiving

Ecotopen: stuifkuil in dezeereep

Monitoring: De stuifkuil bijkm 96 wordt jaarlijksingemeten door Rijnland (oppervlak

en dwarsdoorsnede).

Ervaringen Het kustdeel,waar de stormschadeniet wordt hersteld, wijkt duidelijk af

van derest van dezeereep. Dehelling isconcaaf enaan devoet

onbegroeid; dehoogte is onveranderd.

De stuifkuil bijkm 96isdelaatste2jaar behoorlijk gegroeid. Erstaat nog slechts eensmallewand naar het strand toe.

Meyendel, Noorderpan (landwaarts van km 92,5)

Beheerder: Duinwaterbedrijf Zuid Holland

Beheer: Vanaf 1975 ishiergestopt met het aanplanten van helm. In de

Noorderpan bevinden zich verschillendeverstuivingen meteen maximale grotevan 25-30 meter lang en10-12 meter breed.

Processen: verstuivingen

Ecotopen: stuifkuilen

Monitoring: De ontwikkeling in de jaren'80 ismet behulp vanluchtfoto's en

(32)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde

Thans wordt deontwikkeling vaneen stuifkuil bijKijfhoek gevolgd in het

kader van het project' effect gerichte maatregelen tegen verzuring en

eutrofiëring 11'.

Literatuur: • Jungerius etat, 1992. Ageometrical approachto monitoring blowout

development from aerial photographs usingaGeographical Information

System.tn 'coastat dunes', EUCC-congres

Jungerius, P.D.

&

Meuten, F. van der,in prep. Bijdragecongres

Coastlines'95, Swansea,Wales.Journalof CoastalConservation inprep.

Jungerius, P.D. & Meuten, F.van der,in prep. Thevariability of aeolian

dynamics inthe secondarydunes along the Dutch coast andthe

relationship with thevegetation. Journalof CoastalConservation, in

press

Jungerius,P.D.,Loedeman, J.H.

&

Meuten, F.vander, 1993. Het

monitoren vanstuifkuilen in deNoorderpan met behulp van luchtfoto's

en GIS.Meyendel Mededelingen, 26, 11-20.

Jungerius, P.D.&Meuten, F.van der, 1989. Thedevelopment of dune

blowouts, asmeasured with erosion pins andsequential air photos.

Catena, 16, 369-376.

Jungerius, P.D.&Meuten, F.van der, 1985. De ontwikkeling van

stuifkuilen in hetduinterrein Meyendel. Landschap, 2,2, 143-151.

Meyendel

,

Helmduinen (landw

a

arts van km 94

-

95)

Beheerder Duinwaterbedrijf Zuid Holland

Beheer: Dehelminplant ishier 10-12 jaar gestopt. Daarnazijner verschillende

kleineverstuivingen ontstaan enééngrote. Inmiddels isdekuil, nahet

passeren vanhet raster van Rijnland, door Rijnland vastgelegd.

In hetalgemeen laat deDZH laat verstuivingen inMeyendel toe, behalve

alsfiets of wandelpaden overstuiven of een infiltratieplas. Voor de

infiltratieplassen houdt meneen zonevan 25 meter aan waarin

verstuiving niet wordt getolereerd.

Processen: verstuivingen

Ecotopen: stuifkuilen

Meyendel

,

Prinsenduin (landwaarts van km 96

,

5)

Beheerder: Duinwaterbedrijf ZuidHolland (DZH)

Beheer: De stuifkuil is rond 1975 ontstaan. In1980 isvoorgesteld omde stuifkuil

alsoort vanexperiment zijn gangtelatengaan.Rijnland ishiermee

akkoord gegaan mitszij direct zouden mogen ingrijpen wanneer nodig.

Dit istot nutoe niet nodig geweest, en zalookwel niet nodig zijn

volgens deDZH.

