o
i
O
l
1
0
I
~:;,--adres:
Nr:
,
'Laboratorium
v~9r Chemisch~ TechnQlogie
Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
... ::./.~.t.~~Y: ... w.!!.!.~.~~.~.~~~
...
.
onderwerp:
.
.DR.tIKVERB.QGIN.G
..
llt ..EEN ..
F.AC .•. aA~.INSnLLA1'lj;"GEVOLGEN VOOR STRIPPE
ENCYCLONEN"
J , I • '. .'
opdrachtdatum :
verslagdatum :
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
l
( ( ( ( ( ( ()DR~KVERHOGING
IN
Eill~F.C.C.-INSTALLATIE
VAN
2
.
5 TOT 6
.
0
BAR
--GEVOLGEi~
VOOR
STJ:UrrEli
J~NCYCLONEN
--E
.
S
tuy
Aalsdijk231
Rotterdam
tel. 010-
82
19
5
7
IJ. il. Sande r.s N.Beets1aan63
Delfttel.
0
1
5
-
56'173
4
( ( ( ( ( ( ( (
o
o
(' INHOUDSOPGAVE ============= 1. 2. 2.1 2.2 2.32.4
2.5
2.6
3.2.1 3.2.24.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Samenvatting Conclusies Inleiding Stripper Algemene beschrijving Desorptie Diffusie-processen Kraking Verdunning Stripper-modelControle van het model
Berekening van de mate van kraking in de toevoerpijp.
Berekenin~ van de voor de stripper beno-digde hoeveelheid stoom
Bepaling van de volumcstroom gass~n die met de katalysator meegevoerd worden De hoeveelheid stripstoom
Gevolg van drukverhoging op het strip-proces
Gemodificeerde strippor Wiskundig model
Practische uitvoerine
Massabalansen over beide strippers Configuratie
Economische vergelijking stripper
Cyclonen Inleiding
Hoofdafmetingen
Efficiëncy van de cyclmon Massabalans over de cyclonen
pagina 1 2
4
6
6
7
8
9
10 10 11 11 13 1314
15
15
15
18
20 21 2224
24
25
29
31( ( { ( ( ( ( (
o
.! h '.'.,APPENDICES
I 11II-a
III-1
111-2III-3
IV-1
IV-2
VVI
Theoretisch kraakmodel Berekening van de stripperSchatting van het werkelijke koolwater-stof verlies in de stripper
Berekening aantal theoretische mengers voor 2,5 bar
Berekening aantal theoretische mengers voor
6,0
barOpzet van de dimensioneringsberekening van een tegenstroomstripper
Dichtheid en soortelijke warmte van de katalysator
Fysische eigenschappen van de gassen Berekening hoofdafmetingen van de
cy-clonen
Berekening werkingsgraad van de cyclo-nen
Lijst met gebruikte symbolen
Literatuurlijst p'3.gina
33
34
37
41
43
44
47
48
51
59
67
l
( (n
r
... ·1-Stripper: Om de invloed van dl'llkverhor;inr; op het strippen van de
katalysator vast te kunnen stel len is ~eprobeerrl de processen te
bepalen die hierhij mogelijk een rol snelen. Dit zijn desorptie,
diffusie, krakin~ en verdunnin~ met stoom. De werking van de stripper
blijkt het meest te berusten op venhnninr'; van de kraak[iassen die
door d~ katalysator ~ee~esleurd worden.
Het dit r,er;even wordt een r.lodel opf';esteld wa:Jrbij aanp;enO!~len is dat
er een voortRezette kraking optreedt in de toevoerpijp nanr de stripper van de koolwaterstof~aS6en. Tussen de severity in deze toevoerpijp
en de katalysatorstroom wordt met behulp van analyse[ecevens een
ver'band !.;eler,d.
Uit het model volgt dat bij
6
.0
bar de benodi~de stripstoom een veelte grote belasting voor de mainfractionator zou betekenen.
De oplossing voor dit probleem is een tèr;enstroom-stripper met
schotels , direkt onder de reaktor Geplaatst. Het aantal benodic:de
schotels wordt berekend evenals de hoeveelheid stripstoom.
Cyclonen : Uitgaande van bepaalde r:col11ctrische verhou(l.ingen en enige
fysische vereenvoudir;inr;en (o.a. ge0n heinvlocdinr; van de kntalysa tor-deeltjes onderlinp;. r~een slip) wort'len de cyclonen uitGerekend bi';
2.5
en6.0
bar.Vervolr~ens \Vol'dt de efficiëncy bepaald en bli,iken de hier aan[Çec,even cyclonen te voldoen aan de r;estelde eisen van de z~n. third-star;e
separator waardoor de tocpas,s ing van een exnansietu·cbine VOO" de
~assen, zonder .":evi'tar VOO)' erosie, mor;el i,ik 'Ilo!:'dt.
-,
...
( ( ( ( f ( (o
n
r
- 2 -Conclusies ========== Stripper:- De stripper in een FCe- inst al latie \'lerkt niet als een "Ge\>lOne"
stripper, zonls vaak in de literatuur aanr;enO:-:len wordt, die
Beadsorbeerde koolwaterstoffen vanaf de katalysato~deeltjes zou
verwi.i deren m. b. v. stoom. De vlerking van het appal'aa t bentst veeleer
op het verdunnen van de r;assen met stoom aanr;ezien er weini~
stripbare koolwaterstoffen aan de katalysator adsorberen.
- Een ter;enstroo~-stripner blijkt veel effici~nter(minder stoom)
te werken dan de huidi~e gel i jkstroom-stripper die bij Shell-Pernis
in p;ebruik is.
Bovendien voo ,'ko:nt men in een tec;enst ':oom-strir;per , :';rotendeels,
de verdergaande kraking door de stripper direkt onder het scheidings
-vat van de katalysator/kra;,k~;as:3en te plaatsen.
'i'evens wo!'dt zo een cycloon bespaard en ;'/orot het rondstl'omen van
de katal ysator gemakkelijker.
Er \'lerd dan ook ":ekozen voor de confi,n:llratie zoals die is bi,i b~jv.
het Flexicrackin,~-process (zie fig.
6
).
- De getalViaardf? voor de voll.tr'lestroo'l1 vLtn het met de kataJ.ysator
meestromende r;as blijkt sterk af t e hanGen van de porositeit bij
minimale flu{disatie(E
f)
.
rn-. '."anneer de dOOl' 5hel l r:e[,even vuistrecel (i::1ert-c j.rcillatie C ton/dag)
=
= 2 maal kat-circ
IJlatieCton/min» gehanteerd \·/ordt en de hierberekende waarden in,n:evuld \I!orden, blijkt
F
mf gelijk te zijn aan
0.6
Op grond van literatqur[~er;evens vlerd toch Emf=0.7 aanf,ehouden en
blijkt het opgestelde model redel ijk te voldoen aan de verstrekte
gegevens over de huidige procesvoerinf, bij Shell.
Het is gewenst om deze ~l1f eX1lerimentecl te be.!)éÜen [~e/;ien het grote
belane van deze wanrde. \v'anneer EnllO.? :7,OU blijken te zijn \4ordt de
hoeveellleid benodigd0 stripstoom ook kleiner dan de hier,berekende
waarden van
0.39
kg/s en 1.11 kg/s voor reso.2.
5
en6.0
bar.- De investerin[,skosten zijn bij
6.0
bar een faktor4.
5
groter danbij 2.,'5 bar(schote1 meer, dlJ.G ook ho,r.;ere kolom, v/Bt grotere diar,leter,
I~rotere \'Janddikte).
De bedrijfskosten zijn in het hoge-drukgeval door het ~rotere
stoom-verbruik een faktor 2.8~ ho~er.
( ( ( ( ( (
o
-
3
-Cyclonen:- Bij gelijkblijvend verlies aan katalysator (1728 kg/ad) zijn de twee cyclonen bij 6.0 bar aanzienli,ik (80%) kleiner' als bij 2.5 bar.
De inveBterin~skosten zijn dus belan~l'ijk gerinKer en wel ca
65
%
.
De drukval over de cyclonen hij
6
.