Processen: verstuivingen

3.10 Delfland

Westduinpark

(tussen km 102 en 105

,

6)

Beheerder: Hoogheemraadschap Delfland

Type kust: aangroei

Beheer: Het beheerwordt geextensiveerd. Het is een proef met dynamisch

beheer dat tevens bedoeld is om de strandpaviljoenshouders meerruimte

te geven.Zijhoeven'szomersniet meer de afrastering door teknippen

omdat dezenaarachter isverplaatst.

(33)

Dienst Weg- enWaterbouwkunde

Processen: verstuivingen

3.11 Maasvlakte

Slufter,

natuurbouwproject

aan de zuidzijde van de Maasvlakte

Beheerder: RWS

Type kust: aangroei

Beheer Dit natuurbouwproject is aangelegdin 1987 in het kader van de aanleg

v

a

n

deGrootschalige Baggerslibberging aan deMaasvlakte. Refererend

aan de situatievandeKwade Hoek,is eenaande oostzijde aan zee

geëxponeerdevallei met een vlakke bodem aangelegd, meteen beoogde

overstromingsfrequentie van 1 tot 25 keerper jaar. Daarniet aande gestelde doelen werd voldaan, heeft onlangs herinrichting

plaatsgevonden.

Processen: overstroming door zout water Ecotopen: slufterachtig gebied

Monitoring: In hetkadervande

MER

ende evaluatievan de aanleg van het baggerdepot, zijn verschillende parameters gemonitord

(bodemsamenstelling, vegetatie, broedvogels). Tevensisinhet kader

v

a

n

de aanpassing van het natuurbouwproject enkelekeren dehoogteligging ingemeten.

3.12 Voorne

Voornes Duin, Stekelhoek (landwaarts van km 13-14)

Beheerder: Natuurmonumenten

Type kust: afslag Beheer: geen

Processen: kleinschaligeverstuiving

Ecotopen: enkele kleine spontane stuifkuilen inde buitenduinen (Stekelhoek)

3.13 Goeree

Goeree, Kwade Hoek (km 7-3.2)

Beheerder: Natuurmonumenten

Type kust: aangroei Beheer: geen

Processen: verstuivingen; ontwikkeling vanjonge duinen in dezeereep(deze wandelen overhet strand); verschillende overstromingen door dezee (via doorbraken van wel2.5 meter diep);ontwikkeling van een vochtige duinvallei (dit komt niet door uitstuiving maar door afsplitsing van de vallei door een nieuwe duinenrij: een primaire duinvallei).

Ecotopen: primaireduinvallei. wash-over

Monitoring: er worden elk jaarfoto' s gemaakt

Goeree, Kwade Hoek zeereepbeheer losgelaten (km 8

.

0 en 8.5)

(34)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Type kust: stabiel/aangroei

Beheer: Sinds oktober 1994 is het zeereepbeheer

over

500 meter bij wijze

van

experiment gestopt (geenplaatsing

van

stuifschermen, geenvastlegging

van

aangestoven

zandmet helm)

Ecotopen: gekerfde zeereep

Monitoring: Er regelmatig foto's gemaakt en profielen ingemeten. De beheerders houden de vegetatie ontwikkeling

van

de vegetatie globaal (op het oog) in de gaten.

Als referentie dienentwee vakken

van

500m breedaanweerszijden

van

het proefgebied, die opovereenkomstige wijzeworden

gevolgd.

Ervaringen: Er zijn duidelijk effecten tezien

over

een periode

van

2jaar.Ertreedt overstuiving

van

de achterliggende duindoornvegetatie plaats. De beheerdershebben geen verandering in vegetatie waargenomen.

Figuur 13-Experiment inde zeereep

Goeree, zeereepbeheer losgelaten (km 18

.

25 en 18.75)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Haringvliet Type kust: stabiel/afslag

Beheer: Sinds oktober 1994 is hetzeereepbeheer

over

500 meter bijwijze

van

experiment gestopt (geen plaatsing

van

stuifschermen, geen vastlegging

van

aangestoven

zand met heim).