0
bar is evenredi~~ gestegen met de werkdruk in ver~elijk:i.ng met i e d)~l)kval bij 2, 'i b"r (van 100 naar 240 mm v/i\.).Slotconclusie: Drukverho~ing leidt wat de cyclonen betreft tot
besparingen in de investeringskosten.
Gelet op de stri!lpersektie is drllkverho:jinr, alleen maar onvoordelig
zeker bij de huidige gelijkst room-stripper ,
Of het zinvol i s de FeC-instal lat ie bi j ho[',e~'e dr ,,11< te gaan bedrijven hanst uiteraard niet all e,:=rt af van de st ripper/cycloon-besllal.'ingen. De andere comnonenten (regenerator, sc1leidingssektie etc.), die procentueel de kOöten veel meer bepalen, 1i1Oeten ook indivi,dueel bekeken worden en een integrale beschouwing van het Droces kan tot
het antwoord leiden op de vran.t'; of drnkverho['!:ing financieel aantrekkelijk is.
( ( (. ( ( ( (
o
o
()4
-In samenwerking met Shel l voeren een aantal st1ldenten van de TH-Delft
afdelinr;en ""erkt~lir:bollVlkunde en scheikllndi,,,;e technologie een studie
uit naar de dr'J\ünvloed op het fluid catal"tic cre,cking (FCC) vroees.
In dit proces \'lordt olie in de r;asfase {';ekraal<t onder invloed van
een katalysator(synth()tischc zeoliet) \1< la "bi,i gas (CI-C1f.,H2) en
benzine ontstR:lt. j~en ,,,;edeelte van de olie verkool t op de k,ltalysator.
IIierdoor neemt de aktiviteit van de katal~sator af. Re~eneratie wordt
verkre~en door afbr"ndin~ van de kO Jl ~et lucht. Ten ~evolr;e van de
reaktie\.;a,rr1te sti,ip;t de telnpc':'i.-ü ::ur van. d8L;:J_talysato~ en bi,i t erur;
-voer naar de ~sn. riserreactor bezit de katalysato,:, voldoende thermische
enerc~ie om de voedinp; te verdampen en (!(~ he!loni:~de rei.11dievJarl~te voor de krakin~ (krakinr; is endother~) te l everen.
De kataly6ato~ strooDt in min of meer r;el'l\ljdiseerde toestand rond h 1ssen de verschillende a'nparaten. i~eè1 ui tgebl'eidere beschri,-ivinr;
van het FeC-proces k~n gevonden wordpn in de literatuur«1)(2)(6)(16)).
Het huidige proces '!lerkt bLj een re::"ldorcl:c-':lc van 2.5 bar en I'lcn
ven/acht dat dnlkverho---::inr: leidt tot bespa"illr.en. Ü • .1.. kleinere
afr.letinr;en van de ap;)araten, ééntrapscoiilnroGGor na de fr.q,ctioné~tor. Een nadeel is dat cJ."uKvorho:';inr; l cit.1,t tot e8n o!1r;!'nsti,n:e verschnivinlS
van het prod!Jktenspckt-"umCminder benzine).
Door een totale nrocesbeschouwin~ kan het antwoord ~evondcn worden
on de vraap of het economische aantrekkelijk i s het FCC-nroces bij
een hor::erc dr 'k te r;Han uitvoeren.
Als onderdeel van deze studie wordt in dit versla~ de drukinvloed op
de strin~er en op de cyclonen beschouwd.
Ui tr;er;nan ',iO"dt van het LI.o\1-shec t u i t de voo ",studie Viln Crarnwinckel
en Nienoord(6). ~ie fig. l .
De benodi~de numerieke waarden werden eveneens uit dit rapport
verkrer;en of doo" lIr.IIio(Shell) vcrstrclü. De katalysator
circulatie-stroom werd, in overlef~ met de stndenten J.\;.de Jonr; en J\ .• Bui.is,
vastgelegd on 200 kr.;/c \vé.1ol'bij rekenin.n: moest vlorden r,eh01)(len met
de totale warmtebalan~.
L"\ ...; r-l 'rl ~ stoom stoom lucht
""
sc.hoorsteen
F.CC Untt
wata,.
brandstof voczding'-"
, 1000' I..,. ... '-'C;;s,CJs
b~nzinG C~s.licnter liChlCZ cvceoil , zware cycJcz ai slln"Voil 1 stoomturt)Ï,.. 2 comj:)("cssor3 Irlducti~ motor genllr'ëIlDr
4 (l)(pcn:Irzr
5 VvQSl~ hela! bo~czr
6 kotafvSator otvarvzr'
7 r0}?r1wolor
8 rcmc tor - ns.er
9 wsta slof scroid(U"-rcoc1a'
Os!~
l'
maln tractonator12 compressor
13 da-eltl:m~er. absorb~r rebOÎlft" 15 <*z -butanzcrr
( ( ( (
r
( (îo
(î6
-Het doel van de in een Fee-installatie opgenomen stri~per is het
met een inert gas zoveel mogelijk verwijderen van de met de
kata-lysatorstroom meekomende koolwaterstoffen voordat deze stroom de
regenerator binnentreedt.Dit dient om te voorkomen dat:
a) men verkoopbare producten verliest
b) er door te hoog oplopen van de temperatuur in de reg
enera-tor sintering van de katalysator optreedt.
De meest voor de hand liggende keuze van het stripgas is stoom.
Dit gas biedt namelijk de volgende voordelen:
a) het laat zich door condensatie eenvoudig u~~ de
product-str0J~ v0.rwijderen
b) het is in ruime mate beschikbaar
c) het is relatief goedkoop
Een n~deel van de keuze van stoom is dat de katalysator na wat
langere contacttijd kan deactiveren.De verblijf tijd in de strip-per dient dus niet te groot te zijn.
Zoals aangegeven door Nelson is over het stripproces in de
lite-ratuur niets vermeld.Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door
'het feit dat een beter ontworpen stripper tot betrekkelijk
wei-I nig besparingen zal leiden.De enige methode om tot een strip
-j
per-ontwerp te komenis dus na te gaan welke processen in dei
stripper een rol kunnen speion en vervolgens het belang ervanna te gaan.
Na enig nadenken komt men tot de volgende processen:
1) desorptie van de aan de kataly~ator geadsorbeerde of in
de aanwezige coke geabsorbeerde koolwaterstoffen
2) diffusie van koolwaterstoffen uit de poriën naar de
con-tinue fase.
3)
krhkiij8 van de koolwaterstoffen4)
verdunning van de kraakgassen met stoom( ( ( ( ( (
o
7
-2.2In de literatuur vindt men in het algemeen als doel van de strip-per aangegeven de verwijdering van aan de katalysator eeadsor-beerde koolwaterstoffen (bijv. (1),(2) ).Men kan hierbij onder-scheid maken tussen twee groepen koolwaterstoffen:
i) De hoogmoleculaire koolwaterstoffen;de zgn coke die bij de kraking in de reactor gevormd wordt.
ii) De laagmoleculaire koolwaterstoffen. Dit zijn de kraak-gassen.
ad. i)
Appleby
(3)
heeft gevonden dat deze coke vooral ontstaat uita-romatische verbindingen in de voeding.Als voorbeeld van
coke-vorming geeft hij het volgende reactiepad:
Naftaleen wordt op de met H gemerkte plaatsen op
het,zure,ka-talysator oppervlak eenvoudig geprotoneerd.
lf
)t-CO
( I),.. tt
Er ontstaat dan bijvoorbeeld:
(11)
Additie van benzeen eeeft dan:
H
cqp
(IV), of ( lIJ)Ringsluiting van II! geeft:
(V)
( ( ( ( ( ( ( (
o
o
n
8
-(VI) (VII)Uit VI resp. VII ontstaat na dehydrogenering fenylnaftaleen
resp. fluoranthene.Dit is dus het soort vebindingen waaruit
de coke is opgebouwd.
Het is,gezien de structuur van deze stoffen, duidelijk dat zij niet of nauwelijks zullen kraken in de stripper. Verder zijn
zij volgens Appleby (3) ook bijzonder p,oed gehecht aan het
ka-talysator oppervlak zodat desorptie uitgesloten kan worden.