Ecotopen: kleine stuifplekken in dezeereep

Monitoring: Er regelmatig foto's gemaakt en profielen ingemeten. Debeheerders houden devegetatie ontwikkeling

van

devegetatie globaal (op hetoog) in de gaten.

Alsreferentie dienentwee vakken

van

500 m breedaan weerszijden

van

het proefgebied, die opovereenkomstige wijzeworden

gevolgd.

Ervaringen: Deeffecten zijn nog niet duidelijk. Er zijn ook stuifplekken waargenomen buiten het beheerder gebied.

(35)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Goeree (ca. 200 meter landwaarts van km 18.75)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Haringvliet

Beheer: Tussen1992en1994 vond hier geen beheer plaats.

Processen: verstuiving

Ecotopen: stuifkuil

Monitoring: In het kader vaneenonderzoek naarderegeneratievan kwijnende helm

door secundaireverstuiving isde ontwikkeling van de stuifkuil tijdelijk

gevolgd door deUniversiteit van Amsterdam (eind '92t/rn begin '94). Er werden procesmetingen gedaan,vormmetingen, een luchtfotostudie en

onderzoek aan dehelmvitaliteit.

Resultaat: Er werd een maximale erosie gemeten in het deflatiegebied van 8 cm in 2 maanden.

LLiteratuur: • Rooii-van derGoes, P.C.E.M.

&

Jungerius, P.D.,1994. Verbetering van devitaliteit vangedegenereerde helmbegroeiing door gecontroleerde

verstuiving in dezeereep. NIOO, inopdracht van TAW-(' Rapport DWW-546.

3.14 Schouwen

Schouwen

,

Zoutenhaard, zeereepbeheer losgelaten (km 0.7-1)

Beheerder: Waterschap ZeeuwseEilanden

Beheer: Tussen km 0.7-1 zeereepbeheer gestopt sindsmaart 1996.

Schouwen, Verklikkerduinen

(km 7.2

-

8.8)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Deltakust

Type kust: aangroei

Beheer: Hetzeereepbeheerisbij wijze vanexperiment gestopt sindsfebruari

1995.

Processen: verstuiving Ecotopen: stuifplekken

Monitoring: Deontwikkelingen worden door dienstkring gevolgd. Als parameters

worden gemeten: strand- en duinprofiel, aantalenomvang van kuilen,

oppervlakte aan kaleplekken, aanzicht zeereep, vegetatiebedekking en

soortensamenstelling, vitaliteit helm.

Alsreferentie dient een vak van 500 meter aan denoordwestzijde van het proefvak; hiervindt opovereenkomstige wijze monitoring plaats.

Resultaat: De eerstegegevensvan 1995 zijn beschikbaar. Hetexperiment loopt nog

tekort om vergelijkingen tekunnen makenen resultaat tezien.

Schouwen, Meeuwenduinen/Zepeduinen

(km 12-14)

Beheerder: Rijkswaterstaat, dienstkring Deltakust (waterkering) en Staatsbosbeheer Schouwen(d uingebied)

Beheer: In het kustdeel tussen km 12.5 en13.1is het onderhoud gestopt om ruimtete gevenaan denatuur. Hiermee ismet dein '96 aangebrachte suppletierekening gehouden (het zand isminder hoog op hetstrand

gezet,maar meerop devooroever). Een teruggang van dekustlijn van 50 meter wordt hiertoegestaan.

IndeMeeuwenduinen wordt niets enisook nooit iets gedaan. In de

Zeepeduinen wordt sinds4 jaar geen helm meergepoot. In het verleden werd bijdezeereep wel ingegrepen als ereen doorbraak drijgde; hier

(36)

DienstWeg- en Waterbouwkunde

werd voor eenbijna ontstane kerf eensuppletie aangebracht.

Processen: grootschalige verstuiving, loopd uinvorming

Ecotopen: stuifkuilen, stuifvlakte. loopduin

Monitoring: Tienjaar geledenisdeprovincie Zeelandbegonnen met monitoren. Het

gebiedistoen helemaal ingemeten enom depaar jaarwordt dit

herhaald. Onderdeel van demonitoring ishet meten van het loopduin in deMeeuwenduinen. Dezemetingen worden elk jaar gedaan.

Verder wordt de ontwikkeling vanstuifkuilen gevolgd door de

Universiteit van Amsterdam en deLandbouw Universiteit Wageningen.

Ervaringen: In 1992 was er totaal 26 ha aanstuifvalleien en11ha aanstuifvlaktes.

Dit oppervlak groeit sterk.Delengtevanstuifkuilen bedraagt 3 tot 250

meter, hetgemiddelde oppervlak 3300 m2. Hetloopduin inde

Meeuwenduinen loopt ca. 1a2 meter perjaar.

Literatuur: • Boxel, JH. Van

&

Jungerius, P.D.,1993. Projectbeschrijving evaluatie

verstuiving Meeuwenduinen (Kop van Schouwen). Interne Publicatie

FGBL, UvA, Sp.

Boxel,J.H.van,Jungerius, P.D.&Eleveld,

MA,

1993. Evaluatie

verstuivingen Meeuwenduinen (Kop van Schouwen). Rapport FGBL,

UvA, inopdracht van Staatsbosbeheer Zeeland,30p.

Eleveld,

MA,

1994. Het gebruik van blokvereffening, Genamapen

GRASSbij eenonderzoek naar de geomorfologische informatie uit

luchtfoto's ensatellietbeelden. Doctoraalscriptie, FGBL, UvA,48p.

Eleveld,

MA,

1994. Een vergelijking van verschillende monitoring

technieken toegepast "op deKop van Schouwen enenkele 'GIS-case

studies' nader toegelicht. FGBL,UvA,45p

+

bijlagen.

Loedeman,J.H. &Jungerius, P.D.,1995. Monitoring sand deflation in coastaldunesusing geometrie characteristics. In: Direction in European

Coastal Management, prooceeding 5th EUCC-conference, SWANSEA,

Wales,503-510.

(37)

Dienst Weg- en Waterbouwkunde Figuur 14 -Zeeland met strandpaalnummers

Zeeland

Hel

3.15 Neeltje Jans

N

ee

l

t

j

e

J

a

n

s,

n

atu

urbo

u

wp

r

o

ject:

aanleg van een

du

inge

b

ied

Beheerder: Natuurmonumenten en Zeeuws landschap.

Beheer: Nahet gereedkomen van deOosterscheldekering, kon hetwerkeiland NeeltjeJans opnieuw worden ingericht. Als eerste aanzet hiertoe isbegin

jaren '90een duinlandschap aangelegd aan deOosterscheldezijde van heteiland.Het gebied isca.50 ha.groot en bestaat uit verschillende duinvormen, valleieneneen miniatuur slufterachtig gebied.

In'92 is er eenslufter aangelegdaan dezeezijdevan NeeltjeJans.

Processen: verstuiving, overstroming

Ecotopen Gekerfdezeereep, slufterachtig gebied

Monitoring De ontwikkelingen worden gemonitord met betrekking tot morfologie (Rijkswaterstaat, Directie Zeeland),vegetatie (Provincie Zeelandsamen

metNatuurmonumenten) en vogels (Natuurmonumenten samen met lokalevogelwerkgroepen).