De conclusie kan dus luiden dat deze coke van geen enkel
be-lang voor het stripproces is.
ad. ii)
Het is erg onwaarschijnlijk dat er bij de in de stripper hee
r-sende temperatuur, welke in zeer goede benadering gelijk is aan
de reactortemperatuur
(485
°C),adsorptie van deze stoffen opzal treden.De heersende temperatuur is namelijk veel hoger
çl.an de kritische temperatuur van deze stoffen. Dit stemt ook
goed overeen met hetr;een :6abor en Emmett: f!+ ) gevonden hebben.
Bij 200-400
°c
konden zij namelijk weinig of geen adsorptievan n-C
4
,C7 en
C
B
alkanen aan een Al-Si katalysator aantonen.Verder kan men veronderstellen dat de bedoelde lagere
koolwa-terstoffen in de coke absorberen. Probeert men in dit geval de
bijbehorende evenwichtsdrukken te schatten dan moet men de
voorhanden zijnde grafieken ver buiten de assen extrapoleren.
Men vindt dan evenwichtsdrukken die ver boven 100 bar
uit-komen.De conclusie kan dus ook hier luiden dat desorptie van
eventueel gead- of geabsorbeerde koolwaterstoffen op z'n minst
van ondergeschikt belang is.
ma-r
,-r
( ( [-,r
r
n
o
n
r
9
-ken met behulp van het Fourier-getal:
Fo
=
IDt/d2 p (2.1)Een schatting voor de orde van grootte van de verschillende grootheden is:
fD
=
10-10m
2/s
t
=
102 s d=
65
10-6
mp
Hieruit wordt berekend: Fo
=
2,4) 0,1Diffusie uit de poriën zal dus zeker een belangrijke invloed hebben als de hoeveelheid koolwaterstoffen in de poriën groot
genoeg is.
Nemen we aan dat de gemiddelde concentratie in het deeltje
ge-lijk is aan de helft van de concentratie in de gasfase (dit betekent op grond van het Fo-getal dat de verblijf tijd van de katalysator in de reactor ongeveer 2,5 s is) dan is het een-voudig aan te tonen dat deze hoeveelheid gering is.Dit natuur-lijk relatief tov de hoeveelheid gas welke zich rond de kata-lysator bevindt (ca.
7,5%).
Het is dus gerechtvaardigd het diffusie-proces te verwaarlozen. De fout die men hiermee maakt zal kleiner z~n dan 10%.
2.4
Daar de kraakgassen die de stripper binnenkomen vrij sterk met stoom verdund worden en de katalysator reeds gedeactiveerd
is lijkt het redelijk aan te nemen dat de kraking in de strip-per gering is.Wel kan er kraking optreden in de toevoerpijp naar de stripper (zie fig.1 ).
( ( ( ( ( ( ( - 10
-Daar men deze kraking zoveel mogelijk wil vermijden is het dus
noodzakelijk de verblijf tijd in deze pijp zo kort mogelijk te
houden. Kan de toevoerpijp geheel vermeden worden dan zal het
productenspectrum van de gassen die de stripper verlaten
ee-lijk zijn aan dat van de eassen die de reactor verlatèn.
De katalysator stroomt in gefluldiseerde toestand rond.Net de
katalysatorstroom verlaat dus een vrij grote hoeveelheid gas
de reactor.De grootte van deze volume stroom is:
~v
=
1_E.~ ~mK ~K
1 -.nP
indien men aanneemt dat de katalysator minimaal geflurdiseerd
is (dwz de laagst mogelijke porositeit voor stroming uit een
fluïde bed).Deze meestromende kraakgassen worden in de strip-per verdund met stoom.
Daar alle andere processen van ondergeschikt belang bleken te
zijn is deze verdunning het belangrijkste proces wat in de
strip-per optreedt.Er blijkt nu ook nog een vierde voordeel van het
gebruik van stoom als stripgas:
Daar stoom een vrij laag moleculair gewicht heeft kan
men met een betrekkelijk geringe massastroom een
gro-( . te verdunning teweeg brengen.
o
2.6
~~~!~E~~=~~3~~---Op grond van het voorgaande komt men tot het volgende wis-kundige model van de stripper:
De katalysator stroomt in gefluldiseerde toestand uit
de reactor. Hierbij wordt een zekere hoeveelheid gas
mee-genomen.De koolwaterstoffen waaruit dit gas bestaat
wor-den in de toevoerpijp naar de strip~er gekraakt.De door
de kraking geexpandeerde gassen treden vervolgens in de
stripper waar zij gemengd worden met stoom.Een gedeelte
van dit koolwaterstof/stoom-mengsel wat nu ontstaan is
( ( ( ( ( (
o
- 11-(volumestroom ~ ) wordt met de katalysator meegevoerd
v j
naar de regenerator.De coke ondergaat ~een enkele ver-andering in de stripper.
S T 0011
+t
KOO LH A TERS TOFFENKAT K1~
KRAKING
GAS0
v~
KAT0
K7-NENGING
GAS .0~~. 1 GAS ~ v-t>-" ' v-t>-" ' - - - -_ _ ---J '----..,----~
T~+
- - - -- - ')0 uit reactor fig.2 Stripper-model.Controle van het model.
======================= STRIP pjS STOOM _._._---_._--~ _ .... ----... ";.., naar regenerator
De enige f>egevens die men heeft voor het schatten van de mole-cuulgewicht-daling tgv. de kraking in de toevoerpijp naar de stripper zijn:
1) de computer-uitvoer verstrekt door SHELL die onder verschillende condities het productens~ectrum geeft.
(theoretisch modelizie appendix I)
2) Een redelijke aanname voor de bedrijfscondities van de huidige stripper lijkt:
katalysator circulatie
.0
K=
510 kg/s Hoeveelheid stripstoom~
=
5,4
kg/103
kg kat s Molecuulgewichten binnentredend uittredend H=
88 g/mol wFMws
=
58 g/mol3)
De belangrijkste parameter in het door SHELLgebruik-te kraakmodel is de severity S.De~e severity is Gedefi-nieerd als·
0·1 (fj
/.0
)0,66S
= '
K FSVO,295 Hierin is:
.0
kataly-
<-( ( . ( ( ( (c
o
o
i \ - 12 -sator. ~F= de massastroom voeding SV= de space velocity(Een uit~ebreiderc behandeling van S wordt gegeven in
(6),voor ons doel is dit echter voldoende.)
Voor de berekening van de stripper is het noodzakel~k het
vo-lume van de per tijdseenheid binnentredende gassen te kennen.
Daar· dit volume bij constante massastroom een functie van het
molecuulgewicht is ligt het voor de hand een functie van de
volgende vorm te zoeken:
M /M c
=
f(S)wF' w.:;
V1aarin:
M
wF= het gemiddeld molecuulgewicht van de gassen
die de stripper binnentreden
MwS= het gemiddeld molecuulgewicht van de gassen
die de stripper verlaten (alleen ~an de
kool-\oTa terstoffen )
Deze functie moet,bij benadering, voldoen aan de volgende eisen:
S"""'O H F/H c-71
W w.:;
N F/M w' w..., c - 7
c.o
(niet geheel juist)Op grond van deze twee limieten wordt gekozen voor de
vol-gende functie:
\ Curvefitting met de gegevens uit appendix I levert:
\
M /M =6
42 sO,425\',F ",S '
0.4)
Men kan nu door substitutie van de gegevens vermeld onder
2) de severity S van de toevoerpijp van de stripper
bereke-s
nen: Ss = 0,0024 (voor ~K = 510 kg/s)
Verder volgt uit de definitie van S (form.3.1) dat:
S ~ -0,295 _ ~ -0,295
J<'F - c J<'K
De invloed van de teller is gering daar 0K/~F vrijwel
con-stant zal zijn als het molecuulgewicht van de gassen niet te
veel verandert.
Uit bovenstaande volgt dus dat men de severity voor de
kra-king in de toevoerpijp kan berekenen uit:
<-( ( ( ( ( ( (
o
- 1
3
-~~~~~~~~~~=~~g=g~=~~~~=gg=~~~~gg~~=g~g~g~§g~=g~~~~g~;
g~~g=~~gg~~
~~g~~~g§=~~~=g~=~g~~~~~~~gg~=~~gg~~=g~~=~~~=gg=~~;
~~~~g~~g~=~~~§~~g~~g=~g~g~~
In 2.5 werd gesteld dat:
.0
K
Hierin zijn de volgende waarden bekend (zie inleiding):
~K
=
200 kg/se
K=
1275 kg/m3
(2.2)
De porositeit bij minimale fluldisatie is niet bekend maar kan voor de hier gebruikte gemiddelde deeltjes-diameter van
65
10-6
m uit de volgende figuur geschat worden op 0,7.o 8 -07 0 6 (mI
1
o 5 0·4 03 0 - - - i _ _ - dp (mm) a = kraakkatalysator b = Fisher-Tropsch katalysator c=
uniform scherp zandd = uniform rond zand e = gemengd rond zand
fig.3 De minimale fluldisatie porositeit
(5).
Men kan nu berekenen dat:
~
=
0,37 m3
/s vl (
c
( ( ( (c
o
o
- 14-De betrouwbaarheid van deze waarde is gezien de onzekerheid
in
é.
m f echter niet groot; een daling vanE
f van 7% (dus vanll1
0,7 naar 0,65) heeft een daling van 20% in ~ tot gevolg.
v
Men mag dan ook alle volgende berekenineen alieen onderling vergelijken en niet voor absoluut nemen
3.2.2
-In dit hoofdstuk zal worden aangegeven hoe men voor de momen~
teel door SHELL gebruikte stripper de hoeveelheid benodigde
stripstoom kan berekenen. De complete berekening staat
ver-meld in appendix 11.
Door SHELL wordt gewenst
-
dat bij een coke-vorming van 4,17%w
betrokken op de voedingsstroom 4,5% coke + koolwaterstoffen
w
in de regenerator verbrand wordt.Czie de tabellen in app.I
onder theoretische cokc-yield en plant coke-yield).Dit be-tekent dus dat met de katalysator een koolwaterstofstroom van (4,5 -4,17).34,72/100 =0,115 kg/s
de regenerator binnen mag treden.Met de aanname dat de
strip-per zich als een ideale menger gedraagt is het eenvoudig te
berekenen dat de hiervoor
=
4,0 m3
/s is aan of~s
. W
s = 14,5 kg/10 3benodigde hoeveelheid stoom gelUk
kg kat
Gezien de vrij grove benaderingen die werden toegepast'~mf=O,7
en de stripper gedraagt zich als een ideale menger,is dit e0n
zeer acceptabel resultaat.
Uit de constructie van de stripper volgt bijvoorbeeld dat deze
zich niet als een ideale menger zal gedragen.Een gedeelte van
de uit de stijgpijp komende koolwaterstoffen en stoom zal
na-melijk direct de stripper verlaten. Het restant wordt in het
flulde bed nogmaals met stoom gemengd. Met deze hoeveelheid
stoom zal men dus meer strippen dan noodzakelijk is (zie
app.II).
Op basis van het op~estelde model, waarbij de stripper opgesplitst
gedacht wordt in een kraaksektie g~volgd door een ideale menger,
wordt ~ berekend die e0n faktor 2.7 Groter is dan de waarde bij de
s
( ( ( ( ( ( ( (
o
o
15
-De vrij Grove benade"inf-;en (ideale I.!en/:er, (=O.? )r:lOe ten dit verschil verklaren. M.b.v. di t model(gemodificecrd in l~.l) wordt het mogeli jk om de invloed
van de druk op het stripproces te voorspellen.
Het is eenvoudig in te zien dat drukverhoging een belang rij-ke invloed heeft op de benodigde hoeveelheid stripstoom.In dat geval moet namelijk nog steeds dezelfde massastroom kool-waterstoffen de regenerator binnentred~n.Daar de dichtheid van de gassen bij
6
bar2,4
maal zo groot is als bij2
,5
bar zal men dus de molfractie koolwaterstoffen in de stripper met een factor2,4
moeten verlagen. Verder komt er per tijds-eenheid ook een2,4
maal zo grote hoeveelheid koolwaterstof-fen de stripper binnen (~ blijft namelijk constant).Hetre-v
sultaat zal dus zijn dat mJn een ca
2,4
x2,4
=
5,5
maal zo grote hoeveelheid stripstoom per kg katalysat or zal moeten gebruiken om tot de vereiste verdunning te komen.Uit bovenstaande volgt dat men niet zonder meer de druk kan verhogen.De hoeveelheid stoom die men dan gaat gebruiken zou een te grote belasting voor de mainfractionator zijn.Er moet dus naar een andere oplossing gezocht worden.
Zoals reeds vermeld in hoofdstuk
3.2.2
en app. 11 kan men een betere stripping verkrijgen door meerdere apparaten achter el-kaar te schakelen. Het ligt dus voor de hand om aan een te-genstroom-stripper te denken.K
K
=
katalysator + kraakgassenS
=
stoom + reeds gestripte koolwaterstoffen<-( ( (
c
( ( ( Clo
16
-Als een tegenstroom-stripper vergeleken wordt met andere
mo-gelijke configuraties (bijv. een aantal strippers in serie ), blijkt deze oplossing,bij gelijk blijvende verdunning aan de uitgang,de kleinste hoeveelheid stoom nodig te hebben.
Eenvoudig is in te zien dat bij een oneindig aantal mengers
in serie geschakeld volgens het schema van fig4 de minimale
stoom hoeveelheid bereikt wordt.Er wordt dan met een
hoeveel-heid stoom (volume!) die gelijk is aan de hoeveelheid
kraak-gassen die de stripper binnen treden volledig gestript.
De berekening van de benodigde hoeveelheid stoom voor n
'scho-tels' verloopt als volgt:
~v
1 Xo
95
v 1 x =95
v
1=
1 x m-1 x=
x eI
1
1-
-m--
>
-nI
1
-
--- --- >T
STOOM95
vS Jo---95
vs x=
x 195
vs x = x m x.=
molfractie ]. koolwaterstof-fen op schotel iEen massabalans over het onderste deel van de kolom geeft:
+ x
m v
~s
(4.1 ) Hierbij is aangenomen dat de druk in de kolom constant is.
Stel ~v /
95
v=
r dan:<-( (
c
( ( C' Cl ()o
r
17
-x=
r( x - x ) m m-1 e(4.2)
Bovenstaande vergelijking beschrijft de werklijn van de strip-per.
Een massabalans over de gehele kolom levert:
) =
r - r xe
Substitutie in de vergelijking van de werklijn eeeft:
x 2
=
r( r( 1 of:- x
e ) - x e )- r x
e deOp gelijke wijze verderm~~rek~nd voor de m schotel:
x
=
(1-x )rm - xl:.
rJ.m e e i=1
(4.4)
(4.6)
Indien men een stripper met n theoretische cO"ltactplaatsen
en een eindconcentratie x ... renst tE' ~'~:r.p.kenen wordt de
kraak-e
gas/stripstoom verhouding r dus gevonden uit de volgende
ver-gelijking: 1·- x e
x
e i r=
°
Ter illustratie is in de bijgevoegde figuur de dimensieloze volumestroom stripstoom (= 1/r) als functie van het aantal
contactplaatsen gegeven bij een verdunning tot 10% (x =
0,1).
e Hieruit volgt zeer duidelijk dat men met veel kleinere
hoe-veelheden stoom kan volstaan dan bij de huidige stripper het
e;cval is. 10
8
~Jidige procesvoering6
4
a
l / r I I ) 1 2-3
4
5
nfig.
5
De benodigde hoeveelheid stripstoom als functie van( [ (
o
o
18
-Voor de practische uitvoering van het in tegenstroom strip-pen van de katalysator kan men a~n de volgende oplossingen denken (zeer schematisch weergegeven):
1) Een aantal strippers achtereen geschakeld. voordelen: afwezig nadelen: - duur -ingewikkelde constructie - grote
verblijf-tijd van de kat. - veel cyclonen
s
2) Een schotelkolom zoals ondermeer gebruikt wordt voor ver-schillende flulde-bed droogprocessen.
voordelen: ... ontwerp,
rede-lijk goed be-kend
- vrij simpele constructie nadelen:
- vrij groot ap-paraat - kans op ver-stopping van de zeefplaten - vrij grote drukval
--.