In de aangelegde slufter (Noordzeezijde) wordt dehoogteligging

gevolgd, door 2

à

3 hoogtemetingen perjaar, met name bijmonding en

(38)

---

---Dienst Weg- en Waterbouwkunde

3.16 Noord-Beveland

Kamperlandse duintjes

Beheerder: Waterschap ZeeuwseEilanden Type kust: lichte aangroei

Beheer: vooral gericht opreguleren van de recreatie

Processen: overstroming door dezee

Ecotopen: kleinslufterachtig gebied; echter sterk beinvloed door recreatie

3.17 Walcheren

Walcheren, Westkapelle-Breezand,

zeereepbeheer losgelaten (km 5-22)

Beheerder: Waterschap ZeeuwseEilanden

Type kust: afslag

Beheer: Om bezuinigingsredenen is het beheerin dezeereep tussen Westkapelle en Breezand(uiteraard op dedam tussenkm 18-22 na)in1995 gestopt. Processen: verstuivingen,loopduin

Ervaringen: De gevolgen van hetstaken van het beheerzijn:

* Tenoosten van Domburg (raai 1300) zijn de duintoppen kaalg esto-ven.

* Raai1000,verstuivingen in de eersteduinregel vanaf het moment dat ergesuppleerd is.

* Oranjezon, verstuivingen in zeereepen buitenduin

* Bij Westkapelle ontstaat een nieuwe duinregel halverwege dezeereep.

Borssele, aanleg van een slufterachtig gebied 'Caloot'

Beheerder: Waterschap ZeeuwseEilanden, wordt waarschijnlijk overgeheveld naar Natuurmonumenten.

Beheer In het kader van het MARSH-project (gemeenschappelijk project voor het Schelde-gebied van Nederland en Belgiëmet EG-subsidie),zaleen primairevallei worden verbonden met deWesterschelde. Dezeis gelegen tussen dein- en uitlaatcentrale van Borssele.Hierdoor zaleen

slufterachtig gebiedontstaan (7 ha.).Aaneen inrichtingsplan wordt momenteel gewerkt.

Processen: Overstroming door zout water

Monitoring: Deontwikkelingen zullen worden gevolgd.Aan een programma hiervoor wordt gewerkt.

3 .18 Zeeuws-Vlaanderen

Zeeuws Vlaanderen Breskens- Zwin (km 0-14.8)

Beheerder: Waterschap Het Vrijevan Sluis Type kust: aangroei

Beheer: Dezeereep ishier zeersmal(200 m). Dezeedijk is alshet ware overstoven (km 5-8) waardoor heteen natuurlijk lijkt, maar niet is. Wanneer de verstuivingen tegroot worden, worden zevastgelegd met

Cytaty

Powiązane dokumenty

After analyzing the value of the total cost of construction of gas distribution systems of various types for gasification of rural residential area, the economi- cally

In de volgende paragrafen worden de uitgangspunten (d.w.z. standaardverloop) voor het waterstands-, golfhoogte- en golfperiodeverloop op de NAP -20 m-dieptelijn gegeven, zoals deze

Tadeusz Jałmużna, dr Wiesława Leżańska, dr Ewa Witkowska przedstawili komunikat Rola i znaczenie prac magisterskich z historii wychowania, a dr Jan Krukowski Problematyka

(INSTYTUT NAUK HISTORYCZNYCH UKSW, 18.XI. 2013) Pierwsza z cyklu konferencji „W kręgu cywilizacji śródziemnomorskiej” poświecona za- gadnieniu religii w świecie

Czy cena akcji jest związana z wewnętrzną wartością spółki akcyjnej i tym samym, czy istnieją podstawy do przyjęcia bądź odrzucenia hipotezy o półsilnej efektywności

In order to further examine the influence of TTC on the timing of the flare the present experiment was designed to test the hypothesis that addition of ground texture to a

Also, when the rudder is added to the bare hull the wave-pattern resistance only appears to change at the lowest speed (Fn = 0.286, full scale speed = 5.50 knots), within

W ydaje się, że w spom niana przed chw ilą sytuacja, jak również inne oznaki dające się obserwować w e w spółczesnym św iecie pozwalają mówić, że