-
--
--
-3)
Een flurde bed met baffles zoals wordt gebruikt voor strip pers in verschillende FCC-processen.Bijv. Orthoflow,Flexi-cracking en Texaco (zie(6)
).De baffles dienen om terug( ( ( (
c'
o
o
r
19
-menging van de gassen tegen te gaan.
Hiervoor bestaan de volgende oplossingen:
-
.
-
--
--a) b) -c)
-
-De beste oplossing lijkt a). voordelen:
-- goede gasverdeling over de doorsnede van de
pijpihetzelf-de geldt voor pijpihetzelf-de verpijpihetzelf-deling van pijpihetzelf-de vaste stof.Go~dc menging
is dus verzekerd.
- Relatief lage drukval.
- Door eenvoudige constructie goedkoop - Weinig kans op verstopping.
nadelen:
- Het is mogelijk door slecht.e dimensionering ophoping van
kleine deeltjes bovenin de kolom te krijgen (fines).
Conclusie: Opgrond van het voorgaande en de berekeningen ver-meld in app. 111.1 wordt gekozen voor de
volgen-de strippers:
- Lage druk
CP
=
2,5 bar)Een kolom zoals geschetst onder punt 3a met
4
disc-and-donut schotels.( ( eH
s
Kàt ( ( r -eHs
o
Kat L-o
20-Een kolom zoals vermeldt onder punt 3a met 5 disc-and-donut schotels.
Een massabalans over de beide strippers wordt geeeven in hoofdstuk 4.3.
Voor bovenstaande strippers komen we tot de vol~ende,sche matisch weergegeven,massabalansen:
IN
(kg/s)~
I
UIT
(kg/s) P=2,5 p=6,0 1,49 4,13 eH-
-
s
200 200UIT
(kg/s) (;:I
'I'
P=2,5 P=6,0 0,115 0,115 eH 0,24 0,62s
200 200 eH = koolwaterstoffenS
=
stoom (in beide gevallen middendrukstoom) Kat = Fee-katalysator P=2,5 p=6,0 1,375 4,015 0,15 0,49IN
(kfiLs) P=2,5 P=6,0-
-0,39 1 ,11De temperatuurdaling over een adiabatische stripper waarin geen kraking optreedt is verwaarloosbaar.
( [ (
r
( ( (o
n
-- 21
-4.4
Uit het voorgaande blijkt dat men zo veel mogelijk wil voor-komen dat er in de stripper krGking optreedt. Dit kan men be-reiken door de stripper zo dicht mogelijk bij de reactor te plaatsen. Een configuratie die een meer economische stripping geeft is bijvoorbeeld het Flexicracking-proces (zie fig.6). Andere voordelen van een dergelijke uitvoeringsvorm t.o.v. het huidige SHELL-proces zijn: i) besparing VRn een cycloon
in de stripper
ii) vereenvoudi gd transport van de katalysator. Een nadeel is dat men de hoogte van de reactor binnen nauwere grenzen moet kiezen.
Fig.6: Flexicracking-proces.
ij W." .' . ~.
'
,
.
Ç7-/\'tY
iii
l :l!~r.: ~': ... .[ ( ( ( (
o
o
o
22-Daar het niet het oogmerk van dit rapport is een stripper
compleet te ontwerpen is het niet mogelijk de exacte
inves-teringskosten te bepalen.Wel is het mogelijk een verhouding
te schatten voor de investeringskosten in beide gevallen.
In een zeer goede benadering kan men stellen dat de
inves-teringskosten voor ~l:ide gevallen (P=2,5 re~p. 6,0 bar)zich
zullen verhouden als het gewicht van beide apparaten.
I ·;-vG
Verder kan men stellen dat het gewicht G van de stripper
e-venredig is met het product van de lengte L,de diameter D en
de wanddikte d • Dus:
w
I rv L.D.d
w
Daar geldt dat de doorsnede van de stripper evenredig is met
de benodigde volumestroom stripstoom is D dus evenredig met
de wortel uit deze volumestroom.De lengte zal rechtevenredig zijn met hetaantal schotels in de kolom;de wanddikte met de heersende overdruk.
Uit bovenstaande volgt dat men de verhouding van de te maken
investeringskosten dus kan schatten uit:
=
1
( n
$!5~s
(P-Patm) )6,0( n
,0!s
(P-Patm) )2,5Substitutie van de gegevens uit appendix 111 levert:
= Of:
=
i
5.0,65·.(6-1) 1 4.0,552.(2,5-1) 4,54Daar in
b~ide
gevallen middendrukstoom gebruikt wordt zullende bedrijfskosten B evenredig zijn met de massastroom
l (
r
( ( (o
o
o
r
23
-Dus: (zie appendix 111 en4.3)
0,39
Of:Op grond van bovenstaande is het dUG duidelijk dat drukver-hoging voor de kosten van het strippen zeer onvoordelig is.
De enige methode waar men deze kosten mee zou kunnen drukken
is het toestaan van grotere koolwaterstofverliezen waardoor
men echter verkoopbaar product verliest.Ook kan men in dat
( ( ( (
c
( (o
o
o
24
-De meest ~ebruikte vorm van GtoflerwijderingsaPDaratuur is de
cycloon. Het met stof beladen gas (of vloeistof) wordt tan~entieel
in een cylindrische of coniGche kamer binnen~elaten. De
stof-deeltjes bewegen, tengevolge van hun traagheid. naar de buitenwand
van het apnaraat en zakken naar de stofverzarnelaar. Het gas, dat
no~ slechts een hoeveolheid van de lichtste stofdeeltjes bevat,
verlaat de cycloon via de centrale afvoerni,lp. Deze hoeve,)lheid
stof is afhankelijk van aunaraat~rootte en operatiecondities.
Een cycloon is in feite een "setti er" Ivaarbi,l de r-ravi
tatie-versnellin~ vervan~en is door een centrifu~ale vcrsnellin~.
Fig
7
geeft een beeld van enkele veel ~ebrl1ikte cycloonvormenmet de belan~rijkste onderdelen.
GAS-SOl/OS SEPARATIONS OuslIoden -gos inlel Vortex _ _ _ _ .\ Helicol lap = . i , ... ..--Dusl Irap OU51 oullel (0) (b)
Clean -gos oullet
Pattern of dust stream (prlnclpally Ihe finer partieles) following eddy eurrent
Shoveoff -dust chonnel 1nlet far
dust-Iaden goses
Shave-off-reentry opening
Potlern of coorser
dusf mainstream
'---Oust out let
(c)
Typicid <':Ollllllt'rvi,t1 l'\'CIOllt", lil) DlIl"IOllC <:ol!cdur. (/)IIl'fH! COmplUllj.) (IJ) Sirocco type D collector. (A"/l.'r1CfI1l BIOIeer Co.) (cl ,'all TOllgt..'fl'lI <.:yt'lollc. (Urwll r:"gitll'crÎlIg CP.)
( ( ( ( ( (
o
o
(l25
-Teneinde de hoofdafmetingen te berel;enen van de te gebruiken
cycloon worden een aa~tal kc~t~llen benaald vol~ens de methode
van Leineweber e.a.(
7)
en (8)
die gebaseerd i s op de theorievan W. Barth(
9 ).
De volgende vereenvoudigin~en worden toegenast in het rekenmodel:
1. De deelt~es bernvloeden elkaar onderlin~ niet.
2. Als deeltjes de cycloonwand bereikt hebben dan is de k~ns
op re-entrainin~ naar de rasfase ve~wanrloosbaar.
3.
Wet van Stokes is toenasbaar.4.
Opwaartse druk is verwaarlonGba~r5.
Cycloon heeft beuaaide, gestanrlaardisecrde, verhoudingentussen hoo~te, diameter, inlantonnervlak etc. die hierna
no~ genoemd worden.
6.
Tan~enti~le snelheid van de deeltjes is constant,onaf-hankeli~k van de nlants en ~eliik nan de ~assnelheid (er
treedt ~een slip on).
- Leg vast welke minimale dccltjcs~rootte voor 50% af~evan~en
moet worden. d* : diameter van dit :rcnsdecltje.
p
- De sedimentatiesnelheid (u*) van dit ~rcnsdeelt~e wordt m.b.v.
s
de wet van ~tokeG berekend:
*
Us=
2 d* g (0 -cr )
p ) S P' --j}r-II-··~ r.; ~wa2' tekrachtsversnelling~ : dichtheid vaste stof
s
o : dichtheid )g rasfase
'I :
viscositeit gas p;- Kental B is een maat voor bet afscheirlend vermogen:
B vd: ~emiddclde axiale
snelheid
c
( ( (' ( ( (o
o
26-- Kental
~
d r;eeft de samenhang tussen de bedrijfskosten vaneen cycloon, die immers voor het Grootste deel door zijn
drukverlies ~p bepaald wordt, en de benodigde plaatsruimte,
die af te leiden valt uit de Gemiddelde axiale snelheid.
lip
, .
2
fg v d / 2g
Met behulp van de kentallen B,
~d'
de minimale deeltjesgrootte d; ,de toelaatbare drukval hp en de ~asbelastinR . ~ v kunnen de
ver-schillende afmetingen van een cycloon bepaald worden.
Î
nr-FFHi
lylindris(hrs Tall(hrohr Konis(hrs Tall(hrohr
(5.4) en (5.5) in (5.2) substitueren: B = U S K
W
v g2ïTr
3
a d = 2 r(5.4)
ar '-(;
C
r
c
(o
o
o
27
-6.5 )
in(5.3)
substitueren: =/Jp-
--
y
~
2gVult men
( 5.8)
in( 5.6)
in:r
2 *i-
-}
B .. = "\, ,6pTT
(5.9 )
dr
1!
1 19J
~ (2g) " g vWanneer de grootheden d * (dusu*),
6p,
9J
enf
bekend :üjn,p s - v g
is het produkt
B~
~
te berekenen.\d
In de tabellen 3 en ~ en grafiek van 1. Leineweber (7) kan
men, afhankelijk van benaaIde p,eometrische veronderstellinr,en,
bij een berekende
B~d
0
- waarde, decorresp~ndcrende
B waardenvinden.
Deze geometrische veronderstellingen zijn de volgende:
- verhouding Fe/Fd lie;t vast
(zie tabellen 3 en 4 ) F e = ounervlak ingang cycloon (F e
=
b x1)
Fd=
·oppervlak doorsnede- verhouding ra/ri is bepaald
(in veel praktijkgevalJ.en
wordt r /r.=2 aangehouden)
a 1. r a r. 1. cycloon
=
straal = straal (F d - 2 = iI r ) a cycloon afvoerpijp( ( ( { ( (
o
o
-
28
-In appendix V worden de diverse berekeningen uitgevoerd en staan de aldus gevonden hoofdafmetingen vermeld.
Resultaat:
=========
Wanneer de druk in de stripper verhoogd wordt van 2.5 tot 6.0 bar en de toelaatbare drukval over de cycloon stijgt evenredig hiermee van 100 tot 240 mm WK, betekent dit een aan-zienlijke verkleining van de cycloonafmetingen (ongeveer 80
%
op volumebasis).-r
r
[ (C,
Clo
()-
29
-In de meeste literatuur wordt de werkings~raadrlc van de cycloon
bepaald als funktie van de diameter van de afgescheiden deeltjes (10)(11).
Fig.8 geeft hiervan een voorbeeld. Nen neemt hierbij aan dat
de grensdeeItjes (met diameter d
p
*)
voor50
%
afgescheiden wordenonafhankelijk van de totale stofbelading van het gas.
Wanneer de belading van de gasstroom hoger wordt blijkt de
effec-tiviteit van de cycloon toe te nemen (zie fig
9 )
ondanks afnamevan de rotatiesnelheid in de cycloon.
%
50~---~-~~~-~----~
7JF
oL-~~-~---L---~
" . Fraktionsabsmcidcgrad-Kurven
a: nam BarthlRanft. b: WassermodelI, 72 mm Dmr.1 c: Zyklon. tang. Einlall 400 mm Dmr.1 d: Zyklon, tang. Einlall 300 mm Dmr.; e: Axialzyklon, 200 mm Dmr.
fig.
8
O,st----i----i-t---i
Drall u/uio' Absdleidegrad 'I und Drudc.verluste In
Abhängigkcit von der Gu!beladung ft und dcm Staubgehalt s
der Lult. Arbci!sbedin~Jllllgen VI, = 367 m3/h", 1 at, 20°C Sicron F IlO von 1 bis 40 ftm Korngrölle; mittlercr Kom-durmmesscr dB 50 = I S,II n!. In der Abblldung slnd die Dlffe-ren zen der statismcn Drüdc.e eingctragen
Chemle-Ing.-Tcdm. 30. Jallrg. 1967/ Hef/gllO
Het grootste gedeelte van het stof zal bij hogere beladingen direkt
langs de wand van de cycloon, spiraalsgewijs, naar beneden zakken.
De deeltjesgrootteverdelin~ (d.g.v.) van dit afgescheiden stof
is precies ~elijk aan de d.~.v. van de intredendo gasstroom.
De lucht in het midden van de cycloon kan nlcchts een beperkte
hoeveelheid stof met zich meevoeren. De~e zgn. grensbeladinRf~
g
is afhankelijk van de stromingstoestand in de cycloon en van de stofeigenschappen.
r
r
[o
o
o
30
-Het behulp van experimenten probeerden I iuschelknau b~ e. a. (10) 1c te bepalen afhankelijk van de hoeveelheid stof in het te
reinigen gas.
Experimenteel blijkt: f~g
d : diameter van stofdeeltjes
P!;o
op 50
%
van de d.g.v.Het restant stof dat door de gassen wordt mA8rrevoerd, wordt afp:escheiden op deeltjes[rrootte. De r:rootste deelt,ies \.,rorden procentueel 't best afgescheiden en de d.g.v. zal dus veranderen.
In appendix VI \.,rordt ondermeer de totale e ffiGi.-mcy van hlee, in serie staande, cyclonen uit~erek8nd.
Een samenvattinp: van gebruikte en berekende ;-Tootheden wordt gegeven in hóqfd$tuk
5.4.
-l (
c
( ( ( ( (îo
o
(]-
31
-p =2.5
bar d* =20
p33.6
kp;/s ) Ie>
0
.07
kg/s2
e0
.02
I cycloonI
cycloon ~ •.
.
II
~998
'7
1 -
•
o,
,?i
_
~2= 69.
-3~;I
·
33
.53
kr;/s ,0.05
k;;js·I
I
I
rl
tota,-ü=
'J';. ,)L~ , ,·
,,) ~:.~:.:::.I
I .. _ ....-,
d /d*I
Cl d /d*I
cl d /d* rJgeH I'~ ge\v /0 ge\I/' I;)
p P P P
P
n0.'5
3
0
.
5
1
8
.6
0
·
5
4
8
.
5
1.5
17
1.
5
3g
.5
1.
5
38
.6
3
'50
3
../-z0rt . 0 U3
1
2
.
6
~'.6
20
4.6
'
5
.1
I4
.
6
0
.
2
-,--6.35
9
I7.5
1
I
I
,
i
p=
6
.0
barI
I 0,I
I
I
10.3
kp.:/s IeI
0.07
kr,/s2
e0.02
~ cycloon1
cycloon99.3%
-1'1
-
--
60
'"
1
I)1-
2- ./. ,1;J10.2
,
3
kg/s0
.05
kr;/s,
11
totaal=
99
.7
9
c' IC) --,--.~
.-In bovenstaand SChe1l1a zi,in. voor de beide dr11kJcen, de massastromen
van de katalysator met de bijbehorende d.g.v. in en uit de Ie en
e
'2 cycloon \'Jeer,";egeven.
kg/s d (tv) P
10
30
60
92
kg/s>
l
(c
( ( ( (c
o
o
-
32
-Conclusie: Drukverhorin~ leidt niet tot verkleinin~ van het
katalysatorverlies in de cyclonen.
Om te zien of er met deze twee cyclonen inderdand voldaan wordt
aan de eisen die de third-Gta~e sennrator van Shell steltCzie nng~1)
zijn in ~rafiek10 de deeltjes~roottcverdelin~ van de katalysator
in de gasstroom ui t do 2e cycloon vo.n Jhel l reSD. door ons berekend
in appendix VI naast elk<1.(1r 11itr;czet.
Gezien het feit dat de curve van de bereJ~cnde d.p:.v., \'lat de grote
deeltjes betreft, niet boven de Jhell-curvc uitkOMt, kunnen we
aanne~en dat de we~king van de berekende cyclonen ~oed Renoeg is om te voldoen aan de in~angseisen van de third-sta~e se~arator.
Niet bekeken is of het vool'(lelir;er
is
,
om in plaats vnnéén
r;rotecycloon, meerdere kleine cyclonen narallel t e schakelen. De
benodi~de hoogte van zo'n cyclonenbntterii is annzienlijk r;eringer
doch de constructie-kosten zullen horer zi1n.
De hier vastf!estelde invloed van d~llkverho:"inr; on de
cycloon-afmetin~en blijft in dat geval n~tuurlijk ook r;elden.
bedtjts.9rooHe
-verdelir1gua
t.t. -t..!Jc.IOOI1r--_.
-Ol
jOI
•
• •~.11
• • 4I • • • ,·
:1
.
:.
,
40: I
.
~i··
... ·
J
.'.
I
:
,r-'
, JOI
",
,
r '-- ' JO--:-_
•
..
....
'"....
fig.10 Shell 5hcll Bcr-ckenc\ Opgegeven en berekende deeltjesgrootte-verdelingen aan de uitgang van de cyclo-nen.--_
.
.
-.
-,
.
iL,
• • • , • " , <I . . . I " . . ... 10.
I
I
,
')t" lI.i
II
.
I
• .1
Kiè..
I
10 lO .30 Ilo 60(
c-(c
( (c
o
0o
33
-Appendix I
Theoretisch kraakmodel.
=======================T.b.v.
strekt
aan de
dit fabrieksvoorontwerp word door
SHE
LL een tabel
ver-waarin onder verschillende condities het producten spectrum
uitgang van de reactor resp. de
gehele
plant opgenomen
zijn.De
bruikte
complete tabel is opgenomen in (6).De door ons
ge-gegevens worden hieronder in het kort weergegeven.
Tabel 1. Het
gemiddeld
molecuulgewicht van de
g
assen aan de
uitgang van de reactor.
s
0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
P=
2
15 bar
I.~"
141,3
110,7
98,5
91,5
87,3
~./t\JF
0,364
0,285
0,254
0,236
0,225
-
-
---
-_.-
--~- --, .. _-- --
0".- ._-.---
----
-
_ .... - ----, p=
6
1°
barl
~v
131,8
99,4
86,1
78,4
73,4
Mw/l\iF
0,340
0,256
0,222
0,202
0,189
In
alle
gevallen bedroeg
het gemidd
e
lde molecuulgewicht van
de voedin
r.;
O\vF)
388
g/mol
cn
was d
e
temperatuur in
d.ereac-tor 485 oe.
B
ij 4,5% coke vor
m
ing over de plant
cn
4,17
%
O,an
de uitgang
van de reactor zijn volgende waarde
n
gegeven:
p
=
2,5
bar
P=
6,0 bar
S
=
0,157
s
=
0,07
?
Mw=
101,5 g/mol
~'\1=117,4 g/mol
l1y/MyJF=
0,283
~/
r'\J
F=
0,327
Beide
eveneens bij 485 oe
Daar
met
c
c
n voedi
ng
met ec
n
( ( ( ( ( (
o
o
o
Appendix 11De gegevens nodig voor de berokenin~ van do stri~ner ziin:
- Volu~estroom van de Rassen die met de katalysator mee~evoerd
worden(0 )
VI
Y"1v
=
1 \-Jaarin ~~=
0.7 mf Hierui t wordt berekend:o
=
0.37 mIsVI
( 2.2) (zie3.2.1.)(aanname, zie inleidin~)
De severitv in de toevoerni~p naar de strinper wo~dt ~c~oven
door:
s~
=
0.015 0k-0.29S .-, _ 7. dus S = 3.14 10 J s (zie App.l)- Het gemi ddeld molekuul~ewicht van de kr~ak~aG~en i n de reaktor:
;-\" f= 101.53 g/mol (zie an~endix 1 voor
4
.
5%
coke)
Uit formule (3.~ vol~t dat het ~emidrield Molekuulgewicht van de
gassen na kraking in de toevoe ~leidinr geli~k wordt aan:
=
65
.
5
2
';/,:101- Het molair-volume van gas bij 00 en 1.013 b~r is:
" ; I
-
3
3
)
V
l
c
( ( (o
o
o
(î35
-Temperatuur en druk in de stripner zi.in ge1i.ik aan de t emperatuur
en druk in de reaktor:
T
=
i+8:;op
=
2.<::; bar- De voedinrsstroom nn.ar de real~tor is C;'t.'7.2 ],r:/c
De molenstroom ],rao.k;:a.=scn bedr::l.:c~r·:t dus:
o
mo1=
342.0
mol/s- Daar de druk vri.i 1<:. aF; is r;edrar;en de gaG:<en zic!1 ideaal.
I·Iet bovenstaand2 ";er;evens kan het vol';cnde berekend worden:
Uit de regenerator komt de reaktor binnen .aan inert gas:
0
i=
0.37m
3
/s
(CJ ,CU2,N2 .•• )
Deze inert-stroom menr;t volledir.: met de kraal<:-'assen. De molfraktie koolwaterstoffen in het gas dat de ren.ktor verlan.t bedraar;t dus:
X
CH
=
0'mol SH=
0'mol CH=
C).96
o
1710 1 . ,1 +0
mo 1cn
__W.
1 +0
mo 1 CHV
mol
In
de toevoernijp exnanderen de koolwate-Btof~a~sen door dekraking. De volume stroom koolwaterstoffen die de strinner binnen-t ref'dt, wordt dl1s:
H"
= X
CH'0' vIII • Hf =
o
.
96xo. 37xlOl. S 36'5.32
3
=
0
.5
5
m Isws
Verder komt binnen:
0
v.
=
O
.O
L~xO
.
37
= 0.IH5 m3
/s
ine
~'
t
{jas1
Ui t de stripner r;"at met de katalys::1.to~- een koolwaterstof-stroom
de rer;enerato~ in. Uit de ~er;evens voor If.~% coke-vorming (app.I)
volr;t dn.t deze stroom 0'm
0' m ofwel: ~ v
=
0' m x V p ,T M ws Gelijk is arm: ;)=
0.115 x lOx 0.025267.
<;~ 0.115 kg/s=
0.OI~L~
m3
Is( ( ( ( (
o
o
- - --- 36
-De molfraktie koolwaterstoffen in de ~aSGen die de re~enerator
binnengaan ligt dus vast:
Verder r;eldt: Hieruit volr,t: Of:
o
v=
s - -1 XCH s~
2o
=
1;-.0 m3
/s v s ==============
o.
Oil L~=
0
.
5
7
0.12vol umestroom r;as,_~en Gtri pper
in O\"'s=
6
::;
.
:)2
g/mol) dus0.55
m3
/sinertstroom strLlper in 0.015 m
3
/sbenodi~de stripstoom -1
=
0.12 - 0.01.5 - ().5CJ 0.')[5o
= 0.M
/
V=
4.0 x 18 10-3/
0.0252 ms VswH 0
p,T
2o
=
2
.9
kr,/s m s ==============De hoeveelheid Gtrinstro~m per ton circuJerendc katalysGtor
bedraar:t dus: l'f.
5
lq~/103
kg kat.In anpendix II-a zal bewezen wo~dcn dat deze hoeveelheid stoom een
verdergaande st ri: 'Din,'j zal veroorzaken. Di t is het p;evolg van het feit dat de stripper zich niet als een ideale menp;er ~edraar;t.
Verder vol~t uit bovenstaande be' 2keninr, dat de invloed van de
( ( ( ( ( (
c
o
o
o
- 37 .;..
Apnendix II-aOm een schatting van d~ werkelijke ef ficiency van een :rflu{de bed
stripper'! (fig1 ) te maken is het noodzakeli~k de verschillende
afmetingen van het anparaat te kennen. Een rodelijke schattin~
voor de afmetingen lijkt:
Bedhoor,te L
b=
6
.
50
mBeddiameter
D -
b- 3.2S mFiserdiameter: D = 1 m
r
Deze afmetingsn zijn gebaseerd OD een verblijf tijd van de
katalysator van ca 120 s.
Om nu een schatting voor het verlies mo~eliik te maken moeten, uit
bovenstaande r;e':evens en de f"er:evenG ve 'n1el d in an!lendi;~ 11, de
volgende waarden berekend worden:
1) De hoeveelheid stoom in het flu~de bed nodig voor
minimum flurdisatie.
2) De hoeveelheid "as die direkt, dus zonder het flu~de
bed te passeren, de stripner verlaat.
3)
Het aantal menge~s wa~ruit het fl~rde bed is oD~ebouwd.ad 1) De ~inimale hoeve01heid stoom benodi~d voor het flurdo bed
is gelijk nan:
(voor u
mf zie annendix 111)
In de transportnijp wordt dus 4-0.17
=
3
.8
)
m3/s stoombinnen-gevoerd.
ad 2) De hbeveelheid gassen die ner seconde uit de transnortpijp
het flu:Cde bed bin::lenkomen is moeilijk te Gch;:tten. 'del kan
l
c
( ( (c
o
o
o
~ p A x v t v v g-
38
-A : onpervlak wa~rover de deeltjeG~werm
v
valt v
t : vrije valsnelheid van een deeltje
Het is correcter in deze fO":11111e een zGn. meesleurcoèfficient in
te vullen. IIieY'voor zi.in echter f,(~(:n numerieke wa Irrlen bekend
Het oppervlak waarover de i!routste fru.!ctie van de deelt,ies teruG-valt zal sterk afhangen van:
2 Geschat wordt
A
~7.
5
mv
- de ~rootte van de kegel
- de tophoek van de kc~el
- de hoo~te van de kegel boven de uitlaat
De vrije valsnelheid vnn de deelt,ies is te berekenen uit:
(7 - Cl ) g d 2 s r: p
18
'I
v t =1
275
x9
.
8
1
x(6
S
10-6
)2
x106
=0
.1
2
m/s18
x 2 /,.. I,( voor
'1
is p.:enomen 'lstoom,:~,ie .:luTl.IV)
De hoeveelheid ~as die mec~esleurd wordt is dus Gelijk aan:
~
\
n
l) m3/~P
=
h X vt
=
_
.
-v v
r;
De hoeveelheid koolwut0rstoffen hierin bedran~t:
ilv
+;6v
1 sn
=
0.37
- - - -( ( ( ( ( ( (
o
o
o
-
39
-ad 3) Het aantal men~ers in het bed kan worden berokend uit een
formule gep;even door Je Groot (1) ) :
Hm= 0.67
D~·
2~
L~·5
N
m=
1/0.67D~·25 L~0.5
N
m=
2
.
83
H m N m hoop,te v.e.men~eraantal men~ers
Uit bovenstaande volgt dus het volgende rekenmodel voor het
flulde bed. Voor de eenvol~d i'lorden blec menp;ere p;cnor.1Cn aanp;e:>;ien
het toch maar e8n schattin~ is.
) - . _. ___ :> reaktor rep.:en
.0
v1 X -erator . -e" C'Q ...<
stoom ,~vs
Uit formule (4. 7) volp;t dan:
1 - X 2
_ _ .~ r - r - 1
=
0X e
Dus Xe
=
0.006Een goede schattinp voor X is dus: X
=
0.01e e
De hoeveelheid kooli'latcrstoffen die uit de strinoer .treedt lS:
0.01 x 0.37
=
0.0037 m3/s
7-of VleI ~
=
0.0037 x 65.32 10-,/ ... 0.01 kp;/s( ( (
c
( ( ()o
o
40
-Dit is dUB rnec~ dan een faktor 10 kleiner dan de hoeveelheid
waarop de stripper berekend werd in apnendix 11 bij 4.0
m3 js
stripstoom.
iien knn dns met veel minder stoom volGtnt'.n.
Opmerkinl!:: Or' r;rond van bovenstannde r.:n{~ Plen n,,,-tuurli.ik n~_et D-~m nemen dD-t volstann kan worden ~et 10 maal zo weinis stoom.
Deze he~ekenin~ is alleen bedoeld om aan te tonen dat,
dOOl' aan te ncn;en dat de stri'mcr zich als een ideale
men~er gedrua~t. een hoeveelheid strjpstoom berekend
( ( ( ( (" (
c
o
o
o
-_
.. _41
-Apnendix 111-1Rekenr:;egevenG:
- De volume stroom van de ~assen die met de katalysator meegevoerd worden:
E
m f=0.70
k=200 kr,/s,
3
~ k=1275 kp;/m
- Het molek111ai r .n:ewicht van rie kr',:.wl'.:.r;;J.s~jen:
M
f=M = 101. S~ g/mol (er treedt ~een verder~nande krakingH \·:s
TI l ' 1 b" l::l ~ 0 2 C b V
- r et mo alr VO .. llme II ~G""), en - . ) 3r : .) r.: .LRCjo r. • .l, I=> .
- De voedingsstroom nan" de reaktor: 3',.72 kr.:/s
op)
= 0.0252 m
3
/mol- De kcolwaterstofverliezen in de strinDcr mor~en bedri;-).:~en:
verlies= (4.'j_L~.17) x .3'+.72 = 0.115 kg/s
- - l -ÓO
De eindconcentratie X die bereikbil<J.r is , I:an hieruit berekend \-lorden: e
Hier-ü t volr;t :
I-X
X e
x
e=
e = 12 • 1i 10-3
\-1:3=
o.
115 0.115 x 10+3x 0.0252=
0.077 101.53 x 0. 37 n-l nDe vgl van de werklijn wordt dus: 12 r
- >"
i=Oi
( ( ( ( ( (
c
[)o
o
- 42
-Dit levert de volgende hoeveelheden benodiRde stripstoom op bij
2.5 bar in de te~enstroomstripper met n schotels:
-
~
~
(m
)
ls)
J
..
~(kRis)
R(kr; stoom/lO..J kg kat) -zvs ms . - "-_.-. .... -
-1 0.083'+.
L~l~ 3.17 15.8 7 2 0.33 1.11 0.79 3.95 3 0.53 0.70 0.50 2.50 4 0.67 0.55 0.39 1.96( ( ( ( (
c
0
o
(I43
-Appendix 111-2-
.0
vI
- H=
J.l=
117.37 p,/mol vlf ws-3
3
- V T = 10.?1 10 m /mol p, - verlie7,en= 0.115 kg/s Dus "ZX
= 0.11~ x 10.51 10-/= 0
.0278 e li;.37 10-3
x 0.j7Vergelijking van rle werklijn wordt hiermee:
n
3
.
')
r n-l ~ i i=O r = 0 voor 6.0 bar ============Hiermee wordt de hoeveelheid benodi~de stripstoom berekend bij
6.0 bar in de tep,cnstroomstrinper met n schotels:
n
I
r1.0
(m3/s) \.0
(kg/s)I
R(ke; stoom/l03
kg kat)vs ms ... =-- --:---:: =~':'-~:":'=-"";:"";":' • ..:-=..--:..:.==-....o=.:::..:..-_~_-=,.~=~~-:.::-:.:::-:..=.. _ ;.::;:..-:--:...~ __ : . .c:...=.::..:;_~--=~-~::::.::~=:;.=-=: 1 0.029 12.95 2~.18 110.9 2 0.181